TWEEDE BLAD
FEUILUT01.
Het vijfde Wiel
Binnenland.
saterdag 1 Dec. 1917, no. 284.
Het zoeken naar een uitweg.
"Voorspel niet, vóór je 't weet! Ook
niet in politiek.
"We hopen er ons aan le houden, voor
al in deze lijden, nu 't onmogelijke mo
gelijk wordt, nu alles kraakt, ook het
meest soliede; nu „,dje bergen springen
als rammen en de heuvelen als lammer
ren", om een beeld van den Psalmist
te gebruiken.
Maar de mensch is nu eenmaal zoo
vooral wanneer de dingen om hem heen
verbijsterend door elkaar draaien, dat
hij althans probéért vast te stellen wat
voor richting de hoofdbeweging in dien
wirwar uitgaat. Dat is ook bij de jong
ste politieke debatten in de Kamer ge
beurd. Opmerkelijk was 't daarbij, dat
het in het bijzonder de partijleiders links
waren, die naar een uitweg uit den
chaos zochten. Rechts zei men dat er
niet> van te zien was, en putte men zich
Uit in het aanwijzen van onderwerpen}*
die wel degelijk de christelijke partijen
van de andere scheiden, een bewijs „in
de ruimte", omdat dit wel niemand ont
kennen zal en dan nog ftltijd de vraag
overblijft ,of die vraagstukken zoo over
wegend zijn in de praktijk van 't staat
kundig leven, dal zij een voldoende reden
zijn voor een blijvende christelijke anti
these. ook nu het geldelijke onderdeel
der onderwijskwestie eruit zal verdwijnen.
Maar links, waar men het sterkst de
ontbindende kracht van de wording van
het nieuwe voélt (of is het: het eerlijkst
erkent?), daar kregen we-
van den vrij-liberalen leider Dressel-
huys de voorspelling van een welvaartsr
poliliek, die zal leiden tot splitsing in
staatssocialisme en voorstanders van de
vrijheid, waarbij hij nog altijd een sa
mengaan der drie vrijzinnigen mogelijk
acht;
van den Unie-Liberalen leider van
Raai te het vooruitzicht in de verre toe
komst op een splitsing dwars door alle
politieke partijen heen, tusschen een
moedig vooruitstrevende, en een meer
behoudende groep, maar met deze
(t>. i. verstandige waarschuwing, dat men
voorloopig niet .op verwezenlijking daar
van moet rekenen;
van den vrijzinnig-democralischen lei
der Marchant de constateering dat de d|e-
mocraten van alle partijen tot elkaar
naderen; en daarom den aandrang om d;ie
toenadering voor te bereiden;
en van den sociaal-democraat, mr.
Troelstra de Aanbeveling van datzelfde
denkbeeld, geformuleerd als: domocrali-
sche concentratie.
Het lijkt allés een befelje op elkaar.
Maar de verschillen worden groot, als
we er de consequenties uit trekken
Voor den naderenden verkiezingsstrijd
die nu onze aandacht vraagt; en die
de aanleiding is tot deze beschouwingen.
Is er practisch nut van te verwach-
ten?
De optaerking van den heer Nolens
üht de door den heer Dresselhuys aaiii
bevolen welvaartspolitiek te eenzijdig ma
terialistisch is, om daarop ooit oen
staatsbestuur te kunnen grondvesten, lijkt
Ons juist. En evenmin kunnen we prac-
tische beteekenis hechten aan de aan
beveling van een samengaan der drie
door
BEATRICE HERON MAXWELL
FLORENCE E. EASTWICR.
Naar het EngeJsch
49).
„Dus dm moet ik u vaarwel zeggen,"
zei de vicaris, liaar hand vattende,
zal eenige maanden weg blijven en in
dien uw broeder herstelt en u bij uw
voornemen blijft ergens anders werk te
zoeken, dan zien we elkaar misschien
in heel lang niet meer. Mag ik u dit al
léén zeggen: als het Gods wil geweest
was ons te zamen te laten arbeiden, u
en mij, indien wij tot éénzelfde kerk
behoorden en van één geloof waren, zou
mijn liefste hoop wezen, die ik op aarde
kon koesteren, aan uw zijde ónzen le
vensweg te bewandelen."
Zij sloeg de oiogen tot hem op, zoo
helder als kristal, met onveranderlijke
standvastigheid in dien blik, ofschoon
zijn woorden een blos riepen op haar
bleeke wangen. En ze zeide zacht: „Mijn
liefste hoop is te worden aangenomen
door God, tot Zijn dienst alleen. Ik zoek
geen andqr geluk."
>,Dnt weet ik", antwoordde hij, „was
het maar anders geweest! Ik zal u altijd
in mijn gebeden gedenken. Vaarwel, Ag-
vrijzinnigen, nu een van de drie niet wil.
Maar in het bijzonder dien aandrang
van links om nu reeds de bijeenvoeg
ging van alle democraten voor te be
reiden willen we uitvoerig bespreken.
Is die democratische concentratie dan
al zoo duidelijk op komst? En wat is
dan wel de democratie die hier bedoeld
wordt?
Deze vraag is niet zo,o nhchter, «Is ze
er uit ziet. Want als wij onder demor"
cratie verslaan: den invloed van het
Volk in al zijn gelfedingefn op"
hel bestuur der zaken van algemeen
belang, dan zijn er in de Tweede Ka
mer van ons land slechts enkelen die
niet democraten kunnen worden ge
noemd. Onze heele staatsinrichting is de
mocratisch, en de verschillen zijn nuan
ces van eenzelfde stemming.
Maar het woord heeft bij de meesten
een heel andere beleekcnis gekregen
dien van van het op den voorgrond
stellen van de belangen van de arbei
dersklasse. Dat is! £1 zoo' sterk, dat
ook bij de niet-feocialistische democraten
de heele klasse Van bedrijfsleiders
waarschuwend met den vinger wordt
aangewezen als „een sociale groep van
personen die vijandig staan tegenover
onze beginselen."
Het was de heer Marcliant die deze
termen gebruikte toen op de alg. ver
gadering van den V. D. B. le Utrecht de
lieer Boissevain er legen opkwam dat in
het orgaan van den Bond „meermalen de
groot-fabrikanten en industrieeien op vij
andige wijze worden .onderhanden geno
men." En de heer Marchant, die blijk
baar voelde dat deze opmerking óók zijn
eigen ietwat schampere rede over den
Economischen Bond trof, verduidelijkte
toen zijn woorden door die tegenstelling
de sociale gr.oep der groot® werkgevers
staat vijandig tegenover onze beginselen,
Beginselen van democratie?
Neen, toen doelde hij niet op de
mocratie, maar op arbeidersbelangen. Als
een soc-une groep itpm: dat haar belan
gen iniel voldoende behartigd worde»,
en als zij dan een politieke partij vormt
om dat doel te bereiken, dan is dat even-
1 een democratische beweging, als het
vormen van de a rbei ders v e re cru' gin gen
voor hün belangen. Zelfs ook dan wan
neer diè groep er niet in geslaagd ïs,
een doeltreffende vorm aan die poging
te geven, zooals o. i. met den Econo
mischen Bond het geval is, dan nog ver
dient dat optreden iets anders Jan een
afwijzing als conservatisme puur voor
eigen belang. Het is werkelijk niet ge
heel zonder reden dat, na een kwant
eeuw van vooropstelling van sociale her
vormingen, ten gunste van de arbeiders,
er ook een beweging op komt, die aan
dacht vraagt voor de bedrijven zelf, voor
de ondernemingen, die zeker niet ten
volle vereenzelvigd mogen worden met
de bedrijfseigenaars. En moeten wij ons
nu de voorstelling laten opdringen, dat
iedere poging .om ook voor die belangen
de aandacht te vragen, moet worden ge
schuwd als ondemocratisch?
Moet het, ook in deze dagen, nu ieder
een de noodzakelijkheid voelt van een
samenwerking van alle economische
krachten als eenige waarborg voor een
blijvende nationale welvaart, moet het
nu werkelijk nog betoogd worden, dat er
in het wèl-gaan van de bedrijven, van de
groote evengoed als van de kleine, een
algemeen belang schuilt? In de crisis-
dagen hebben we beter dan in gewone
tijden kunnen waarnemen welk een
stuwkracht, organiseerend talent en door
zicht er zit in de groote bedrijfsleiders,
Moeten wij nu toch maar aannemen, dat
ieder streven hunnerzijds naar invloed op
de landszaken moet worden gewantrouwd
als slechts beoogend het eigenbelang' van
het groot-kapitaal?
We hebben het vermoeden, dat som
mige democraten bij liet lezen van 'tgeen
nes." Hij hield haar hand nog vast in
de zijne, vast en vurig, en toen hij haar
in de oogen zag en geen spoor van boos
heid bespeurde, niets dan een vrouwe
lijke, medelijdende teederheid, hief hij
haar hand op lot zijn lippen en kuste
eerbiedig.
Teen vertrok hij met een: „God be
hoede u eeuwig!"
Z'jn eerste en laatste liefdesdroom was
geëindigd; Agnes was van dat oogenblik
af voor hem een aandenken, afgezon
derd van alle gewone alledaagsche din
gt n en weggesloten als iets heiligs.
Ilij vond Mr. Pridham op en neer loo-
pende in de bibliotheek, zooals zijn ge
woonte was in den kaatsten tijd, met d
handen op den rug en de oogen op den
grond gevestigd.
„O Hassall!" riep hij uit, toen Je vica
ris binnenkwam, „ik hoor dat we u
voor eenigen tijd moeten missen. Elen
slechte tijding voor de gemeente!"
ïk denk dat mijn opvolger een
groote aanwinst zal wezen," antwoordde
Hassall. „ik weet zeker dat hij in uw
smaak zal vallen. Hoe gaat liet met uw
zoon, mijnheer Pridham?"
Mr. Pridham stond stil, keek hem een
oogenblik aan en zei: „Hassall, er zijn
oogenblikken in het leven wanneer men
voelt, dat de sombere gedachten uitge
sproken moeten worden, dat men be
hoefte heeft een openhartige, eerlijke
mectedcrling uit te storten bij een vriend
op wien men vertrouwen kan. Mag ik
vrij-uil tot u spreken zonder vrees dat
ge mijn vertrouwen Suit schenden? Kan
wé hier schreven, ons minachtend zullen
betitelen als conservatief. Want dat is nu
eenmaal het bangmakende woord waar
mee iedereen wordt bestempeld, die. in
gaat tegen de meening dat met arbei
dersbescherming ook het einddoel der
democratie bereikt is.
Wellicht zal 't anderen echter duidelijk
zijn, dat van conservatisme eerst sprake
lean zijn, als men aan de regeling zelf
begint, en niet zoolang men liet heeft
over de vraag, wie invloed op die re
geling zullen hebben. Maar behalve dat
sluit het hierboven besprokene onmiddel
lijk aan "bij een kwestie die nog dieper
wortelt, en die een ontwikkeling 3er
democratie aankondigt over veel bree
der terrein dan alleen ter bescherming
van de arbeidersklasse.
We bedoelen het opkomen uit do
maatschappij van nieuwe krachten, die
medezegging vragjen bij de regeling van
zaken, welke totnutoe alleen aan 't Par
lement waren overgelaten.
In dit laatste opzicht komen we hier
terecht ook op één der oorzaken van ide
in ons vorig artikel „De chaos" bespro
ken ontevredenheid over het parlement.
We hebben vroeger al meermalen in
het licht gesteld, dat <le onmacht van
het parlement om (le wetgeving gelijken
tred te doen houden met de steeds
weer uil de maatschappij opgroeiende
meuwe vraagstukken, ertoe geleid heeft
dat de belanghebbenden zich zelf hel
pen.
Toen de ongevallenwet wel de arbei
ders in de industrie beschermde, maar
niet die in den land- en 'tuinbouw, heb
ben de werkgevers in die bedrijven zich
zelf geholpen door de Landbouw-Onder-
linge en de Tuinbouw-onderlinge. De re
geling van de Beurszaken wordt be-
heerscht, niet door een wet, maar door
de voorschriften van de Veréeniging voor
den Effectenhandel (behalve de Beurs
wet betreffende den crisistijd.) In den
eehandel, paardenliandel, aardappelhan-
del enz., werden door onderlinge samen
werking regelen voor arbitrage getrof
fen, die niet in een wet te vinden
ren. De geheele invoer, en" een groot
deel van den uitvoer werd geregeld dioor
de N. O. T., een reusachtig lichaam, aan
welks vorming de wetgevende macht niet
meewerkte. Terwijl de invaliditcits- en
ziekteverzekering hopeloos vast zitten in
de weerhaken van 't parlementaire kreu
pelhout, kwam buiten de Kamer om in
korten tijd een toch zoo na met die ge
noemde maalregélen verwante werkloos
heidsverzekering tot stand, berustend op
de werkclo ozen kassen die, ook al weer
zonder eenige parlemenlsbemoenng, uit
de samenleving zelf waren opgeschoten.
Het eenige wat het parlement daarvoor
deed, was de benoodigde bedragen toe
staan.
D,oor den oorlogstoestand zijn die ver
schijnselen ontzaglijk vermeerderd. Ieder
bedrijr heeft thans zijn veréeniging die
voor de belangen van het bedrijf ijvert.
enbindende voorschriften geeft aan
de leden. Die aandrang uit de bedlrijven
tot medezeggingschap over of althans tot
invloed op hun eigen belangen heeft zelfs
zoo'n kracht gekregen, dat nu reeds is
aangekondigd een voorstel tot invoering
van een verlegenwoordigenden Raad van
Handel en Nijverheid, die de regeering
van advies zal hebben te dienen. Is het
niet te verwachten, dat deze vertegen
woordiging van handel en nijverheid dan
spoedig een even grooten, zoo niet groo
teren invloed zal hebben op den gang van
de daaronder vallende zaken dian de
volksvertegenwoordiging in het Parle
ment?
En :\lle windvaantjes wijzen dien tent
uil. De ontwikkeling gaat merkwaardig
snel. Toen zeven jaar geleden minister
Talma zijn Arbeidsraden met verorde
nende bevoegdheid voorstelde, was dp
tegenstand in en buiten de Kamer zoo
groot, dat hij die verordenende bevoegd
heid liet vervallen. En dit jaar, up de
ik ,u vertrouwen?"
Toen ging Mr. Pridham zitten met het
hoofd in de hand en deelde hem zorg-
4ulaig, geregeld de geheele geschiedenis
mede zooveel hij er zelf van wist, hij
verzweeg geen enkele bijzonderheid en
voegde e»- geen enkele verklaring van
zich zelf of verontschuldiging bij.
Hij vertelde het incident van de vinger
afdrukken en eindigde met de woorden
„En nu, Hassall, zeg mij .eerlijk isi
mijn zoon naar uw hieening onschuldig of
schuldig?"
Onschuldig," antwoordde Hassall, „ïi
he-b een zeer sterke overtuiging op dat
punt. Bij dergelijke misdaden heb ik op
gemerkt, dat er altijd een combinatie
van toevallige bewijzen tegen één of meer
personen' zijn, welke in ieder geval op
schuld wijzen. Maar wanneer het bij on
derzoek goed nagegaan wordt, zal iedere
rechter, die op de hoogte is van 'zijn
vak, die menigte bewijzen op zij zetten
en zirh aan één of meer hoofdpunten
vasthouden. Die bepalen de geheele zaak.
Ilc geloof niet dat iemand die hoofd -pf
levenspunten nog heeft aangeraakt. Ik
zal aan u denken in uw vreeselijke span
ning en u niet vergeten in mijn gebeden."
En John Hassall nam afscheid.
Intu^schen was Agnes naar den tuin
gegaan naar de rozeperken, waar zij in
dc- dichtste laurierboschjes een toevlucht
zocht om rustig na te denken; daar vond
zij Theo met een mandje in de hand, zij
liep van den eenen struik naar de andere,
knipte de dorre bladeren af en plukte
hier en daar een van haar geliefkoosde
hier ter stede gehouden vergadering'van
de Nederlandsche juristenvereeniging
werd met groote meerderheid bevesti
gend geantwoord op de vraag of t gje-
wenscht is naasjt Kamers, Prov. Staten
en Gemeenteraad publiekrechtelijk© licha
men, zooals een Arbeidsraad, in te snellen
met wetgevend en uitvoerend gezag be
kleed.
Die beslissing reikt ver over de ar
beidersbelangen Iteen, al werd er flechls]
van arbeidersraden in gesproken. En de
democratische richting van dat besluit zal
wel niemand kunnen ontkennen.
Een zeer tcckenend voorbeeld van
het democratische karakter van tlie
nieuwe uit de maatschappij opgroeiende
krachten hebben we hier in Zeeland in
'tgeen ten opzichte van de landbouw
organisatie gebeurt.
Zooals ook elders, was» hier langen
tijd de Landbouwmaatschappij de eenige
organisatie pp dat gebied. Maar liet
was een vereeaiging ,„van hoven af". Heel
veel' scheen dat niet te deren, behalvt
dan dat er steeds geklaagd wer<^. dat
nog zooveel boeren geen lid waren. Maar
toen de ooriogscrisi^ tot samenwerking
an lillen noopte, toen werd liet duide
lijk 'dat de boeren wel degelijk georga
niseerd waren, maar builen de Z. L- M.;
dat. naast die Maatschappij, Boerenbonden
maar vooral dorpsvereenigingen en vei-
lingsvereenigingen waren ontstaan die sja-
men zoo goed als alle boeren omvatten.
En dal is zoo helder ingezien door de
leiders der Z. Landb. Mij., dat ze bij
hun voorstel tot reorganisatie het radi
cale plan voor legden, om feitelijk de
oude Maatschappij op te heffen ®n te
vervangen door een Bond, die rust op
die Boerenbonden, dorps- én veilingsver-
eenigingen.
"We zullen moeten afwachten of dit
plan zal slagen, maar het windvaantje
van deze beweging wijst in dezelfde de
mocratisclie richting.
En nu komen we terug op de in den
aanvang gestelde vraag: is de ons, door
Vrijzinnig-Democraten en Sociaal-Demo
craten voorgespiegelde „democratische
concentratie" zoo duidelijk, op komst, dat
men op grond daarvan een samenwerking
bij de verkiezingen moet voorbereiden?
Hebben de voorstellers niet te eenzijdig
slechts de „oude" democratische kwes
ties op 't oog- sociale wetten, ouder
domswettenvrouwenkiesrecht, salaris
sen? Zal niet ook die nieuwe democra
tische beweging dringend om regeling
vragen, wil ze niet tot ongewénschten
dwang leiden? En is 't niet reeds over
duidelijk, dat men die naar boven wer
kende maatschappelijke krachten van
werkgevers dan zeker niet mag beschou
wen als een sociale groep die vijandig
staat tegenover de democratie?
De bespreking van die vragen zullen wo
moeten uitstellen tot een volgend artikel,
DE RESULTATEN VAN IIET NED.
LEVENSVERZEKERINGSBEDRIJF OVER
1912 TOT 1915.
Prof. J. G. de Jongh, hoogleeraar aan
de Nedcriandsche Handelshoogeschool,
heeft een onderzoek ingesteld naar de
resultaten van het Nederl. Levensverze-
keringsbedrijf, in verband met het Mo-
nopoJicplan-Treub, en heeft thans open
baar gemaakt (uitgave van het Instituut
voor Economische Geschriften) de slot
som, waartoe hij op grond van het ver
werkte materiaal gekomen is.
Dil rapport bevestigt de tot dusver
door deskundigen uitgesproken vermoe
dens volkomen. Zooals men zich herin
neren zal deelde Minister Treub in de
Eerste Kamer mede, dat de Nederl. Le
vensverzekeringsmaatschappijen in 1915
een winst hadden opgeleverd van
f 1.185.000, welk bedrag door hem ont-
Dam.ascus-rozen om op haar toilet tafel
vaasjes te zetten. Zij was dol op
mooie kleuren, die voor haar een deel
win de vreugde des levens vertegenwoor
digden en de grauwe mistroostigheid van
deze zomerdagen zonder eenige vreugde,
waren haar bijkans onverdragelijk ge
worden.
Want de bewoners van het graafschap
een grillig, boersch slag van menschen,
die zichzelf als godheden beschouwden,
moeilijic te voldoen en jtemakkelijk op de
teentjes getrapt hadden de familie
Pridham den rug toegekeerd sedert Lau
rie's nnem in opspraak gebracht was,
en nu eon officieele visitie, gevolgd door
een kaartje, had men zich aan allen ver
deren omgang onttrokken.
Dc afwezigheid van Tubby Maulevcrer
werd ©enigszins beschouwd als een ge
volg van de ongelukkige gebeurtenis op
Doornen-Jacht en toen Sallie het voor
beeld van haar broeder Volgde en ook
van huis ging, namen de praatjes nog toe.
Men vond het zeer onaangenaam ,dat
twee gewoonlijk zeer gastvrije huizen de
deur voor eepigen tijd voor hel ontvan
gen van menschen gesloten hadden en
men toonde zijft misnoegen door het ver
mijden dor vrouwelijke leden van de fa
milie Pridham, de weinige keeren dat een
wandeling of rijtoertje haar 'hun park
deen veriïten, terwijl mijnheer Pridham
zelf, ofschoon niet uitgesloten, toch niet
langer gezocht werd door de notabelen
der plaats of geraadpleegd omtrent plaat
selijke belangen zooals vroeger.
Zoo sleepten zich de onbelangrijke,
leend werd aan de „Jaarcijfers 1915",
gepubliceerd door het Centraal Bureau
voor dc Statistiek. Omtrent het brandver-
zekeringsbedrijf konden geen gedocumen
teerde cijfers worden genoemd en moest
met een (geheel persoonlijke) opvatting
van den Minister worden volstaan.
Onmiddellijk werd in de Kamer de
juistheid van het bedrag van f4.185.000
in twijfel getrokken en kort daarop ont
stond in de dagbladen en in de vakpers
con ware storm in het bijzonder tegen,
mr. W' II. A. Elink Schuurman, op wien
de Minister zieh als autoriteit had be
roepen. Men was van oordeel, dat het
bedrag voor de levensverzekeringsmaat
schappijen als winst genoemd, veel te
hoog was.
Prof-, de Jong kwam op grond van
zijn ófiderzoekingen en beschouwingen
o. a. tot de conclusie, dat in plaats van
een winstcijfer over 1915 van f 4.185 000
voor de gezamenlijke Nederl. levensver
zekeringsmaatschappijen (dat evenwel be
trekking bleek te hebben op 78 der be
langrijkste) zal dienen le treden een ver
liescijfer van f 1.472.730.
Dit verliescijfer staat in sterke mate
onder den invloed van een buitengewoon
,roote afschrijving op hel effectenbezit en
een daling in 1915 van de ontvangen
premicn (waartegenover een kostenbe
sparing staat). Het is daarom aanbevelens
waard, de jaren 1914 en 1915 gezamen
lijk als één periode te beschouwen. i
Ook het aldus verkregen winstcijfer ad
1 1-13.439 is echter slechts van relatieve
waarde.
De abnormale omstandigheden, waar
onder in 1915 het levensverzekerings
bedrijf is uitgeoefend, maken het onmo
gelijk eenige gevolgtrekking te maken,
zonaer een beschouwing van vooraf
gaande normale jaren. De jaren 1912, '13
en '14 leverden resp. netto-winsten op
van f 1.062.793, f 1.101.813 en f 1.769.658.
Pij de beoordeeling van de waarde,
die de gevonden winst- en verliescijfers
voor den Staat, als toekomstig monopo
listisch exploitant, zal hebben, moeten
hier hu'ten beschouwing blijven de z.g.
vrije rente en de winstuitkeering aan
verzekerden. Brengt men deze in minde
ring jp het totaal bedrag, dan worden
de netto-winst en het netto-verliescijfer
gewijzigd in. 1912 winst f412.079, 1913
•erlies f370,132, 1914 winst f752.247,
1915 verlies f2.314.150
Vol eens hel oordeel van prof. De Jongh
zal de staat de onderlinge verzekering
inmiddels niet kunnen beletlen, zoodat
voor den fiscus slechts van belang zijn
de resultaten, behaald door de nnaml.
vennooLcbappen
Deze bedroegen, na aftrek van de vrije
rente en de winst-uitkeering aan verze
kerden: 1912 winst f 467.348; 1913 ver
lies f519.025; 1914 winst f 337.785; 1915
'erlies f2.572.107.
Prof. de Jongh is van meening, „dat
deze cijfers voor den aanstaanden mono
polist weinig aantrekkelijks zullen ople
veren".
GEMEENTERAAD VAN GOES.
(Slot.)
Het afwijzende voorstel op liet ver
zoek van de afd. Goes der S. D. A. P|-
om intrekking van de verbodsbepaling
betreffende het op den openbaren weg
luidkeels venten met geschriften, worflt
zonder discussie en 2. h. s. aangenomen.
Het verzoek van de hoeren J. A.
van Heel e. a. óm hel belastbaar inko
men te verminderen met de bedragen
die eventueel betaald moeten worden
aan oorlogswinst- en verdedigingsbela»-
ting en deze regeling reeds op liet
vorige belastingjaar toe te passen, werd
conform het advies van B. en W. en fi-
nancieele commissie z. h. s. afgewezen
Een wijziging in de begrooting 1917
werd 7. h. s. goedgekeurd. Het primitief
kohier van schoolgeld voor de Mulof-
school cursus '17—'18 werd gesteld op
vervelende dagen voort en Theo leerde
haar levensles en wachtte zich wel de
afmattende rustelooze onrust van haar
kinderlijk hart te toonen.
„Wel", zei ze toen ze Agnes in 't oog
kreeg, „wanneer zal het wezen?"
„Wanneer zal wat wezen?" vroeg Ag
nes, die werkelijk niet begreep wat haar
zus Ier bedoelde.
Theo neuriede de Hochzeitsmarsch en
eindigde niet te zeggen: „Zul jullie in
e kerken trouwen?"
.Theo1' Agnes' gezicht gloejde en haar
oogrn verloren hun gewone kalmte.
„Waarom zeg je iets dergelijks? Ik zal
nooit in mijn leven trouwen dat weet
je heel foed. En ik kan niet begrijpen
waarom je denkt dat Mr. Hassall
Zij 7weeg, want Theo wierp haar
mandje en schaar op den grond, greep
haar Dij den arm en schudde die .kriel.
„Maak je maar niet boos," zei ze. „Ik
Woel wel, dat je geen zier om hem geeft.
Maar al had je maar een half oog, dan
zou je kunnen zien, dat hij dol op jou is
en ik dacht zeker dat hij je dat vandaag
w?s komen vertellen. Ik zag zijn gezicht
toen hij de laan in kwam. Kijk zoo?"
Zij bootste den gang en de gclaalsuit-,
drukking van den predikant na en barstte
in lachen uit over het geërgerde gezicht
van Agnc s.
„Waarover praatte hij met jei" vroeg
zij, „als het niet was over „hoogere aan
doeningen"?'1
(Wordt vervolgd).