M111IIK L It I It S CIIE COURANT,
de
in-
op
en
rden
iben
raag
0.
m 236
Dinsdag SO Ootob--» 1917,
160* «jaargang.
ider.
be-
pCt.
kan-
l©
raart.
rgscha
deesch
ollade
1.10.
Jtraafc.
van
f 1.80
kilo.
rkt.
OP,
soort
pelen,
rK*
TER,
st te
ekh.
it.
lott.
Abonn- prtfs per kwartaal In Mid
delburg on b!J de agenten lö Wisatagen
en Goes f 1.83; per port f 1.7&
Advertenties 20 cent per regeL
Bij abonnement veel lager.
FamilioberichiMi en dankbetuigingen
an 1—7 regel® f 1.50.
EEN GEDENKDAG TOT
BESLUIT.
Wal morgen, den 31sleti October, her
dacht wordt de aanplakking vierhon
derd jaar geleden door Luther van zijn
stellingen tegen den aflaat is niet alleen
voor de Protestanlsc.he kerken van bc-
teekenis. Die datum trekt ook pen lijn
door de geschiedenis van de geestesont
wikkeling, want die daad van door
ons nauwlijks naar werkelijke waarde le
beseffen moed, was, wel niet het
eenige, maar zeker hel meest sprekende
kenteeken van de geboorte van het
individualisme, van den eisch van den
persoon tot het recht van eigen oordeel,
een eisch die dwars inging tegen dfe.
middeleeuwsche opvatting vnn onderwer
ping van alle geestesuitingen aan het
gezag van de Kerk.
Dat individualisme is in Duïtschland,
in het land van Lnther een eeuw la
ter verdronken in de ellende die over
heel Duitschland stroomde door de gru
welen van tien derligjarigen oorlog. Het
is in Frankrijk onder de Hugenoten
sterk gegroeid, en toen wel onderdrukt
maar nooit uitgeroeid. En het is tot een
krachtig leven gekomen in Nederland,
in Enge Land en later m de N. Amen-;
kaansche kolonies, en 'heeft daar nog
heel andere gevolgen gehad dan alleen in
het ontstaan van kerkelijke secten: het
heeft door gewerkt door de heole samen
leving in die landen, en heeft er een geest
van vrijheid gewekt, welke deze Janden
in die dagen zoo buitengewoon sterk on
derscheidden van andere staten. Het is
werkelijk niet alleen toeval, dat juist in
die landen zich zulk een vruchtbarei
icracht ontwikkelde in handel, in nijver
heid, in wetenschappen. Het vrijheidsbe
sef van den staatsburger was er een
factor geworden, die terdege meetelde.
En later is het altijd weer dat indivi-*
dualisme geweest, dat den loop van de
wereldgebeurtenissen beheerschtc, dat
den grondslag vormde van den opstandi
der Amjerikaansche kolonies; van de
Fransche revolutie; van gl de volgende
revoluties daar en in andere landen,4
van de liberale leer van vrije bew"eging
voor allen op sociaal gebied, van mede
zeggingschap der burgers als kiezer op
politiek gebied.
Totdat, beginnend in het laatst der
negentiende eeuw, weer uit de maat
schappij zelf, opkwam dat streven naar
aaneensluiting (vakvereeniging, en ook ka
pitaal-combinatie), en tegelijk het streven
naai- een steeds verder uitgebreide
regeling van hooger hand om de
maatschappij te beschermen tegen te
groote macht en willekeur van en
kelen, een staatsbemoeiing die door
den oorlog is ontwikkeld tot een rege
ling, die spot met ieder begrip van indi
vidualisme; van 't persoonlijk recht om
zelf over zijn belangen te beslissen
Zou datgene waarvan we de geboorte
in Luther's daad herdenken, niet rejedsi
stervende zijn als heerschend levensbe
ginsel?
O, zeker, de Protestantsche kerken
bestaan nog, én zullen in de eerste
eeuwen niet dood gaan. Maar oif ze het
sterke leven hebben, dal ook naar biuiflen
werkt, zooals in de dagen van en na hun;
ontstaan het geval was?
Durft iemand volhouden, dat zij, te
zamen in hun huidige vormen, hoe tal
rijk ook% een volledige uiting geven aan
wal er omgaat in hel Protestantsclie deel
van de menschheid? Heeft niet ook dat
zelfde individualisme, datzelfde recht op
eigen oordeel, en op levensbeginsel naar
eigen oordeel, geleid tot een verscheiden
heid die velen b u i t e n de kerken bracht,
en de kerken zelf te vier uiteendreef on*
ooit weer samen de macht te vormen,
die ze in de eerste eeuw na do Kerk
hervorming wèl waren?
Kan dr. Abr. Kuyper, in een merk-
Waardig artikel over „den Gedenkdag
der Hervorming" m het Weekblad „De
Amsterdammer", niet met recht schrijven
oyer „de alleszins droeve gesteldheid",
dat onder de millioenen leden vpn een
kerk „een niet gering dejel een overtui
ging is toegedaan die lijnrecht tegen de
Belijdenis der Kerk overslaat"? En kan
men tegenspreken, Wat prof. H. Y. Groe-
newtegen in datzelfde nummer schrijft
over de verdooving van hel gevoel van;
saamhoorigheïd der Protestanten, en over
het dientengevolge heerschen van „mis
verstand en miskenning, verwarring en
strijd"
Neen, alle verheerlijkingen van Luther,
hoe gerechtvaardigd ook, kunnen ons niet
overtuigen, dat werkelijk nog krachtig
bloeit, Vat door hem geplant werd.
De Prolestantsche bezieling, die ©ens
hcele volken veroverde, heeft door ver
snippering haar kracht verloren.
Niemand zal ons wel verdenken dat
wie bepleiten of hetopgen dat de geest
van den lijd de afgescheidenen Weer te
rugleidt naar Rome (al is ook uit de ver
andering in de algemeene begrippen één
Verklaring te vinden naast andere
van de sterke positie die de R. Katho*
Iielte Kerk thans weer heieft). De buiten
de kerk geraakte Protestanten en
eveneens alle zich nieuw vormende
secten, waaraan vooral Amerika zoo rijk
is, gaan een richting uil die leidt van
Rome Af. Die keeren dóór niet terug.
Maar ze leven ook in een verspreiding
die allen invloed op de algemeene gees-'
tesrichting verlamt.
Daarnaast zijn we ons echter bewust
dat iets anders in wording is. De wereld
heeft nog nooit een groote beroering,
zooals de oorlog van nu, doorgemaakt,
of een periode van nieuwe begrippen
volgde. En iedereen kan zelf zien dat
de maatschappij nu, na drie jaar oorlog,
al heel anders is d*pi daarvoor, em dat'
de oude toestanden nóóit geheel terug
zlullen komen.
Waarheen we dan gaan? We weten het
niet. We leven zelf te veel midden in do
gebeurtenissen om dat te kunnen zien.
We wórden geleid. We voelen vaag dat
nieuwe begrippen om ons heen geboren
worden, die onze heele samenleving zul
len doordringen en omwerken. Maar hóe
weet niemand.
We weten alleen dat het groote begin
sel van individueele vrijheid, gesymboli
seerd in Luther's daad, niet meer dien
gang der gebeurtenissen beheerscht. We
voelen dat we als individu weer klein
zijn geworden teaenover de gemeenschap.
En als we ons herinneren hoe dat reeds
zoo werd in de jaren vóór den oorlog,
dan hebben wfe houvast voor de over
tuiging dat het ook na den oorlog in die
richting verder ito 1 gaan.
De vierhonderdjarige herdenking
Luther's verzet sluit de periode af, die
erdoor werd ingeleid.
En wie als Protestant mocht meenen
dat dit in strijd is met zijn eigen kerke-
lijken ijver, en met het bestaan van zoo
veel Protestantsche kerken, die beden
ke, dat overai. naast de nieuwe gods
diensten nog eeuwen en eeuwen de oude
bleven bestaan. Maar zonder hun ouden
grooten invloed op den gang van zaken
in de samenleving. En dat is juist de-
omkeer waarop wij doelen.
nihek, Hare gelukwenschen aan dr. Kuy-
per overbrengen.
Onder de talrijke bloemstukken was
er een van het Duitsche gezantschap
met kaart, waarop geschreven stond:
„Seine Majestat der Deutsche Kaiser
wünschte seiner Excellentie Herrn Staat-
minister dr, Kuyper Glück uud Segen
zum 80en Geburtstag.
iiimuo.
SPOORWEG OP ZUID-BEVELAND.
Eindelijk 1
Bij de Tweede Kamer is ingekomieni
een wetsontwerp tot bevordering van den
aanleg en het in exploitatie brengten-enj
régeling van de exploitatie van spoorweg-
lijnen van Goes over 's-Hccr Arends-
kerke, Borsselen en Hoedekenskerke naar
Goes, van Goes over 's-Heer-Arendskerke
'naar het Wolphaartsdijksche Veer en van
Goes naar Wemeldinge.
De kosten van aanleg, met inbegrip
van die voor het in exploitatie brengen
van het ontworpen net, waarvan de lengte
ongeveer 62.5 K.M. bedraagt en dat op
exploitatie als vereenvoudigde Locaal-
spoorweg zal worden ingericht, zijn ge
raamd op f3,210.000. Het renteloos voor
schot der provincie Zeeland zal bedragen
een derde der kosten van aanleg met
inbegrip van de kosten van het rollend
•materieel, tot een maximum van
f 1.070.000, verminderd met de tegen 4
pCt. gekapitaliseerde waarde van de door
belanghebbenden (gemeenten, polders of
derden) toegezegde bijdragen; deze be
dragen zullen moeten verzekerd zijn tot
een bedrag van f 266,440. Iu het wetsont
werp wordt voorgesteld ook door het
rijk een derde. Lot een maximum van
f 1.070.000 le d^en bijdragen.
Dr. KUYPER.
Op de receptie gistermiddag, waar
van we in de tweede oplage in ons
vorig nulnmer nog melding konden ma-
kon, kwamen na de aanbieding van de
vermelde geschenken van een Kuvper-
katheder fonds en een gleden kraam in
de Vrije universiteit tal van personen
den 8 O-jarigen gelukwenschen. Onder
hen waren de Oostenrijksclie gezant
graaf Szechenyi; de minister van staat
jhr. mr, de tSavoruin Lobman, dief
zich eenige oogenblikken op zeer har
telijke wij'ze met dr. Kuyper onder
hield; de ministers Cort van der Lin
den, Lely, Treub en Loudon, een de
putatie uit de Unie-Liberale Kamerclub,
het bestuur der R. Katli. Kamerclub, de
president van de Tweede Ivam'er mr.
Fock, tal van Kamerleden, en een groot
aantal deputaties uit anti-revolutionnaire
kringen.
Op de receptie werd voorlezing1 ge
daan van het volgende telegram van de
Koningin Bij den voor u zoo gedenk-
waardigen dag stel ik er prijs op umijn
welgemeende gelukwenschen aan te
bieden. Wilhelmina.
De Koningin-Moeder liet Haar ka
merheer, jiir, mr, A. G, Schimmelpen-
MINISTER POSTUUM A EN DE
LANDBOUWERS.
Minister Posthuma heeft een hartig
woordje tot de boeren gesproken. Hij
had veel op z'n hart, wal geen wonder
is, na de manier waarop hij door de'
landbouwers is aangevallen.
Hij heeft de gelegenheid van de ope
ning van de rijkslandbouwwinterschool
te Hengelo gister aangegrepen om wat"
helderheid te brengen in hetgeen pr
door de regeering ten opzichte van den
landbouw is gedaan en niet algemeen
begrepen wordt, en hij heeft daarbij in
't bijzonder drie onderwerpen besproken,
le eenige algemeene redenen van onte
vredenheid; 2e de klachten der zandf-
boeren over de rogge-Iovering en de
varkensteelt, en 3e de vcevoederprijzen
en de kunstmest.
Ten opzichte van. die ontevreden
heid, die bleef bestaan ook toen de
boeren een goed tijdperk doormaakten
van het najaar 1914 tot het najaar van
1916, meende de Minister dat daarvoor
in hoofdzaak twee redenen waren aan.
te wijzen: jaloerschheid op de handela
ren, die nóg grootere winsten maakten,
en de bemoeiingen van de regeering.
De boeren hebben gemeend flat zij
de winsten van de handelaren zelf zou
den hebben gekregen als zij maar de
consenten hadden gehad. De Minister
betwijfelde dat echter zeer.
Gesteld eens, dat het mogelijk ware
geweest organisaties van landbouwers als
het ware uit den grond te stampen,
zouden de leiders daarvan dpji ook da
delijk relaties in het buitenland hebben
gekregen, zooals de bestaande handel die
al sinds jaren had en zouden zij ter
stond gewapend zijn. geweest met de ken
nis, die noodig is om het onderste wit;
de kan te krijgep? Of zouden deze lei
ders ook overgeleverd zijn geweest aan
den, hen in kennis cn ervaring ver over-
tref fenden buitenlandschen kooper? In
den landbouw bestaat een spreekwoord,
dat zegt, dat buurman's koeien altijd meer4
melk geven en de Minister heeft daar
aan vaak gedacht, ais hij de boeren on
tevreden hoorde zijn over de door den
handel gemaakte winsten.
Hij heeft echter nog steeds de overtui
ging, dat de boeren den besten tijd h©b-
icn doorgemaakt en dat van de groote
winsten, die wellicht in sommige tak
ken van handel zijn gemaakt, de boer niet
veel zou hebben ontvangen, als hij1 zelf
handel zou moeten drijven.
De tweede oorzaak van de ontevre
denheid in het overigens voor den boer
gunstige tijdperk was gelegen in het
feit, dat de regeering zich bij het begin
van de crisis terstond bemoeide met de
producten van den land- en tuinbouw,
maar de Minister zou willen vragenkon
dit wel anders? Een mensch in het
algemeen en ook een Nederlander moei
maal eten en hetgeen hij eet,
moet hij hebben als product van den bo
dem en de producten van den bodjem
worden geteeld door den boer pf djóor
den tuinder. Den boeren ging het góed,
het Nederlandsehe volk moest eten en
men heeft die beide zaken pan elkander
gekoppeld.
Maar dit geschiedde niet alleen bij
de boeren, het is ook geschied op hei
gebied van de scheepvaart en, waar
men "kon, op het gebied der industrie.
Dit alles viel echter niet zoo duidelijk 5n
het oog en ging waarschijnlijk ook niet
zoo ver,- dit was niet, omdat de regee
ring den boerenstand slechter wilde be
handelen dan een anderen stand, doch
dit kwam alleen door het feit, dat de
boer nu eenmaal, de voortbrenger is van
die zaken, waarvan men moet leven ©n ïk
leg den klemtoon op het woord ,moet",
want dit sluit in, dat het niet anders
kon.
"Wat de zandboeren betreft besprak
de Minister uitvoerig de roggckwesli©. Hij
verklaarde zeer wel te begrijpen, dat het
afnemen der rogge voor hen beldeken t
de verstoring v.an hun varkenshouderij.
En komt nu de vraag naar vorenwaar
om neemt dan de regeering die rogge,
dan antwoordt de Minister daarop nuch
ter- de reden is, cfat in Nederland men-
schen wonen, die gevoed moeten wor
den en wier voeding voor een nog af
belangrijk deel uit brood bestaat en voor
dit brood heeft de regeering de rogge
noodig. Hoe hard het dan ook moge
klinken en de Minister is zich van
die hardheid voldoendp bewust de
laatste korrel broodgraan moet ten be
hoeve van het Nederlandsehe volk worden
opgeleverd, om het weerstandsvermogen
zoo sterk te doen blijven als maar
eenigszins mogelijk Is.
Voor de prijzen krijgt hij advies van
de op zijn verzoek door 3® landbouwver-
eenigingen aangewezen praclisch© land
bouwers. Maar men moet liet den Minister
niet euvel duiden dat hij de ontvangen,
adviezen met de noodige nauwkeurig
heid bekijkt. Indien het op geld niet aan
kwam, dan hadihij natuurlijk maar te be
talen wat hem geadviseerd werdj maar*
zoo staat de zaak nu eenmaal niet.
Rijks schatkist moet ten slotte gevuld
worden uit de belastingpenningen en niet
alleen de minister van financiën maar
ook de belastingbetalers hebben er recht
op, dal die penningen zoo goed mogelijk
besteed worden en zoo moet ik nauw
keurig nagaan of ik de ontvangen advie
zen kan volgen. "Wijk ik dan van een
advies af, dan moet men niet dadelijk
daarover lawaai maken, doch dan moet
beseffen, dat de positie van den minister
van landbouw zoodanig is, dat hij naast
de belangen van den landbouw ook die
van 's Rijks schatkist in het oog heeft
te houden.
Uitvoerig werd de prijs door den
Minister besproken. Maar welke grieven
men ook meent te mogen hebben, dieze
ééne niet: dat de regeering niet te
vertrouwen zo uzijn, of, wilt ge het
op een persoon overbrengen dat de
minister van L., N. en H. dit niet zou
zijn. Als hij opzettelijk een gegeven
belofte niet zou nakomen ,dan zou hij
hel niet lang uithouden, fooch als
minister, noch als mensch. Of denkt
ge soms, dat het mij mogelijk zou zijn,
naasl de overdrukke werkzaamheden en
de vele beslommeringen, ook 'nog te
kunnen uitdenken hoe ik de boeren
zou kunnen beetnemen? Gelooft mij vrij
dal ware een onmogelijke taak.
Ten opzichte van de varkens wees
de Minister op de vele knoeierijen.
Eerst op den onwil om in te schrijven
voor den door den Minister vastge-
stelden prijs. Later door dat vele boe
ren blanco kwitanties teekenden met
de vermelding van den betaalden prijs
f 1.20, terwijl in werkelijkheid aan zoo'n
boer minder was betaald. Mag' ik nu
de vraag eens stellen of het wel juist
is den minister een grief t© maken,
dal hij wel f 1.20 belooft en niet
uitbetaalde? Of zou het ook juister
zijn de hand in eigen boezem te ste
ken?
En vervolgens vroeg de Minister of
hij zich mocht veroorloven ook eens
een paarhij zou niet zeggen grieven,
doch heel bescheiden opmerkingen over
de varkensleveranties te maken? Begin
Augustus van dit jaar was het volgens
de varkensmes ters zoover gekomen, dat
de grens van het slachtgewiclit van le
verbare varkens moest en zou terugge
bracht worden tot 70 K.G.. De Mi
nister is daartoe overgegaan en wat
bleek nu' Dat in het tijdvak der eerst
volgende vijf weken 13 Aug. tot 15
Sept. 61.553 varkens geleverd werden
met een gemiddeld slachtgewicht van
94.58 K.G.! Ten deele vindt dit hoog©
slachtgewicht misschien zijne verklaring
iiierin, dat door de gemeenten de hand
gelicht is met hare verplichting om
de levering van meer dan 10 pet. zeu
gen bij de geleverde varkens té weige-
gen. Doch ook als ik dit in aanmer
king neem staat wel vast, dat er nog
voldoende varkens met een h oogier slacht
gewicht van 70 K.G. waren. Waarom
dan zoo bij mij aangedrongen op ver
laging van het slachtgewicht en mij zoo
onjuist voorgelicht? Zal ik ook eens een
dik woord gebruiken? Zoo iets geeft
geen vertrouwen in dè boeren.
Een tweede opmerking is de volgende;
De boenen willen zelf de winst hebben5
die hun bedrijf oplevert. Een begrijpie-
pelijk verlangen. Na verschillende confe
renties is dan ook indertijd besloten dij
landbouwvereenigingen in Nederland uit
le noodigen tot deelneming aan de in
schrijvingen voor het leveren van distri-
bulievarkens. Te dien einde worden aan
alle landbouwvereenigingen formulieren
ter invulling gezonden, om op de lijst vari
inschrijvers geplaatst te worden. Verzon
den werden 1700 circulaires; slechts 67
vereenïgingen vervulden de eenvoudige
formaliteit, die noodig was om voor in-i
schrijving in aanmerking te komen. Het
aantal, dat aan de inschrijving in werke-4
lijkheid deelnam, was nooit meer dan 10'
Zal ik over zoo'n resultaat maar zwijgen'1
vroeg de Minister.
Over de kunstmest en liet vee-
oeder besprak de Minister alles wat
wat de regeering gedaan heeft om hel
pend op le treden. Maar zij is machteloos'
om meer te doen door gebrek aan scheep
vaart
plaats komt de vraag: waar zal het.over-*
bodige vee worden verkocht en betaald?
Want al staat muurvast, dat wij vee kwijt;
moeten, weggeveu kunnen wij het niet oti
reeds lang is internationaal het betalen,
moeilijk.
Is echter de betaling of de crediiet-
kwestie geregeld, dan komt een derde1
moeilijkheid, aan wien mogen wij het vete»
leveren? Gij zijl nog wel allen vrije Ne
derlanders en hoopt het ook te blijven!
doch ge zijt reeds lang niet meer vrij
om wat ge over hebt aan den meestbie
dende te verkoopen.
Op al deze moeilijkheden kan ik hïer
niet verder ingaan, doch ik 'heb ze gei
noemd om te laten merken dat de ré-
gcering dikwijls groote bezwaren ont
moet, die haav en met name den minis
ter van L., N. en H., verhinderen datgenie
te doen, wat, uit een bedrijfsoogpunt
bekeken, voor den landbouw het meest
juist zou zijn.
Nederland kan nog zware tijden te
gemoet gaan tijden, waarin het grooten-
deels op eigen voeding is aangewezen.
Ieder die daaraan kan medewerken en
het niet doet, doet zijn plicht niet.
En nu moogt ge gerust zeggen, dat
komt op ions boeren neder. Ja' dat komt
het ook, doch is het niet heerlijk tK
weten, dat men in een zoo critieken
tijd zijn vaderland, waaraan men zoo gè~
heclit is, kan dienen op zoo nuttig©
wijze? Hoe meer de boer zorgt, dat
Nederland in de voeding van het bui
tenland onafhankelijk is, des te beter
wordt ook de onafhankelijkheid van het
land zelf bewaard. Hulp is daarvoor
noodig van alle zijden en het is biet
groote dankbaarheid, dat ik dezer da
gen kennis nam van een herderlijk
rondschrijven, dat gisteren in allo ka
tholieke kerken van den kansel is af
gelezen.
Zoo en niet anders don in dit schrij-<
ven wordt aangegeven heeft leder zijn
plicht tegenover de overheid te ver
staan. Of er dan geen critiek meer
mag zijn? Reeds op een andere plaats
heb ik eens gezegd het zou mij ver
velend worden in een wereld zonder
critiek. Maar deze critiek dient niet
ben soort sport te zijn. Men moet
daarbij bedenken, dat de regeering in
het binnenland met talrijke belangen
heeft rekening te houden ,dat 's rijks
schatkist niet onuitputtelijk is en dat,
wat de buitenlandsche verhoudingen be
treft de regeering nooit d© vleugjelsl
vrij kan uitslaan, maar allerlei bezwa
ren en moeilijkheden ontmoet.
MILITAIRE DIENSTPLICHT IN
NEDERL.-INDIË.
Bij nota van wijziging op de supple
toir© begrooting van Ned.-Indië voor 1917
is nog de volgende post opgenomen
voor invoering van den militairen dienst
plicht voor Europeesch Nederlandsehe
onderdanen f 300.000.
Nu bij Kon. besluit van 26 Octobeïi
1917 de grondstegen van hel dienstplicht
stelsel voor Europeesch Nederlandschb
onderdanen in Nederlandsch-Indiê zijn
vastgesteld, zal tot de invoering van dat
stelsel kunnen worden overgegaan, zoo-
dra de begrootingswetgever de daarvoor
noodige gelden zal hebben toegestaan.
Zoolang de crisis duurt, zal het zand-
bedrijf dus een andere richting in moe
ten, hoe zwaar dit ook valt, en boei
'gaarne de regeering het anders zou wil
len. Het gebrek aan veevoeder zal moeten
leiden tot sluiting van de bekken, die-
anders verbruiken, en ook daarbij komen
nieuwe moeilijkheden.
In de eerste plaats kan niet gezegd
worden- wij ruimen overal een bepaald
percentage vee op. Zooveel mogelijk' zal
getracht moeten worden op ieder bedriif-
een of meer stuks vee aan te houden,
opdat, als de crisis voorbij is. de boer
niet geheel ter netter ligt. In de tweede,
NEDERLAND EN DB OORLOG.
Hel Amerikaanse he standpunt
inzake kolen voor neutrale
Schepen.
De Amerikaansche legatie zendt liet
volgende persbericht
De oorlogshandelscommissie, voorheen
bekend als oommissie van administrate
voor den export, machtigt tot de onder-1
staande bekendmaking
Bij het vaststellen van hare politiek
ten aanzien van het verstrekken van
bunkerkolen aan onzijdige schepen, lieert
de oorlogshandelsoommksie zich uitslui
tend laten leiden door den wensch, te
voorkomen, dat handelsartikelen naar
aan Duitschland grenzende onzijdige lan
den gaan om naar Duitschland te wor
den uitgevoerd.
De oorlogshandelsoommigsie wil inde-
ze tijdsomstandigheden niet toestaan <lat
handelswaren, die direct of indirect den
vijand tot voordeel kunnen strekken,
uit dit land naar bedoelde aangrenzen
de onzijdige landen worden uitgevoerd,
omdat de commissie nog niet in staat
was de inlichtingen te verkrijgen,- noo
dig om uit te maken, welke van der
gelijke handelswaren den vijand kuimCn
bevoordeelen en in overeenstemming
met die politiek is de commissie van
gevoelen, dat hel noodig is geen bun
ker-vergunningen te verleenen voor een
schip, dat bestemd is voor de vaart
naar een aan Duitschland grenzend on
zijdig land en dat een lading inheeft,
waarvan de vijand voordeel kan heb
ben, niettegenstaande een dergelijke la
ding in een ander land was ingeladen.
Met andere woorden, hoewel de oom-
missie noch de middelen bezit, noch
beoogt, den handel tussclien ander©
neutralen en de aan den vijand gren
zende onzijdtgen te verhinderen, ver*-