lÉlbfpbe Con! TWEEDE BLAD vah ra VAlf ^atgrdan 15 Jnni 1918, bo. 139» VOLKERENBOND EN VOLKERENDWANG. "We h ebben pok ali vroeger gezegd wat onze bezorgdheid wekt in het vooruit zicht van een Volkerenbond. Maar nu door de publicatie van de heeren Dres- selhuys, Rutgers en Kooien, aandringend op een vredesbemiddeling door onze Re geering, ook weer de kwestie' van sen Volkerenbond naai' voren is gebracht, kunnen we slechts herhalen wat we vroe- g|er schreven. Want wat die drie Kamerleden bepleit ten is niet slechts een poging tot beëin diging van den oorlog, maar ook een aanJ beveling om bij de bemiddeling de grondslagen te leggen voor een blijven-, den vredestoestand, geheel' ju over eenstemming met lnm kwaliteit van be stuurslid van den Ned. Anti-Oorlogsraad En daarom schreven zij in de vraag welke zij txan de Centralen willen rich ten, o. a,wilt gij medewerken tot het vormen van een algemeeiren Volkeren bond' En daarom schreven zij in de ontworpen vraag aan de Geallieerden, zijl gij bereid te onderhandelen over der. vrede op den grondslag van die vier beginselen door president Wilson uiteengezet'? van. welke vier do eerste luidt instelling van een. volkerenbond van alle landen met algemcene ontwa pening en beslechting van alle geschil- jïen tusschen de volkeren door arbi trage. O. 't klinkt zoo; bekorend en aanlok kend, dat idee van aigemeenè beslech ting van geschillen doop arbitrage einder ICiding1 van een Bond van Ontwapende volken, welke Bond dan als wereldpar- tement zou hebben te beslissen over si tes wat meer 'dan één volk betreft. -Maar stel u eens voor oogen wat dat in de praktijk van een concreet geval zou beteekenen, bijv. in een geschil1 tusschen Nederland cn Duitscbland over de heffing van rechten op de Rijnscheepvaart, tus schen België cn Nederland over het be varen der Wesler-Schelde; tusschen Ja pan en Nederland over de positie van Japanners in Indië. Vraag eens wat dot zou beteekenen als in ccu ,of ander .onder worpen gebied de inheemsche bevolking eer poging doet om zich vrij te verkla ren van zijn onderdrukkers, of wel zich bij éen anderen staat wenscht aan te sluiten, bijv. 'de Holsleiners bij Dene marken, or de Pruisische Poten biji een koninkrijk Polen Zou het ooit blijvende bevrediging ge wen als dergelijke kwesties werden uit- jgemaakt door een wereldparlemenl, .dat van zelf overheerscht wordt door de groote staten? Zon dan niet precies bet- zelfde gebeuren als indertijd met de Hei- üige Alliantie, die óók een Verbond heette te zijn Lot het handhaven van den vrede, en die in ongelooflijk korten tiia ontaardde in een verbond tot onderdruk king van alle bewegingen die tot oen verandering zouden kunnen leiden, tot in ternationale expedities tegen nationale op roeren En zou zoo'n verbond niet van zelf leiden tot liet noodlottige streven om al les te behouden zooals het is», alsof de wereld zoo gemaakt kan worden dat de verdeeling blijvend kan worden gehand haafd, en alsof niet juist iedere gezonde) ontwikkeling dringt naar verandering? En dan ten slotte de hoofdvraag: wie zal de groote mogendheden dwingen tot fEMUiTO». 6e ÜOUIIEN SLEUTEL. naar het Engel sch doop Is. Q. MOBERL'EY. 33). „Ik viftd het eenvoudig engelachtig van u en van mijnheer Dunbar mij bieb Je laten loge eren", antwoordde Hilary. „Hel ï,s hier zoo rustig: en i.k houd van het ruime atelier en van "3abs en van dien heerlijken tuin en van de ciu- nen en - en van alles". Zy zat achter over op het lage stoeltje en '.lief hel hoofd op om door de lakken van dco plataanboom te kijken naai' het blau-v van de avondlucht, reeds gevlekt met rose zonsondergang wolkjes, „Hier komen in. dit heerlijke buitenhuis is voor mii lof ik in een nieuwe wereld kwam", ging zii droomerig voort. „Moeder vertelde mij zooveel over buitenplaatsen, waar zij gewoond had toen zij een jong meisje was, maar ik had nooit'gedacht dat het zoo mooi was." „Waar heeft je moeder gewoond vroeg Miss Dunbar. Zij was behept met de -gézoride nieuwsgierigheid van <\e vruiw van middelbaren leeftijd, wier gezichts kring altijd beperkt geweest was, wv-T verstandige vermogens nooit behoorlijk -ontwikkeld waren: „Uit welk gedeelte gehoorzaamheid als het wereldparlemenl een beslissing neemt tegen haar wen- schen in, rf tegen haar nationale bal a gen? Stel; al dat het tot een internatior nate polife-macht komt, zal die colt iets anders kunnen, doen dan. de on willige kleintjes tot de ordev brengen? Zal1 die ooit iets vermogen tegen een on- willigen groote? Juist die laatste oVerweging geeft ons alle reden tot bezorgdheid voor wat er voor ons, kleineren, uit zoo'n volkeren bond zal voortvloeien. We hechten nog altijd waarde aan 't behoud van ons zelf beschikkingsrecht. We ontkennen de waarheid der veel' gehoorde bewering dat de ontwikkelingsgang van de wereld is de kleine belangen samen te voegen in groote re; integendeel1 kunnen we 'n de geschiedenis niet anders zien dun hel telkens uiteenvallen van de uit kleine gevormde graöLe rijken. En we ontkennen ook dat het samen gaan in groote staalsgemeensclShppen tot heil is van de menschheid. Integendeel cisfde geschiedenis vol' van de voorbeelden van hooge ontwikkeling juist in kleine landen: Athene, de Italiaansehe steden, ons eigen land, Denemarken, enz. En daarom voeten we het niet als de' roeping van een kleinen slaat als den onze om het initiatief le nemen tot een. bewe- i ging, waarvan het doel is de kleine rijken in liet gareel te plaatsen van een volko renhond, waarin de groote mogendheden de koetsiersplaats krijgen. Binnenland IIET RECIIT 01» EIGEN GRAAN EN DE GRAANPRIJS. Nu de huiszoekingen door militairen bij de boeren 'zooveel beschouwingen hebben doen geboren worden over het recht van den landbouwer op brood van het door hem zélf geteelde graan; en bovendien telkens weer de bewering wordt verkondigd dat het de schuld van Minister Posthuma is dal voor het graan; hier te land'e veel le lage prijzen worden hestc/cd, uü trofons te inteer de bondige en zakelijke verdediging door dezen. Minister van zijn houding ia zijn, Kamerrede van 7 Juni. Ter wille van de redelijkheid bevelen,1 we alten landbouwers, die nu op dien, Minister schimpen aan, om ook te lezen, wal we hier. ondfer uit die redfe ont- lieeuien aan de Handelingen dier Kamer;-, zitting- Dc geachte afgevaardigde uit Bergen op Zoom verkondigde hier 'le stelling/ dat de boer een onaantastbaar recht] heeft op hetgeen hij verbouwt. Mij is van een dergelijk onaantastbaar recht tvóg nooit gebleken. Maar ik gevoel heel goed dc. r£-.ïu*cfio a.m i".., van wat hij verbouwt wat te mogen behouden en daarom' laat ik hem dan ook zooveel bjehouden als ik kan meer aardappelen dan normaal dje distributie geeft, meer peulvruchten en meer groen ten, en ik geef luem gelegenheid éénj varken, onder omstandigheden zelfs meer varkens, Voor zich en zijn gezin te mles- ten. Maar, dat laat ik liem niet om daarin vrij te handelen dat is een, nevenwensch, die echter dikwijls hoofd zaak wordt maar voor het gebruik van zich en zijn gezin. Maar, zegt de geachte afgevaardigde, dal is alles miooi en btest, doch waarom) laat u hem geen broodkoren? Dat heb ik hier tot in den lyeure uitgelegd, bij' de behandeling van d,e Distributiewet. Ik heb het broodkoren nooidig niet alleen om het koren, zelf, niaar meer. nog om te kunnen gebruik maken van de z.g. ^trekmiddelen. Mis ik 100 K.G. brood,- koren, dan mis ik niet alleen de ge tegenheid om daarvan ^rood te bakken, maar om van 100 IC.G. broodkoren plus aardappelmeel, plus aardappelpoeder, erwten en lijnkoeken brood te bakken. En om! nu dit laatste ook niet voor .de broodberciding verloren te laten gaan, mloet ia hebbten den laatsten korrel. van het land was zij afkomstig?" „Ik geloof niet dat ik het weet" zei Hilary langzaam na een öogenblik stilte. „HeL is mij le voren nooit opge vallen, maar ik ken"'den naam niet wui hel dorp waar moeder woonde (oen ze een jong meisje was en ik weet zelfs niet in welk gedeelte van Engeland het was. Het scheen altijd of ik er al'es van wist, omdat moeders beschrijvingen het mij zoo duidelijk voor oogen ste' lea maar den naam heb ik nooit gehoord". „Heeft je moeder je daar nooit mee naar toe genomen?" Juffrouw Dunbar zag Hilary scherp in het gezicht, dat een weinig betrokken «was. „Neen, het was een heel eind van Londen af, dat is alles wat -k er van weet. En wij konden nooit lange reizen doen. Maar het was een klem Gogoje en moeder zei dat. er groote heidevelden en moerassen om lieen lagen bedekt met heideplanten; cn midden in hel 'oro was een grasveld met een grooten kastan jeboom en -dat was de plek waar al de dorpsbewoners met ellcaar kwamen praten. En recht door het dorp liep een beekje, het heldere water liep sn d over de steenen. Ik herinner mij altijd de beschrijving van dat beekje, het maakte indruk op mijn kinderlijke ver beelding;"' - „Hml" merkte juffrouw Dunbar op, met de oogen nog steeds gevestigd' óp Ik zal op hel oogenblik niet verder op deze zaak ingaan:en alleen deze mededoelmg dpen, dat volgens gegevens waarover ik nu beschik dje 'hoeveelheid met broodheren verbouwde grond 2*3 pCt. igroóter zal moeten zyn dan op, het oogenblijt, zal er sprake van kunnen zijn iels van het broodkoren te laten aan den landbouwer. Dit beleekent liet is een eerste opgave die ik niet heb gecontroleerd dat er ongeveer; 48.000 H A. meer moeten worden be bouwd mol broodgraan Nu -stel ik mij voor om, als ik die opgave heb gecon troleerd en ik voor mij zelf tot een Overtuiging ben gekomen, met de land bouworganisaties overleg te plegen in dezen zin, dat deze mij garandeeren een:; meerderen broodkorenverbouw van 48.000 H.A., om dan te praten over het houden van broodkoren bij. den boer zelf. Maar, zegt de geachte afgevaardigde uit Amersfoort, om zooveel mogelijk te krijgen, moet ge goede prijzen geven. Te dien aanzien kan ik niet anders! doen dan herhalen, wat ik bij hellevens- middeleudiebat heb gezegd. Wie waren in deze mijn advisleurs? De boeren zelf,, on ook een vertegenwoordiger van de" Maatschappij van Landbouw, waarvan de geachte afgevaardigde voorzitter is. En de prijzen die die adviseurs mij heb ben geadviseerd le geven, geef ik Wat wil men nu meer? Maar daarmee ben ik natuurlijk van mijn taak niet af. Ik gevoel dat de vraag zal komen, nu of bij een andere gelegenheid: maai* laat dit jaar aan de boeren broodkoren. Dit nu is een van. de twee eroole vragen, die ik niet meer welnsch te beantwoorden. En ik zal zeg gen waarom niet Als ik nu bepaal,, dat van den oogst van 1918 de boeren en hun arbeiders broodkoren mogen houden en in Maart 1919 zit Nederland voor een broodloos tijdperk, zal men. zeggen, dil komt doordal de Minister, de hoeden en arbeiders dat graan heefb later, houden. Dit is óén zijde. Maar laat ik het hen niet houden en zit men in Maart 1919 voor een broodloos tijdperk, dan wordt van andere zijde gezegdliadl ge hen het broodkoren, maar laten houden, dan zoudt gemeen ingeleverd gekregen hebben En omdat dit zoo'n ingrijpend probleem is, heb ik geen plan de verantwoordelijkheid daarvan op mij te nemen. Dit mag mijn opvolger als eerste vraagstuk uitzoeken. DE SALARISVERBETERING VOOR DE RIJKSAMBTENAREN. Het Algemeen Comité uit de Ronden van Overheidspersoneel, aangesloten bij hel Nederlandsche Verbond van Valc- vereenigingen (A. C. 'O. P.) heeft op daartoe strekkende uitnood! ging,' >sn on- SuSfïïKtóSiaKt, spreking van de bezwaren van ii et Co mité tegen het rapport dezer stiite- commissio, zooals ze zijn neergelegd in het aan haar gericht adres van 13 Mei 1.1. Hoewel bij dit pnderhoud de vertegen woordigers der staatscommissie geen be paalde toezeggingen konden doen, we-.i toch welde indruk verkregen, dat zoo wel de staatscommissie als de regeering toegankelijk zullen blijken te zijn voor billijke bezwaren. De door het comité in overweging ge geven revisie-termijn, zoowel wat be treft de indeeling der salarisschalen, als de plaatsing der gemeenten n een be paalde standplaalsgroep, in ilier voege, dat tot 1 Januari 1919 herziening met terugwerkende kracht tot 1 Januari 1918 mogelijk zal zijn, ontmoette tijdens de conferentie zoo weinig' bezwaar, dat me dewerking der staatscommissie in deze verwacht mag worden. Verder bleek, dat de in uitzicht ge stelde permanente salariscommissie,- dc noodige bevoegdheden zal ontvangen, om nader noodzakelijk blijkende verbeterin gen aan te brengen. Het schijnt in de bedoeling der regee- het droomerige, in gedachten verdiepte gezicht; „het klinkt of het in Dartmoor of Yorkshire geweest is." „Ik weet het niet." Hilary stond; op met een zuchtje „ik wou dat ik het wist. Ik zou zoo graag Gat dorpsplein willen zien en den kastanjeboom en de snelvlietende beek over de witte steenen en de groote heidevelden er rondom. Maar ik zal den naam van moeders tehuis nooit le weten kunnen komen." „"Heeft zij geen brieven, geen dag boeken nagelaten; niets waardoor je ets Icon liooren van haar jeugd en naar familie?" „Neen niets. Dr. Harding heeft mij het cachet laten zien, dat zij hem ster vende gegeven heeft; het was iets dat zij altijd droeg1. Er staan twee ineenge strengelde handen op en (een mlJtto. Zij heeft mij verteld dat mijn vader het haar gegeven heeft vóór hun huwelijk." „Misschien is hel een familiewapen „Dat weet ik zelfs niet, ja of neen". Hilary sprak heel langzaam eu peinzend „En 'dit was moeders engagcmentsriogL Moeders hand was zoo mager, de ruig wi ie wijd voor haar geworden cn op dien dag toen zij uit lénden vertrok, gaf zij hem aan mij, ik moest hem dragen cn er goed voir haar op passen. Hot was dei dag dat zij gestorven is boen ze hem mij gaf." Dc stem van het jonge meisje hape-Ui en begaf haar; stilzwijgend nam zij hem ring le liggen, den algemeenen maat regel van bestuur vóór de afkondiging' ter inzagte te geven aan'de centrale organi saties der belanghebbenden. RECHTZAKEN. Ar r.-Rechtbank te Middelburg. Voor de rechtbank werd Vrijdag be handeld de zaak tegen A. P. de L., ihaus gedetineerd, beklaagd van oplichting van den rijwielhandelaar B. Wijteuburg fe .Vlissingen, door van dezen onder al lerlei valsche voorgevens f 25 los te krijgen. De officier wees er beklaagde op daL hij herhaaldelijk oplichtingen heeft ge pleegd, wat deze volledig bekende De eiscli luidde een jaar met aftrek van het voor-arrest. De verdedigster, inr. A. Bolle, bepleitte clementie voor beklaagde. Vervolgens stonden terecht Wi. J. M. en M. D beiden te M i d d e 1 hl u r respectievelijk wegens het verkoopen en het koopen van 300 K.G. tarwebloem zonder dat daarvoor bons werden gewis seld. De eerste getuige, M. Vaane; heeft de bloem van M. gekocht en aan 1) ver kocht. Beklaagde M. zeide niet te hebben ge weten, dat hij geen bloem zonder bon mocht verkoopen. Beklaagde D. zeide ook niet (e hebben geweten, dat hij geen bloem zonder bon mocht koopen. De eerste gtetuige-deskundige, J, G van der Harst heeft een monster van de bloem onderzocht, en dit bevajtla tarwe meel en aardappelmeel. De tweede getuige-deskimdige/ M. J. van Pienbroek verklaarde in „e'j-en gtees'; beiden zeiden, dat het geen rcg 'o- ringsmeei was, dan had er maïs in moe ten zijn. De eisch luidde voor ieder -Ier be klaagden f 50 of 100. dagen. Wégens het verkoopen van de 6 balen bloem aan M. Dierings stond nu M. V, uit Middelburg terecht. Ook tegen hem werd f 50 of 100 dagen gevoriêr 1, Alsnu stond terecht J. de V., bakker te Vlissingen, ook beklaagd varf ver koopen van bloem zonder bons te vragten. De eerste getuige \V. J Markus se beeft de bloem van beklaagde gekocht; hij zegt dat het Amerikaansche Patentbloem was; althans hij meent dit en ook beklaagde zegt het. Ten derden male werden de deskundi gen weer ondervraagd, die volhouden dat er aardappelmeel in was. Bekl. zegt, dat kan er later bij zijn ge daan. De officier zegt, dat in ieder geval heeft zonder bons te vragenT li&T'fconU ter niet op aan, wanneer deze bloem door bekl. gekocht is. Hij eischt f 50 of 100 dagen. De verdediger, mr. J. Adriaanse, komt er tegen op, dat de officier, in de lijn van de tegenwoordige administratieve maatregelen, maar zegt: de rechtbank leeft in de gelukkige omstandigheid, dat zij zich van praatjes niets heeft aan le trekken. Bekl. heeft de bloem op 'de vei ling te 'Amsterdam gekocht en deze valt volgteiis pleiter niet onder de distributie; trouwens er is geen bewijs, dat liet door de deskundigen onderzochte monster af komstig is van het door beklaagde ver kochte. De officier zegt, dat wel degelijk olie1 afgifte van meel, bloem of brood ''onder bons verboden is. Beklaagde en zijn kornuiten maken, dat tarwe aan de dis tributie onttrokken wordt, cn maken, dal <Ie distributiehoeveelhcid kleiner wordt. Beklaagde had de bloem aan het rijksbroodbureau moeten afslaan. Dc verdediger wijst er in zijn dupliek o. a op, dat de bloem bij een balclw1' terecht is gekomen en dus toch in de consumptie zou komen. van haar vinger en reikte haar gast vrouw een klein ringetje toe, óén enkels diamant in gouden klauwen gezet. „Dit zijn hun voorletters die van moeder en van vader binnen in den rin0 gegraveerd", voegde Hilary er bij haar stem een vaster klank gevende, mét hei zelfbedwang dat een belangrijk deel 'win. haar karakter uitmaakte. Juffrouw Dumbar hield den ring op. zoodat liet licht der ondergaande zon ten volle viel op de ingegraveerde iriters „J. A". en een datum „Mijn moeder heette Antonia en mijn vader John. Dat is alles wal ik van hen over heb", zei ge met een dramatisch tintje, zoowel onbewust als aandoenlijk. „Het is heel vreemd en heel droevig", zei juffrouw Dunbar met overtuiging, „maar jc zult altijd vrienden genoeg vinden", voegde zij er bij, terwijl zy haar hand uitstak en die van Hilary streelde mot een opvallende sympathie, die men niet gewoon van haar was >.n die haar daardoor wal vreemd afging. „Je hebt een soort natuur, die ile wereld doorgaat vrienden makende." „Mevrouw Redburn wou u een oogen blik spreken, juffrouw." Het was de stem van het kamermeisie, dal het gesprek Icwam storen. „Zij »'ou mijnheer Dunbar over zaken spreken, maar omdat mijnheer uit is, vroeg -ij naar u." - Achter de nette Jane, het kamer- Voortgezet werd de zaak tegen f. 'D. uil Waarde, beklaagd van liet doen dekken door een hengst, terwijl niet goedgekeurde hengisten op het erf waren. Gehoord werden nog twee getuigen te charge en een h décharge,- die echter zoo onduidelijk waren in hun verklarin gen, dat de officier zeide, nog no nt zulke onbesliste getuigen te hebben bij gewoond, en daarom verplicht te zijn vrijspraak te vragen. De verdediger, mr. J. W. Gocabloed, bepleitte uitvoerig, dat beklaagde de wet niet overtreden heelt. De wet zegt, dat een goedgekeurde dekhengst niet op een erf ter beschik king mag staan waar niet goedgekeurde hengsten staan, maar bekl. liet den h°-aïst rondleiden. Wegens het ongerechtigd Grage i van militaire kleeren werd t^gen b K uit Nieuwland, die zeide het betrokken werkpak te Middelburg le hebben ge kocht van een onbekende, f 10 of 20 da gen en verbeurdverklaring van .iet pak gevorderd. Bij verstek werd tegen C. Z uit IC loc* tinge wegens diefstal van vier olmen- boomen f 20 of 40 dagen gevorderd Wel verschenen was M. IT J A, vrouw van J. B. uit Vlissingfen, be klaagd van diefstal van twee lakens. Ondanks de lakens beslist herkend werden, bleef bekl. volhouden dat het haar eigen lakens zijn. Een der getuigen verklaarde dat betel haar vroeger gezegd heelt flat het haar kikens zijn,-maai- nu twijfelde getuige daaraan. Eisch f 20 of 40 dagen. Niet verschenen was „A. K. uit Vlis singen, beklaagd van diefstal van. drie rijwielen. De eisch luidde tegen bekl., die reeds drie maanden in voor-arrest heeft ge zeten en die thans m het Gasthuis te Vlissingen is opgenomen, drie maanden met aftrek voor-arrest. Wegens diefstal van een paar militaire schoenen werd bij verstek tegen J. M. uit Vlissingen, die recidivist is, twee maan den gevorderd. Ook wegens diefstal werd eveneens bij verstek tegen een anderen, J. M. uit Vlissingen, eveneens recidivist, twee maanden geëischt. De laatste zaak in morgenzitling was die tegen J. J. en J. de N uit Ara e- iruideii' beklaagd van het snijden van zeespinazie zonder toestemming van. den eigenaar van den grond. Eisch voor ieder f 5 of 10 dagen. In de middagzitling was hel eerst aan de orde de zaak tegen M. d. R. v. B. II. v^&5''k!g.'ihè'iitefl .win verhoop boven den maximumprijs. De eerste getuige, F. Saeijs, schipper te Vlissingen, zeide, dat hij de aardap- elen gekregen heeft van beklaagde; ze ebben elkaar wel meer eens een plei- ziertje gedaan. Nooit heeft getuige do aardappelen betaald. De tweede getuige, Bosman, agent van politie, heeft de aardappelen te Vlissingen in beslag genomen en het verbaal opge maakt De getuige a décharge Saeijs jr. heelt niet gezien, dat de aardappelen betaald zijn maar wel' heeft zijn vader gezegd ze le moeten betalen. De officier van justitie meende, dat hel ten laste gelegde niet bewezen 's en vroeg vrijspraak. De verdediger, mr. J. J. Heijse, meende, dat de geheele zaak op een misverstand berust en bepleitte ook vrijspraak. De volgende bekl. was F B. uit Rit- them, beklaagd van 3513 IC.G bruine boonen en 110 IC.G. gerst niet te hebben aangegeven na het dorschen. Beid', zeide, dat de boonen, juist twee dagen vóór de wachtmeester der mare- meisje, verscheen mevrouw Redburn voor het raam van de ontvangkamer; haar gracieuse gestalte kwam uit als een silhouette tegen de roode lucht; het jongë meisje kon haar bewondering niet onderdrukken toen de bezoekster in 't volte gezicht kwam, toen zij het grasveld langzaam overstak achter Annie aan. ,|lk heb nooit zulk een mooi iemand gezien", was de gedachte, die bij Hilary opkwam, terwijl haar oogen bleven rus ten op Hilda Redburns gezicht inet een bewondering, die zij niet poogde ie ver bergen. „Ik dacht dat ook al toen ik haar dien eersten Zondag in Mr. Dunbars atelier zag. Het valt mij nu nog meer op „Het spijt mij dat ik u moet sloren" zei mevrouw Redburn met een koele stem, die hiel tegenstaande die koelheid een merkwaardige bekoorlijkheid had, „maar mijn man wou graag, daar ik hier toch passeerde, dat ik even een vaste afspraak maalde met mijnheer Dunb.ir omtrent het portret, dat hij zou schikte- iren. Is hij niét thuis?" „Neen. hij is altijd in dc duinen om een schaapherder met zijn schapen lit te schilderen", antwoordde juffrouw Dun bar kortaf, met een gevoel van fijne vol doening, het deze tretsche dame duide lijk le kunnen maken, dat zij -ie eer ge schilderd te worden door Anthony Dun bar deelde met een convoudigien schaap herder en zijn kudde. ("Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1918 | | pagina 5