MIRDELBURGSCHE COURANT.
No 173.
B1MRSMLIM9,
fEiiunoi.
0E GOEDEN SLEETEL.
Donderss^ 25 Juli 1918.
pio* Jaarpsg.
Abonn prijs pet kwartaal 'a Mid
delburg ca bij de agenten in Vurtoigen
ÖE Gom r 1 B5; per po*t f 175.
Advertentie* 20 cent per regel.
Srt abonnement veel lager.
familieberichten en dankbetuigingen
•isjj 1- 7 regel* I 1.6Q.
Bovenstaand* eUlvertetttieprilHjB worden
met 20 yi toeslag verhoogd.
DE KABINETSCRISIS.
Men zal hebben opgemerkt, aldus de
„Maasbode," dat de officieuse tegen
spraak van ons laatste bericht zooveel
als een bevestiging was.
Intusschen kan het goed zijn te doen
uitkomen, dat de heer de Savornin Loh-
nian geen officiecle opdracht tot kabi
netsformatie heeft ontvangen, doch werk
zaam is met het oog op een waar
schijnlijke opdracht.
Dr. Nolens heeft de officieele op
dracht en alles, wat geschiedt, heeft met
zijn voorkennis plaats.
Wij verwachten omstreeks Zaterdag
nader nieuws.
OUD-GOUVERNEURGENERA AL
IDENBURG,
De oud-gouverneur ^generaal van Ned.
Indiê A. Wl F. Idenburg vertrok, gisteren
mei zijn echtgenoote via Oldenzaal naar
Dresden-Ncustadt.
Zooals men weet, is dr. A. Kuyper,
reeds eemge welcen geleden naar Weisser
Hirscli bij Dresden vertrokken.
MONOPOLISEERING VAN HET LE-
VENSVERZEKERINGBEDRIJF.
De Commissie voor de monopolisee
ring van het Levensverzekermgbedrjjf
heeft bij den Minister van Financiën
thans ingediend het rapport in zake de
bedrijfsresultaten van liet levensverzeke-
ringsbedrijf in Nederland.
De cominissie merkt op dal naar
mate de in het rapport aangegeven re
sultaten van haar onderzoek bekend
werden en zulk een geheel andieren
indruk gaven van de winstgevendheid
van het levensverzekeringbedrijf dan de
Minister had verkregen, zij zich heeft
afgevraagd op welke wijze zij verder
uitvoering zou kunnen gteven aan baar
door de Minister opgedragen omvang
rijke taak.
Het denkbeeld van den voorzitter
der commissie om den Minister een
partieel rapport omtrent winstgevend
heid van het bedrijf voor te leggen, om
dat de kennis daarvan met het oog op
de redenen die bij den Minister 't denk
beeld van monopoliseering van het le
vensverzekeringbedrijf hadden tjoen op-
Jcomen, voor den Minister van het
grootste gewicht was, vond algemeene
instemming.
De Commissie meent zonder nadere
opdracht van den Minister niet verder
te moeten gaan; immers glesteld al dat
staatsexploitatie bij gelijke voorwaarden
-voor verzekeringnemers tot hoogere winst
cijfers zou voeren, dan zou toch naar
overtuiging der commissie dit gunstige
verschil nimmer van zoo groot belang
kunnen zijn, dal het door den minister
genoemde winstcijfer, op verre na door
dgn Staat zou bereikt kunnen worden.
De com'missie verzoekt den minister
naar hot Engelsch
doos; L. G. MOBERL'EY.
46).
T,Ik denk niet d£t er eenige twijfel
beslaat of Hilary Donaldson, het meisje
[dat op een niet vormelijke wijze mijn
pupil geworden is, moet de dochter zijn
van Antonia Merring, die u gekend hebt"-,
antwoordde Harding langzaam. „Maar ik
beken dal het een gTbote teleurstelling)
voor inij is niet meer te weten gekomen
te zijn omtrent haar vader. Hij moet
toch familie gehad hebben of haar moe
der had familie. Zij zijn natuurlijk d|e)
menschen, die voor Hilary/ moesten zor
gen. Maar waar zijn zei Wie zijn ze?
Wie waven de familiebetrekkingen van
haar moeder, al is het dan onmogelijk'
iets omtrent haar vaders familie te ont
dekken?"
„Ik wou dat ik u helpen kun, maag
ik weet er even weing van als a. Het
doet mij verdriet dat Marion, de jongste
van de meisjes Merring, in dien vreenri
den, zenuwachtigen toestand is, dien u
beschrijft. Ach' ach! het was zoo'n vroo
flijk, aardig kind. Ik begrijp", voegde hij
er na een oogonblik zwijgen bij. „ik
begrijp uil wat u zegt, dat Hilary/ Donald
son eigenlijk onverzorgd is?"
i „Niel geheel en ,al. Sir Luke Fr^mley,
wiens auto de oorzaak was van haan
haar te willen aangeven in welke richting
hij wenscht dat zij haren arbeid zal voort
zetten.
BEVORDERING VAN DE BOUW
NIJVERHEID,
Bij kon. besluit is bepaald, dat ter
bevordering van de particuliere bouw
nijverheid uit 's rijks kas aan gemeenten
bijdragen kunnen worden verstrekt tot
ten hoogste het drievoud van het bedrag
dat voor hetzelfde doel uit de gemeente
kas wordt beschikbaar gesteld.
De bijdragen worden alleen gegeven
ter voorziening in de behoefte van wo
ningen voor den arbeidersstand en aart
woningen voor den kleinen, middenstand,
waarvan de huurprijs niet overschrijdt
een bedrag door den minister van Bin-
jjenlandscbe Zaken vast te stellen voor
de gemeente die een bijdrage uit 's rijks
kas vraagt/
Het besluit bevat verder bepalingen om
trent de goedkeuring' van het bouwplan
en de voorwaarden voor het verkrijgen
van een bijdrage.
De Rijksmiddelen in 1918.
De opbrengst der Rijksmiddelen (hoofdsom
opcenten) over de maand Juni 1918 be
droeg ƒ24 007.428.65'' tegen 23.416.053.82
over de muand Juni 1917.
Het een twaalfde gedeelte der raming
over het geheele jaar bedraagt 18.065.333,38
Wij laten hieronder volgen de inkomsten
over de eerste 6 maanden van 1918, vergeleken
met die over do eerste 6 maanden van 1917:
Middeleu. 1918 1917.
Gronabelaat. t 9.496.363 f 9.526.570
Personeel 3.604.646 3.999.-337
Inkometenb 32 449.635 29129.924
neg.bel. 2.439.773 1.409.785
Suiker 19.744.821 14.096.196
Wgn 848.271 780.295
Gedistilleerd 10.435.209 14.229.981
Zout 1.393.615 1.110.423
BierenAsgn 544.659 783.062
Geslacht 5.709.670 4.951.4S2
Zegelrechten 6.782.714 5.974.174
Registrator 12.781.174 6.49S.542
Hypotheekr 640.615
Succeaeier. 12 042.498 10 872 354
la voorrecht. 3.793.400 5.764.1S5
Formaatzeg. 1.377
Goud, zilver 374.289 330.584
Eaaaailoon 410 368
Statistickr. 519.779 959 758
Mgnrecbt.
Domeinen 981.871 1.859.054
Staatsloterij 320.823 403.015
Jacht, vieach 57.945- 44.615
Loodsgelden 94.217 228837
Totaal t 124.420.789 f 113.582.545
De opbrengst over de maand Juni 1918 der
oorlogswinst- en verdedigingsbelaetingen
was f 17.044,448.35sdie ovor de eerste
zos maanden van genoemd belastingjaar,
f 120.74? 821.16s.
De opcenten, geheven ten bate van het
Leeningfonds 1914, gayen over de eerste 6
maanden van het jaar een opbrengst van
f 21.i67.797.05.
NEDERLAND EN DE OORLOG.
De ex~y,Statendam" getorpe
deerd.
De „Justitia" van de White Star Line,
metend 32.120 ton bruto, volgens de N.
R. Ct. het voormalige s s. „Statendam"
van de Holland-Amerikalijn en het groot
ste schip van de Nederlandsche viool,
moeders dood, is zeer milddpdlig voor
haar geweest. Hy stoifd or op duizend)
pond op haar naam vast te zetten, zoa
dat zij in ieder geval nooit in behoeftige
omstandigheden zou verkeeren. Hij heeft
zich zeer vriendelijk tegenover haar gé-
dragen.'1
„Zeer edelmoedig! buitengewoon edel
moedig zelfs", zei mr. Thompson op een
verbaasden toon. „Geheel een vreemde
ling voor haar, zegt u? Kende hij Antonia
totaal niet?"
„Neen, hij wist volstrekt niel wie ze
was. Mevrouw Donaldsons rijtuig kwam
in botsing met zijn auto tengevolge van
de onoplettendheid van haar koetsier
Maar Sir Luke was vreeselijk ontdaan
door het ongeluk en beweerde voort
durend dat hij verantwoordelijk was voor
den dood van de arme vrouw en daarom
genoodzaakt voor haar dochter te zorgen.
Ik moet zeggen dat ik nooit zulk een
edelmoedigheid .van hem verwacht had.
En Hilary had natuurlijk niets van hem
te eischen, want het was louter toeval
dal haar moeder gedood werd vlak bij
den ingang Vvan zijn landgoed."
„Ik begrijp dat u advertenties geplaatst
hebt om de familie van mevrouw Donald
son op te sporen?"
Ik heb overal geadverteerd, maar geen
enkel antwoord gekregen. Het is of de
familie Donaldson totaal uitgestorven is.
Ik kan ze niet opsporen. Deze tak schijnt
in ieder geval verdwenen te zijn."
„Of misschien is de inan, die met An
tonia Merring gelrpuwd is, onder een
varend voor Engelsche rekening en risi
co, is Zaterdag ter hoogte van de Noord
kust van Ierland, getorpedeerd en gezon
ken. Het schip had een bemanning van
6 a 700 koppen. Er werden 10 personen,
die zich in de machinekamer bevonden,
toen de ontploffing plaats bad, gedood.
Over den ondergang van het schip seint
Reuter
De eerste torpedo, die het schip trof,
raakte het om drie uur Vrijdagmiddag, en
de „Justitia" zonk pas Zaterdagmorgen
om 10 uur. De „Justitia" had manschap
pen bi} de kanonnen, en deze toondey
uitstekend te kunnen richten- torpedo's
die op het schip toeschoten, werden in
haar baan door granaten getroffen en
vernield.
De overlevenden zijn aan de Ierscho
kusl geland.
Volgens een nader bericht lieeft liet ge
vecht tusschen de „Justitia" en de duik
boot 21 uur geduurd. De eerste torpedo
vernielde de machinekamer en maakte
dat het schip moest stilliggen.
Van de verdere torpedo's die werd|pn
gelost, troffen er slechts twee het doet.
De ladingen der gereq uireefrdo
schepen.
Uit goede bron verneemt het „Hbld.",
dal de in Britsche havens opgeslagen
ladingen der gercquireerde schepen van
de Nederlandsche handelsvloot, successie
velijk naar ons land zullen, worden over
gebracht. Voor dit doel zijn reeds eenige
schepen uit onze havens vertrokken, an
dere zullen volgen en binnen enjielo
maanden hoopt men een belangrijk deel
van deze voorraden hier te hebben ge
lost.
DISTRIBUTIE EN PRODUCTIE.
Het advies der Z. L. M. over h,et
laten ran gra<an.
In het in ons vorig nummer reeds kort
vermeld schrijven van het Dagelijksch
Bestuur der Z. L M. aan den Minister
van L., N. en H. als antwoord op diens
bekende vragen van 20 Juni betreffende
liet laten van eigen broodgraan, wordt
allereerst tegen de daarin opgenomen
berekeningen een andere bereken mfggie-'
steld, die tot de slotsom leidt, d;at de
noodig geachte uitbreiding van de graan-
teelt niet 62 pCt. maar slechts 15 pCt.
behoeft te bedragen of 38.000 II A., in
dien aan de landbouwers en hun ar
beiders 400 gr. brood en aan de met-
landbouwende bevolking 250 gr. zou wor
den beschikbaar gesteld. De grondoor
zaak van hel verschil is, dat do Minister
de hoeveelheid graan, ingeleverd van
den oogst 1917, gelijk stelt inct de in
dat oogstjaar geproduceerde hoeveelheid,
terwijl het Dag. Bestuur deze laatste veel
hiooger stelt.
Op grond van deze berekening acht
het Dag. Bestuur hel dan ook ten volle
verantwoord, dat een deel der Ned|erland-
sche landbouwers blijft aandringen om
Van den graanoogst 1918 een hoeveelheid
broodkoren te behouden voor de brood-
voeding van eigen gezin en arbeiders.
Temeer,, omdat het meent dat geen
eigen broodgraan behoeft te worden ge
laten aan die landbouwers in het'Noor
den van het land, die thans reeds te
kennen hebben gegeven, hierop geen,prijs
te stellen, en welke landbouwers vóór
den oorlog slechts oppervlakkige be
kendheid hadden met d|e fabricage- van
tarwebrood uit tarwe. Dat een derge
lijke uilsluiting dan ook in strijd is met
de billijkheid komt ons tocli daardoor
zeer onwaarschijnlijk voor, dat g!een en-
aangenomen naam met haar getrouwd",
antwoordde de heer Thompson langzaam
en met nadruk. „Is dat niet zelfs zeer
goed mogtelijk? Mogen wij niet zoo ver
gaan en zeggen het is waarschijnlijk dat
hij onder een aangenomen naam met dat
arme meisje getrouwd is, een naam
waardoor hij later niet kon worden op
gespoord. Dat is een oplossing van het
vraagstuk, die mij niet alleen mogelijk
toeschijnt, maar zeer waarschijnlijk
meer dan waarschijnlijk. Een man, die
een meisje"- kon weglokken, zooals hij
Antojua lieert gelokt, is bijna met zeker
heid gewetenloos in andere opzichten,
Tien tegen een is hij onder pen aange
nomen naam met haar getrouwd I"
HOOFDSTUK XIV.
Vaarwel au revoir.
„Lady Framley wou graag dat ik te
Grantley bij haar kwam", riep Hilary, op
kijkende van een brief, dien zij in de
hand had, eerst naar juffrouw Dunbar,
die aan het cene eind van de tafel koffie
schonk, en toen naar Tony, die aan Jiel
andere bezig was met ham snijden; „ze
zegt dat haar broer volstrekt niel wel
is en heetemaal in zijn eigen kamers
blijft. En zij zegt o, maar u moet den
brief zelf maar lezen en zien wat zij
schrijft" en Hilary reikte den brief toe
aan juffrouw Dunbar, die liem- met
gtoolc bedaardheid voorlas.
„De Hall Grantley,
30 September.
Lieve Hilary Ik ga bijna dood van
kelp landbouwer uil die streken des
lands iji Februari 1917 heeft geprotes
teerd tegen het laten van graan aan z'n
collegia's, die gewoon waren hun eigen
brood te bakken.
Het recht, ■'dat de landbouwer heeft
op eigen verbouwd product, wordt ten
opzichte van graan in het Noorden des
lands niet meer gevoeld, doch de landr
bouwers, die tot dusverre de gewoonte
hadden van eigen graan te bakken, staan
in hun recht hierop pal en onverzette
lijk.
Uwe Excellentie Volgt immers tot dus
verre ten opzichte van andere landbouw
producten steeds de gedragslijn, dal hier
van voldoende mag worden gehouden
voor eigen voeding, als b.v aardappelen,
peulvruchten en boter, dit laatste zelfs
als zij in de Coöperatieve Fabriek is ver
vaardigd (heigeen wij" intusschen zeer toe
juichen).
Welke reden kan er dan voor Uwe
Excellentie zijn, die zwaar genoeg weegt,
om' van <l)eze gedragslijn af te wijken
ten opzichte van tarwe en rogge, waar
|op de landbouwetin een gjrooit
gedeelte van het land in de al
lereerste plaats prijs stelt?
Wij achten ons daarom te mpor ver
antwoord te blijven aandringen, daar het
voordeel, dat met te trachten alle graan
van den landbouwer op te eischen kan
worden verkregen, al zeer gering is te
noemen.
Het door Uwe Excellentie herhaaldelijk
gebruikt argument, dat de hoeveelheid
graan, die aan "de landbouwers werd
gelaten niet kan wprden vermengd met
rekmiddelen, en dat daardoor de totaal
beschikbaar komende hoeveelheid grond
stof zeer belangrijk werd verminderd,
kan onzes inziens toch niet dat gewicht
in de schaal leggen, dat uwe Excellentie
hieraan toekent; immers de totaal pro
ductie bedraagt 350.000 ton en er zijn
slechts 50.000 ton rekmiddelen beschik
baar.
Het quantum brood dus, dat gebakken
zou kunnen worden, uit de hoeveelheid
graan, die Uwe Excellentie wil trachten
van de landbouwers te innen, zoude
slechts met een zevende gedeelte kun
nen worden vermeerderd.
Tegenover deze vermeende voordee
lt'n slaat het feit, waaraan Uwe Excel
lentie tot dusverre onzes inziens niet
voldoende aandacht heeft geschonken,
zijnde, dat U door het laten van graan
aan die landbouwers, die gewoon waren
van eigen gi-aan brood te bakken, de me
dewerking verkrijgt van alle landbouwers,
niet alleen om de voedselproductie tot
het hoogste peil te voeren, maar boven
dien zullen deze gaarne genegen zijn een
strenge onderlinge controle uit te oefenen)
Wordt door Uwe Excellentie getracht
alle graan in le vorderen, het gevolg zal
ongetwijfeld zijn, dat de landbouwers in
deze streken, die gewoon waren graan
vbor eigen bak te behouden, zich dus
danig in hun rechten zullen zien, aan
getast, dat ze eerder minder dan meer
graan zullen uitzaaien en voorts frau
duleus graan achterhouden, terwijl bo
vendien broodkaarten worden verstrekt.
Hel zal Uwe Excellentie duidelijk zijn,
dat onmogelijk, hierop contróle is uit te
oefenen, waar, indien wederom door Uwe
Excellentie werd besloten geen graan te
laten, geen enkele plaatselijke Commis
sie, bereid zou zijn ook maar de minste
contróle uit te oefenen le dezer zake.
Uit de voren gegeven berekening volgt
ba niet is geluld alle graan in te zamelen,
reeds, dat het Uwe Excellentie bij lange
verveling en deze plaats werkt op mijn
zenuwen. Ik kan niet heengaan omdat
mijn broer het prettig schijnt te vinden
mij in huis te hebben, ofschoon ik hem
bijna in 't geheel niet zie. Hij is zeer
gedrukt en meestal opgesloten in zijn
eigen kamers, en dat beleekent dat ik
den dag alleen doorbreng' in de groole
salon en dat ik mij erg verveel en suf
voel. Wil je zoo gauw je kunt bij mij
komeïï? Ik zou je al lang gewaagd heb
ben le komen, maar mijn br.der kan de
gedachte niet verdragen, dat er vreemden
in huis zijn. Nu hij zoo heetemaal in zijn
eigen vleugel van het huis blijft geldt dal
bezwaar niet langer. Kom dus spoedig
en verlos mij uit mijn verveling.
Zeer vriendelijke groeten aan mijnheer
en juffrouw Dunbar. Bedank ze vooral
Voor mij, dat je er zoo lang hebt mogen
logeeren. Later hoop ik hen persoonlijk
te bedanken.
Steeds je je liefhebbende
Austice Derfield."
„Lieve hemel, wat schrijven de dames
tegenwoordig merkwaardige brieven",
merkte juffrouw Dunbar op, terwijl zij
haar pince-nez toeknipte en de koffiekan
weer opnam. „Toen ik nog school ging'
leerde ik zorgvuldig brieven le schrij
ven in goede bewoordingen en keurig
gevormde zinnen. De tijden zijn wel ver
anderd."
„Het zou niet goed zijn als de tijden
stil stonden, vindt u wet, tanle Alice?"
zei Tony opgewekt. „Als de tijden nooit
veranderden zouden we nog in holen wo-
De tweede vraag (betreffende de ga
rantie, te geven voor het verkrijgen en
afleveren van een voldoende grootore
hoeveelheid) vindt reeds gedeeltelijk haai*
beantwoording in het bovenstaande.
De voor 1919 noodzakelijke, uitbreiding
van tarwe- en roggebouw is volgens bo
vensfaande berekening pl. m. 15 pCt en
tiiet 62 pCt.. opdat voor het jaari 1919/'20,
voor den landbouwer een voldoende
Jirooidranlsoen beschikbaar zOu zijn en
voor den niet-landbouwer een rantsoen
van 250 gram.
Onze Maatschappij, zoo schrijft het
Dag. Bestuur, acht het niet mogelijk, dat
door de Nederlandsche landbouwers een
garantie wordt gegeven, dal een bepaald
percentage (tarwe en rogge) meer wordt
verbouwd dan in normale jaren, waar,
legen het stellen van een dergelijke ga
rantie dezelfde steekhoudende argumen
ten. zijn te bezigen als tegen het in
voeren van den teeltdwang.
Onze Maatschappij kan Uwe Excellen
tie evenwel ten stelligste verzekeren, dat,
indien door Uwe Excellentie de tarweprijs
bepaald wordt op het bedrag, zooals dit
is voorgesteld door de prijzencommissie
en den landbouwer voldoende graan ge
lalen wordt, de tarweteeltinde pro
vincie Zeeland de grootst mogelijke
uitbreiding zal ondergaan en
welke uitbreiding gedeeltelijk zal kunnen
worden gevonden door inkrimping van
de teelt van haver en door peulvruchten
le verbouwen op gescheurd grasland,
waardoor land voor tarweteelt beschik
baar komt.
Bovendien kan onze Maatschappij Uwe
Excellentie de toezegging doen, dat, in
dien U tot het bovenstaande besluit,
waaraan wij intusschen geen oogjen-
blik twijfelen, waai* dit de cenigste
oplossing is, waardoor de productie van
broodkoren te bevorderen is, zij met de
bij haai' aangesloten plaatselijke organisa
ties en de uit deze organisaties voort-
giekomen plaatselijke landbouwcommis-
sies, omtrent wier werkzaamheden wij
reeds met de grootste voldoening' kun
nen gewagen, geen poging zal nplaten)
een contróle uit te oefenen, op het inle
veren. van het graan en de grootte van
het rantsoen dat zal worden gelaten, die
aan scherpte weinig te wenschen zal
tovertalen.
Het is onzes inziens zeer wel moge
lijk een systeem in le voeren, waarhij
deze controle mogelijk zal zijn en wel
door den landbouwer te verplichten, de
tarwe, welke door hem wordt bestemd
voor eigen gebruik,, in door controleurs
le plombeeren zakken te bewaren, en al
leen verreerbewjfzen af le geven voor
tarwe, welke in geplombeerde zakken zal
worden vervoerd.
Door voorts de molenaars onder-: stren
ge controle te plaatsen, en slechts écn
of twee dagen per week de gelegenheid
ópen te stellen tarwe le laten vermalen,
aangevoerd in geplombeerde zakkein, dit
gecombineerd met de contróle der Land
bouw Commissie, bij welke controle de
Landbouw-Commissie zeer zeker niet zal
schromen fraudeerende collega's bekend
le maken, indien aan de rechtvaardige
wenschen der landbouwers is tegemoet
gekomen, zal worden verkregen, dal de
hoeveelheid graan, die buiten het toe
gewezen kwantum om zal worden "ver
bruikt, tot de kleinst mogelijke afmetin
gen zal worden teruggebracht. Het hei
melijk mede profiteered van de dorps
bewoners, hetwelk 20.000 ton zou ver
gen volgens Uwe Excellentie, zal dan
slechts kunnen geschieden voor zoover
nen en in 't geheel geen brieven schrij
ven. Misschien teekenden wij" nu en dan
een portret van een van onze ossen of
herten op den muur van liet hol, maar
pennen en inkt en papier hadden we
niet."
„Je trekt altijd alles in het belache
lijke", antwoordde juffrouw Dunbar op
strengen loon, maar Tony's schitterende
oogen ontlokten haar een glimlachje en
zo zag hem aan met de liefhebbende ver
eering, welke haar werkelijlcen gemoeds
toestand tegenover hem kenmerkte.
„Het spijt mij heel erg dat je weg
moet, Hilary". 2ij richtte het woord tot
het jonge meisje, wier gezicht stellig geen
groot genoegen uitdrukte bij1 het vooruit
zicht van haar naderend vertrek. „Wi?
zullen u vreeselijk missen; en de arme
mevrouw Gardiner ook en ik weet zeker
dat de kleine Babs geen raad zal weten
zonder jou".
„Ilc zal u allen erg missen." Hilary
keek naar de tante, niet naar den neef
toen zij dit zeide „het zal mij zoo
vreemd lijben 's morgens niet meer
wakker gemaakt le worden door de
kleine voetjes van Babs over den grond te
hooren trippelen. Vanmorgen trok zij mijn
oogleden open toen ik deed of ik sliep
ik was dan ook zoo slaperig en zet
vroeg om het verhaal van dc „Drie
beren".
(Woedt vervolgd.)