UIIHHU.IM iUiSCilK COI BVVr FEUILLETON 8118 li lil AND. Mo 129 Dinsdag 4 Juni SÖiSc 11o' jaar.;,ag MET HET OOG OP HET VROEGER VERTREKKEN VAN VERSCHILLENDE POSTEN MOETEN WIJ INZENDERS VAN ADVERTENTIËN VERZOEKEN TE ZORGEN, DAT DEZE UITERLIJK 12 UUR N.M. IN ONS BEZIT ZIJN, ANDERS KAN VOOR PLAATSING IN HET AVOND- NUMMER NIET WORDEN INGESTAAN DE ADMINISTRATIE Abonn. prijs per kwartaal.,in Mid delburg en bij de agenten in Vlsssingen en Goes f 1.55; per post f 1.75. Advertenties 20 cent per re Bij abonnement veel legér. Familieberichten en dankbetuigingen vaa 1—7 regels f 1.50. Bovenstaande advertentieprijzen worden met 20 o/o toeslag verhoogd. IN DONKERE DAGEN. Soms is het als of we, hier in ons! land, alten samen meesjolcken op een langen weg. telkens even opgeschrikt door de dingen van den dag die la^ga (ons heen schieten als caloppeerende paar den, waai" we ternauwernood iets van! hebben kunnen zien;, als de volgende al weer voorbij jageii. En die gebeurte nissen van den dag zijn in ons land dnn bijna altijd weer distributie afkondi gingen 1 Sommigen letten er al niet meer op. Ze sjokken verder, en loopen gehoor zaam daar waar him gezegd wordt te loo pen. En degenen die mopperen, telkens als ze weer op zij moeten, loopen ten sllolte ook weer mee. —allen êén richf ting, allen met dezfelfde hoop.- djat er; dan toch eindelijk iets helers zal komen., Maar we lotopen nu al vier jar,en langs dien weg. en die heeft ons zoover weggeleid, ons in zoo'n g(öheel andere Omgeving gebracht, dat we er sterk aan twijfelen ooit weer in 't oude- land terug te zullen komen. Vier jaar geleden was die omgeving een maatschappij, waar vrij heid vm bedrijf een algemeene regel; was, die ontplooiing van energie mogelijk en vruchtbaar maakte. En nu is er bijna geen bedrijf otf het zucht onder een of andere ambtenaarscontröle, die bepaalt hoeveel je doen mag; en zelfs lean voor schrijven dai je niets doen mag, getuige de ledig rondloopende slagers, de werk- Iiopze grossiers enz. enz. We hebben vroeger wel, mei zooveel anderen, beweerd dat het Nedpriandsclie volk te onhandelbaar was om zich onder een ambtenaars juk 6e buigen. Het mjocht wat! We blijken al even gedwee als andere volken, zoodra de nood dreigt. Zelfs hét heilige eigen err, het huis houden, bleef er niet vrij van. Als een uittreksel uit een huishoudelijk wetboek van strafrecht ligt 'in iedere provisiekast een stel distributiebons, dik als een spel kaarten, maar dun van armzalig rantsoen. Zeker, we berusten. En 't is goed *0to. Dat erkennen Wc. Maar wat een Omkeer in begrip van wat mogelijk en geoorloofd is! En hoe lang zal het nog duren dat zoo'n ingrijpen in 't bedrijf -,tfn in 't hui«elijk leven zal blijven be- ichouwd .worden als geoorloofd. In de benauwdheid van al d;at gereglfe- menteer klonten allen bijeen die vroeger ^mededingers waren en nu gelijke belang hebbenden heeten. Wat de staat niet reglementeert, reglementeeren de hon den en vereenigingen. Tot algemeen nut, zeker! t Is prachtig in de omstandig heden. Maar menige ondankbare denikt DE Q0U0EN SLEUTEL, naar hat Engels ch door L. G. MOBERLHW „Nu daarna is de citadel gevallen"in- digdc- Hilary den volzin, vroolijk lachend „Iedere citadel zou gecapituleerd heb ben" was liet opgewonden antwoord. ,.Ja, weet je, het geeft je een heel buiten gewoon gevoel als de armpjes van 3en klein kind om 'den hals geslagen worden. Hel maakt je zoo zoo warm en bijna weer jong." „Dal gelöof ik ook", zei Hilary zacht mei een flauw begrip van het aandoen lijke, dat aan een leven als dat van Alice Dunbar verbonden is, „en ik ben heel blij. dat mijnheer Garetinier zijn kindje bij u laat. Het is zulk een gelukkig schep seltje." „En ik wou je vertellen van het huis Op de Duinen!" riep MisS Dunbar, „toen wij van het onderwerp afraakten en over Babs begonnen te praten. Het ;s een gelukkig wezentje dat is zoo en ik hoop dat zij altijd gelukkig zal we/en. Maar er is iels tragisch op den achter grond van liaar leven, arm kind. Haar vader zag er afgemat en dood ongeluk kig uit; en haar moeder is daar ginds' in de ziekenverpleging van Miss Driver, haar zuchtend terug a,an den vroegeren lïjdj, nog geen vier jaar achter ons, toen 't individu nog iels kon dpen naar zijn meening. We staan als een kudde schapen opeen gedrongen. bang voor den hjelsclien storm die om ons heen wo(edt, en we blaten samen omdat we steeds minder te eten krijgen. En in die stemming, die ons dag-in;, dag-uit onafgebroken bezig houdt, wor dt n we geroepen aan politiek le gaan doen, aan partij-politiek. We hooren ^temmen in redevoeringen en partij-bladen, die ons spreken over dingen, waaraan we niet meer «lachten, over toestanden uit de omgeving van vrpeger, die een heel andere was djani de omgeving van nu. En wanneer er al eenige ,;!eminen opgaan, die uit den tegenwoordigen toestand conclusies pro- beercu te trekken voor de toekomst, dan klinken die stemmen onzeker. Want voor allen, ook voor de partij-leiders, is het land waar we üu in zijn, eeq (onbekend gebied. En de woordjen van vrroegi v betroffen andere begrippen dan dezelfde woorden hu. Terwijl tot voor '14 „de" sociale kwles- tie bijna geheel een arbeiderskwestie was, doemen nu aan alle kanten de umbte- naarsgroepen op, steviger georganiseerd dan menige arbeidersgroep, en niet min der luid in haar vardt maar al te zeer gerechtvaardigde eiscben. Wjas vroeger de „protectie" een kwestie van hoogere, of lagere invoerrechten, het begripi is nu heelemaai veranderd djoor d,en om- rujgrijken „steun" aan nationale bedrij ven, een steun waarvan dc invoerrechten, een onderdeel zijn, terwijl op haar beurt' die heele protectie weer een onderdeel, is van h t groofe vraagstuk voor do toekomst- de bevordering der nationale welvaart in al naar onderdeden: land,- bouw, industrie^ groothandel, midden stand, Indische cultures, scheepvaart. We hebben nu al wel genoeg ervaring op- gledaan, tom te begrijpen dal we vóór1 den oorlog eigenlijk heel weinig1 begrip hadden van dat vraagstuk voor dp natio nale welvaart. Het whs er ternauwernood. En vraag dan eens naar den invloed, in de toekomst van die welvaartspolitiek op de technische inrichting van het on derwijs, dan ligt het vpior de hand dat het onderwijsvraagstuk een ander is dan het lot nu toe was. Het begrip democratie is anders ge worden door de vorming van belangen groepen !n letterlijk iederen lering. De staatkundige kwesties zijn anders. Belasting naar draagkracht? Directe of indirecte bela-ting? Niemand, ook tór. Treub zelf niet, zal vóór den oorlog hebben durven denken dpt het mbgelijk zou zijn, zooveel honderd milliojen uitj de inkomens ie halten, als de laatste) twee jaar is geschied. Gelooft men dat de sociale verzeke ringswetten mei hun beperking tot de arbeiders van ziekengeld, ouderdoms rente, uitree ring bij werkeloosheid, enz., zoo beperkt zullen künnen blijven, nu de staat op allerlei .gebied wèl tracht te zorgen voor het wplzijn van de bevolking in haar vollen omvang? Waarom we dit nu ophalen? Omdat er groot gevaar bestaat dat ave bij de a.s. verkiezingen zullen krijgen wat men in vergaderingen een on zuivere stemming noemt. De verkiezing' gaat niet vóór of tegen een regeering; ze gnat niet voor of tegen een of andere partij, of partij-combinatie. zenuwen of haar hoofd zijn in de war, of zoo iets vreemds." „O, hoe droevig!" riep Hilary. „Is dat huis in de Duinen bepaald voor zenuw zieken?" „Ik "weet niet waar bet voor is, ik haat die inrichting", antwoordde juffrouw Dunbar bepaald boosaardig'. „Ik moet je zeggen, het deed mij huiveren toen ik er naar toe ging. Ik moest gdan, omdat Miss Driver mij een bezoek kwam brengen toen Tony en ik pas hier waren, de atmosfeer van het huis' zelfs .stemde mij onaangenaam en somber. Ik beklaag de zenuwpatiënten „En moet de kleine Babs daar naar toe om haar moeder op le zoeken?' „Ja. Ilaar vader heeft haar expres in de nabijheid ondergebracht omdat ze dicht bij haar moeder zou zijn en haar nu en dan zou kunnen zien. Hij heeft ons verzocht haar nu en dan naar de inrichting te laten gaan en ik heb dien ongelukkigeu dag al uitgesteld. Ik heb een hekel aan dat huis." „Dat is Idus iets waar ik voor dienen kan", antwoordde Hilary opgewekt „lT moet van mij gebruik maken. Zoodra ik bij u kwam heb ik u gezegd dat ik u zoo graag ergens mee van dienst won zijn en nu is de gelegenheid gekomen „Alsof je je niet steeds nuttig maakt!" Alice Dunbar zag het jonge meisje be paald vol genegenheid aan, dal in haar oogen, die zoo weinig van dat alles bezat scheen over te vloeien van levenskracht cn liefhebbende vriendelijkheid. Ze baseert voor een groot deel op partij leuzen die uit den tijd' van vóór den oorlog dateeren, op een verdeeling van de bevolking naar begrippen die in iedere groep onder den invloed van den toe stand gewijzigd zijn. En terwijl liet door die oorzaken hoogst waarschijnlijk en zeer verklaarbaar wordt dat de meeste kiezers de partij-agitatie met een niet-begrijpende verwondering langs zich heen laten gaan, is er een onderwerp, dat allen wèl interesseert, dat ieder oogenblik van den dag hun :ian- dacht vraagt, maar dat een noodlottige factor bij een verkiezing is, nl. de voed- seinood. En nu is de kans heel groot, dat toch dif factor een veel te grooten invloed zal hebben, en dat zij, die het hardst schreeuwen over de oogCnblikkelijke nooden van 't volk, daardoor velen tot zich zullen trekken. Laat ieder die dat inziet, zich ertegen wapenen en in zijn eigen omgeving' de overtuiging trachten te'doen doordrin gen: dat voor een Kamerverkiezing geen kracht gehaald mag worden uit voedsel- misère. KANS OP GRAAN. ïr is dus nu kans op dat eindelijk twee schepen met graan uit Amerika wel dra naar Nederland zullen vertrekken. Het gister door ons vermelde bericht dat Duitschland nu vrijgeleide heeft /er- slrekt vóbr de Zijldijk en de Hector v een reis naai* Amerika, eu nog meer het bericht dat de twee schepen heden ochtend zouden uitvaren, opent de mo gelijkheid dat twee andere schepen Lit Amerika zullen uitvaren om onzen fp- veren graanvoorraad aan te vullen We hooren nu uit Amerika, dat daar de Nederlandsche stoomschepen Stella en Java gereed liggen met een lading gjnaan, maar- dat, volgens Reuter, "de eigenaren „om ile een ol andere reden ordpr gege ven hebben n'iet le vertrekken." Voor ons is de verklaring van dat verbod minder moeilijk dan voor de \meriki- nen. We weten hier maar al te aan welk risico een Nederlandsch :-"hip tengevolge van de nieuwe Duitsche Pri- senordnung, bloot slaat van "de zijde der Duitsche duikbooten, wanneer het zon der speciaal verlof ergens op ze© wordt aangetroffen. De zgn, ruilschepen kunnen au ach ter met zoo'n vrijgeleide vcrtrekken.'Vor moedelijk zal dat vrijgeleide nu ook wel verkregen worden of verkregen zijn voor de twee schepen die thans ra Ame rika liggen. En hopelijk zal het ook verkregen worden voor de schepen, die nog nieuwen voorraad zullen overbren gen. Want behalve de Lading aan Iword van de Stella en de Java ligt eï* nog 15.000 t on graan reeds 10 dagen op ver voer naar Nederland te Wachten. liet is met een gemengd gevoel Lat we die dingen neerschrijven. Wc rijn blij door 't vooruitzicht, dat de zorg wekkende toestand bij ons tenminste iets verholpen zal worden. Maar door dat tevreden gevoel werkt zich toch de er gernis heen over zooveel belemmering van de poging om met onze eigen scl'e- pen ons eigen volk voor uitputting te behoeden. Ergernis over Duitschland dat door zijn brutaabonrechtmatige nieuw? bepaling onzer Schepen eenvoudig bloot stelt aan vernieling als we niet speciale vergunning hebben; ergernis over Am rilca dat dat Duitsche onrecht uitÈoïc'e doet steeds iets voor andere menschen". „Laat mij dan nog iets meer doen", zei Hilary. „Laat mij het kind naar haar moeder brengen. Ilc weet zeker dat dat huis mij niets schelen kan. Ik geloof niet dat ik heel gevoelig ben voor de een of andere atmosfeer." Omdat je zulk een heerlijke atmos feer met en om je heen verspreidt", antwoordde juffrouw Dunbar met onge woon vuur. „Ik heb efens een lezing1 ge hoord, de spreker zei dat ieder zijn of haar atmosfeer met zich meevoerde en rondom zich verspreide. En dat sommige menschen vreugde brachten en anderen het tegenovergestelde. Ik beschouw jou als een van die vreugdeverspreidsters Een blos kleurde Hilary's wangen. ,,0' hoe aardig dat tegen mij te zegL gen", riep zij uit; „ik wou dal hel waar was. Wat zou ik graag overal vreugde verspreiden 1" „Het is wagr", waS het nadrukkelijke antwoord,, „je bent een zonnige per.ooa- lijkheid, je haar is net zonneschijn." „U zult mijn hoofd op hol brengen als u zooveel lieve dingen tegen mij /egt", riep Hilary lachend. Maar toe, laat mij Babs naar de ziekeninrichting brengen. Dat is een praktisch werkje, dat ik heel gioed doen kan," En ofschoon juffrouw Dunbir aar zelde dit voorstel aan te nemen, Hilary wou niet tegengesproken worden; enden volgenden middag zelte het dorpshuur- rijtuigje haar en een opgetogen klein kindje af' voor de deur van de zieken- dotor de inbeslagneming van een dat onzer vloot. Het is vernederend 1 De billijkheid dwingt te erkennen «lat Amerika ons thans zooveel mogelijk Ier wille is, door ons aflevering te geven van graan dat het zelf niet in overvloed heeft voor zich en zijn bondgeno.oten. Ook in ander opzicht, nl. voor onze koloniën, gaf Amerika blijk van welwil lendheid. De „War Trade Board" vergunde gi der aan het Nederlandsche stoomschip „Cey lon", dat volgens overeenkomst uit Ned. Indië naar de V. S moet terugkeercn, orn een reis te doen van Java naar Saigon en met een lading rijst naar Java terug te keeren, alvorens aan bedoelde verplich ting te voldoen. Deze concessie is gedaan op verzoek van den Nederlandschea zaak gelastigde De Beaufort wegens het voed selgebrek op Java. De „War Trade Board" heeft ook nog het belang van een andere Nederlandsche kolonie behartigd. Zij vergemakkelijkte nl de verscheping van een lading meel uit Argentinië naar Suriname, terwijl reeds vroeger machtiging was verleend tot het verschepen van koren uit de V. S. naar Suriname en Curacao. Wat Duitschland betreft ontleenen we nog aan een meedeeling van den ^-co- respondent van het Hand. het volgende Er is reden te gelooven, dat deze over eenkomst voor de verstrekking' der vrijge leiden gunstiger voorwaarden zal bevatten dan tafanvankelijk bedongen schenen le kunnen worden. Men heeft nl, bij deze onderhandelingen van Duitsche zijde op nieuw een poging gedaan, ons te betrek ken in den eeonomischen oorlog', die na den krijg met de blanke wapenen dreigt uil te breken. Nederlandsche schepen die met Duitsch 'materiaal hier te lande ge bouwd worden zouden gedurende een be paald tijdvak niet mogen varen voor staten, die thans met de Centralen in oorlog zijn. Dezen eisch schijnt men thans te hebben laten vallen. Mr. TROELSTRA OVER ONZE POSITIE. In een onderhoud met een medewerker van het, Leeuwarder Nieuwsblad" heeft mr. Troelstra o.a. het volgende gezegd: Wat nu de internationale positie van ons land betreft, bevindt zich aan het eene einde der balans het militaire en machtige Duitschland, dat ën voor onze grondslofverzorging èn voor onzen door voerhandel (Rotterdam) zulk een groote beteekenis heeft, en aan de andere zijde de Entente, die de zee en daarmede den toevoer van levensmiddelen en ons ver keer met de koloniën in haar macht heeft. Tot heden is het de regeering ge lukt, ons tusschen deze polen te doen balancceren. De regeering echter, even als alle politieke partijen, zonder uitzon dering, is neutraler geweest dan volk en pers. Dit gebrek aan wezenlijke neutrali teit in het volk zelf kan, indien daar tegen geen voldoende tegenweer van ver antwoordelijke zijde wordt gesteld, nood lottig voor ons worden. Wie mijn optre den op buitenlandsch gebied goed wil begrijpen, dient te beseffen, dat ik van den aanvang van den oorlog af hiervan zeer sterk overtuigd ben geweest. Ik heb onlangs in de Tweede Kamer bij «le be handeling der schepenkwestie gezegd, dat hier aan de monden van den Rijn inrichting van de dames Driver. De naadi van het huis waS geschilderd op de groene deur in den muur "rondom het huis. „Duinzijde" heette het, en het was inderdaad gebouwd legen het duin aan, aan welks voet het dorp Torpsley gele gen was. Hilary was verrukt over het pad waar liet rijtuig stapvoets legen, op reed zij was meer gewoon aan grauwe sic?- nen en grauwe huizen dan aan deze'hooge hagen, waai* bramen en kamperfoelie, heiroosjes en eglanlier woekerden tus schen de hazelstruiken in een verruk kelijke verwarring eigen aan de hagen de duinstreken. In het gras onder «le hagen groeide gele klaver en fila sci- biosa onder aan hooge dolle kervelstrui- ken; convolvulus, wit en licht rose klom men op langs de randen tot aan liet mulle wagenspoor van den weg, leeuwe riken zongen hun zomerlied boven in de struiken. „Als moeder «jat alles ook eens had kunnen zien-!" dacht het jonge meisje en zij sloot haar handen vast in elkaar op haar schoot niet een plotseling ge-> baar van smart. Hoe vaak haddon zij en haar mjoeder plannen gemaakt voor tochtjes naar builen, plannen die nooit tol uilvoering gekomen waren. Ze hadden nooit gold genoeg gehad om' uit te geven voor tochljes; en behalve nu eu dan een dagje naar het Epping hosch of ergens- anders binnen hel bereik van Londen, kende Hilar}' het buitenleven in 't geheel niet. Deze- diepe wpgen met him dichte ons hart klopt, terwijl ginds in onze ko loniën ons belang ligt. De beteekenis de zer woorden is niet altijd juist verstaan. Ze was geen andere dan deze onze geo grafische ligging reeds verhindert ons, een internationale politiek le voeren, die ons voortdurend zou bedreigen met vij andelijke daden, hetzij op economisch gebied, hetzij op militair terrein van Duitsche zijde. Hel is zeker van groot belang voor ons volk, rijke koloniën te hebben. Dat de Amsterdamsche en an dere exploitanten dier koloniën (onze Nederlandsche imperialisten) voor alles het behoud dier koloniën wenschen, itf. van hun kapitalistisch standpunt te be grijpen. Indien dit echter de allesbeheer- scliende factor onzer buitenlandsche po litiek zou worden, zou het kimnen ge beuren, dat aan die koloniën onze onaf hankelijkheid zou worden opgeofferd. M. a. w. indien wij ter wille van die ko loniën een bedekt of openlijk bondgenoot schap met de Entente aangaan, loopen wij gevaar voor een vijandelijk optreden van Duitschland, dat ons ten eerste onze onafhankelijkheid en verder ook onze koloniën zou kosten. Het is deze overweging, die er mij toö heeft bewogen, toen onlangs door het optreden der regeering inzake de in Amerika liggende schepen, de uiterste grens der neutraliteit ten gunsle der En tente werd bereikt, zoo niet overschre den, er toe mede le werken, dat in de zand- en grintl^weslie en andere aanhan gige kwesties ten opzichte Duitschland minstens eenzelfde tegemoetkomende houding werd aangenomen. De neutrali teitspolitiek dient ook verder door ons streng le woruen volgehouden en wel Dp een wijze, dat ze ons niet de beid© oor logvoerende partijen tot vijand maakt, maar ze te vriend houdt. NEDERLAND EN DE OORLOG. II uisslach t;ing. Het Burteau voor Mededeelingen in zake de voedselvoorziening vestigt er de aandacht op, datv in verband, me. de opheffing der Rijkscommissie van Toezicht op de Vleeschvereeniging, va- zoeken om ontheffing van het lAlcM- verbod Voor huisslachting niet meer ryj- hooren gericht te worden tot den Voor zitter van genoemde commissie, maar tot den President-Directeur van net Rijkskantoor voor Vleesch en Vetten, Hoogewal' te 's-Gravenhage. Vetten en Oliën. Het Bureau voor Mededeel ingen inzake de Voedselvoorziening meldt: In verbond met de vetrantsoeiieering is het uit den aard der zaak noodig een zoo nauwkeurig mogelijk overzicht te verkrijgen van alle in ons land aanwezige vetten, oliën en grondstoffen voor de vervaardiging van oliën. Daarom wordt lop grond van art. 5 der Dislributiewet pen algemfeeno opgave gevorderd van alle oliën, vetten cn oliehoudende noten, zaden en pitten. Handelaren in oliën ol vellen of grondstoffen ter bereiding van oliën be hooren hun reheelen voorraad op te geven; particulieren zijn verplicht op te geven die hoeveelheden, die zij boven 25 K.G bezitten. De opgaven moe ten gezonden worden aan de burge meesters. diie in opdracht hebben op grond van art. 9 der Dislributiewet nog schriftelijk te vorderen bij diegenen, bij wie zij voorraden aanwezig achten. Tege lijk is alle aflevering van oliën, vetten, hagen, de gncole uitgestrektheden duin, die zij hu en dan zag door openingen! in de heg; het zingen der leeuweriken en het uilgeslrekle luchtgewelf, dat alles was nieuw en wonderschoon voor het jonge meisje, gebor.en en opgevoed in een donker hoekje van de wereldstad; zij ademde met lange teugen de frissohe, zuivere iuclit in en fluisterde zicht je s „God heeft een schoone wereld ge schapen.'1 De hooge muur, waarin zich de groen© deur bevond, scheen Hilary too in 't geheel met te passen en een wanklank te vormen op deze vrieedzamfe duini< helling. „Die mum- Ziet er uit of hij bij een stad behoort of bij een afgesloten plaats", dacht zij. „en niet "bij deze uitgestrekte open heuvels. Waarom zouden ze zulke hooge muren om hun inrichting iiebben gezet? Terwijl deze gedachten bij haar, opkwamen tilde zij Babs uit het rijtuig en trok aan de zware bel, di|e 'naast de poort hing. „Het moet drukkend zijn voor de arme patiënten." De vrouw, die een oogenblik daarnal de poort opendeed, viel de bezoekster eveneens op als iemand die drukkend tp iemands gemoedstoestand moest wer ken; zij was leelijk van nature en daarbij kwaal dat zij geschonden was van de pokken, heigeen zeer leelijk stond. Zij' waagde het een nfwijzenden Dlik op Hilary 1© werpen en k(eek het kind1 bjoios aan. (iWbrdt vervolgd),-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1918 | | pagina 1