MIDDELRUIHiSUIlK COURANT.
mo 228
Vrijdag 27 September iïSia>5
lie: Jaarna
•Abonn. prd> Ï*»- LTOfc* «O Mfr
SellWirg en bij de agenten in -VliiKJiigeii
so Goes f 1,55; per po*S tl.75.
Advertentién 20 cent per regg,
®y abonnement veal biger.
Familieberichten «3D dankbearigtoga*
T*n 1—7 regel* f 1,50.
Bovenstaande advertentieprijzm word»]
Btei 20^ toeslag verhoogd*
DUURZAME
VREDE.
Als alle menschen wijs waren, ja, dan
kwam er misschien nog niets' van een
tiuui'zamen vrede, want die wijsheid zou
niet kunnen voorkomen dat de belangen
van de volken even verschillend zijn als
hun woonplaats.
Maar nu liet den schijn heeft, dat er
Idoor de donkere toekomst iets blinkt
dat wel eens de vrede kon wezen, al
weet niemand, wanneer we dien zullen
[bereiken, nu hoort men ook weer de
(uitingen van 't vertrouwen in de wijs
heid der menschen, door het geroep om
een duwzamm vrede.
Of de menschen nu zooveel wijzer en
humaner zijn dan die van vroegere ge-
Slachten? Ze hebben er in de laatste
jaren niet Veel blijk van gegeven!! En
wij kunnen nog altijd niet aan de para-
Üijs-achtige voorstelling gelooven, dat na
den vrede de tijgers van nu in eens in
lammeren zullen "zijn veranderd.
Ja maar, zoo wordt dan gezegd, die
vroegere tijden zijn lang geleden; de
stemming van de menschen nu is na 't
lijden van den'oorlog geheel anders dan
vroeger.
'I Is geen prettig werk om tegenover
dit goed verhouwen pessimistisch te blij
ven, maar het is een groote vergis
sing als men meent, dat het nu levend
geslacht het eerste is, dat na een groo-
ten oorlog werkt voor een duurzamen
wede. 't Is altijd zoo geweest.
We zullen maai- niet al le lang terug
gaan. Maar als we beginnen met den
Westpliaalschen wede, die behalve aan
den tachtigjarigen oorlog tusschen Spanje
en Nederland, ook den derligjarigen oor
log beëindigde tusschen Oostenrijk, Zwe
den, Frankrijk, den keurvorst van Bran
denburg en andere Duitsche vorsten
dus ook een oorlog van respectabelen
tomvang dan vinden we in art. 1 van
dat vredesverdrag de plechtige afkondi
ging: ,.Er zij een christelijke, algemeene
en eeuwige wede en een" ware, oprechte
vriendschap" tusschen al de onderteeke-
toaars van dat verdrag. Dat de eeuwig
heid van dien Vrede geen eeuwigheid
heeft geduurd, is dns maar al te goed
bekend Uit de geschiedenis.
Maar toch vindt men in "al de vredes
verdragen van alle groote europee sche
oorlogen der zeventiende en achttiende
eeuw telkens diezelfde termen herhaald,
Soms met een kleine wijziging der woor
den, In 1719, bij 't einde van den Noor-
schen oorlog lusSehen Zweden eenerzijds
en Pruisen, Hannover, Rusland en Dene
marken anderzijds, werd zelfs in 't vre
desverdrag gesproken van „een steeds
voorldurenden, eeuwigen, opi'echten en
(onverbrekel ijken vrede te water en te
land". Kan het nadrukkelijker?
We zullen al die verdragen niet op
noemen. Het zou eentonig worden. Soins
verliep er ternauwernood een jaar of
hel was al weer mis, b.v. tusschen Prui
sen en Oostenrijk. Maar, als voorbeeld
dal dezelfde stemming die nu merkbaar
is, ook woeger sterk werkte, halen we
laan de wedesverdragen van 1763 na den
zevenjarigen oorlog (Engeland, Portugal
en Pruisen legen Frankrijk, Spanje, Sak
sen en Oostenrijk) waarin men in den
panvang leest:
„Het heeft den Almachtige behaagd
den geest van eendracht en samenwer
king te verspreiden over de vorsten wier
geschillen beroeringen hadden gewekt in
de vier werelddeelen, en hen le bezielen
met het voornemen de zoetheid van den
vrede te doen volgen op de ongelukken
van een langen en bloedigen oorlog".
Wal dan gevolgd werd door de plech
tige verzekering van art. 1: „Er zal een
christelijke algemeene en eeuwige we
de zijn te land en ter zee, en een (op
rechte, blijvende wiendschap zal geves
tigd worden tusschen", enz.
Dat tien jaar later de krijg alweer
ontbrandde en zich geleidelijk van Ame
rika en Engeland ook uilbreidde tot
Frankrijk, Spanje en Holland, met een
tijdelijk samen vallanden oorlog tusschen
Oostenrijk en Pruisen, belette niet dat in
het vredesverdrag van Versailles in 1783
na 'de al zoo vaak herhaalde verzekering
lover een „christelijken, algemeenen en
eeuwigen wede", ook nog de verklaring
werd afgelegd: „Men zal in de toekomst
Ban beide zijden zorgvuldig alles vermij
den, wat de goede overeenstemming zou
kunnen verstoren."
Maar het hielp niets. Al heel gauw
kwam de Fransche revolutie en de Napo-
leonsiijd toen heel Europa weer in vlam
werd gezet. En toen men eindelijk in
1814 bij den eersten Parijschen vrede
daaraan een eind dacht te maken, Luidde
de inleiding tot hel vredesverdrag
,In naam van de allerheiligste en on
deelbare Drieêenheid. De koning van
Frankrijk eenerzijds en de keizer van
Oostenrijk enz. anderzijds, bezield door
den wensch aan de langdurige beroering
van Europa en het ongeluk van de vol
ken een eind te maken door een du}ur-
zamen wede die op een. rechtvaardige
verdeeling der krachten onder de mo
gendheden gegrondvest is, hebben tot dit
doel gevolmachtigden benoemd."
En in art. 1 van dat verdrag werd,
naast een verzekering van „eeuwigen
wede", nog bepaald: „De onderteeke-
nende partijen zulten niet slechts onder
elkaar den vrede bewaren, maar, zoo
veel van hen afhangt, ook er voor zor
gen. dat de wede im geheel Europa be
waard blijve."
Was ook niet een van de bedoelingen
van de Heilige Alliantie "het behoud van
den wede te verzekeren?
Zoo was de stemming woeger telkens
na een groolen oorlog. En dat in den
loop van de 19de eeuw na ieder der vele
oorlogen, die toen vooral in de tweede
helft dan daar dan hier plaats hadden,
ook steeds weer die wensch naar een
duurzamen vrede geuit werd, hebben wij
een tijd geleden in het licht gesteld
toen we herinnerden aan de in 1867 op
gerichte „Ligue internationale de la paix
et de la liberté", die o,a. als wedes-
middel tot doel stelde de vorming van
„de -Vereenigde Stalen van Europa"; aan
den in October 1870 in ons land opge-
richten Internationalen Vredebond, die
meende door voordrachten en geschrif
ten den vrede te kunnen bevorderen en
handhaven, en die op verscheidene plaat
sen in ons land, o. a. in Goes, afdeelingen
had met lal Van leden.
Heeft men ooit oenig resultaat van die
bonden gezien? Hebben de latere bon
den van dien aard, Vrede door Recht,
Anti-Oorlogsraad, enz. voor hun werk ook
maar eenige .aanknooping kunnen vinden
aan dingen door die voorgaugers tot
stand gebracht?
We herhalen het: het is geen prettig
werk tegenover menschen met mooie il
lusies pessimistisch te zjjn.
Maar als we uit het bovenstaande le
zen dat de menschen van woeger even
sterk als wij «aar een duurzamen vrede
verlangden wat oolc niet anders denk
baar is bij menschen die de ellende van
den oorlog gezien hebben dan is
't ons niet mogelijk te gelooven dat nu
wèl dat ideaal (bereikbaar zou worden. En
de practische slotsom van die overtuiging
is dat we heel verstandig zullen doen
ook na een „eeuwigen vrede" onze
weerkracht niet le verwaarloozen, en dat
volkenbonden of wat ook moge worden
bedacht voor het handhaven van den
vrede, nog allesbehalve een afdoende
waarborg zijln.
uister van binnenlandsche zaken,
Jhr. mr. Feitk, de tegenwoordige chef
van de afd. onderwijs aan het dep. van
binnenl. zaken die, zooals gemeld, be
stemd is voor 't ambt van secretaris
generaal bij het departement van Minis
ter De Visser, blijft voorloopig in zijn
aanstaande nieuwe functie gehuisvest in
zijn werkkamer op de bovcuêlage van het
ministerie van binnenlandsche zaken.
De nieuwbenoemde Minister van Arbeid
zal voorloopig zitting nemen in tie voor
malige wachtkamer van den Minister van
lu N. en H.
Armwezen blijft bij binnenlandsche
zaken, en volksgezondheid gaat over naar
hel ministerie van arbeid, maar blijft
voorloopig gehuisvest iu het departe-'
ment van binnenlandsche zaken.
De dienst der arbeidsbemiddeling en
der werkloozenverzekering, zoomede de
afdeeling arbeidersverzekering gaan van
het departement van waterstaat over naar
het ministerie van arbeid.
Mr. Th HEEMSKERK.
Bij kón. besluit is op zijn verzoek, te
rekenen van 9 September 1918 af, eervol
ontslag verleend aan mr. Th. Heemskerk,
als lid van den Raad van State.
KATHOLIEKE DEFENSIE-COMMISSIE.
Het bestuur van den Alg. Bond van
R. K. ICiesvereenigingen in Nederland
heeft een commissie ingesteld, teneinde,
vooral in het licht der ontwapenings-
gedachle, het vraagstuk der verdediging
van Nederland en zijn koloniën zoowel
uit een principieel als uit een praclisch
oogpunt in zijn vollen omvang te onder
zoeken en de resultaten van dat onder
zoek in een aan liet bondsbestuur uit te
brengen rapport neder te leggen.
OUDE SCHOENEN.
Nu bet met de schoenfabricage zoo
bedenkelijk gesteld blijkt te zijn dioor,
gebrek aan leer, verwondert üeC ons
dat we nog niets hooren van het stelsel
matig van overheidswege inzamelen degen
betaling) van oude schoenen. Aan af-
jedankle schoenen zit gewoonlijk nog
reel wat leer van waarde, meestal aan
het bovenwerk, en velen toonden ook
reeds heel goed die waarde te beseffen
door het huldigen van den regel: Gooi
geen oude schoenen weg, ook als jol
nieuwe hebt. Gedeelten van die afge
dankte schoenen, zoo redeneerde men,
zouden, allicht weer dienst kunnen doen
voor reparatie van schoenen-in-gebruik.
Maar dat er van oude schoenen nog
veel meer te maken is, weten we uit
Duitschland en Frankrijk. Daar worden
stelselmatig de afgedankte schoenen bij
eengezameld, en in speciale werkplaat
sen door schoenmakers uiteengetornd; en
van die onderdieelen worden dan weer
nieuwe schoenen gemaakt, bij duizenden.
Uit afbeeldingen in de geïllustreerd^ tijd
schriften nebben we de werkelijk ver.
rassendo resultaten van die methodp
leeren kennen. Misschien wordt iels
dergelijks ook bij ons reeds overwogen
„in hooge rogionen". Maar we hooren
er niets van en daarom kan hét mis
schien zijn nut hebben aan dat belang
van oude schoenen te herinneren.
ihrhiiah.
MINISTERS VAN ONDERWIJS EN VAN
ARBEID.
Bij kón. besluit vajn 25 dezer zjjn be
noemd
lo. tot minister van onderwijs, kun
sten en. wetenschappen, dr. J. Th. de Vis
ser, benoemd lid van de (Tweede Kamer
der Slatcn-Generaal
2o. tot minister van arbeid, mr. P. J.
M. Aalberse. hojogleeraar aan de Techni
sche Hoogeschjöol te Delft.
In. het departement van binnejilandsche
zaken is voor den Minister De Visser,
als werkkamer in gereedheid gébracht
het vertrek, dat bestemd was voor het
verleenen van audiëntiën door den tni-
ALS DE GRENZEN OPENGAAN
„Velen onzer landgenooten zijn over
tuigd dat Nederland in hel interuationlaal
verkeersleven niet die plaats inneemt,
Waarop de belangrijkheid van zijn nijver
heid en handel, zoowel als het eigenaar
dig landsschoon en d(e historische be-
leekenis recht geven.
Dit besef, versterkt door de over
tuiging dat Vreemdelingenverkeer oen:
voorname factor is tot verhanging der
volksweervaart, was oorzaak tot het in
het leven roepen der Algemeene Neder-
fandsche .Verceniging voor Vreemdelin
genverkeer. Het is dus een economisch
belang dat wij wenschen le bevorderen
daarom hopen wij, oat dje lezer ge
durende enkele ©ogenblikken zijn aan
dacht zal willen schenken 'aan den in
houd van dil vlugschrift.''
Aldus het vóorw >ord van -een brlochure,
die dezer dagen verscheen, met het hier
boven geplaatste opschrift als titel.
"We bevelen de lezing van dit ge
schrift aan velen aan. Het geeft, naast
een uiteenzelling van de veel te vaak
onderschatte economische beteekenis van
het Vreemdelingen verkeer, een uitvoerig
antwoord op de vraógzijn wij gereedf?
Dal antwoord is niet alleen van belang
oor de hotelhouders; o, zeker, voor
dezen staat er heel veel lezenswaards!
in de hoofdstukken over „Een aange
naam logies" in over het Hotelwezen
in ons land.
Ma ar ter kenschetsing van het hoekje'
dat echter in zijn geheel dient gelezen!
te worden halen we hier een gedeelte;
aan ui. het hoofdstuk: "(Wat gedaan
moet worden."
„Als de middelen om toeristen te trek
ken, beschouwen wij vooral de ver-
spreidiug vnn korte geschriften, die d|e'
belangrijkheid van ons land aantoonen,
films die een begrip geven onzer voor
naamste industrieën, zoowel als die ons
stedenschoon en volksleven illustreerem
Verder lezingen in het buitenland met
lichtbeelden en artikelen in de voor
naamste buitenlandsche tijdschriften.
Ook geïllustreerde albums van Neder-
ad, dio o. ui. in buitenlandsche hotels,
publieke wachtkamers en op de schepen
der groote stoomvaartlijnen ter bezich
tiging worden gelegd, kunnen veel bijdra
gen, om de Lelangslelling van het reizend
publiek op Ie wekken en levendig te
houden.
In de voornaamste steden van onjs
Innd, zoowel als aan de grenzen en, in
onze havens, in het algemeen op die
punten, die als centra der vreemdlelingen-
beweging kunnen worden beschouwd,
moet ruime gelegenheid worden gebodpn
den reizigers inlichtingen te verschaffen,,
die hen tot een langer of korter ver
blijf kunnen bewegen.
Dient de vestiging in Nederland in
het algemeen te worden bevorderd, zeer
zeker is het noodzakelijk, dat repatri-
eerenden en verlofgangers uit Neder-
landsch Indie op meer doeltreffende wijze
dan tot nu toe geschiedt, in de ge
legenheid worden gesteld zich van plaat
selijke bijzonderheden op de hoogte te
stellen, waardoor velen als blijvers won
den behouden.
Dit groot economisch belang vfoor ons
land vond tot nu toe onvoldioenjde be-
liartigiug hetwelk tengevolge had dat
menigeen zich le Brussel, in Zwitserland
of aan de Riviera vestigde, omdat de
voordeelen van eigen land hier niet prao-
tisch onder hunne aandacht waren ge
bracht.
Hetzelfde geldt aangaande de buiten
landsche vercenigingen met gelijk doel
als de onze opgericht, waardoor bij de
verspreiding onzer propaganda-litteratuur
aanmerkelijke voordeelen te verkrijgen
zouden zijn op voorwaarden van tegen
prestatie. De hulp der voornaamste bui
tenlandsche dagbladen moet worden inge
roepen lot hel verbreiden van juisterO
begrippen omlrenl ons land, waartoe
hunne correspondenten ongetwijfeld kun
nen medewerken.
Van groot belang is voorts een ge
regelde samenwerking met verkeers
lichamen, groote stoomvaartmaatschap
pijen, spoorwegen en onze Vereeniging,
omdat deze er veel toe kunnen bijdragen,
dat de door ons te bewerken reclamdj
geschriften zooveel mogelijk in handen
an belangstellenden komen.
Het toezicht op de verspreiding dier
propaganda middelen, zou iu sommige ge-
allea aan speciale vertegenwoordigers
onzer Verceniging iu het buitenland moe
ten worden toevertrouwd, terwijl de
Nederlandsche consuls kunnen uilgenom-
digd worden tot het houden van eenige
controle en hel geven van eenige in
licht iugen.
Het is echter gewenscht, dat de lei
ding van alle werkzaamheden in handen
an ééne organisatie worde gesteld en
wij meencn te moeten waarschuwen tegen
versnippering van krachten die ook op
dit gebied nog kan worden waargenotnen.
Samenwerking blijft ook hier een drin
gende eisch."
NEDERLAND EN DB OORLOG.
Verblijf sbe palingen.
De commandant der stelling van de
monden der Maas en der Schelde (com
mando Zeeland) heeft het verblijf in zijn
gezagsgebied wegens spionage ontzegd
aan \V. Weltevreden, geboren 1 Maar
1898 te Maassluis, wonende te Vlaardin-
gen, van beroep zeeman, en aan II. A.
Everaerts geboren 21 October 1877 te
Ostende, wonende te Vlissingen, van be
roep Belgisch zeeloods.
Wegens verboden nederlage werd het
verblijf ontzegd aan E. C. W. A dc
Graaf f, geboren 25 Maart 1887 te Poort
vliet. wonende aldaar, van beroep schip"
per.
De „Frisia."
Aan het departement van buitenland
sche zaken is bericht ontvangen, dal
de „Frisia" van die Kon. Holt. Lloyd
vnn Buenos Aires vertrokken is met
3700 ton meel.
n
Voedsel uit Amerika.
Men heeft gelezen dat de regëering
te Washington het feit memoreert, dat
Nederlaud geen voldoende scheeps-
ruimte Ier beschikking stelt, tot het
afhalen van de groote voorraden graan,
die in de Amerikaansche havens voor
ons beschikbaar liggen.
Wel in tegenspraak met deze opvat
ting, zoo schrijft het Rott. Nbl., is het
feit, dat de Sirrali" van Van Nievelt
Goudriaan en Co. en de „Djebres" van
den Rotterdamschen Lloyd, die in goed
vertrouwen naar New-York uitgezonden
werden om graan te halen, nu al vele
weken aldaar worden opgehouden.
En toen de „Nieuw Amsterdam" voor
haar jongste reis naar Nederland ver
trok, zag men aan boord dat juist
deze heide schej>en werden verhaald
naar de 200ste straat, de plaats waar
de opgelegde schepen in New-York ple
gen te worden vast gelegd. Woorden en
dadenf.
Nederlanders in Amerika.
Reuter seint uit Washington
De aandacht van generaal-majoor Crow,
der, provoost-maarschalk van het leger
der VereenigQf Staten, was gevestigd op
de talrijke berichten in de Nederland
sche pers omtrent het verplichten tot
militairen dienst' in de Vercenigdjo Stalen
van Nederlandsche onderdanen.
Crowd er hoeft in verband daarmee de
volgende officieele verklaring openbaar
gemaakt: Een Nederlandsch onderdaan,
wonende in de Ver. Statpn, die do „eerste-
papieren" voor het Amerikaansche bur
gerschap niet heeft aangevraagd, is niet
verplicht tot militairen dienst.
Intusschen lean een Nederlandsch on
derdaan, indien hij dat wenschtj zijn
verklaring, dat hij burger van de Ver.
Staten wit worden, intrekken. Als hij
dat doet, is hij niet langer verplicht
tot militairen dienst.
Het is niet juist, dat Nederlandsche
onderdanen, of Nederlandsche onderda-
hen, die de „eerste papieren" voor hel)
Amerikaansche burgerschap hebben ont
vangen, de keus krijgen om öf naar)
Nederland lerug te keerc-n óf in het .Ame
rikaansche leger dienst te nemen.
Zelfs boven is meegedeeld, is een
Nederlandsch onderdaan, die geen stap
pen heeft gedaan om Amerikaansch bur
ger te worden of "zijn desbetreffende ver*
klaring heeft ingetrokken, niet verplicht
dienst te- nemen. In beide gevallen blij-
•en zij gerechtigd in de Ver. Staten le!
blijven.
Verhooging abonnements
gelden.
In een gisteren te Amsterdam gfehou"
den vergadering van de Vereeniging De
Nederlandsche Dagbladpers is de volgen"
de mqtie aangenomen
„De Vereeniging de Nederlandsche
Dagbladpers iu haar vergadering van den
26 September 1918;
overwegende, dat de voortdurende stij
ging van alle eerste benoodigdheden voor
het bedrijf en de komende belangrijke
verhooging der arbeidsloonen in het be
gin van October aanstaande een verster
king der inkomsten noodzakelijk maken;
besluit, dat tot een nieuwe matige ver
hooging der abonnementsgelden moet wór
den overgegaan."
DISTRIBUTIE EN PRODUCTIE.
KI eeren op bons.
Naar het Rolt. N.bl. met stelligheid
verneemt, zal binnen enkele wéken een
zelfde regeling' als thans voor den win-
kelhandel in schoenen is voorgeschre
ven, óók voor de Ideederen worden in
gevoerd. Uitsluitend op bon en tegen
afgifte van een oud-cosiuum aan zijn
tailleur zal men dan een nieuw costuum
kunnen verkrijgen.
Schoenwerk.
Het Rijkskantoor voor Huiden en Le
der heeft verboden den aanmaak van:
Geheel leeren dameslaarzcn met
een schachthoogle van meer dan 15 c.M,
gemeten langs den achternaad van den
hak af.
b. Geheel leeren meisjes- en kinder
laarzen met een schachthoogte van meer
dan 12 c.M., eveneens langs den achter
naad van den hak af.
c. Dames- en heeren rijlaarzen.
Een ernstige beschuldiging.
De firma's^ wed. J. L. Bekker on P.
Krol en Zonen, beide schoen winkelier
te 's-Gravenhage, hebben een adres aan
den minister van landbouw gezonden!,
waarin naar aanleiding van licl plotse-
Linge stopzelten van den verkoop van
schoenen, een ernstig onderzoek ge
vraagd wordt naar de handelingen van de
personen, die de semi-officieele bureaux
's-Gravenhage van advies dienen.
Adressanten zijn bereid „aan le toonen
dat die personen van de in hun kwaliteit
verkregen gegevens misbruik hebben ge
maakt en op die wijze hebben bereikt,
dat zij bij de komende distributie door
groolcr voorraden een voorsprong zul
len hebben op die winkeliers, dïe tof
heden getrouw de rijksvoorschriften zijn
nagekomen." Adressanten verzoeken den
minister, „een onderzoek le willen gelas
ten door hoogstaande, onpartijdige per
sonen, opcfat in het algemeen belang
worde zorg gedragen, dat de moraliteit
der regeer! n góadviseurs in elk opz^clit zij
gewaarborgd."
De vet-d'istributie
Dc minister van Landbouw maakt be
kend, dat de wisselbons, bedoeld in
art 4 der Ministerieele beschikking van
31 Mei 1918 betreffende vel-distributie-»
regeling', welke in het eerste tijdvak
zijn afgegèven, ook nog gedurende het
gelieele tweede tijdvak geldig zullen
zijn
De minister heeft voorts bepaald, daï
met ingang van 23 September 191S aan
houders van inrichtingen, geheel of ge
deeltelijk bestemd voor het verstrekken
van maaltijden aan hel publiek, een
aantal Rijksvetkaarten, voorzien van 50
wisselbons, legen ieder waarvan 5 gram
vet kan worden gekocht of verkocht,
in voorraad kan worden gegeven
,Voor het nuttigen van maaltijden in
deze inrichtingen is de bezoeker, voor
zoover tot dien maaltijd behoorende
spijzen met vet zijn toebereid of daar
bij vet wordt gebruikt, verplicht tot af
gifte van velbons ter waarde van:
voor een eerste ontbijt: 5 gram; voor
een tweede ontbijt of maaltijd voor
zoover geen hoofdmaaltijd: 10 gram;
voor den maaltijd (hoofdmaaltijd)10
gram
Vervoerbewjij zen voor levëriss
middelen bij verhuizing.
De minister van Landbouw heeft be
paald, dat bij verhuizingen van de cen0
naar de andere gemeente de burgemees-
ter van de gemeente, van waaruit de
verhuizing plaats vindt, gemachtigd ia
aan de betrokken personen vepvoerbes
wijzen uit te reiken, indien ten genoegff
van voornoemden burgemeester is aanJ
getoond, dat de artikelen, waaronder
ook te verstaan levensmiddelen en der
gelijke, waarvoor het vervoerbewysi
wordt gevraagd, behooren tot een bona-
fiden verhuisboedel en geen grooterq
hoeveelheden uitmaken dan in verband
met de grootte van het gezin En da
vastgestelde rantsoenen als normale!
voorraad mag worden aangemerkt.