l\o 93.
Dinsdag 23 April 1918.
164* Jaargang,
Abonn, P*Q" kwiartóal in Mid
delburg m WJ da «giflleb fa YBsiaaRen
en Goes 1 1,96; p*V poel I 1.Ï5.
Adve»ltfnties 20 qen* pGff ïïBjgèü
Bp veel taJfeA
Familieberichten en dankbe tuïgingcn
mi 1—7 regels 1 i.BO.
IBoveaetamda tSdvertenReprfiteK rraedtm
met 20 2|t *Oftsl«a verhoogd.
NIEUWE ZORGEN.
Voor den zooveelstifen keer!
Ditmjahl schijnen ze van Duitschen. kant
te komen. Maar als men ons vraagt in
■welken vórm, dan moeien we het ant
woord er op schuldig blijven. We welen
alleen dat verscheidene Nederland .ene
■bladen van gezagt in de laatste dagen
met verontrustende artikelen kwamen
over de verhouding tusschen onze rer
geering; en de Duitsche. Ma,ar bijna al
die artikelen hebben dezelfde eigen
schap, dat zo vaag zijn in hun mee de e-
linnen Men krijgt er echter een eterk
vermoeden door, dat in ingewijde leringen,
of tenminste in kringen óm den inge
wijden kern, tamelijk alarmerende ver
halen loopen.
Nu de zaken, zoo staan, kunnen we niet
anders doen dan een korte aanduiding
geven van do strekking dier artikelen.
Zaterdagmorgen kwam de N. Roti.
Crt. met een hoofdartikel over Duit
sche zorg en IloÜandsche bezorgdheid",
de aandacht vestigend oVer de bijzon
dere belangstelling! die de Duitsche pers
in de laatste dagen heeft voor onzo neu
traliteit. Het Rotlerdamsche blad meen
de dat die Duitsche zorg voor.onze neu
traliteit beter achterwege bleef, omdat
zij hier het wantrouwen wekt dat er 'ets
achter die belangstelling zit. En boven
dien wees het blad op de toeneming
van de s militairistische strooming in
Duitschland als gevolgi van de succes
sen op 't oorlogsterrein, welke toene
ming inzonderheid Nederland met groove
bezorgdheid vervult.
„Het ware, zoo besloot hef blad,
beter, dat men in Duitschland daarna-
en aan de groote gpvaren, die daaruit
.Voortvloeien kunnen, zijn aandachl eens
wijden gjngj in stee van zich over otts
angstig te maken.
Het gevaar van het oogpnblik schuilt
niet hier, doch te Berlijn.
Dit slot is misschien voor onze lezers
wat alarmeerend, doch wij kunnen het
niet anders zeggien."
We vermoeden dat mfcnigeett met onï
zich verbaasd zal hebben over die alar-
mberende zelf-kwalificatie van een artikel
•dat door zijn inhoud dat karakter niet ha 1.
Blijkbaar wist het blad meer dan "het
«chreef.
Zondagmorgen kwatn het Vaderland
Ook al met een beschouwing1 over die ar
tikelen betreffende Neêrland's neutraliteit
in de Duitsche pers, welke artikelen vól
gens dat blad iets1 moesten b&teekenen.
Het blad opperde als verklaring een ont
stemming over het talmen onzerzijds bij
de onderhandelingen. Voorts „schijnt
men" in Duitschland ontevreden te zijn
Over de zand- en gVintkwestie.
En daarna merkte het blad op:
..Wat er van dit alles zij1, er schijnt een
zekere wrijving of een stroefheid in het
diplomatieke raderwerk te zijn gekomen,
die te betreuren zou zijn."
Gisteravond wa3 echter ditzelfde blad
iBts duidelijker.
Naar het zei te vernemen
„is men er reeds in geslaagd op een
paar punten tot overeenstemming te gera
ken, maar hokt het nog' op de kwestie van
den doorvoer van zand en grint.
„Men weet, dat Duitschland e&nige
maanden geleden voorloopig er van afzag
aan te dringen op het recht, dat het
meende te hebben en dat ook onze re
geering, in haar gedachlenwisseling met
Engeland tot op zekere hoogte er
kende, tom zand en 'grint door ons land te
voeren Nu wenscht Duits'chland weer van
dat recht gebruik te maken Onze re-
gecring heeft, naar wij hooren, daartegen
bezwaar, steunende op veranderde om
standigheden, die nu onneutraal zouden
maken wat het verleden jaar niet was
In denzelfden geest schreef ook de
Nieuwe Courant van gisteravond.
.Volgens dat blad zijn de lioopende ge
ruchten over internationale moeilijkheden
die vcor ons land komen opzetten, niet
zonder grand.
.„Het zand en grind, waaruit we ver.
losijs chenen, door Engeland's welwil
lende zwenking ©enerzijds on anderzijds
door Duitschland's welwillende verkla
ring dat het na 15 Maart van zijn aan-
spraken op hervatting van den doorvoer
voorshands geen gebruik zou maken, is
weer begonnen te knarsen. En de moge
lijk spoedige hepomtwaking van die in ge
slapen qoiestie is het eenige niet. De ge
weidigö militaire gebeurtenissen in Noord-
Frankrijk zouden ons land binnenkort
- de noodzakelijkheid kunnen stellen
antwoord te geven op verlangens of ver
zoteken, waarbij onze neutraliteit direct
betrokken is.
„De stemming in Duitschland is er
in den laai sten tijd niet op verbeterd.
Er is een zekere ontstemming over de
wijze van behandeling door onze Regee-
ring van de schepenquaestie met <1? Ge
associeerden en over de beantwoording
van hef „ultimatum" dat aan tie beslag
legging voorafging. Dut heelt zelfs aan
leiding gegeven men wjerd het ge-
waar uit balfbedekte waarschuwingen in
de Duitsche pers van de laatste weken
lot twijfel aan de oprechtheid van onzen
wenseh tot voortzetting van de strikte
neutraliteitspolitiek van totnutoe."
Dit blad, dat voorts wees in deni
Iragt n gang van de onderhandel ingeifi
om vernieuwing van de 31 Maart afge-
loopen handelsovereenkomst, dringt er
op aan dlat onze regeering tijdig overleg
zal plegen met de volksvertegenwoordi-
'<tg.
„Wij alarmeeren niet en hebben trou
wens geen reden om aan onmiddellijk
dreigend militair gevaar te gelotoven. Wèl
echter (met volle eerbiediging van de
zelfstandige verantwoordelijkheid der Re
geering) aan de urgentie van nationaal
beraad' en overleg."
Het Handelsblad kwam gisteravond
die gelijktijdigheid in zooveel versciiil-
lende organen wijst ook al weer op ver
scheidenheid van bron met een artikel
over „Gevaarlijke stemmingen", waarin
het wel geen nieuwe aanduidingen geeft
van wat er gebeurt, maar waarin een pes
simistische beschouwing over den toe
stand werd gegeven.
Aan den eenen kant wferd gewezen op
de stemming in Duitschland, die evenals
bij 't begin van den oorlog ten opzichte
van België slechts de voor- en nadeelen
van een daad afveegt, zondérandere over
wegingen. Mocht ooit de positie van liet
Duitsch leger zoodanig zijn, dat, naar de
meening van het Duitsche legerbestuur
het gebruik maken van onze communica
tiewegen, ook al brengt dat een oorlog
met Nederland mede, de kans op een
snelle en volledigö overwinning aan het
Westfront zou vermeerderen, dan moeten
wij vreezen, dat van die commuriicaliei-
middelen, als de geest van het Duit
sche volk blijft zooals! liij is gebruik
gemaakt zal worden. Men make zich
daarover geen illusie^.
En aan den anderen kant doet hef blad
de vraag- stel, het was Engeland gelukt
ons met de zand- en grintkweslie in
den oorlog te drijVen zou Engeland
dan klaar geweest zijtn, dm het Jand,
door Zijn toedoen in den oorlog gedron
gen, te steunen en te helpen, voor plun
dering en vernietiging' te behoeden'? Of
zou, evenals met België en Servië en
Montenegro het geval was, do eenig'e
hulp, die geboden weid, bestaan hebben
in fraaie redevoeringen? De Entente-
mogcndheden hebben niets gedaan om
ons mogelijk te maken ons leger sterk
genoeg te doen zijn tegen een invaller.
Terwijl wij n.b. tijdens den oorlog uit
Duitschland nog' "geschut ontvangen heb-
benj Mitrailleurs beeft ons leger noodig,
Amerika nam de door onze Regeering
reeds gekochte en betaalde in beslag.
„Aan de Oostzijde een volk en regee
ring, die door een overwinningskoorlS
zijn aangetast en het juiste begrip van
vele verhoudingen verloren hebben. Aan
de Westzijde een volk met een regeering,
die aan de^wenschen van een opgewon
den en verbitterde mass's, van een chau
vinistische pers gevolg geeft
„De "hemel helpe ons er door!"
Het is een zorgwekkende lectuur die
we aan onze lezers voor zetten.
Maar we moeten er bijvoegen, dat het
ons nog moeilijk afgaat om dadelijk diep
te bukken onder dat dreigend vooruit
zicht van iets, waarvan we niet eens 'de
vormen kunnen onderscheiden. Tegen
over zooveel getuigenissen moeten we
echter wel aannemen dat er iets gaande
is. En möcht dat zoo zijn, dan stemmen
we van harte in met den wensoh van
de „Nieuwe Crt.", dat onze regeering
dan overleg zal .plegen met de volksver
tegenwoordiging', en, zoo mogelijk, er
iets over bekend zal maken. Wat we
onder „Nederland en de Oorlog" ver
melden van de meedeelingen der „Nordd.
Allg. Ztg over de onderhandelingen lus-
schen Nederland en Duitslchland, betreft
blijkbaar slechte het economisch onder
deel van 't geen Er tusschen loeide lan
den gaande iS,
Toen de schepenkwiestïe op haar top
punt was, kon men in verschillende
Duitsche bladen lezen, dat er nu vST?
Duitschland reden was ons een of an
dere concessie te vragen, als vergoe
ding tegenover het voordeel dat de En
tente nu heeft var. onze schepen. Is
wat is nu gebeurt, daarvan een uitvloei
sel Een antwoord weten we niet, en We
hopen dat het spoedig gegéven Wordt,
want de voedingszorgen zijn al cTg| ge
noeg, om niet nog te worden aangevuld
met zorgen over buitenlandsche 'moei
lijkheden.
Gisterenmiddag! is de Ministerraad in
buitengewone vergadering bijeen geko
men. Ook over die beweerde moeilijk
heden met Duitschland? We kunnen rfie!
anders dan vragen.
aanvragen tot conversie van de laatste
drie Rijks Hoogere Burgerscholen miet
driejarigen cursus, onderscheidenlijk ge
vestigd te Helmond, Steenwijk en Warf-
fum in scholen met vijfjarigen leergang.
Het ligt in de bedoeling met 1 Sep
tember 1918 voorloopig alleen de vierde
klasse voor iedere school tp vormfen.
BOTERWET.
Een wetsontwerp is! ingediend tot vast
stelling van bepalingen, afwijkende van
die der Boterwet, welk ontwerp door den
Minister van Landbouw bij het levens-
middelendebat reeds in uitzicht werd
steld.
Voor zoover betreft de redenen, welke
hier tot de indiening nopen, verwijst
de Minister naar hetgeen hij bij die gele
genheid in de Tweede Kamer deed op
merken.
De bestaande bepalingen omtrent berei
ding' en verkoop van boter, en margarine
worden geheel intact gelaten en daarnaast
wordt in een afzonderlijke wet een sa
menstel bepalingen opgenomen, welke het
mogelijk maken een product verkrijgbaar
te stellen bestaande ütt een menghel van
boter en margarine. Door dezie gedragslijn
blijft derhalve het thans in de Boterwet
opgesloten liggende verbod om boter en
margarine te mengen van kracht en wordt
alleen hierop uitzondering gemaakt ten
behoeve van de door de regeling geautori
seerde bedrijven. Alleen zij die door Jen
Minister worden aangewezen, zullen tot
de menging bevoegd zijh, terwijl aan de
toekenning der bevoegdheid voorwaarden
en verplichtingen van allerhanden aard
kunnen worden verbonden. Steeds zal de
voorwaarde moeten worden giesteld, dat
hel mengsel niet zal mogen worden afge
leverd dan in een verpakking, welke de
noodige zekerheid geeft, dat de consu
ment inderdaad ontvangt wat hij meent
te knopen.
B M111 LI. II.
MINISTER PLEYTE.
De minister van koloniën, mr. Pleyts,
Is Uit Zwitserland, waar hij wegens fami
lieaangelegenheden de laatste weken ver
toefde, in Den Haag teruggekeerd en
heeft hedeh de werkzaamheden aan zijn
departement hervat.
DE IIELMONDSCHE KWESTIE.
De Minister van Binnenlandsche Za
ken, heeft blijkens een ingediende sup
pletoir© begrooting toegegeven aan den
aandrang uit de linkerzijde der Tweede
Kamer inzake de R. H. BI. S. te Heli-
mond. En tevens wordt een voorstel
i'e-daan betreffende die toen ook "bes pro-
sen R. H. B. S. te Warffutn! en te Steen-
wijk.
„Na gezette overweging'meent de mi
nister alsnog de mpodige gelden te mogen
DE GOUDEN SLEUTEL,
m Blgelsch
dooi U. 0. MOBBRblI.
IS).
„U heeft wonderbaar shcces gehad met
de verbouwing van deze plaats", zei -Tony
tnei den glimlach, die zulk een bekoor
lijkheid gaf aan zijn gtezicht.
„Ik heb mi? fdè moeite gegeven den
nllerbesten man te vinden/ om het werk
op zich te nemen en gaf hem' vrijheid om
hel op de beste manier uit te voeren",
antwoordde mijnheer Redburn kalm. „Ik
«Peg u hoe het staat". Zijn stem werd
weer vertrouwelijk. „Ik wil niet bewe
ren, niet heel' goed te weten dat ik zelf
een nieuweling ben een „self-made
tnan", en ik schaam mij niet dat te we.
Ken en het te erkennen en ik had de
gril noem liet een dwazö gril als n
wilt, maar ik had lust in een oud huis
fe gaan wanen, een huis dat geslachten
▼an menschen van edele geboorte had
jtïen léven en kanten en gaan. Ik had de
gril in zulk een huis te willen wonen
en daarom heb ik het Klooster gekocht".
Tony kreeg een warm gevoel voor den
grooten man met het vriendelijke, eer
lijke gezicht en den ruwen vorm en. hij
keek zijn gastheer aan met een blik, die
een sympathiek begrijpen uitdrukte.
„Ik geloof dat ik ook zooiets voeten
zou", zei hij'. „Als ik bij machte waS
een antiek huis to koopen, zou ik er
een kiezen waarin geslachten beschaafd-
mannen en vrouwen hadden geleefd en
waren gestorven en een beschaafde at
mosfeer hadden achtergelaten".
„Jo, waarom begraaf je je zelf in dat
hoekje van de kamer, terwijl er douai
rières wachten op een cavalier om mee
te soupeeren?" Met die woorden stoorde
Hilda Redburn hun gesprek en Hilda
zelve, een prachtig vizioen van glanzend
wit en schitterende diamanten, stond
tusschen de twee mannen in en zag haar
echtgenoot aan met een ongeduldigcn, om
niet te zeggen bitsen blik. En Tony, de
uitdrukking van vereering! en, bewonde
ring ziende in de oogen, van haarman,
waarmee hij haar aanzag, voelde zijn
hart een weinig samenkrimpen.
„Zij fs zoo Schoon aW de' dag en ZOd
koud al* een ijskegel", dacht hijl, „en
UITOEFENING VAN HET KIESRECHT
DOOR MILITAIREN.
Teneinde aan een zoo groot molgjs-
lijk aantal' kiesgerechtigde militairen ge
legenheid te geven, him plichten als kif-
zer bij de a.s. verkiezingen te kunnen
vervullen is door den Opperbevelhebber
van land- en zeemacht het volg^na*
bepaald:
lo. Nïef-kiesgcrechtiglden, in h-«f ge
not van bijzonder verlof van niet Rui
geren. duur dan 3 maanden, moeten
tusschen 26 Juni en 2 Juli a.sk, beide
dagen inbegrepen, onder de wapenen
terugkeeren.
De terugroeping^ wordt den man, ou
der bijvoeging van het onder 7o. be
doelde vervoerbewijs, uiterlijk 1 Juni a.s.
toegezonden. De data van terugkeer moe
ten zoodanig worden vastgjede'd dji
het hiermede verband houdend© verzoe.*
per 6poor gelijkelijk over de werkdagjen
van genoemd tijdvak wordt verdeeld. In
gaande 2 dagen na de verkiezingen
kan van het personeel, dat zijn bij
zonder verlof onderbroken zag dage
lijks weer 1/5 met bijzonder v» -Vf
worden gezonden. De tekort gekomen
verloftijd kan daarbij worden ingehaaM.
2o. Bijzondere verloven aan niet-kies-
gerechtigden mogen van heden of slecht j
met dit voorbehoud worden verleend,
dat de belanghebbenden op overeenkom
stige wijze als bedoeld onder lo. van
verlof terugkeeren en c.q. weder met
verlof vertrekken.
3o. Gedurende de 7 dagen, vooraf
gaande aan den verkiezingsdag, komen
'oor periodiek verlof in de eerste plaats
in aanmerking zij! die kiesgerechtigd zijn
en wel tot een zoodanig getal', dat, met
inbegrip van de niet van bijzonder ver
lof teruggeroepenen36 pCt. met verlof
die góede, oude vent aanbidt den grond
dien zij betreedt Bn zij is zijn aanbidding
geen zier waard. Maar wat eert prachtig
schilderstuk zou er van haar te maken
zijn
Het is mogelijk dat het slot van deze
overdenking zich door telepathie aan den
millionair meedeelde, want deze wendde
zich tot hem met een eensklaps* stralend
gezicht.
„Goede hemel!" riep hij oit, „daar
valt mij wat in. Ja lieve, ja, ik zal de
douairières niet vergeten. Hij*glimlachte
Hilda toe, die gemelijk de wenkbrauwen
fronste. „Maar er is1 mij j'm'st iets in
gevallen. Mr. Dunbar is Schilder, weet
je, wij moesten Samen eens; een, bezoek
bij hem gaan brengen op zijh atelier
en hem vragen ons zijh laatste portret
ten te laten kijken. Ik wou een portret
van mijn vrouw hebbeh om hier iuj huis
op te hangen, mijnheer Dunbar, en wan
neer het voor mijn vrouw is, komt geld
er niet op aan. Als ze hef dus goed
vindt dat u ©en portret van haar schil
dert, dan hoeven we niet anjdèrs te doen
dan de afspraak te maken en den prijS
te bepalen".
Hilda's ontevreden uitdrukking nj&m toe.
Zij had nog niet geleerd ep. zou waar
schijnlijk hooit Ieeren, den; eenvoud
waarmee haar man de zaken opnam te
begrijpen; en evenmin had zij In het
minst het feit begrepen dat hij genoot
van zijh ohtzettenden rijkdom, van alles
waartoe die rijkdom hem in staat stelde,
evenals een kind gen,iet van een nieuw
boeiend stuk speelgoed. Zij was! met
hem getrouwd ter wille van dien rijk
dom, zij" was zeer bereidwillig alles! van
hem aan te nemen waartoe zijn rijkdom
hem in staat stelde haar mee te ovcré
laden, maar zij deed geen enkele poging
de goedheid en oprechtheid te begrijpen,
die onder de oppervlakte lag welke de
fijne beschaving miste. Zoo verachtte
haar hart, of wat zij haar hart noemde,
den man die haar lief had; zij ergerde
zich over wat zi? noemde zijn platheid;
d© echtheid en eenvoud, die daar achter
verborgen was, zag ze niet of wilde ze
niet zien
„Het is na geen geschikt oogenblik
om over mijn portret te praten", zei ze
koel. Je gasten wachten op je. Jo, toe
probeer je aandacht te schenken aan de
plichten van het oogenblik l"
Mr. Redburn lachte, een breede opge
wekte lach, maar Tony meendë dat hij dc
oogen van zijn gastheer zag betrekken.
afwezig kan zijn, en met dien verstande,
dat zij, die, gebruik makende van bewe
gingsvrijheid, op den dag der verkiezin
gen, hun woonplaats niet kunnen berei
ken, voorgaan boven hert, die zulks we1?
kunnen.
To. De kiesgerechtigde periodiek-ver
lofgangers, die daags vóór den verkie
zingsdag zouden moeten terugkeeren, kee-
ren op den verkiezingsdag terug, aada*
zij zoo vroeg mogpljjk hun stemplimt
hebben vervuld.
5o. Kiesgerechtigden, die op den ver
kiezingsdag met verlof zouden moetan
vertrekken, vertrekken daags te voren,
6o. Op den verkiezingsdag wordt aan
allte kïe-sgerechligden, die ter plaatse ol
door gébruik te m.alcen van vrijheid van
beweging, in hun woonplaats hun ki -s-
plicht kunnen vervullen, vo,or zooveel
noodig op den verkiezingsdag vrij vah
dienst of bewegingsvrijheid verleend
Zij mogen daags te voren vertrekken,
indien dit noodzakelijk is om tijdig hun
woonplaats te bereiken. Een en ander
onder voorbehoud, dat, boven de ver
leende verloven, slechts 10 pCt. vast
de presente sterkte in verband met be
wegingsvrijheid per spoor mag reizen en
dal de voor Zon- en feestdagen vaotgy
stelde minimum presente sterkte aanwe
zig .moet blijven.
7o. Aan alle kiesgerechtigden kan,
met inachtneming van den slotzin van
punt 6o., vrij vervoer per spoor woraen
verleend om hen in de gelegenheid te
stellen aan de hiervoren bedoelde stem
ming deel te nemen.
Vrij vervoer kan ook worden veris nJï
aan degenen die, in verband met de
punten lo. en 2o. hun bijzonder verlof
moeten onderbreken zoowel voer don
terugkeer onder de wapenen als voor
het opnieuw met verlof vertrekken
So. Ten einde het reizen per spocr
op 2, 3 en 4 Juli zooveel' mogelijk te be
perken, wordt door mij bepaald dat
behoudens bijzondere omstandighe ieo
algemeene verloven van niet kiesgere-h-
tigden door den betrokken compagnies
commandant (eskadrons-, batterij d-jK
commandant) zoodanig moeien wordjn
geregeld, dat zij op de genoemde da'n
niet per spoor reizen, ook al zou '"lks,
gelet op het toegelaten procent afwezi
gen geoorloofd zijn.
NEDERLAND EN DB OORLOG.
Nederland en Duitschland.
Wolff onQcende gisteren aan dje Nordd.
Allgemeine Zeitung:
De onderhandelingen tuschen Duitsch
land en Nederland bewegen zich in drie
richtingen. Ten eerste, de «economische
onderhandelingen ter vernieuwing vat*
hel 31 Maart afgeloopen oeconomisch
verdrag. Deze onderhandelingen draaien,
om dc levering van kolen en hout uif
Duitschland naar Nederland.
Nederland zal daartegenover levens
middelen, boter, kaas, groente en vet
ten leveren. Ten tweede, tusschen Neder
land» che en Duitsche commi.ssies wordl
onderhandeld om een overeenkomst co-
pens de uitwisseling van ïn Nederland-
sche havens liggende scheepsruimtc te
gen schepen, die de entente in handen
heeft en die met graan naar Nederland
zouden komen, tot stand te brengen IIcl
ontwerpverdrag dezer commissie is al l*i]
verschillende Duitsche regeeringsbureau's
gewet sl en zal vermoedelijk metecnig0
wijzigingen binnen enkele dagen aan de
Nederlandsohe regeering gezonden wor
den. De derde soort onderhandelingen
heeft op de tolkwesties betrekking.
NiieperaanvalleniopNoder-
landsche schepen.
In de vrije vaargeul, niet ver van(
onze kust zijn de vorige week Duitsche
vliegers be2ig geweest, die öf zonderling*
„Best, lieve, best", zei hij, maar olf-
schoon hij nog goed gehumeurd lachte,
wist Tony zeer zeker dat de schaduw, dia
hij in Mr. Redburns oogen had meenen ta
zien, niet alleen verbeelding was
„Arme kerel!" Die gedachte kwam bl|
Tony op, terwijl hij zich tot mevrouw
Redburn wendde, die tot hem sprak met
haar langzame, temerige slem.
„Mogen wij morgen uw atelier komen
bekijken? Sommigen van onze gasten zutf-
len daar zeker pleizier in hebben."
„Met genoegen". Tpny sprak op onge
woon koelen toon. Hij had vreeselijk
veel lust te antwoorden dat zijn afelietf
geen bioscoop was, die diende tot amu
sement van de logés; op het Klooster,
maar de herinnering aan de eenvoudigs
vriendelijkheid van den millionair en aam
de verduistering in zijn oogen, deed den
schilder zijn onaangename opwelling bet-
dwingen.
„En alles wel beschouwd", dacht hij
schouderophalend, terwijl hij' zich ondejj
de gasten begaf, „de onbeschaamdheid
van deze beste dame hindert haar vrij
wat meer dan inij."
(Wordt verrofgd).