MIDDELBÜRGSCHE COURANT. No 106. Maandag 6 Mei 1918. 161' Jaargang Abonn. prijg per kwartaal in Mid delburg en bij de openten in VUtdnj£n en Goes f 1*55; ptr pjsSl f f.75. Advertenties 20 tent per BJj abonnewent veel **r. Familieberichten en vnn 1-7 ragsls I 1.50. Bovensthpnde hd verfcuiReprijzr vaofden m»t 20 o/o uresbg verbepgd. DE SPANNING GEWEKEN. Het is dus -weer in orde! Het schrik beeld van oorlog, dat als een dreigend visioen zoo plotseling was verschenen, is weer vervlogen. Voor goed? We hopen hel van harte. Maar we Webben het ge voel geliad dat we nog nooit zoo dicht bij een afgrond zijn geweest. En we hebben de les Imeegekregeu, toch altijd in gedachten te houden, dat, zoolang de oorlogsrazernij om ons heen woedt, we ieder «ogenblik gevaar kunnen loopen, ei' ook in betrokken te worden. Hieronder vermelden we de gunstige meedeeling van Minister Loudon over het resultaat der onderhandelingen. Als men dat stuk leest, dan klinkt het biina al te eenvoudig en sober tegenover de kenschetsing van „zeer ernstig", die dezelfde Minister eenige dagen geleden var den toestand gaf. Het iS alsof alles van zelf zoo is geloopen. De heele zand en grintlcwestie werd opgelost doordat Duitscliland een maximum stelde, blij vend beneden de hoeveelheid die onze regeering bet vorig jaar aanwees als be- noodigd voor gewoon onderhoud en her stel der Belgische wegen; de uitvoer van eigen grint uit ons land moest wel wor den toegestaan, omdat niemand ons kan beletten een eigen product uit te voe ren; de doorvoer over het Limburg'sche lijntje kon in geen enkel opzicht kwaad, nu wapens, ammunitie, vliegtuigen en legerproviand daarvan uilgesloten kon den worden. En het onderzoek naar smokkelwaar kan toch moeilijk ais een ernstig' oorlogsgevaar worden beschouwd. Maar zoo eenvoudig' is het niét gegaan. Anders zou de Minister niet tot twee maal toe van „zeer ernstigf' hebben ge- sprpken, zou de regeering niet overleg) hebben gepleegd met het seniorencon vent, en zouden de verloven niet zijn in gehouden. Als we naast elkaar zetten, wat Duitschland vroeg, en wat ten slotte de uitslag wad, dan beseft men, dat daar tusflehen in zéér moeilijke onderhande-' lingen lagen. Diuitschland "vroeg: hervatting van-dien doorvoer van zand en grim. zonder on derzoek naar het gebruik. Het ver kreeg den doorvoer van een beperkte hbeveelheid, met uitdrukkelijke toezeg ging van een niet-militair gebruik. Het vroeg herstel van het goederen vervoer langs het Spoorweglijntje over Roermond, met uitzondering van wapens1, ammunitie en vliegtuigen. Het heeft erin moeten berusten dat daarbij ook ge voegd werden: legerproviand (voorwaar geen kleinigheiden alle voorwerpen' van wapening en uitrusting. En ten derde is DuitScliland terug gekomen van zijn bezwaren tegen het Nederlandsch verbod van doorvoer van goederen die in België buit gemaakt of gerequireerd zijn. Als men dat zpo leest, dan mag! men er werkelijk verbaasd over zijn dat op zulke belangrijke punten een terugtrek king van de Duitsche eiöclien werd ver kregen. Daartegenover slaan de twee andere tegemoetkomingen onzerzijds: de her vatting van den uitvoer van ons oigen grint tot een zeker maximum; en gemak kelijker regeling van het grensonderzoek. Maar zelfs met die concessies is het geen Duitschland van zijn eis'chen liet vallen van zóóveel beleekenis1, dat er van Nederlandsche zijde wel zeer klemmende redenen moeten zijn aangevoerd. Is het te veel verondersteld, wanneer we meenen dat de eer daarvoor toekomt in het bijzonder aan Minister Loudon, aan zijn scherp onderscheidende juridi sche uiteenzettingen, aan zijn onwrikbaar vasthouden aan 't recht? We zijn daar zeker van, en na de half verborgen aanvallen op dezen bewinds man, gaat het ons dan ook van harte af, om met groote erkentelijkheid te gewagen van 't beleid waarmee hij Nederland door- deze gevaarlijke crisis) heeft heen gehlol- pen Als deze Minister een gebrek heeft dan is 't bescheidenheid, want menig1 ander zou een meedeeling als die Zaterdag in termen hebben gesteld, waarin minder sober over een behaald succes werd gesproken. En nu hebben we ten eerste af te wachten wat de andere partij zal zeggen. Vermoedelijk niet veel goeds. Maar dat doet minder ter zake dan de vraag of ze er iets tegen in kan brengen dat hout snijdt, en dat een voldoend motief op levert voor een of ander optreden tegen pns. Voor zoovdr wij uit de meedeeling van Minister Loudon de zaken kunnen beoor- deelen, heeft ook bu Nederland zich ge houden op zijn standpunt van stride neutraliteit. Dok nu zal de Entente wel komen met het betoog, dat door den doorvoer van grint uit Duitschland cn door uitvoer uit ons land voor vredes werken, de Duitschersi de vrije beschik king voor militaire werken krijgen over hetgeen België zelf opbrengt in zijn grint- groeven, terwijl bovendien de spoorweg- lijnen van Duitschland naar België ontlast worden. Maar heel terecht heeft onze regeering zich steeds op het standpunt gesteld dat. dit iets is, dat Duitschland aangaat, en dat het niet aan ons ter be oordeeling is hoe Duitschland zijn spoor wegen en grintgroeven gebruikt. In ieder geval behoeven wij niet reeds uit te zoeken, wat de Entente zou kun nen zeggen. We zullen in dat opzicht rustig afwachten. Maar dan is er nog één ding, dat wij,, Nederlanders, zelf ter degfe' dienen te be denken. En dal is, dat de overeenkomst in dc bovengenoemde kwesties* nog niet beteekent, dat ook de economische over eenkomst tot stand is/ gekomen. In dat opzicht is er nogi geen verande ring gekomen. En welke ernstige gevol gen dat heeft, kan men in dit nummer lezen in de meedeeling over nieuw gasbesparing. De uitvoering' van dat voorschrift zal in iedere gemeente wel een eigen vorra krijgen, in verband met de plaatselijke Omstandigheden. Maar :lle gasverbruikers dienen er zich op voor te bereiden dat ze opnieuw tot zui nigheid gedwongen zullen worden. BIIKBIUBB. NEDERLAND EN DUITSCHLAND. 'Mededeeling van Minister Loudon. Aangezien de Tweede Kamér eerst asi. Dinsdag bijeenkomt, en de minister van buitenland^clie zaken dus geen gelegen heid liad vóór dieniijd een m-ondplinge ïntdedeelmp, aan de Kamfer te doen om trent de moeilijkheden mét Duitschland, heeft de minister hieromtrent Zaterdag avond laat de volgende schriftelijke më- dedeeling aan de Tweede Kamer doen toekomen,, welke tevens aan de Eerstel Kamer is toegezonden: De spanning, die een tijdlang be staan heeft in de verhouding tusschen Nederland en Duitschland isge weken. De Duitsche regeering verlangde maat regelen, welke sljechts ten deele vo(or inwilliging vatbaar waren. Die maatrege len waren de volgende: bo. De hervatting van den sedert 15 November 1917 ges taakten doorvoer van Duitschland naar België langs de Nedler- landsclie waterwegen van zand, grint en steenslag, zonder handhaving door de Nederlandsche regeering van de harerzijds gestelde voorwaarde, dat vóóraf door een commissie van deskun digen een onderzoek in België zou wor den ingesteld naar het gebruik, dat van het vroeger doorgevoerde materiaal was gemaakt. Tegen zopdanigen doorvoet in onbe perkte hoeveelheden zónder conlróle ver zette de Nederlandsche regeering zich aanstonds, aangezien zulks strijdig ton wezen met liaar welbekende opvatting van de neutraliteitsplichten. De Duit'dhe regeering gaf daarop zelve een maxi- mumcijfer vopr de toe te stane hoeveel heden aan, nd. 600.000 ton per jaar. Daarmede verviel voor de Nederlandsche regeering het principieele bezwaar, dat zij geopperd had. Immers het genoemde cijfer bleef be neden het maximum, dat zij in haar, aan de Staten-Generaal bekende, brief wisseling met de beide betrokken rei geeringen had vastgesteld, als haar in1- ziens benoodigd voor gewoon onderhoud en herstel van de Belgische wegen. Zij kon daarom ook zonder overwegend be zwaar laten vervallen de door haar lit laatste instantie gestelde voorwaarde, dat een commissie van contröle in België moest worden toegelaten, eer de door voer hervat joon worden, ,een voorwaarde, welke de Dulische regeering thans on aanneembaar had verklaard. Dc Nederlandsche regeering heeft deze schikking te gereeder kunnen aanvaar den, omdat op haar verzoek de Duitsche; regeering zich bereid heeft verklaard, het niet -gebruik voor militaire werken van de dopr te voeren materialen in de te wisselen nota's vast te leggen. 2o. Onbelemmerde uitvoer van grinl uit Nederland naar België tot een maximum van 250.000 ton per maand'. Tengevolge van het sinds 'korten tijd hier te lande bestaande vervoerverböd was n.l. de overigens vrije uitvoer van zand en grint zeer bemoeielijkt. Tegen inwilliging van dit verlangen betreffende een product van den Neder- landschen bodem, iat aan geen uitvoer verbod onderworpen is, had de Ne<l|er- landsche regeering evenmin op eenigen prlncipïeelen grpnd aanleiding zich te verzetten. 3a. Herstel van het bij den aanvang van den oorlog door de Duitsche regee ring zelve gestaakte goederenver keer per spoorweg tusschen België en Duitschland over Roermond. Tegen dat herstel kon van Nederland schc zijde geen bezwaar gemaakt worden, cjmdat Nederland krachlens het verdrag' met Duitschland van 13 November 1874 (Stbl, Jno. 18 van 1875) verplicht is, het bedoelde spoorwegverkeer mogelijk te maken De Duitsche regeering verlangde vrijen doorvoer ook langs dien spoor- weg van alle goederen, iop drip uit> zonderingen na, te welen: vliegtuigen, wapenen en munitie. \'an troepen verwen was geen sprake. De Nederlandsche regeering mocht echter op grond van het volkenrechte lijk bgp/u cl, uitdrukkelijk neergelegd in artikel 2 harer neutraliteitsproclamatie, geen doorvoer van legerproviand tote- ialeïi. Zij gaf derhalve aan de Duitsche regeering le kennen, dat die vierde uit zondering een beslist vereischte was Voor de toelaatbaarheid van den verlangden doorvoer. De Duitsche regeering heeft thans ver- klaard, met de aldus gestelde beper kingen van den doprvoer acooord te gaan. Ook heeft zij te kennen gegeven, zich le vereenigen miet de door de Nederland sche regeering gewenschte omschrijving van hel begripwapenen, als omvattende alle voorwerpen van wapening en uit rusting. 4o. Vereenvoudiging en bespoe diging van de maatregelen, dooi de Neaerlandsche regeering genotm'en tot wering van den frauduleuzen uit eer aan boord van de door- cn uit varende Rijnschepen, en die naar het oprdeel der Duitsche regteering de vrije vaart, door het Rijnvaartverdrag gewaar borgd, aanmerkelijk belemmerden. De Nederlandsche regeering, zelve van die wenschelijkheid overtuigd, heeft op zich gén omen het uiterste te doen om de gewraakte belemmeringen uit den weg te ruimen, on. door verzegeling bij dé inlading in Duitschland (of: in Neder land? Red.) onder toezicht van een Nederlandsch ambtenaar, door bewaking aan boord en door snelle uïtklaring. Dit alles zonder in het minst afstand te doen van haar contractueel recht van contröle, Zij is te dier zake nog ia nadere gedachten wisseling mét ide re geering te Berlijn. Ten slotte is de Duitsche regeering op aandringen dezerzijds teruggekomen van hare aanvankelijke bezwaren tegen de voorschriften door de Nederlandsche regeering aan hare consulaire ambte naren in België verstrekt, krachtens welke voor uit dat land In- of doop te voeren goederen de verklaring, dót deze niet zijn militaire voorraden, oor logsbuit of gerequireerde goederen, niet mag worden afgegeven ten aanzien van goederen, die zijn onderworpen aan een regime, gelijkstaande met requisitie. De Duitsche regeering erkende ni.a dat deze voorschriften tot geen klachten aan leiding gaven. De militaire verloven zull'en in het begin van deze week weer worden verleend. Ook zal »an de troepen de gebruikelijke be wegingsvrijheid weer worden'toegestaan. NEDEILAND EN DE OOBLOB. Opnieuw een gasbesiparing. Het bureau voor mededeelingen in zake de voedselvoorziening meldt: De kolenpositie van ons land is op het ©ogenblik zoo, dat de Rijks Kolendistri- butie aan de gasfabrieken heeft moeten berichten, dal alsnog 20 pCt. op het kolenverbruik dient te worden ge spaard, welke besparing), naar het oor deel der R. K. D., mogelijk is, zonder dat de kookgasrantSoenen worden vernrn- derd. De R. K. D. geeft daarbij als haar nieening te kennen, dat besparing zou kunnen worden verkregen door beperking van de gasafgifte voor openbare en par ticuliere verlichting en door regelingi van den druk in het leidingsnet. Aan «1e gas fabrieken blijve overgelaten of staking van de gaslevering gedurende bepaalde uren en invoering van rantsoenéeringS- bepalingen noodig zijn. Alleen stelt de R. K D. vast, dat, behoudens ontheffin gen harerzijds, aan de industrie niet meer dan 30 pCt. van haar normaal gebruik tnag worden geleverd. Aangezien het rantsoen voor de gasfa brieken laatstelijk werd vastgesteld voor zes maanden (1 April—1 October) en van dit tijdvak reeds een maand is voorbij gegaan, mogen dus de gasfabrieken voor de eerstvolgende vijf maanden slechts 80 pCt. van vijf zesde van dit rantsoen verwerken. Van dat overblijvende rant soen zullen zij 70 pCt. in gas*- en vet- kolen en 30 pCt. in bruinkolen ont vangen. De aard van deze grondstoffen brengt met zich toee, dat aan het af te leveren gas minder hooge kwaliteitS- eischen kunnen worden gesteld; met na me zal de calorische waarde (warmte kracht) tot 4000 calorieën kunnen dalen, De R. K. D. vestigt er voorts den na druk op, dat, ook al mocht dó buiten- landsche kolenaanvoer binnenkort wor den hervat, het wegéns de onzekerheid van dien aanvoer noodig blijft, dat de gasfabrikanten zich er met alle inspan-, ning op blijven toeleggen, hun bedrijven aar hel verbruik van inlandsche grond-# stoffen aan te passen. Daar de voor de gasfabrieken benoo- digde vetkolen aan andere industrieën, spoorwegen, Scheepvaart, enz., moeten worden onthouden, niettegenstaande ook daar dringend behoefte bestaat aan vet kolen ter menging met magfere kolen, is de R K. D. zoowel tegenover deze in dustrieën, als ten behoeve van een juiste verdeeling van de beschikbare kolen over de gasfabrieken onderling, genoodzaakt, op het doelmatige en zuinige gebruik van die kolen, onder toevoeging van zooveel mogelijk bruinkolen, toezicht te doen uitoefenen, terwijl dittoe- zicht tevens zal omvatten de contröle bp de juiste invulling van de gevraagde gegevens betreffende voorraden en ver werkte en geproduceerde hoeveelheden. Met dit toezicht zijn belast de heerert J. Ph. Bruinwold Riedel, directeur van de gasfabriek te Utrecht, in zijn hoe danigheid van adviseur van de R. K. D. inzake de gasfabrieken, en dr. L. J. Temeden, fabrieksdireecteur der Zuider gasfabriek te Amsterdam, die ook gaar ne bereid zullen zijn, de gasfabrieken mei raad en daad ter zijde te staan bij het oplossen van de bedrijfsmoeilijkhe- den, welke bij de verwerking' van bruin kolen ongetwijfeld zullen ontstaan, maar in liet belang van de gasinduStrie en van hel geheele land moeten worden over wonnen. Dé pit voer politiek der Né|d.- Indische regeering. (Officiéél). De consul-generaal der Nederlanden te Singapore heeft in op dracht van den gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië in de Straitsche en Britsch-Indische bladen omtrent de uit- voerpolitiek der Nederlandsch-Indisehe regeering de volgende verklaring bekend gemaakt „De ordonnantie, waarbij de uitvoer van sommige producten onder regee- ringsfoeziebt is1 gesteld, verklaart in ha ren aanhef uitdrukkelijk, dat haar dioel is, aan NederlandSch-Indiê tegenover de fóederen, die het uitvoert, een evenre digen invoer te verzekeren. Er is in Indië groot gebrek aan bepaalde goe deren, voornamelijk aan levensmiddelen. Wij waren gewoon, die vrijelijk in te voeren uit de omliggende landen, doch thans zijn die goederen niet meer Ie verkrijgen als gevolg van de uitvoerver boden, door die landen uitgevaardigd, of de voorwaarden, die zij aan een uitvoer vergunning verbinden en die onmogelijk vervuld kunnen worden. Als voorbeeld zij gewezen op de voorwaarden, ge steld bij de overeenkomst tusschen de Nederlandsche Scheepvaart-maatschap pijen en het Britsch-IndiSchjé gouverne ment, waarvan de nakoming wegens ge brek aan scheepsruimte onmogelijk is sedert het in beslag nemen van de Ne derlandsche Schepen. Wij trachtten nu de artikelen, waaraan wy behoefte heb ben, te verkrijgen in ruil voof onze eigen voortbrengselen. Uitvoervergunnin gen zullen door ons worden afgegeven invoer van die artikelen uit an dere landen, waarheen onze producten zullen gaan, of him koloniën". Na raadpleging met vertegenwoordi gers van de handels*-, bank-, en scheep* vaartkringen heeft de gouverneur-géne raal behalve den uitvoer van tin, kina en kapok, ook dien van hout, tabak, sui ker, thee, peper, koffie, copra, petrole um, plantaardige oliën en kruiden aan een vergunning gebonden. Een tegenspraak. Het Haagsche Correspondentiebureau deelt mede- Door de wijze waarop in verscheidene bladen een zinsnede uit het Reufertele- gram betreffende de antwoordnota der Engelsche Regeering op onze protest nota in zake de requisitie der Nederlandsche schepen, is vertaald, is de schijn ge wekt alsof de heer Joost van Vollenho ven, die als gedelegeerde onzer Regee ring in Engeland was achtergebleven, zou hebben medegedeeld, dat de requisitie der schepen den toestand 'zou vergemak kelijken. Inderdaad echter staat naar ons gebleken is in do bedoelde zinsnede juist hel omgekeerde te lezen. Niet de heer Van Vollenhoven deelde öit mede aan de leden der Britsche Regeering, waarmede hij besprekingen hield, maar het Werd hem (medegedeeld door bedoel de leden. O Uitvoer naar Duitsichland. De x-corfespondent van het „Hand. schrijft; Men heeft ons gevraagd, op welken grond thans, nu met Duitschland nog on derhandeld wordt over een regeling der economische betrekkingen en dé kolen- aanvoer geheel stil staat, nog verschil lende artikelen, in hoofdzaak landbouw producten, worden uitgevoerd'. Velen zien daarin een blijk van buitengewone wel willendheid j'egens DuiWchlaöd. Dit echter is onjuist: van eenigeriei bijzondere tegemoetkoming is geen sprake. Het „Provisorium'', in 1916 tus schen het Landbouw-Export-bureau en Duitsche belanghebbenden gesloten, is niet opgezegd en dus van kracht geble ven.: de N. U. M. heeft, toen zij in wer king trad, alle loopende verplichtingen van dit bureau overgenomen. Op grond van ditzelfde Provisorium levert Duitsch land ons thans' in ruil voor verschillende landbouwproducten, o.a. zout en kali. 0 Het verbouwen van voedings gewassen. De Minister van Landbouw heeft de volgende circulaire aan de Burgemeesters gezonden Met verwijzing naar mijn circulaire d.d. 9 April 1.1., heb ik de eer u mede té deelen dal, zal die circulaire aan haar doel beantwoorden, het wenschelijk is dal zij die in de gëlegenheïd zijn zelf voedingsgewassen te verbouwen, niet voor de distributie van die voedingsmiddelen van Regeeringswcgé in aanmerking ko men. In verband daarmede verzoek ik U eén lijst te doen aanleggen van de 1 andge bruikers in uw gemeente "die geacht kun nen worden voor zich en hun gezin aardappelen, peulvruchten en groenten te kunnen verbouwen. Maximumprijzen. De St. Crt. van Zaterdagavond bevat nieuwe maximumprijzen voor boter, was kaarsen en kristal soda. Gedroogde aardappelen* De minister van landbouw heeft be paald, dat het vervoer van gedroogde aardappelen en van alle productendoor hel drogen or op andere wijze verduur zamen van aardappelen verkregen, uit eenig deel eener gemeente naar alle andere deelen des Rijks, hetzij in of bui ten die gemeente gelegen, is verboden. Het verbod is niet van toepassing pp hel vervoer van gedroogde aardappelen of producten daarvan, gedekt door een vervoerbewijs, afgegeven door de Rijks commissie van .Toezicht op de Aardappel- vereeniging. Julienne voor centrale keukens. De Minister van Landbouw heeft aan de gemeentebesturen medegedeeld, dat hij" bereid is, aan gemeenten, waar cen trale keukens bestaan, ten behoeve van de keukens, in totaal beschikbaar te stel len 10.000 K G. Julienne, verpakt in pak ken van 2»/a K.G. Deze Julienne zal aan de gemeenten geleverd worden tégen den inkoopprijs van f 2.30 per K.G. By si. Dé minister van landbouw heeft aön de lijst van artikelen, aangewezen inge volge artikel 1 der Dislributiewet 1916, toegevoegd „rijst, voorzoover deze dient tot vervanging van. aardappelen. Voorts heeft de minister voor deze rijst vastgesteld een maximum-kleinhan- deiprijs van 20 cent per K.G. Scheepvaart van Ned-ïndiéhaar Amerika. Voor de vaart van Ned.-Indië op Ame rika zijn, naar de N. R. Crt verneemt, van de Stoomvaart Mij. „Nederland" rier stoomschepen aangewezen met een scheepsruimte van ongeveer 28,000 bruto ton. Door vliegers aangevallen. Naar Reuter meldt, werd een klein Nederlandsch zeilschip van ongeveer 100 ton door vier Duitsche vliegers, op 10 mijlen afstand van de Nederlandsche! kust. aangevallen en gedurende twee uren met machinegeweren beschoten. Nadat bevel was gegeven het schip te verlaten, zwierf de bemanning uren lang in een kleine boot rond. Ten slotfe wei*d zij door een Engel sch schip aan boord genomen. Het scheepje, dat letterlijk doorzeefd was met galen van mitrailleurkogels is door een Engelschen torpedobootjager in een Engelsche haven gebracht. Ut stfif! m Prnvijfis?, Uit Middelburg. Blijkens een bekendmaking in dit nummer kunnen van heden af de inwo ners der wijk P met inkwartiering wor den belast. Zaterdag werd door de politie een inval gedaan in de bakkerij van D. aan dc Seisstraat alhier en werd aldaar aangetroffen een groote kist en een zak met Amerikaanschè bloem; laatstgenoem de was achter hout verborgen. Bovendien werd gevonden een zak gedeelleilijlc ge- vultt met zemels. Daar een en ander bui ten de distributie geleverd werd, is alles ir, beslag genomen en proces-verbaal op- gemaakt.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1918 | | pagina 1