TVIED E BLAD
▼A* M
VA*
iatardag 2 hoy. 1918, as 251.
EEN GEZANTSCHAP VOOR
GEESTELIJK CONTACT.
't Wiordt alles nieuw, alles ènders dan
het was. Welk land dacht er vroeger
aan, in een gezantschap een geleerde op
te nemen? Bij ons zeker niet. Men nad
een militair attaché, een marineattaché,
stoms een handelsattaché. Maar een ge
leerde? Een vertegenwoordiger uit het
geestelijk leven? De gedachte kwam niet
eens op.
En daarom is 't ook al weer iets
nieuws, dat prof. mr. C. van Vollenhoven
uil Leiden vnor verscheidene maanden
mei den heer Cremer, onzen nieuwen
gezant bij de Vereenigde Stalen, meegaat,
„inzonderheid als nieuwe schakel tus-
schen het wetenschappelijk en geestelijk
leven in beide landen".
Zoo drukte althans het jofficieuse be
richt het uit.
Maar als we bedenken, wiè professor
van Vollenhoven is, w;\t in de laatste
jaren door hem gepropageerd is op het
gebied van internationaal recht, dan dur
ven we zeggen: hij gaat mee omdat onze
regeering in ons gezantschap bij presi
dent Wilson een vertegenwoordiger wil
hebben, die ten opzichte van den Volken
blond waarheen Wilson stuurt, een waar
dige figuur uit de wetenschappelijke we
reld is, wiens woord gezag heeft bij de
voorbereidingen in Washington van wat
aan de vredeslafel zal worden voorge
steld ter vorming van zoo'n bond.
1 iv,iets nieuws, ter erkenning van
het nieuwe dat van over den AtlantL-
vcïien Oceaan komt. Want men vergete
toch niet, dat tegenwoordig de wijzen
niet altijd meer uit het Oosten komen.
Er komen er ook uit het Westen, speci
aal ten opzichte van de internationale
verhoudingen.
De jonge Staten in het nieuwe we
relddeel, die niet zooals Europa 'gehin
derd werden door vergroeiingen van wat
eens paste in den tijd, maar nu vaak
slechts -een taai overblijfssel, een belem
mering werd, ze hebben al lang ge
toond welke andere begrippen daar
leefden. Vooral op de tweede Vredes
conferentie is het voor velen een ver
rassing geweest den frisschen durf van
de vertegenwoordigers van Noord- en
Zuid-Amerika te hooren.
Alle pogingen om in de practijk vorm
te geven aan die nieuwe begrippen, ko
men uit Amerika.
Al in 1910 nam het Congres te Washing
ton een resolutie aan, aandringend op
(Samenvoeging der oorlogsvloten der we
reld tot één internationale vloot voor
het bewaren van den wereldvrede". Dat
was en bleef echter een woord. Van
meer practische beteekenis, al mis
lukte de poging Wasi het voorstel van
president Taft om met "Engeland en
Frankrijk een arbitrage-verdrag aan te
gaan dat een oorlog* buiten sloot.
Is ook niet het Bryan-verdrag van
'Amerikaansche geboorte, en heeft dat
niet lusschen verschillende landen in
enkele jaren een tastbare verdragsvorm
gegeven aan een regeling, Volgens welke
ieder geschil, dat niet door arbitrage
kan worden beslecht, aan een commissie
van onderzoek moet worden voorgelegd,
tijdens welk onderzoek van hoogstens
een jaar de contractanten geen oorlog
zullen verklaren?
Komt ook niet van over zee de in 1915
te Philadelphia geslichte League to en
force peace, Verbond om tot Vrede te
dwingen?
Al zijn ook in Europa nog zooveel
Vredesbonden werkzaam geweest, een
feil is bet 'dat de krachtige stuwing naar
practische uitvoering is gekomen uit
Amerika.
Onderschat dien invloed niell
Is in dezen oorlog de invloedrijke rol
van. president Wilson niet teekenend
voor de kracht van die Westersche be
grippen? We zullen niet alle daden ran
Wilson verdedigen, maar hoe men ook
over hem denkt, erken de kracht van
zijn streven, ook voor Europa.
Geen enkel staatshoofd in Europa, ook
niet een republiekpresident, zou den
moed gehad hebben zich in officiêele
stukken uit te laten over 'den Duitschen
keizer zooals Wilson hel in zijn jongste
nota deed. Maar het oude ontzag voor
den „vorst", dat in Europa onwillekeu
rig bij iedereen nog leeft, beslaat in den
Amerikaan niet. En toen Wilson het uit
sprak dat die aloude keizermaclit eerst
geknot moest worden, toen deed zich het
merkwaardige verschijnsel voor, dat zelfs
in Duitschland de protesten tegen die in
menging zwak klonken, en eigenlijk
slechts bestanden in de tegenwerping:
we zijn er al mee bezig.
Een persoon wiens woorden zoo'n uit
werking hébben, is een factor van ont
zaglijke geestelijke beteekenis. En als zoo
iemand met het volle gewicht van zijn
woord een Volkenbond op den voorgrond
Istell als einddoel van de vredesonderhan
delingen, dan is het allen Staten gera
den daarmee rekening te houden, en met
de geestelijke sfeer van de Amerikaan
sche regeering contact te zoeken, ook
al stemt men niet op alle punten met de
daar heerschende denkbeelden in.
Onze regeering tracht dat nu te doen
door prof. Van Vollenhoven iuit te zen
den, en die koers is alleen reeds hier
om gelukkig te noemen, omdat we in
hem iemand hebben wiens pleidooi voor
een internationale politiemacht ook in
Amerika veel aandacht heeft getrokken
toen. het eenige jaren vóór den oorlog
verscheen.
Maar we vinden die keuze ook nog
om een andere reden gelukkig.
We hebben het nooit verborgen ge
houden dat de Volkenbond-fantasieën,
die on s voorgehouden werden door vrede-
door-recht-enlhousiasten, ons weinig aan
lokten, zoowel om het on-werkelijke van
zoo'n vertrouwen in den goeden wil der
naties, als om de kwade kansen die we
voor de kleinen van zoo'n broederlijk
samengaan met die groeten vreesden.
En ook de Volkenbond zooals presi
dent Wilson dien in het laatste van zijn
14 punten formuleert, hebben we on
langs verre van afdoende genoemd, om
dat hij daarin slechts spreekt van de
„territoriale onschendbaarheid" der
stalen, met negeering van andere belan
gen die geschonden kunnen worden.
Maar als men eerlang in conferentie
bijeen komt, möete men wel scherper
omschreven plannen ter tafel brengen.
Die plannen zullen hinnenlcort uitgebroed
moeten worden in de omgeving van pre
sident Wilson, en wij kunnen er slechts
heil in zien, wanneer bij die besprekin
gen ook prof. Van Vollenhoven met
zijn gedachten naar voren kan komen,
met zijn denkbeelden van oorLogsvoor-
lcoming, niet door de Staten eerst tot
brave instellingen om te too veren, maar
door tegenover den staat die het kwade
doet. de macht te stellen van een inter
nationale politie.
Voor het bereiken van een resultaat
in die richting wenschen we hem alle
succes toe in zijn functie van geestelijk ge
zantschapsattaché.
BunuownA
Iam>r.
Zttng vanii Donderdag.
Het begon met een stukje politiek in
een benoeming, n.L bij de voordracht
voor de benoeming van een lid in ons
hcogAe rechtscollege. Voor de zooveel-
ste maal werd bewezen dal een benoe
ming niet in de beste handen is bij een
college dat op partijpolitieke basis is sa
mengesteld.
De Hooge Raad zelf had op haar zestal
jalo oio,. 1 geplaatst den oud-minister Ort,
en no. 2 mr. Van Meeuwen, vice-presi
dent van de an*.-rechtbank in Den Haag.
Ms ar de Kamer bracht voor den eersten
caodidaat 38 stemmen uit op mr. .Van
Meeuwen, 21 op mr. Ort, en 7 op den
derde, mr. Schepeling; 6 waren in blanco.
Men Zegt dat hierachter het drijven
van de katholieken zat, omdatde
zetel,' ledig geworden door het vice-
president worden van mr. Gratama, vroe
ger vóór diens benoeming tot lid van dat
ooilege, was ingenomen door een ka
tholiek. Mr. Van Meeuwen is ook katho
liek. En dus'..,.
Toen kwam een noodregeling: gelden
voor 50 nieuwe veldwachters en voor
nioodbarakken ter herberging van gedeti
neerden, maar bovendien het wetsont
werp, om ter verkrijging van meer
plaatsruimte in de gevangenis
sen, gelegenheid te geven, de gevanöje-
nen anders te groepeeren, te sorteerem
en zoodoende er meer bij1 elkaar te kun
nen zetten.
Dauwde revolutionairen bjj monde van
de heeren W ij n k o o p en K r u ij t ver
klaarden tegen te zullen stemmen omdat
zij bezwaar hebben tegen de gemeen-
sc-hapsstraf en de arbitraire macht der
regeering, en dat de heer Kl eer e ko
per en nog enkele S. D. A. P.-ers even
eens tegen stemden omdat ze weinig ver
trouwen hebben in de ambtenaren, is
van minder beteekenis' dan wat Minis
ter Heemskerk meedeelde over de
manier waarop hij op grond van dit wets
ontwerp verbetering hoopt te brengen in
de nu zoo nadeel ig werkende over-volle
gevangenissen.
Hit de strafgevangenissen in de Steden
moeten ruim 300 personen, die geen
zware straffen hebben te ondergaan, wor
den geëvacueerd naar Veenhuizen. De
passanten, die in de strafgevangenis be
boeren, moeien in hun plaats komen en
de prevenlieven in de huizen van bewa
ring. Dan zullen de rechter-commissaris-
scn, die hebben geklaagd, dat zij bij
ernstige misdrijven de preventieve hech
tenis, niet konden toepassen, dat weder
kunnen doen. Dan echter zijn er een
aantal onuitgevoerde vonnissen, die /po
spoedig mogelijk moeten worden uitge
voerd, en niet een paar jaren "na d,atoi;
dit moet geschieden in Veenhuizen.
Veenhuizen II blijft voor de landloo-
pers. In Veenhuizen III is ruimte voor
750 smokkelaars en er zijn er 300. In
Veenhuizen I zijn er echter nog 450.
Brengt men die over naar Veenhuizen
III, dan komen in Veenhuizen I ruim
1100 plaatsen vrij vóór veroordeelden tot
vrij korte gevangenisstraf. We zullen
daardoor krijgen een vrij groot aantal
plaatsen voor nog onuitgevoerde von
nissen.
In Veenhuizen I zijn slaapcellen, zoo
dat de nacht in afzondering wordt door
gebracht. Men zal daarheen moeten
brengen de personen, die gevangeniss-
straffen van korten duur hebben te
ondergaan.
Op 1 October -waren er aan achterstal
lige vonnissen, anders dan voor smok
kelarij, 3392 mannen en 375 vrouwen. De
vrouwen gaan naar Leiden.
Het aantal veroordeelden tot gevan
genisstraf beneden 3 maanden, wier von
nissen niet geëxecuteerd konden worden
bedraagt 3000 voor vrouwen en mannen
samen; 2500 voor mannen alleen, zoodat
het noodzakelijk is, wil men den achter
stand opruimen, die personen te zenden
naar Veenhuizen.
Het voorstel werd met 61 tegen 9
stemmen aangenomen.
En ten derde kwam er een kwestie
aan de orde, die zeer gewichtig is, niet
hel minst door de tijdsomstandigheden,
nl. het voorstel-Troeistra tot instel
ling van een vaste commissie van
builenlandsche zaken, die een
geregeld overleg met de regeering zal
bevorderen, en aan deze de inlichtingen
zal vragen, welke zij gowenscht acht. Alle
zaken, waaromtrent der commissie door
de regeering geen geheimhouding is op
gelegd, worden door haar aan de Kamer
medegedeeld, voor zoover de mededee-
ling niet rechtstreeks vanwege de re
geering geschiedt.
In het eerste deel van het debat het
vervolg moest uitgesteld worden tot de
volgende week kwam o. a. die meedee-
lingskvveslie ter sprake. De lieer Ben
iner wil 3at de commissie Mies zal
meedeelen aan de Kamer, en de lieer
Visser van IJ zendoorn wil aan de
Kamerleden het recht geven om het sa
menzijn der oommissie met den Minis
ter van builenlandsche zaken bij te
wonen.
Over die kwestie van geheimhouding
of openbaarheid, het moeilijke punt in
deze regeling, zal de volgende week nog
wel veel gesproken worden.
Maar Dinsdag komen eerst aan de orde
de interpellaties lover de militaire leiding,
de verloven, Harskamp, enz.
KUNST EN WETENSCHAPPEN,
De ontwikkeling van het
heidendom in Rome, door
dr. H. M. R. Leopold. Brusse's
Uiig.-Mij.
De strekking van deze zeer rijk gedo
cumenteerde studie is bovenal in het
licht te stellen dat maatschappelijke toe
standen en religieuse ontwikkeling sterk
op elkaar inwerken.
Daartoe gaat de schrijver zeer uitvoe
rig de verschillende godsdiensten na die
ia den ïoop der geschiedenis van het
Romeimsche rijk daar tot uiting zijn ge
komen.
Zooals de schrijver het zelf in zijn
voorrede uitdrukt heeft het Romeinsche
wereldrijk van zijn stichting af gesmacht
naar een wereldgodsdienst, wij' die zoo
veel eeuwen later leven, zegt hij, kun
nen begrijpen, waarom het driehonderd
jaar duren moest vóór de meest ge
schikte religie, het Christendom, de
pv-rwinning behaalde. Eerst immers
moest het onverschillig atheïsme van de
scheppers van het. imperium met die
scheppers tuitstervehtoen het koele
Grieksche denken, dat in het doctrinaire
Stoïcisme en het hoogst subtiele Neo
platonisme naar de gunst der in lelie ctu-
eelen dong, bezwijken in honderdjarige
oorlogen en eindelooze epidemieën, die
den staat in zijn eigen belang noodzaak
ten elk individualisme te fnuiken; ten
slotte diende het Christendom nog een
gevaarlijken mededinger, het Mithrolsme,
te overwinnen.
Deze aanhaling diene tegelijk als een,
zij 't ook onvolledige, kenschetsing van
den inhoud van dit werk. Het is hier
niet de plaat, om over dat onderwerp
een uitvoerige beschouwing te geven.
Maar wel willen we er op wijzen dat bij
de lezing van de, overal interessante en
boeiend vertelde bijzonderheden, telkens
en telkens we groote overeenkomsten
ontdekken met onzen tijd met zijn vele
geestesstroomingen.
Het eeuwig-vrouwelijke,'
door prof. dr. H. Sellheim.
bi de serie „Het zenuw- en ziels
leven" van de Hollandia-Drukkerij, ver
scheen onder bovengenoemden titel
deze „proeve eener natuurlijke historie
der vrouw", uit het Duitsch vertaald
door W. S. S., med. docts.
We zullen over de wetenschappelijke
beteekenis van deze studie geen oordeel
vellen. Maar wanneer men hij1 het door-j
bladeren stuit op zinnen als deze:
„Het is der natuur gelukt in de vrouw
de grootste geslachtelijke gebondenheid
in beeld te brengen zonder afbreuk te
doen aan den indruk van geslachtelijke
ongebondenheid"; (blz. 41)
of wel als deze: „Ten slotte zijn er
ook nog enkele exceptioneel kerkulische
vrouwengestalten, die werkelijk in staat
zijn groot obligate pracstaties aan phe-
nomenale facultatieve te paren" (blz. 49),
dan behoeft men geen verdere aan
duiding om te beseffen dat men hier met
een zwaar-Duitsche, en niet makkelijk
te begrijpen beschouwing te doen heeft.'
Kindercriminaliteit in
Indië, door A. de Braconier.
Het doel van dit boekje, uitgekomen in
de serie „Onze Koloniën" van de Hol
landia-Drukkerij, is te betoogen dat een
herziening der kinderberechting in Ned.-
Iudië noodzakelijk is, en dat in 't bijzon--:
der de Europeesche vaders van kindek
ren bij inlandsche vrouwen gedwongen
dienen te worden voor de opvoeding dier
kinderen te zorgen. Aan het slot geeft
de schrijver verschillende conclusies om
trent hetgeen er voorts ter verbetering
van den toestand kan worden gedaan.
Dierenleven in de
[Wildernis, door [William
J. Long, 2e druk.
We hebben nog niet zoo lang geleden
onze bewondering uitgesproken over een
ander boek van denzelfden aard van de
zen natuurliefhebber. En het verwon
dert ons dan ook niet, dat van het bo
vengenoemde werk, vertaald door Cilia
Stoffel en verschenen bij Brusse's Uitg.-1
Mij een tweede druk noodig was. Merk-,
waardig is het vooral in dit boek te Ie-'
zen wat de schrijver vertelt over de
„opvoeding" van de dieren door hun
moeders. Dat, en de opmerkingen over
den blijden geest van tie dieren in de
natuur waren in veel opzichten voor
ons een ware openbaring.
Natuurkundig Gezel schap.
Woensdagavond hield de heer _A. F. J.
Portielje vpor bovengenoemd gezelschap
een voordracht over „llollandsch Natuur
schoon cn Vogelleven in de duinen, op
Texel en Schouwen en in Naardermeer
en Ankeveensche plassen".
Spreker begon met een korte inleiding
waarin allereerst iets werd medegedeeld
ON er vogelleven in *t algemeen en in
verband met ons Hollan/dsch natuur-
schoons; van beiden wordt nog altijd
veel te weinig genoten. Men gaat veel
te veel aan de dingen, voorbijheel>
wat mooi en interessant gebeuren blijft
buiten den krinjg onzer belangstelling,.
Even oij het psychisch leven der vogels
verwijlend, wees spr. naar aanleiding
van neslbouw, vogelzang en allerlei vogel
manieren op den geërfden aanleg, de
aan of meegeboren instincten, die in
't kort als veelal bijzonder samengestelde
reflexente karaklëriseeren zijn' cn be-
ruden op de z.g. cleionome banen van
't zenuwstelsel in tegenstelling tot de ge
woonten en allerlei indlvidueele asso
ciaties, de verworven eigenschappen die
individueel dqor leeren uit ervaring, vol
gens het „Iry-in-ernor "-systeem tjot stand
komen en op de embionilische baneh van
het zenuwstelsel op nieuwe, tijdens het
leven van 't individu aangelegde zenuw
banen berusten. Hiertoe moeten bv. hel
„spotteneene uitbreidinjg van het in
stinctieve gezang, en allerlei individu-
eele „spitsvondigheden" inzake nest-
houw en vogelmanieren worden gerekend.
Ook over vogeltrek en de daarover be
staande hypothesen werd in T kort iets
medegedfeeld.
Tol het eigenlijk onderwerp van, den
avond komend werd aan de hand van
prachtig lichtbeeldenmateriaal naar do
bekende vogelopnamen van den lieer P.
L Steenhuizen, praeparateur a. d. Musea
van „Arlis" een groote tocht dwars door
de duinen gemaakt, te beginnen bij 't
binnenduin, en eindigende bij 't vogel
leven in de „zeereep" en aan 't strand.
Over eenige zangvogels, over Wulp,
Nachtzwaluw, Griel en tal van typische
duinvogel; werd gehandeld,, waarna Texel
en Schouwen met hunne beroemde Stern-
kolonies werden bezocht en' besproken.
Na de pauze kwam een tochtf dood
de Ankeveensche plassen en het Naarder-
meer aan de neurt. De in 1913 eerst! ver
vaardigde foto's uit het intieme leven
van den Roerdomp werden vertoornt',
zoomede prachtige opnamen van. Tuut,
Lepelaar, bruine Kuikendief. Spr. vond
kier gelegenheid een lans te breken'
voor de Vereeniging tot behoud van(
Natuurmonumenten in Nederland, die ln
haar mooie en belangrijke taak n(og altijd
meer algemeen gesteund moest en kon
worden.
Met enthousiasme werd nog eens be
stred m de van wilden en menscheneters
overgenomen gewoonte van de dames
om zich te sieren met overblijfselen van
vogellijken, welke mode jaarlijks aan
duizenden vogels het leven kost, terwijl
een sieraad van de lyaluur verknoei^
wordt tot een verfomfaaid aanhangsel
aan een kleedinjgstuk. De schaar van
de Amerikaansche douane, die in Amerika
de dameshoeden van djeze uit slachting
en moord voortgekomen overblijfsels be
vrijdt, werd door spreker ook voor ons
land aanbevolen.
Met eenige bijzonder merkwaardige nes'-
ten en een opwekking tot natuurstudie
en natuurgenieten werd deze boeiende
voordracht besloten, waarvtoOr het tal
rijke gehoor den spreker met hartelijk
applaus «jankte.
o
Geschied- en Letterkundige
Vereeniging.
Gisterenavond trad in het Concert
gebouw voor de geschied- en letterkun
dige Vereeniging alhier op de heer
Prof. Dr. II. van Gelder met een lezing
over de betrouwbaarheid der oude Ro
meinsche geschiedverhalen.
Spr. begon met de opmerking dat het
den aanwezigen zeker niet onbekend
was, dal men steeds ietwat sceptisch te
genover de geschiedenis van Rome heeft
gestaan. Zulks is echter het geval bij de
geschiedenis van 511e volken; niet in hel
minst ook bij onze vaderiandsche histo
rie Ook daarin worden veel verdicht
selen aangetroffen.
Livius is de geschiedschrijver tot wien
men terug moet gaan om de geschiedenis
van Rome te leeren kennen. Deze Romein
die van 59 v. Chr. tot 17 na Chr. leefde,
was jurist en wijdde zich aan rhetarica.
Keizer Augustus achtte het in het belang
van het Romeinsche volk, dat het zijn
geschiedenis kende, en droeg Livius op,
de historie der Romeinen op te schrij
ven. Livius deed dit op onpartijdige
wijze, met smaak en tact. Het geschre
vene wekte ook groot enthousiasme. Li
vius' ^gebrek was echter, dat het "lienj
ontbrak aan eigen studie in archieven!
enz. Hij verrichtte geen zelfstandig^
onderzoekingen, maar verliet zich op
anderen.
Vóór 200 v. Chr. waren er heelemaai
geen geschiedschrijvers in Rome ge
weest. Er bestonden echter wel aantee-
lceningen van geschiedkundigen aard.
Er wa> namelijk een college van pries
ters, de pontifiees, belast met net in
orde houden van den kalender. De aau-
leekeningen van dit college bevatten veel
wetenswaards en de bron was onverdacht
Oindreeks het jaar 250200 v. Chr.
toen de Romeinen veel in aanraking
kwamen met de Grieken, werden door
deze laatste familie-tradities en helden
verhalen gefabriceerd voor de Romeinen,
welke verholen geschoeid waren op den
leest der Grieksche historie, welke ver-
ralscliingen de Romeinsche geschiedenis
in niet geringe male hebben vertroebeld.
Livius heeft in zijn geschiedenis ook
van deze verhalen gebruik gemaakt. Zeer
gewenscht is het' dan ook zijn werken aan
kritiek te noderwerpen. Prof. Niebóei*
heeft dit het eerst grondig gedaan; hij
onderzocht wie Livius was, welke zijn
bronnen waren, de mentaliteit der in
dividuen enz. Hij ging van het standpunt
uit- bij overleveringen niet subjectief
verwerpen; elke overlevering moet wor
den geloofd, zoolang niet bewezen is,
dat zij onwaar is. DAt is het ware en
juiste systeem. Gedane opgravingen met
de daarbij op de sleenen gevondjen op
schriften nebben vaak de juistheid be
vestigd van verhalen, die men geneigd
zou zijo als onwaar te brandmerken.
De tempel van Poseidon bij Kaap Ma
tapan b.v. bewees de juistheid van het
verhaal, dat. de oudste inscripties op
schilden werden aangebracht.
Spr. noemde nog tal van andere voor
beelden, cn zette in den breede uiteen
hoe de verhalen getransponeerd werden
van de Grieksche in de Romeinsche ge
schiedenis, hoe verhalen wórden gemaakt
om een verklaring te vinden voor plaats
namen (ethiologie), hoe de geschiedenis
werd vervalscht door verdubbelingen van
hetzelfde feit enz.
De opgravingen zijn de beste, meest
betrouwbare geschiedbronnen. Aan het
muurwerk alleen kunnen deskundigen tot
op een nauwkeurigheid van ten naastebij'
25 jftar.,zien van wanneer het dateert, |en
do op de sleenen aangebrachte Inscrip
ties vertellen de sobere feilen, onopge
smukt. Spr. maakte zijn auditorium ver
der duidelijk hoe de juistheid van ver
halen kan worden getoetst aan analoge
geschiedenissen en door afleiding („Rück-
schluss"). Hij vertelde op vaak geestige
wijze talrijke staaltjes, waarvan de weer
gave ons te ver zou voeren.
Aan het slot zijner rede wees spr.
op het vaak geopperde bezwaar, dat
de aanteekeningen der pontifiees in 390
geheel verbrand zijn, en zij dus geen
bewijsmateriaal meer "konden leveren.
Men vergele echter niet, dat in oude
tijden het geheugen der menschen, wier
hersenen niet volgepropt waren met
zooveel verschillende zaken, als .'die
van het tegenwoordige geslacht, zeer
groot was, en ieder vader het zijn
plicht achtte, zijn zoon de geschiede
nis des lands grondig -te dobn kennen
zoodat het geen verwondering behoeft
ie haren, dat ondanks het verloren
'gaan dier "aanteekeningen, het feiten
materiaal toch bewaard is ""gebleven,
als zijnde van vader op zoon overgeplant.
Dr. van Gelder's van groote kennis
der Romeinsche oudheid getuigende
voordracht werd door het niet in groe
ten getale opgekomen publiek met aan
dacht .gevolgd.
RECHTZAKEN.
Arr.-RechtfaBink te Middelburg.
jVrijdag deed bovengenoemdje recht
bank uitspraak in de door on§ reedd
vermelde zaken waarbij zijn veroordeeld
wegens:
diefstal L'. F. S'., 17 j., zonder be
roep, Vlissingea, I. L., 22 j1., soldaat,
Terneuzen, en M. v. d. V., 27 j., hvr.
ven J. T, zonder beroep, Kruinjngen*
de le tot 3 m'., de 2e tot 1 m. en dd
3e tot 14 d. voiorw. gev.straf, allen met
een proeftijd van 3 jaar; F. R., 35 j.,
en D. L'., 35 j., veldarbeiders, Ka tijen-
dijke, beiden lot 1 m. gev.straf; J. v.
d. B., 22 j., werkman, Terneuzen, tot -
w. gev.straf; J. F., 6G j., arbeider, Oude-
lande, ien J. H., 52 j., veldarbeidér,
Hontenisse. neiden tot f 15 b. s. 15 d. li.,
en M. de Wu 17 j'., zonder beroep,
Hamsweert lot f 10 b. s. 3 w. tuchte
uitlokking tot vervoer"M. J. S., 45
j., tuinman. Goes, tjot f 20 b. s1. 20 d. h.
slrooperij: P v. L., 54 j., schipper,
Graauw, tot f 7 b. s. 7 d. h.;
mishandeling: D. d. 27 j., varens
gezel. Terneuzen, tot' 1 w. gev.straf,-
verboden vervoer: A. v. Dl., 26 j.,
eh R J. v. D., 22 j., slagers, Hontenisse,
en V. T., kapitein, Blan'kenesse, allen
tol' f 25 b. s. 25 ,d'. h., de (laatste
bij verzet met verandering der straf van
14 d. gev.straf; (X S., 44 j., dijkwerker,
cn M. Z., 49 j., vrachtrijder, beiden!
W'emeldihge, beiden tot f 20 b. s. 20
d. h.- G. K., 19 j., schippersknecht,
zonder bekende woonplaats, Kot f 10 b.
s. 10 cL h^. en J. S., 35 /j.t landbouwer,
Driewegen, C. J. M., 51 j., vrachtrijder,