NIDDELBURfiSCHE COURA!\T.
L\o 83.
Dinsdag 9 April 1918,
léi* Jaarcaug.
FEUILLETON!
DE GOUDEN SLEUTEL,
Abono. prijs per kwartaal in Mid
delburg en bij de agenten in Vbssinigen
dn Goes f 1.55; per post f 1.75.
Advertenties 20 cent per regel.
Bijt abonnement veel lager.
Familieberichten, en dankbetuigingen
van 1—7 regels f 1.50.
Bovenstaande advertentieprijzen worden
met 20 o/o toeslag verhoogd.
GEVAARLIJKE ROERINGEN.
De opstootjes is sommige steden, de
plundering van bakkerswinkels enz., zijn
uitingen van een heel verklaarbare maar
zorgwekkende ontevredenheid onder de
BB'boidersklassjen die het meest door de
beperkingsmaatreg'elen fije troffen worden.
Daaronder telt natuurlijk niet of slechta-
weinig mee de gjedwongfari onthouding
van vleesch-gebruik. Dit vond men daar
sedert maanden toch al niet, Neen, de
oorzaak is bovenal te zoeken in liet sa
menvallen van verschillende andere maat
regelen
terzelfder lijd dat het broodrantsoen
van 250 op 200 gram werd gebracht,
werd o,ok b|et peulvruehtenrantsoen te
ruggebracht op de helft der vorigfï pe-
-riode; moest de aflevering van kool1 cn
uien en peen gestaakt worden, wegens
het bederf door het zachte weer; en werd
wat misschien méér be teekent dan
Oen dier andere maal regelen de af
levering van zand-aardappel'en begbnnen,
-die niet ten onrechte een heel slechte
reputatie hebben.
Dat is allemaal waarschijlnlijk nood
zakelijk geweest, maai" het resultaat is
ernstig.
Wij hier in Zeeland hebben het nog
niet zoo bijzonder krap, althans als men
ónzen toestand vergelijkt met dien in de
groote sleden. De verhalen die men
van de toestandeu daar hoort, maken het
heel duidelijk dat daar de arbeidersvrou
wen de grootste moeite hebben om hun
gezin een voldoend middagmaal te ver-
schaffen. En wie over een of andere
■onbesuisde daad den sjtaf breekt, mag
zich wel afvragen, of hij' zelf niet in te
gunstige conditie verkeert om' te mójgjpn
neroordeelen.
Dat wil natuurlijk niet zeggen dat
wij ook maar de minste 'aansporing1 be
doelen om niet krachtig de onlusten; en
plunderingen te onderdrukken. Behalve
dat ieaere plundering diefstal is, mogen
die vrouwen wel bedenken, dat ieder
misbruik van de broodkaart, iedere af
gedwongen verkoop van brood zonder
bons of op nog1 nief vervallöq bons dat
zelfde brood onthoudt aan andere ar
beidersgezinnen die everiveel behoefte er
aan hebben doch minder hard schreeuj-
wen. En het is dan ook zeer begrijpek
lijk dat de burgemeester van Amsterdam
in een krachtige publicatie ten strengste
waarschuwt teg'en dat optreden. Het
geeft trouwens te denken dat1 het mis
bruik van de broodkaart te 1 Amsterdam
veel gbooter omvang' aangenomen, heeft
Idan in de meeste andere, gemeenten,
{ook zelfs andere grpote steden.
Maar wat wel scherpe veroordeeling
verdient, dat is de aanwakkering van
die ontevredenheid, de opruiing.
Natuurlijk g!aat "Wijnkoop voorop. In
de Tribune" schreef hij dezer dagten
het volgende onder het opschrift „Het
voorbeeld van Amsterdam"
De vrouwen van Amsterdam heb
ben hun plicht gedaan, en; blij,-
ven liun plicht doen.
Vrouwen uit alle deelen van <Jd
stad en. Sat is 'juist het mooie,
v dat dit optreden spontaan in[ "alle
arbeiderswijken van de groote stad
is uitgebroken verdraaien h,et lan
ger om hun kinderen voor fhun
oogen te zien verhongeren'.
Er is brood en levensmiddelen in
de winkels, en dus nemen zij het
(meest nog| tegen betaling waar
zij het vinden kunnen.
"Wij hopen dat zij zullen blijven
doorgaan wijl zij daarmee immers
eigtenlijk niets anders doen dan op
eerlijke proletarische wijze het voor-
óeeld vermenschelijken dat een,
zatte bourgeoisie met zijn immof-
reele hamsterpraktijken heeft gtege-
ven.
Zulk gieschrijf is een vergift, waarvan
de gtevolgen door dien schrijver «trom
mels goed begrepen worden, wat zijn
agitatie te immoreeler ien misdadiger
maakt.
In „Hel Volk" wordt dat geschrijf
als „onsocialististehe opruiing'" scherp
veroordeeld.
Maar wij vragten of dat blad niet
even onverantwoordelijk doet, wanneer
het in vlammende artikelen «le regee-
riug de geheele schuld geeft varf den
toestand.
jn datzelfde nummer slaat als hoofd
artikel een „Protest" onderteekend door
de besturen van de S. p. A. P., het
Ned. Verb, van Vakvereenigjngen en den
"Bond, van Ned. Arb. Coöp. ,ls het
niet teekenend voor een' welbewuste
opzweeping's-bedoeljng van die ohdeHee-
kenaars, dat dat lieele stuk van niets
anders spreekt dan van de schuld dpr
reg'eering, en dat nêrgen^j in 'die twee
kolommen die het stuk beslaat, ook
maar gtezinspeeld wordt op de handelin
gen van de oorlogvoerenden, die onsl,
in idien toestand brachten"?
De groote misleiding van dat „Protest"
is de voorstelling dat er genoeg levens;
middelen, zijn, maar dat het gebrek aan
organisatie de oorzaak \is van de
schaarschte.
Want niet één persoon, de gaan-
sche regeering staat aansprakelijk
voor de ellende, waaraan het volk
ontijdig en zonder dat deonont
koombare noodzaak is aangetoond,
door haar is overgteleverd. En zij
is verantwoordelijk voor alle ge-
gevolgen, die 'uit deze ellende voord-
vloeien. 'Wij kunne nj slechts met
groote bezorgdheid denken aan het
geen uit het gemis aan fregeeringsf-
beleid voortvloeien moet.
Het Nederlandsche volk zal dra
gen wat onvermijdelijk is en gtej-
drag'en moet worden. Maai- het1 wei
gert slachtoffer te worden van een
regeering', die het besef toont te
missen van den toestand, waarin de
arbeidende bevolking' verkeert. Het
eischt opschorting1 van de inperking
van het broodrantsoen. Opschorting
-- indien die inperking ('in strijd
met de mededeelingen van denjni-
nister van Landbouw onvermijdelijk
mocht zijn totdat alle maatrege
len, welke aan den npod, als gel-
volg van het broodtekort moeten
tegemoetkomen, volledig' ten uitvoer
zijn gebracht.
Wie zoo iels publiceert tracht web
bewu t een stemming te wekkjen, die een
politiek karakter heeft.
En bovendien is het Onjuist.
In dalzelfde stuk wordt (o. a. herhaalde
lijk gewezen op de meedeeling van dne
Minister van Landbouw in het levensmid i
delendebat, dal de beschikbare voorraad
broed koren groot genoeg was om de
broodvoorziening Lot 1 Augustus inpla.its
van tol 1 Juli le doen duren, een verkla
ring waaruit de onderteekenaar3 van het
protest de conclusie trekken, dat de lo|e
stand vooruitgaande was, en dat de brood
kaartperiode dus niet verkort behoefde
te worden.
Om'dat die legende meer gehoord
wordt willen we hier woordelijk her
halen uil de Handelingen (bl z. 1940)
wal de Minister toen gezegd lieefl:
naar het Engölsch
door LI. G. «OBERÜEY.
13).
Hilary. Donaldron's beeld vertoonde zich
vb,or Austice's gteest en zij'lachte hardop.
„Ik kan niets verzinnen dat minder
op mijn meisje gelijkt dan eten Peki-
ncesjc", zei ze. „Wacht even totdat je
Hilary gtezien hebt."
„Een rara avis", lachte Frcda spot
tend. „Breng' je zwaan dert. volgtenden
Zaterdag' en Zondag' mee naar Torpsley
O ja, je [moet komen, dat is waar
ook," haar stem werd wat belangstel
lender. „Je zult in de "gtelegenheid zijn
met Hilda Redburn kennis te maken.
Je zei dat je haar nog nooit ontmoet
had. Ofschoon ik mij niet kan voori-
stóllen hoe dat komt", rammelde zij
door, „tenzij ja, dat tooet het gek
weest zijn, die heele gteschiedenis van
Hilda met Miles Harding had plaats
toen jij de wereld omreisde."
„Daar wij twee bijna drie jaar weg
gewec-it zijn, miste ik een heeleboel din-1
gen", zei Austice, en toen ik terug
kwam was ik in zwaren rouw. Maar je
hebt mij nog' niet verteld hoe ik me
vrouw Redburn zou ontmoeten als ik
een paar dagten aan 't: einjd van de
weelc bij je kwam."
„O, heb ik je "dat niet verteld? Iiaar
knoopenman of zeepman of wat dan
ook heeft het „Klooster" g|ekocht; liet
ligt omstreeks zes mijlen van Toróslev.
vandaan en ,van' ons zomeroptrekje,
Men zegt dat mr. Redburn een too ver
paleis van. de plaats heeft gemaakt. Ze
hebben er nog niet gewoond, liet was
tot nu toe steeds vol werklui. De Red
burns zullen daar hun weekends door
brengen en Torpsley en omgeving zijn
in gespannen verwachting. O, je moet
komen, om Hilda te zien -en ook het
„KLoostcr".
„Ik zou die wonderlijke mevrouw Red
burn gaarne eens willen zien", ant
woordde Austice, en even vertoonde
zich het ernstige gezicht en de koude
blauwe oog'en van Miles Harding voor
haar geest. „Maai" weet je 'wel zeker
dat het je niet schelen kan als ik
a,Ds voorraden die ik nu heb zijn
voldoende om de broodvoorziening
op de huidige bons tot half Juni on
gestoord te laten verloopen; de voor
raden die nog te wachten zijn, stel
len builen twijfel in staat do brood
voorziening tot 1 Juli voort te zet
ten. De regeeriugscommissarissen,
die blijkbaar nog méér bodemloos
optimist 'zijn dan ik, schatten dat de
nog te wachten hoeveelheden zullen
strekken tot 1 Aug."
We1 merken hier allereerst bij op, dat
linen op 1 Aug. nog gpen nieuwen oogst
heeft, daar die eerst tegen September le
wachten is. Wie dus met den aanwe'-,
zigen voorraad wil toekomen móet wel'
tot 1 September rekenen, en dat is ook
bij do afkondiging van 't broodrantsoen
gebeurd. Nergens heeft de Minister
'zegd dat de voorraad voldoende wasi
om tot den nieuwen oogst met 't oude',
rantsoen uit te komen.
In de 29 Maart afgekondigde regeling
is voorgerekend dat 200 gram noodig
was om den voorraad tot 1 Sept. te doejï
strekken.
Maar wal nog veel sterker aandacht
verdient, is dit: toen Minister Posthuinai
14 Maart het bovenstaande zei, kon hij
redelijker wijze nog de volle hoop nel)-'
oen, dat de regeling met de geassocieer
den tol levering misschien van -100.000,
en zeker van 100.000 ton tarwe tot stand
zou komen. Eerst daarna is het tot
ï.oo'n volslagen omkeer gekomen, dat men
iedere hoop op aanvulling van den graan
voorraad in de zomermaanden moest
laten varen. Als eerste gevolg daarvan
moest loen wel de broodkaartperiod©
verlengd worden.
Van dat alles vindt men geen letter in
het protest der sociaal-democraten. De
regepring, die is volgens hen dte eenig*5
schuldige
Maar laat dan ieder waken om derge
lijke misleidende voorstellingen zoo krach
tig mogelijk tegen te gaan. In ernstige da
gen als deze is er werkelijk w|el reden
voor om eer samenwerking le zoekeni
dan achterdocht en... o,uwil te zaaien.
ONZE GEZANT IN WASHINGTON
We zijn nier gelukkig met1 onze ver
tegenwoordigers te Washington. Zooala
men weet is 'tvorig jaar door ridder
van Rappard zijn ontslag' gen'omen en
was toen. tot zijn opvolger'benoemd jnr.
Aujj', Philips, advokaat te Amsterdam,
die in December met de Nieuw Amster
dam naar Amerika vertrok. Zijn voorgan
ger is nu met datzelfde schip op dei
En n u meldt men aan. 'de N. R. Ct,
dat mi-,. Philips, zich wegens den staat
van zijn gezondheid, die volstrekte rust
(noodzakelijk maakt, genoopt heeft yör
zien dringtend te verzoeken om verlof
voor een reis naar Europa.
De heer Philips heelt het voornemen
met "de eerste scheepsgelegenheid tij
delijk herwaarts over te komen; in dat
geval zal de gezantschapsraad jhr. mr.
W. H. de Beaufort zoolang als zaak
gelastigde met de leiding van het ge
zantschap belast blijven.
Dat het een „diplomjatieke" ziekte zou
zijn is natuurlijk nog mogelijk en dat z,ou
't geval nog ernstiger maken. Maar zol
der meer durven wc dat niet aannemen.
MINISTER LOUDON.
Minister Loudon vertoeft thans, tot
verder herstel van zijn lichte ongesteld
heid, in de omstreken van Bussum en
zal vermoedelijk a.s. Donderdag' de werk
zaamheden aan zijn departement kun
nen hervatten.
mijn „zwaan", zooals je haat" noemt,
meebreng? Het is werkelijk een aller
liefst meisje Freda."
„Als je mij met dat smcekende glim
lachje aanziet en het behoorlijke regis
ter van je stem uithaalt, ;fdan weet je
dal ik je geen weerstand 'kan bieden."
Op Freda's koud gezicht kwam een
zachtere uitdrukking'. „Ik zalfje geloof
ven, dal je bewonderenswaardig meisje
een snoes is, totdat ik haar zelf kant
zien en beoordeelen. Je liebt zulk een
talent schoonheden bij iemand te ont
dekken, van wier bestaan njemand ank
ders een flauw vermoeden heeft; Breng
het meisje mee, naar Torpsley, en laat
mij nauwkeurig' zien waar je je zelf'
door hebt laten beetnemen."
Eu drie dagen later toen 1 Hilary mei-
vrouw Derfield volg'de in de ontvang
kamer van mevrouw Marstons cottage,
keck Freda mttt meer dan gewone be
langstelling naar het lange meisje in
't zwart gekleed, wier roodblond haar
het zonlicht scheen op te 'vangen,dat
door de westerramen binnenstroomde.
„Opvallend, zonder eeni&en, twijfel opk
vallend", was de eerste uitspraak der
gastvrouw, toen zij Hilary 'de hand gaf,
„en iets ongemeens bij die .eigenaardige
AMENDEMENT OP IIET OPCENTEN-
VOORSTEL.
De Kamerleden Oud en Marchant heb
ben een wijziging voorgesteld op het
wetsontwerp tot heffing van 150 opcen
ten op de verdedigingsbelastingtm ter
bestrijding van de distributie Iconen.
Op de verdedigingsbelasting I stellen
zij ook voor 150 opcenten.
Doch voor de verdedigingsbelasting; II
stellen zij een geheel nieuw tarief voor
dat zeer sterk progressief is.
Tevens stellen zij voor om 15 mil-
lioen van de opbrengst af te zonderen
voor dekking van de staatsbegrootingj
1919.
REGISTER VAN NACHTVERBLIJVEN.
De Commissaris der Koningin jn Zee
land geeft in een circulaire aan de bur
gemeesters kennis van een 3 April ge-
dagteekend schrijven van den Minister
van justitie, waarin deze meedeelt dat
bij eene conferentie, gehouden aan zijn
departement, waarbij vooral het vreem
delingenverkeer een onderwerp van be
spreking uitmaakte, werd medegedeeld
dat in zeer vele gemeenten, zoowel'
g'rootere als kleiner©, door de houders
van nachtverblijven niet d© hand gehoiir
den wordt aan het houden of bijhoiideu
der registers, als bedoeld' in art. 138
van het wetboek van strafrecht. Waar
het geen betoog' behoeft, dat het juist
in dezen tijd, waarin zoovele vreemde
lingen in on,s land verblijven, 'zeen
wenschelijk is dat deze registers ten
dienste van de politie gehouden en', ge
regeld bijgehouden worden, geeft de Mi
nister in overweging deji burgemeesters
te verzoeken om el" voor te waken,
dat het houden en bijhouden der be
doelde registers hunner gemeenten' ge
regeld plaats vindt, voor zoover een en
ander niet of niet volledigi geschiedt.
Voorts om den. burgemeesters mede te
verzoeken aan bepaald aangewezen amb
tenaren der rijksveldwacht en der ma,-
irecliaussee eene machtiging van aJge-
meenc strekking te geven om de ver
tooning der aldaar bedoelde registers
te vorderen, zoodat niet voor elk be
paald gteval eene afzonderlijke machti
ging vereischt is.
NEDERLAND EN DE OORLOG.
De vleeschv oo r z i e n i n g.
Het bureau voor mededeelingen inzake
de voedselvoorziening meldt
In verband met het algemeen slacht
verbod, dal Zaterdag 1.1. is afgekondigd,
is een regeling getroffen, ten aanzien dei*
nuchtere kalveren, die er in djezen tijd in
groot aantal zijn pn komen. Deze kalveren
zullen door bemiddeling van het Rijks-
disiributiekantoor, waartoe de aanvragen
moeten worden gericht, worden gele
verd' aan de gemeenten, in die eerstey
plaats aan de groote gemeenten, en d«4
iududrie-centra, waar de vleeschnood;
zich het sterkst doet gevoelen. Waar een
gemeentelijk slachthuis is, zal men dej
kalveren levend ontvangenoverigens
worden ze geslacht toegezonden door
daartoe ajau te wijzen exportslachterijen.
Het voornemen is aan de gemeenten een,
hoeveelheid te zenden, die overeenkomt
met een rantsoen van 1 ons per hoofd]
per week, kinderen beneden het jaai)
niet medegeretend.
Vo,or de nuchtere kalvereu zal op de
verzamelplaatsen worden betaald 00 cent
per K.G. levend gewicht, verminderd mfet
50 cent per kalf voor administratiekosten
enz. De bedoeling is, dat de gemfeentebe-
sluren dit vleesch tegen 55 cent ppr K.G.'
slachtgewichl leveren aan de slagers en
aal hei tegen 70 cefifc per K.G. in' liet
been of f 1 per K.G. uitgebeend voor
het publiek beschikbaar komt. In één
dezelfde gemepnte mag dit vleesch
alleen óf in het been óf uitgebeend wor
den verkocht.
Alleen die nuchtere kalveren zullen
worden geslacht, die het Rundveekan
toor als voor de consumptie geschikt aan
wijst.
Veer vaccinatie zal het 'R. D K. een
voldioead aantal nuchtere kalveren be
schikbaar stellen.
Het R. D. IC. zal bovendien vette kaf'
veren toewijzen voor de ziekenhuizen.
Een vergadering der gecombineerde
commissie van patroons en gezellen uit
de onderscheidene Slagersbonden, heeft
als haar meening uitgesproken, dat hef
thans door de regeering beschikbaar le
stellen vee veel beter zou kunnen, Wor
den verstrekt in versclien toestand dan
als „eenheidsworst", zulks omdat vo,or
de bereiding van het middagmaal
vleesch in verschen toestand verre de
voorkeur verdient boven gerookte worst
en de omzetting' in gerookte worst aan
de schatkist „millioenen" zal koeten.
Bovendien worden door dezen maat
regel de nog bestaande slagersbedrijven
ten ondergang gedoemd en zal dien
tengevolge de werkloosheid onder de
gezellen algemeen worden.
Namens bovengenoemde commissiei is
aan den minister telegrafisch een, onder
houd verzocht.
0
Distributie^reg'eling van brood
bloem, in je el en rogge.
Onder bovenstaanden titel is bij N.
Samson te Alphen een boekje uitgeko
men bewerkt door J. G. W. Van Drier
Krol, directeur van het Centraal Brood
kantoor, dat een handige wegwijzer is
in. de talrijke verordeningen, en wijzigin
gen. Behalve een uitvoerig overzicht
van de regeling vindt men iu den tekst
van de regeling', de beschikkingen' en
circulaires. Een alphabelisch registen
maakt het gebruik gemakkelijk. In "bij!-,
lagen vindt men meedeelingen over de
prijzen, de samenstelling1 vani het meel,
adressen enz.
0
Verke er met Engeland,
Tc Hoek van Holland slaan oen 40
spoorwagons met post, voor verzending
naai1 en over Engeland.
Nadat in bijna gteen maand een coii-
vooi den Nieuwen Waterweg' was bin-
nengcloopeti, is gisternpmiddag eindelijk
weder een Engelscli convooi, ditmaal
uit 15 schepen bestaande, uit Londen
aangekomen.
0
Een m ijnveld in de vrije vaar
geul.
De .chipper van den logger Prosper,
Donderdagavond laat uit Duitsehlanrl tw
ITmuiden teruggekeerd, heeft, naar de,
N. R. Ct. meldt, omtrent hel vergaan van
zijn schip en zijn wedervaren iu Duilseh-
!and het volgende verkLuard
We «voren Donderdag 14 Maart van
IJmuiden vertrokken om nabij of Noorde
lijk van net vuurschip Doggersbank-N.oord
de vis-.cherij in de vrije vaargeul uit 1©
oefenen. Des Zaterdags daarna, juist Loeui
wc- voor het eerst aan den kor lagen,
ontdeicten we op 15 mijl Zuid van het',
uurschip Doggersbank-Noord oen mijn-
veld in de vrije geul. 't Waren versch»
geschilderde groene mijnen, die
naar de beschrijving, die ik er van aait
deskundigen heb gegeven, voor DuiUche
mijuou worden gehouden Ik rapporteer
de aan het vuurschip Doggersbank-Noord,
dai zich 15 mijl ten Zuiden een mrjnveld:
nevend. Als door een wonder liep onsy
chip vrij, doordien de verbindingslij»
•an de^ mijnen juist onder mijn schijf
doorging en mijn vischlijnen vrij van d©
uiterste mijn kwamen. Na afloop van da
visEcherij hield ik degelijk rekening met
dit mijnveld en hield daarom in de vrije
geul zoo westelijk als de vaargeul toeliet.
soort van opvallendheid. Wie en wat
zij ook wezen mag', er 'stroomt zui
ver bloed door haar aderen."
Deze goedachten -flitsten door haar
brein, terwijl zij beleefde opmerkin
gen maakte tot het meisje -en nonsens1-
praatjes hield met Austice en de eind
som die zij van haar gast opmaakte,
luidde.- „Zij heeft karakter met lepels
vol."
„Er zijn nieuwe mensclien in het
huis op het Kruispunt giekomen", zei
ze een oogtenblik daarna. Je'herinnert
je zeker dat witte huis1 nog' wel, Aus
tice Daar woont een schilder, een ze
kere mijnheer Dunbar, en een tante die
hem „verzorgt"! Jaclc heeft 'kennismet
hem gemaakt en gaat prettig met hem
om. De tante is niet zeker of ze wel
met mij op heeft en ik weet wiel zckeiJ
dat ik hekel aan haar 'heb; zij is zoo
stijf als een. stuk bordpapier en even
plat"
„Waar legt de schilder zich op toe?"
„Hij schildert voornamelijk landschap
pen en nu en, dan portretten. Jack zegt
dat hij bepaald talent heeft. Ilc ben nog
niet doorgedrongen tot in', zijn atelier.
De tanle heeft een bepaald benauwend
effect op mij. Ik weet niet wat een
raar geyoel zij mij' geeft, wanneer zij
rechtop zit in haar ontvangkamer en
mij afkeurend aanziet."
„Dat is Hilda Redburn", viel zij)zich
zelf in de rede, toen het geraas van
een motor hoorbaar werd door de
ooen ramep, ..Zij had mij beloofd van
dag te komen om af te spreken
over ons bezoek op het Klooster moi(-
gen."
Mevrouw Redburn." De stem van
het kamermeisje volgde onmiddellijk op
Freda's woorden, en daar kwam een
vrouw binnen zóó schoon, dat Austice
een zucht uitte van bewondering'. Ze
was een van de vrouwen, die oprecht
de schoonheid van een andere vrouw
bewonderen, en Hilda Redburas liefe
lijk uiterlijk was van een onweerstaan
bare soort. Zij was gekleed naar de
laatste mode, een mode die prachtig
bij haar schoonheid paste; en 'de kleur
van liaar toilet harmonieerde uitstekend
met haar eigen bijzonder mooi teint
en met het heldere goud van haar haat'
en deed dat le meer uitkomen.
(Wprdt! vervolgd).