MIDRELBURGSCHE COURANT. No 60. Dinsdag 12 Maart 1918. iéi* jaargang. EalMEMLAME, Dit Stad ei Fmiads, Abonn. prjjs par kwfertaM in Mid delburg «d bij do «genten bi VStwingto en Go-b f 1.56; per part 1 1.75. Adrerloatioo 20 ont per n Bij abonnement TÖ®1 te8«r- Famihebarichten en dwltbefiuigtagBh ■van 1—7 regel» f 1.50. Bovenstaand® «dverteotieprijten worde» mot 20 ÜS towlM rerJboogd. NIETS TE VERWACHTEN UIT AMERIKA. Het zeer zorgwekkende bericht in de N. R- Crt. (onder Nederland en de Oor log vermeld. volgens hetwelk de ondir- handelingen met de geassocieerde landen inzake een economische overeenkomst zoo goed als geëindigd zijn, zonder dat men tot een overeenkomst is gekomen, i: in zoover geen verrassing, dat wij in tie laatste drie kwart jaar toch al zoo goed als niets van overzee ontvingen. ■En. toen iu begin Februari onze iee- derijen verlof kregen lot de overeenkomst met de Vereenigde Staten, waarbij een aantal van onze in Amerikaansche havens liggende schepen afgestaan werden, voor korte reizen ten behoeve van Amerika is er dadelijk van regeeringswegte ge waarschuwd wel ïn 't oog te houden, dat de economische overeenkomst nog niet gesloten was, maar dat men, zool ng de onderhandelingen daarover nog voort duurden, het gewenscht achtte die sche pen niet nog langer werkeloos te Men liggen, daar de geassocieerde staten {de entente en de Vereen. Staten) verklaard hadden geen waren te zullen doorlaten naar ons land zoolang "die economische schikking niet tot stand was, gekomen. En nu schijnt ook de hoop op zoo'n economische schikking, n.l. toevoer van goederen naar ons land, te zijn verloren. We hebben dien omkeer aan Amerika te danken. Vóór die staat zich bij de entente aansloot, hadden we 'ten minste nog het rantsoeneeringsstelsel. Het was wel vernederend, dat de entente bepaalde hoeveel we mochten invoeren, en dan nog wel onder strenge N. O. T. condities van verbruik binnenslands, maar we kregen ten minste nog iets. Van het oogenblik af dat Amerika meedeed, werd dat anders. Men be schouwde daar Nederland als een on derdeel van Duitschland, vanwaar aï het ingevoerde onmiddellijk doorgevoerd werd naar ide centrale rijken. Alle be- toogkigen van onze officieeïe vertegen- woordigers en van commissies hielpen niets. Amerika bleef volkomen ongevoe lig Voor de verwijzing naar de werkelijke behoefte die hier bestond voor bümen- iandsch gebruik. Het onthield ons niet alleen een aandeel! van den, dit jaar in derdaad niet overgrooten voorraad graan' en meel, maar liet weigerde ook het vertrek toe to laten van onze schepen die niét reeds betaald graan geladen waren. En die houding van. cftn nieu wen Amerikaanschen bondgenoot had in vloed op de houding der heele entente. Misschien telde ook do moeilijke p4sjtie dier rijken mee. In ieder geval krijgen we vsun geen van allen iets meer. De/ vroegere rantsoeneeringsbepalingten gel tien niet meer. En de nieuwe overeen komst kwam niet tot stand. Zoolang we niet we ton op welke pun tten. de onderhandelingen zijn afgespron gen, zullen we ons verder oordeel! daar over moeten voorbehouden. Maar de mislukking geeft toch cl da delijk aanleiding tot overweging van twee punten van belang: hoe daan we er nu voor met onze volksvoeding? En hoe wordt nu onze internationale po sitie? Op die eerste, de voedingsvraag, weet iedereen het antwoord zelf te geven we staan er slecht voor; als\ er niet aardappelmeel door ons broodmeel -was gemengd, zouden we reeds begjn Maart aan 't eind van den voorraad zijn ge weest. Nu hebben we nog kans half Mei met het brood te halen. De nieuwe oogst is niet te verwachten voor eind Augustus. Wat moeten we in dien tic- sehejitijd eten? En als die nieuwe oogst er is, voor hoelang hebben we dan brood? Voor twee of drie maanden? Met aardappels zullen we, zoo werd gedacht, waarschijnlijk wel den nieuwen joojpst halen, hoewel er toen niet op gerekend is, dat het aardappelrantsoen Wel grooter móet worden, zoodra er geen brood meer is. Peulvruchten zijn er voldoende om „mei een matig' rantsoen" den nieuwen oogst te halen. Groenten zullen er, ah "t Weer wat meewerkt, ook wel bij tijds zijn. Suiker is er genoeg, volgens 'de Mem. v. Antw. op de distributiewet. De boter- en kaasproductie lief zich eerst niet slecht aanzien, maar de ver bijsterende gebeurtenissen ten opzichte van het vee doen Bezorgd vragen, hoe hel daarmee staat. En vooral wat de melk betreft in 'f volgtend Jaar. Vïeesch varkens zijn er bijna niet meer. "En hoe slecht w* er met het rundvleesch voor staan weet Dctdereeu, l* feta bovenbedoWdb, li Jan. gedateer de, Mem. V. Antw. wordt ten opzichte van het vet gezegd „dat althans de naaste toekomst niet met zorg behoeft te worden tegemoet gezien." Dat dit oordeel ook zoo zal luiden na de in- dels gebleken moeilijkheden ten opzich te van het slagersbedrijf, en na de on gelooflijke vermindering van het aantal varkens, valt te betwijfelen. Rijst is er niet meer, behalve voor zieken, havermout evenmin. Veevoeder, paarden voeder, kippenvoeder, 't is alles even schraal. We hebben indertijd eens géschre ven dal we len opzichte van de voe ding Duitschland snel n!a liepen. Het is nu wel een zeter snel tempo I En al neemt men aan dat de toe* lcorast niet zóó zwart Is, als in de bo venvermelde opsomming' wordt geschil derd, toch is er geen twijfel aan dat ,we binnenkort voor hoogst ernstige toestanden zullen staan', en dat er dras tische maatregelen moeien worden nomen, wil men den volgenden winter niet gebrek lijden. De vraag1 wordt dan niel meer; hoe verdeden wij jd,en voorraad billijk? Maar: hoe komen we aan een voldoen den voorraad? In idit opzicht kan men aan de re geering niet het verwijt doen 'dat ze niets gedaan heeft. Uitgebreide maat regelen zijn genomen ora de teelt van voedselgewassen uit te breiden, om grasland te doen scheuren voor akker bouw, in 't bijzonder voor veevoeder gewassen. Die maatregelen zijn er, maar het Kamerdebat der laatste weken heeft sterk doen betwijfelen of de re sultaten afdoende zijn. Men kan er daarom zeker van zijn, dal er nóg krasser zal moeten worden opgetreden om te verzekeren dat in Ne derland in de eerste plaats uit den bo- oom gtehaald Wordt wat w ij noodig heb ben. Dat zal moeite kosten, vooral om dat de boeren de laatste jaren ge- Wend zijn aan groote verdiensten in weerwil van de moeilijkheden. Maar het móet! Want dat wij nu van over de Oost grens alles zullen kunnen verwachten wat ons vanuit het Westen wordt ont houden, is niet aan te nemen. Zeker, cr zal door Duitschland alles worden ge daan wat het kan doen, om ook met Nederland zaken te doen, voorzoover het nog de beschikking houdt over een surplus van den voorraad levensmidde len dien het in de Oekrajïne hoopt te vinden. Dat onze verwachtingen niet ül te gtoot zijn, spruit ten deels voort uit Me herinnering dat verleden jaar, toen de hoop op den veroverden graan voorraad van Roemenië was gevestigd, de resultaten ook niet evenredig waren aan de verwachtingen. Men, stelle zyn hoop dan niet te hoog, want ook de centrale rijken zelf hebben enorm veel nootdig. Maar toch: er is kans dat we iets Tan hel Dosten krijgen, waarschijnlijk echter tegen strtoge voorWaarden..Duitsch- land doet zoo iets niet louter om oh» een genoegen te bezorgen. Het heeft van zijn standpunt bezien groot gelijk. En daarmee komen we van zölf aap het tweede punt: de verandering i* on ze internationale positie. De economische politiek dBr geasso cieerde landen heeft ons naai' de an dere zijde g'edrofp gen. Niet naar on ze eigen wenschen. Onze regeering heeft niets liever gewild dan naar beide zijden de normale betrekkingen te behouden, die voor een neutraal veroorloofd zijn. De geassocieerde staten maken on* dat onmogelijk. Ze zien er blijkbaar geen belang in voor hun oorlogsdoel om de betrekkingen niet Nederland te onder-' houden. Het belang' dat onze „kleine natie" bij die betrekkingen heeft, telt bij hen blijkbaar niet mee. Maar het telt voor ons ter degte mee Juist de eenzij'digheid van eco nomische betrekkingen, schept een' af hankelijkheid, die voor een kleinen,' staal, gelegen tegen een groote, de kie men van zorgwekkende moeilijkheden' in zich draagt. Duitschland heeft er, het is al zoo vaak gebleken. er alle be lang bij in dezen oorlog' op goeden voet met Nederland le blijven. Het kin er geen belang' bij hebben ons naar de andere zijde te dringen, en we kunnen er dan ook op verdacht zijn dat liet ons ook nu ter wille zal wezèn onder voorwaarden. Het opnemen van Duitsche credietpapieren op langen ter mijn heeft ons daar al een voorproefje ▼an gegeven. Maar voor ons land, dat, hoe klein het ook was, steeds zijn eigten economi sche vrijheid van handelen wist te handhaven, kan een dergelijke verande ring slechts schaden. En het ergste is aat Wc er niets tegen doen kunnen. ïn plaatsen w*ar geen agentschap der „Middolburgsche Courant" gevestigd is, lean men zich op dit blad «bonneeren bij d« administratie te Middelburg, of bij den plaateeltjken brievengaarder of t*m boékhandalMtr. KAMEROVERZICHT. TweedeKarner. Zitting van Maandag. Het eind van het eerste bedrijf nadert: gister heeft Minister P o, sd h u ma aan het einde der zitting de inleidende zinnen van zijn antwoord kunnen uitspreken. Woensdag zal men dus dit antwoord in zijn geheel krijgen. Heden toch Js er eeh ander wetsontwerp aan de orde, nl. de h u uropzegging^wet. Gisteren hebben een merkwaardig groot aantal sprekers het. woord gevoerd, nl. de heeren Beumer,, Teens tra, Snoeck IlemkemajnSj, Niers tras;z, De Monté Verloren^ v. d. Voprt van Zijpen Rutgers. En dan als heksluiter "de heer Di Jong die een kort persoonlijk woord sprak. Het was zijn voornemen geweest n ile Kamer over de tegen hem uitgebrachte beschuldiging te spreken. Doch lüj heeft daarvan afgezien, nu weldra een parie- menLaire commissie dezo kwestie zal kunnen ter band nemen. Dat spreker zich heeft teruggetrokken als candidaat voor de aanstaande verkiezingen, Is opge vat ais een erkenning van schuld. Spre ker wil zeggen, dat dit geenszins het ge val is en dat hij zich terugtrok omdat bij van oordeel is, dat op de voorloopige candidalenlijsten alleen personen mogen voorkomen tegen wie geen enkele be schuldiging is ingebracht. Spreker beroept zich op het 'verslag van de commissie die een onderzoek heeft ingesteld en wijst er op, dat de weinige ervaring dje spreker had op po litiek gebied hem de voorzichtigheid uit hel oog heeft doen verhezen. De te houden enquête zal spreker af wachten; daarbij zal blijken dat hij ter zake van de beschuldiging van corrup tie geheel vrij uit gaat. Van de overige redevoeringen kwam uit den aard der zaak veel neer op het-' geen reeds door anderen gezegd is. Enkele punten verdienen echter speci aal vermelding. Zon, wat de lieer Nierstrasz zeii pier dm heer Kröller, iemand dien de spreker van nabij „als vriend" kende, cn dien hij schetste als icen geniale, kracht en eminent man, die de econo mische politiek tracht te leiden in ba-: men die hij goed acht. Maar behalve dat de heer Nierstrasz die banen niét' goed acht, had hij het bezwaar dat dei leer Kröller de eigenlijke machthebber is, maar niet de verantwoordelijke per soon. De macht berust niet meer aan het' Bezuidmhout, maar pp den Kneuterdijk: j dóór zit de Koning. Dat is niet de heeP Schim van der Loeft. Die is slechts de fcchim van den koning. De koning is d© heer Kröller. Er is geen commissie Van,' belang of de heer Kröller regeert. Spre ker zoü daarvan vele staaltjes kunnenf je ven. De Minister decreteert, maar d© coningen en koninkjes regeeren. Het is niet meer: Le roi règne mais ne gou- \ierae nas, maar: Kröller gouveme et Posthuma règne. Of, zpoals Haa^e in Hen Duitsehen Rijksdag zeide: „de heer von Herlling is het uithangbord, maar 'von Ludendorff decreteert". Spreker vraagt: is de heer Kröller gevraagd om crisisminister te worden? Van ae Regeering, van den Kabinets formateur speciaal, vraagt spreker hier op een antwoord. Voor spreker Maat ihel vast, dat de heer Kröller niet is ge vraagd. Want dan had hij biet mogen} weigeren; [hij iheeft de fcnacht en moet dus ook de verantwoordelijkheid dragen. Een tweede te vermelden bijzonderheid was dal de heer Snoeck H e a k e- m a 71 5, als éénige in de rij Van 23 spre kers een woord van verdediging liet hoe ren voor het stelsel van den Minister.. Zijn conclusie was: niet van stelsel ver anderen en voorzichtig zijn in zijn critick dus. .Moet er dan niets gebeuren? Het} Farlement zou zich daardoor onstcrfe-i lijk blameeren, meende de heer Troelstra. Onsterfelijk blameert echter diegene zich, idic ziih tegenover het volk het air geeft of hij alles eens goed in orde zal ma ken, cn zeer wel weet, dat, als hij de: plaato van Minister Posthuma innam, hij nmin tegen den stroom van moeilijki heden altijd op zou kunnen nis deze Minister. Trouwens ook twee andere leden van irechtsde heeren De Monté Verlo ren en v. d. Voort van Z ijlp ver klaarden ook eeu verandering van stelsel, niet gewenscht te vinden. En een derde van rechts, de heer Rutgers, waar- Schuwde hen, die thans een votum der Kamer willen uitlokken, dat een votum' thans zeer weinig gevolg zal kunnen heb ben, omdat de Regeering, die wy nu voor ens zien, niet in een zoodanigen valieden toestand verkeert als een lid wordt af gekapt, het dit lid weer zal kunnen doen, aangroeien. Dat is reeds gebleken uit de pmdedeeling van de Regeering, dat zij- geen crisis-minister heeft kunnen vin- Hen, die dan slechts een deel van die laak van den Minister van Landbouw izbu overnamen. I>E ZAAK-VAN BERESTEIJN-COLLOT D'ESCURY. De gister in de Kamer voorgelezen brief van den heer Van Beresteijn luidt in zijn geheel als volgt: Den Hajagj 11 Maart 1918. Den Heer Voorzitter der Tweede Kamer. Ik heb de eer U Hoogedelgestrengje me de te deelen, dat ik, naar aanleiding van het door mij in de zitting van 27 Fe bruari 1918 (bkudz. 1600) gesprokene, met den heer Collot d'Escury, op diens ver zoek, een conferentie had. He t .landpunt door "Men heer Collot d'Escury ingeno men ten opzichte van zijne door mij gereleveerde en afgekeurde houding^ kan het beste worden weergegeven door het volgende relaas: Notulen der conferentie op 3 Maart 11 uur, ten huize van den lieer Van Beresteyn, tusschen -le he© ren. Collot d'Escury en Van Be- resleyn. D heer Collot d'Escury deelt mede dat het in het relaas van 27 Februari 1.11. in de Tweede Kamer gegeven door den heei Van Beresteijn omtrent den Landstorm- plicht van zijn zoonnaar zijn oordeel van corruptie geen sprake kan zijn, om dat eerst dan zulks het geval zou zijn geweest, indien de burgemeester met op-1 zet de mededeeling van den Minister van Oorlog (zie circul. van 10 Maart 1916) had achterwege gelaten, terwijl hij Ver klaarde deze circulaire niet te hebben gekend. Het voorloopig buiten oproeping laten was geen misbruik van gezag naar zijn oordeel, omdat dit krachtens het Landstormbesluit moest geschieden. Ove rigens ontkende hij niet de feiten zooals die waren medegedeeld in de Tweede Kamer, onder toevoeging, <iat net Land stormbesluit wasv nageleefd wat betreft het invullen van de kolom krachtens art. 15, door den keuringsraad. In het bij zonder erkende de heer d'Escury, dat hij op 6 November medewerkende de aanstelling van zijn zoon, wist, dat zijn zoon landstormpliclitig was. De heer Van Beresteijn, een en ander vernemende, verzocht omtrent ne nieuwe punten schriftelijke bevestiging te ontvan gen, welke werd toegezeglfl. Hij verklaar de, dat hij zou overwegen op welke wij ze aan dit .onderhoud publiciteit gegeven zou kunnen worden. Aldus te zomen ondertoekend na voor lezing. (w. g.) E. van Beresteijn. (tv. g-i 1L J. A. G. Collot d'Escury. Tengevolge van doze verklaring}, waar bij zich de secretaris van Hontenisse heèft aangesloten, onder varmelding van de na men van ook oudere landstormpllchtigen ten aanzien wanrvnn het verzuim Is ge pleegd, mag dus worden aangenomen, dat bet verzuim ten opzichto van ue ken nisgeving aan den Minister van Oorlog van het niet oproepen, niet met opzet te geschiedt Ik moei hieraan evenwel toevoegen, dat deze verklaring mij goen toonleiding} geeft mijne afkeuring Van de handelwijze van den beer Collot d'Escury terug te hemen, fw. g.) Van Beresteyn. V1DCXLAND KN DB 90U.0& Geeh economisch© overeehkomat. De N. R. Ct. schrijft: Zijn wij wel ingelicht, dan zijn de on derhandelingen ,over de economische overeenkomst met de geassocieerde lam pen' (Entente en de Vereenigde Staten van Amerika) zoo goed als ->beëmdïgd, zonder dat tot dusver onze RegeerinJ •met deze landen tot overeenstemming is kunnen komen. Beperking der distributie- kosten. Minister Posthuma heeft gevolg gege ven aan zijn voornemen, in de Memorie van antwoord bij het levensmiddelen-ont werp geuit, om een commissie te henoe-J ■men, die hem binnen korten tijd van ad- (vies zal hebben le dienen over de vraag in hoeverre de kosten van distributie kunnen worden beperkt door individuali se erin g of groepeering. Naar het Hbld. meldt, zal o.a. de heef "Wibaut, weihouder van Amsterdam, iï| deze commissie zitting hebben. Gemeentel ij ke woningbnuv Daar de woningnood steeds dringender om voorziening vraagt cn deze met deu, dag meer bemoeilijkt wordt door de schaarschte en buitensporige prijzen van schier alle bouwmaterialen, zijn B. en V»'. van Den Haag, toen afdoende maatrege len van regeering en rijkscommissiën uit bleven, in overleg getreden met de dagp- lijksche. besturen van enkele andere ge meenten, om zoo mogelijk te komen tot gemeenschappelijke voorziening in de be hoefte aan materialen voor woningbouw^ waardoor die bouw, ondanks de vermelde bezwaren, voortgang zou kunnen Vinden. Het meerendeel der genoemd© college's! is omtrent het beginsel en den vorm "an, samenwerking tot overeenstemming geko men, terwijl het departement van water staat en de vereen iging van Nederland- sche Gemeenten in beginsel bereid zijn, gebleken tol toetreding. De samenwerking zal moeten duren* zoolang de abnormale economische om standigheden aanhouden, derhalve zeiset totdat de vrede is gesloten en nog eenf- gen tijd daarna. De pewenschte samenwerking schijnt het meeste leans van .slagen te hebben bij oprichting van een naamtóoze venhoofd schap. Het plan is nu op te richten een N. V'. Centrale Bonwmaterialenvoorziening* waarvan de zetel zal worden gevestigd tet 6-Gravetihage. Echter zal, indien de be hoefte aan stapelplaatsen zich doet ge voelen, daartoe de beschikking over ter reinen elders moeten worden verkregen. Volgens een voorloopig opgemaakt plan! voor het dadelijk te plaatsen aandeelen kapitaal, groot f 1.500.000, waarvan 10 pCl. moet worden gestort, komen len laste van de gemeenten Amsterdam en} 's-Gravenhage, het rijk (departement van waterstaat"1 en de Vereeniglng van Ne* derlandsche Gemeenten, elk f 350.000 en> voor de gemeente Utrecht f 100.000. B. en W. van Deu Haag verzoeken den raad machtiging om mede te. werkert laan de oprichting der bedoelde N. V. en onv goed te keuren dat de gemeente in het kapitaal der N. V. deelneemt mefi 35 aaudeelen, elk van f 10.000. Rij inschepen teruggeroepen. Naar de „,N. R. Ct." verneemt, hebben de eigenaars van Rijnschepen van den Minister van Landbouw aanzegging} ge kregen, hun schepen zoo spoedig rnogje- lijlc uit Duitschland terug te roepeh. Deze maatregel zou verband noudsn met liet feit, dat vele Rijnschepen mef ontduiking van het schepenuitvoerverbod Duitschland moeten zijn verkocht,- doch onder Nederlandsche vlag zijn bij varen. De terugroeping der sche pen zou ten doel hebben het onaerzoel» naar de plaats gehad hebbende overtre dingen te vergemakkelijken De Ne de rlandsche „bol s je w i k". D© heer J J. Kalker, itie na het be kende incident in Zweden, thans in on* land is teruggekeerd, schrijft, dat hij nieï uit Zweden is verbannen, maar dat hem, avyl bij bij aankomst in Zweden uit Fin land, per stoomboot „Heimdahl", niet 1» (het bezit was van een pas, geviseerd te overeenstemming met een Kon. beslui! van 22 Sept. 1.1., de toegang tot hel Zweedsche ryk werd ontzegd, en dat in afwachting, dat zijn niet-toelating be werkstelligd kon worden, ondei bewaking van de politie moest blijven. Een pakje met enkele millioenen roe- hel» had hij niet bij zich gehad; hij had zelfs zoo weinig geld bij zich, dat hij n* aankomst te Stockholm van den Ne derland schen gezant aldaar een klein be drag leende, tot "hij zich in verbinding! met een bank kon stellen. Ook had hij opt rie Heimdahl" volgens zijn verklaren, jeen bolsjewiksche propaganda gemaakt; lij i» het met die propaganda geheel Verbouw va» haver. Tten einde to kunnen voorzien Ih d» behoefte van. krachtvoer voor do paar den, hebben Rotterdamsche sleeperspft- troons en andere belanghebbenden eea combinatie gevormd, welke overal in nns land grasland huurt, dat zij zal' liten scheuren en waarop zij liaver zal laten verbouwen. De heer P. "Wi. Bliek, voorzitter van deze vaorloopige combinatie, die nog vas tere. vormen moet aannemen, heeft reerts een groot aantal bunders land voor haa* gehuurd. Met de regeering is overeengekomen dat een vierde gedeelte van den oogst aan haar zal worden afgestaan, en het ove rige ter beschikking blijft van do c-.nv- binatie, idie het tegen den kostenden prijb haar leden zal distribueeren. Oil JllisifBflati. - 't Was gistermiddag een zonder-, ling .gezicht in de binnenhaven te V li s s i n g c n. Twee groote locomotieven (samen wegende 80 000 Kg.) van de lijn Mechelen—Neuzen zweefden boven el kander in de lucht. Per drijvende bob uit Rotterdam waren ze uit Terneuzen) naar Vlissingen gebracht. Binnen oen halt uur na aankomst stonden beide locomo tieven op dc sporen en wérden ze doop eene gereed staande machine der S.S- naar de werkplaats der S.S. gebracht Ier, onderzoek. Naar wij vernamen zijn ze! bestemd om wagens te range eren op <te terreinen der Staatsmijnen in Zuid-Lint burg. Een cn ander had Ln de binnen-i haveü veel bekijks. Foto's werden genla» men.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1918 | | pagina 1