M1DDËLBURGSCHE COURANT. Wo 243 Donderdag 17 October ltüS. tl»; Jaargup BlIllIliiKB, IK SM Si fMtoft. By <üt nWHHMT beMoört e» BynttBatt, lïbon», prga D* IMlWi lo ®Ki- *11«rg en BIJ «0 «*«W« W Soes [IJHi IR» poel 1MB 'AdverCeetlfiB M m I» MK, SS Itawartt ree! bgar, FeieliMerteUM ümiBeaam»® n> 1-7 regel* HJ» Bovenstaand® Ad «el HQty, tostfUl TEGEN DEN STAAT ALS MISDADIGER. Het zal ledereen. wel eens gebeurd zijn Hal hij tot zijn eigen onvoldaanheid en tot ergernis van anderen zijn ongeloof moest uitspreken over verbeteringsplan nen van enthousiasten die zich den op bouw van het nieuwe wat al te gemak kelijk voorstellen; en dat dan plotseling iemand, goor dien nevel van onverholen afkeuring van 't oude maar ook van 't voorgestelde nieuwe, de lijnen doet óp- lichten van een plan, dat wèl aannemelijk ifr. 1 1 Zoo is 't ons dezer dagen gegaan met de Volkenhond-ideeën. Tegenover de erg makkelijk ineenge- zette theorie van een Volkenbond, waarin alle staten als broederlijke, goed wil lende lidmaten worden opgenomen, die pl hyn geschillen aan arbitrage onder werpen, en daarom nooit meer zouden vechten, nooit meer eikaars belangen ern stig zouden benadeelen, tegenover die theorie hebben we ons herhaaldelijk on gel oo'vig betoond. Het was werkelijk niet omdat we het doel de voorkoming van den oorlof, niet zouden willen bereiken. Maar die op- losssing was ons te lief, te paradijs achtig. Zóó braaf konden wij; ons de nu als dollen plukharende staten niet voor stellen. Zoo'n groote belangeloosheid der groeten. dat zij in hun Volkenbond- parlement de belangen der kleinen steeds zouden eerbiedigen ook als hun eigen voordeel er mee gemoeid was, was ons te sterk in strijd met het karakter der sta ten zelf. En ails we "daarover bijv. de soms banale, en bijna steeds honingzoete speeches lazen op het Internationaal Vrouwencongres in Den Haag, dan werd het ons wee te moede. «En nu klinkt dwars door al dat mooi gepraat zonder werkelijkheids-grond, plotseling een frissche stem. "We kennen die pl van vroeger. Het is die van prof. Van Viollonlioven uit Leiden, die reeds jaren geleden in zijia pakkend geschreven Gidsartikel een veelbesproken plan ont wikkelde voor een internationale politie macht als ordebewaarder voor de wereld, en die nu in een nieuwe, even hoeienld geschreven brochure „"De drie treden van het Volkenrecht" wederom in die richting de geesten der menschen zoekt te leiden. En hij doet daarbij nog iets' meer, iets dat ons nu heel noodzakelijk is gebleken, wil men uit de verwarrende begrippen van de modern© volkenrecht-theorieën den weg vinden naar een verbetering die practisch uitvoerbaar is. Hij' heeft ons pvertuigd dat men nooit verder komt, als men blijft vasthouden aan de geldende staatsrechterlijke theorie, dat iedere staat, vanwege zijn souvereiniteit over' eigen daden, ongestraft de zwaarste mis daden kan doen jegens anderen. Klinkt dat te eenvoudig? Het is: toch blijkbaar niet eenvoudig, want bij al het gepraat over arbitrage en nog eens arbi trage als het beste voorbehoedmiddel tegen oorlog, komt men toch aldoor weer de leer van eigen souvereiniteit over alle zaken tegen, die slechts bij wijze van gunst en met eigen vrijwillige toestem ming een scheidsgerecht toelaat over geschillen met anderen, maar die géén waarborg geeft tegen de groote oorzaak van 't oorlogskwaadde straffeloosheid van een misdaad tegenover een anderen staat. ZeUs wat Wilson alsi een Volkenbond aangeeft in het laatste van zijd 14 pun ten verschaft slechts een zeer onvolle dige garantie tegen het oorlogsvaar, want hij vraagt voor de deelnemers aan zijn Voïkembond slechts verplichtingen „welke beoogen wederzijdsche waarbor gen te geven voor de territoriale on schendbaarheid van alle gr oote en kleine staten te gelijk". Dus alle kwes ties over economisclien dwang, knevelarij van inwoners, nalionaliteitskwesties, dief stal van anderen eigendom dan land streken (vischrechten, mijnrechten, scheeps vaart financiëele verplichtingen enz.),, ze vallen niet onder Wilson's fornuilee- ring, Wel spreekt hij! in' zijn andere pun ten van een aantal thans actueele kwesties, maar zijn volkenbond voor de toekomst verzekert niet dat het ontstaan' Prof. Van Vollenhoven heelt, ook zon der Wilson's program te bespreken, ons geleerd vóórora bet moderne volkenrecht zoo verwarrend werkt, telkens als men er conclusies voor een hervorming uit wil trekken; wóórom die arbitrage- en volkenbondtheorieên zoo (onvruchtbaar blijven. Hij heeft dat gedaan in "den vorm van een 2eer interessante tegenstelling van wM Hugo de Groot leerde, maar bij allen eerbied voor zijn woord nooit werkelijk recht werd. - en wót Vattel, de man van de achttiende eeuw leerde, en wèl de theorie werd waarmee de staten in de praktijk hun daden rechtvaardigden. Dat verschil is kort samengevat maar men leze ook zelf de brochure hei volgende Hugo de Groot heeft in zijn plichten leer der staten heelemaal niet een nieu we wereldorde ontworpen. Hij aanvaardt de staten zooals ze zijn met al hun slechte en goede eigenschappen. Maar hij eischt van hen één ding: den plicht om misdaden na te laten, en^ voortvloeiende daaruit, den plicht om den staat die toch een misdaad begaat, te straffen. Geen oorlog als vechtspel, maar slechts als bestraffing. Dat is de eenige oorlog die rechtvaardig is, maar dat is dan ook een noodzakelijke oorlog, die moet blijven zoolang de staten nog mis daden plegen. Toen kwam een eeuw later Vattel, die schijnbaar De Groot volgde. Maar op het meest kardinale punt is zijn advies in den grond lijnrecht tegenovergesteld aan dat van De Groot, nl. ten opzichte van de souvereiniteit. Bij De Groot is souvereiniteit het opperst zeggenschap in 's lands interne zaken en over 's lands levensrichting, doch allerminst een "vrij brief om misdaad of and^r onrecht te begaan. Bij Vattel mag volstrekt niemand beoordeelen óf een staat wellicht misdaad begaat en ander onrecht doet, dan al leen de souvereine staat zelf. En dat is werkelijk een punt dat in de laatste kwart eeuw telkens in de praktijk van zoo'n enorme beteekenis was, -ge tuige: de Jamesonraid en de Boerenoorlog; de „bevrijding" van Kreta door Grieken land^ de „bevrijding" van de Philippijhen door Amerika; de „pacht" door Duitsch- land van een brok van China (Kiautsjau); de verovering van Tripoli door Italiëde indringing van Frankrijk in Marokko; en ten slotte de Duitsche inval in België, die meer dan. iets anders de oogen voor de beteekenis van juist dit kwaad ge opend heeft. Zag niet iedere neutraal het onheil dat allen dreigde door erkenning vau een recht van Duitschland tot zijn daad? En was toch niet aan iederen neu traal op grond van die souvereiniteits- theorie en op straffe van oorlog het recht ontzegd om zich ook maar met die misdaad te bemoeien, ook al had hij' er onmiddellijk belang bij zooals wij? De erkenning ran de juistheid van De Groot's leer geeft ineens een anderen kijk op die zaken. Dat zijn geen zaken waarmee een neutraal zich niet be moeien mag. Vattel's theorie is op dat junt onhoudbaar geworden. En to,ch heb- jen alle landen, die niet in den vuur gloed van dezen oorlog wilden komen, zich daarbuiten moeten houden op grond van diezelfde theorie. dan van territorialen aard, zooveel mo gelijk voorkomen zal worden. er komt dadelijk twijfel op aan de doel treffendheid. kunnen worden! onderworpen, aan. commissie van onderzoek en advies, met verplichting niet naar de wapens te grij pen voor 't onderzoek (dat niet langer dan een jaar mag duren) is afgeloopen.' Is dat alles ook fantastisch als de neralisatle van arbitrage en het dwepen met een Volkenhond? We gelooven dat het steviger met de voeten in de werkelijkheid staal. En daarom hopen we dat deze opmerkingen naar aanleiding van die brochure velen zullen opwekken haar zelf te lezen. Prof. Van Vollenhoven vermijdt het, vermoedelijk opzettelijk, in zijn betoog de huidige oorlogskwesties aan te roeren. Maar voelt niet ieder vanzelf dat speci aal Wilson in dezen oorlog zelfstandig doet wat Van Vollenhoven, als woordvoer der voor De Groot, een plicht der geza menlijke staten acht? Lees wat Wilson in zijn veertien punten over België schrijft, over Elsasz, over de nationaliteitskwestie in Oostenrijk. Lees wat hij nu nog weer van Duitschland eischt: „vernietiging van iedere despotische macht die zelfstandig en in 't geheim volkomen eigenmachtig den wereldvrede kan verstoren". We laten nu buiten beschouwing of Wilson op al die punten gelijk heeft. Dat is een heel andere kwestie. Het feit dat die twijfel kan rijzen maakt het zeer dui delijk, dat het ons thans aan een onpar- tijdigen rechter ontbreekt, om over der gelijke zaken te oordeelen. Hier werpt zich een deelnemer als rechter op. En dat is reeds in beginsel fout. Zoo wil prof. Van Vollenhoven het ook niet, Hiji erkent dat het gemis aan een onpartijdig beslisser, een eerste leemte was bij De Groot. Maar hij ziet in het in ternationale prijshof en het Haagsche prijsbof het tastbaar bewijs dat in 1920 zulk een onpartijdige berechtiging tecli-' nisch en practisch kón. Een onpartijdig strafvoltrekker, behoor lijk gecontroleerd, was Gnolius' tweede leemte. Maar hier geeft de strafexpeditie van 1900 tegen China afgezien van de motieven een model op kleine schaal van wat in het groot kón. oorlog door óndere kwesties En de derde leemte was het gehiis aan een houvast voor de beoordeeling wót een aanvalsoorlog is. Maar hier meent Men erkent de goede bedoeling, maar" prof. Van Vollenhoven het middel' te vin den in de formule van Bryan: voorleg- vging van geschillen "die niet aan arbitrage* ffiweede Khmer. Zitting van Dinsdag en Woensdag. We moesten ons gister beperken, maar moeten thans toch pog op de zitting van Dinsdag terugkomen, want er ge. beurde dien dag meer dan vragen stel len en wnwoorden geven. IHoewcl Minister Ru ijs de Beereu- b r o u c k nog eenige toezegging gaf over openbaarheid en raadpleging van belang hebbenden, bleek de heer Schaper in zijn repliek niet voldaan,- Hij vond dat Minister van IJsselsteijn zich wel Wat gemakkelijk van zijn taak had afge maakt, en haalde een molie voor den dag. Nu zal hij die motie wel reeds in overleg met zijn pari'jjgenootan hebben opgemaakt, vóór hij naar de Kamer ging, en dus vóór hij iets van het antwoord van den Minister wist. Maar. in ieder ge\al kwam er een motie, waarvan de boofdzaak was dat de Kamer: dringt aan op een krachtige bestrijding van den clandestienen handel en de ge heime bevoorrading, zoowel door particu lieren als door. handelaren,; is van oordeel, dat inbeslagneming van clandestiene Voorraden en verdeeling daar,- van mei inbegrip der. militaire voorraden, aan alle ingezetenen een dringende eisch 1$. protesteer! tegen alle plannen van be zuiniging, die de levensbehoeften "duur der zullen maken en verlangt integen deel verlaging ider prijzen, zoo npodig met verhoogiag van den toeslag uit de schat kist; en: stelt de Regeering verantwoordelijk voor de gevolgen ecner politiek, welke taet deze verlangeifs onvoldoende reke ning houdt. Formeel over, deze motie, maar ia werkelijkheid over het geheele distributie- Vraagstuk, is gisteren den heelenj dag gedebatteerd, en er staan nog verschei dene sprekers voor ingeschreven. Maar we betwijfelen of da zaak zelf er veel mea opgeschoten is. •Het minst zeker wel met het gerede neer van den heer W ij u k o o> p. Ter ken* schetsing laten wij hier een stukje uit zijn rede volgen. Hij had het over d<l voed selschoars eb te en na de opmep- merking dat de Kamer scherp moet zeg gen: zoo-en-Zoo willen wij het zei aij niets te hechten aan verklaringen van den Minister dat er tof zooien-zoo- lang genoeg brood en vet ish Dat be- teekent alleen, dat de uithongering zal' voor-duren. Als men njet hel wittebrood als volksvoedsel in kwantiteit en kwali teit weet te herstellen, dan blijft men in gebreke, dan wordt niet alleen honger geleden, maar de verzieking in de hand gewerkt. De heer Marchattt: Hoe wil! u dat herstellen? De heer NV. ij n koop: DlolbH invoer uit Amerika! (Yroolijkheid). .VoSar ons is geen fhiiddel te dol (gelach), als het' gaat om' de maag van den arbeider l;<j vullen. "Wij moeien onmiddellijk begin'- men bij bef begin; verruiming van het broodrantsoen. De heer Duyi: Daar ben ik Voorf De heer Wijnkoop: Gelukkig! Dan 'xnoetcn we zien, of er ofok rfog meer voor zijn. En de regeering zal gevonden moeten worden, die als eerste daad het broodrantsoen verhoogt. Durft deze niet, dan zal er wel een. andere zijn. De heer Duy.S: Maar zeg ma eens, hoe het kan. De heer Wijnkoop: Dat hebben we hl lang gezegd. Er wordt volstrekt geen; ernst gemaakt met de onderhandelingen, met Amerika. En de gezant is nfog niet eens benoemd. Men beginne met een volstrekt uitvoerverbod en verhiooge dan Jiet broodrantsoen. De heer de W,'ij kecslooth: Maar wilt u dan den invoer, regelen? De heer Beumor.: Ach, er, is geen- touw aan vast te knoopen! De heer Wijnkoop: Als men blijft doorgaan naar. binten uit te Voeren, dan. werpt men voortdurend meer moeilijk heden op. Maar men. hale au het graan rit Amerika. De heer van' de Daar: Wat wilt' u teruggeven voor het Amerikaanschë jgraan? J De heer Wiijhkoop: Dat moet de regieering wetenl (Gejoel en vele inter- jrupUes). De heer Duy.s: O, wat een onzinl De heer Wijnkoop: Ik heb her haaldelijk gezegd, dat wij de verantwoor delijkheid voor de daden der regeering niet op ons kunpen nemen. De heer Duys: Kunnen wij dat dan wel? De heer Wijnkoop: De S. D. A. P. kan mei ons den grondslag van de huidige levensmiddelenvoorziening veran deren, maar zij weigert steeds. Men spreekt van tie groote eischen aan de schatkist, maar als iets 40 millioen kost en men weigert, dan wil men niet voor de arneiders zorgen. Want heb geld is er. Enz., enz., enjz. «We hebben er misschien te veel plaats aan gewijd, maar het dient ter kwalil ficalie en rechtvaardigt reeds bij voor baat een korte vermelding van verdere speechen van dat lid. Maar ook het overige debat leverde" heel weinig nieuwe gewichlspunten op. Dat de heer K u ij p e r, de katholieke democraat, uiteenzette het op sommige punten wet eens le zijn met den heer! Schaper en op andere niet, bracht al evenmin de zaak verder, als het betoog van den heer Smeenk, de man van Patrimonium, hiermee eindigenddat de motie-Schaper veel goeds heeft (bei- halve inzake de stelling-voorraden), doch dat de regeering stellig zal kunnen reke nen op den steun van spr. en zijn partij genoo ten. En de zakelijke redevoeringen randen heer Snoeck Ilenkemans en San- nes herinneren sterk aan vroegere de batten over deze materie. TesamOU met dit debat viel een inter pellatie van den heer D e W ij k e r- s l o o t h tegen het afmaaksysleem bij mond- ec klauwzeer. .Verleden jaar is door de Kamer een motie van dat lid en den heer Teenstra aangenomen, waarin dat afmaken wordt aigekeurd tóch gaat men er nu mee voort. Eerstgenoemde vroeg nn: Is de minister bereid, thans onmid dellijk bet afmaken van dieren wegens het voorkomen van miond- en klauwzeer te staken? Zoo niel, kan. de minister dan toezeg gen, indien de ziekte zich niet verder uittbreidt, te zullen ophouden met het afmaken (Het óntwöord rnoef nog volgen. Aangestipt zij nog dat de beer Schu ier ook ter sprake bracht dat Prins Jendrik opzettelijk eenige honjderden hec taren grond op de .Veluwe braak iaat lig- »eö ter wille van zijn, wilde zwijnen, xoewel zij voor rogge gebruikt kunnen' worden. Van de regeeringstafeï werd daarop gister, en eergister nog njefs geantwoord. ONZE GEZANT TE WASHINGTON. Npar de fT. R. Ct. mét zekerheid verft neemt, kan ae ftenpemCng van den 'Heer J. T«, Cremer, oud-minister van koloniën, tot gezant te Washington, zeer spoedig? tegemoet gezien worden. BELASTING OP ADVERTENTIES? Volgens de (Chr.) Amsterdammer over weegt de minister van Financiën tot ver sterking van de rijksmiddelen o. m. het heffen van een belasting op advertenties. Aanvankelijk was' gedacht aan wederin voering van het dagbladzegel; daarvan is men echter teruggekomenthans Wil men overgaan tot een belasting op opbrengst van advertenties van 510 pCt, Als beginsel moet hiervoor dienen Gat aan een ieder de bezoldiging wordt ge geven, die bij -zon hebben "genoten, indien bij sinds de benoeming in de betrek king, die hij bij de invoering van de' nieuwe regeling bekleedt, onder die re" geling had gediend. Voor hen, wier be trekking door deze regeling wordt omge doopt, zal dit beginsel overeenkomstige toepassing moeten, vinden* NEDERL AND BB DB MflUDD. De vaart op Scandinavië hervat De moeilijkheden die ten aanzien van de scheepvaart met de Duitsche Regee- rtng waren gerezen en die ten gevolge' hadden dat voor de Scandinavische vaart van "Duitsche zijde geen vrijgeleiden wer den verstrekt, zijn op voor Nederland bevredigende wijze opgelost De \Oart op Scandinavië zal in verband hiermede binnenkort worden hervat BitutiininB en PWWDWm Tih e e. Naar de (Ghr.). „Amsterdammer" ver neemt, is de kans groot, dat er weder thee zal gedistribueerd worden. De on langs aangekomen zendingen blijken dit mogelijk te maken. Omtrent het tijdstip en de noeveelheid van de te distribueerert thee kan echter nog niets worden mede gedeeld. Koffie. De Minister van Landbouw heeft be paald dat gedurende elk der tijdvakken tn 1—15 November 1918 en van 15 30 November 1918 door detaillisten! aan verbruikers resp. op de bons 40 en 41 eener thee- en koffiekaartj 0.05 K.Go koffie zal mogen worden afgeleverd. —B Broodkaart De directeur van het Rijkskantoor, voor brood maakt, bekend, dat de brood kaart van het 72ste tijdvak geldig is van '18 October tot en met 24 October;. Manu facturen. De Minister van Landbouw brengt ter kennis van belanghebbenden, dat geleide- biljetten van het Rijkskantoor voor manu facturen vanaf 18 October 1918 alleen geldig zijn, indien voorzien van de naam stempels der beide adjunct-directeuren! G. O. Klatte ett Alfred Polak. Goederen verzonden' vofor bovengë- ncemden datum vallen' niet onder Gezel bepaling. B ij singbohe voior schbenen. JVan het Kon. Nat. Steuncomité ver schijnt dezer dagen een circulaire, waarbij het tijdstip, tot wanneer de bijslagbons voor schoenen geldig blijven, voorloopig voor onbepaalden tijd is verschoven. LOONREGELING VAN HET SPOORWEG PERSONEEL. Verschenen is het verslag van Ge Staatscommissie tot voorbereiding van de herziening van de loonregeling van spoor wegpersoneel, ingesteld bij Kon. besluit van 13 Juni 1917 no; 79 aan den Minister van Waterstaat Bij het ontwerpen van de bezoldigingen is- rekening gehouden met de loonen. die door verschillende als goede werk geefsters bekend staande gemeenten en ook door den Staat worden gegeven. Aangezien de oommissie voor een ab solute gelijkheid van belooning voor het geheele land geen voorstander in haar midden bleek te hebben, besloot zij om niet voor alle plaatsen een gelijke beloo ning te bepalen. .Voor de regeling van 'het loon der ambtenaren, van het locomotief- en trein personeel, der schrijVers en van bet evenbedoelde personeel in opleiding stelt de commissie derhalve een verdeeling van hel land in drie groepen voor. De beide goedkoopste groepen voor de be ambten zijn daarbij tot één groep ver- eenigd. Volgens de ontworpen regelingen wo.rdt voor alle betrekkingen het loon verhoogd, zij het niet voor allen in ge lijke male. Zal deze algemeen© verhoo ging echter tot haar recht komen, dan dient aanstonds voor elk van het reeds in dienst zijnde personeel de bezoldiging te worden opgevoerd tot het nieuwe peilt Bi» Mef Ingang van 1 Dec. 1918 is benoemd tot Rijksklerk der le. ldassd ten kantore van de Registratie no. I en der Sucü. rechten te Middelburg. J, Jk de Rijt De heer J. A. J. van der Kuip her dacht gister den dag, waarop hij vóór, 25 jaar in dienst trad bij den heer H. B. Wijtman op de Lange Burg alhier* Den plichtsgetrouwen jubilaris werd door zijn chef met een toepasselijk woonl een enveloppe met inhoud overhandigd; liet personeel schonk hem een bloem stuk. Gisteren is door de politie alhier een inval gedaan in een pakhuis, waar jbbjkbaar pas geslacht was; althans er werd vleesch aangetroffen. Tegen ver schillende personen is proces-verbaal op- gemaakt wegens Overtreding ran he!| slachtverbod. Door den molenaar Mintlerbóud werd aangifte gedaan, dat ten zij'nerï nadeele voor een waarde van' f 200 aan zakken was ontvreemd. Ter dezer zake werd door de politie een 15-ja- rige loopjongten van Gen zoon van M, aangehouden, die bekend© de zakken tg hebben ontvreemd en die thans aan de justitie is voorgeleid. Op verseliiT- lende plaatsen zijn ontvreemde zakken in beslag genomen. De jongen is na verboor naar het huid van bewaring overgebracht VII VliSif*»»* Te Vlissingen is Woensdagmor gen onder groote belangstelling ter aardt? besteld het stoffelijk overschol van wij len den Belgischen soldaat Jules ClaeyS uit Somerghem in Oost-Vlaanderen, diet in October 1914 gewond ovel" de grend kwam en thans na lang en smartelijk lijden op 3 9-jarigen leeftijd' is overlen den. Het lijk werd! bijgezet op hel voor de strijders der geallieerde landen bestemde deel van d<3 algemecnc begraaf- plaat». I

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1918 | | pagina 1