vrucht afwerpen, indien daarbij politiek en economisch betrokken wordt het ge bied, hetwelk, blijkens al wat uit het zoogenaamd vrede-congres mocht uitlek ken, niet lang nog Hollandsch Limburg zal geheeten worden. Het geld dat op dit «ogenblik in dat hoekje van Neder land bedektelijk wordt besteed, om van een groepje industrieelen en Fransch- gezinde stadsmenschen eenige stemmen af te^koopen, die dan een wantoon zou den zijn in het heerlijk concert van loyali- teilsbctuiging dat op dit oogenblik uit de betwiste streken naar de Hooge Vrou we in Den Haag opgaat, dat geld komt niet uil België, althans niet in laatste instantie. Het is van Franschen oor sprong. PROF BAVINCK OVER DE VROUW IN ONZEN TIJD. Voor de antirevolutionaire IcLesvercc- niging „Nederland en Oranje" a i h i e r trad voor een zeer groot publick g stercn- nvond in de (niet verwarmde) Noordcr- kcrk als spreker op de heer prof. dr. ff. Bavinck van Amsterdam, met boven staand onderwerp. De heer mr. P. Diel'eman opende de vergadering, heette spreker en aanwe zigen welkom, vooral waar het onder worp van zoo'n actueel belaag is, c-a ging daarna in het gebed voor. De lieer <lr, B a v i n c k zeide niet al leen een pleidooi te willen houden voor het vrouwenkiesrecht maar tevens voor de belangen der vrouw, waaraan in de leringen Van de antirevolutionairen uog te weinig aandacht is geschonken, terwijl het toch noodzakelijk is, die kwestie te overwegen. Het school vraagstuk zal politiek en financieel binnenkort tot het verleden behooren;'het sociaal vraagstuk vraagt de belangstelling der staatslieden, maar le vens komt door het voorslel-Marchanl het vrouwenkiesrecht in en builen de Kamer aan de orde. Spr. ging na hoe in 1887 het woord „mannelijke" in de Grondwet kwam en hoe successievelijk de politieke par tijen nadien voor vrouwenstemrecht slel- ling genomen hebben, zij liet dan ooi» meer of minder schoorvoetènd. Dat zelfs de R. Katholieken zich daar voor verklaren, bewijst hoe de meest principieele partij zich kan wijzigen, «naar levens, dat in al deze dingen God iets te lgen ons te zeggen heeft. Vervolgens ging' de spreker na de ge schiedenis der jongste Grondwetsherzie ning, de mislukking der pogingen van het ministerie-Heemskerk en het resultaat van het minis'erie-Cort van der Linden, wel ke bewindsman een. practisch staatsman was. en naast de commissie voor de grond wetsherziening er een speciaal voor het onderwijsvraagstuk benoemde, waardoor tegelijk wijziging in art. 192 cn van art. 80 kon worden voorgesteld. Bij deze wijziging, werd de mogelijk heid van invoering van actier vrouwen kiesrecht neergelegd, en ook algemeen manuenkiesrecht en stemdwang inge voerd. Hel heeft verwondering gewekt, dat al deze wijzigingen werden aangenomen met bijna algemeene stemmen, ofschoon de genoemde hervormingen in het nnti- rev.-program worden verworpen. Nu uit eenmaal is geschied, volgt daaruit, dat men ook verder moet gaan. De conscquen i is, dat men nu na kor ten of langen lijd ook het algemeene vrouwens'emicchl invoert, nu eenmaal hel individual.stisch kie recht is aange nomen, wat ook <Ir. Kuyper erkent! Men kan zich afvragen of <ic Heilige Schrift zich niet verzet legen deze dingen, en daarom wijst spr. op Genesis hoofdstuk een en twee, waar man ea vrouw gelijk hoor! waar je met jonge dametjes kunt omgaan zooals je zelf bent. En dan Pas op! Daar laat je een van die stukjes in den kuil vallen". Zij had het goud uit haar hhncl laten vallen en was teruggeweken achter het scherm, het hoofd van l f»m afgewend. „Dat zal ik doen", ging Neville voort, het goud zorgvuldig oprapende zonder le lellen op haar plotselinge verandering van positie en wijze van doen. „Hoe spoe diger je uit dit hol vandaan komt, hoe heter. Het is hier geen geschikte plaats voor een jonge dame. Je moest in Enge land zijn, onder toezicht van aardige men- schen; daar wou ik je naar toe, zenden van den eersten goudklomp die voor den dag komt. En dan als het geluk aanhoudt kan ik misschicu ook eens overkomen en ïien hoe het je gaat. Maar ik verwacht Vlal je je dan wel schamen zult voor een Ouwen goudgraver die taaEoulen maakt en Neen, neen dat meen ik niet. Zoo'n soort meisje ben je niet, is 't wel, Sylf" Hij keek op en zag dat zij met haar rug naar hem toe zat cn dat ze het hoofd op de borst had laten zinken. Maar met de verblinding van zijn sese en leeftijd had hij in 't minst geen Ldoe wat haar scheelde. '„Heb je hot warm of ben je moe, Syl?" zei hij'. „Ga liever in huis. Maar wacht nog even, een minuut "of vijf. Ik geloof dat ik op een streep gekomen hen. en jij ben er even benieuwd naar als ik, cn hoorde er nog verlangender naar te zijn kla alles wat ik je verteld heb." Ze was er gewoonlijk scherp genoegl pp e*n lette altijd op iedere schop vol narcl? die bij- opwierp; maar nu scheen ze volkomen onverschillig en wou lumr worden gesteld in dit verhaal der schep ping, als beiden gemaakt naar God's beeld. Maar de wijze waarop zij" geschapen zijn is verschillend en in Genesis 2 wordt dc vrouw ondergeschikt aan den tnan genoemd. Men kan de positie der vrouw schet sen, als iemand, die vereerd wordt als godin, maar behandeld wordt nis een slavin. Gelukkig vindt dit niet zoo bij de beschaafde, als bij do heidensche volke reu plaats. Maar het Oude Testament schetst reeds vrouwen, die niet den in druk maken slavin le zijn, al zijn er ook tal van andere voorbeelden in te vin den. Maar Jezus Christus heeft dc vrouw in eere hersteld en iiet huwelijk op iifchog pfil gebracht; terwijl hij al de geheimen van liet Koninkrijk Gods zoowel aan de vrouwen als aan de mannen bekend maakte cn beiden geheel gelijk behan delde, terwijl liij de veelwijverij en de echtscheiding, behalve bij overspel, on mogelijk maakte. De vrouw kreeg zeker heid van bestemming, en men weet in dezen lijd wat dat zeggen wil, men ziet hel door de beweging der arbeiders voor pensioen, onder welken vorm dan ook, en andere verbeteringen. In de eerste Christelijke kerk wer den de neven betrekkingen aan de vrouw opgedragen, maar door de kcllcrij verging dit, al eerbiedigt men in de R. Kerk toch ook de vrouw nog, inzonderheid de on- gehuwden der vrouwen. De Reforma tie, het Calvinisme, verhief het huisge zin, wat is en blijft de cel, da grondslag van de maatschappij, die daarmede staal of valt. De vrouwenbeweging is niet vaachris- telijken oorsprong, maar uit de tijden van de Fransche revolutie, toen men. zelfzaligmaking mógelijk achtte, en meen de, dat de mensch genoeg verstand had om God's geboden uit levocren. Dit leidde tot het eischen stelten door dc vrouwen tijdens de revolutie, maar zon der succes. Een groote verandering bracht liet ver plichten van vrouwen en kinderen om de fabriek in te gaan; dit wekte lot oen pro letarische vrouwenbeweging, toen «ie ar beidende vrouwen voelden niet zoo te kuxuien blijven leven. 'Iemand, die werken moet, inag niet zee verlaagd worden, dat hij minder wordt beschouwd als een ander. Naast deze beweging slond de bur gerlijke vrouwenbeweging, die tot oor zaak had het minder omvangrijk worden van da huiselijke werkzaamheden, die wie jonge vrouwen deed roepen om ec-n werkkring, om bezigheid, vooral nu de huwelijkskansen in de kleine burgerklasse tor dege afnemen. Alle beroepen worden overstroomd door vrouwen en dit bracht vanzelf de vrouwenbeweging. Wanneer men niet den moed heeft de beroepen voor de vrouwen te slui ten, dan hebben zij toch ook recht haar slem le laten hoeren in het belang van, de maatschappij; sedert de helft van de 19de eeuw heeft men dit achtereenvol gens in verschillende huiden ingezien. Hel is als met de arbeidersbeweging, waarbij spr. kwaad en goed onderscheidt: het kwaad is het revolutionaire gedeelte, maar men zou een slecht staatsman zijn do oogen te sluiten voor hot goede. Ook de overdreven vrouwen-emancipa tie fcacht spr. een kwaad, maar hel goede ervan, het vrouwenstemrecht, wil hij met tegenhouden. Er zijn bezwaren aangevoerd rn wel deze dat vrouwenkiesrecht strijdt legen de natuur en den aanleg van de vrouw,, en ten twoede, dat de vrouw in het huis gezin behoort. Wat het eerste betreft, spr. gelooft, dal de waardeering zal komen met hot bezit; als de vrouw da beweging voelt, hoofd niet omdraaien. „Er zit goud hier," zei Neville vroolijk. „Ik zou er mijn leven wel op willen ver wedden;'en je zult ons oude Engeland eerder weerzien 'dan je deukt, Syl. Maar lieve hemel, wat zal ik je missen. Dat komt omdat ik nooit een zuster gehad heb, weet je. Ik zal niemand meer heb ben die bij mij komt praten en zingen als jij weg bent. Toe geef mij die stift eens aan, wil je?" Zij duwde het met haar kleine voetje naar hem toe, maar hield haar gezicht nog altijd van hem afgewend. .■„Kijk!" zei hij, ,,waL heb ik gezegd? Daar heb je nog wat. Kijk eens, Syl." Maar tot zijn verbazing wou ze niet naar hem kijken; ze stond langzaam op. schudde het zware, donkere haar van haar gezicht en wandelde statig naar de hut. HOOFDSTUK IX. Neville keek haar na met al do prach tige domheid van een map. „Ik wou wel eens weten wat ik gezegd heb om haar te grieven", dacht hij. „Wal zijn meisjes toch rare wezens 1 lederen zou deuken, dat zij verrukt was bij oe gedachte uit dit ellendig icord van-laad le komen en' naar Engeland te gaan Neen, vrouwen, zijn niet te begrij pen, ze'fs niet als het nog kinderen zijn. Ik herinner mij de klein Audrey Hope, die kon nfet zoo wezen in een oogen blik hoosl Kleine Andreyl Sapperloot! Ze i; zeker een volwassan meisje gewor den in dien, tijd. Wat hebbeff we «amen een pret gehad I" Hij leunde op zijn spade en keek met vagen blik «ever de vlakte. Hij had liet zal zq ook. medezeggenschap willen hebben. Zeker hoort de vrouw in het huis gezin, gaat haar hart naar het moeder zijn, en dit gaat vóór alles; al moge de vrouw een goed kunstenares, een uitste kend enderwijzeres zijn, vóór alles is net haar een genot haar kind le mogen cpvoedcn tot een. goeden zoon van het koninkrijk Gods. Mannen- en vrouwenarbeid verschil len, al brengt spr. hulde aan den vrou wenarbeid gedurende den oorlog in mu- nihe werkplaatsen, en dit zal ook zoo zijn op politiek gebied; maar van nu af moet men daarom de vrouwen opnemen in de kicsverecuigingcn en haar cursussen laten bijwonen. Dit kan gerust zonder dat de vrcuw haar taak er onder laat lijden. Er zijn ook mannen, die hun taak verwaar loosden, door te veel zich aan de politieji le geven. Men moot de vrouwen heter ontwik-; Le'en, ook zouder haar in dc hooge regionen van do politiek te brengen. Maar zij. heeft belang bij de maatschappij, bij de kinderwetten, bij de erfrechlkwes- lie, arbeiderswetgeving enz. Als de vrouw zich zelve gelijk blijft, kan zij gr ooien invloed op de maatschappij hebben. De mannen, die tot nu toe regeerden, raaak-t ten toch den afschuwelijken oorlog, waar mee spr. nog niet zeggen wil, dat do vrouwen dit niet zouden hebben gedaan. Spr. komt op tegen hen, die de anti- rev vrouwen aanraden als het stem recht er is t.iuis te blijven, want dit zou in het voordeel der linksche parlijeu zijn. Zij mogen het niet begeeren, als het cr is moeten zij er als goede vrouw en goede christin gebruik van maken. Ilicrna ging de spreker voor in dank zegging. Dc heer mr. P. Die lom an bracht dank aan den spreker en aan do opgeko- menen. Nadat niemand zich aangemeld had om met den spreker van gedachten te wis- solen of vragen, te stellen, deelde de vcorzitter nog mede, dat de kiesvereeni- ging gaarne vrouwen als lid zal toelaten en er reeds cursussen m voorbereiding zijn, waarna hij de vergadering sloot. KUNST EN WETENSCHAPPEN. Het geslacht der Santoljano's, door Joost Mendes.— Uitgave Brussé's Uitg. Mij. Er is een tijd geweest, niet zoo heel lang geleden, dat de geweldig dikke ro mans van vroeger tijden werden be schouwd als iets dat in onzen tijd niet bestaanbaar was. De menschen. zouden zich immers geen lijd kunnen gunnen ze te lezen. Maar toen enkele moedigen toch lange vervolgwerken schreven, en ondernemen de uilgevers d;c de wereld inzonden, toen bloken de menschen er tóch tijd voor tc hebben. Hier is weer zoo'n uitgave van lange adem. 'een roman in acht deelen, waar van elk deel op zich zelf een geheel vormt, maar die samen geven de geschie denis van het geslacht der Santoljano's, van een Amslerdamsche jodenfatnil e. Het eerste deel „De verweerde jaren" is onlangs uitgekomen, en de lezing ervan doet «ns sterk vierlangen naar de volgen de. Is er iets beters van le ze*»en We kunnen het alleen nog wat nader ken schetsen. Die „verweerde jaren" brengt de schil derij van de omgeving, waarin de verdere geschiedenis zich zal' moeien af spelen. En dat milieu is het Amsterdam van een veertig jaar terug, toen er nog allerlei dingen n et waren, die nu aan de hopfd- meisjc, nat naar de hut geloopen was Jmelomaal vergelen en was met zijn. ge nachten terug in Engeland, hij was weer et n joegen en stoeide met And'.'oy Hope v.n dc Grange. Met een zucht richtte hij rich op en ging weer aan het werk. Toen het tij l was om te eten was het Meth en niet Sylvia, die verscheen, ,,\Vaar is Sylvia?" vroeg hij. Meth schudde het hoofd. „Het schijnt mij toe, dat dat jonge meisje van jou, Jonge Baas, irotsch begint te worden. „Jij brengt zijn eten maar, Meth," zegt ze, „ik doe het niet," z'o U >ud als ijs. „Ik heb je al dadelijk gezegd nat je haar veel te veel bederft. Daar zit ze maar met haar handen in haar schoot, te kijken nergens naar, net cis net als een Afgodsbeeld I" „0-;k al goed," zei Neville, terwijl hij zich opheescli op den rand cn zijn, maaltijd begon op te oten. Laat haar maar aan haar lot over, Meth, ik wil niet, dat jij er jo inee bemoeit." „Bemocknl Wie bemoeit zich met haar? Mij dunkt, dat ik hier niet meer tv cdig hen en dat het maar beter, was iom heen to gaan." neen'" zei Neville, die Meth volko men begreep, „jo moet bij mij blijven, kklh, omdat je ook zorgen moet voor Sylvia." ..Mij dunkr, Jonge Baas," antwoordde Meth somber, „dat jij moer zorg noodig hebt dan zij". Na het eten ging Neville dadelijk weer aan 't werk. De claim bracht goed op dien dag, en in een bijzonder veerkrach tige stemming nam hij zijn werktuigen over den schouder en ging naar huis. Sylvia zat geheel zopalï Meth het stad haar nerveuse levendigheid van «we reldstad geven; toen het meer had van een groote provincie-stad, met enkele groote-stads-elemenlen, zooals de Jordaan en de Joden. Dat ajtles is geschilderd met vfotte, schijnbaar schetsmatige, maar in werkelijkheid nauwgezet getrokken lijnen, die in hun losheid juist het meest karak teristieke helder naar voren brengen. In die omgeving zien we de familie Sonteljano, ook al weer uitgebeeld door tafereel hier en tafereel daar, maar toch met liet resultaat dal dat heele gezin voor ons is gaan leven. Dat de schrijver Men des dat Joodsche leven door en door kent, is m.nder bijzonder dan dal hij ook zijn lezers in dat Joodsche gedachtenlevca weel mee te nemen, en aldoor hun aan dacht en beiangsleiling weet vast (e hou den, .hoewel er eigenlijk in dal deel nog niets gebeurt. Maar daarvoor heeft hij dan ook een Oostersch-rijke verteltrant, warm van saamgestuwd gevoe), zoodat de zinnen u omhullen en meevoeren in hun breede zwaai. En hoewel er, zooals we zeiden, nog niets gebeurt, is die Mordecliai Santil- janc, de zwoegende, hartstochtelijke kop pige vader, met zijn onbedu'dende vrouw zijn lastig le behecrschen jongens, voor ons al een familie geworden, waarin we groote belangstelling hebben. We von-, den bovendien in de typen van die jon. gfns al de sirootningen van de tijden die na de periode der inleiding komen zullen. En daarom verlangen we sterkj naar het vervolg. LEGER EN VLOOT. Medegedeeld wordt dat er be halve in enkele provinciesteden Uians geen gelegenheid meer Leslaat tot plaat sing van gepensioneerde oflicjeren van de land- en zeemacht als lijdelijk inspec teur of adjunct-inspecteur bij den dienst der directe belastingen. —o De militai re groet. Met betrekking tot het brengen van den militairen groet heeft de Minis ter van Oorlog de meening van ver schillende militaire autoriteiten gevraagd omtrent de navolgende vragen: lo. Wordt pp het behoud van den groet in het algemeen prijs gesteld in het belang van het leger. Zoo ja pp wtlke gronden? 2ö.' Hoe zal in dit geval verkregen kunnen worden, dat de groet wederom behoorlijk wordt toegebracht? 3a. Is 't om dit te bereiken of op andere gronden noodig, dat beperking of wijziging wordt gebracht in den groet? Met betrekking tot de "3o vraag o.a. te overwegen het niet verplichtend stel len van den groet; a op bepaalde plaatsen en tijden, waarop de druïde en het verkeer het groeten bezwaarlijk zou maken; b. in koffiehuizen of andere plaatsen van gezellig verkeer; c. bij duisternis; d. in rijtuigen of in (op) cenig ander vervoermiddel c. in burgerldeeding of ten aanzien van militairen in burgerldeeding; f. voor koporaals. Overigens hierbij te overwegen of beperking noodig is ten aanzien van het halt en front maken in militaire ge bouwen of het nog nut heeft om ruiters in stap te doen overgaan nu '1 gebruik van snel- vervocrmiddelen zooveel toepassing vindt; of 'l nog nut heeft een bepaald aantal passen voor te schrijven als afstandmaat waarop de groet aanvangt en eindigt, dit ir. verband met de verschillende waarde die deze maat lie.eft al naarmate het pas- beschreven had. Toen Neville het resultaat van zijn dagwerk op de houten tafel ten toon spreidde, verwaardigde zij zich ur-uwelijks er een blik op te werpen, maar schoof het verachtelijk op een hoopje en zcitle zijn avondeten voor hem klaar. l„Wel, wel, een keizerin zou „die wortel van alle kwaad niet met meer min achting behandelen, Syl!" zei hij met een kort lachje. „Ik zeg je 't is een bijzonder mooi dag e geweest. Kom, ge bruik je avondeten." „Ik heb geen eten noodig," zei zo en liep naar de deur van de hut. 8,Nu waf heb ik je gezegd?" zei Meth. „Zoo heeft ze zich den heelen namiddag aangesneld. Het is trots cn een volle, maag dal is het." „Neem maar Weg en laat haar aan haar lot over"' zei Neville in het hes'.ei humeur van de wereld. „Jij hebt geen versland van jonge meisjes, je begrijpt ze niet, Meth. Laat haar loopen, dat is het beste wat je doen kunt." Hij gebruikte zijn avondeten, maar met veel minder smaak dan anders en met imenigen blik naar de deur vaJi de hut en stopte juist zijn pijp, toen .hij een gil hoorde. Hij Let zijn pijp vallen en sprong naar dc deur. Sylvia was er niet, ze was nergens te zien. Hij liep woest naar buiten en riep haar, terwijl hij voortsnelde. Het was donker, zoo donker als liet maar wezen kan in dien tijd van het jaar en op den avond in Auslralië en hij Lep maar recht vooruit', steeds haar naam roepende. Plotseling hoorde hij', rechts, den kreet hprhar- len. Het was haar slem. (WipriJf Vervolgd). seeren in langzaam tempo (stap) or iff snel tempo (auto, tram, enz.) geschiedt Verhouding van meerderen iet minderen. Dinsdagavond heeft de kolonel G. O. A. Fabius in Den Haag een lezing gehot* den over. Nieuwe begrippen in zake de verhouding van meerderen tot mindere» in het leger". De salons van Pulchri waren militai re ment in vakken verdeeld, ieder l>c- zeeker werd een plattegrond ter hand gesteld, zoodat hij, ai naar zijn rang, vóór of achter in de zaal, rechts of link» van het spreekgestoelte mocht plaats ne men Recht vóór het podium waren ze tels voor de ministers van Binnenlandschet Zaken, Marine, Oorlog en Koloniën gere serveerd. Do Minister v !a n Oorlog, j h t. Al ting von Ge.usau, opende de Lff* eenkomst met een korte rede, in welke hij erop wees, dat de verhouding tu* schen hoogefen en lageren, door alle til den heen een zaak is geweest van mees dan gewone beleekenis. In een leges meet tucht 'zijn. De commandant beveelt, de ondergeschikte volgt op. De laak ram den hooger geplaatste is echter niet al leen een van bevelen, "maar ook van op voeden van zijn ondergeschikten. Om dil te kunuen doen is hel noodig, dat hei gezag voor een niet gering deel zijn grond vindt in vertrouwen, bekwaam heid en tact van de meerderen, zooals onze geheele maatschappij een tijdperk ócormaakt van gewelmge evolutie; zoo zien wc dit ook in de weermacht. AJierlei vragen zijn aan de orde omtrent dc wijze, waf.rop de officieren hun taak moetort vervullen tegenover de mannen die aart hun zorgen zijn toevertrouwd. Die meer moderne begrippen mogen er vooral niet toe leiden, dat het gezag! aan de bevelhebbers ontglipt, een weer macht zonder tucht heeft geen waardo meër Het kwam spr. minder gewenschl voor om in reglementen of voorschriften vast te leggen, hoe die verhouding moei zijn: beter is het eenige denkbeelden op dil gebied onder het officierskorps t« deen verspreiden door officieren, die van dil onderwerp een meer bijzondere studie hebben gemaakt. De voordracht van kolonel F.ab'us heeft geen mimsleriêele censuur gepasseerd; men neme van de denkbeelden over, wal men voor zijn doel dienstig ncht. Een andere beteekenis heeft deze voordracht niet. De hoofdzaak voor eiken meerdere is steeds geweest en zal altijd blijven, dal hij hel goede voarbeeld .reve, ii* dienstijver en plichtsbetrachting. De ..Minister deelde ten slotte mede, dat er na de rede van kolonel Fabius geen gelegenheid zou zijn lot debat. Betreffende de rede van kolonel Fabius, die eerst een algemeene keu» schetsing gaf van het leger zooals hel is, c.ntlecnea we aan het verslag in de „N. Crt." het volgende over het eigen lijke onderwerp: Hebben wij gedaan wat wij konden en wat wij moesten? Dit toch is onze pliclif vcoral in onze dagen. Voor leger en viool geldl colc het koninklijk woord: „Ik wil lvrvormingen invoeren, in overeenstem)- ming met den polsslag van dezen tijd"» Het leger cn misschien ook dc viool is van nature conservatief, en dit ia goed, maar wij mcelen weten, dal dc mi licien van heden een andere is dan did van 30 jaren geleden. De voorschriften uit den Inwendigen Dienst zijn goed. Zij leggen den meerder© den plicht op, den mindere met zacht heid en menschliovendheid te behandel». Deze voorschriften worden echter liiei aftfjd toegepast; verschillende officieren en hoofdofficieren keijnen hun «11130;. schappen niet, en kunnen dus njet met he» meeleven. Dan wees spr. op het anti-mitilairismp, dat nooit positief bestreden is. Thans be reikt het door onderstroomingen en ri<* len tóch de groote menigte. Op tal vart anti-militairistische vergaderingen wist een spreker zich te beroepen op feiten iff ons leger, die niet goed waren. De toe hoorders trokken daaruit de gevolgrek". king, dat de grondbeginselen in het iegeB foutief waren Na de pauze bracht spr. de positicvp- taak van het leger naar voren, n.L de waarde, die er In ligt, de jongelui t«r doen begrijpen, de beteekenis van hel Ntderlandsche stamgevoel, de vader- Iniulslicfde. Dit is in het bijzonder dp roeping der compagniescommandanten. "Wij officieren zouden in die moeilijke laak zooveel van elkaar kunnen leeren, indien wij elkander met wat meer vrij moedigheid tegemoet traden, want jon gens opvoeden leert men niet uil een beekje. De eerste voorwaarde voor opvoeding is warmte en die kunnen wij brengem door in iedcren milicien tc zien een ine. deburger, cjie komt lot het volbrengen van zijn heiligste plichten. Vroeger werden die jongens nis bigden? behandeld, als pakjes op St.-Nicolaai- avond werden de jongo recruten van de eeno hand in de andere gegeven. Ze bef.- stonden niet anders dan administratief Thans worden zo ontvangen bij het 6pe- len van het volkslied: de band van saam- hcorigheid. Vooral de jonge officier, dip pas in de kazerne komt, moet zijn eigen persoon wegdenken cn steeds redeneeremr; de eerbied mij bewezen geldt niet mijn persoon. Er zijn officieren, die wan neer ze eens een rapport hebben go- maakt bij den betrokken commandant komen vragen hoe het rapport is atge- maalt. Die menschen zijn van meenin^,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1919 | | pagina 6