vrucht afwerpen, indien daarbij politiek
en economisch betrokken wordt het ge
bied, hetwelk, blijkens al wat uit het
zoogenaamd vrede-congres mocht uitlek
ken, niet lang nog Hollandsch Limburg
zal geheeten worden. Het geld dat op
dit «ogenblik in dat hoekje van Neder
land bedektelijk wordt besteed, om van
een groepje industrieelen en Fransch-
gezinde stadsmenschen eenige stemmen
af te^koopen, die dan een wantoon zou
den zijn in het heerlijk concert van loyali-
teilsbctuiging dat op dit oogenblik uit
de betwiste streken naar de Hooge Vrou
we in Den Haag opgaat, dat geld komt
niet uil België, althans niet in laatste
instantie. Het is van Franschen oor
sprong.
PROF BAVINCK OVER DE VROUW IN
ONZEN TIJD.
Voor de antirevolutionaire IcLesvercc-
niging „Nederland en Oranje" a i h i e r
trad voor een zeer groot publick g stercn-
nvond in de (niet verwarmde) Noordcr-
kcrk als spreker op de heer prof. dr.
ff. Bavinck van Amsterdam, met boven
staand onderwerp.
De heer mr. P. Diel'eman opende
de vergadering, heette spreker en aanwe
zigen welkom, vooral waar het onder
worp van zoo'n actueel belaag is, c-a
ging daarna in het gebed voor.
De lieer <lr, B a v i n c k zeide niet al
leen een pleidooi te willen houden voor
het vrouwenkiesrecht maar tevens voor
de belangen der vrouw, waaraan in de
leringen Van de antirevolutionairen uog te
weinig aandacht is geschonken, terwijl
het toch noodzakelijk is, die kwestie te
overwegen.
Het school vraagstuk zal politiek en
financieel binnenkort tot het verleden
behooren;'het sociaal vraagstuk vraagt de
belangstelling der staatslieden, maar le
vens komt door het voorslel-Marchanl
het vrouwenkiesrecht in en builen de
Kamer aan de orde.
Spr. ging na hoe in 1887 het woord
„mannelijke" in de Grondwet kwam en
hoe successievelijk de politieke par
tijen nadien voor vrouwenstemrecht slel-
ling genomen hebben, zij liet dan ooi»
meer of minder schoorvoetènd.
Dat zelfs de R. Katholieken zich daar
voor verklaren, bewijst hoe de meest
principieele partij zich kan wijzigen, «naar
levens, dat in al deze dingen God iets te
lgen ons te zeggen heeft.
Vervolgens ging' de spreker na de ge
schiedenis der jongste Grondwetsherzie
ning, de mislukking der pogingen van het
ministerie-Heemskerk en het resultaat van
het minis'erie-Cort van der Linden, wel
ke bewindsman een. practisch staatsman
was. en naast de commissie voor de grond
wetsherziening er een speciaal voor het
onderwijsvraagstuk benoemde, waardoor
tegelijk wijziging in art. 192 cn van art.
80 kon worden voorgesteld.
Bij deze wijziging, werd de mogelijk
heid van invoering van actier vrouwen
kiesrecht neergelegd, en ook algemeen
manuenkiesrecht en stemdwang inge
voerd.
Hel heeft verwondering gewekt, dat al
deze wijzigingen werden aangenomen met
bijna algemeene stemmen, ofschoon de
genoemde hervormingen in het nnti-
rev.-program worden verworpen.
Nu uit eenmaal is geschied, volgt
daaruit, dat men ook verder moet gaan.
De conscquen i is, dat men nu na kor
ten of langen lijd ook het algemeene
vrouwens'emicchl invoert, nu eenmaal
hel individual.stisch kie recht is aange
nomen, wat ook <Ir. Kuyper erkent! Men
kan zich afvragen of <ic Heilige Schrift
zich niet verzet legen deze dingen, en
daarom wijst spr. op Genesis hoofdstuk
een en twee, waar man ea vrouw gelijk
hoor! waar je met jonge dametjes kunt
omgaan zooals je zelf bent. En dan
Pas op! Daar laat je een van die stukjes
in den kuil vallen".
Zij had het goud uit haar hhncl laten
vallen en was teruggeweken achter het
scherm, het hoofd van l f»m afgewend.
„Dat zal ik doen", ging Neville voort,
het goud zorgvuldig oprapende zonder le
lellen op haar plotselinge verandering
van positie en wijze van doen. „Hoe spoe
diger je uit dit hol vandaan komt, hoe
heter. Het is hier geen geschikte plaats
voor een jonge dame. Je moest in Enge
land zijn, onder toezicht van aardige men-
schen; daar wou ik je naar toe, zenden
van den eersten goudklomp die voor den
dag komt. En dan als het geluk aanhoudt
kan ik misschicu ook eens overkomen en
ïien hoe het je gaat. Maar ik verwacht
Vlal je je dan wel schamen zult voor een
Ouwen goudgraver die taaEoulen maakt
en Neen, neen dat meen ik niet. Zoo'n
soort meisje ben je niet, is 't wel, Sylf"
Hij keek op en zag dat zij met haar rug
naar hem toe zat cn dat ze het hoofd
op de borst had laten zinken. Maar met
de verblinding van zijn sese en leeftijd
had hij in 't minst geen Ldoe wat haar
scheelde.
'„Heb je hot warm of ben je moe, Syl?"
zei hij'. „Ga liever in huis. Maar wacht
nog even, een minuut "of vijf. Ik geloof
dat ik op een streep gekomen hen. en jij
ben er even benieuwd naar als ik, cn
hoorde er nog verlangender naar te zijn
kla alles wat ik je verteld heb."
Ze was er gewoonlijk scherp genoegl
pp e*n lette altijd op iedere schop vol
narcl? die bij- opwierp; maar nu scheen
ze volkomen onverschillig en wou lumr
worden gesteld in dit verhaal der schep
ping, als beiden gemaakt naar God's
beeld.
Maar de wijze waarop zij" geschapen
zijn is verschillend en in Genesis 2 wordt
dc vrouw ondergeschikt aan den tnan
genoemd.
Men kan de positie der vrouw schet
sen, als iemand, die vereerd wordt als
godin, maar behandeld wordt nis een
slavin. Gelukkig vindt dit niet zoo bij de
beschaafde, als bij do heidensche volke
reu plaats. Maar het Oude Testament
schetst reeds vrouwen, die niet den in
druk maken slavin le zijn, al zijn er ook
tal van andere voorbeelden in te vin
den.
Maar Jezus Christus heeft dc vrouw
in eere hersteld en iiet huwelijk op iifchog
pfil gebracht; terwijl hij al de geheimen
van liet Koninkrijk Gods zoowel aan de
vrouwen als aan de mannen bekend
maakte cn beiden geheel gelijk behan
delde, terwijl liij de veelwijverij en de
echtscheiding, behalve bij overspel, on
mogelijk maakte. De vrouw kreeg zeker
heid van bestemming, en men weet in
dezen lijd wat dat zeggen wil, men ziet
hel door de beweging der arbeiders voor
pensioen, onder welken vorm dan ook,
en andere verbeteringen.
In de eerste Christelijke kerk wer
den de neven betrekkingen aan de vrouw
opgedragen, maar door de kcllcrij verging
dit, al eerbiedigt men in de R. Kerk toch
ook de vrouw nog, inzonderheid de on-
gehuwden der vrouwen. De Reforma
tie, het Calvinisme, verhief het huisge
zin, wat is en blijft de cel, da grondslag
van de maatschappij, die daarmede staal
of valt.
De vrouwenbeweging is niet vaachris-
telijken oorsprong, maar uit de tijden
van de Fransche revolutie, toen men.
zelfzaligmaking mógelijk achtte, en meen
de, dat de mensch genoeg verstand had
om God's geboden uit levocren. Dit
leidde tot het eischen stelten door dc
vrouwen tijdens de revolutie, maar zon
der succes.
Een groote verandering bracht liet ver
plichten van vrouwen en kinderen om de
fabriek in te gaan; dit wekte lot oen pro
letarische vrouwenbeweging, toen «ie ar
beidende vrouwen voelden niet zoo te
kuxuien blijven leven.
'Iemand, die werken moet, inag niet
zee verlaagd worden, dat hij minder
wordt beschouwd als een ander.
Naast deze beweging slond de bur
gerlijke vrouwenbeweging, die tot oor
zaak had het minder omvangrijk worden
van da huiselijke werkzaamheden, die
wie jonge vrouwen deed roepen om ec-n
werkkring, om bezigheid, vooral nu de
huwelijkskansen in de kleine burgerklasse
tor dege afnemen. Alle beroepen worden
overstroomd door vrouwen en dit bracht
vanzelf de vrouwenbeweging.
Wanneer men niet den moed heeft
de beroepen voor de vrouwen te slui
ten, dan hebben zij toch ook recht haar
slem le laten hoeren in het belang van,
de maatschappij; sedert de helft van de
19de eeuw heeft men dit achtereenvol
gens in verschillende huiden ingezien.
Hel is als met de arbeidersbeweging,
waarbij spr. kwaad en goed onderscheidt:
het kwaad is het revolutionaire gedeelte,
maar men zou een slecht staatsman zijn
do oogen te sluiten voor hot goede.
Ook de overdreven vrouwen-emancipa
tie fcacht spr. een kwaad, maar hel goede
ervan, het vrouwenstemrecht, wil hij met
tegenhouden.
Er zijn bezwaren aangevoerd rn wel
deze dat vrouwenkiesrecht strijdt legen
de natuur en den aanleg van de vrouw,,
en ten twoede, dat de vrouw in het huis
gezin behoort.
Wat het eerste betreft, spr. gelooft,
dal de waardeering zal komen met hot
bezit; als de vrouw da beweging voelt,
hoofd niet omdraaien.
„Er zit goud hier," zei Neville vroolijk.
„Ik zou er mijn leven wel op willen ver
wedden;'en je zult ons oude Engeland
eerder weerzien 'dan je deukt, Syl. Maar
lieve hemel, wat zal ik je missen. Dat
komt omdat ik nooit een zuster gehad
heb, weet je. Ik zal niemand meer heb
ben die bij mij komt praten en zingen
als jij weg bent. Toe geef mij die stift
eens aan, wil je?"
Zij duwde het met haar kleine voetje
naar hem toe, maar hield haar gezicht
nog altijd van hem afgewend.
.■„Kijk!" zei hij, ,,waL heb ik gezegd?
Daar heb je nog wat. Kijk eens, Syl."
Maar tot zijn verbazing wou ze niet
naar hem kijken; ze stond langzaam op.
schudde het zware, donkere haar van
haar gezicht en wandelde statig naar de
hut.
HOOFDSTUK IX.
Neville keek haar na met al do prach
tige domheid van een map.
„Ik wou wel eens weten wat ik gezegd
heb om haar te grieven", dacht hij.
„Wal zijn meisjes toch rare wezens 1
lederen zou deuken, dat zij verrukt was
bij oe gedachte uit dit ellendig icord
van-laad le komen en' naar Engeland te
gaan Neen, vrouwen, zijn niet te begrij
pen, ze'fs niet als het nog kinderen zijn.
Ik herinner mij de klein Audrey Hope,
die kon nfet zoo wezen in een oogen
blik hoosl Kleine Andreyl Sapperloot!
Ze i; zeker een volwassan meisje gewor
den in dien, tijd. Wat hebbeff we «amen
een pret gehad I"
Hij leunde op zijn spade en keek met
vagen blik «ever de vlakte. Hij had liet
zal zq ook. medezeggenschap willen
hebben.
Zeker hoort de vrouw in het huis
gezin, gaat haar hart naar het moeder
zijn, en dit gaat vóór alles; al moge de
vrouw een goed kunstenares, een uitste
kend enderwijzeres zijn, vóór alles is
net haar een genot haar kind le mogen
cpvoedcn tot een. goeden zoon van het
koninkrijk Gods.
Mannen- en vrouwenarbeid verschil
len, al brengt spr. hulde aan den vrou
wenarbeid gedurende den oorlog in mu-
nihe werkplaatsen, en dit zal ook zoo zijn
op politiek gebied; maar van nu af moet
men daarom de vrouwen opnemen in de
kicsverecuigingcn en haar cursussen laten
bijwonen. Dit kan gerust zonder dat de
vrcuw haar taak er onder laat lijden. Er
zijn ook mannen, die hun taak verwaar
loosden, door te veel zich aan de politieji
le geven.
Men moot de vrouwen heter ontwik-;
Le'en, ook zouder haar in dc hooge
regionen van do politiek te brengen.
Maar zij. heeft belang bij de maatschappij,
bij de kinderwetten, bij de erfrechlkwes-
lie, arbeiderswetgeving enz. Als de vrouw
zich zelve gelijk blijft, kan zij gr ooien
invloed op de maatschappij hebben. De
mannen, die tot nu toe regeerden, raaak-t
ten toch den afschuwelijken oorlog, waar
mee spr. nog niet zeggen wil, dat do
vrouwen dit niet zouden hebben gedaan.
Spr. komt op tegen hen, die de anti-
rev vrouwen aanraden als het stem
recht er is t.iuis te blijven, want dit zou
in het voordeel der linksche parlijeu
zijn. Zij mogen het niet begeeren, als het
cr is moeten zij er als goede vrouw
en goede christin gebruik van maken.
Ilicrna ging de spreker voor in dank
zegging.
Dc heer mr. P. Die lom an bracht
dank aan den spreker en aan do opgeko-
menen.
Nadat niemand zich aangemeld had om
met den spreker van gedachten te wis-
solen of vragen, te stellen, deelde de
vcorzitter nog mede, dat de kiesvereeni-
ging gaarne vrouwen als lid zal toelaten
en er reeds cursussen m voorbereiding
zijn, waarna hij de vergadering sloot.
KUNST EN WETENSCHAPPEN.
Het geslacht der
Santoljano's, door
Joost Mendes.— Uitgave
Brussé's Uitg. Mij.
Er is een tijd geweest, niet zoo heel
lang geleden, dat de geweldig dikke ro
mans van vroeger tijden werden be
schouwd als iets dat in onzen tijd niet
bestaanbaar was. De menschen. zouden
zich immers geen lijd kunnen gunnen
ze te lezen.
Maar toen enkele moedigen toch lange
vervolgwerken schreven, en ondernemen
de uilgevers d;c de wereld inzonden,
toen bloken de menschen er tóch tijd
voor tc hebben.
Hier is weer zoo'n uitgave van lange
adem. 'een roman in acht deelen, waar
van elk deel op zich zelf een geheel
vormt, maar die samen geven de geschie
denis van het geslacht der Santoljano's,
van een Amslerdamsche jodenfatnil e.
Het eerste deel „De verweerde jaren"
is onlangs uitgekomen, en de lezing ervan
doet «ns sterk vierlangen naar de volgen
de. Is er iets beters van le ze*»en We
kunnen het alleen nog wat nader ken
schetsen.
Die „verweerde jaren" brengt de schil
derij van de omgeving, waarin de
verdere geschiedenis zich zal' moeien af
spelen.
En dat milieu is het Amsterdam van
een veertig jaar terug, toen er nog allerlei
dingen n et waren, die nu aan de hopfd-
meisjc, nat naar de hut geloopen was
Jmelomaal vergelen en was met zijn. ge
nachten terug in Engeland, hij was weer
et n joegen en stoeide met And'.'oy Hope
v.n dc Grange. Met een zucht richtte hij
rich op en ging weer aan het werk. Toen
het tij l was om te eten was het Meth
en niet Sylvia, die verscheen,
,,\Vaar is Sylvia?" vroeg hij.
Meth schudde het hoofd.
„Het schijnt mij toe, dat dat jonge
meisje van jou, Jonge Baas, irotsch
begint te worden. „Jij brengt zijn eten
maar, Meth," zegt ze, „ik doe het niet,"
z'o U >ud als ijs. „Ik heb je al dadelijk
gezegd nat je haar veel te veel bederft.
Daar zit ze maar met haar handen in
haar schoot, te kijken nergens naar, net
cis net als een Afgodsbeeld I"
„0-;k al goed," zei Neville, terwijl hij
zich opheescli op den rand cn zijn,
maaltijd begon op te oten. Laat haar
maar aan haar lot over, Meth, ik wil
niet, dat jij er jo inee bemoeit."
„Bemocknl Wie bemoeit zich met
haar? Mij dunkt, dat ik hier niet meer
tv cdig hen en dat het maar beter, was
iom heen to gaan."
neen'" zei Neville, die Meth volko
men begreep, „jo moet bij mij blijven,
kklh, omdat je ook zorgen moet voor
Sylvia."
..Mij dunkr, Jonge Baas," antwoordde
Meth somber, „dat jij moer zorg noodig
hebt dan zij".
Na het eten ging Neville dadelijk weer
aan 't werk. De claim bracht goed op
dien dag, en in een bijzonder veerkrach
tige stemming nam hij zijn werktuigen
over den schouder en ging naar huis.
Sylvia zat geheel zopalï Meth het
stad haar nerveuse levendigheid van «we
reldstad geven; toen het meer had van
een groote provincie-stad, met enkele
groote-stads-elemenlen, zooals de Jordaan
en de Joden. Dat ajtles is geschilderd met
vfotte, schijnbaar schetsmatige, maar in
werkelijkheid nauwgezet getrokken lijnen,
die in hun losheid juist het meest karak
teristieke helder naar voren brengen.
In die omgeving zien we de familie
Sonteljano, ook al weer uitgebeeld door
tafereel hier en tafereel daar, maar toch
met liet resultaat dal dat heele gezin voor
ons is gaan leven. Dat de schrijver Men
des dat Joodsche leven door en door
kent, is m.nder bijzonder dan dal hij ook
zijn lezers in dat Joodsche gedachtenlevca
weel mee te nemen, en aldoor hun aan
dacht en beiangsleiling weet vast (e hou
den, .hoewel er eigenlijk in dal deel nog
niets gebeurt. Maar daarvoor heeft hij
dan ook een Oostersch-rijke verteltrant,
warm van saamgestuwd gevoe), zoodat
de zinnen u omhullen en meevoeren in
hun breede zwaai.
En hoewel er, zooals we zeiden, nog
niets gebeurt, is die Mordecliai Santil-
janc, de zwoegende, hartstochtelijke kop
pige vader, met zijn onbedu'dende vrouw
zijn lastig le behecrschen jongens, voor
ons al een familie geworden, waarin
we groote belangstelling hebben. We von-,
den bovendien in de typen van die jon.
gfns al de sirootningen van de tijden
die na de periode der inleiding komen
zullen. En daarom verlangen we sterkj
naar het vervolg.
LEGER EN VLOOT.
Medegedeeld wordt dat er be
halve in enkele provinciesteden Uians
geen gelegenheid meer Leslaat tot plaat
sing van gepensioneerde oflicjeren van
de land- en zeemacht als lijdelijk inspec
teur of adjunct-inspecteur bij den dienst
der directe belastingen.
—o
De militai re groet.
Met betrekking tot het brengen van
den militairen groet heeft de Minis
ter van Oorlog de meening van ver
schillende militaire autoriteiten gevraagd
omtrent de navolgende vragen:
lo. Wordt pp het behoud van den
groet in het algemeen prijs gesteld in
het belang van het leger. Zoo ja pp
wtlke gronden?
2ö.' Hoe zal in dit geval verkregen
kunnen worden, dat de groet wederom
behoorlijk wordt toegebracht?
3a. Is 't om dit te bereiken of op
andere gronden noodig, dat beperking
of wijziging wordt gebracht in den
groet?
Met betrekking tot de "3o vraag o.a.
te overwegen het niet verplichtend stel
len van den groet;
a op bepaalde plaatsen en tijden,
waarop de druïde en het verkeer het
groeten bezwaarlijk zou maken;
b. in koffiehuizen of andere plaatsen
van gezellig verkeer;
c. bij duisternis;
d. in rijtuigen of in (op) cenig ander
vervoermiddel
c. in burgerldeeding of ten aanzien
van militairen in burgerldeeding;
f. voor koporaals.
Overigens hierbij te overwegen
of beperking noodig is ten aanzien van
het halt en front maken in militaire ge
bouwen
of het nog nut heeft om ruiters in stap
te doen overgaan nu '1 gebruik van snel-
vervocrmiddelen zooveel toepassing vindt;
of 'l nog nut heeft een bepaald aantal
passen voor te schrijven als afstandmaat
waarop de groet aanvangt en eindigt, dit
ir. verband met de verschillende waarde
die deze maat lie.eft al naarmate het pas-
beschreven had. Toen Neville het resultaat
van zijn dagwerk op de houten tafel
ten toon spreidde, verwaardigde zij zich
ur-uwelijks er een blik op te werpen, maar
schoof het verachtelijk op een hoopje
en zcitle zijn avondeten voor hem klaar.
l„Wel, wel, een keizerin zou „die wortel
van alle kwaad niet met meer min
achting behandelen, Syl!" zei hij met
een kort lachje. „Ik zeg je 't is een
bijzonder mooi dag e geweest. Kom, ge
bruik je avondeten."
„Ik heb geen eten noodig," zei zo en
liep naar de deur van de hut.
8,Nu waf heb ik je gezegd?" zei Meth.
„Zoo heeft ze zich den heelen namiddag
aangesneld. Het is trots cn een volle, maag
dal is het."
„Neem maar Weg en laat haar aan haar
lot over"' zei Neville in het hes'.ei humeur
van de wereld. „Jij hebt geen versland
van jonge meisjes, je begrijpt ze niet,
Meth. Laat haar loopen, dat is het beste
wat je doen kunt."
Hij gebruikte zijn avondeten, maar
met veel minder smaak dan anders en
met imenigen blik naar de deur vaJi de hut
en stopte juist zijn pijp, toen .hij een
gil hoorde. Hij Let zijn pijp vallen en
sprong naar dc deur. Sylvia was er
niet, ze was nergens te zien. Hij liep
woest naar buiten en riep haar, terwijl
hij voortsnelde. Het was donker, zoo
donker als liet maar wezen kan in dien
tijd van het jaar en op den avond in
Auslralië en hij Lep maar recht vooruit',
steeds haar naam roepende. Plotseling
hoorde hij', rechts, den kreet hprhar-
len. Het was haar slem.
(WipriJf Vervolgd).
seeren in langzaam tempo (stap) or iff
snel tempo (auto, tram, enz.) geschiedt
Verhouding van meerderen iet
minderen.
Dinsdagavond heeft de kolonel G. O.
A. Fabius in Den Haag een lezing gehot*
den over. Nieuwe begrippen in zake de
verhouding van meerderen tot mindere»
in het leger".
De salons van Pulchri waren militai
re ment in vakken verdeeld, ieder l>c-
zeeker werd een plattegrond ter hand
gesteld, zoodat hij, ai naar zijn rang,
vóór of achter in de zaal, rechts of link»
van het spreekgestoelte mocht plaats ne
men Recht vóór het podium waren ze
tels voor de ministers van Binnenlandschet
Zaken, Marine, Oorlog en Koloniën gere
serveerd.
Do Minister v !a n Oorlog, j h t.
Al ting von Ge.usau, opende de Lff*
eenkomst met een korte rede, in welke
hij erop wees, dat de verhouding tu*
schen hoogefen en lageren, door alle til
den heen een zaak is geweest van mees
dan gewone beleekenis. In een leges
meet tucht 'zijn. De commandant beveelt,
de ondergeschikte volgt op. De laak ram
den hooger geplaatste is echter niet al
leen een van bevelen, "maar ook van op
voeden van zijn ondergeschikten. Om dil
te kunuen doen is hel noodig, dat hei
gezag voor een niet gering deel zijn
grond vindt in vertrouwen, bekwaam
heid en tact van de meerderen, zooals
onze geheele maatschappij een tijdperk
ócormaakt van gewelmge evolutie; zoo
zien wc dit ook in de weermacht. AJierlei
vragen zijn aan de orde omtrent dc wijze,
waf.rop de officieren hun taak moetort
vervullen tegenover de mannen die aart
hun zorgen zijn toevertrouwd.
Die meer moderne begrippen mogen
er vooral niet toe leiden, dat het gezag!
aan de bevelhebbers ontglipt, een weer
macht zonder tucht heeft geen waardo
meër Het kwam spr. minder gewenschl
voor om in reglementen of voorschriften
vast te leggen, hoe die verhouding moei
zijn: beter is het eenige denkbeelden op
dil gebied onder het officierskorps t«
deen verspreiden door officieren, die van
dil onderwerp een meer bijzondere studie
hebben gemaakt.
De voordracht van kolonel F.ab'us heeft
geen mimsleriêele censuur gepasseerd;
men neme van de denkbeelden over, wal
men voor zijn doel dienstig ncht. Een
andere beteekenis heeft deze voordracht
niet. De hoofdzaak voor eiken meerdere
is steeds geweest en zal altijd blijven, dal
hij hel goede voarbeeld .reve, ii*
dienstijver en plichtsbetrachting.
De ..Minister deelde ten slotte mede,
dat er na de rede van kolonel Fabius
geen gelegenheid zou zijn lot debat.
Betreffende de rede van kolonel
Fabius, die eerst een algemeene keu»
schetsing gaf van het leger zooals hel
is, c.ntlecnea we aan het verslag in de
„N. Crt." het volgende over het eigen
lijke onderwerp:
Hebben wij gedaan wat wij konden en
wat wij moesten? Dit toch is onze pliclif
vcoral in onze dagen. Voor leger en viool
geldl colc het koninklijk woord: „Ik wil
lvrvormingen invoeren, in overeenstem)-
ming met den polsslag van dezen tijd"»
Het leger cn misschien ook dc viool
is van nature conservatief, en dit ia
goed, maar wij mcelen weten, dal dc mi
licien van heden een andere is dan did
van 30 jaren geleden.
De voorschriften uit den Inwendigen
Dienst zijn goed. Zij leggen den meerder©
den plicht op, den mindere met zacht
heid en menschliovendheid te behandel».
Deze voorschriften worden echter liiei
aftfjd toegepast; verschillende officieren
en hoofdofficieren keijnen hun «11130;.
schappen niet, en kunnen dus njet met he»
meeleven.
Dan wees spr. op het anti-mitilairismp,
dat nooit positief bestreden is. Thans be
reikt het door onderstroomingen en ri<*
len tóch de groote menigte. Op tal vart
anti-militairistische vergaderingen wist
een spreker zich te beroepen op feiten iff
ons leger, die niet goed waren. De toe
hoorders trokken daaruit de gevolgrek".
king, dat de grondbeginselen in het iegeB
foutief waren
Na de pauze bracht spr. de positicvp-
taak van het leger naar voren, n.L de
waarde, die er In ligt, de jongelui t«r
doen begrijpen, de beteekenis van hel
Ntderlandsche stamgevoel, de vader-
Iniulslicfde. Dit is in het bijzonder dp
roeping der compagniescommandanten.
"Wij officieren zouden in die moeilijke
laak zooveel van elkaar kunnen leeren,
indien wij elkander met wat meer vrij
moedigheid tegemoet traden, want jon
gens opvoeden leert men niet uil een
beekje.
De eerste voorwaarde voor opvoeding
is warmte en die kunnen wij brengem
door in iedcren milicien tc zien een ine.
deburger, cjie komt lot het volbrengen
van zijn heiligste plichten.
Vroeger werden die jongens nis bigden?
behandeld, als pakjes op St.-Nicolaai-
avond werden de jongo recruten van de
eeno hand in de andere gegeven. Ze bef.-
stonden niet anders dan administratief
Thans worden zo ontvangen bij het 6pe-
len van het volkslied: de band van saam-
hcorigheid. Vooral de jonge officier, dip
pas in de kazerne komt, moet zijn eigen
persoon wegdenken cn steeds redeneeremr;
de eerbied mij bewezen geldt niet mijn
persoon. Er zijn officieren, die wan
neer ze eens een rapport hebben go-
maakt bij den betrokken commandant
komen vragen hoe het rapport is atge-
maalt. Die menschen zijn van meenin^,