l\o 93. Dinsdag 23 April 1918. 164* Jaargang, Abonn, P*Q" kwiartóal in Mid delburg m WJ da «giflleb fa YBsiaaRen en Goes 1 1,96; p*V poel I 1.Ï5. Adve»ltfnties 20 qen* pGff ïïBjgèü Bp veel taJfeA Familieberichten en dankbe tuïgingcn mi 1—7 regels 1 i.BO. IBoveaetamda tSdvertenReprfiteK rraedtm met 20 2|t *Oftsl«a verhoogd. NIEUWE ZORGEN. Voor den zooveelstifen keer! Ditmjahl schijnen ze van Duitschen. kant te komen. Maar als men ons vraagt in ■welken vórm, dan moeien we het ant woord er op schuldig blijven. We welen alleen dat verscheidene Nederland .ene ■bladen van gezagt in de laatste dagen met verontrustende artikelen kwamen over de verhouding tusschen onze rer geering; en de Duitsche. Ma,ar bijna al die artikelen hebben dezelfde eigen schap, dat zo vaag zijn in hun mee de e- linnen Men krijgt er echter een eterk vermoeden door, dat in ingewijde leringen, of tenminste in kringen óm den inge wijden kern, tamelijk alarmerende ver halen loopen. Nu de zaken, zoo staan, kunnen we niet anders doen dan een korte aanduiding geven van do strekking dier artikelen. Zaterdagmorgen kwam de N. Roti. Crt. met een hoofdartikel over Duit sche zorg en IloÜandsche bezorgdheid", de aandacht vestigend oVer de bijzon dere belangstelling! die de Duitsche pers in de laatste dagen heeft voor onzo neu traliteit. Het Rotlerdamsche blad meen de dat die Duitsche zorg voor.onze neu traliteit beter achterwege bleef, omdat zij hier het wantrouwen wekt dat er 'ets achter die belangstelling zit. En boven dien wees het blad op de toeneming van de s militairistische strooming in Duitschland als gevolgi van de succes sen op 't oorlogsterrein, welke toene ming inzonderheid Nederland met groove bezorgdheid vervult. „Het ware, zoo besloot hef blad, beter, dat men in Duitschland daarna- en aan de groote gpvaren, die daaruit .Voortvloeien kunnen, zijn aandachl eens wijden gjngj in stee van zich over otts angstig te maken. Het gevaar van het oogpnblik schuilt niet hier, doch te Berlijn. Dit slot is misschien voor onze lezers wat alarmeerend, doch wij kunnen het niet anders zeggien." We vermoeden dat mfcnigeett met onï zich verbaasd zal hebben over die alar- mberende zelf-kwalificatie van een artikel •dat door zijn inhoud dat karakter niet ha 1. Blijkbaar wist het blad meer dan "het «chreef. Zondagmorgen kwatn het Vaderland Ook al met een beschouwing1 over die ar tikelen betreffende Neêrland's neutraliteit in de Duitsche pers, welke artikelen vól gens dat blad iets1 moesten b&teekenen. Het blad opperde als verklaring een ont stemming over het talmen onzerzijds bij de onderhandelingen. Voorts „schijnt men" in Duitschland ontevreden te zijn Over de zand- en gVintkwestie. En daarna merkte het blad op: ..Wat er van dit alles zij1, er schijnt een zekere wrijving of een stroefheid in het diplomatieke raderwerk te zijn gekomen, die te betreuren zou zijn." Gisteravond wa3 echter ditzelfde blad iBts duidelijker. Naar het zei te vernemen „is men er reeds in geslaagd op een paar punten tot overeenstemming te gera ken, maar hokt het nog' op de kwestie van den doorvoer van zand en grint. „Men weet, dat Duitschland e&nige maanden geleden voorloopig er van afzag aan te dringen op het recht, dat het meende te hebben en dat ook onze re geering, in haar gedachlenwisseling met Engeland tot op zekere hoogte er kende, tom zand en 'grint door ons land te voeren Nu wenscht Duits'chland weer van dat recht gebruik te maken Onze re- gecring heeft, naar wij hooren, daartegen bezwaar, steunende op veranderde om standigheden, die nu onneutraal zouden maken wat het verleden jaar niet was In denzelfden geest schreef ook de Nieuwe Courant van gisteravond. .Volgens dat blad zijn de lioopende ge ruchten over internationale moeilijkheden die vcor ons land komen opzetten, niet zonder grand. .„Het zand en grind, waaruit we ver. losijs chenen, door Engeland's welwil lende zwenking ©enerzijds on anderzijds door Duitschland's welwillende verkla ring dat het na 15 Maart van zijn aan- spraken op hervatting van den doorvoer voorshands geen gebruik zou maken, is weer begonnen te knarsen. En de moge lijk spoedige hepomtwaking van die in ge slapen qoiestie is het eenige niet. De ge weidigö militaire gebeurtenissen in Noord- Frankrijk zouden ons land binnenkort - de noodzakelijkheid kunnen stellen antwoord te geven op verlangens of ver zoteken, waarbij onze neutraliteit direct betrokken is. „De stemming in Duitschland is er in den laai sten tijd niet op verbeterd. Er is een zekere ontstemming over de wijze van behandeling door onze Regee- ring van de schepenquaestie met <1? Ge associeerden en over de beantwoording van hef „ultimatum" dat aan tie beslag legging voorafging. Dut heelt zelfs aan leiding gegeven men wjerd het ge- waar uit balfbedekte waarschuwingen in de Duitsche pers van de laatste weken lot twijfel aan de oprechtheid van onzen wenseh tot voortzetting van de strikte neutraliteitspolitiek van totnutoe." Dit blad, dat voorts wees in deni Iragt n gang van de onderhandel ingeifi om vernieuwing van de 31 Maart afge- loopen handelsovereenkomst, dringt er op aan dlat onze regeering tijdig overleg zal plegen met de volksvertegenwoordi- '<tg. „Wij alarmeeren niet en hebben trou wens geen reden om aan onmiddellijk dreigend militair gevaar te gelotoven. Wèl echter (met volle eerbiediging van de zelfstandige verantwoordelijkheid der Re geering) aan de urgentie van nationaal beraad' en overleg." Het Handelsblad kwam gisteravond die gelijktijdigheid in zooveel versciiil- lende organen wijst ook al weer op ver scheidenheid van bron met een artikel over „Gevaarlijke stemmingen", waarin het wel geen nieuwe aanduidingen geeft van wat er gebeurt, maar waarin een pes simistische beschouwing over den toe stand werd gegeven. Aan den eenen kant wferd gewezen op de stemming in Duitschland, die evenals bij 't begin van den oorlog ten opzichte van België slechts de voor- en nadeelen van een daad afveegt, zondérandere over wegingen. Mocht ooit de positie van liet Duitsch leger zoodanig zijn, dat, naar de meening van het Duitsche legerbestuur het gebruik maken van onze communica tiewegen, ook al brengt dat een oorlog met Nederland mede, de kans op een snelle en volledigö overwinning aan het Westfront zou vermeerderen, dan moeten wij vreezen, dat van die commuriicaliei- middelen, als de geest van het Duit sche volk blijft zooals! liij is gebruik gemaakt zal worden. Men make zich daarover geen illusie^. En aan den anderen kant doet hef blad de vraag- stel, het was Engeland gelukt ons met de zand- en grintkweslie in den oorlog te drijVen zou Engeland dan klaar geweest zijtn, dm het Jand, door Zijn toedoen in den oorlog gedron gen, te steunen en te helpen, voor plun dering en vernietiging' te behoeden'? Of zou, evenals met België en Servië en Montenegro het geval was, do eenig'e hulp, die geboden weid, bestaan hebben in fraaie redevoeringen? De Entente- mogcndheden hebben niets gedaan om ons mogelijk te maken ons leger sterk genoeg te doen zijn tegen een invaller. Terwijl wij n.b. tijdens den oorlog uit Duitschland nog' "geschut ontvangen heb- benj Mitrailleurs beeft ons leger noodig, Amerika nam de door onze Regeering reeds gekochte en betaalde in beslag. „Aan de Oostzijde een volk en regee ring, die door een overwinningskoorlS zijn aangetast en het juiste begrip van vele verhoudingen verloren hebben. Aan de Westzijde een volk met een regeering, die aan de^wenschen van een opgewon den en verbitterde mass's, van een chau vinistische pers gevolg geeft „De "hemel helpe ons er door!" Het is een zorgwekkende lectuur die we aan onze lezers voor zetten. Maar we moeten er bijvoegen, dat het ons nog moeilijk afgaat om dadelijk diep te bukken onder dat dreigend vooruit zicht van iets, waarvan we niet eens 'de vormen kunnen onderscheiden. Tegen over zooveel getuigenissen moeten we echter wel aannemen dat er iets gaande is. En möcht dat zoo zijn, dan stemmen we van harte in met den wensoh van de „Nieuwe Crt.", dat onze regeering dan overleg zal .plegen met de volksver tegenwoordiging', en, zoo mogelijk, er iets over bekend zal maken. Wat we onder „Nederland en de Oorlog" ver melden van de meedeelingen der „Nordd. Allg. Ztg over de onderhandelingen lus- schen Nederland en Duitslchland, betreft blijkbaar slechte het economisch onder deel van 't geen Er tusschen loeide lan den gaande iS, Toen de schepenkwiestïe op haar top punt was, kon men in verschillende Duitsche bladen lezen, dat er nu vST? Duitschland reden was ons een of an dere concessie te vragen, als vergoe ding tegenover het voordeel dat de En tente nu heeft var. onze schepen. Is wat is nu gebeurt, daarvan een uitvloei sel Een antwoord weten we niet, en We hopen dat het spoedig gegéven Wordt, want de voedingszorgen zijn al cTg| ge noeg, om niet nog te worden aangevuld met zorgen over buitenlandsche 'moei lijkheden. Gisterenmiddag! is de Ministerraad in buitengewone vergadering bijeen geko men. Ook over die beweerde moeilijk heden met Duitschland? We kunnen rfie! anders dan vragen. aanvragen tot conversie van de laatste drie Rijks Hoogere Burgerscholen miet driejarigen cursus, onderscheidenlijk ge vestigd te Helmond, Steenwijk en Warf- fum in scholen met vijfjarigen leergang. Het ligt in de bedoeling met 1 Sep tember 1918 voorloopig alleen de vierde klasse voor iedere school tp vormfen. BOTERWET. Een wetsontwerp is! ingediend tot vast stelling van bepalingen, afwijkende van die der Boterwet, welk ontwerp door den Minister van Landbouw bij het levens- middelendebat reeds in uitzicht werd steld. Voor zoover betreft de redenen, welke hier tot de indiening nopen, verwijst de Minister naar hetgeen hij bij die gele genheid in de Tweede Kamer deed op merken. De bestaande bepalingen omtrent berei ding' en verkoop van boter, en margarine worden geheel intact gelaten en daarnaast wordt in een afzonderlijke wet een sa menstel bepalingen opgenomen, welke het mogelijk maken een product verkrijgbaar te stellen bestaande ütt een menghel van boter en margarine. Door dezie gedragslijn blijft derhalve het thans in de Boterwet opgesloten liggende verbod om boter en margarine te mengen van kracht en wordt alleen hierop uitzondering gemaakt ten behoeve van de door de regeling geautori seerde bedrijven. Alleen zij die door Jen Minister worden aangewezen, zullen tot de menging bevoegd zijh, terwijl aan de toekenning der bevoegdheid voorwaarden en verplichtingen van allerhanden aard kunnen worden verbonden. Steeds zal de voorwaarde moeten worden giesteld, dat hel mengsel niet zal mogen worden afge leverd dan in een verpakking, welke de noodige zekerheid geeft, dat de consu ment inderdaad ontvangt wat hij meent te knopen. B M111 LI. II. MINISTER PLEYTE. De minister van koloniën, mr. Pleyts, Is Uit Zwitserland, waar hij wegens fami lieaangelegenheden de laatste weken ver toefde, in Den Haag teruggekeerd en heeft hedeh de werkzaamheden aan zijn departement hervat. DE IIELMONDSCHE KWESTIE. De Minister van Binnenlandsche Za ken, heeft blijkens een ingediende sup pletoir© begrooting toegegeven aan den aandrang uit de linkerzijde der Tweede Kamer inzake de R. H. BI. S. te Heli- mond. En tevens wordt een voorstel i'e-daan betreffende die toen ook "bes pro- sen R. H. B. S. te Warffutn! en te Steen- wijk. „Na gezette overweging'meent de mi nister alsnog de mpodige gelden te mogen DE GOUDEN SLEUTEL, m Blgelsch dooi U. 0. MOBBRblI. IS). „U heeft wonderbaar shcces gehad met de verbouwing van deze plaats", zei -Tony tnei den glimlach, die zulk een bekoor lijkheid gaf aan zijn gtezicht. „Ik heb mi? fdè moeite gegeven den nllerbesten man te vinden/ om het werk op zich te nemen en gaf hem' vrijheid om hel op de beste manier uit te voeren", antwoordde mijnheer Redburn kalm. „Ik «Peg u hoe het staat". Zijn stem werd weer vertrouwelijk. „Ik wil niet bewe ren, niet heel' goed te weten dat ik zelf een nieuweling ben een „self-made tnan", en ik schaam mij niet dat te we. Ken en het te erkennen en ik had de gril noem liet een dwazö gril als n wilt, maar ik had lust in een oud huis fe gaan wanen, een huis dat geslachten ▼an menschen van edele geboorte had jtïen léven en kanten en gaan. Ik had de gril in zulk een huis te willen wonen en daarom heb ik het Klooster gekocht". Tony kreeg een warm gevoel voor den grooten man met het vriendelijke, eer lijke gezicht en den ruwen vorm en. hij keek zijn gastheer aan met een blik, die een sympathiek begrijpen uitdrukte. „Ik geloof dat ik ook zooiets voeten zou", zei hij'. „Als ik bij machte waS een antiek huis to koopen, zou ik er een kiezen waarin geslachten beschaafd- mannen en vrouwen hadden geleefd en waren gestorven en een beschaafde at mosfeer hadden achtergelaten". „Jo, waarom begraaf je je zelf in dat hoekje van de kamer, terwijl er douai rières wachten op een cavalier om mee te soupeeren?" Met die woorden stoorde Hilda Redburn hun gesprek en Hilda zelve, een prachtig vizioen van glanzend wit en schitterende diamanten, stond tusschen de twee mannen in en zag haar echtgenoot aan met een ongeduldigcn, om niet te zeggen bitsen blik. En Tony, de uitdrukking van vereering! en, bewonde ring ziende in de oogen, van haarman, waarmee hij haar aanzag, voelde zijn hart een weinig samenkrimpen. „Zij fs zoo Schoon aW de' dag en ZOd koud al* een ijskegel", dacht hijl, „en UITOEFENING VAN HET KIESRECHT DOOR MILITAIREN. Teneinde aan een zoo groot molgjs- lijk aantal' kiesgerechtigde militairen ge legenheid te geven, him plichten als kif- zer bij de a.s. verkiezingen te kunnen vervullen is door den Opperbevelhebber van land- en zeemacht het volg^na* bepaald: lo. Nïef-kiesgcrechtiglden, in h-«f ge not van bijzonder verlof van niet Rui geren. duur dan 3 maanden, moeten tusschen 26 Juni en 2 Juli a.sk, beide dagen inbegrepen, onder de wapenen terugkeeren. De terugroeping^ wordt den man, ou der bijvoeging van het onder 7o. be doelde vervoerbewijs, uiterlijk 1 Juni a.s. toegezonden. De data van terugkeer moe ten zoodanig worden vastgjede'd dji het hiermede verband houdend© verzoe.* per 6poor gelijkelijk over de werkdagjen van genoemd tijdvak wordt verdeeld. In gaande 2 dagen na de verkiezingen kan van het personeel, dat zijn bij zonder verlof onderbroken zag dage lijks weer 1/5 met bijzonder v» -Vf worden gezonden. De tekort gekomen verloftijd kan daarbij worden ingehaaM. 2o. Bijzondere verloven aan niet-kies- gerechtigden mogen van heden of slecht j met dit voorbehoud worden verleend, dat de belanghebbenden op overeenkom stige wijze als bedoeld onder lo. van verlof terugkeeren en c.q. weder met verlof vertrekken. 3o. Gedurende de 7 dagen, vooraf gaande aan den verkiezingsdag, komen 'oor periodiek verlof in de eerste plaats in aanmerking zij! die kiesgerechtigd zijn en wel tot een zoodanig getal', dat, met inbegrip van de niet van bijzonder ver lof teruggeroepenen36 pCt. met verlof die góede, oude vent aanbidt den grond dien zij betreedt Bn zij is zijn aanbidding geen zier waard. Maar wat eert prachtig schilderstuk zou er van haar te maken zijn Het is mogelijk dat het slot van deze overdenking zich door telepathie aan den millionair meedeelde, want deze wendde zich tot hem met een eensklaps* stralend gezicht. „Goede hemel!" riep hij oit, „daar valt mij wat in. Ja lieve, ja, ik zal de douairières niet vergeten. Hij*glimlachte Hilda toe, die gemelijk de wenkbrauwen fronste. „Maar er is1 mij j'm'st iets in gevallen. Mr. Dunbar is Schilder, weet je, wij moesten Samen eens; een, bezoek bij hem gaan brengen op zijh atelier en hem vragen ons zijh laatste portret ten te laten kijken. Ik wou een portret van mijn vrouw hebbeh om hier iuj huis op te hangen, mijnheer Dunbar, en wan neer het voor mijn vrouw is, komt geld er niet op aan. Als ze hef dus goed vindt dat u ©en portret van haar schil dert, dan hoeven we niet anjdèrs te doen dan de afspraak te maken en den prijS te bepalen". Hilda's ontevreden uitdrukking nj&m toe. Zij had nog niet geleerd ep. zou waar schijnlijk hooit Ieeren, den; eenvoud waarmee haar man de zaken opnam te begrijpen; en evenmin had zij In het minst het feit begrepen dat hij genoot van zijh ohtzettenden rijkdom, van alles waartoe die rijkdom hem in staat stelde, evenals een kind gen,iet van een nieuw boeiend stuk speelgoed. Zij was! met hem getrouwd ter wille van dien rijk dom, zij" was zeer bereidwillig alles! van hem aan te nemen waartoe zijn rijkdom hem in staat stelde haar mee te ovcré laden, maar zij deed geen enkele poging de goedheid en oprechtheid te begrijpen, die onder de oppervlakte lag welke de fijne beschaving miste. Zoo verachtte haar hart, of wat zij haar hart noemde, den man die haar lief had; zij ergerde zich over wat zi? noemde zijn platheid; d© echtheid en eenvoud, die daar achter verborgen was, zag ze niet of wilde ze niet zien „Het is na geen geschikt oogenblik om over mijn portret te praten", zei ze koel. Je gasten wachten op je. Jo, toe probeer je aandacht te schenken aan de plichten van het oogenblik l" Mr. Redburn lachte, een breede opge wekte lach, maar Tony meendë dat hij dc oogen van zijn gastheer zag betrekken. afwezig kan zijn, en met dien verstande, dat zij, die, gebruik makende van bewe gingsvrijheid, op den dag der verkiezin gen, hun woonplaats niet kunnen berei ken, voorgaan boven hert, die zulks we1? kunnen. To. De kiesgerechtigde periodiek-ver lofgangers, die daags vóór den verkie zingsdag zouden moeten terugkeeren, kee- ren op den verkiezingsdag terug, aada* zij zoo vroeg mogpljjk hun stemplimt hebben vervuld. 5o. Kiesgerechtigden, die op den ver kiezingsdag met verlof zouden moetan vertrekken, vertrekken daags te voren, 6o. Op den verkiezingsdag wordt aan allte kïe-sgerechligden, die ter plaatse ol door gébruik te m.alcen van vrijheid van beweging, in hun woonplaats hun ki -s- plicht kunnen vervullen, vo,or zooveel noodig op den verkiezingsdag vrij vah dienst of bewegingsvrijheid verleend Zij mogen daags te voren vertrekken, indien dit noodzakelijk is om tijdig hun woonplaats te bereiken. Een en ander onder voorbehoud, dat, boven de ver leende verloven, slechts 10 pCt. vast de presente sterkte in verband met be wegingsvrijheid per spoor mag reizen en dal de voor Zon- en feestdagen vaotgy stelde minimum presente sterkte aanwe zig .moet blijven. 7o. Aan alle kiesgerechtigden kan, met inachtneming van den slotzin van punt 6o., vrij vervoer per spoor woraen verleend om hen in de gelegenheid te stellen aan de hiervoren bedoelde stem ming deel te nemen. Vrij vervoer kan ook worden veris nJï aan degenen die, in verband met de punten lo. en 2o. hun bijzonder verlof moeten onderbreken zoowel voer don terugkeer onder de wapenen als voor het opnieuw met verlof vertrekken So. Ten einde het reizen per spocr op 2, 3 en 4 Juli zooveel' mogelijk te be perken, wordt door mij bepaald dat behoudens bijzondere omstandighe ieo algemeene verloven van niet kiesgere-h- tigden door den betrokken compagnies commandant (eskadrons-, batterij d-jK commandant) zoodanig moeien wordjn geregeld, dat zij op de genoemde da'n niet per spoor reizen, ook al zou '"lks, gelet op het toegelaten procent afwezi gen geoorloofd zijn. NEDERLAND EN DB OORLOG. Nederland en Duitschland. Wolff onQcende gisteren aan dje Nordd. Allgemeine Zeitung: De onderhandelingen tuschen Duitsch land en Nederland bewegen zich in drie richtingen. Ten eerste, de «economische onderhandelingen ter vernieuwing vat* hel 31 Maart afgeloopen oeconomisch verdrag. Deze onderhandelingen draaien, om dc levering van kolen en hout uif Duitschland naar Nederland. Nederland zal daartegenover levens middelen, boter, kaas, groente en vet ten leveren. Ten tweede, tusschen Neder land» che en Duitsche commi.ssies wordl onderhandeld om een overeenkomst co- pens de uitwisseling van ïn Nederland- sche havens liggende scheepsruimtc te gen schepen, die de entente in handen heeft en die met graan naar Nederland zouden komen, tot stand te brengen IIcl ontwerpverdrag dezer commissie is al l*i] verschillende Duitsche regeeringsbureau's gewet sl en zal vermoedelijk metecnig0 wijzigingen binnen enkele dagen aan de Nederlandsohe regeering gezonden wor den. De derde soort onderhandelingen heeft op de tolkwesties betrekking. NiieperaanvalleniopNoder- landsche schepen. In de vrije vaargeul, niet ver van( onze kust zijn de vorige week Duitsche vliegers be2ig geweest, die öf zonderling* „Best, lieve, best", zei hij, maar olf- schoon hij nog goed gehumeurd lachte, wist Tony zeer zeker dat de schaduw, dia hij in Mr. Redburns oogen had meenen ta zien, niet alleen verbeelding was „Arme kerel!" Die gedachte kwam bl| Tony op, terwijl hij zich tot mevrouw Redburn wendde, die tot hem sprak met haar langzame, temerige slem. „Mogen wij morgen uw atelier komen bekijken? Sommigen van onze gasten zutf- len daar zeker pleizier in hebben." „Met genoegen". Tpny sprak op onge woon koelen toon. Hij had vreeselijk veel lust te antwoorden dat zijn afelietf geen bioscoop was, die diende tot amu sement van de logés; op het Klooster, maar de herinnering aan de eenvoudigs vriendelijkheid van den millionair en aam de verduistering in zijn oogen, deed den schilder zijn onaangename opwelling bet- dwingen. „En alles wel beschouwd", dacht hij schouderophalend, terwijl hij' zich ondejj de gasten begaf, „de onbeschaamdheid van deze beste dame hindert haar vrij wat meer dan inij." (Wordt verrofgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1918 | | pagina 1