TWEEDE BLAD Binnenland. FEUILLETMi VAK DB VA* Saterdag 30 Maart 1917, na. 76. DE BETEEKENIS VOOR ALLEN VAN DE HUUROPZEGGINGSWET. Gistëretij Vrijdag, is d.e Huuropzeg- gingswet in werking getreden, en liet is wel gewenscht, dal ieder goed begrijpt, wat die wet be teekent. De aanleiding tot deze wet zijn de onredelijke huupopzeggingen, waaronder in tal van plaatsen de huurders te lijden' hebbeta gehad, en nog te lijden hebben. Ten gevolge van den huizennood gaf idie opzegging aan de huiseigenaren een bui lengewoon sterk dwangmiddel aan de hand om van hun huurders iederen huur prijs te verkrijgen dien zij maar wilden. Immers ne huurders konden toch nergens anders heent De hóofdbepaling van de wet is deze, dat een huurder, wiens huur wordt op- 'gezegd, zich tot de Huuroominissie kan wenden om, zoo mogelijk, nietigverkla ring van die opzegging te verkrijgen, pat onderzoek moet binnen een week na de opzegging worden ingediend. Maar er is nog meer Art. 2, eerste lid, luidt: ..Wanneer voor het eindigen van de huur cener woning een opzegging niet wordt vereischt, en partijen niet tot over-i eenslemming zijn gekomen omtrent een nieuwe huur, kan de huurder zich bij verzoekschrift wenden tot de huureom- missie, binnen wier gebied de woning gelegen is, met het verzoek te bepalen dat een nieuwe huur zal tot stand ko-/ men." Bovenbedoelde verzoekschriften moe ten vóór Vrijdag' 5 April zijn ingediend* Art. 10, vierde lid, luidt- Indien dc huurder eener woning vóór dc inwerkingtreding dezer wet zelf db huur heeft opgezegd, of nagelaten heeft een nieuwe huur aan te gaan, op grond dal hij bij het einde der huur een andeha woning te zijner beschikking zou ver krijgen, en de huurder dier andere wo ning ingevolge deze wet de 1>eschikking daarover zal kunnen blijven behouden, |dan vinden de artikelen 1 en 2 en het tweede lid van dit artikel overeenkom stige toepassing met dien verstande dat hei verzoek geschiedt binnen twee we ken na het in werking treden dezer wiel. Deze verzoekschriften moeten dus vóór Vrijdag 12 April zijn ingediend. De hum-commissie willigt het verzoek in. indien haar blijkt, dat de huurde^ gedurende den huur tijd zijn verplichtin gen op behoorlijke wijze is nagekomen, en dat overigens voor de inwilliging van bet verzoek een geldige reden bestaat. Zij bepaalt dan tevens, in het geval van huur opzegging, een termijn van ten hoog ste zes maanden, gedurende welken de (ree'ds opgezegde) huur na het eindige^ van den overeengekomen huurtijd zal voortduren en ingeval van art. 2 voor de nieuwe huur een termijn van ten hoogste zes maanden. Is ingevolge de Huurcommissiewet om trent den huurprijs der woning bij eind uitspraak beslist, dan blijft die huurprijs ongewijzigd van kracht. Is omrent den huurprijs niet bij einduitspraak beslist, dan bepaalt de Huurcommissie, zooveel mogelijk met inachtneming van de bepa lingen dier wet, een voor de woning! redelijken huurprijs. DE QOUDEN SLEUTEL, naar het Engelsch door L. G. MOB BR LEY. 11). H>j was boos over het feit dat het plan door Sir Luke's zuster gemaakt, hem in zekeren zin verplichting oplegde tegen over die dame en toch, toen hij de laan, doorging en hel hek van den pastorie- tuin inliep, moest hij zichzelf al was heb dan ook noode bekennen, dat haar aan bod hem vrij wat hoofdbreken en moeite, uitspaarde. De predikantsvrouw, me vrouw Brent, kwam het huls uit toen hij de deur naderde. Zij stak hem hartelijk; de hand toe, met een glimlach op haar rond, vrij dwaas gezicht. b,LT komt zeker die arme juffrouw Dcmaldron opzoeken", zei Ze. „Ze is in de zitkamer; ik zou wel met u mee terug gaan. maar ik heb groote haast. Ik moet op ee.li vergadering zijn en 't is al laat. Het schijnt dat ik altijd laat ben, dat is "toch zoo vervelend." Zij sprak op een klagenden toon, en toet een grijpende beweging trok zij |een fichu cm haar schouders, die steeds af zakt». „Het schijnt dat onze klokken, wooii gped gaan, ging zSj voort, „er is Overigens stelt zij bij de inwilliging van het verzoek zoodanige voorwaarden en maakt zij zoodanige bepalingen als zij met het opg op de belangen des huur ders en des verhuurders noodig oordeelt, echter zooveel mogelijk met behoud vau hetgeen tusschen beide partijen is over eengekomen. Partijen worden geacht voor den bepaalden termijn een huur te heb- 1 en aangegaan onder de voorwaarden en bepalingen door de Huurcommissie gesteld. En gedurende den bepaaldlen termijn kan een vonnis tot ontruiming van de woning, ook ingeval van onder huur, met worden .ten uitvoer gelegd. Hetzelfde geldt natuurlijk ook in ge val van verlenging van den termijn. Geleeeuheid tot beroep van de beslis sing der Huurcommissie staat voor huur der en verhuurder, doom middel van eeu verzoekschrift, open bij den rechter van het kanton waar de woning' gelegen is, gedurende 14 dagen na de dagteekie- ning der schriftelijke mededeeling van de Huurcommissie omtrent haar beslis sing NEDERLAND EN DE OORLOG. De prijzen derhuisbrandkoleii. Het Bureau voor Mededeelingen in zake ae Voedselvoorziening meldt: In aansluiting aan de onlangs openbaar gemaakte distributie-re ge ling voer huisbrand voor bet tijdvak van 1 April 1918 to( 1 April 1919 is thans een, prijsregeling voor huisbrand voor dat tijd vak va.tgesleld. De prvaring heeft geleerd, dat biet voor een goede huisbranddistributie zeer go- \vensrhl is, dal de prijzen voor den ge-, heelen duur van het distributietijdvak, zooveel mogelijk vaststaan. Daarom is dan ook onafhankelijk van de kuitenland- sche kolenprijzen, welke thans voor het tijdvak na 1 April nog niet bekend zijn, een prijsregeling vastgesteld. De moge lijkheid blijft evenwel bestaan, dat deze! prijsregeling, in verband met de wijzig ging van verschillende omstandigheden, alsnog verandering zal moeten onder gaan. De thans vastgestelde prijsregeling gaat uit van de volgende beginselen: le. De brandstoffen, welke worden afgeleverd op de minimumrantsoencn, de zemerrantsoenen, de extra-rantsoenen voor zieken en de helft van de rantsoe nen ten behoeve van de 'kamerbewoners zullen worden verkrijgbaar gesteld tegen prijzen, welke in hoofdzaak overeenko men met de prijzen, welke totnufcoe voor de minimumrantsoenen zijn bepaald, dit zijn de oude prijzen van het afgeloopen! distributie-tijdvak. 2e. Voor alle overige huisbrandkolen zal een prijs gelden, welke ongeveer het [midden houdt tusschen den ouden prijs van het afgeloopen distributie-tijdvak en den hoogen prijs, welke uit hoofde van; de prijs-egalisalie vanaf December j.l. heeft gegolden. In hel stelsel komen dus Voor de huis brandkolen twee prijzen. Lage prijzen voor de minimum-rantsoenen van groep A en de andere evengenoemde rantsoe nen, hooge prijzen voor de aanvullings rantsoenen van groep A en voor de ranW soenca van de groepen B, C en D, welk|& hooge prijzen echter wederom aanmer kelijk lager zijn dan de hooge prijzert van het afgeloopen tijdvak. De prijsregeling is zoo uitgewerkt, dat het verschil tusschen den lagen en dert hoogen prijs voor elke brandstoffeneen- heid, onverschillig of die bestaat in nn- thraciet, eierkolen, gascokes, slukkolen of bruinkoolbriketten, 1.50 bedraagt. hi verband met de verschillende ver voerkosten en andere onkosten zal, ge lijk tot dusverre, in dc brandstoffenprij- zen in de onderscheiden plaatsen derf" lands eenig verschil bestaan. Een 'indruk van de nieuwe prijzen krijgt men doort de volgende opgave, welke de prijzen' aangeeft van het brandstoffendistrict Den Haag voor het nieuwe distributie- tijdvak geen een gelijk met de "kerkklok, het is dus met gemakkelijk precies te wielen hoe laat het is. Ik begrijp juffrouw Do- naldrcn natuurlijk niet geheel", ging zij met verwonderlijk weinig samenhang voort, „ofschoon ik zeker weet dat dc 'dominé en ik beiden haar met genoegen bij ons genomen hebben. Ik zou ge- wenscht hebben dat zij eens uitgehuild bad in mijn armen, maar zij schijnt vol strekt geen behoefte te hebben eens uit te huilen. Mevrouw Brent keek Harding klagend aan met oogen, zooals hij vol ergernis dacht, als een verschrikte ka beljauw, terwijl zij weder een vlugge beweging maakte om haar fichu te grijpen. „Zij is zoo erg koel", ging de eentonige stem voort, „zoo vreeselijk kalm. Als mijn' moeder gestorven was loen ik achttien was, zou ik mij zelf haast uitgeput neb ben van 't schreien, maar de meisjes \an tegenwoordig zijn heel anders, zoo vol zelfvertrouwen, zoo geschikt om op zichzelf te slaan." „Dal jls gelukkig oókl" antwoordde Harding kalmpjes, en hij bukte om de fichu op te rapen, waar de eigenares- weer de grootste moeite m^e had, zij- greep maar om zich heen, zich niet 'be wust dat het ding op den grond gefladL derd was. „Maar kan ik haar even een- bezoek brengen? Ik wou haar spreken over haar toekomst en ik moet u bieé van uw vergadering afhouden." wO hemel, ik zal bro lant komen"/ Lage prijs: anlhnaciet f2.50 per H.L. 75 K.G.; eierbriketten f2.10 per HL. 75 K.G.; Liniburgsche Stukkolen f2.20 per H.L. 80 K.G.; mijncokea f—per }H Hi,. 75 K.G.; bruinkool-* briketten f 3.50 per 100 stuks en gascokes f 3 per 2 H.L. Hojoge prijs: respectieve lijk 1 4, f3.60, f3.70, f5.25, f 4 en f 1.50. In aeze prijzen komt tot uitdrukking, dat de kosten van spoor vracht, rijloo.uen, opslagkosten, distributiekosten, bezorg- loon, handelaarswinst, enz. in het brand stoffendistrict Den Haag voor anthraciet op ca. f 17 per 1000 K.G. komen, hetgeen neerkomt op f 1.30 per H.L. In plaatsen, waar de genoemde kos ten minder bedragen, zullen de verkoops prijzen der kolen dus lager zijn. Zoo zij» b.v. voor Breda de kosten van spoor- vracht enz. ca. f 13 per 1000 K.G., het geen neerkomt op f 1 per H.L., zoodat daar de anthraciet op ca. f3.70 resp. ca. f 2.20 per H.L. komt te staan. Om het nieuwe stelsel van lage en hcoge prijzen duidelijk te makeu moge nog hef "Volgende dienen: De lage prijzen zijn iets lager dan zij moesten zijn, in verband met de prijzen welke de mijnen voor de Limburgscha huisbrandkolen ontvangen, de hooge prij zen daartegenover hooger dan zij moes ten zijn, in verband met de prijzen van de Limburgsche huisbrandkolen. Wat bij deze prijzen op de gascokes,, de Duilsche bruinkoolbriketten en mijn- cokes moet worden toegelegd, is, aange zien de prijs en de hoeveelhjeid van in te voegen buitenlandsche kolen nog niet bekenti is, niet te ramen. Als beginsel is intusschen aangenomen, dal de prijzen van de kolen, welke niet voer huisbrand dienen, dusdanig worden vastgesteld, dat de huisbrandvoorziening volgens de uiteengezette prijsregeling mogelijk wordt, zonder dat de brandstof fen voorziening als geheel offers van de Slaatskas vraagt. De kosten, aan de leve ring van de huisbrandsloffen verbonden, worden dus gedragen door de industrie in den ruimen zin des woords (waaronder begrepen gasfabrieken, electrische cen- tralen, spoorwegen enz.). Harerzijds ont vangt de industrie de beschikking over ca. 170 000 ton goedkoope Limburgsche kolen per maand. Mocht, waüneer de onderhandelingen inzake kolenlevering met het buitenland tot een vast resultaat hebben geleid, blij ken dai de prijzen voor de industrie te hoog zijn, dan zal zijn te overwegen of daaraan door bijslag van staatswege moet worden tegemoet gekomen. Opgemerkt zij nog, dat de turfprijzem door de uiteengezette prijsregeling geen wijziging ondergaan. Voor turf blijft bij aflevering op .alle rantsoenen een prijs, gebaseerd op de maximumprijzen, gel den S t ij f s e 1. Het Bureau voor Mededeelingen inzake de Voedselvoorziening meldt: Ongeveer een jaar geleden is de ver strek] ing van grondstoffen aan de stijf- selfabrieken stop gezet, omdat die grond stoffen mals, rijst en tarwe moesten worden gebruikt voor de voedselvoor ziening. In de- maand October van het vorig( jaar zijn vervolgens de voorraden stijfsel in het land opgenomen. Daarbij bleek, dat die niet zeer groot waren. Om' ze zoolang Im'ogelïjk te doen strekken, werden toen de a 11e vering en het vervoer verboden., Van dit vervoerverbod konden echter1 ontheffingen worden verleend door liet bureau „Volksvoeding" van de afdeeling „Crisiszaken" van het Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel. Vergunningen werden sindsdien ver leend op deze basis, dat voor winkel- debiel en huishoudelijk verbruik niets beschikbaar werd gesteld en alleen stijf sel werd verstrekt aan glansstrijkerijen en andere industriëele ondernemingen. Deze werden zooveel mogelijk geholpen met het oog op de belangen van de in die bedrijven werkzame personen. In- zuchtte zij terwijl zij met de eene hand de weerspannige fichu vastgreep en hem dc anderi? toestak, „en ik whs van plan nog zoo velerlei dingen af te doen op weg door het dorp. "Wat ben ik toch een sedachtenlooze ziel 1" „Ja een gedachtenlooze ziel, dal was ze arme predikant! dacht Harding toer. hij de vrij slordige hall doorging, en klopte aan de deur, die mevrouw Brent hem vaag had aangewezen. Toen hij een slem hoorde zeggen- „binnen", trad hij de kamer in. Evenals in de hall was het er niet netjes en hel herinnerde hem on bepaald aan de fichu, die niet op me vrouw Brents schouders wilde blijven. Er was niels in de kamer dat met iets anders scheen te harmonieeren, dezelfde vaagheid, die mevrouw Brent kenmerkte, hing in deze ontvangkamer en het meisje' in het zwart, dal bij zijn binnentreden van de sofa opstond, vormde slechts één wanklank te meer op een plaats reeds zco vol wanklanken. De weinige harmonie In haar omge ving was de schuld niet van Hilary; toch paste zij totaal niet in dat milieuen toen zij hem tegemoet kwam om hem te be groeten begreep Harding dadelijk waar om zij zoo onbegrijpelijk was voor haar gastvrouw. Die fladderende en prikkel bare dame moest wel voelen dat zij geen eulel aanrakingspunt had met dit meisje, wier kalm gezicht en rustige bewegingten' haar op een ander niveau plaatsten. BIk kwam a eren opzoeken 'óm een» tusschen werd nan deze inrichtingen niet meer verstrekt dan één vierde van liaan normaal verbruik. Bovendien werden van het vervoer verbod uitgezonderd hoeveelheden van minder dan 5 K.G., zoodat ook na hef uitvaardigen van het bedoelde verbod het gebruik wel is doorgegaan, maar dat van tc groote hoeveelheden werd tegen gegaan. Langzamerhand begonnen echter de voorraden, die nog in den handel waren, op le raken; alleen zijn er vermoedelijk jiog partijtjes in handen van den kelting- handel. De regeering beschikt echter over niet onaanzienlijke hoeveelheden, welke door haar in bezit zijn genomen en in de veemen liggen opgeslagen. liet ligt nu in hel voornemen, die hoeveelheden bin nenkort in distributie te brengen. Deze distributie zal uiteraard gepaard gaan met de vaststelling van maximumprijzen. Hel is daarom in het belang van den handel geen stijfsel meer aan le koopen tegen te hooge prijzen. Hoeveelheden, welke hier of daar nog in voorraad mochten zijn, nadat de dis tributie een aanvang zal hebben geno- jmcii. en die niet tegen de vast te stellen maximumprijzen worden afgeleverd, zul- lep in beslag worden genomen. Dc distributie zal op denzelfden voet worden voortgezet als tot nu toe, m. a. W, alleen aan de glansstrijkerijen en de in dustrieën, welke tot nu toe stijfsel ont vingen, zat stijfsel worden verstrekt, hetgeen zal geschieden door tusschen- koinsl \an door de regeering aan te wij zen, erkende grossiers in stijfsel. KUNST EN WETENSCHAPPEN. Over Brahms'Bequiem, ter inleiding van de as. uitvoering Brahms' werk is eigenlijk geen Re quiem geen doodenmis. Wat dé tiental len Requiem-componisten vóór hom en na hem aan 't werk zette, was de Ia- tijnsc.be tekst die gevolgd wordt bij tien kerkdienst voor de dooden in dp ~R. Ka tholieke kerk. Wat Bralims als tekst lm grondslag aan zijn werk legde, heeft niets met dién kerkdienst te maken, is geen mis, en heeft zelfs in karakter niets met den katholieken dienst ge meen. Het is iets anders. Van het katholieke Requiem is de hoofdstrekking een bede voor de rust van de gestorvenen, een bede die te sfter- ker wordt bij oen angst voor den dag wrake, ijlen <Öes irae. Het Requiem van Bralims, waarvoor hij zelf den Tekst samenstelde, door bijeenvoeging vaneen aantal Bijbelteksten"heeft meer het ka rakter van een religieuse ""beschouwing over het leven op aarde en het hierna maals, is meer een preek, zooals Kretzsclimar het typisch aanduidde. Maar dan een zeldzaam boeiende preek. „Eeuwige rust geef bun, o Heer!" is het overwegende karakter van het Ka tholieke Requiem. „Zalig zijn die rouw dragen, want zij zullen getroost worden", zijn de, het hee- le werk karakteriseerende inleidingjs- woorden van Brahms' Requiem. Al de Bijbelverzen die hij bijeen zocht' en groepeerde, zijn diepzinnige overwe gingen van die tegenstelling van 'I leven, en van het herleven na den dood. Maar als men het alleen met den tekst molest doen, zou die bijeenvoeging van uitspraken van anderen wel nooit eenige aandacht heb ben gjetrokken; want welke mooie ge dachten ze ook wekken, en welk een tref fend bewijs ze zijn, van den diep-speu- renden geest van Brahms, ze zouden rooit een geheel zijn geworden als ze niet gevat waren in de glanzende en bui tengewoon karakteriseerende omlijsting van Brahms' muziek. En daarom zullen we het in dit inlei dende woord minder hebben over den tekst, dan over de muzikale bedoeling van de verschillende gedeelten. Van die zeven gedeelten hebben de met u le praten over uw plannen voor de toekomst", zei Harding. ,,Ik wou u lieveh niet meer lastig vallen dan noodig was, maar nu kan het bepaald niet anders." „Ik moet hier morgen vandaan", ant woordde het jonge meisje. „Het was lie(el vriendelijk van mijnheer en mevrouw Brent mij zoo lang bij zich te houden, maar nu moet ik natuurlijk gaan. Zou ik kunnen terugkeeren naar onze vroegere kamers en werk zien te krijgen? Ik dacht dat enkele van de kinderen waaraan moe der les gaf, ook wel bij mij zouden komen Ik was gewend moeder met die lessen te helpen „Ik denk niet dat dit gaan zou." Har ding duwde een stoel voor haar vooruil en ging tegenover haar zitten. „Ik heb u een beter plan voor te stel len, een plan dat ik, als uw voogd, if stellig zou raden aan te nemen." „Ik moet hel wel doen, daar u mijn voogd is en zegt dat ik moet aannemen, niet waar?" zei ze, en haar oogen leken heel groot en peinzend in haar witte gezicht. „En indien moeder u tot mijn voogd heeft aangesteld, doe ik ook graag al wat u zegt." „Ik beschouw mij zelf als uw Voogd", antwoordde Harding langzaam „zooals ik u reeds zei, er was geen tijd 'yoor for maliteiten. Ik kan niet beweren dat j in wettelijke beleekenis mijn pupil is. Maar In zedelijke beteekenis roken ik dat uw moeder u ouder mijn hoede gesteld Zij vroeg of ik root1 uw belangen woji eerste drie één eigenschap gemeen. Zo brengen alle drie naast de klacht over het leed, over de vergankelijkheid van den mensch en over het niets beteeke- nende van het leven, den troiost van het hiernamaals. In het eerste deel, dat "meer een algemeene inleiding is, en de beloften van. troost en van vreugde brengt aan hen die nu weenen, is het karakterver schil slteclit:? een nuance. Maar vooral in het tweede deel is de tegenstelling, waarop we hierboven doel den, zeer sterk. Door de drukkende, sombere doodenmarsch-tonen van het or kest zingt eerst het koor met een lu guber klinkend unisono het overbekende „want al hel vlteesch, het is als gras" Een oogenblik wordt dat afgewisseld door de blijmoediger vermaning om geduld te hebben (uil muzikaal oogpunt vooral merkwaardig als een tegenstelling die toch geheel in de eenheid past), maar dan keert die doodenmarsch terug, luider dan te voren, totdal, in ééns, de vermaning komt, dat het woord des Heeren in eeuwigheid blijft, en dat de verlosten eeuwige vreugde zullen genie ten. Ook in het eerste deel wordt herin nerd aan die vreugde. Maar wat een verschil tusschen de bezadigdheid daar, en de jubelende extase van diezelfde uiting hier, gevolgd door de 'drïftig-dra- matische voorspelling dat smart en zuch ten dan wèg moeten. Geweldig is de olij> gingskracht in die passage, om ten slotte weer terug te glijden naar de rust van een kalm voortgedragen herhaling van diezelfde verzekering. Wat hier treft door de steeds nieuwe wendingen, fa trouwens een der eigen schappen, waardoor in dit geheel» werk Voortdurend de aandacht geboeid wordt. In het derde deel komt eerst de klacht over het ijdele van het leven - ingeleid door den bariton-solist. Bralims' compositie is bijna geheel «-» koorwerk. Als enkele malen een solist optreedt, is hel slechts om het koor in te leiden. En dat dit voortdurend naa 't woord zijn van 't koor toch niet le zwaar wordt, is ook al weer te dankeui aan de stemmingswisselingen, niet al leen in de groote lijnen, maar ook bijl dc lichtere nuanceeringen van den tekst. Wie wil leeren lezen, moet eens na gaan hoe Brahms een tekst op muziek brengt! Wat in dat derde deel, eerst in de solo partij, daarna in hel koor bijzonder sterk is uitgedrukt, is de angst en de toene ming van den angst voor het onbekende aa den dood Men lette hij liet luisteren óp het gedrukte, maar kalme begin, dat spoedig onrustig wordt, be" nauwend in zijn angstuiting, steeds stij gend, uitbarstend eindelijk in oen ware angstkreet, gevolgd door een plötselingen val, als in een afgrond bij de woorden: imijn leven is als niets voor U. Dan'- göa't het in een toon van wanhoop ver der, totdat Dp den uitroep: „Heer, hoe zal ik mij troosten*" het koor zelf het antwoord geeft in glorieuse stijgingen van de zangpartijen Ik hoop op u!, onmid dellijk gevolgd door een sterk bewogen fuga, die echter onafgebroken als on dergrond heeft éénzelfden loon in de bassen van het orkest. Is dit bedoeld als een symbool van het vaste Godsver trouwen Achter dal derde deel kali mén gevoeg lijk een streep zetten; wat don volgt heeft een geheel ander karakter. Slecht» rust, liefde en zachtheid ademt ie aan de Psalmen ontleende teekening van tifc woningen van God in het vierde deel. Geen oogenblik wordt die hemelsche stemming onderbroken, 't Is een en Td welluidendheid Maar dieper nog, roerendör, Ls de overigens even teere, even vloeiende' muziek van het vijfde deelde zang van dec troost: Ik zal u troosten als éen dien zijne moeder troost. Het is hier een sopraan-solo, die van dien troost spreekt, begeleid door een droomerige zorg dragen, zij smeekte mij le maken dal ge in uw rechten werd hersteld.'' „Ik weet zeker dat moeder graag heeft dal ik doe wat u van mij verlangt", zei Hilary heel eenvoudig. Ik geloof dat tie wei er niets mee te maken hlecft. Ik denfc dat moeder verlangde dat ik uw pupil zbu wezen." „Weet u wel zeker dat u mij 'niets aan oe hand kunt doen van wat zij be doelde met die rechten van u?" „Heel zeker. Toen u mij den rorigfen keer Vertelde wat moeder gezegd had, begreep ik er hoegenaamd niets van. Het cachet dat u mij hebt laten zien,, droeg moeder altijd. Ze zei dat mijn vader het haar gegeven had. Het medail lon met het haar er in was ook een ca deau van hem, het is zijn haar. Maal* moeder heeft nooit een woord tegen ra ij gesproken van onrechten, die hersteld moesten Worden. Daar begrijp ik in het geheel niels van." „Enfin", Harding maakte een beweging met zijn hand alsof hij hef onderwerp Wfg wilde schuiven „misschien krijgen we wat licht in dc zaak, wanneer we d» papieren of brieven nazien, die uw moe der misschien heeft achtergelaten. Intuv schen heb ik u een voorstel te doen" en in weinige woorden vertelde hjj haar het plan van mevrouw Derfield, toor haar allereerste toekomst in ieder geval. fef «Mis nwwa»).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1918 | | pagina 5