lÉlbfpbe Con!
TWEEDE BLAD
vah ra
VAlf
^atgrdan 15 Jnni 1918, bo. 139»
VOLKERENBOND EN
VOLKERENDWANG.
"We h ebben pok ali vroeger gezegd wat
onze bezorgdheid wekt in het vooruit
zicht van een Volkerenbond. Maar nu
door de publicatie van de heeren Dres-
selhuys, Rutgers en Kooien, aandringend
op een vredesbemiddeling door onze Re
geering, ook weer de kwestie' van sen
Volkerenbond naai' voren is gebracht,
kunnen we slechts herhalen wat we vroe-
g|er schreven.
Want wat die drie Kamerleden bepleit
ten is niet slechts een poging tot beëin
diging van den oorlog, maar ook een aanJ
beveling om bij de bemiddeling de
grondslagen te leggen voor een blijven-,
den vredestoestand, geheel' ju over
eenstemming met lnm kwaliteit van be
stuurslid van den Ned. Anti-Oorlogsraad
En daarom schreven zij in de vraag
welke zij txan de Centralen willen rich
ten, o. a,wilt gij medewerken tot het
vormen van een algemeeiren Volkeren
bond' En daarom schreven zij in de
ontworpen vraag aan de Geallieerden,
zijl gij bereid te onderhandelen over
der. vrede op den grondslag van die
vier beginselen door president Wilson
uiteengezet'? van. welke vier do eerste
luidt instelling van een. volkerenbond
van alle landen met algemcene ontwa
pening en beslechting van alle geschil-
jïen tusschen de volkeren door arbi
trage.
O. 't klinkt zoo; bekorend en aanlok
kend, dat idee van aigemeenè beslech
ting van geschillen doop arbitrage einder
ICiding1 van een Bond van Ontwapende
volken, welke Bond dan als wereldpar-
tement zou hebben te beslissen over si
tes wat meer 'dan één volk betreft.
-Maar stel u eens voor oogen wat dat
in de praktijk van een concreet geval zou
beteekenen, bijv. in een geschil1 tusschen
Nederland cn Duitscbland over de heffing
van rechten op de Rijnscheepvaart, tus
schen België cn Nederland over het be
varen der Wesler-Schelde; tusschen Ja
pan en Nederland over de positie van
Japanners in Indië. Vraag eens wat dot
zou beteekenen als in ccu ,of ander .onder
worpen gebied de inheemsche bevolking
eer poging doet om zich vrij te verkla
ren van zijn onderdrukkers, of wel zich
bij éen anderen staat wenscht aan te
sluiten, bijv. 'de Holsleiners bij Dene
marken, or de Pruisische Poten biji een
koninkrijk Polen
Zou het ooit blijvende bevrediging ge
wen als dergelijke kwesties werden uit-
jgemaakt door een wereldparlemenl, .dat
van zelf overheerscht wordt door de
groote staten? Zon dan niet precies bet-
zelfde gebeuren als indertijd met de Hei-
üige Alliantie, die óók een Verbond heette
te zijn Lot het handhaven van den
vrede, en die in ongelooflijk korten tiia
ontaardde in een verbond tot onderdruk
king van alle bewegingen die tot oen
verandering zouden kunnen leiden, tot in
ternationale expedities tegen nationale op
roeren
En zou zoo'n verbond niet van zelf
leiden tot liet noodlottige streven om al
les te behouden zooals het is», alsof
de wereld zoo gemaakt kan worden dat
de verdeeling blijvend kan worden gehand
haafd, en alsof niet juist iedere gezonde)
ontwikkeling dringt naar verandering?
En dan ten slotte de hoofdvraag: wie
zal de groote mogendheden dwingen tot
fEMUiTO».
6e ÜOUIIEN SLEUTEL.
naar het Engel sch
doop Is. Q. MOBERL'EY.
33).
„Ik viftd het eenvoudig engelachtig van
u en van mijnheer Dunbar mij bieb
Je laten loge eren", antwoordde Hilary.
„Hel ï,s hier zoo rustig: en i.k houd
van het ruime atelier en van "3abs en
van dien heerlijken tuin en van de ciu-
nen en - en van alles". Zy zat achter
over op het lage stoeltje en '.lief hel
hoofd op om door de lakken van dco
plataanboom te kijken naai' het blau-v
van de avondlucht, reeds gevlekt met
rose zonsondergang wolkjes, „Hier komen
in. dit heerlijke buitenhuis is voor mii
lof ik in een nieuwe wereld kwam", ging
zii droomerig voort. „Moeder vertelde
mij zooveel over buitenplaatsen, waar
zij gewoond had toen zij een jong meisje
was, maar ik had nooit'gedacht dat het
zoo mooi was."
„Waar heeft je moeder gewoond vroeg
Miss Dunbar. Zij was behept met de
-gézoride nieuwsgierigheid van <\e vruiw
van middelbaren leeftijd, wier gezichts
kring altijd beperkt geweest was, wv-T
verstandige vermogens nooit behoorlijk
-ontwikkeld waren: „Uit welk gedeelte
gehoorzaamheid als het wereldparlemenl
een beslissing neemt tegen haar wen-
schen in, rf tegen haar nationale bal a
gen? Stel; al dat het tot een internatior
nate polife-macht komt, zal die colt
iets anders kunnen, doen dan. de on
willige kleintjes tot de ordev brengen?
Zal1 die ooit iets vermogen tegen een on-
willigen groote?
Juist die laatste oVerweging geeft ons
alle reden tot bezorgdheid voor wat er
voor ons, kleineren, uit zoo'n volkeren
bond zal voortvloeien. We hechten nog
altijd waarde aan 't behoud van ons zelf
beschikkingsrecht. We ontkennen de
waarheid der veel' gehoorde bewering dat
de ontwikkelingsgang van de wereld is
de kleine belangen samen te voegen in
groote re; integendeel1 kunnen we 'n de
geschiedenis niet anders zien dun hel
telkens uiteenvallen van de uit kleine
gevormde graöLe rijken.
En we ontkennen ook dat het samen
gaan in groote staalsgemeensclShppen tot
heil is van de menschheid. Integendeel
cisfde geschiedenis vol' van de voorbeelden
van hooge ontwikkeling juist in kleine
landen: Athene, de Italiaansehe steden,
ons eigen land, Denemarken, enz.
En daarom voeten we het niet als de'
roeping van een kleinen slaat als den onze
om het initiatief le nemen tot een. bewe- i
ging, waarvan het doel is de kleine rijken
in liet gareel te plaatsen van een volko
renhond, waarin de groote mogendheden
de koetsiersplaats krijgen.
Binnenland
IIET RECIIT 01» EIGEN GRAAN EN
DE GRAANPRIJS.
Nu de huiszoekingen door militairen
bij de boeren 'zooveel beschouwingen
hebben doen geboren worden over het
recht van den landbouwer op brood
van het door hem zélf geteelde graan;
en bovendien telkens weer de bewering
wordt verkondigd dat het de schuld van
Minister Posthuma is dal voor het graan;
hier te land'e veel le lage prijzen worden
hestc/cd, uü trofons te inteer de
bondige en zakelijke verdediging door
dezen. Minister van zijn houding ia zijn,
Kamerrede van 7 Juni.
Ter wille van de redelijkheid bevelen,1
we alten landbouwers, die nu op dien,
Minister schimpen aan, om ook te lezen,
wal we hier. ondfer uit die redfe ont-
lieeuien aan de Handelingen dier Kamer;-,
zitting-
Dc geachte afgevaardigde uit Bergen
op Zoom verkondigde hier 'le stelling/
dat de boer een onaantastbaar recht]
heeft op hetgeen hij verbouwt. Mij is
van een dergelijk onaantastbaar recht
tvóg nooit gebleken. Maar ik gevoel heel
goed dc. r£-.ïu*cfio a.m i"..,
van wat hij verbouwt wat te mogen
behouden en daarom' laat ik hem dan
ook zooveel bjehouden als ik kan meer
aardappelen dan normaal dje distributie
geeft, meer peulvruchten en meer groen
ten, en ik geef luem gelegenheid éénj
varken, onder omstandigheden zelfs meer
varkens, Voor zich en zijn gezin te mles-
ten. Maar, dat laat ik liem niet om
daarin vrij te handelen dat is een,
nevenwensch, die echter dikwijls hoofd
zaak wordt maar voor het gebruik
van zich en zijn gezin.
Maar, zegt de geachte afgevaardigde,
dal is alles miooi en btest, doch waarom)
laat u hem geen broodkoren? Dat heb
ik hier tot in den lyeure uitgelegd, bij'
de behandeling van d,e Distributiewet. Ik
heb het broodkoren nooidig niet alleen
om het koren, zelf, niaar meer. nog om
te kunnen gebruik maken van de z.g.
^trekmiddelen. Mis ik 100 K.G. brood,-
koren, dan mis ik niet alleen de ge
tegenheid om daarvan ^rood te bakken,
maar om van 100 IC.G. broodkoren plus
aardappelmeel, plus aardappelpoeder,
erwten en lijnkoeken brood te bakken.
En om! nu dit laatste ook niet voor .de
broodberciding verloren te laten gaan,
mloet ia hebbten den laatsten korrel.
van het land was zij afkomstig?"
„Ik geloof niet dat ik het weet"
zei Hilary langzaam na een öogenblik
stilte. „HeL is mij le voren nooit opge
vallen, maar ik ken"'den naam niet wui
hel dorp waar moeder woonde (oen ze
een jong meisje was en ik weet zelfs
niet in welk gedeelte van Engeland het
was. Het scheen altijd of ik er al'es
van wist, omdat moeders beschrijvingen
het mij zoo duidelijk voor oogen ste' lea
maar den naam heb ik nooit gehoord".
„Heeft je moeder je daar nooit mee
naar toe genomen?"
Juffrouw Dunbar zag Hilary scherp in
het gezicht, dat een weinig betrokken
«was.
„Neen, het was een heel eind van
Londen af, dat is alles wat -k er van
weet. En wij konden nooit lange reizen
doen. Maar het was een klem Gogoje
en moeder zei dat. er groote heidevelden
en moerassen om lieen lagen bedekt
met heideplanten; cn midden in hel 'oro
was een grasveld met een grooten kastan
jeboom en -dat was de plek waar al
de dorpsbewoners met ellcaar kwamen
praten. En recht door het dorp liep
een beekje, het heldere water liep sn d
over de steenen. Ik herinner mij altijd
de beschrijving van dat beekje, het
maakte indruk op mijn kinderlijke ver
beelding;"' -
„Hml" merkte juffrouw Dunbar op,
met de oogen nog steeds gevestigd' óp
Ik zal op hel oogenblik niet verder
op deze zaak ingaan:en alleen deze
mededoelmg dpen, dat volgens gegevens
waarover ik nu beschik dje 'hoeveelheid
met broodheren verbouwde grond 2*3
pCt. igroóter zal moeten zyn dan op,
het oogenblijt, zal er sprake van kunnen
zijn iels van het broodkoren te laten
aan den landbouwer. Dit beleekent
liet is een eerste opgave die ik niet
heb gecontroleerd dat er ongeveer;
48.000 H A. meer moeten worden be
bouwd mol broodgraan Nu -stel ik mij
voor om, als ik die opgave heb gecon
troleerd en ik voor mij zelf tot een
Overtuiging ben gekomen, met de land
bouworganisaties overleg te plegen in
dezen zin, dat deze mij garandeeren een:;
meerderen broodkorenverbouw van 48.000
H.A., om dan te praten over het houden
van broodkoren bij. den boer zelf.
Maar, zegt de geachte afgevaardigde
uit Amersfoort, om zooveel mogelijk te
krijgen, moet ge goede prijzen geven.
Te dien aanzien kan ik niet anders!
doen dan herhalen, wat ik bij hellevens-
middeleudiebat heb gezegd. Wie waren
in deze mijn advisleurs? De boeren zelf,,
on ook een vertegenwoordiger van de"
Maatschappij van Landbouw, waarvan de
geachte afgevaardigde voorzitter is. En
de prijzen die die adviseurs mij heb
ben geadviseerd le geven, geef ik Wat
wil men nu meer?
Maar daarmee ben ik natuurlijk van
mijn taak niet af. Ik gevoel dat de
vraag zal komen, nu of bij een andere
gelegenheid: maai* laat dit jaar aan de
boeren broodkoren. Dit nu is een van.
de twee eroole vragen, die ik niet meer
welnsch te beantwoorden. En ik zal zeg
gen waarom niet Als ik nu bepaal,,
dat van den oogst van 1918 de boeren
en hun arbeiders broodkoren mogen
houden en in Maart 1919 zit Nederland
voor een broodloos tijdperk, zal men.
zeggen, dil komt doordal de Minister,
de hoeden en arbeiders dat graan heefb
later, houden. Dit is óén zijde. Maar
laat ik het hen niet houden en zit
men in Maart 1919 voor een broodloos
tijdperk, dan wordt van andere zijde
gezegdliadl ge hen het broodkoren,
maar laten houden, dan zoudt gemeen
ingeleverd gekregen hebben En omdat
dit zoo'n ingrijpend probleem is, heb
ik geen plan de verantwoordelijkheid
daarvan op mij te nemen. Dit mag mijn
opvolger als eerste vraagstuk uitzoeken.
DE SALARISVERBETERING VOOR DE
RIJKSAMBTENAREN.
Het Algemeen Comité uit de Ronden
van Overheidspersoneel, aangesloten bij
hel Nederlandsche Verbond van Valc-
vereenigingen (A. C. 'O. P.) heeft op
daartoe strekkende uitnood! ging,' >sn on-
SuSfïïKtóSiaKt,
spreking van de bezwaren van ii et Co
mité tegen het rapport dezer stiite-
commissio, zooals ze zijn neergelegd in
het aan haar gericht adres van 13
Mei 1.1.
Hoewel bij dit pnderhoud de vertegen
woordigers der staatscommissie geen be
paalde toezeggingen konden doen, we-.i
toch welde indruk verkregen, dat zoo
wel de staatscommissie als de regeering
toegankelijk zullen blijken te zijn voor
billijke bezwaren.
De door het comité in overweging ge
geven revisie-termijn, zoowel wat be
treft de indeeling der salarisschalen, als
de plaatsing der gemeenten n een be
paalde standplaalsgroep, in ilier voege,
dat tot 1 Januari 1919 herziening met
terugwerkende kracht tot 1 Januari 1918
mogelijk zal zijn, ontmoette tijdens de
conferentie zoo weinig' bezwaar, dat me
dewerking der staatscommissie in deze
verwacht mag worden.
Verder bleek, dat de in uitzicht ge
stelde permanente salariscommissie,- dc
noodige bevoegdheden zal ontvangen, om
nader noodzakelijk blijkende verbeterin
gen aan te brengen.
Het schijnt in de bedoeling der regee-
het droomerige, in gedachten verdiepte
gezicht; „het klinkt of het in Dartmoor
of Yorkshire geweest is."
„Ik weet het niet." Hilary stond;
op met een zuchtje „ik wou dat ik
het wist. Ik zou zoo graag Gat dorpsplein
willen zien en den kastanjeboom en de
snelvlietende beek over de witte steenen
en de groote heidevelden er rondom.
Maar ik zal den naam van moeders tehuis
nooit le weten kunnen komen."
„"Heeft zij geen brieven, geen dag
boeken nagelaten; niets waardoor je ets
Icon liooren van haar jeugd en naar
familie?"
„Neen niets. Dr. Harding heeft mij
het cachet laten zien, dat zij hem ster
vende gegeven heeft; het was iets dat
zij altijd droeg1. Er staan twee ineenge
strengelde handen op en (een mlJtto. Zij
heeft mij verteld dat mijn vader het haar
gegeven heeft vóór hun huwelijk."
„Misschien is hel een familiewapen
„Dat weet ik zelfs niet, ja of neen".
Hilary sprak heel langzaam eu peinzend
„En 'dit was moeders engagcmentsriogL
Moeders hand was zoo mager, de ruig wi
ie wijd voor haar geworden cn op dien
dag toen zij uit lénden vertrok, gaf zij
hem aan mij, ik moest hem dragen cn er
goed voir haar op passen. Hot was dei
dag dat zij gestorven is boen ze hem mij
gaf."
Dc stem van het jonge meisje hape-Ui
en begaf haar; stilzwijgend nam zij hem
ring le liggen, den algemeenen maat
regel van bestuur vóór de afkondiging' ter
inzagte te geven aan'de centrale organi
saties der belanghebbenden.
RECHTZAKEN.
Ar r.-Rechtbank te Middelburg.
Voor de rechtbank werd Vrijdag be
handeld de zaak tegen A. P. de L., ihaus
gedetineerd, beklaagd van oplichting van
den rijwielhandelaar B. Wijteuburg fe
.Vlissingen, door van dezen onder al
lerlei valsche voorgevens f 25 los te
krijgen.
De officier wees er beklaagde op daL
hij herhaaldelijk oplichtingen heeft ge
pleegd, wat deze volledig bekende
De eiscli luidde een jaar met aftrek
van het voor-arrest.
De verdedigster, inr. A. Bolle, bepleitte
clementie voor beklaagde.
Vervolgens stonden terecht Wi. J. M.
en M. D beiden te M i d d e 1 hl u r
respectievelijk wegens het verkoopen en
het koopen van 300 K.G. tarwebloem
zonder dat daarvoor bons werden gewis
seld.
De eerste getuige, M. Vaane; heeft de
bloem van M. gekocht en aan 1) ver
kocht.
Beklaagde M. zeide niet te hebben ge
weten, dat hij geen bloem zonder bon
mocht verkoopen.
Beklaagde D. zeide ook niet (e hebben
geweten, dat hij geen bloem zonder bon
mocht koopen.
De eerste gtetuige-deskundige, J, G van
der Harst heeft een monster van de
bloem onderzocht, en dit bevajtla tarwe
meel en aardappelmeel.
De tweede getuige-deskimdige/ M. J.
van Pienbroek verklaarde in „e'j-en
gtees'; beiden zeiden, dat het geen rcg 'o-
ringsmeei was, dan had er maïs in moe
ten zijn.
De eisch luidde voor ieder -Ier be
klaagden f 50 of 100. dagen.
Wégens het verkoopen van de 6 balen
bloem aan M. Dierings stond nu M. V,
uit Middelburg terecht. Ook tegen
hem werd f 50 of 100 dagen gevoriêr 1,
Alsnu stond terecht J. de V., bakker
te Vlissingen, ook beklaagd varf ver
koopen van bloem zonder bons te vragten.
De eerste getuige \V. J Markus se beeft
de bloem van beklaagde gekocht; hij zegt
dat het Amerikaansche Patentbloem was;
althans hij meent dit en ook beklaagde
zegt het.
Ten derden male werden de deskundi
gen weer ondervraagd, die volhouden
dat er aardappelmeel in was.
Bekl. zegt, dat kan er later bij zijn ge
daan.
De officier zegt, dat in ieder geval
heeft zonder bons te vragenT li&T'fconU
ter niet op aan, wanneer deze bloem door
bekl. gekocht is. Hij eischt f 50 of 100
dagen.
De verdediger, mr. J. Adriaanse, komt
er tegen op, dat de officier, in de lijn
van de tegenwoordige administratieve
maatregelen, maar zegt: de rechtbank
leeft in de gelukkige omstandigheid, dat
zij zich van praatjes niets heeft aan le
trekken. Bekl. heeft de bloem op 'de vei
ling te 'Amsterdam gekocht en deze valt
volgteiis pleiter niet onder de distributie;
trouwens er is geen bewijs, dat liet door
de deskundigen onderzochte monster af
komstig is van het door beklaagde ver
kochte.
De officier zegt, dat wel degelijk olie1
afgifte van meel, bloem of brood ''onder
bons verboden is. Beklaagde en zijn
kornuiten maken, dat tarwe aan de dis
tributie onttrokken wordt, cn maken,
dal <Ie distributiehoeveelhcid kleiner
wordt. Beklaagde had de bloem aan het
rijksbroodbureau moeten afslaan.
Dc verdediger wijst er in zijn dupliek
o. a op, dat de bloem bij een balclw1'
terecht is gekomen en dus toch in de
consumptie zou komen.
van haar vinger en reikte haar gast
vrouw een klein ringetje toe, óén enkels
diamant in gouden klauwen gezet.
„Dit zijn hun voorletters die van
moeder en van vader binnen in den rin0
gegraveerd", voegde Hilary er bij haar
stem een vaster klank gevende, mét hei
zelfbedwang dat een belangrijk deel 'win.
haar karakter uitmaakte.
Juffrouw Dumbar hield den ring op.
zoodat liet licht der ondergaande zon ten
volle viel op de ingegraveerde iriters
„J. A". en een datum
„Mijn moeder heette Antonia en mijn
vader John. Dat is alles wal ik van hen
over heb", zei ge met een dramatisch
tintje, zoowel onbewust als aandoenlijk.
„Het is heel vreemd en heel droevig",
zei juffrouw Dunbar met overtuiging,
„maar jc zult altijd vrienden genoeg
vinden", voegde zij er bij, terwijl zy
haar hand uitstak en die van Hilary
streelde mot een opvallende sympathie,
die men niet gewoon van haar was >.n
die haar daardoor wal vreemd afging.
„Je hebt een soort natuur, die ile wereld
doorgaat vrienden makende."
„Mevrouw Redburn wou u een oogen
blik spreken, juffrouw."
Het was de stem van het kamermeisie,
dal het gesprek Icwam storen. „Zij »'ou
mijnheer Dunbar over zaken spreken,
maar omdat mijnheer uit is, vroeg -ij
naar u." -
Achter de nette Jane, het kamer-
Voortgezet werd de zaak tegen f. 'D.
uil Waarde, beklaagd van liet doen
dekken door een hengst, terwijl niet
goedgekeurde hengisten op het erf waren.
Gehoord werden nog twee getuigen te
charge en een h décharge,- die echter
zoo onduidelijk waren in hun verklarin
gen, dat de officier zeide, nog no nt
zulke onbesliste getuigen te hebben bij
gewoond, en daarom verplicht te zijn
vrijspraak te vragen.
De verdediger, mr. J. W. Gocabloed,
bepleitte uitvoerig, dat beklaagde de wet
niet overtreden heelt.
De wet zegt, dat een goedgekeurde
dekhengst niet op een erf ter beschik
king mag staan waar niet goedgekeurde
hengsten staan, maar bekl. liet den h°-aïst
rondleiden.
Wegens het ongerechtigd Grage i van
militaire kleeren werd t^gen b K uit
Nieuwland, die zeide het betrokken
werkpak te Middelburg le hebben ge
kocht van een onbekende, f 10 of 20 da
gen en verbeurdverklaring van .iet pak
gevorderd.
Bij verstek werd tegen C. Z uit IC loc*
tinge wegens diefstal van vier olmen-
boomen f 20 of 40 dagen gevorderd
Wel verschenen was M. IT J A,
vrouw van J. B. uit Vlissingfen, be
klaagd van diefstal van twee lakens.
Ondanks de lakens beslist herkend
werden, bleef bekl. volhouden dat het
haar eigen lakens zijn.
Een der getuigen verklaarde dat betel
haar vroeger gezegd heelt flat het haar
kikens zijn,-maai- nu twijfelde getuige
daaraan.
Eisch f 20 of 40 dagen.
Niet verschenen was „A. K. uit Vlis
singen, beklaagd van diefstal van. drie
rijwielen.
De eisch luidde tegen bekl., die reeds
drie maanden in voor-arrest heeft ge
zeten en die thans m het Gasthuis te
Vlissingen is opgenomen, drie maanden
met aftrek voor-arrest.
Wegens diefstal van een paar militaire
schoenen werd bij verstek tegen J. M.
uit Vlissingen, die recidivist is, twee maan
den gevorderd.
Ook wegens diefstal werd eveneens
bij verstek tegen een anderen, J. M. uit
Vlissingen, eveneens recidivist, twee
maanden geëischt.
De laatste zaak in morgenzitling was
die tegen J. J. en J. de N uit Ara e-
iruideii' beklaagd van het snijden van
zeespinazie zonder toestemming van. den
eigenaar van den grond.
Eisch voor ieder f 5 of 10 dagen.
In de middagzitling was hel eerst aan
de orde de zaak tegen M. d. R. v. B. II.
v^&5''k!g.'ihè'iitefl .win verhoop
boven den maximumprijs.
De eerste getuige, F. Saeijs, schipper
te Vlissingen, zeide, dat hij de aardap-
elen gekregen heeft van beklaagde; ze
ebben elkaar wel meer eens een plei-
ziertje gedaan. Nooit heeft getuige do
aardappelen betaald.
De tweede getuige, Bosman, agent van
politie, heeft de aardappelen te Vlissingen
in beslag genomen en het verbaal opge
maakt
De getuige a décharge Saeijs jr. heelt
niet gezien, dat de aardappelen betaald
zijn maar wel' heeft zijn vader gezegd ze
le moeten betalen.
De officier van justitie meende, dat
hel ten laste gelegde niet bewezen 's en
vroeg vrijspraak.
De verdediger, mr. J. J. Heijse, meende,
dat de geheele zaak op een misverstand
berust en bepleitte ook vrijspraak.
De volgende bekl. was F B. uit Rit-
them, beklaagd van 3513 IC.G bruine
boonen en 110 IC.G. gerst niet te hebben
aangegeven na het dorschen.
Beid', zeide, dat de boonen, juist twee
dagen vóór de wachtmeester der mare-
meisje, verscheen mevrouw Redburn
voor het raam van de ontvangkamer;
haar gracieuse gestalte kwam uit als een
silhouette tegen de roode lucht; het
jongë meisje kon haar bewondering niet
onderdrukken toen de bezoekster in 't
volte gezicht kwam, toen zij het grasveld
langzaam overstak achter Annie aan.
,|lk heb nooit zulk een mooi iemand
gezien", was de gedachte, die bij Hilary
opkwam, terwijl haar oogen bleven rus
ten op Hilda Redburns gezicht inet een
bewondering, die zij niet poogde ie ver
bergen. „Ik dacht dat ook al toen ik
haar dien eersten Zondag in Mr. Dunbars
atelier zag. Het valt mij nu nog meer op
„Het spijt mij dat ik u moet sloren"
zei mevrouw Redburn met een koele
stem, die hiel tegenstaande die koelheid
een merkwaardige bekoorlijkheid had,
„maar mijn man wou graag, daar ik hier
toch passeerde, dat ik even een vaste
afspraak maalde met mijnheer Dunb.ir
omtrent het portret, dat hij zou schikte-
iren. Is hij niét thuis?"
„Neen. hij is altijd in dc duinen om
een schaapherder met zijn schapen lit te
schilderen", antwoordde juffrouw Dun
bar kortaf, met een gevoel van fijne vol
doening, het deze tretsche dame duide
lijk le kunnen maken, dat zij -ie eer ge
schilderd te worden door Anthony Dun
bar deelde met een convoudigien schaap
herder en zijn kudde.
("Wordt vervolgd.)