MIRDELBURGSCHE COURANT. No 173. B1MRSMLIM9, fEiiunoi. 0E GOEDEN SLEETEL. Donderss^ 25 Juli 1918. pio* Jaarpsg. Abonn prijs pet kwartaal 'a Mid delburg ca bij de agenten in Vurtoigen ÖE Gom r 1 B5; per po*t f 175. Advertentie* 20 cent per regel. Srt abonnement veel lager. familieberichten en dankbetuigingen •isjj 1- 7 regel* I 1.6Q. Bovenstaand* eUlvertetttieprilHjB worden met 20 yi toeslag verhoogd. DE KABINETSCRISIS. Men zal hebben opgemerkt, aldus de „Maasbode," dat de officieuse tegen spraak van ons laatste bericht zooveel als een bevestiging was. Intusschen kan het goed zijn te doen uitkomen, dat de heer de Savornin Loh- nian geen officiecle opdracht tot kabi netsformatie heeft ontvangen, doch werk zaam is met het oog op een waar schijnlijke opdracht. Dr. Nolens heeft de officieele op dracht en alles, wat geschiedt, heeft met zijn voorkennis plaats. Wij verwachten omstreeks Zaterdag nader nieuws. OUD-GOUVERNEURGENERA AL IDENBURG, De oud-gouverneur ^generaal van Ned. Indiê A. Wl F. Idenburg vertrok, gisteren mei zijn echtgenoote via Oldenzaal naar Dresden-Ncustadt. Zooals men weet, is dr. A. Kuyper, reeds eemge welcen geleden naar Weisser Hirscli bij Dresden vertrokken. MONOPOLISEERING VAN HET LE- VENSVERZEKERINGBEDRIJF. De Commissie voor de monopolisee ring van het Levensverzekermgbedrjjf heeft bij den Minister van Financiën thans ingediend het rapport in zake de bedrijfsresultaten van liet levensverzeke- ringsbedrijf in Nederland. De cominissie merkt op dal naar mate de in het rapport aangegeven re sultaten van haar onderzoek bekend werden en zulk een geheel andieren indruk gaven van de winstgevendheid van het levensverzekeringbedrijf dan de Minister had verkregen, zij zich heeft afgevraagd op welke wijze zij verder uitvoering zou kunnen gteven aan baar door de Minister opgedragen omvang rijke taak. Het denkbeeld van den voorzitter der commissie om den Minister een partieel rapport omtrent winstgevend heid van het bedrijf voor te leggen, om dat de kennis daarvan met het oog op de redenen die bij den Minister 't denk beeld van monopoliseering van het le vensverzekeringbedrijf hadden tjoen op- Jcomen, voor den Minister van het grootste gewicht was, vond algemeene instemming. De Commissie meent zonder nadere opdracht van den Minister niet verder te moeten gaan; immers glesteld al dat staatsexploitatie bij gelijke voorwaarden -voor verzekeringnemers tot hoogere winst cijfers zou voeren, dan zou toch naar overtuiging der commissie dit gunstige verschil nimmer van zoo groot belang kunnen zijn, dal het door den minister genoemde winstcijfer, op verre na door dgn Staat zou bereikt kunnen worden. De com'missie verzoekt den minister naar hot Engelsch doos; L. G. MOBERL'EY. 46). T,Ik denk niet d£t er eenige twijfel beslaat of Hilary Donaldson, het meisje [dat op een niet vormelijke wijze mijn pupil geworden is, moet de dochter zijn van Antonia Merring, die u gekend hebt"-, antwoordde Harding langzaam. „Maar ik beken dal het een gTbote teleurstelling) voor inij is niet meer te weten gekomen te zijn omtrent haar vader. Hij moet toch familie gehad hebben of haar moe der had familie. Zij zijn natuurlijk d|e) menschen, die voor Hilary/ moesten zor gen. Maar waar zijn zei Wie zijn ze? Wie waven de familiebetrekkingen van haar moeder, al is het dan onmogelijk' iets omtrent haar vaders familie te ont dekken?" „Ik wou dat ik u helpen kun, maag ik weet er even weing van als a. Het doet mij verdriet dat Marion, de jongste van de meisjes Merring, in dien vreenri den, zenuwachtigen toestand is, dien u beschrijft. Ach' ach! het was zoo'n vroo flijk, aardig kind. Ik begrijp", voegde hij er na een oogonblik zwijgen bij. „ik begrijp uil wat u zegt, dat Hilary/ Donald son eigenlijk onverzorgd is?" i „Niel geheel en ,al. Sir Luke Fr^mley, wiens auto de oorzaak was van haan haar te willen aangeven in welke richting hij wenscht dat zij haren arbeid zal voort zetten. BEVORDERING VAN DE BOUW NIJVERHEID, Bij kon. besluit is bepaald, dat ter bevordering van de particuliere bouw nijverheid uit 's rijks kas aan gemeenten bijdragen kunnen worden verstrekt tot ten hoogste het drievoud van het bedrag dat voor hetzelfde doel uit de gemeente kas wordt beschikbaar gesteld. De bijdragen worden alleen gegeven ter voorziening in de behoefte van wo ningen voor den arbeidersstand en aart woningen voor den kleinen, middenstand, waarvan de huurprijs niet overschrijdt een bedrag door den minister van Bin- jjenlandscbe Zaken vast te stellen voor de gemeente die een bijdrage uit 's rijks kas vraagt/ Het besluit bevat verder bepalingen om trent de goedkeuring' van het bouwplan en de voorwaarden voor het verkrijgen van een bijdrage. De Rijksmiddelen in 1918. De opbrengst der Rijksmiddelen (hoofdsom opcenten) over de maand Juni 1918 be droeg ƒ24 007.428.65'' tegen 23.416.053.82 over de muand Juni 1917. Het een twaalfde gedeelte der raming over het geheele jaar bedraagt 18.065.333,38 Wij laten hieronder volgen de inkomsten over de eerste 6 maanden van 1918, vergeleken met die over do eerste 6 maanden van 1917: Middeleu. 1918 1917. Gronabelaat. t 9.496.363 f 9.526.570 Personeel 3.604.646 3.999.-337 Inkometenb 32 449.635 29129.924 neg.bel. 2.439.773 1.409.785 Suiker 19.744.821 14.096.196 Wgn 848.271 780.295 Gedistilleerd 10.435.209 14.229.981 Zout 1.393.615 1.110.423 BierenAsgn 544.659 783.062 Geslacht 5.709.670 4.951.4S2 Zegelrechten 6.782.714 5.974.174 Registrator 12.781.174 6.49S.542 Hypotheekr 640.615 Succeaeier. 12 042.498 10 872 354 la voorrecht. 3.793.400 5.764.1S5 Formaatzeg. 1.377 Goud, zilver 374.289 330.584 Eaaaailoon 410 368 Statistickr. 519.779 959 758 Mgnrecbt. Domeinen 981.871 1.859.054 Staatsloterij 320.823 403.015 Jacht, vieach 57.945- 44.615 Loodsgelden 94.217 228837 Totaal t 124.420.789 f 113.582.545 De opbrengst over de maand Juni 1918 der oorlogswinst- en verdedigingsbelaetingen was f 17.044,448.35sdie ovor de eerste zos maanden van genoemd belastingjaar, f 120.74? 821.16s. De opcenten, geheven ten bate van het Leeningfonds 1914, gayen over de eerste 6 maanden van het jaar een opbrengst van f 21.i67.797.05. NEDERLAND EN DE OORLOG. De ex~y,Statendam" getorpe deerd. De „Justitia" van de White Star Line, metend 32.120 ton bruto, volgens de N. R. Ct. het voormalige s s. „Statendam" van de Holland-Amerikalijn en het groot ste schip van de Nederlandsche viool, moeders dood, is zeer milddpdlig voor haar geweest. Hy stoifd or op duizend) pond op haar naam vast te zetten, zoa dat zij in ieder geval nooit in behoeftige omstandigheden zou verkeeren. Hij heeft zich zeer vriendelijk tegenover haar gé- dragen.'1 „Zeer edelmoedig! buitengewoon edel moedig zelfs", zei mr. Thompson op een verbaasden toon. „Geheel een vreemde ling voor haar, zegt u? Kende hij Antonia totaal niet?" „Neen, hij wist volstrekt niel wie ze was. Mevrouw Donaldsons rijtuig kwam in botsing met zijn auto tengevolge van de onoplettendheid van haar koetsier Maar Sir Luke was vreeselijk ontdaan door het ongeluk en beweerde voort durend dat hij verantwoordelijk was voor den dood van de arme vrouw en daarom genoodzaakt voor haar dochter te zorgen. Ik moet zeggen dat ik nooit zulk een edelmoedigheid .van hem verwacht had. En Hilary had natuurlijk niets van hem te eischen, want het was louter toeval dal haar moeder gedood werd vlak bij den ingang Vvan zijn landgoed." „Ik begrijp dat u advertenties geplaatst hebt om de familie van mevrouw Donald son op te sporen?" Ik heb overal geadverteerd, maar geen enkel antwoord gekregen. Het is of de familie Donaldson totaal uitgestorven is. Ik kan ze niet opsporen. Deze tak schijnt in ieder geval verdwenen te zijn." „Of misschien is de inan, die met An tonia Merring gelrpuwd is, onder een varend voor Engelsche rekening en risi co, is Zaterdag ter hoogte van de Noord kust van Ierland, getorpedeerd en gezon ken. Het schip had een bemanning van 6 a 700 koppen. Er werden 10 personen, die zich in de machinekamer bevonden, toen de ontploffing plaats bad, gedood. Over den ondergang van het schip seint Reuter De eerste torpedo, die het schip trof, raakte het om drie uur Vrijdagmiddag, en de „Justitia" zonk pas Zaterdagmorgen om 10 uur. De „Justitia" had manschap pen bi} de kanonnen, en deze toondey uitstekend te kunnen richten- torpedo's die op het schip toeschoten, werden in haar baan door granaten getroffen en vernield. De overlevenden zijn aan de Ierscho kusl geland. Volgens een nader bericht lieeft liet ge vecht tusschen de „Justitia" en de duik boot 21 uur geduurd. De eerste torpedo vernielde de machinekamer en maakte dat het schip moest stilliggen. Van de verdere torpedo's die werd|pn gelost, troffen er slechts twee het doet. De ladingen der gereq uireefrdo schepen. Uit goede bron verneemt het „Hbld.", dal de in Britsche havens opgeslagen ladingen der gercquireerde schepen van de Nederlandsche handelsvloot, successie velijk naar ons land zullen, worden over gebracht. Voor dit doel zijn reeds eenige schepen uit onze havens vertrokken, an dere zullen volgen en binnen enjielo maanden hoopt men een belangrijk deel van deze voorraden hier te hebben ge lost. DISTRIBUTIE EN PRODUCTIE. Het advies der Z. L. M. over h,et laten ran gra<an. In het in ons vorig nummer reeds kort vermeld schrijven van het Dagelijksch Bestuur der Z. L M. aan den Minister van L., N. en H. als antwoord op diens bekende vragen van 20 Juni betreffende liet laten van eigen broodgraan, wordt allereerst tegen de daarin opgenomen berekeningen een andere bereken mfggie-' steld, die tot de slotsom leidt, d;at de noodig geachte uitbreiding van de graan- teelt niet 62 pCt. maar slechts 15 pCt. behoeft te bedragen of 38.000 II A., in dien aan de landbouwers en hun ar beiders 400 gr. brood en aan de met- landbouwende bevolking 250 gr. zou wor den beschikbaar gesteld. De grondoor zaak van hel verschil is, dat do Minister de hoeveelheid graan, ingeleverd van den oogst 1917, gelijk stelt inct de in dat oogstjaar geproduceerde hoeveelheid, terwijl het Dag. Bestuur deze laatste veel hiooger stelt. Op grond van deze berekening acht het Dag. Bestuur hel dan ook ten volle verantwoord, dat een deel der Ned|erland- sche landbouwers blijft aandringen om Van den graanoogst 1918 een hoeveelheid broodkoren te behouden voor de brood- voeding van eigen gezin en arbeiders. Temeer,, omdat het meent dat geen eigen broodgraan behoeft te worden ge laten aan die landbouwers in het'Noor den van het land, die thans reeds te kennen hebben gegeven, hierop geen,prijs te stellen, en welke landbouwers vóór den oorlog slechts oppervlakkige be kendheid hadden met d|e fabricage- van tarwebrood uit tarwe. Dat een derge lijke uilsluiting dan ook in strijd is met de billijkheid komt ons tocli daardoor zeer onwaarschijnlijk voor, dat g!een en- aangenomen naam met haar getrouwd", antwoordde de heer Thompson langzaam en met nadruk. „Is dat niet zelfs zeer goed mogtelijk? Mogen wij niet zoo ver gaan en zeggen het is waarschijnlijk dat hij onder een aangenomen naam met dat arme meisje getrouwd is, een naam waardoor hij later niet kon worden op gespoord. Dat is een oplossing van het vraagstuk, die mij niet alleen mogelijk toeschijnt, maar zeer waarschijnlijk meer dan waarschijnlijk. Een man, die een meisje"- kon weglokken, zooals hij Antojua lieert gelokt, is bijna met zeker heid gewetenloos in andere opzichten, Tien tegen een is hij onder pen aange nomen naam met haar getrouwd I" HOOFDSTUK XIV. Vaarwel au revoir. „Lady Framley wou graag dat ik te Grantley bij haar kwam", riep Hilary, op kijkende van een brief, dien zij in de hand had, eerst naar juffrouw Dunbar, die aan het cene eind van de tafel koffie schonk, en toen naar Tony, die aan Jiel andere bezig was met ham snijden; „ze zegt dat haar broer volstrekt niel wel is en heetemaal in zijn eigen kamers blijft. En zij zegt o, maar u moet den brief zelf maar lezen en zien wat zij schrijft" en Hilary reikte den brief toe aan juffrouw Dunbar, die liem- met gtoolc bedaardheid voorlas. „De Hall Grantley, 30 September. Lieve Hilary Ik ga bijna dood van kelp landbouwer uil die streken des lands iji Februari 1917 heeft geprotes teerd tegen het laten van graan aan z'n collegia's, die gewoon waren hun eigen brood te bakken. Het recht, ■'dat de landbouwer heeft op eigen verbouwd product, wordt ten opzichte van graan in het Noorden des lands niet meer gevoeld, doch de landr bouwers, die tot dusverre de gewoonte hadden van eigen graan te bakken, staan in hun recht hierop pal en onverzette lijk. Uwe Excellentie Volgt immers tot dus verre ten opzichte van andere landbouw producten steeds de gedragslijn, dal hier van voldoende mag worden gehouden voor eigen voeding, als b.v aardappelen, peulvruchten en boter, dit laatste zelfs als zij in de Coöperatieve Fabriek is ver vaardigd (heigeen wij" intusschen zeer toe juichen). Welke reden kan er dan voor Uwe Excellentie zijn, die zwaar genoeg weegt, om' van <l)eze gedragslijn af te wijken ten opzichte van tarwe en rogge, waar |op de landbouwetin een gjrooit gedeelte van het land in de al lereerste plaats prijs stelt? Wij achten ons daarom te mpor ver antwoord te blijven aandringen, daar het voordeel, dat met te trachten alle graan van den landbouwer op te eischen kan worden verkregen, al zeer gering is te noemen. Het door Uwe Excellentie herhaaldelijk gebruikt argument, dat de hoeveelheid graan, die aan "de landbouwers werd gelaten niet kan wprden vermengd met rekmiddelen, en dat daardoor de totaal beschikbaar komende hoeveelheid grond stof zeer belangrijk werd verminderd, kan onzes inziens toch niet dat gewicht in de schaal leggen, dat uwe Excellentie hieraan toekent; immers de totaal pro ductie bedraagt 350.000 ton en er zijn slechts 50.000 ton rekmiddelen beschik baar. Het quantum brood dus, dat gebakken zou kunnen worden, uit de hoeveelheid graan, die Uwe Excellentie wil trachten van de landbouwers te innen, zoude slechts met een zevende gedeelte kun nen worden vermeerderd. Tegenover deze vermeende voordee lt'n slaat het feit, waaraan Uwe Excel lentie tot dusverre onzes inziens niet voldoende aandacht heeft geschonken, zijnde, dat U door het laten van graan aan die landbouwers, die gewoon waren van eigen gi-aan brood te bakken, de me dewerking verkrijgt van alle landbouwers, niet alleen om de voedselproductie tot het hoogste peil te voeren, maar boven dien zullen deze gaarne genegen zijn een strenge onderlinge controle uit te oefenen) Wordt door Uwe Excellentie getracht alle graan in le vorderen, het gevolg zal ongetwijfeld zijn, dat de landbouwers in deze streken, die gewoon waren graan vbor eigen bak te behouden, zich dus danig in hun rechten zullen zien, aan getast, dat ze eerder minder dan meer graan zullen uitzaaien en voorts frau duleus graan achterhouden, terwijl bo vendien broodkaarten worden verstrekt. Hel zal Uwe Excellentie duidelijk zijn, dat onmogelijk, hierop contróle is uit te oefenen, waar, indien wederom door Uwe Excellentie werd besloten geen graan te laten, geen enkele plaatselijke Commis sie, bereid zou zijn ook maar de minste contróle uit te oefenen le dezer zake. Uit de voren gegeven berekening volgt ba niet is geluld alle graan in te zamelen, reeds, dat het Uwe Excellentie bij lange verveling en deze plaats werkt op mijn zenuwen. Ik kan niet heengaan omdat mijn broer het prettig schijnt te vinden mij in huis te hebben, ofschoon ik hem bijna in 't geheel niet zie. Hij is zeer gedrukt en meestal opgesloten in zijn eigen kamers, en dat beleekent dat ik den dag alleen doorbreng' in de groole salon en dat ik mij erg verveel en suf voel. Wil je zoo gauw je kunt bij mij komeïï? Ik zou je al lang gewaagd heb ben le komen, maar mijn br.der kan de gedachte niet verdragen, dat er vreemden in huis zijn. Nu hij zoo heetemaal in zijn eigen vleugel van het huis blijft geldt dal bezwaar niet langer. Kom dus spoedig en verlos mij uit mijn verveling. Zeer vriendelijke groeten aan mijnheer en juffrouw Dunbar. Bedank ze vooral Voor mij, dat je er zoo lang hebt mogen logeeren. Later hoop ik hen persoonlijk te bedanken. Steeds je je liefhebbende Austice Derfield." „Lieve hemel, wat schrijven de dames tegenwoordig merkwaardige brieven", merkte juffrouw Dunbar op, terwijl zij haar pince-nez toeknipte en de koffiekan weer opnam. „Toen ik nog school ging' leerde ik zorgvuldig brieven le schrij ven in goede bewoordingen en keurig gevormde zinnen. De tijden zijn wel ver anderd." „Het zou niet goed zijn als de tijden stil stonden, vindt u wet, tanle Alice?" zei Tony opgewekt. „Als de tijden nooit veranderden zouden we nog in holen wo- De tweede vraag (betreffende de ga rantie, te geven voor het verkrijgen en afleveren van een voldoende grootore hoeveelheid) vindt reeds gedeeltelijk haai* beantwoording in het bovenstaande. De voor 1919 noodzakelijke, uitbreiding van tarwe- en roggebouw is volgens bo vensfaande berekening pl. m. 15 pCt en tiiet 62 pCt.. opdat voor het jaari 1919/'20, voor den landbouwer een voldoende Jirooidranlsoen beschikbaar zOu zijn en voor den niet-landbouwer een rantsoen van 250 gram. Onze Maatschappij, zoo schrijft het Dag. Bestuur, acht het niet mogelijk, dat door de Nederlandsche landbouwers een garantie wordt gegeven, dal een bepaald percentage (tarwe en rogge) meer wordt verbouwd dan in normale jaren, waar, legen het stellen van een dergelijke ga rantie dezelfde steekhoudende argumen ten. zijn te bezigen als tegen het in voeren van den teeltdwang. Onze Maatschappij kan Uwe Excellen tie evenwel ten stelligste verzekeren, dat, indien door Uwe Excellentie de tarweprijs bepaald wordt op het bedrag, zooals dit is voorgesteld door de prijzencommissie en den landbouwer voldoende graan ge lalen wordt, de tarweteeltinde pro vincie Zeeland de grootst mogelijke uitbreiding zal ondergaan en welke uitbreiding gedeeltelijk zal kunnen worden gevonden door inkrimping van de teelt van haver en door peulvruchten le verbouwen op gescheurd grasland, waardoor land voor tarweteelt beschik baar komt. Bovendien kan onze Maatschappij Uwe Excellentie de toezegging doen, dat, in dien U tot het bovenstaande besluit, waaraan wij intusschen geen oogjen- blik twijfelen, waai* dit de cenigste oplossing is, waardoor de productie van broodkoren te bevorderen is, zij met de bij haai' aangesloten plaatselijke organisa ties en de uit deze organisaties voort- giekomen plaatselijke landbouwcommis- sies, omtrent wier werkzaamheden wij reeds met de grootste voldoening' kun nen gewagen, geen poging zal nplaten) een contróle uit te oefenen, op het inle veren. van het graan en de grootte van het rantsoen dat zal worden gelaten, die aan scherpte weinig te wenschen zal tovertalen. Het is onzes inziens zeer wel moge lijk een systeem in le voeren, waarhij deze controle mogelijk zal zijn en wel door den landbouwer te verplichten, de tarwe, welke door hem wordt bestemd voor eigen gebruik,, in door controleurs le plombeeren zakken te bewaren, en al leen verreerbewjfzen af le geven voor tarwe, welke in geplombeerde zakken zal worden vervoerd. Door voorts de molenaars onder-: stren ge controle te plaatsen, en slechts écn of twee dagen per week de gelegenheid ópen te stellen tarwe le laten vermalen, aangevoerd in geplombeerde zakkein, dit gecombineerd met de contróle der Land bouw Commissie, bij welke controle de Landbouw-Commissie zeer zeker niet zal schromen fraudeerende collega's bekend le maken, indien aan de rechtvaardige wenschen der landbouwers is tegemoet gekomen, zal worden verkregen, dal de hoeveelheid graan, die buiten het toe gewezen kwantum om zal worden "ver bruikt, tot de kleinst mogelijke afmetin gen zal worden teruggebracht. Het hei melijk mede profiteered van de dorps bewoners, hetwelk 20.000 ton zou ver gen volgens Uwe Excellentie, zal dan slechts kunnen geschieden voor zoover nen en in 't geheel geen brieven schrij ven. Misschien teekenden wij" nu en dan een portret van een van onze ossen of herten op den muur van liet hol, maar pennen en inkt en papier hadden we niet." „Je trekt altijd alles in het belache lijke", antwoordde juffrouw Dunbar op strengen loon, maar Tony's schitterende oogen ontlokten haar een glimlachje en zo zag hem aan met de liefhebbende ver eering, welke haar werkelijlcen gemoeds toestand tegenover hem kenmerkte. „Het spijt mij heel erg dat je weg moet, Hilary". 2ij richtte het woord tot het jonge meisje, wier gezicht stellig geen groot genoegen uitdrukte bij1 het vooruit zicht van haar naderend vertrek. „Wi? zullen u vreeselijk missen; en de arme mevrouw Gardiner ook en ik weet zeker dat de kleine Babs geen raad zal weten zonder jou". „Ilc zal u allen erg missen." Hilary keek naar de tante, niet naar den neef toen zij dit zeide „het zal mij zoo vreemd lijben 's morgens niet meer wakker gemaakt le worden door de kleine voetjes van Babs over den grond te hooren trippelen. Vanmorgen trok zij mijn oogleden open toen ik deed of ik sliep ik was dan ook zoo slaperig en zet vroeg om het verhaal van dc „Drie beren". (Woedt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1918 | | pagina 1