UIIHHU.IM iUiSCilK COI BVVr
FEUILLETON
8118 li lil AND.
Mo 129
Dinsdag 4 Juni SÖiSc
11o' jaar.;,ag
MET HET OOG OP HET VROEGER
VERTREKKEN VAN VERSCHILLENDE
POSTEN MOETEN WIJ INZENDERS
VAN ADVERTENTIËN VERZOEKEN TE
ZORGEN, DAT DEZE UITERLIJK 12
UUR N.M. IN ONS BEZIT ZIJN, ANDERS
KAN VOOR PLAATSING IN HET AVOND-
NUMMER NIET WORDEN INGESTAAN
DE ADMINISTRATIE
Abonn. prijs per kwartaal.,in Mid
delburg en bij de agenten in Vlsssingen
en Goes f 1.55; per post f 1.75.
Advertenties 20 cent per re
Bij abonnement veel legér.
Familieberichten en dankbetuigingen
vaa 1—7 regels f 1.50.
Bovenstaande advertentieprijzen worden
met 20 o/o toeslag verhoogd.
IN DONKERE DAGEN.
Soms is het als of we, hier in ons!
land, alten samen meesjolcken op een
langen weg. telkens even opgeschrikt
door de dingen van den dag die la^ga
(ons heen schieten als caloppeerende paar
den, waai" we ternauwernood iets van!
hebben kunnen zien;, als de volgende
al weer voorbij jageii. En die gebeurte
nissen van den dag zijn in ons land
dnn bijna altijd weer distributie afkondi
gingen 1 Sommigen letten er al niet meer
op. Ze sjokken verder, en loopen gehoor
zaam daar waar him gezegd wordt te loo
pen. En degenen die mopperen, telkens
als ze weer op zij moeten, loopen ten
sllolte ook weer mee. —allen êén richf
ting, allen met dezfelfde hoop.- djat er;
dan toch eindelijk iets helers zal komen.,
Maar we lotopen nu al vier jar,en
langs dien weg. en die heeft ons zoover
weggeleid, ons in zoo'n g(öheel andere
Omgeving gebracht, dat we er sterk aan
twijfelen ooit weer in 't oude- land terug
te zullen komen. Vier jaar geleden was
die omgeving een maatschappij, waar vrij
heid vm bedrijf een algemeene regel;
was, die ontplooiing van energie mogelijk
en vruchtbaar maakte. En nu is er bijna
geen bedrijf otf het zucht onder een of
andere ambtenaarscontröle, die bepaalt
hoeveel je doen mag; en zelfs lean voor
schrijven dai je niets doen mag, getuige
de ledig rondloopende slagers, de werk-
Iiopze grossiers enz. enz.
We hebben vroeger wel, mei zooveel
anderen, beweerd dat het Nedpriandsclie
volk te onhandelbaar was om zich onder
een ambtenaars juk 6e buigen. Het mjocht
wat! We blijken al even gedwee als
andere volken, zoodra de nood dreigt.
Zelfs hét heilige eigen err, het huis
houden, bleef er niet vrij van. Als een
uittreksel uit een huishoudelijk wetboek
van strafrecht ligt 'in iedere provisiekast
een stel distributiebons, dik als een
spel kaarten, maar dun van armzalig
rantsoen.
Zeker, we berusten. En 't is goed
*0to. Dat erkennen Wc. Maar wat een
Omkeer in begrip van wat mogelijk en
geoorloofd is! En hoe lang zal het nog
duren dat zoo'n ingrijpen in 't bedrijf
-,tfn in 't hui«elijk leven zal blijven be-
ichouwd .worden als geoorloofd.
In de benauwdheid van al d;at gereglfe-
menteer klonten allen bijeen die vroeger
^mededingers waren en nu gelijke belang
hebbenden heeten. Wat de staat niet
reglementeert, reglementeeren de hon
den en vereenigingen. Tot algemeen nut,
zeker! t Is prachtig in de omstandig
heden. Maar menige ondankbare denikt
DE Q0U0EN SLEUTEL,
naar hat Engels ch
door L. G. MOBERLHW
„Nu daarna is de citadel gevallen"in-
digdc- Hilary den volzin, vroolijk lachend
„Iedere citadel zou gecapituleerd heb
ben" was liet opgewonden antwoord. ,.Ja,
weet je, het geeft je een heel buiten
gewoon gevoel als de armpjes van 3en
klein kind om 'den hals geslagen worden.
Hel maakt je zoo zoo warm en bijna
weer jong."
„Dal gelöof ik ook", zei Hilary zacht
mei een flauw begrip van het aandoen
lijke, dat aan een leven als dat van Alice
Dunbar verbonden is, „en ik ben heel
blij. dat mijnheer Garetinier zijn kindje
bij u laat. Het is zulk een gelukkig schep
seltje."
„En ik wou je vertellen van het huis
Op de Duinen!" riep MisS Dunbar, „toen
wij van het onderwerp afraakten en over
Babs begonnen te praten. Het ;s een
gelukkig wezentje dat is zoo en ik
hoop dat zij altijd gelukkig zal we/en.
Maar er is iels tragisch op den achter
grond van liaar leven, arm kind. Haar
vader zag er afgemat en dood ongeluk
kig uit; en haar moeder is daar ginds' in
de ziekenverpleging van Miss Driver, haar
zuchtend terug a,an den vroegeren lïjdj,
nog geen vier jaar achter ons, toen 't
individu nog iels kon dpen naar zijn
meening.
We staan als een kudde schapen opeen
gedrongen. bang voor den hjelsclien storm
die om ons heen wo(edt, en we blaten
samen omdat we steeds minder te eten
krijgen.
En in die stemming, die ons dag-in;,
dag-uit onafgebroken bezig houdt, wor
dt n we geroepen aan politiek le gaan
doen, aan partij-politiek.
We hooren ^temmen in redevoeringen
en partij-bladen, die ons spreken over
dingen, waaraan we niet meer «lachten,
over toestanden uit de omgeving van
vrpeger, die een heel andere was djani
de omgeving van nu. En wanneer er
al eenige ,;!eminen opgaan, die uit den
tegenwoordigen toestand conclusies pro-
beercu te trekken voor de toekomst,
dan klinken die stemmen onzeker. Want
voor allen, ook voor de partij-leiders,
is het land waar we üu in zijn, eeq
(onbekend gebied. En de woordjen van
vrroegi v betroffen andere begrippen dan
dezelfde woorden hu.
Terwijl tot voor '14 „de" sociale kwles-
tie bijna geheel een arbeiderskwestie was,
doemen nu aan alle kanten de umbte-
naarsgroepen op, steviger georganiseerd
dan menige arbeidersgroep, en niet min
der luid in haar vardt maar al te zeer
gerechtvaardigde eiscben. Wjas vroeger
de „protectie" een kwestie van hoogere,
of lagere invoerrechten, het begripi is
nu heelemaai veranderd djoor d,en om-
rujgrijken „steun" aan nationale bedrij
ven, een steun waarvan dc invoerrechten,
een onderdeel zijn, terwijl op haar beurt'
die heele protectie weer een onderdeel,
is van h t groofe vraagstuk voor do
toekomst- de bevordering der nationale
welvaart in al naar onderdeden: land,-
bouw, industrie^ groothandel, midden
stand, Indische cultures, scheepvaart. We
hebben nu al wel genoeg ervaring op-
gledaan, tom te begrijpen dal we vóór1
den oorlog eigenlijk heel weinig1 begrip
hadden van dat vraagstuk voor dp natio
nale welvaart. Het whs er ternauwernood.
En vraag dan eens naar den invloed,
in de toekomst van die welvaartspolitiek
op de technische inrichting van het on
derwijs, dan ligt het vpior de hand dat
het onderwijsvraagstuk een ander is dan
het lot nu toe was.
Het begrip democratie is anders ge
worden door de vorming van belangen
groepen !n letterlijk iederen lering. De
staatkundige kwesties zijn anders.
Belasting naar draagkracht? Directe of
indirecte bela-ting? Niemand, ook tór.
Treub zelf niet, zal vóór den oorlog
hebben durven denken dpt het mbgelijk
zou zijn, zooveel honderd milliojen uitj
de inkomens ie halten, als de laatste)
twee jaar is geschied.
Gelooft men dat de sociale verzeke
ringswetten mei hun beperking tot de
arbeiders van ziekengeld, ouderdoms
rente, uitree ring bij werkeloosheid, enz.,
zoo beperkt zullen künnen blijven,
nu de staat op allerlei .gebied wèl
tracht te zorgen voor het wplzijn van de
bevolking in haar vollen omvang?
Waarom we dit nu ophalen?
Omdat er groot gevaar bestaat dat ave
bij de a.s. verkiezingen zullen krijgen
wat men in vergaderingen een on
zuivere stemming noemt.
De verkiezing' gaat niet vóór of tegen
een regeering; ze gnat niet voor of tegen
een of andere partij, of partij-combinatie.
zenuwen of haar hoofd zijn in de war,
of zoo iets vreemds."
„O, hoe droevig!" riep Hilary. „Is dat
huis in de Duinen bepaald voor zenuw
zieken?"
„Ik "weet niet waar bet voor is, ik haat
die inrichting", antwoordde juffrouw
Dunbar bepaald boosaardig'. „Ik moet je
zeggen, het deed mij huiveren toen ik er
naar toe ging. Ik moest gdan, omdat Miss
Driver mij een bezoek kwam brengen
toen Tony en ik pas hier waren, de
atmosfeer van het huis' zelfs .stemde mij
onaangenaam en somber. Ik beklaag de
zenuwpatiënten
„En moet de kleine Babs daar naar
toe om haar moeder op le zoeken?'
„Ja. Ilaar vader heeft haar expres in
de nabijheid ondergebracht omdat ze
dicht bij haar moeder zou zijn en haar
nu en dan zou kunnen zien. Hij heeft
ons verzocht haar nu en dan naar de
inrichting te laten gaan en ik heb dien
ongelukkigeu dag al uitgesteld. Ik heb
een hekel aan dat huis."
„Dat is Idus iets waar ik voor dienen
kan", antwoordde Hilary opgewekt „lT
moet van mij gebruik maken. Zoodra ik
bij u kwam heb ik u gezegd dat ik u zoo
graag ergens mee van dienst won zijn en
nu is de gelegenheid gekomen
„Alsof je je niet steeds nuttig maakt!"
Alice Dunbar zag het jonge meisje be
paald vol genegenheid aan, dal in haar
oogen, die zoo weinig van dat alles bezat
scheen over te vloeien van levenskracht
cn liefhebbende vriendelijkheid.
Ze baseert voor een groot deel op partij
leuzen die uit den tijd' van vóór den
oorlog dateeren, op een verdeeling van
de bevolking naar begrippen die in iedere
groep onder den invloed van den toe
stand gewijzigd zijn.
En terwijl liet door die oorzaken hoogst
waarschijnlijk en zeer verklaarbaar wordt
dat de meeste kiezers de partij-agitatie
met een niet-begrijpende verwondering
langs zich heen laten gaan, is er een
onderwerp, dat allen wèl interesseert, dat
ieder oogenblik van den dag hun :ian-
dacht vraagt, maar dat een noodlottige
factor bij een verkiezing is, nl. de voed-
seinood.
En nu is de kans heel groot, dat toch
dif factor een veel te grooten invloed zal
hebben, en dat zij, die het hardst
schreeuwen over de oogCnblikkelijke
nooden van 't volk, daardoor velen tot
zich zullen trekken.
Laat ieder die dat inziet, zich ertegen
wapenen en in zijn eigen omgeving' de
overtuiging trachten te'doen doordrin
gen: dat voor een Kamerverkiezing geen
kracht gehaald mag worden uit voedsel-
misère.
KANS OP GRAAN.
ïr is dus nu kans op dat eindelijk
twee schepen met graan uit Amerika wel
dra naar Nederland zullen vertrekken.
Het gister door ons vermelde bericht dat
Duitschland nu vrijgeleide heeft /er-
slrekt vóbr de Zijldijk en de Hector v
een reis naai* Amerika, eu nog meer het
bericht dat de twee schepen heden
ochtend zouden uitvaren, opent de mo
gelijkheid dat twee andere schepen Lit
Amerika zullen uitvaren om onzen fp-
veren graanvoorraad aan te vullen
We hooren nu uit Amerika, dat daar
de Nederlandsche stoomschepen Stella en
Java gereed liggen met een lading gjnaan,
maar- dat, volgens Reuter, "de eigenaren
„om ile een ol andere reden ordpr gege
ven hebben n'iet le vertrekken." Voor
ons is de verklaring van dat verbod
minder moeilijk dan voor de \meriki-
nen. We weten hier maar al te
aan welk risico een Nederlandsch :-"hip
tengevolge van de nieuwe Duitsche Pri-
senordnung, bloot slaat van "de zijde der
Duitsche duikbooten, wanneer het zon
der speciaal verlof ergens op ze© wordt
aangetroffen.
De zgn, ruilschepen kunnen au ach
ter met zoo'n vrijgeleide vcrtrekken.'Vor
moedelijk zal dat vrijgeleide nu ook wel
verkregen worden of verkregen zijn
voor de twee schepen die thans ra Ame
rika liggen. En hopelijk zal het ook
verkregen worden voor de schepen, die
nog nieuwen voorraad zullen overbren
gen. Want behalve de Lading aan Iword
van de Stella en de Java ligt eï* nog
15.000 t on graan reeds 10 dagen op ver
voer naar Nederland te Wachten.
liet is met een gemengd gevoel Lat
we die dingen neerschrijven. Wc rijn
blij door 't vooruitzicht, dat de zorg
wekkende toestand bij ons tenminste iets
verholpen zal worden. Maar door dat
tevreden gevoel werkt zich toch de er
gernis heen over zooveel belemmering
van de poging om met onze eigen scl'e-
pen ons eigen volk voor uitputting te
behoeden. Ergernis over Duitschland dat
door zijn brutaabonrechtmatige nieuw?
bepaling onzer Schepen eenvoudig bloot
stelt aan vernieling als we niet speciale
vergunning hebben; ergernis over Am
rilca dat dat Duitsche onrecht uitÈoïc'e
doet steeds iets voor andere menschen".
„Laat mij dan nog iets meer doen",
zei Hilary. „Laat mij het kind naar haar
moeder brengen. Ilc weet zeker dat dat
huis mij niets schelen kan. Ik geloof
niet dat ik heel gevoelig ben voor de
een of andere atmosfeer."
Omdat je zulk een heerlijke atmos
feer met en om je heen verspreidt",
antwoordde juffrouw Dunbar met onge
woon vuur. „Ik heb efens een lezing1 ge
hoord, de spreker zei dat ieder zijn of
haar atmosfeer met zich meevoerde en
rondom zich verspreide. En dat sommige
menschen vreugde brachten en anderen
het tegenovergestelde. Ik beschouw jou
als een van die vreugdeverspreidsters
Een blos kleurde Hilary's wangen.
,,0' hoe aardig dat tegen mij te zegL
gen", riep zij uit; „ik wou dal hel waar
was. Wat zou ik graag overal vreugde
verspreiden 1"
„Het is wagr", waS het nadrukkelijke
antwoord,, „je bent een zonnige per.ooa-
lijkheid, je haar is net zonneschijn."
„U zult mijn hoofd op hol brengen als
u zooveel lieve dingen tegen mij /egt",
riep Hilary lachend. Maar toe, laat mij
Babs naar de ziekeninrichting brengen.
Dat is een praktisch werkje, dat ik heel
gioed doen kan,"
En ofschoon juffrouw Dunbir aar
zelde dit voorstel aan te nemen, Hilary
wou niet tegengesproken worden; enden
volgenden middag zelte het dorpshuur-
rijtuigje haar en een opgetogen klein
kindje af' voor de deur van de zieken-
dotor de inbeslagneming van een dat
onzer vloot.
Het is vernederend 1
De billijkheid dwingt te erkennen «lat
Amerika ons thans zooveel mogelijk Ier
wille is, door ons aflevering te geven van
graan dat het zelf niet in overvloed heeft
voor zich en zijn bondgeno.oten.
Ook in ander opzicht, nl. voor onze
koloniën, gaf Amerika blijk van welwil
lendheid.
De „War Trade Board" vergunde gi der
aan het Nederlandsche stoomschip „Cey
lon", dat volgens overeenkomst uit Ned.
Indië naar de V. S moet terugkeercn, orn
een reis te doen van Java naar Saigon en
met een lading rijst naar Java terug te
keeren, alvorens aan bedoelde verplich
ting te voldoen. Deze concessie is gedaan
op verzoek van den Nederlandschea zaak
gelastigde De Beaufort wegens het voed
selgebrek op Java.
De „War Trade Board" heeft ook nog
het belang van een andere Nederlandsche
kolonie behartigd. Zij vergemakkelijkte nl
de verscheping van een lading meel uit
Argentinië naar Suriname, terwijl reeds
vroeger machtiging was verleend tot het
verschepen van koren uit de V. S. naar
Suriname en Curacao.
Wat Duitschland betreft ontleenen we
nog aan een meedeeling van den ^-co-
respondent van het Hand. het volgende
Er is reden te gelooven, dat deze over
eenkomst voor de verstrekking' der vrijge
leiden gunstiger voorwaarden zal bevatten
dan tafanvankelijk bedongen schenen le
kunnen worden. Men heeft nl, bij deze
onderhandelingen van Duitsche zijde op
nieuw een poging gedaan, ons te betrek
ken in den eeonomischen oorlog', die na
den krijg met de blanke wapenen dreigt
uil te breken. Nederlandsche schepen die
met Duitsch 'materiaal hier te lande ge
bouwd worden zouden gedurende een be
paald tijdvak niet mogen varen voor
staten, die thans met de Centralen in
oorlog zijn. Dezen eisch schijnt men
thans te hebben laten vallen.
Mr. TROELSTRA OVER ONZE POSITIE.
In een onderhoud met een medewerker
van het, Leeuwarder Nieuwsblad" heeft
mr. Troelstra o.a. het volgende gezegd:
Wat nu de internationale positie van
ons land betreft, bevindt zich aan het
eene einde der balans het militaire en
machtige Duitschland, dat ën voor onze
grondslofverzorging èn voor onzen door
voerhandel (Rotterdam) zulk een groote
beteekenis heeft, en aan de andere zijde
de Entente, die de zee en daarmede den
toevoer van levensmiddelen en ons ver
keer met de koloniën in haar macht
heeft. Tot heden is het de regeering ge
lukt, ons tusschen deze polen te doen
balancceren. De regeering echter, even
als alle politieke partijen, zonder uitzon
dering, is neutraler geweest dan volk en
pers. Dit gebrek aan wezenlijke neutrali
teit in het volk zelf kan, indien daar
tegen geen voldoende tegenweer van ver
antwoordelijke zijde wordt gesteld, nood
lottig voor ons worden. Wie mijn optre
den op buitenlandsch gebied goed wil
begrijpen, dient te beseffen, dat ik van
den aanvang van den oorlog af hiervan
zeer sterk overtuigd ben geweest. Ik heb
onlangs in de Tweede Kamer bij «le be
handeling der schepenkwestie gezegd,
dat hier aan de monden van den Rijn
inrichting van de dames Driver. De naadi
van het huis waS geschilderd op de
groene deur in den muur "rondom het
huis. „Duinzijde" heette het, en het was
inderdaad gebouwd legen het duin aan,
aan welks voet het dorp Torpsley gele
gen was. Hilary was verrukt over het pad
waar liet rijtuig stapvoets legen, op reed
zij was meer gewoon aan grauwe sic?-
nen en grauwe huizen dan aan deze'hooge
hagen, waai* bramen en kamperfoelie,
heiroosjes en eglanlier woekerden tus
schen de hazelstruiken in een verruk
kelijke verwarring eigen aan de hagen
de duinstreken. In het gras onder «le
hagen groeide gele klaver en fila sci-
biosa onder aan hooge dolle kervelstrui-
ken; convolvulus, wit en licht rose klom
men op langs de randen tot aan liet
mulle wagenspoor van den weg, leeuwe
riken zongen hun zomerlied boven in
de struiken.
„Als moeder «jat alles ook eens had
kunnen zien-!" dacht het jonge meisje
en zij sloot haar handen vast in elkaar
op haar schoot niet een plotseling ge->
baar van smart. Hoe vaak haddon zij
en haar mjoeder plannen gemaakt voor
tochtjes naar builen, plannen die nooit
tol uilvoering gekomen waren. Ze hadden
nooit gold genoeg gehad om' uit te geven
voor tochljes; en behalve nu eu dan
een dagje naar het Epping hosch of
ergens- anders binnen hel bereik van
Londen, kende Hilar}' het buitenleven
in 't geheel niet.
Deze- diepe wpgen met him dichte
ons hart klopt, terwijl ginds in onze ko
loniën ons belang ligt. De beteekenis de
zer woorden is niet altijd juist verstaan.
Ze was geen andere dan deze onze geo
grafische ligging reeds verhindert ons,
een internationale politiek le voeren, die
ons voortdurend zou bedreigen met vij
andelijke daden, hetzij op economisch
gebied, hetzij op militair terrein van
Duitsche zijde. Hel is zeker van groot
belang voor ons volk, rijke koloniën te
hebben. Dat de Amsterdamsche en an
dere exploitanten dier koloniën (onze
Nederlandsche imperialisten) voor alles
het behoud dier koloniën wenschen, itf.
van hun kapitalistisch standpunt te be
grijpen. Indien dit echter de allesbeheer-
scliende factor onzer buitenlandsche po
litiek zou worden, zou het kimnen ge
beuren, dat aan die koloniën onze onaf
hankelijkheid zou worden opgeofferd.
M. a. w. indien wij ter wille van die ko
loniën een bedekt of openlijk bondgenoot
schap met de Entente aangaan, loopen
wij gevaar voor een vijandelijk optreden
van Duitschland, dat ons ten eerste onze
onafhankelijkheid en verder ook onze
koloniën zou kosten.
Het is deze overweging, die er mij toö
heeft bewogen, toen onlangs door het
optreden der regeering inzake de in
Amerika liggende schepen, de uiterste
grens der neutraliteit ten gunsle der En
tente werd bereikt, zoo niet overschre
den, er toe mede le werken, dat in de
zand- en grintl^weslie en andere aanhan
gige kwesties ten opzichte Duitschland
minstens eenzelfde tegemoetkomende
houding werd aangenomen. De neutrali
teitspolitiek dient ook verder door ons
streng le woruen volgehouden en wel Dp
een wijze, dat ze ons niet de beid© oor
logvoerende partijen tot vijand maakt,
maar ze te vriend houdt.
NEDERLAND EN DE OORLOG.
II uisslach t;ing.
Het Burteau voor Mededeelingen in
zake de voedselvoorziening vestigt er
de aandacht op, datv in verband, me.
de opheffing der Rijkscommissie van
Toezicht op de Vleeschvereeniging, va-
zoeken om ontheffing van het lAlcM-
verbod Voor huisslachting niet meer ryj-
hooren gericht te worden tot den Voor
zitter van genoemde commissie, maar
tot den President-Directeur van net
Rijkskantoor voor Vleesch en Vetten,
Hoogewal' te 's-Gravenhage.
Vetten en Oliën.
Het Bureau voor Mededeel ingen inzake
de Voedselvoorziening meldt:
In verbond met de vetrantsoeiieering
is het uit den aard der zaak noodig een
zoo nauwkeurig mogelijk overzicht te
verkrijgen van alle in ons land aanwezige
vetten, oliën en grondstoffen voor de
vervaardiging van oliën. Daarom wordt
lop grond van art. 5 der Dislributiewet
pen algemfeeno opgave gevorderd van
alle oliën, vetten cn oliehoudende noten,
zaden en pitten. Handelaren in oliën ol
vellen of grondstoffen ter bereiding van
oliën be hooren hun reheelen voorraad
op te geven; particulieren zijn verplicht
op te geven die hoeveelheden, die zij
boven 25 K.G bezitten. De opgaven moe
ten gezonden worden aan de burge
meesters. diie in opdracht hebben op
grond van art. 9 der Dislributiewet nog
schriftelijk te vorderen bij diegenen, bij
wie zij voorraden aanwezig achten. Tege
lijk is alle aflevering van oliën, vetten,
hagen, de gncole uitgestrektheden duin,
die zij hu en dan zag door openingen!
in de heg; het zingen der leeuweriken
en het uilgeslrekle luchtgewelf, dat alles
was nieuw en wonderschoon voor het
jonge meisje, gebor.en en opgevoed in
een donker hoekje van de wereldstad;
zij ademde met lange teugen de frissohe,
zuivere iuclit in en fluisterde zicht je s
„God heeft een schoone wereld ge
schapen.'1
De hooge muur, waarin zich de groen©
deur bevond, scheen Hilary too in 't
geheel met te passen en een wanklank
te vormen op deze vrieedzamfe duini<
helling.
„Die mum- Ziet er uit of hij bij een
stad behoort of bij een afgesloten plaats",
dacht zij. „en niet "bij deze uitgestrekte
open heuvels. Waarom zouden ze zulke
hooge muren om hun inrichting iiebben
gezet? Terwijl deze gedachten bij haar,
opkwamen tilde zij Babs uit het rijtuig
en trok aan de zware bel, di|e 'naast
de poort hing. „Het moet drukkend zijn
voor de arme patiënten."
De vrouw, die een oogenblik daarnal
de poort opendeed, viel de bezoekster
eveneens op als iemand die drukkend
tp iemands gemoedstoestand moest wer
ken; zij was leelijk van nature en daarbij
kwaal dat zij geschonden was van de
pokken, heigeen zeer leelijk stond. Zij'
waagde het een nfwijzenden Dlik op
Hilary 1© werpen en k(eek het kind1
bjoios aan.
(iWbrdt vervolgd),-