MIDDELRUIHiSUIlK COURANT. mo 228 Vrijdag 27 September iïSia>5 lie: Jaarna •Abonn. prd> Ï*»- LTOfc* «O Mfr SellWirg en bij de agenten in -VliiKJiigeii so Goes f 1,55; per po*S tl.75. Advertentién 20 cent per regg, ®y abonnement veal biger. Familieberichten «3D dankbearigtoga* T*n 1—7 regel* f 1,50. Bovenstaande advertentieprijzm word»] Btei 20^ toeslag verhoogd* DUURZAME VREDE. Als alle menschen wijs waren, ja, dan kwam er misschien nog niets' van een tiuui'zamen vrede, want die wijsheid zou niet kunnen voorkomen dat de belangen van de volken even verschillend zijn als hun woonplaats. Maar nu liet den schijn heeft, dat er Idoor de donkere toekomst iets blinkt dat wel eens de vrede kon wezen, al weet niemand, wanneer we dien zullen [bereiken, nu hoort men ook weer de (uitingen van 't vertrouwen in de wijs heid der menschen, door het geroep om een duwzamm vrede. Of de menschen nu zooveel wijzer en humaner zijn dan die van vroegere ge- Slachten? Ze hebben er in de laatste jaren niet Veel blijk van gegeven!! En wij kunnen nog altijd niet aan de para- Üijs-achtige voorstelling gelooven, dat na den vrede de tijgers van nu in eens in lammeren zullen "zijn veranderd. Ja maar, zoo wordt dan gezegd, die vroegere tijden zijn lang geleden; de stemming van de menschen nu is na 't lijden van den'oorlog geheel anders dan vroeger. 'I Is geen prettig werk om tegenover dit goed verhouwen pessimistisch te blij ven, maar het is een groote vergis sing als men meent, dat het nu levend geslacht het eerste is, dat na een groo- ten oorlog werkt voor een duurzamen wede. 't Is altijd zoo geweest. We zullen maai- niet al le lang terug gaan. Maar als we beginnen met den Westpliaalschen wede, die behalve aan den tachtigjarigen oorlog tusschen Spanje en Nederland, ook den derligjarigen oor log beëindigde tusschen Oostenrijk, Zwe den, Frankrijk, den keurvorst van Bran denburg en andere Duitsche vorsten dus ook een oorlog van respectabelen tomvang dan vinden we in art. 1 van dat vredesverdrag de plechtige afkondi ging: ,.Er zij een christelijke, algemeene en eeuwige wede en een" ware, oprechte vriendschap" tusschen al de onderteeke- toaars van dat verdrag. Dat de eeuwig heid van dien Vrede geen eeuwigheid heeft geduurd, is dns maar al te goed bekend Uit de geschiedenis. Maar toch vindt men in "al de vredes verdragen van alle groote europee sche oorlogen der zeventiende en achttiende eeuw telkens diezelfde termen herhaald, Soms met een kleine wijziging der woor den, In 1719, bij 't einde van den Noor- schen oorlog lusSehen Zweden eenerzijds en Pruisen, Hannover, Rusland en Dene marken anderzijds, werd zelfs in 't vre desverdrag gesproken van „een steeds voorldurenden, eeuwigen, opi'echten en (onverbrekel ijken vrede te water en te land". Kan het nadrukkelijker? We zullen al die verdragen niet op noemen. Het zou eentonig worden. Soins verliep er ternauwernood een jaar of hel was al weer mis, b.v. tusschen Prui sen en Oostenrijk. Maar, als voorbeeld dal dezelfde stemming die nu merkbaar is, ook woeger sterk werkte, halen we laan de wedesverdragen van 1763 na den zevenjarigen oorlog (Engeland, Portugal en Pruisen legen Frankrijk, Spanje, Sak sen en Oostenrijk) waarin men in den panvang leest: „Het heeft den Almachtige behaagd den geest van eendracht en samenwer king te verspreiden over de vorsten wier geschillen beroeringen hadden gewekt in de vier werelddeelen, en hen le bezielen met het voornemen de zoetheid van den vrede te doen volgen op de ongelukken van een langen en bloedigen oorlog". Wal dan gevolgd werd door de plech tige verzekering van art. 1: „Er zal een christelijke algemeene en eeuwige we de zijn te land en ter zee, en een (op rechte, blijvende wiendschap zal geves tigd worden tusschen", enz. Dat tien jaar later de krijg alweer ontbrandde en zich geleidelijk van Ame rika en Engeland ook uilbreidde tot Frankrijk, Spanje en Holland, met een tijdelijk samen vallanden oorlog tusschen Oostenrijk en Pruisen, belette niet dat in het vredesverdrag van Versailles in 1783 na 'de al zoo vaak herhaalde verzekering lover een „christelijken, algemeenen en eeuwigen wede", ook nog de verklaring werd afgelegd: „Men zal in de toekomst Ban beide zijden zorgvuldig alles vermij den, wat de goede overeenstemming zou kunnen verstoren." Maar het hielp niets. Al heel gauw kwam de Fransche revolutie en de Napo- leonsiijd toen heel Europa weer in vlam werd gezet. En toen men eindelijk in 1814 bij den eersten Parijschen vrede daaraan een eind dacht te maken, Luidde de inleiding tot hel vredesverdrag ,In naam van de allerheiligste en on deelbare Drieêenheid. De koning van Frankrijk eenerzijds en de keizer van Oostenrijk enz. anderzijds, bezield door den wensch aan de langdurige beroering van Europa en het ongeluk van de vol ken een eind te maken door een du}ur- zamen wede die op een. rechtvaardige verdeeling der krachten onder de mo gendheden gegrondvest is, hebben tot dit doel gevolmachtigden benoemd." En in art. 1 van dat verdrag werd, naast een verzekering van „eeuwigen wede", nog bepaald: „De onderteeke- nende partijen zulten niet slechts onder elkaar den vrede bewaren, maar, zoo veel van hen afhangt, ook er voor zor gen. dat de wede im geheel Europa be waard blijve." Was ook niet een van de bedoelingen van de Heilige Alliantie "het behoud van den wede te verzekeren? Zoo was de stemming woeger telkens na een groolen oorlog. En dat in den loop van de 19de eeuw na ieder der vele oorlogen, die toen vooral in de tweede helft dan daar dan hier plaats hadden, ook steeds weer die wensch naar een duurzamen vrede geuit werd, hebben wij een tijd geleden in het licht gesteld toen we herinnerden aan de in 1867 op gerichte „Ligue internationale de la paix et de la liberté", die o,a. als wedes- middel tot doel stelde de vorming van „de -Vereenigde Stalen van Europa"; aan den in October 1870 in ons land opge- richten Internationalen Vredebond, die meende door voordrachten en geschrif ten den vrede te kunnen bevorderen en handhaven, en die op verscheidene plaat sen in ons land, o. a. in Goes, afdeelingen had met lal Van leden. Heeft men ooit oenig resultaat van die bonden gezien? Hebben de latere bon den van dien aard, Vrede door Recht, Anti-Oorlogsraad, enz. voor hun werk ook maar eenige .aanknooping kunnen vinden aan dingen door die voorgaugers tot stand gebracht? We herhalen het: het is geen prettig werk tegenover menschen met mooie il lusies pessimistisch te zjjn. Maar als we uit het bovenstaande le zen dat de menschen van woeger even sterk als wij «aar een duurzamen vrede verlangden wat oolc niet anders denk baar is bij menschen die de ellende van den oorlog gezien hebben dan is 't ons niet mogelijk te gelooven dat nu wèl dat ideaal (bereikbaar zou worden. En de practische slotsom van die overtuiging is dat we heel verstandig zullen doen ook na een „eeuwigen vrede" onze weerkracht niet le verwaarloozen, en dat volkenbonden of wat ook moge worden bedacht voor het handhaven van den vrede, nog allesbehalve een afdoende waarborg zijln. uister van binnenlandsche zaken, Jhr. mr. Feitk, de tegenwoordige chef van de afd. onderwijs aan het dep. van binnenl. zaken die, zooals gemeld, be stemd is voor 't ambt van secretaris generaal bij het departement van Minis ter De Visser, blijft voorloopig in zijn aanstaande nieuwe functie gehuisvest in zijn werkkamer op de bovcuêlage van het ministerie van binnenlandsche zaken. De nieuwbenoemde Minister van Arbeid zal voorloopig zitting nemen in tie voor malige wachtkamer van den Minister van lu N. en H. Armwezen blijft bij binnenlandsche zaken, en volksgezondheid gaat over naar hel ministerie van arbeid, maar blijft voorloopig gehuisvest iu het departe-' ment van binnenlandsche zaken. De dienst der arbeidsbemiddeling en der werkloozenverzekering, zoomede de afdeeling arbeidersverzekering gaan van het departement van waterstaat over naar het ministerie van arbeid. Mr. Th HEEMSKERK. Bij kón. besluit is op zijn verzoek, te rekenen van 9 September 1918 af, eervol ontslag verleend aan mr. Th. Heemskerk, als lid van den Raad van State. KATHOLIEKE DEFENSIE-COMMISSIE. Het bestuur van den Alg. Bond van R. K. ICiesvereenigingen in Nederland heeft een commissie ingesteld, teneinde, vooral in het licht der ontwapenings- gedachle, het vraagstuk der verdediging van Nederland en zijn koloniën zoowel uit een principieel als uit een praclisch oogpunt in zijn vollen omvang te onder zoeken en de resultaten van dat onder zoek in een aan liet bondsbestuur uit te brengen rapport neder te leggen. OUDE SCHOENEN. Nu bet met de schoenfabricage zoo bedenkelijk gesteld blijkt te zijn dioor, gebrek aan leer, verwondert üeC ons dat we nog niets hooren van het stelsel matig van overheidswege inzamelen degen betaling) van oude schoenen. Aan af- jedankle schoenen zit gewoonlijk nog reel wat leer van waarde, meestal aan het bovenwerk, en velen toonden ook reeds heel goed die waarde te beseffen door het huldigen van den regel: Gooi geen oude schoenen weg, ook als jol nieuwe hebt. Gedeelten van die afge dankte schoenen, zoo redeneerde men, zouden, allicht weer dienst kunnen doen voor reparatie van schoenen-in-gebruik. Maar dat er van oude schoenen nog veel meer te maken is, weten we uit Duitschland en Frankrijk. Daar worden stelselmatig de afgedankte schoenen bij eengezameld, en in speciale werkplaat sen door schoenmakers uiteengetornd; en van die onderdieelen worden dan weer nieuwe schoenen gemaakt, bij duizenden. Uit afbeeldingen in de geïllustreerd^ tijd schriften nebben we de werkelijk ver. rassendo resultaten van die methodp leeren kennen. Misschien wordt iels dergelijks ook bij ons reeds overwogen „in hooge rogionen". Maar we hooren er niets van en daarom kan hét mis schien zijn nut hebben aan dat belang van oude schoenen te herinneren. ihrhiiah. MINISTERS VAN ONDERWIJS EN VAN ARBEID. Bij kón. besluit vajn 25 dezer zjjn be noemd lo. tot minister van onderwijs, kun sten en. wetenschappen, dr. J. Th. de Vis ser, benoemd lid van de (Tweede Kamer der Slatcn-Generaal 2o. tot minister van arbeid, mr. P. J. M. Aalberse. hojogleeraar aan de Techni sche Hoogeschjöol te Delft. In. het departement van binnejilandsche zaken is voor den Minister De Visser, als werkkamer in gereedheid gébracht het vertrek, dat bestemd was voor het verleenen van audiëntiën door den tni- ALS DE GRENZEN OPENGAAN „Velen onzer landgenooten zijn over tuigd dat Nederland in hel interuationlaal verkeersleven niet die plaats inneemt, Waarop de belangrijkheid van zijn nijver heid en handel, zoowel als het eigenaar dig landsschoon en d(e historische be- leekenis recht geven. Dit besef, versterkt door de over tuiging dat Vreemdelingenverkeer oen: voorname factor is tot verhanging der volksweervaart, was oorzaak tot het in het leven roepen der Algemeene Neder- fandsche .Verceniging voor Vreemdelin genverkeer. Het is dus een economisch belang dat wij wenschen le bevorderen daarom hopen wij, oat dje lezer ge durende enkele ©ogenblikken zijn aan dacht zal willen schenken 'aan den in houd van dil vlugschrift.'' Aldus het vóorw >ord van -een brlochure, die dezer dagen verscheen, met het hier boven geplaatste opschrift als titel. "We bevelen de lezing van dit ge schrift aan velen aan. Het geeft, naast een uiteenzelling van de veel te vaak onderschatte economische beteekenis van het Vreemdelingen verkeer, een uitvoerig antwoord op de vraógzijn wij gereedf? Dal antwoord is niet alleen van belang oor de hotelhouders; o, zeker, voor dezen staat er heel veel lezenswaards! in de hoofdstukken over „Een aange naam logies" in over het Hotelwezen in ons land. Ma ar ter kenschetsing van het hoekje' dat echter in zijn geheel dient gelezen! te worden halen we hier een gedeelte; aan ui. het hoofdstuk: "(Wat gedaan moet worden." „Als de middelen om toeristen te trek ken, beschouwen wij vooral de ver- spreidiug vnn korte geschriften, die d|e' belangrijkheid van ons land aantoonen, films die een begrip geven onzer voor naamste industrieën, zoowel als die ons stedenschoon en volksleven illustreerem Verder lezingen in het buitenland met lichtbeelden en artikelen in de voor naamste buitenlandsche tijdschriften. Ook geïllustreerde albums van Neder- ad, dio o. ui. in buitenlandsche hotels, publieke wachtkamers en op de schepen der groote stoomvaartlijnen ter bezich tiging worden gelegd, kunnen veel bijdra gen, om de Lelangslelling van het reizend publiek op Ie wekken en levendig te houden. In de voornaamste steden van onjs Innd, zoowel als aan de grenzen en, in onze havens, in het algemeen op die punten, die als centra der vreemdlelingen- beweging kunnen worden beschouwd, moet ruime gelegenheid worden gebodpn den reizigers inlichtingen te verschaffen,, die hen tot een langer of korter ver blijf kunnen bewegen. Dient de vestiging in Nederland in het algemeen te worden bevorderd, zeer zeker is het noodzakelijk, dat repatri- eerenden en verlofgangers uit Neder- landsch Indie op meer doeltreffende wijze dan tot nu toe geschiedt, in de ge legenheid worden gesteld zich van plaat selijke bijzonderheden op de hoogte te stellen, waardoor velen als blijvers won den behouden. Dit groot economisch belang vfoor ons land vond tot nu toe onvoldioenjde be- liartigiug hetwelk tengevolge had dat menigeen zich le Brussel, in Zwitserland of aan de Riviera vestigde, omdat de voordeelen van eigen land hier niet prao- tisch onder hunne aandacht waren ge bracht. Hetzelfde geldt aangaande de buiten landsche vercenigingen met gelijk doel als de onze opgericht, waardoor bij de verspreiding onzer propaganda-litteratuur aanmerkelijke voordeelen te verkrijgen zouden zijn op voorwaarden van tegen prestatie. De hulp der voornaamste bui tenlandsche dagbladen moet worden inge roepen lot hel verbreiden van juisterO begrippen omlrenl ons land, waartoe hunne correspondenten ongetwijfeld kun nen medewerken. Van groot belang is voorts een ge regelde samenwerking met verkeers lichamen, groote stoomvaartmaatschap pijen, spoorwegen en onze Vereeniging, omdat deze er veel toe kunnen bijdragen, dat de door ons te bewerken reclamdj geschriften zooveel mogelijk in handen an belangstellenden komen. Het toezicht op de verspreiding dier propaganda middelen, zou iu sommige ge- allea aan speciale vertegenwoordigers onzer Verceniging iu het buitenland moe ten worden toevertrouwd, terwijl de Nederlandsche consuls kunnen uilgenom- digd worden tot het houden van eenige controle en hel geven van eenige in licht iugen. Het is echter gewenscht, dat de lei ding van alle werkzaamheden in handen an ééne organisatie worde gesteld en wij meencn te moeten waarschuwen tegen versnippering van krachten die ook op dit gebied nog kan worden waargenotnen. Samenwerking blijft ook hier een drin gende eisch." NEDERLAND EN DB OORLOG. Verblijf sbe palingen. De commandant der stelling van de monden der Maas en der Schelde (com mando Zeeland) heeft het verblijf in zijn gezagsgebied wegens spionage ontzegd aan \V. Weltevreden, geboren 1 Maar 1898 te Maassluis, wonende te Vlaardin- gen, van beroep zeeman, en aan II. A. Everaerts geboren 21 October 1877 te Ostende, wonende te Vlissingen, van be roep Belgisch zeeloods. Wegens verboden nederlage werd het verblijf ontzegd aan E. C. W. A dc Graaf f, geboren 25 Maart 1887 te Poort vliet. wonende aldaar, van beroep schip" per. De „Frisia." Aan het departement van buitenland sche zaken is bericht ontvangen, dal de „Frisia" van die Kon. Holt. Lloyd vnn Buenos Aires vertrokken is met 3700 ton meel. n Voedsel uit Amerika. Men heeft gelezen dat de regëering te Washington het feit memoreert, dat Nederlaud geen voldoende scheeps- ruimte Ier beschikking stelt, tot het afhalen van de groote voorraden graan, die in de Amerikaansche havens voor ons beschikbaar liggen. Wel in tegenspraak met deze opvat ting, zoo schrijft het Rott. Nbl., is het feit, dat de Sirrali" van Van Nievelt Goudriaan en Co. en de „Djebres" van den Rotterdamschen Lloyd, die in goed vertrouwen naar New-York uitgezonden werden om graan te halen, nu al vele weken aldaar worden opgehouden. En toen de „Nieuw Amsterdam" voor haar jongste reis naar Nederland ver trok, zag men aan boord dat juist deze heide schej>en werden verhaald naar de 200ste straat, de plaats waar de opgelegde schepen in New-York ple gen te worden vast gelegd. Woorden en dadenf. Nederlanders in Amerika. Reuter seint uit Washington De aandacht van generaal-majoor Crow, der, provoost-maarschalk van het leger der VereenigQf Staten, was gevestigd op de talrijke berichten in de Nederland sche pers omtrent het verplichten tot militairen dienst' in de Vercenigdjo Stalen van Nederlandsche onderdanen. Crowd er hoeft in verband daarmee de volgende officieele verklaring openbaar gemaakt: Een Nederlandsch onderdaan, wonende in de Ver. Statpn, die do „eerste- papieren" voor het Amerikaansche bur gerschap niet heeft aangevraagd, is niet verplicht tot militairen dienst. Intusschen lean een Nederlandsch on derdaan, indien hij dat wenschtj zijn verklaring, dat hij burger van de Ver. Staten wit worden, intrekken. Als hij dat doet, is hij niet langer verplicht tot militairen dienst. Het is niet juist, dat Nederlandsche onderdanen, of Nederlandsche onderda- hen, die de „eerste papieren" voor hel) Amerikaansche burgerschap hebben ont vangen, de keus krijgen om öf naar) Nederland lerug te keerc-n óf in het .Ame rikaansche leger dienst te nemen. Zelfs boven is meegedeeld, is een Nederlandsch onderdaan, die geen stap pen heeft gedaan om Amerikaansch bur ger te worden of "zijn desbetreffende ver* klaring heeft ingetrokken, niet verplicht dienst te- nemen. In beide gevallen blij- •en zij gerechtigd in de Ver. Staten le! blijven. Verhooging abonnements gelden. In een gisteren te Amsterdam gfehou" den vergadering van de Vereeniging De Nederlandsche Dagbladpers is de volgen" de mqtie aangenomen „De Vereeniging de Nederlandsche Dagbladpers iu haar vergadering van den 26 September 1918; overwegende, dat de voortdurende stij ging van alle eerste benoodigdheden voor het bedrijf en de komende belangrijke verhooging der arbeidsloonen in het be gin van October aanstaande een verster king der inkomsten noodzakelijk maken; besluit, dat tot een nieuwe matige ver hooging der abonnementsgelden moet wór den overgegaan." DISTRIBUTIE EN PRODUCTIE. KI eeren op bons. Naar het Rolt. N.bl. met stelligheid verneemt, zal binnen enkele wéken een zelfde regeling' als thans voor den win- kelhandel in schoenen is voorgeschre ven, óók voor de Ideederen worden in gevoerd. Uitsluitend op bon en tegen afgifte van een oud-cosiuum aan zijn tailleur zal men dan een nieuw costuum kunnen verkrijgen. Schoenwerk. Het Rijkskantoor voor Huiden en Le der heeft verboden den aanmaak van: Geheel leeren dameslaarzcn met een schachthoogle van meer dan 15 c.M, gemeten langs den achternaad van den hak af. b. Geheel leeren meisjes- en kinder laarzen met een schachthoogte van meer dan 12 c.M., eveneens langs den achter naad van den hak af. c. Dames- en heeren rijlaarzen. Een ernstige beschuldiging. De firma's^ wed. J. L. Bekker on P. Krol en Zonen, beide schoen winkelier te 's-Gravenhage, hebben een adres aan den minister van landbouw gezonden!, waarin naar aanleiding van licl plotse- Linge stopzelten van den verkoop van schoenen, een ernstig onderzoek ge vraagd wordt naar de handelingen van de personen, die de semi-officieele bureaux 's-Gravenhage van advies dienen. Adressanten zijn bereid „aan le toonen dat die personen van de in hun kwaliteit verkregen gegevens misbruik hebben ge maakt en op die wijze hebben bereikt, dat zij bij de komende distributie door groolcr voorraden een voorsprong zul len hebben op die winkeliers, dïe tof heden getrouw de rijksvoorschriften zijn nagekomen." Adressanten verzoeken den minister, „een onderzoek le willen gelas ten door hoogstaande, onpartijdige per sonen, opcfat in het algemeen belang worde zorg gedragen, dat de moraliteit der regeer! n góadviseurs in elk opz^clit zij gewaarborgd." De vet-d'istributie Dc minister van Landbouw maakt be kend, dat de wisselbons, bedoeld in art 4 der Ministerieele beschikking van 31 Mei 1918 betreffende vel-distributie-» regeling', welke in het eerste tijdvak zijn afgegèven, ook nog gedurende het gelieele tweede tijdvak geldig zullen zijn De minister heeft voorts bepaald, daï met ingang van 23 September 191S aan houders van inrichtingen, geheel of ge deeltelijk bestemd voor het verstrekken van maaltijden aan hel publiek, een aantal Rijksvetkaarten, voorzien van 50 wisselbons, legen ieder waarvan 5 gram vet kan worden gekocht of verkocht, in voorraad kan worden gegeven ,Voor het nuttigen van maaltijden in deze inrichtingen is de bezoeker, voor zoover tot dien maaltijd behoorende spijzen met vet zijn toebereid of daar bij vet wordt gebruikt, verplicht tot af gifte van velbons ter waarde van: voor een eerste ontbijt: 5 gram; voor een tweede ontbijt of maaltijd voor zoover geen hoofdmaaltijd: 10 gram; voor den maaltijd (hoofdmaaltijd)10 gram Vervoerbewjij zen voor levëriss middelen bij verhuizing. De minister van Landbouw heeft be paald, dat bij verhuizingen van de cen0 naar de andere gemeente de burgemees- ter van de gemeente, van waaruit de verhuizing plaats vindt, gemachtigd ia aan de betrokken personen vepvoerbes wijzen uit te reiken, indien ten genoegff van voornoemden burgemeester is aanJ getoond, dat de artikelen, waaronder ook te verstaan levensmiddelen en der gelijke, waarvoor het vervoerbewysi wordt gevraagd, behooren tot een bona- fiden verhuisboedel en geen grooterq hoeveelheden uitmaken dan in verband met de grootte van het gezin En da vastgestelde rantsoenen als normale! voorraad mag worden aangemerkt.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1918 | | pagina 1