TWEEDE BLAD
Binnenland.
FEUILLETMi
VAK DB
VA*
Saterdag 30 Maart 1917, na. 76.
DE BETEEKENIS VOOR ALLEN VAN
DE HUUROPZEGGINGSWET.
Gistëretij Vrijdag, is d.e Huuropzeg-
gingswet in werking getreden, en liet is
wel gewenscht, dal ieder goed begrijpt,
wat die wet be teekent.
De aanleiding tot deze wet zijn de
onredelijke huupopzeggingen, waaronder
in tal van plaatsen de huurders te lijden'
hebbeta gehad, en nog te lijden hebben.
Ten gevolge van den huizennood gaf
idie opzegging aan de huiseigenaren een
bui lengewoon sterk dwangmiddel aan de
hand om van hun huurders iederen huur
prijs te verkrijgen dien zij maar wilden.
Immers ne huurders konden toch nergens
anders heent
De hóofdbepaling van de wet is deze,
dat een huurder, wiens huur wordt op-
'gezegd, zich tot de Huuroominissie kan
wenden om, zoo mogelijk, nietigverkla
ring van die opzegging te verkrijgen, pat
onderzoek moet binnen een week na de
opzegging worden ingediend.
Maar er is nog meer
Art. 2, eerste lid, luidt:
..Wanneer voor het eindigen van de
huur cener woning een opzegging niet
wordt vereischt, en partijen niet tot over-i
eenslemming zijn gekomen omtrent een
nieuwe huur, kan de huurder zich bij
verzoekschrift wenden tot de huureom-
missie, binnen wier gebied de woning
gelegen is, met het verzoek te bepalen
dat een nieuwe huur zal tot stand ko-/
men."
Bovenbedoelde verzoekschriften moe
ten vóór Vrijdag' 5 April zijn ingediend*
Art. 10, vierde lid, luidt-
Indien dc huurder eener woning vóór
dc inwerkingtreding dezer wet zelf db
huur heeft opgezegd, of nagelaten heeft
een nieuwe huur aan te gaan, op grond
dal hij bij het einde der huur een andeha
woning te zijner beschikking zou ver
krijgen, en de huurder dier andere wo
ning ingevolge deze wet de 1>eschikking
daarover zal kunnen blijven behouden,
|dan vinden de artikelen 1 en 2 en het
tweede lid van dit artikel overeenkom
stige toepassing met dien verstande dat
hei verzoek geschiedt binnen twee we
ken na het in werking treden dezer wiel.
Deze verzoekschriften moeten dus vóór
Vrijdag 12 April zijn ingediend.
De hum-commissie willigt het verzoek
in. indien haar blijkt, dat de huurde^
gedurende den huur tijd zijn verplichtin
gen op behoorlijke wijze is nagekomen,
en dat overigens voor de inwilliging van
bet verzoek een geldige reden bestaat.
Zij bepaalt dan tevens, in het geval van
huur opzegging, een termijn van ten hoog
ste zes maanden, gedurende welken de
(ree'ds opgezegde) huur na het eindige^
van den overeengekomen huurtijd zal
voortduren en ingeval van art. 2 voor de
nieuwe huur een termijn van ten hoogste
zes maanden.
Is ingevolge de Huurcommissiewet om
trent den huurprijs der woning bij eind
uitspraak beslist, dan blijft die huurprijs
ongewijzigd van kracht. Is omrent den
huurprijs niet bij einduitspraak beslist,
dan bepaalt de Huurcommissie, zooveel
mogelijk met inachtneming van de bepa
lingen dier wet, een voor de woning!
redelijken huurprijs.
DE QOUDEN SLEUTEL,
naar het Engelsch
door L. G. MOB BR LEY.
11).
H>j was boos over het feit dat het plan
door Sir Luke's zuster gemaakt, hem in
zekeren zin verplichting oplegde tegen
over die dame en toch, toen hij de laan,
doorging en hel hek van den pastorie-
tuin inliep, moest hij zichzelf al was heb
dan ook noode bekennen, dat haar aan
bod hem vrij wat hoofdbreken en moeite,
uitspaarde. De predikantsvrouw, me
vrouw Brent, kwam het huls uit toen hij
de deur naderde. Zij stak hem hartelijk;
de hand toe, met een glimlach op haar
rond, vrij dwaas gezicht.
b,LT komt zeker die arme juffrouw
Dcmaldron opzoeken", zei Ze. „Ze is in de
zitkamer; ik zou wel met u mee terug
gaan. maar ik heb groote haast. Ik moet
op ee.li vergadering zijn en 't is al laat.
Het schijnt dat ik altijd laat ben, dat is
"toch zoo vervelend."
Zij sprak op een klagenden toon, en
toet een grijpende beweging trok zij |een
fichu cm haar schouders, die steeds af
zakt». „Het schijnt dat onze klokken,
wooii gped gaan, ging zSj voort, „er is
Overigens stelt zij bij de inwilliging
van het verzoek zoodanige voorwaarden
en maakt zij zoodanige bepalingen als
zij met het opg op de belangen des huur
ders en des verhuurders noodig oordeelt,
echter zooveel mogelijk met behoud vau
hetgeen tusschen beide partijen is over
eengekomen. Partijen worden geacht voor
den bepaalden termijn een huur te heb-
1 en aangegaan onder de voorwaarden
en bepalingen door de Huurcommissie
gesteld. En gedurende den bepaaldlen
termijn kan een vonnis tot ontruiming
van de woning, ook ingeval van onder
huur, met worden .ten uitvoer gelegd.
Hetzelfde geldt natuurlijk ook in ge
val van verlenging van den termijn.
Geleeeuheid tot beroep van de beslis
sing der Huurcommissie staat voor huur
der en verhuurder, doom middel van
eeu verzoekschrift, open bij den rechter
van het kanton waar de woning' gelegen
is, gedurende 14 dagen na de dagteekie-
ning der schriftelijke mededeeling van
de Huurcommissie omtrent haar beslis
sing
NEDERLAND EN DE OORLOG.
De prijzen derhuisbrandkoleii.
Het Bureau voor Mededeelingen in
zake ae Voedselvoorziening meldt:
In aansluiting aan de onlangs openbaar
gemaakte distributie-re ge ling
voer huisbrand voor bet tijdvak van 1
April 1918 to( 1 April 1919 is thans een,
prijsregeling voor huisbrand voor dat tijd
vak va.tgesleld.
De prvaring heeft geleerd, dat biet voor
een goede huisbranddistributie zeer go-
\vensrhl is, dal de prijzen voor den ge-,
heelen duur van het distributietijdvak,
zooveel mogelijk vaststaan. Daarom is
dan ook onafhankelijk van de kuitenland-
sche kolenprijzen, welke thans voor het
tijdvak na 1 April nog niet bekend zijn,
een prijsregeling vastgesteld. De moge
lijkheid blijft evenwel bestaan, dat deze!
prijsregeling, in verband met de wijzig
ging van verschillende omstandigheden,
alsnog verandering zal moeten onder
gaan. De thans vastgestelde prijsregeling
gaat uit van de volgende beginselen:
le. De brandstoffen, welke worden
afgeleverd op de minimumrantsoencn, de
zemerrantsoenen, de extra-rantsoenen
voor zieken en de helft van de rantsoe
nen ten behoeve van de 'kamerbewoners
zullen worden verkrijgbaar gesteld tegen
prijzen, welke in hoofdzaak overeenko
men met de prijzen, welke totnufcoe voor
de minimumrantsoenen zijn bepaald, dit
zijn de oude prijzen van het afgeloopen!
distributie-tijdvak.
2e. Voor alle overige huisbrandkolen
zal een prijs gelden, welke ongeveer het
[midden houdt tusschen den ouden prijs
van het afgeloopen distributie-tijdvak en
den hoogen prijs, welke uit hoofde van;
de prijs-egalisalie vanaf December j.l.
heeft gegolden.
In hel stelsel komen dus Voor de huis
brandkolen twee prijzen. Lage prijzen
voor de minimum-rantsoenen van groep
A en de andere evengenoemde rantsoe
nen, hooge prijzen voor de aanvullings
rantsoenen van groep A en voor de ranW
soenca van de groepen B, C en D, welk|&
hooge prijzen echter wederom aanmer
kelijk lager zijn dan de hooge prijzert
van het afgeloopen tijdvak.
De prijsregeling is zoo uitgewerkt, dat
het verschil tusschen den lagen en dert
hoogen prijs voor elke brandstoffeneen-
heid, onverschillig of die bestaat in nn-
thraciet, eierkolen, gascokes, slukkolen
of bruinkoolbriketten, 1.50 bedraagt.
hi verband met de verschillende ver
voerkosten en andere onkosten zal, ge
lijk tot dusverre, in dc brandstoffenprij-
zen in de onderscheiden plaatsen derf"
lands eenig verschil bestaan. Een 'indruk
van de nieuwe prijzen krijgt men doort
de volgende opgave, welke de prijzen'
aangeeft van het brandstoffendistrict
Den Haag voor het nieuwe distributie-
tijdvak
geen een gelijk met de "kerkklok, het is
dus met gemakkelijk precies te wielen
hoe laat het is. Ik begrijp juffrouw Do-
naldrcn natuurlijk niet geheel", ging zij
met verwonderlijk weinig samenhang
voort, „ofschoon ik zeker weet dat dc
'dominé en ik beiden haar met genoegen
bij ons genomen hebben. Ik zou ge-
wenscht hebben dat zij eens uitgehuild
bad in mijn armen, maar zij schijnt vol
strekt geen behoefte te hebben eens uit
te huilen. Mevrouw Brent keek Harding
klagend aan met oogen, zooals hij vol
ergernis dacht, als een verschrikte ka
beljauw, terwijl zij weder een vlugge
beweging maakte om haar fichu te
grijpen.
„Zij is zoo erg koel", ging de eentonige
stem voort, „zoo vreeselijk kalm. Als mijn'
moeder gestorven was loen ik achttien
was, zou ik mij zelf haast uitgeput neb
ben van 't schreien, maar de meisjes
\an tegenwoordig zijn heel anders, zoo
vol zelfvertrouwen, zoo geschikt om op
zichzelf te slaan."
„Dal jls gelukkig oókl" antwoordde
Harding kalmpjes, en hij bukte om de
fichu op te rapen, waar de eigenares-
weer de grootste moeite m^e had, zij-
greep maar om zich heen, zich niet 'be
wust dat het ding op den grond gefladL
derd was. „Maar kan ik haar even een-
bezoek brengen? Ik wou haar spreken
over haar toekomst en ik moet u bieé
van uw vergadering afhouden."
wO hemel, ik zal bro lant komen"/
Lage prijs: anlhnaciet f2.50 per
H.L. 75 K.G.; eierbriketten f2.10 per
HL. 75 K.G.; Liniburgsche Stukkolen
f2.20 per H.L. 80 K.G.; mijncokea
f—per }H Hi,. 75 K.G.; bruinkool-*
briketten f 3.50 per 100 stuks en gascokes
f 3 per 2 H.L. Hojoge prijs: respectieve
lijk 1 4, f3.60, f3.70, f5.25, f 4 en f 1.50.
In aeze prijzen komt tot uitdrukking,
dat de kosten van spoor vracht, rijloo.uen,
opslagkosten, distributiekosten, bezorg-
loon, handelaarswinst, enz. in het brand
stoffendistrict Den Haag voor anthraciet
op ca. f 17 per 1000 K.G. komen, hetgeen
neerkomt op f 1.30 per H.L.
In plaatsen, waar de genoemde kos
ten minder bedragen, zullen de verkoops
prijzen der kolen dus lager zijn. Zoo zij»
b.v. voor Breda de kosten van spoor-
vracht enz. ca. f 13 per 1000 K.G., het
geen neerkomt op f 1 per H.L., zoodat
daar de anthraciet op ca. f3.70 resp. ca.
f 2.20 per H.L. komt te staan.
Om het nieuwe stelsel van lage en
hcoge prijzen duidelijk te makeu moge
nog hef "Volgende dienen:
De lage prijzen zijn iets lager dan zij
moesten zijn, in verband met de prijzen
welke de mijnen voor de Limburgscha
huisbrandkolen ontvangen, de hooge prij
zen daartegenover hooger dan zij moes
ten zijn, in verband met de prijzen van
de Limburgsche huisbrandkolen.
Wat bij deze prijzen op de gascokes,,
de Duilsche bruinkoolbriketten en mijn-
cokes moet worden toegelegd, is, aange
zien de prijs en de hoeveelhjeid van in
te voegen buitenlandsche kolen nog niet
bekenti is, niet te ramen.
Als beginsel is intusschen aangenomen,
dal de prijzen van de kolen, welke niet
voer huisbrand dienen, dusdanig worden
vastgesteld, dat de huisbrandvoorziening
volgens de uiteengezette prijsregeling
mogelijk wordt, zonder dat de brandstof
fen voorziening als geheel offers van de
Slaatskas vraagt. De kosten, aan de leve
ring van de huisbrandsloffen verbonden,
worden dus gedragen door de industrie
in den ruimen zin des woords (waaronder
begrepen gasfabrieken, electrische cen-
tralen, spoorwegen enz.). Harerzijds ont
vangt de industrie de beschikking over
ca. 170 000 ton goedkoope Limburgsche
kolen per maand.
Mocht, waüneer de onderhandelingen
inzake kolenlevering met het buitenland
tot een vast resultaat hebben geleid, blij
ken dai de prijzen voor de industrie te
hoog zijn, dan zal zijn te overwegen of
daaraan door bijslag van staatswege moet
worden tegemoet gekomen.
Opgemerkt zij nog, dat de turfprijzem
door de uiteengezette prijsregeling geen
wijziging ondergaan. Voor turf blijft bij
aflevering op .alle rantsoenen een prijs,
gebaseerd op de maximumprijzen, gel
den
S t ij f s e 1.
Het Bureau voor Mededeelingen inzake
de Voedselvoorziening meldt:
Ongeveer een jaar geleden is de ver
strek] ing van grondstoffen aan de stijf-
selfabrieken stop gezet, omdat die grond
stoffen mals, rijst en tarwe moesten
worden gebruikt voor de voedselvoor
ziening.
In de- maand October van het vorig(
jaar zijn vervolgens de voorraden stijfsel
in het land opgenomen. Daarbij bleek, dat
die niet zeer groot waren. Om' ze zoolang
Im'ogelïjk te doen strekken, werden toen
de a 11e vering en het vervoer verboden.,
Van dit vervoerverbod konden echter1
ontheffingen worden verleend door liet
bureau „Volksvoeding" van de afdeeling
„Crisiszaken" van het Departement van
Landbouw, Nijverheid en Handel.
Vergunningen werden sindsdien ver
leend op deze basis, dat voor winkel-
debiel en huishoudelijk verbruik niets
beschikbaar werd gesteld en alleen stijf
sel werd verstrekt aan glansstrijkerijen
en andere industriëele ondernemingen.
Deze werden zooveel mogelijk geholpen
met het oog op de belangen van de in
die bedrijven werkzame personen. In-
zuchtte zij terwijl zij met de eene hand
de weerspannige fichu vastgreep en hem
dc anderi? toestak, „en ik whs van plan
nog zoo velerlei dingen af te doen op
weg door het dorp. "Wat ben ik toch
een sedachtenlooze ziel 1"
„Ja een gedachtenlooze ziel, dal was
ze arme predikant! dacht Harding
toer. hij de vrij slordige hall doorging, en
klopte aan de deur, die mevrouw Brent
hem vaag had aangewezen. Toen hij een
slem hoorde zeggen- „binnen", trad hij
de kamer in. Evenals in de hall was het
er niet netjes en hel herinnerde hem on
bepaald aan de fichu, die niet op me
vrouw Brents schouders wilde blijven.
Er was niels in de kamer dat met iets
anders scheen te harmonieeren, dezelfde
vaagheid, die mevrouw Brent kenmerkte,
hing in deze ontvangkamer en het meisje'
in het zwart, dal bij zijn binnentreden
van de sofa opstond, vormde slechts één
wanklank te meer op een plaats reeds
zco vol wanklanken.
De weinige harmonie In haar omge
ving was de schuld niet van Hilary; toch
paste zij totaal niet in dat milieuen toen
zij hem tegemoet kwam om hem te be
groeten begreep Harding dadelijk waar
om zij zoo onbegrijpelijk was voor haar
gastvrouw. Die fladderende en prikkel
bare dame moest wel voelen dat zij geen
eulel aanrakingspunt had met dit meisje,
wier kalm gezicht en rustige bewegingten'
haar op een ander niveau plaatsten.
BIk kwam a eren opzoeken 'óm een»
tusschen werd nan deze inrichtingen niet
meer verstrekt dan één vierde van liaan
normaal verbruik.
Bovendien werden van het vervoer
verbod uitgezonderd hoeveelheden van
minder dan 5 K.G., zoodat ook na hef
uitvaardigen van het bedoelde verbod
het gebruik wel is doorgegaan, maar dat
van tc groote hoeveelheden werd tegen
gegaan.
Langzamerhand begonnen echter de
voorraden, die nog in den handel waren,
op le raken; alleen zijn er vermoedelijk
jiog partijtjes in handen van den kelting-
handel.
De regeering beschikt echter over niet
onaanzienlijke hoeveelheden, welke door
haar in bezit zijn genomen en in de
veemen liggen opgeslagen. liet ligt nu in
hel voornemen, die hoeveelheden bin
nenkort in distributie te brengen. Deze
distributie zal uiteraard gepaard gaan
met de vaststelling van maximumprijzen.
Hel is daarom in het belang van den
handel geen stijfsel meer aan le
koopen tegen te hooge prijzen.
Hoeveelheden, welke hier of daar nog
in voorraad mochten zijn, nadat de dis
tributie een aanvang zal hebben geno-
jmcii. en die niet tegen de vast te stellen
maximumprijzen worden afgeleverd, zul-
lep in beslag worden genomen.
Dc distributie zal op denzelfden voet
worden voortgezet als tot nu toe, m. a. W,
alleen aan de glansstrijkerijen en de in
dustrieën, welke tot nu toe stijfsel ont
vingen, zat stijfsel worden verstrekt,
hetgeen zal geschieden door tusschen-
koinsl \an door de regeering aan te wij
zen, erkende grossiers in stijfsel.
KUNST EN WETENSCHAPPEN.
Over Brahms'Bequiem, ter
inleiding van de as. uitvoering
Brahms' werk is eigenlijk geen Re
quiem geen doodenmis. Wat dé tiental
len Requiem-componisten vóór hom en
na hem aan 't werk zette, was de Ia-
tijnsc.be tekst die gevolgd wordt bij tien
kerkdienst voor de dooden in dp ~R. Ka
tholieke kerk. Wat Bralims als tekst lm
grondslag aan zijn werk legde, heeft
niets met dién kerkdienst te maken, is
geen mis, en heeft zelfs in karakter
niets met den katholieken dienst ge
meen. Het is iets anders.
Van het katholieke Requiem is de
hoofdstrekking een bede voor de rust
van de gestorvenen, een bede die te sfter-
ker wordt bij oen angst voor den dag
wrake, ijlen <Öes irae. Het Requiem van
Bralims, waarvoor hij zelf den Tekst
samenstelde, door bijeenvoeging vaneen
aantal Bijbelteksten"heeft meer het ka
rakter van een religieuse ""beschouwing
over het leven op aarde en het hierna
maals, is meer een preek, zooals
Kretzsclimar het typisch aanduidde.
Maar dan een zeldzaam boeiende preek.
„Eeuwige rust geef bun, o Heer!" is
het overwegende karakter van het Ka
tholieke Requiem.
„Zalig zijn die rouw dragen, want zij
zullen getroost worden", zijn de, het hee-
le werk karakteriseerende inleidingjs-
woorden van Brahms' Requiem.
Al de Bijbelverzen die hij bijeen zocht'
en groepeerde, zijn diepzinnige overwe
gingen van die tegenstelling van 'I leven, en
van het herleven na den dood. Maar als
men het alleen met den tekst molest doen,
zou die bijeenvoeging van uitspraken van
anderen wel nooit eenige aandacht heb
ben gjetrokken; want welke mooie ge
dachten ze ook wekken, en welk een tref
fend bewijs ze zijn, van den diep-speu-
renden geest van Brahms, ze zouden rooit
een geheel zijn geworden als ze niet
gevat waren in de glanzende en bui
tengewoon karakteriseerende omlijsting
van Brahms' muziek.
En daarom zullen we het in dit inlei
dende woord minder hebben over den
tekst, dan over de muzikale bedoeling
van de verschillende gedeelten.
Van die zeven gedeelten hebben de
met u le praten over uw plannen voor de
toekomst", zei Harding. ,,Ik wou u lieveh
niet meer lastig vallen dan noodig was,
maar nu kan het bepaald niet anders."
„Ik moet hier morgen vandaan", ant
woordde het jonge meisje. „Het was lie(el
vriendelijk van mijnheer en mevrouw
Brent mij zoo lang bij zich te houden,
maar nu moet ik natuurlijk gaan. Zou ik
kunnen terugkeeren naar onze vroegere
kamers en werk zien te krijgen? Ik dacht
dat enkele van de kinderen waaraan moe
der les gaf, ook wel bij mij zouden
komen Ik was gewend moeder met die
lessen te helpen
„Ik denk niet dat dit gaan zou." Har
ding duwde een stoel voor haar vooruil
en ging tegenover haar zitten.
„Ik heb u een beter plan voor te stel
len, een plan dat ik, als uw voogd, if
stellig zou raden aan te nemen."
„Ik moet hel wel doen, daar u mijn
voogd is en zegt dat ik moet aannemen,
niet waar?" zei ze, en haar oogen leken
heel groot en peinzend in haar witte
gezicht. „En indien moeder u tot mijn
voogd heeft aangesteld, doe ik ook graag
al wat u zegt."
„Ik beschouw mij zelf als uw Voogd",
antwoordde Harding langzaam „zooals ik
u reeds zei, er was geen tijd 'yoor for
maliteiten. Ik kan niet beweren dat j in
wettelijke beleekenis mijn pupil is. Maar
In zedelijke beteekenis roken ik dat uw
moeder u ouder mijn hoede gesteld
Zij vroeg of ik root1 uw belangen woji
eerste drie één eigenschap gemeen. Zo
brengen alle drie naast de klacht over
het leed, over de vergankelijkheid van
den mensch en over het niets beteeke-
nende van het leven, den troiost van het
hiernamaals.
In het eerste deel, dat "meer een
algemeene inleiding is, en de beloften
van. troost en van vreugde brengt aan
hen die nu weenen, is het karakterver
schil slteclit:? een nuance.
Maar vooral in het tweede deel is de
tegenstelling, waarop we hierboven doel
den, zeer sterk. Door de drukkende,
sombere doodenmarsch-tonen van het or
kest zingt eerst het koor met een lu
guber klinkend unisono het overbekende
„want al hel vlteesch, het is als gras"
Een oogenblik wordt dat afgewisseld
door de blijmoediger vermaning om
geduld te hebben (uil muzikaal oogpunt
vooral merkwaardig als een tegenstelling
die toch geheel in de eenheid past),
maar dan keert die doodenmarsch terug,
luider dan te voren, totdal, in ééns,
de vermaning komt, dat het woord des
Heeren in eeuwigheid blijft, en dat de
verlosten eeuwige vreugde zullen genie
ten. Ook in het eerste deel wordt herin
nerd aan die vreugde. Maar wat een
verschil tusschen de bezadigdheid daar,
en de jubelende extase van diezelfde
uiting hier, gevolgd door de 'drïftig-dra-
matische voorspelling dat smart en zuch
ten dan wèg moeten. Geweldig is de olij>
gingskracht in die passage, om ten slotte
weer terug te glijden naar de rust van
een kalm voortgedragen herhaling van
diezelfde verzekering.
Wat hier treft door de steeds nieuwe
wendingen, fa trouwens een der eigen
schappen, waardoor in dit geheel»
werk Voortdurend de aandacht geboeid
wordt.
In het derde deel komt eerst de klacht
over het ijdele van het leven - ingeleid
door den bariton-solist.
Bralims' compositie is bijna geheel «-»
koorwerk. Als enkele malen een solist
optreedt, is hel slechts om het koor in
te leiden. En dat dit voortdurend naa
't woord zijn van 't koor toch niet le
zwaar wordt, is ook al weer te dankeui
aan de stemmingswisselingen, niet al
leen in de groote lijnen, maar ook bijl
dc lichtere nuanceeringen van den tekst.
Wie wil leeren lezen, moet eens na
gaan hoe Brahms een tekst op muziek
brengt!
Wat in dat derde deel, eerst in de solo
partij, daarna in hel koor bijzonder sterk
is uitgedrukt, is de angst en de toene
ming van den angst voor het onbekende
aa den dood Men lette hij liet
luisteren óp het gedrukte, maar kalme
begin, dat spoedig onrustig wordt, be"
nauwend in zijn angstuiting, steeds stij
gend, uitbarstend eindelijk in oen ware
angstkreet, gevolgd door een plötselingen
val, als in een afgrond bij de woorden:
imijn leven is als niets voor U. Dan'-
göa't het in een toon van wanhoop ver
der, totdat Dp den uitroep: „Heer, hoe
zal ik mij troosten*" het koor zelf het
antwoord geeft in glorieuse stijgingen van
de zangpartijen Ik hoop op u!, onmid
dellijk gevolgd door een sterk bewogen
fuga, die echter onafgebroken als on
dergrond heeft éénzelfden loon in de
bassen van het orkest. Is dit bedoeld als
een symbool van het vaste Godsver
trouwen
Achter dal derde deel kali mén gevoeg
lijk een streep zetten; wat don volgt
heeft een geheel ander karakter. Slecht»
rust, liefde en zachtheid ademt ie aan
de Psalmen ontleende teekening van tifc
woningen van God in het vierde deel.
Geen oogenblik wordt die hemelsche
stemming onderbroken, 't Is een en Td
welluidendheid
Maar dieper nog, roerendör, Ls de
overigens even teere, even vloeiende'
muziek van het vijfde deelde zang van
dec troost: Ik zal u troosten als éen
dien zijne moeder troost. Het is hier
een sopraan-solo, die van dien troost
spreekt, begeleid door een droomerige
zorg dragen, zij smeekte mij le maken dal
ge in uw rechten werd hersteld.''
„Ik weet zeker dat moeder graag heeft
dal ik doe wat u van mij verlangt", zei
Hilary heel eenvoudig. Ik geloof dat tie
wei er niets mee te maken hlecft. Ik denfc
dat moeder verlangde dat ik uw pupil zbu
wezen."
„Weet u wel zeker dat u mij 'niets
aan oe hand kunt doen van wat zij be
doelde met die rechten van u?"
„Heel zeker. Toen u mij den rorigfen
keer Vertelde wat moeder gezegd had,
begreep ik er hoegenaamd niets van.
Het cachet dat u mij hebt laten zien,,
droeg moeder altijd. Ze zei dat mijn
vader het haar gegeven had. Het medail
lon met het haar er in was ook een ca
deau van hem, het is zijn haar. Maal*
moeder heeft nooit een woord tegen ra ij
gesproken van onrechten, die hersteld
moesten Worden. Daar begrijp ik in het
geheel niels van."
„Enfin", Harding maakte een beweging
met zijn hand alsof hij hef onderwerp
Wfg wilde schuiven „misschien krijgen
we wat licht in dc zaak, wanneer we d»
papieren of brieven nazien, die uw moe
der misschien heeft achtergelaten. Intuv
schen heb ik u een voorstel te doen"
en in weinige woorden vertelde hjj haar
het plan van mevrouw Derfield, toor
haar allereerste toekomst in ieder geval.
fef «Mis nwwa»).