TWEEDE BLAD FEUILUT01. Het vijfde Wiel Binnenland. saterdag 1 Dec. 1917, no. 284. Het zoeken naar een uitweg. "Voorspel niet, vóór je 't weet! Ook niet in politiek. "We hopen er ons aan le houden, voor al in deze lijden, nu 't onmogelijke mo gelijk wordt, nu alles kraakt, ook het meest soliede; nu „,dje bergen springen als rammen en de heuvelen als lammer ren", om een beeld van den Psalmist te gebruiken. Maar de mensch is nu eenmaal zoo vooral wanneer de dingen om hem heen verbijsterend door elkaar draaien, dat hij althans probéért vast te stellen wat voor richting de hoofdbeweging in dien wirwar uitgaat. Dat is ook bij de jong ste politieke debatten in de Kamer ge beurd. Opmerkelijk was 't daarbij, dat het in het bijzonder de partijleiders links waren, die naar een uitweg uit den chaos zochten. Rechts zei men dat er niet> van te zien was, en putte men zich Uit in het aanwijzen van onderwerpen}* die wel degelijk de christelijke partijen van de andere scheiden, een bewijs „in de ruimte", omdat dit wel niemand ont kennen zal en dan nog ftltijd de vraag overblijft ,of die vraagstukken zoo over wegend zijn in de praktijk van 't staat kundig leven, dal zij een voldoende reden zijn voor een blijvende christelijke anti these. ook nu het geldelijke onderdeel der onderwijskwestie eruit zal verdwijnen. Maar links, waar men het sterkst de ontbindende kracht van de wording van het nieuwe voélt (of is het: het eerlijkst erkent?), daar kregen we- van den vrij-liberalen leider Dressel- huys de voorspelling van een welvaartsr poliliek, die zal leiden tot splitsing in staatssocialisme en voorstanders van de vrijheid, waarbij hij nog altijd een sa mengaan der drie vrijzinnigen mogelijk acht; van den Unie-Liberalen leider van Raai te het vooruitzicht in de verre toe komst op een splitsing dwars door alle politieke partijen heen, tusschen een moedig vooruitstrevende, en een meer behoudende groep, maar met deze (t>. i. verstandige waarschuwing, dat men voorloopig niet .op verwezenlijking daar van moet rekenen; van den vrijzinnig-democralischen lei der Marchant de constateering dat de d|e- mocraten van alle partijen tot elkaar naderen; en daarom den aandrang om d;ie toenadering voor te bereiden; en van den sociaal-democraat, mr. Troelstra de Aanbeveling van datzelfde denkbeeld, geformuleerd als: domocrali- sche concentratie. Het lijkt allés een befelje op elkaar. Maar de verschillen worden groot, als we er de consequenties uit trekken Voor den naderenden verkiezingsstrijd die nu onze aandacht vraagt; en die de aanleiding is tot deze beschouwingen. Is er practisch nut van te verwach- ten? De optaerking van den heer Nolens üht de door den heer Dresselhuys aaiii bevolen welvaartspolitiek te eenzijdig ma terialistisch is, om daarop ooit oen staatsbestuur te kunnen grondvesten, lijkt Ons juist. En evenmin kunnen we prac- tische beteekenis hechten aan de aan beveling van een samengaan der drie door BEATRICE HERON MAXWELL FLORENCE E. EASTWICR. Naar het EngeJsch 49). „Dus dm moet ik u vaarwel zeggen," zei de vicaris, liaar hand vattende, zal eenige maanden weg blijven en in dien uw broeder herstelt en u bij uw voornemen blijft ergens anders werk te zoeken, dan zien we elkaar misschien in heel lang niet meer. Mag ik u dit al léén zeggen: als het Gods wil geweest was ons te zamen te laten arbeiden, u en mij, indien wij tot éénzelfde kerk behoorden en van één geloof waren, zou mijn liefste hoop wezen, die ik op aarde kon koesteren, aan uw zijde ónzen le vensweg te bewandelen." Zij sloeg de oiogen tot hem op, zoo helder als kristal, met onveranderlijke standvastigheid in dien blik, ofschoon zijn woorden een blos riepen op haar bleeke wangen. En ze zeide zacht: „Mijn liefste hoop is te worden aangenomen door God, tot Zijn dienst alleen. Ik zoek geen andqr geluk." >,Dnt weet ik", antwoordde hij, „was het maar anders geweest! Ik zal u altijd in mijn gebeden gedenken. Vaarwel, Ag- vrijzinnigen, nu een van de drie niet wil. Maar in het bijzonder dien aandrang van links om nu reeds de bijeenvoeg ging van alle democraten voor te be reiden willen we uitvoerig bespreken. Is die democratische concentratie dan al zoo duidelijk op komst? En wat is dan wel de democratie die hier bedoeld wordt? Deze vraag is niet zo,o nhchter, «Is ze er uit ziet. Want als wij onder demor" cratie verslaan: den invloed van het Volk in al zijn gelfedingefn op" hel bestuur der zaken van algemeen belang, dan zijn er in de Tweede Ka mer van ons land slechts enkelen die niet democraten kunnen worden ge noemd. Onze heele staatsinrichting is de mocratisch, en de verschillen zijn nuan ces van eenzelfde stemming. Maar het woord heeft bij de meesten een heel andere beleekcnis gekregen dien van van het op den voorgrond stellen van de belangen van de arbei dersklasse. Dat is! £1 zoo' sterk, dat ook bij de niet-feocialistische democraten de heele klasse Van bedrijfsleiders waarschuwend met den vinger wordt aangewezen als „een sociale groep van personen die vijandig staan tegenover onze beginselen." Het was de heer Marcliant die deze termen gebruikte toen op de alg. ver gadering van den V. D. B. le Utrecht de lieer Boissevain er legen opkwam dat in het orgaan van den Bond „meermalen de groot-fabrikanten en industrieeien op vij andige wijze worden .onderhanden geno men." En de heer Marchant, die blijk baar voelde dat deze opmerking óók zijn eigen ietwat schampere rede over den Economischen Bond trof, verduidelijkte toen zijn woorden door die tegenstelling de sociale gr.oep der groot® werkgevers staat vijandig tegenover onze beginselen, Beginselen van democratie? Neen, toen doelde hij niet op de mocratie, maar op arbeidersbelangen. Als een soc-une groep itpm: dat haar belan gen iniel voldoende behartigd worde», en als zij dan een politieke partij vormt om dat doel te bereiken, dan is dat even- 1 een democratische beweging, als het vormen van de a rbei ders v e re cru' gin gen voor hün belangen. Zelfs ook dan wan neer diè groep er niet in geslaagd ïs, een doeltreffende vorm aan die poging te geven, zooals o. i. met den Econo mischen Bond het geval is, dan nog ver dient dat optreden iets anders Jan een afwijzing als conservatisme puur voor eigen belang. Het is werkelijk niet ge heel zonder reden dat, na een kwant eeuw van vooropstelling van sociale her vormingen, ten gunste van de arbeiders, er ook een beweging op komt, die aan dacht vraagt voor de bedrijven zelf, voor de ondernemingen, die zeker niet ten volle vereenzelvigd mogen worden met de bedrijfseigenaars. En moeten wij ons nu de voorstelling laten opdringen, dat iedere poging .om ook voor die belangen de aandacht te vragen, moet worden ge schuwd als ondemocratisch? Moet het, ook in deze dagen, nu ieder een de noodzakelijkheid voelt van een samenwerking van alle economische krachten als eenige waarborg voor een blijvende nationale welvaart, moet het nu werkelijk nog betoogd worden, dat er in het wèl-gaan van de bedrijven, van de groote evengoed als van de kleine, een algemeen belang schuilt? In de crisis- dagen hebben we beter dan in gewone tijden kunnen waarnemen welk een stuwkracht, organiseerend talent en door zicht er zit in de groote bedrijfsleiders, Moeten wij nu toch maar aannemen, dat ieder streven hunnerzijds naar invloed op de landszaken moet worden gewantrouwd als slechts beoogend het eigenbelang' van het groot-kapitaal? We hebben het vermoeden, dat som mige democraten bij liet lezen van 'tgeen nes." Hij hield haar hand nog vast in de zijne, vast en vurig, en toen hij haar in de oogen zag en geen spoor van boos heid bespeurde, niets dan een vrouwe lijke, medelijdende teederheid, hief hij haar hand op lot zijn lippen en kuste eerbiedig. Teen vertrok hij met een: „God be hoede u eeuwig!" Z'jn eerste en laatste liefdesdroom was geëindigd; Agnes was van dat oogenblik af voor hem een aandenken, afgezon derd van alle gewone alledaagsche din gt n en weggesloten als iets heiligs. Ilij vond Mr. Pridham op en neer loo- pende in de bibliotheek, zooals zijn ge woonte was in den kaatsten tijd, met d handen op den rug en de oogen op den grond gevestigd. „O Hassall!" riep hij uit, toen Je vica ris binnenkwam, „ik hoor dat we u voor eenigen tijd moeten missen. Elen slechte tijding voor de gemeente!" ïk denk dat mijn opvolger een groote aanwinst zal wezen," antwoordde Hassall. „ik weet zeker dat hij in uw smaak zal vallen. Hoe gaat liet met uw zoon, mijnheer Pridham?" Mr. Pridham stond stil, keek hem een oogenblik aan en zei: „Hassall, er zijn oogenblikken in het leven wanneer men voelt, dat de sombere gedachten uitge sproken moeten worden, dat men be hoefte heeft een openhartige, eerlijke mectedcrling uit te storten bij een vriend op wien men vertrouwen kan. Mag ik vrij-uil tot u spreken zonder vrees dat ge mijn vertrouwen Suit schenden? Kan wé hier schreven, ons minachtend zullen betitelen als conservatief. Want dat is nu eenmaal het bangmakende woord waar mee iedereen wordt bestempeld, die. in gaat tegen de meening dat met arbei dersbescherming ook het einddoel der democratie bereikt is. Wellicht zal 't anderen echter duidelijk zijn, dat van conservatisme eerst sprake lean zijn, als men aan de regeling zelf begint, en niet zoolang men liet heeft over de vraag, wie invloed op die re geling zullen hebben. Maar behalve dat sluit het hierboven besprokene onmiddel lijk aan "bij een kwestie die nog dieper wortelt, en die een ontwikkeling 3er democratie aankondigt over veel bree der terrein dan alleen ter bescherming van de arbeidersklasse. We bedoelen het opkomen uit do maatschappij van nieuwe krachten, die medezegging vragjen bij de regeling van zaken, welke totnutoe alleen aan 't Par lement waren overgelaten. In dit laatste opzicht komen we hier terecht ook op één der oorzaken van ide in ons vorig artikel „De chaos" bespro ken ontevredenheid over het parlement. We hebben vroeger al meermalen in het licht gesteld, dat <le onmacht van het parlement om (le wetgeving gelijken tred te doen houden met de steeds weer uil de maatschappij opgroeiende meuwe vraagstukken, ertoe geleid heeft dat de belanghebbenden zich zelf hel pen. Toen de ongevallenwet wel de arbei ders in de industrie beschermde, maar niet die in den land- en 'tuinbouw, heb ben de werkgevers in die bedrijven zich zelf geholpen door de Landbouw-Onder- linge en de Tuinbouw-onderlinge. De re geling van de Beurszaken wordt be- heerscht, niet door een wet, maar door de voorschriften van de Veréeniging voor den Effectenhandel (behalve de Beurs wet betreffende den crisistijd.) In den eehandel, paardenliandel, aardappelhan- del enz., werden door onderlinge samen werking regelen voor arbitrage getrof fen, die niet in een wet te vinden ren. De geheele invoer, en" een groot deel van den uitvoer werd geregeld dioor de N. O. T., een reusachtig lichaam, aan welks vorming de wetgevende macht niet meewerkte. Terwijl de invaliditcits- en ziekteverzekering hopeloos vast zitten in de weerhaken van 't parlementaire kreu pelhout, kwam buiten de Kamer om in korten tijd een toch zoo na met die ge noemde maalregélen verwante werkloos heidsverzekering tot stand, berustend op de werkclo ozen kassen die, ook al weer zonder eenige parlemenlsbemoenng, uit de samenleving zelf waren opgeschoten. Het eenige wat het parlement daarvoor deed, was de benoodigde bedragen toe staan. D,oor den oorlogstoestand zijn die ver schijnselen ontzaglijk vermeerderd. Ieder bedrijr heeft thans zijn veréeniging die voor de belangen van het bedrijf ijvert. enbindende voorschriften geeft aan de leden. Die aandrang uit de bedlrijven tot medezeggingschap over of althans tot invloed op hun eigen belangen heeft zelfs zoo'n kracht gekregen, dat nu reeds is aangekondigd een voorstel tot invoering van een verlegenwoordigenden Raad van Handel en Nijverheid, die de regeering van advies zal hebben te dienen. Is het niet te verwachten, dat deze vertegen woordiging van handel en nijverheid dan spoedig een even grooten, zoo niet groo teren invloed zal hebben op den gang van de daaronder vallende zaken dian de volksvertegenwoordiging in het Parle ment? En :\lle windvaantjes wijzen dien tent uil. De ontwikkeling gaat merkwaardig snel. Toen zeven jaar geleden minister Talma zijn Arbeidsraden met verorde nende bevoegdheid voorstelde, was dp tegenstand in en buiten de Kamer zoo groot, dat hij die verordenende bevoegd heid liet vervallen. En dit jaar, up de ik ,u vertrouwen?" Toen ging Mr. Pridham zitten met het hoofd in de hand en deelde hem zorg- 4ulaig, geregeld de geheele geschiedenis mede zooveel hij er zelf van wist, hij verzweeg geen enkele bijzonderheid en voegde e»- geen enkele verklaring van zich zelf of verontschuldiging bij. Hij vertelde het incident van de vinger afdrukken en eindigde met de woorden „En nu, Hassall, zeg mij .eerlijk isi mijn zoon naar uw hieening onschuldig of schuldig?" Onschuldig," antwoordde Hassall, „ïi he-b een zeer sterke overtuiging op dat punt. Bij dergelijke misdaden heb ik op gemerkt, dat er altijd een combinatie van toevallige bewijzen tegen één of meer personen' zijn, welke in ieder geval op schuld wijzen. Maar wanneer het bij on derzoek goed nagegaan wordt, zal iedere rechter, die op de hoogte is van 'zijn vak, die menigte bewijzen op zij zetten en zirh aan één of meer hoofdpunten vasthouden. Die bepalen de geheele zaak. Ilc geloof niet dat iemand die hoofd -pf levenspunten nog heeft aangeraakt. Ik zal aan u denken in uw vreeselijke span ning en u niet vergeten in mijn gebeden." En John Hassall nam afscheid. Intu^schen was Agnes naar den tuin gegaan naar de rozeperken, waar zij in dc- dichtste laurierboschjes een toevlucht zocht om rustig na te denken; daar vond zij Theo met een mandje in de hand, zij liep van den eenen struik naar de andere, knipte de dorre bladeren af en plukte hier en daar een van haar geliefkoosde hier ter stede gehouden vergadering'van de Nederlandsche juristenvereeniging werd met groote meerderheid bevesti gend geantwoord op de vraag of t gje- wenscht is naasjt Kamers, Prov. Staten en Gemeenteraad publiekrechtelijk© licha men, zooals een Arbeidsraad, in te snellen met wetgevend en uitvoerend gezag be kleed. Die beslissing reikt ver over de ar beidersbelangen Iteen, al werd er flechls] van arbeidersraden in gesproken. En de democratische richting van dat besluit zal wel niemand kunnen ontkennen. Een zeer tcckenend voorbeeld van het democratische karakter van tlie nieuwe uit de maatschappij opgroeiende krachten hebben we hier in Zeeland in 'tgeen ten opzichte van de landbouw organisatie gebeurt. Zooals ook elders, was» hier langen tijd de Landbouwmaatschappij de eenige organisatie pp dat gebied. Maar liet was een vereeaiging ,„van hoven af". Heel veel' scheen dat niet te deren, behalvt dan dat er steeds geklaagd wer<^. dat nog zooveel boeren geen lid waren. Maar toen de ooriogscrisi^ tot samenwerking an lillen noopte, toen werd liet duide lijk 'dat de boeren wel degelijk georga niseerd waren, maar builen de Z. L- M.; dat. naast die Maatschappij, Boerenbonden maar vooral dorpsvereenigingen en vei- lingsvereenigingen waren ontstaan die sja- men zoo goed als alle boeren omvatten. En dal is zoo helder ingezien door de leiders der Z. Landb. Mij., dat ze bij hun voorstel tot reorganisatie het radi cale plan voor legden, om feitelijk de oude Maatschappij op te heffen ®n te vervangen door een Bond, die rust op die Boerenbonden, dorps- én veilingsver- eenigingen. "We zullen moeten afwachten of dit plan zal slagen, maar het windvaantje van deze beweging wijst in dezelfde de mocratisclie richting. En nu komen we terug op de in den aanvang gestelde vraag: is de ons, door Vrijzinnig-Democraten en Sociaal-Demo craten voorgespiegelde „democratische concentratie" zoo duidelijk, op komst, dat men op grond daarvan een samenwerking bij de verkiezingen moet voorbereiden? Hebben de voorstellers niet te eenzijdig slechts de „oude" democratische kwes ties op 't oog- sociale wetten, ouder domswettenvrouwenkiesrecht, salaris sen? Zal niet ook die nieuwe democra tische beweging dringend om regeling vragen, wil ze niet tot ongewénschten dwang leiden? En is 't niet reeds over duidelijk, dat men die naar boven wer kende maatschappelijke krachten van werkgevers dan zeker niet mag beschou wen als een sociale groep die vijandig staat tegenover de democratie? De bespreking van die vragen zullen wo moeten uitstellen tot een volgend artikel, DE RESULTATEN VAN IIET NED. LEVENSVERZEKERINGSBEDRIJF OVER 1912 TOT 1915. Prof. J. G. de Jongh, hoogleeraar aan de Nedcriandsche Handelshoogeschool, heeft een onderzoek ingesteld naar de resultaten van het Nederl. Levensverze- keringsbedrijf, in verband met het Mo- nopoJicplan-Treub, en heeft thans open baar gemaakt (uitgave van het Instituut voor Economische Geschriften) de slot som, waartoe hij op grond van het ver werkte materiaal gekomen is. Dil rapport bevestigt de tot dusver door deskundigen uitgesproken vermoe dens volkomen. Zooals men zich herin neren zal deelde Minister Treub in de Eerste Kamer mede, dat de Nederl. Le vensverzekeringsmaatschappijen in 1915 een winst hadden opgeleverd van f 1.185.000, welk bedrag door hem ont- Dam.ascus-rozen om op haar toilet tafel vaasjes te zetten. Zij was dol op mooie kleuren, die voor haar een deel win de vreugde des levens vertegenwoor digden en de grauwe mistroostigheid van deze zomerdagen zonder eenige vreugde, waren haar bijkans onverdragelijk ge worden. Want de bewoners van het graafschap een grillig, boersch slag van menschen, die zichzelf als godheden beschouwden, moeilijic te voldoen en jtemakkelijk op de teentjes getrapt hadden de familie Pridham den rug toegekeerd sedert Lau rie's nnem in opspraak gebracht was, en nu eon officieele visitie, gevolgd door een kaartje, had men zich aan allen ver deren omgang onttrokken. Dc afwezigheid van Tubby Maulevcrer werd ©enigszins beschouwd als een ge volg van de ongelukkige gebeurtenis op Doornen-Jacht en toen Sallie het voor beeld van haar broeder Volgde en ook van huis ging, namen de praatjes nog toe. Men vond het zeer onaangenaam ,dat twee gewoonlijk zeer gastvrije huizen de deur voor eepigen tijd voor hel ontvan gen van menschen gesloten hadden en men toonde zijft misnoegen door het ver mijden dor vrouwelijke leden van de fa milie Pridham, de weinige keeren dat een wandeling of rijtoertje haar 'hun park deen veriïten, terwijl mijnheer Pridham zelf, ofschoon niet uitgesloten, toch niet langer gezocht werd door de notabelen der plaats of geraadpleegd omtrent plaat selijke belangen zooals vroeger. Zoo sleepten zich de onbelangrijke, leend werd aan de „Jaarcijfers 1915", gepubliceerd door het Centraal Bureau voor dc Statistiek. Omtrent het brandver- zekeringsbedrijf konden geen gedocumen teerde cijfers worden genoemd en moest met een (geheel persoonlijke) opvatting van den Minister worden volstaan. Onmiddellijk werd in de Kamer de juistheid van het bedrag van f4.185.000 in twijfel getrokken en kort daarop ont stond in de dagbladen en in de vakpers con ware storm in het bijzonder tegen, mr. W' II. A. Elink Schuurman, op wien de Minister zieh als autoriteit had be roepen. Men was van oordeel, dat het bedrag voor de levensverzekeringsmaat schappijen als winst genoemd, veel te hoog was. Prof-, de Jong kwam op grond van zijn ófiderzoekingen en beschouwingen o. a. tot de conclusie, dat in plaats van een winstcijfer over 1915 van f 4.185 000 voor de gezamenlijke Nederl. levensver zekeringsmaatschappijen (dat evenwel be trekking bleek te hebben op 78 der be langrijkste) zal dienen le treden een ver liescijfer van f 1.472.730. Dit verliescijfer staat in sterke mate onder den invloed van een buitengewoon ,roote afschrijving op hel effectenbezit en een daling in 1915 van de ontvangen premicn (waartegenover een kostenbe sparing staat). Het is daarom aanbevelens waard, de jaren 1914 en 1915 gezamen lijk als één periode te beschouwen. i Ook het aldus verkregen winstcijfer ad 1 1-13.439 is echter slechts van relatieve waarde. De abnormale omstandigheden, waar onder in 1915 het levensverzekerings bedrijf is uitgeoefend, maken het onmo gelijk eenige gevolgtrekking te maken, zonaer een beschouwing van vooraf gaande normale jaren. De jaren 1912, '13 en '14 leverden resp. netto-winsten op van f 1.062.793, f 1.101.813 en f 1.769.658. Pij de beoordeeling van de waarde, die de gevonden winst- en verliescijfers voor den Staat, als toekomstig monopo listisch exploitant, zal hebben, moeten hier hu'ten beschouwing blijven de z.g. vrije rente en de winstuitkeering aan verzekerden. Brengt men deze in minde ring jp het totaal bedrag, dan worden de netto-winst en het netto-verliescijfer gewijzigd in. 1912 winst f412.079, 1913 •erlies f370,132, 1914 winst f752.247, 1915 verlies f2.314.150 Vol eens hel oordeel van prof. De Jongh zal de staat de onderlinge verzekering inmiddels niet kunnen beletlen, zoodat voor den fiscus slechts van belang zijn de resultaten, behaald door de nnaml. vennooLcbappen Deze bedroegen, na aftrek van de vrije rente en de winst-uitkeering aan verze kerden: 1912 winst f 467.348; 1913 ver lies f519.025; 1914 winst f 337.785; 1915 'erlies f2.572.107. Prof. de Jongh is van meening, „dat deze cijfers voor den aanstaanden mono polist weinig aantrekkelijks zullen ople veren". GEMEENTERAAD VAN GOES. (Slot.) Het afwijzende voorstel op liet ver zoek van de afd. Goes der S. D. A. P|- om intrekking van de verbodsbepaling betreffende het op den openbaren weg luidkeels venten met geschriften, worflt zonder discussie en 2. h. s. aangenomen. Het verzoek van de hoeren J. A. van Heel e. a. óm hel belastbaar inko men te verminderen met de bedragen die eventueel betaald moeten worden aan oorlogswinst- en verdedigingsbela»- ting en deze regeling reeds op liet vorige belastingjaar toe te passen, werd conform het advies van B. en W. en fi- nancieele commissie z. h. s. afgewezen Een wijziging in de begrooting 1917 werd 7. h. s. goedgekeurd. Het primitief kohier van schoolgeld voor de Mulof- school cursus '17—'18 werd gesteld op vervelende dagen voort en Theo leerde haar levensles en wachtte zich wel de afmattende rustelooze onrust van haar kinderlijk hart te toonen. „Wel", zei ze toen ze Agnes in 't oog kreeg, „wanneer zal het wezen?" „Wanneer zal wat wezen?" vroeg Ag nes, die werkelijk niet begreep wat haar zus Ier bedoelde. Theo neuriede de Hochzeitsmarsch en eindigde niet te zeggen: „Zul jullie in e kerken trouwen?" .Theo1' Agnes' gezicht gloejde en haar oogrn verloren hun gewone kalmte. „Waarom zeg je iets dergelijks? Ik zal nooit in mijn leven trouwen dat weet je heel foed. En ik kan niet begrijpen waarom je denkt dat Mr. Hassall Zij 7weeg, want Theo wierp haar mandje en schaar op den grond, greep haar Dij den arm en schudde die .kriel. „Maak je maar niet boos," zei ze. „Ik Woel wel, dat je geen zier om hem geeft. Maar al had je maar een half oog, dan zou je kunnen zien, dat hij dol op jou is en ik dacht zeker dat hij je dat vandaag w?s komen vertellen. Ik zag zijn gezicht toen hij de laan in kwam. Kijk zoo?" Zij bootste den gang en de gclaalsuit-, drukking van den predikant na en barstte in lachen uit over het geërgerde gezicht van Agnc s. „Waarover praatte hij met jei" vroeg zij, „als het niet was over „hoogere aan doeningen"?'1 (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1917 | | pagina 5