liÉlbirgsebe dein!
TWEEDE BLAD
"EUSllETOi.
VA* DB
VA*
caterdaff 8 Jnai <918, ae 133.
DE MACIIT IN DE
REGEERiN GSBURE AU X
Op 't oogenblik dat wij dit schrijven
weten we nog niets van de beslissing die
de Kamer genomen heeft over de wijzi
ging der Distributie-wet. Maar of de re
geering nu al meer bevoegdheden krijgt,
dan wel of zij d^iplfde macht houdt die
ze nu bezit, één ding' is nu wel vol
doende duidelijk, nl. dat ook slechts
een geringe bevoegdheid Jn handen van
eigengereide hooge of lage beambten,
zonder voldoende contröle, meer kwaad
doet dan een dictoriale macht in handen
van een Minister, die het goejje wil.
Dat Minister Posthuma steeds, en >onr>
ten onrechte, zijn ambtenaren door dik
en dun verdedigt, is een heel anJere
kwestie dan 't feit dat zijn bedoeling en
inzicht doorgaans als juist moeten er
kend worden, en dat de fouten erger
lijkheden geweten moeten worden aa
onvoldoend inzicht der ondergeschikten,
van wie vooral de crisisambtenaren dik
wijls gterecruleerd zijn uit personen, dié
niets om handen hadden, en die - dc
•zeer goede uilzonderingen daargelaten
niet als deskundigen kunnen gelden op
't gebied waarop zij ineens lot machtheb
benden zijn verheven,
In welk bedrijf men ook komt, telkens
pntmoet men personen <lie ongelooflijke
dingen vertellen van de ondeskundige wij'
ze waarop in sommige burcauk de zakm
worden behandeld. Wat daarover In de
Kamer is meegedeeld in die vele distribu
tie-debatten, is overtuigend. En de. ge
volgen kent ieder uit de herliaaldp wijzi-
zigingen in de getroffen regeflnglen.
De Minister kan niet alles overzien en
moet wel door zijn ambtenaren bande
len. Maar telkens en telkens wordt erover
(geklaagd, daL de Ministër bij1 de voorbeli
ding' niei: voldoende de deskundigen raad
pleegt. En als de Minister .dan triomfan
telijk kop aantoonen dat hij ze wél raad
pleegde, dan kon maar al te vaak het
verwijt volgen, dat hij' hun adviezen niet
Opvolgde. Nu weten we wel dat <lie des
kundigen in, veel' gevallen dok de dire-i
belanghebbenden zijn. Maar we hebi.en
tocli ook den indruk gekregen dat bij
wrijvingen tusschen vereenigingen w.Ja
belanghebbenden en regeeringsburaaux,
de achterdocht tegen de belanghebben-
den meermalen ten nadedle van de zaak
zelf werkte. Ieder heeft daarover on
verkwikkelijke dingen kunnen lezen be
treffende de visscherij, de peulvruch
ten, de fijne zaden, en eigenlijk bij alt63
wat op den landbouw betrekking had.
En daarom blijft afgescheiden van
- de vraag' of men den Minister, en met
hem de ambtenaren meer macht kan
en wil geven de hoofdzaak voor ons
dat er iets op gevonden worde om te
verzekeren dat niet louter in de rege?-
ringsbureaux de plannen worden uitge
broed met uitsluiting van de deskundigen.
Dat woord uitsluiting gebruiken we met
-Opzet. Nog dezer dagen hoorden we een
sterk staaltje van een zeer ingrijpende
regeling die in een bureau van Den Haag
was uitgedacht, zonder dat de aangewe
zen wettelijke deskundigen er iets van
wisten. Een toeval bracht hen ervan op
Üe hoogte, en toen was de kritiek zoo
vernietigend, dat het reeds klaar lig
gende plan niet op den voorgeschreven
datum kon worden afgekondigd.
Er is voor ons één lichtstraal, cn dat
is de instelling .yan de plaatselijke pro-
DE GOUDEN SLEUTEL.
naar het Engelstrh
«looi L G. MOBEBLE1
o
30).
Van een stoel bij het raam stond een
dame met zwart haar haastig op, zij-*liep
vlug de kamer door, viel op haar knieën
-naast Babs en sloeg de armen oni haar
heen.
„Mijn lief kindje", zei ze met een merk
waardig, ademloos hijgende stem, „ik
dacht dat ze je nooit brachten en va
dertje zei dat je komen zou, mijn
kindje."
Een oogenblik trachtte Babs zich los
te maken uit de stijve omhelzing en ver
bazing' verduisterde haar gezichtje. Toen
brak er een glimlach op door, ze legde
haar handjes tegen haar moeders wan
gen en met Laar aardig vriendelijk stem
metje zei ze zachtjes: „IS dat mijn
moesje
„Dit is je moesje, mijn dierbaar klein
wezentje!" zei de vrouw, die naast haar
gekn eld lag levendig1, ,,en moesje is zoo
blij je te z:en. Arm moesje is niet heel
wel! Zij heeft ja wat heeft zij?" En
mevrouw Gardiner wendde zich tot
Iductie-commissies, waarover wc hier
onder nadere meedeelingen opnemen.
Want dat plan wijst op een neiging tot
decentralisatie, die niet anders dan heil
zaam kan werken in een toestand welke
bedorven is door» te groote centralisatie.
Het is een spotwoord geworden, dat
alles „van uit Den Haag" moet worden
bedisseld, 't Is soms wel eens amusant
om te hooren hoé de heeren .n Den
Haag om den tuin worden geleid omdat
zij geen kennis hebben van plaatselijke
toestanden. Maar in den grond is het
treurig, daar er zooveel ernstige belan
gen door verknoeid worden.
De kans bestaat, dat die Plaatselijke
Productie-commissies een groote rol gaan
spelen, een rol waarbij de beteeken1.; dor
gemeente weer vergroot zal worden. Ze
is al vergroot door de distributie, die het
burgemeestersambt een veel grooter g'e-
zag en invloed gaf. En ze kan nog' meer1
vergroot worden door de productie, als
ook de plaatselijke commissies worden
wat ze kunnen zijn.
We kunnen ons daar slechts in ver
heugen. We hebben vroeger, vdór den
oorlog, al eenige malen gewezen op de'
gevaren van een toenemende centralisa
tie, waarin alles steeds meer afhing
van de beslissing uit Den Haag. Wat we
in oorlogstijd zagen geheimen, heeft dien
invloed van Den Haag' nog sterk doen
toenemen.
En daarom bevelen we lederen be
langhebbende aan, 'L zijne bij te dragen
om die Plaatselijke Productiecommissies
aan hun doel te doen beantwoorden
Men beginne dan het hieronder staande
te lezen. Want er *it daar een stevige
kern in, waaruit veel kan groeien, voor.il
ook omdat de Minister bij de instelling'
de medewerking heeft ingeroepen van
de landbouworganisaties, die uit de be
volking zelve zijn opgekomen, en die tot
nu top veel te weinig actieven invloed
hadden op de regelingen van zaken,
waarvan zij ongetwijfeld de beste kenners
waren.
PLAATSELIJKE
PRODUCTIE COMMISSIES.
Met hel oog op het groot belang der
zaak laten we hier op deze plaats vol
gen wat het Zeeuwsch Land- en Tuinb blad
over dit onderwerp schrijft:
De mogelijkheid oim door aanvoer uit
het buitenland op voldoende wijze in de
voedselvoorziening van Nederland le voor
zien, heeft in den laatsten tijd een zeer
ongunstige wending' genomen. Er "dient
dan ook op gerekend te worden, dat
wij in de eerstvolgende jaren het noo-
dige voedsel zoo goed als geheel van
eigen bodem zullen moeien oogsten.
't Zal -*er dus op aankomeu onzen
bodem zoo productier mogelijk Ie ma
ken, waartoe noodig is de steun van alle
landbouwers en van hun organisatie.
Verschillende maatregelen zijn dien
aangaande reeds in voorbereiding en zul
len deze straks in alle opzichten zoo
rationeel mogelijk uitgevoerd kunnen
worden, zoo zal de leiding dier uitvoe
ring, althans voor hun eigen omgeving,
in handen moeten zijn, van de landbou
wers voormannen, daar ter plaatse
De Minister heeft daarom verzocht in
alle gemeenten Commissies te benoemen,
die hem bij de uitvoering der groote
plannen ter zijde kunnen staan.
Deze Commissiën, welke Plaatselijke
P^pductie Commissie (bij verkorting P
P. C.) zullen heeten en uit 3—5 leden be
staan, worden benoemd door den heer
Regeeringscommissaris, belast met de
Rijksgraan-inzameling, in overleg1 metjile
Cultuurcommissie en de Zeeuwschfi Land-
bouwmaatschappij.
Heeren Burgemeesters zullen ambtj*
halve voorzitter dier Commissies zijn.
't Spreekt van zelf, dat in deze van de
zijde der Z. L. M. het oog het eerst
gevestigd wordt op de bh haar aangeslo
ten dorpsvereenigingen. Daar, waar de
dorpsvereenigingen zich tot nog toe niet
bij de 2. L M. aangesloten hebben,
wordt de hulp ingeroepen der plaatse
lijke bemiddelingsbureau!.
Daar, waar de dorpsvereenigingen
iemand, die Hilary op dat oogenblik pas
voor 't eefsl opmerkte een pleegzuster
met een vroolijk gezicht, die bij een ta
feltje zat, te werken.
„U is wat oververmoeid, dat is het
eenige, mevrouw Gardiner'antwoordde
de pleegzuster met een stem even opge
wekt als haar gezicht„u had een goe
den tijd rust noodig1."
„Ja, dat was het, rust." Langzaam
stond mevrouw Gardmer op uit haar knie
lende houding en keerde terug naar dm
stoel bij het raam. „Hel is niet dat ik
krankzinnig ben, zuster Rose, is 't wel?"
Eu met een droevig silieekende uitdruk
king in de oogen keek zij op naar dc
vroolijke pleegzuster, die nu uaast haar
stond.
„Zeker niet", zei zuster Rose met na
druk, „uw zenuwen zijn overspannen
en zij moeten weer bijkomen. Wanneer
zij door en door zijn uitgerust, zult 11
weer heelemaal beter zijn".
„Soms heb ik een gevoel in mijn
hoofd of er oen stevig© band om heen
zit en ik denk dat als de band brak, ik1
werkelijk krankzinnig zou worden", zei
mevrouw Gardiner ernstig, met de oogen
op Hilary gevestigd.
„Maar dan zou het niet breken", zei
het meisje, die den wenk van zuster Rose
begrepen had. ,,U hoeft heuschjiiet bang
te zijn dat het zou breken."
reeds tot de Z. L. M. toetraden, zijn de
landbouwers dus in der gelegenheid uit
hun eigen midden daartoe de meest ge
schikte personen aan te wijzen en neb
ben zij daardoor zelf medezeggingjschap
in de uitvoering' vati" maatregelen die hun
belangen ten nauwste raken.
Laat dus getoond worden, dat onze
landbouworganisatie het vertrouwen,
door den Minister In haar gesteld, waar
dig is. En om dit te bereiken zal een
eerste vereischte zijn, dat de landbou
wers zelf vertrouwen stellen in hun
commissies.
Omvangrijk zijn de werkzaamheden, die
deze Commissies hebben uit te voeren
p. a. zullen de Commissies den Regee
ringscommissaris behulpzaam zijn bij de
inventarisatie van den oogst. Dan is aan
deze Commissies opgedragen de inventari
satie van het grasland, dat in aanmerking
komen kan gescheurd te worden.
Waar naar de meening des Ministers
het aanwezige bouwland onvoldoende is
voor de productie, mede door liet mest-
gebrek, moet er grasland gescheurd wor
den op groote schaal, waarom een wets
ontwerp is ingediend, waarbij het scheu
ren van grasland verplichtend gesteld kan
worden.
Het ligt daarbij in de bedoeling zoowel
gebruikers als eigenaren een billijke .scha
devergoeding te geven.
Het spreekt van zelf, dat om in deze
iets te bereiken een juiste inventarisatie
gebiedend noodzakelijk is, vooral met het
oog op het ai of niet geschikt zijn om.
te scheuren.
Voorts zullen de Commissies het pro
vinciaal Hooibureau behulpzaam dienen
te zijn en zullen zij de Cultuurcommissie
van advies dienen, in zake de afgifte
van teeltvergunningen e. d.
Veel, zeer veel zal dus van onze orga
nisatie gevergd worden, doch, waar voor
al het vele werk behoorlijke vergoedin
gen in uitzicht gesteld zijn, moet ook
dit, naast ly?t groote eigenbelang, dat er
mede gepaard gaat, een prikkel zijn, dit
werk le verrichten op de meest voor
beeldige wijze. En niet alleen doen wij
hier een beroep op de medewerking der
Commissiën, doch wij roepen de hulp in
van alle landbouwers, allen zijn tot me
dewerking verplicht; niet alleen om huu
eigen belang, maar eveneens pm het be
lang' van ons geheele volk.
UITZENDING VAN KINDEREN NAAR
HET PLATTELAND.
Vrijdagmiddag had in 'de sociëteit St.
Joris alhier een hjjeenkoimst plaats ter
bespreking van liet plan tot uitzending
van kinderen naar het platteland, welke
op verzoek van het centraal comité bijeen
was geroepen door de heeren J. H.
Bltim en A. J. Hoorweg, resp. voorzitter
en secretaris der provinciale veree-.,,jincf
tot bestrijding der tuberculose.
Met deze heeren had mej. Deetman,
de huisbezoekster 'der provinciale vev-
eenigSng aan de bestuurstafel plaats ge
nomen.
De heeren Blum en Hoorweg zetten
achtereenvolgens de plannen uiteen, die
zich behalve in den steun van de konin
gin en de koningin-moeder ook in dim
van de regeering, die f 50.000 voor liet
werk wil toestaan, mogen verheugen.
Waar ons land het vorig jaar 20.000
Duitsche kinderen opnam en bovendien
Belgische en Fransehe, meent men 'dat
er ook voor de eigen kinderen plaats
gevonden moet worden. Niet alleen ;s
de voedselvoorziening ten platteland© nog
wel iets beter "dan in de steden, ook het
verblijf op 7.ich zelf is van belang. Dat
blijkt wel uit de goede resultaten, djie de
vacantiekolonies opleveren. De. bedoeling
is voornamelijk kinderen uit de steden en
industriestreken, ook van den. midden
stand in die plaatsen en 'van djen leeftijd
van 6—15" jaar uit te zenden. Zij zullen
voor geen of voor een geringe vergoe
ding moeten worden opgenomen vooreen
tijd van S of 8 weken. Voor kleeding
enz. wil het Kon. Nat Steuncomité f 17
;per kind bijdragen, terwijl' er voor de
voeding boven het rantsoen een extra
„Er is iets in u dat mij nieuwen moed
geeft", riep mevrouw Gardiner, met -Je
©ogen-gevestigd op Hilary's gezicht, „u
is zifervol leven, u maakt dat ik mij ook
weer levendig' voel. Waarom komt u mij'
mijn baby brengen9 Ik geloof niet dat ik
uw naam gehoord heb, is 't wel?"
„Neen ik ben hier geheel vreemd."
Hilary kwam dichlör bij hel raam en nam
den stoel dien zuster Rose haar toe
schoof, terwijl Babs twee mollige hand
jes op haar moeders -knie legde en tot
haar opzag ^et bruine, onderzoekende
oogen. „Ik logeer in hetzelfde huis als
uw kleine meid en ik heb aangeboden
haar naar u toe te brengen."
„Hoe vriendelijk van u", mompelde
mevrouw Gardiner geheel absent. „Ralph
beloofde dat ze komen zou. Ralph is
mijn .mar), weet u, het spijt mij zoo dat
hij al die moeite met mij heeft Arme
Ralph! Maar ik zal beter worden, zegt
zuster Rose; als mijn hoofd zoo leeg
schijnt en als ik dien band voel, dan
maak ik mjj echter ongerust."
„U zult heelemaal beter worden", ver
beterde zuster Rose. „U is al veel beter
maar hersenen hebben rust nodig,
even goed als armen en beenen cn u had
de uwe te weinig rust gegevén."
„Ik geloof dat ze nooit rust kregen",
zuchtte mevrouw Gardiner. „Iemands her
sens schijnen altijd door te werken. H°t
rantsoen zali worden beschikbaar gesteld.
Voor geregeld schoolbezoek enz. zal
zorg worden gedragen, terwijl nauwlet
tend wordt toegezien, d^t geen kinderen,
die lijden aan besmettelijke ziekten, wor
den uitgezonden.
Ds. Steinz uit Goes, die verleden jaar
met mevr. Van der Have Cp den heer
Stieger zorgde voor het onder dpk bren
gen van 128 Duitsche kinderen, wees ex-
op, <lat de komst van 40 kinderen m
dit voorjaar werd afgezegd met het oog
op Ide schaarschte, die thans ook ven
plattenlande heerscht. Onder die Duit
sche kinderen waren er echter met, wat
men „paupers" zou kunnen Poemen^ wat
het onderdak brengen in gezinnen ver-,
gemakkelijkle. Hier geldt het echter een
andere categorie kinderen en een geheel
anderen toestand. Wel' heeft men in som
mige gezinnen nog volop, maar men wil
dil niet manifesteeren door vreemde kin
deren op te nemen. Toch is spreker wel1
bereid zijn medewerking te verleenen.
Van verschillende andere zijden werd
er nog op gewezen, dat er ten platten
lande in hygiënisch opzicht nog veel
wantoestanden beslaan en dat het er met
de voorziening van eieren, melk enz. ook
steeds slechter wordt, terwijl ook de
vraag onder de oogen werd gezien ot
men de kinderen nïet beter in kolonie-
huizen onder dak kon brengen. Dit wordt
echter bij een groote massa 'men denkt
over uitzending van 25 k 30 000 kind?-
ren) te duur en bovendien zijn er rem
koloniehuizen vrij voor het najaar Naar
mej. Deetman meedeelde, denkt men cr
wel over dan die huizen te gaan ge
bruiken.
Uit inlichtingen van dr Duijvis en ar.
Gieben bleek, dat er ook te Vlissingen en
Middelburg kinderen voor uitzending in
aanmerking' komen, te Vlissingen voor
namelijk uit den- kleinen burgerstand.
De heer Steinz gaf ten slotte den raid
om doktoren, pastoors, predikanten,
schoolhoofden enz. te verzoeken hun
medewerking te verleenen bij het zoeken
naar gezinnen, die -kinderen op wil1 en
nemen, hetzij kosteloos, hetzij met ver
goeding voor melk of eieren.
Een commissie, bestaande uit mej
(Deelman en de heeren Hoorweg en
Steinz zal dit onderzoek leiden, dat in
korten tijd af moet looperrr* De heer
Blum kon zich met het oog op de nade
rende zoinerzitting van Prov. Staten daar
voor niet beschikbaar stellen.
De vergadering werd bezocht door ver
tegenwoordigers van Walcheren, Zuid-
Beveland en Zeeuwsch-Vlaanderen Men
zal echter trachten om ook in de andere
deelen der provincie kinderen geplaatst
te krijgen.
KERKNIEUWS,
Vereeniging van Vrij#inn i
Hervormden in Zeeland.
In het gebouw der Vrijzinnige Her
vormden te Middelburg hield giste
renmiddag bovengenoemde vereeniging
haar jaarvergadering onder voorzitter
schap van ds. J. N. Pattist uit Aarden
burg, die naar aanleiding van de notulen
van de vorige jaarvergadering mejuf
frouw J. C. van der Harst als bestuurslid
welkom heette en mejuffrouw M. C. Jan
nema als godsdiensüxnderwijzeres. Hij
hoopte, dat het werk van laatstgenoemde
een zegen moge worden in gfodsdienstig
opzicht en bevorderlijk aan de beginselen
der vereeniging.
Uit het jaarverslag van den secretaris,
den heer dr. J. P. Cannegieter, blijkt dat
door do tijdsomstandigheden door de
provinciale vereeniging geen vergaderin
gen zijn gehouden, maar de afdeelingCn
niet stil) hebben gezeten; inzonderheid
de afdeelingen Oostburg en Aardenburg
gaven blijk vau een opgewekt leven, ter
wijl te Westkapelle en te Vlissingen de
godsdienstoefeningen konden worden her
vat.
De godsdienstonderwijzeres is voor-
loopig werkzaam te Middelburg en Mis
singen en baar werk wordt ten zeerste
gewaardeerd. De Nederlandsch© vereeni
ging gaf een subsidie voor het gods-
is bitter jammer dat ze niet uit je hoofd
genomen kunnen worden en ergens op
gehangen waar hun alle inspanning be
spaard werd."
Zij glimlachte om haar eigen dwazen
inval en toen Hilary haar glimlach beant
woordde, riep zij weder uit
„U wekt mij op tot nieuw levenEr is
iets in uw gezicht dat mij aan de Lente
doet denken. Maar 'ik heb u zeker
meer gezien9" Die laatste woorden wer
den zoo buitengewoon beslist uitgespro
ken dat Hilary er van schrikte.
„Ik kan niet denken dat u mij ooit
meer gezien hebt", stamelde zij. „Ik Den
liter geheel vreemd het was heeletnam
bij toeval dat ik hier bij Ge Duahars
gekomen ben. en het is niet waars ch ij a-
lijlc dat wij elkaar in de stad ontmoet
hebben."
„Maar ik weet zeker dal ik u gezien
heb", antwoordde mevrouw Gardiner met
nadruk, zich voorover buigende om Hi
lary aandachtig aan te zien, terwijl zij
haar armen vaster om haar doch'ertje
heensloeg. „Wat is er toch in uw ge
zicht dal mij. zoo bekend voorkomt? Eu
toch kan ik u nooit meer gezien hebben",'
ging ij voort met een plotselinge veran
dering van loon. „Als ik u gezien had
zou ik uw haar nooit vergeten hebben
Hilary lachte.
„Mijn haar maakt jjiij vreeselijk be-
dienstonderwijs. Herinnerd wordt aan de
weigering van den districtsschoolopziener
en B. en W van Middelburg om ,n de
openbare scholen de onderwijzeres toe
te laten, waardoor dure lokalen moesten
worden gehuurd. Te dezer zake is aan'
den Minister geadresseerd.
Het verslag werd voor kennisgeving
aangenomen.
Door den waarnemenden penningmees
ter ds. E Van Ruijtenberg te Oostburg,
die dit werk tijdelijk van den vertrokken
penningmeester, ds. Posthumus, heeft
overgenomen, werd de rekening over
gelegd, aanwijzend in ontvang f 310.5?i/,
en in uitgaaf f298.71. De rekening werd
goedgekeurd, evenals de begrooting voor
hel jaar 1918—1919, aanwijzend in ont
vang f 210.721/2 en in uitgaaf f190.
Onder de ingekomen stukken wac©n
mededeelingen van de Nederlandsche ver
eeniging, waarbij wordt verzocht de af
deelingen op le wekken meer dan tot nu
toe aan de kerkelijke verkiezingen ileri
te nemen; ook wordt medegedeeld, dat
de vereeniging geen steun kan verleenen
aan het adres aan den minister, genoemd
in het jaarverslag, daar zij het als een
rechtskwestie beschouwt. Het hoofdbe
stuur van den Protestantenbond lieeft
echter wel steun verleend.
Door den heer ds. Van Ruijtenberg
werd verslag uitgebracht namens de com
missie voor verbetering der vrijzinnige
prcdikantstractementen, waaruit blijkt,
dat deze commissie tot nu toe slechts
twee gemeenten kon helpen.
Na enkele mededeelingen over het
godsdienstonderwijs werd'de rekening van
dit onderdeel goedgekeurd in ontvang op
f569.17 en uitgaaf f261 67.
Tot bestuurslid werd herkozen ds. J.
H. de Roode te Zierikzee en gekozen ds
E. van Ruijtenberg te Oostburg, dia het
penningmeesterschap op zich zal uemen.
Als vertegenwoordigend lid in het
hoofdbestuur van de Nederlandsche ver
eeniging werd benoemd de voorzitter
en tot afgevaardigde naar do algemeene
-vergadering ds.. Van Ruijtenberg.
Een subsidie van f 50 zal worden ge
geven aan genoemd comité inzake de
traktementen.
Behandeld werd de bescbrijvingsbriei
voor de algemeene vergadering'. Inzake
diet voorstel-Niermeijer om te bevorderen
het iustellen van een „Algemeen Kerk
bestuur" met hoogste rechtsprekende en
besturende macht, waarover in het hoofd
bestuur geen eenstemmigheid bestoni,
werd den afgevaardigde vrij mandaat ge
geven, terwijl de heer J. C Paap meende
dat zulk een instelling' den band tus
schen personen in een gemeente zal ver
minderen.
De afgevaardigde zal prolesteeren le
gen het eigenmachtig optreden van het
hoofdbestuur inzake de filiaalgemeente;
hij zal medegaan met het idee om ie
doen vervallen de bepaling in het regle
ment, dat een kerkeraad niet mag ver
gaderen zonder toestemming van den
predikant of den consulent.
Ned. Herr. K®*k.
Beroepen te Waarder (bij Woerden) IT.
J. van Schuppen, cand. te Veenendaali.
Bedankt voor Renkum en Heelsum: B.
Batelaan, te De Bildt.
Aangenomen naar Mijdrecht J. G. R.
Langhout te Den Bommel.
Bedankt voor Brakel H. J. van Schup
pen, cand. te Veenendaal.
Geraf. Kerken.
Beroepen te Schiedam; J. Mulder, f6
Gorinchem; te Nijkerk. H. Ph Ingwersen
te Berlikum; te Dwingeloo: J. Wi. Esse-
link te Alleveer (Dr.); te Veenendaal:
H. W. Laman te Assen.
Et. Èuth. BorlT.
Beroepen te Groningen- A. C. Schade
van Westrum le 's-Gravenhage
Doopigez. Gemeenten.
Bedankt voor Surh ui ster veen R. D.
Boersma te Noordliorn.
kend", zei ze. „Als de politie mij ooit
moest opsporen zou ilc mijn haar zetcer
eerst moeten verven."
„Het is hfeel mooi", zei mevrouw Gar
diner ernstig, „maai- hot is niet al'een
uw haar waardoor ik zeker weet daf il;
u meer gezien heb. Er is iets aan u, uw
oogen, uw stem, uw manier van doen,
dal mij zoo hekend voorkomt. Ik beu op
het purf¥ hel mij te herinneren, maar ik
kan er nog niet bij."
„Misschien valt het u wel in", zei
Hilary sussend, toen zij een ongelukkigm
en zoekenden fylik zag in mevrouw Gar.
diners oogen. „Bekommer u er maar
niet over. Het is heel waarschijnlijk dat
Ket u midden in den nacht te bimmn
schiet of op een ander onverwacht oogen
blik, wie het is aan wie ik u herinner".
„li komt toch terug", luidde het vlug
ge antwoord. 'Beloof me dat u terug
zult komen. Ik moet u zien. Ik mooi
begrijpen waarom' ik u half herken- Be
loof mij dat u terug zult komen." Haar
stem was scherp en opgewonden gewor
den, er was meer rustclooshe d in haar
oogen en Hilary antwoordde dadelijk:
„Natuurlijk kom ik terug. Ik beu bij
de Dunbars gelogeerd en mijnheer Dun
bar heeft mijn haar noodig voor een van
zijn schilderstukken. Ik zal nog eens
met Babs bij u komen als ik mag".
(Wordt vervolgd),