TVIED E BLAD ▼A* M VA* iatardag 2 hoy. 1918, as 251. EEN GEZANTSCHAP VOOR GEESTELIJK CONTACT. 't Wiordt alles nieuw, alles ènders dan het was. Welk land dacht er vroeger aan, in een gezantschap een geleerde op te nemen? Bij ons zeker niet. Men nad een militair attaché, een marineattaché, stoms een handelsattaché. Maar een ge leerde? Een vertegenwoordiger uit het geestelijk leven? De gedachte kwam niet eens op. En daarom is 't ook al weer iets nieuws, dat prof. mr. C. van Vollenhoven uil Leiden vnor verscheidene maanden mei den heer Cremer, onzen nieuwen gezant bij de Vereenigde Stalen, meegaat, „inzonderheid als nieuwe schakel tus- schen het wetenschappelijk en geestelijk leven in beide landen". Zoo drukte althans het jofficieuse be richt het uit. Maar als we bedenken, wiè professor van Vollenhoven is, w;\t in de laatste jaren door hem gepropageerd is op het gebied van internationaal recht, dan dur ven we zeggen: hij gaat mee omdat onze regeering in ons gezantschap bij presi dent Wilson een vertegenwoordiger wil hebben, die ten opzichte van den Volken blond waarheen Wilson stuurt, een waar dige figuur uit de wetenschappelijke we reld is, wiens woord gezag heeft bij de voorbereidingen in Washington van wat aan de vredeslafel zal worden voorge steld ter vorming van zoo'n bond. 1 iv,iets nieuws, ter erkenning van het nieuwe dat van over den AtlantL- vcïien Oceaan komt. Want men vergete toch niet, dat tegenwoordig de wijzen niet altijd meer uit het Oosten komen. Er komen er ook uit het Westen, speci aal ten opzichte van de internationale verhoudingen. De jonge Staten in het nieuwe we relddeel, die niet zooals Europa 'gehin derd werden door vergroeiingen van wat eens paste in den tijd, maar nu vaak slechts -een taai overblijfssel, een belem mering werd, ze hebben al lang ge toond welke andere begrippen daar leefden. Vooral op de tweede Vredes conferentie is het voor velen een ver rassing geweest den frisschen durf van de vertegenwoordigers van Noord- en Zuid-Amerika te hooren. Alle pogingen om in de practijk vorm te geven aan die nieuwe begrippen, ko men uit Amerika. Al in 1910 nam het Congres te Washing ton een resolutie aan, aandringend op (Samenvoeging der oorlogsvloten der we reld tot één internationale vloot voor het bewaren van den wereldvrede". Dat was en bleef echter een woord. Van meer practische beteekenis, al mis lukte de poging Wasi het voorstel van president Taft om met "Engeland en Frankrijk een arbitrage-verdrag aan te gaan dat een oorlog* buiten sloot. Is ook niet het Bryan-verdrag van 'Amerikaansche geboorte, en heeft dat niet lusschen verschillende landen in enkele jaren een tastbare verdragsvorm gegeven aan een regeling, Volgens welke ieder geschil, dat niet door arbitrage kan worden beslecht, aan een commissie van onderzoek moet worden voorgelegd, tijdens welk onderzoek van hoogstens een jaar de contractanten geen oorlog zullen verklaren? Komt ook niet van over zee de in 1915 te Philadelphia geslichte League to en force peace, Verbond om tot Vrede te dwingen? Al zijn ook in Europa nog zooveel Vredesbonden werkzaam geweest, een feil is bet 'dat de krachtige stuwing naar practische uitvoering is gekomen uit Amerika. Onderschat dien invloed niell Is in dezen oorlog de invloedrijke rol van. president Wilson niet teekenend voor de kracht van die Westersche be grippen? We zullen niet alle daden ran Wilson verdedigen, maar hoe men ook over hem denkt, erken de kracht van zijn streven, ook voor Europa. Geen enkel staatshoofd in Europa, ook niet een republiekpresident, zou den moed gehad hebben zich in officiêele stukken uit te laten over 'den Duitschen keizer zooals Wilson hel in zijn jongste nota deed. Maar het oude ontzag voor den „vorst", dat in Europa onwillekeu rig bij iedereen nog leeft, beslaat in den Amerikaan niet. En toen Wilson het uit sprak dat die aloude keizermaclit eerst geknot moest worden, toen deed zich het merkwaardige verschijnsel voor, dat zelfs in Duitschland de protesten tegen die in menging zwak klonken, en eigenlijk slechts bestanden in de tegenwerping: we zijn er al mee bezig. Een persoon wiens woorden zoo'n uit werking hébben, is een factor van ont zaglijke geestelijke beteekenis. En als zoo iemand met het volle gewicht van zijn woord een Volkenbond op den voorgrond Istell als einddoel van de vredesonderhan delingen, dan is het allen Staten gera den daarmee rekening te houden, en met de geestelijke sfeer van de Amerikaan sche regeering contact te zoeken, ook al stemt men niet op alle punten met de daar heerschende denkbeelden in. Onze regeering tracht dat nu te doen door prof. Van Vollenhoven iuit te zen den, en die koers is alleen reeds hier om gelukkig te noemen, omdat we in hem iemand hebben wiens pleidooi voor een internationale politiemacht ook in Amerika veel aandacht heeft getrokken toen. het eenige jaren vóór den oorlog verscheen. Maar we vinden die keuze ook nog om een andere reden gelukkig. We hebben het nooit verborgen ge houden dat de Volkenbond-fantasieën, die on s voorgehouden werden door vrede- door-recht-enlhousiasten, ons weinig aan lokten, zoowel om het on-werkelijke van zoo'n vertrouwen in den goeden wil der naties, als om de kwade kansen die we voor de kleinen van zoo'n broederlijk samengaan met die groeten vreesden. En ook de Volkenbond zooals presi dent Wilson dien in het laatste van zijn 14 punten formuleert, hebben we on langs verre van afdoende genoemd, om dat hij daarin slechts spreekt van de „territoriale onschendbaarheid" der stalen, met negeering van andere belan gen die geschonden kunnen worden. Maar als men eerlang in conferentie bijeen komt, möete men wel scherper omschreven plannen ter tafel brengen. Die plannen zullen hinnenlcort uitgebroed moeten worden in de omgeving van pre sident Wilson, en wij kunnen er slechts heil in zien, wanneer bij die besprekin gen ook prof. Van Vollenhoven met zijn gedachten naar voren kan komen, met zijn denkbeelden van oorLogsvoor- lcoming, niet door de Staten eerst tot brave instellingen om te too veren, maar door tegenover den staat die het kwade doet. de macht te stellen van een inter nationale politie. Voor het bereiken van een resultaat in die richting wenschen we hem alle succes toe in zijn functie van geestelijk ge zantschapsattaché. BunuownA Iam>r. Zttng vanii Donderdag. Het begon met een stukje politiek in een benoeming, n.L bij de voordracht voor de benoeming van een lid in ons hcogAe rechtscollege. Voor de zooveel- ste maal werd bewezen dal een benoe ming niet in de beste handen is bij een college dat op partijpolitieke basis is sa mengesteld. De Hooge Raad zelf had op haar zestal jalo oio,. 1 geplaatst den oud-minister Ort, en no. 2 mr. Van Meeuwen, vice-presi dent van de an*.-rechtbank in Den Haag. Ms ar de Kamer bracht voor den eersten caodidaat 38 stemmen uit op mr. .Van Meeuwen, 21 op mr. Ort, en 7 op den derde, mr. Schepeling; 6 waren in blanco. Men Zegt dat hierachter het drijven van de katholieken zat, omdatde zetel,' ledig geworden door het vice- president worden van mr. Gratama, vroe ger vóór diens benoeming tot lid van dat ooilege, was ingenomen door een ka tholiek. Mr. Van Meeuwen is ook katho liek. En dus'..,. Toen kwam een noodregeling: gelden voor 50 nieuwe veldwachters en voor nioodbarakken ter herberging van gedeti neerden, maar bovendien het wetsont werp, om ter verkrijging van meer plaatsruimte in de gevangenis sen, gelegenheid te geven, de gevanöje- nen anders te groepeeren, te sorteerem en zoodoende er meer bij1 elkaar te kun nen zetten. Dauwde revolutionairen bjj monde van de heeren W ij n k o o p en K r u ij t ver klaarden tegen te zullen stemmen omdat zij bezwaar hebben tegen de gemeen- sc-hapsstraf en de arbitraire macht der regeering, en dat de heer Kl eer e ko per en nog enkele S. D. A. P.-ers even eens tegen stemden omdat ze weinig ver trouwen hebben in de ambtenaren, is van minder beteekenis' dan wat Minis ter Heemskerk meedeelde over de manier waarop hij op grond van dit wets ontwerp verbetering hoopt te brengen in de nu zoo nadeel ig werkende over-volle gevangenissen. Hit de strafgevangenissen in de Steden moeten ruim 300 personen, die geen zware straffen hebben te ondergaan, wor den geëvacueerd naar Veenhuizen. De passanten, die in de strafgevangenis be boeren, moeien in hun plaats komen en de prevenlieven in de huizen van bewa ring. Dan zullen de rechter-commissaris- scn, die hebben geklaagd, dat zij bij ernstige misdrijven de preventieve hech tenis, niet konden toepassen, dat weder kunnen doen. Dan echter zijn er een aantal onuitgevoerde vonnissen, die /po spoedig mogelijk moeten worden uitge voerd, en niet een paar jaren "na d,atoi; dit moet geschieden in Veenhuizen. Veenhuizen II blijft voor de landloo- pers. In Veenhuizen III is ruimte voor 750 smokkelaars en er zijn er 300. In Veenhuizen I zijn er echter nog 450. Brengt men die over naar Veenhuizen III, dan komen in Veenhuizen I ruim 1100 plaatsen vrij vóór veroordeelden tot vrij korte gevangenisstraf. We zullen daardoor krijgen een vrij groot aantal plaatsen voor nog onuitgevoerde von nissen. In Veenhuizen I zijn slaapcellen, zoo dat de nacht in afzondering wordt door gebracht. Men zal daarheen moeten brengen de personen, die gevangeniss- straffen van korten duur hebben te ondergaan. Op 1 October -waren er aan achterstal lige vonnissen, anders dan voor smok kelarij, 3392 mannen en 375 vrouwen. De vrouwen gaan naar Leiden. Het aantal veroordeelden tot gevan genisstraf beneden 3 maanden, wier von nissen niet geëxecuteerd konden worden bedraagt 3000 voor vrouwen en mannen samen; 2500 voor mannen alleen, zoodat het noodzakelijk is, wil men den achter stand opruimen, die personen te zenden naar Veenhuizen. Het voorstel werd met 61 tegen 9 stemmen aangenomen. En ten derde kwam er een kwestie aan de orde, die zeer gewichtig is, niet hel minst door de tijdsomstandigheden, nl. het voorstel-Troeistra tot instel ling van een vaste commissie van builenlandsche zaken, die een geregeld overleg met de regeering zal bevorderen, en aan deze de inlichtingen zal vragen, welke zij gowenscht acht. Alle zaken, waaromtrent der commissie door de regeering geen geheimhouding is op gelegd, worden door haar aan de Kamer medegedeeld, voor zoover de mededee- ling niet rechtstreeks vanwege de re geering geschiedt. In het eerste deel van het debat het vervolg moest uitgesteld worden tot de volgende week kwam o. a. die meedee- lingskvveslie ter sprake. De lieer Ben iner wil 3at de commissie Mies zal meedeelen aan de Kamer, en de lieer Visser van IJ zendoorn wil aan de Kamerleden het recht geven om het sa menzijn der oommissie met den Minis ter van builenlandsche zaken bij te wonen. Over die kwestie van geheimhouding of openbaarheid, het moeilijke punt in deze regeling, zal de volgende week nog wel veel gesproken worden. Maar Dinsdag komen eerst aan de orde de interpellaties lover de militaire leiding, de verloven, Harskamp, enz. KUNST EN WETENSCHAPPEN, De ontwikkeling van het heidendom in Rome, door dr. H. M. R. Leopold. Brusse's Uiig.-Mij. De strekking van deze zeer rijk gedo cumenteerde studie is bovenal in het licht te stellen dat maatschappelijke toe standen en religieuse ontwikkeling sterk op elkaar inwerken. Daartoe gaat de schrijver zeer uitvoe rig de verschillende godsdiensten na die ia den ïoop der geschiedenis van het Romeimsche rijk daar tot uiting zijn ge komen. Zooals de schrijver het zelf in zijn voorrede uitdrukt heeft het Romeinsche wereldrijk van zijn stichting af gesmacht naar een wereldgodsdienst, wij' die zoo veel eeuwen later leven, zegt hij, kun nen begrijpen, waarom het driehonderd jaar duren moest vóór de meest ge schikte religie, het Christendom, de pv-rwinning behaalde. Eerst immers moest het onverschillig atheïsme van de scheppers van het. imperium met die scheppers tuitstervehtoen het koele Grieksche denken, dat in het doctrinaire Stoïcisme en het hoogst subtiele Neo platonisme naar de gunst der in lelie ctu- eelen dong, bezwijken in honderdjarige oorlogen en eindelooze epidemieën, die den staat in zijn eigen belang noodzaak ten elk individualisme te fnuiken; ten slotte diende het Christendom nog een gevaarlijken mededinger, het Mithrolsme, te overwinnen. Deze aanhaling diene tegelijk als een, zij 't ook onvolledige, kenschetsing van den inhoud van dit werk. Het is hier niet de plaat, om over dat onderwerp een uitvoerige beschouwing te geven. Maar wel willen we er op wijzen dat bij de lezing van de, overal interessante en boeiend vertelde bijzonderheden, telkens en telkens we groote overeenkomsten ontdekken met onzen tijd met zijn vele geestesstroomingen. Het eeuwig-vrouwelijke,' door prof. dr. H. Sellheim. bi de serie „Het zenuw- en ziels leven" van de Hollandia-Drukkerij, ver scheen onder bovengenoemden titel deze „proeve eener natuurlijke historie der vrouw", uit het Duitsch vertaald door W. S. S., med. docts. We zullen over de wetenschappelijke beteekenis van deze studie geen oordeel vellen. Maar wanneer men hij1 het door-j bladeren stuit op zinnen als deze: „Het is der natuur gelukt in de vrouw de grootste geslachtelijke gebondenheid in beeld te brengen zonder afbreuk te doen aan den indruk van geslachtelijke ongebondenheid"; (blz. 41) of wel als deze: „Ten slotte zijn er ook nog enkele exceptioneel kerkulische vrouwengestalten, die werkelijk in staat zijn groot obligate pracstaties aan phe- nomenale facultatieve te paren" (blz. 49), dan behoeft men geen verdere aan duiding om te beseffen dat men hier met een zwaar-Duitsche, en niet makkelijk te begrijpen beschouwing te doen heeft.' Kindercriminaliteit in Indië, door A. de Braconier. Het doel van dit boekje, uitgekomen in de serie „Onze Koloniën" van de Hol landia-Drukkerij, is te betoogen dat een herziening der kinderberechting in Ned.- Iudië noodzakelijk is, en dat in 't bijzon--: der de Europeesche vaders van kindek ren bij inlandsche vrouwen gedwongen dienen te worden voor de opvoeding dier kinderen te zorgen. Aan het slot geeft de schrijver verschillende conclusies om trent hetgeen er voorts ter verbetering van den toestand kan worden gedaan. Dierenleven in de [Wildernis, door [William J. Long, 2e druk. We hebben nog niet zoo lang geleden onze bewondering uitgesproken over een ander boek van denzelfden aard van de zen natuurliefhebber. En het verwon dert ons dan ook niet, dat van het bo vengenoemde werk, vertaald door Cilia Stoffel en verschenen bij Brusse's Uitg.-1 Mij een tweede druk noodig was. Merk-, waardig is het vooral in dit boek te Ie-' zen wat de schrijver vertelt over de „opvoeding" van de dieren door hun moeders. Dat, en de opmerkingen over den blijden geest van tie dieren in de natuur waren in veel opzichten voor ons een ware openbaring. Natuurkundig Gezel schap. Woensdagavond hield de heer _A. F. J. Portielje vpor bovengenoemd gezelschap een voordracht over „llollandsch Natuur schoon cn Vogelleven in de duinen, op Texel en Schouwen en in Naardermeer en Ankeveensche plassen". Spreker begon met een korte inleiding waarin allereerst iets werd medegedeeld ON er vogelleven in *t algemeen en in verband met ons Hollan/dsch natuur- schoons; van beiden wordt nog altijd veel te weinig genoten. Men gaat veel te veel aan de dingen, voorbijheel> wat mooi en interessant gebeuren blijft buiten den krinjg onzer belangstelling,. Even oij het psychisch leven der vogels verwijlend, wees spr. naar aanleiding van neslbouw, vogelzang en allerlei vogel manieren op den geërfden aanleg, de aan of meegeboren instincten, die in 't kort als veelal bijzonder samengestelde reflexente karaklëriseeren zijn' cn be- ruden op de z.g. cleionome banen van 't zenuwstelsel in tegenstelling tot de ge woonten en allerlei indlvidueele asso ciaties, de verworven eigenschappen die individueel dqor leeren uit ervaring, vol gens het „Iry-in-ernor "-systeem tjot stand komen en op de embionilische baneh van het zenuwstelsel op nieuwe, tijdens het leven van 't individu aangelegde zenuw banen berusten. Hiertoe moeten bv. hel „spotteneene uitbreidinjg van het in stinctieve gezang, en allerlei individu- eele „spitsvondigheden" inzake nest- houw en vogelmanieren worden gerekend. Ook over vogeltrek en de daarover be staande hypothesen werd in T kort iets medegedfeeld. Tol het eigenlijk onderwerp van, den avond komend werd aan de hand van prachtig lichtbeeldenmateriaal naar do bekende vogelopnamen van den lieer P. L Steenhuizen, praeparateur a. d. Musea van „Arlis" een groote tocht dwars door de duinen gemaakt, te beginnen bij 't binnenduin, en eindigende bij 't vogel leven in de „zeereep" en aan 't strand. Over eenige zangvogels, over Wulp, Nachtzwaluw, Griel en tal van typische duinvogel; werd gehandeld,, waarna Texel en Schouwen met hunne beroemde Stern- kolonies werden bezocht en' besproken. Na de pauze kwam een tochtf dood de Ankeveensche plassen en het Naarder- meer aan de neurt. De in 1913 eerst! ver vaardigde foto's uit het intieme leven van den Roerdomp werden vertoornt', zoomede prachtige opnamen van. Tuut, Lepelaar, bruine Kuikendief. Spr. vond kier gelegenheid een lans te breken' voor de Vereeniging tot behoud van( Natuurmonumenten in Nederland, die ln haar mooie en belangrijke taak n(og altijd meer algemeen gesteund moest en kon worden. Met enthousiasme werd nog eens be stred m de van wilden en menscheneters overgenomen gewoonte van de dames om zich te sieren met overblijfselen van vogellijken, welke mode jaarlijks aan duizenden vogels het leven kost, terwijl een sieraad van de lyaluur verknoei^ wordt tot een verfomfaaid aanhangsel aan een kleedinjgstuk. De schaar van de Amerikaansche douane, die in Amerika de dameshoeden van djeze uit slachting en moord voortgekomen overblijfsels be vrijdt, werd door spreker ook voor ons land aanbevolen. Met eenige bijzonder merkwaardige nes'- ten en een opwekking tot natuurstudie en natuurgenieten werd deze boeiende voordracht besloten, waarvtoOr het tal rijke gehoor den spreker met hartelijk applaus «jankte. o Geschied- en Letterkundige Vereeniging. Gisterenavond trad in het Concert gebouw voor de geschied- en letterkun dige Vereeniging alhier op de heer Prof. Dr. II. van Gelder met een lezing over de betrouwbaarheid der oude Ro meinsche geschiedverhalen. Spr. begon met de opmerking dat het den aanwezigen zeker niet onbekend was, dal men steeds ietwat sceptisch te genover de geschiedenis van Rome heeft gestaan. Zulks is echter het geval bij de geschiedenis van 511e volken; niet in hel minst ook bij onze vaderiandsche histo rie Ook daarin worden veel verdicht selen aangetroffen. Livius is de geschiedschrijver tot wien men terug moet gaan om de geschiedenis van Rome te leeren kennen. Deze Romein die van 59 v. Chr. tot 17 na Chr. leefde, was jurist en wijdde zich aan rhetarica. Keizer Augustus achtte het in het belang van het Romeinsche volk, dat het zijn geschiedenis kende, en droeg Livius op, de historie der Romeinen op te schrij ven. Livius deed dit op onpartijdige wijze, met smaak en tact. Het geschre vene wekte ook groot enthousiasme. Li vius' ^gebrek was echter, dat het "lienj ontbrak aan eigen studie in archieven! enz. Hij verrichtte geen zelfstandig^ onderzoekingen, maar verliet zich op anderen. Vóór 200 v. Chr. waren er heelemaai geen geschiedschrijvers in Rome ge weest. Er bestonden echter wel aantee- lceningen van geschiedkundigen aard. Er wa> namelijk een college van pries ters, de pontifiees, belast met net in orde houden van den kalender. De aau- leekeningen van dit college bevatten veel wetenswaards en de bron was onverdacht Oindreeks het jaar 250200 v. Chr. toen de Romeinen veel in aanraking kwamen met de Grieken, werden door deze laatste familie-tradities en helden verhalen gefabriceerd voor de Romeinen, welke verholen geschoeid waren op den leest der Grieksche historie, welke ver- ralscliingen de Romeinsche geschiedenis in niet geringe male hebben vertroebeld. Livius heeft in zijn geschiedenis ook van deze verhalen gebruik gemaakt. Zeer gewenscht is het' dan ook zijn werken aan kritiek te noderwerpen. Prof. Niebóei* heeft dit het eerst grondig gedaan; hij onderzocht wie Livius was, welke zijn bronnen waren, de mentaliteit der in dividuen enz. Hij ging van het standpunt uit- bij overleveringen niet subjectief verwerpen; elke overlevering moet wor den geloofd, zoolang niet bewezen is, dat zij onwaar is. DAt is het ware en juiste systeem. Gedane opgravingen met de daarbij op de sleenen gevondjen op schriften nebben vaak de juistheid be vestigd van verhalen, die men geneigd zou zijo als onwaar te brandmerken. De tempel van Poseidon bij Kaap Ma tapan b.v. bewees de juistheid van het verhaal, dat. de oudste inscripties op schilden werden aangebracht. Spr. noemde nog tal van andere voor beelden, cn zette in den breede uiteen hoe de verhalen getransponeerd werden van de Grieksche in de Romeinsche ge schiedenis, hoe verhalen wórden gemaakt om een verklaring te vinden voor plaats namen (ethiologie), hoe de geschiedenis werd vervalscht door verdubbelingen van hetzelfde feit enz. De opgravingen zijn de beste, meest betrouwbare geschiedbronnen. Aan het muurwerk alleen kunnen deskundigen tot op een nauwkeurigheid van ten naastebij' 25 jftar.,zien van wanneer het dateert, |en do op de sleenen aangebrachte Inscrip ties vertellen de sobere feilen, onopge smukt. Spr. maakte zijn auditorium ver der duidelijk hoe de juistheid van ver halen kan worden getoetst aan analoge geschiedenissen en door afleiding („Rück- schluss"). Hij vertelde op vaak geestige wijze talrijke staaltjes, waarvan de weer gave ons te ver zou voeren. Aan het slot zijner rede wees spr. op het vaak geopperde bezwaar, dat de aanteekeningen der pontifiees in 390 geheel verbrand zijn, en zij dus geen bewijsmateriaal meer "konden leveren. Men vergele echter niet, dat in oude tijden het geheugen der menschen, wier hersenen niet volgepropt waren met zooveel verschillende zaken, als .'die van het tegenwoordige geslacht, zeer groot was, en ieder vader het zijn plicht achtte, zijn zoon de geschiede nis des lands grondig -te dobn kennen zoodat het geen verwondering behoeft ie haren, dat ondanks het verloren 'gaan dier "aanteekeningen, het feiten materiaal toch bewaard is ""gebleven, als zijnde van vader op zoon overgeplant. Dr. van Gelder's van groote kennis der Romeinsche oudheid getuigende voordracht werd door het niet in groe ten getale opgekomen publiek met aan dacht .gevolgd. RECHTZAKEN. Arr.-RechtfaBink te Middelburg. jVrijdag deed bovengenoemdje recht bank uitspraak in de door on§ reedd vermelde zaken waarbij zijn veroordeeld wegens: diefstal L'. F. S'., 17 j., zonder be roep, Vlissingea, I. L., 22 j1., soldaat, Terneuzen, en M. v. d. V., 27 j., hvr. ven J. T, zonder beroep, Kruinjngen* de le tot 3 m'., de 2e tot 1 m. en dd 3e tot 14 d. voiorw. gev.straf, allen met een proeftijd van 3 jaar; F. R., 35 j., en D. L'., 35 j., veldarbeiders, Ka tijen- dijke, beiden lot 1 m. gev.straf; J. v. d. B., 22 j., werkman, Terneuzen, tot - w. gev.straf; J. F., 6G j., arbeider, Oude- lande, ien J. H., 52 j., veldarbeidér, Hontenisse. neiden tot f 15 b. s. 15 d. li., en M. de Wu 17 j'., zonder beroep, Hamsweert lot f 10 b. s. 3 w. tuchte uitlokking tot vervoer"M. J. S., 45 j., tuinman. Goes, tjot f 20 b. s1. 20 d. h. slrooperij: P v. L., 54 j., schipper, Graauw, tot f 7 b. s. 7 d. h.; mishandeling: D. d. 27 j., varens gezel. Terneuzen, tot' 1 w. gev.straf,- verboden vervoer: A. v. Dl., 26 j., eh R J. v. D., 22 j., slagers, Hontenisse, en V. T., kapitein, Blan'kenesse, allen tol' f 25 b. s. 25 ,d'. h., de (laatste bij verzet met verandering der straf van 14 d. gev.straf; (X S., 44 j., dijkwerker, cn M. Z., 49 j., vrachtrijder, beiden! W'emeldihge, beiden tot f 20 b. s. 20 d. h.- G. K., 19 j., schippersknecht, zonder bekende woonplaats, Kot f 10 b. s. 10 cL h^. en J. S., 35 /j.t landbouwer, Driewegen, C. J. M., 51 j., vrachtrijder,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1918 | | pagina 5