M111IIK L It I It S CIIE COURANT, de in- op en rden iben raag 0. m 236 Dinsdag SO Ootob--» 1917, 160* «jaargang. ider. be- pCt. kan- l© raart. rgscha deesch ollade 1.10. Jtraafc. van f 1.80 kilo. rkt. OP, soort pelen, rK* TER, st te ekh. it. lott. Abonn- prtfs per kwartaal In Mid delburg on b!J de agenten lö Wisatagen en Goes f 1.83; per port f 1.7& Advertenties 20 cent per regeL Bij abonnement veel lager. FamilioberichiMi en dankbetuigingen an 1—7 regel® f 1.50. EEN GEDENKDAG TOT BESLUIT. Wal morgen, den 31sleti October, her dacht wordt de aanplakking vierhon derd jaar geleden door Luther van zijn stellingen tegen den aflaat is niet alleen voor de Protestanlsc.he kerken van bc- teekenis. Die datum trekt ook pen lijn door de geschiedenis van de geestesont wikkeling, want die daad van door ons nauwlijks naar werkelijke waarde le beseffen moed, was, wel niet het eenige, maar zeker hel meest sprekende kenteeken van de geboorte van het individualisme, van den eisch van den persoon tot het recht van eigen oordeel, een eisch die dwars inging tegen dfe. middeleeuwsche opvatting vnn onderwer ping van alle geestesuitingen aan het gezag van de Kerk. Dat individualisme is in Duïtschland, in het land van Lnther een eeuw la ter verdronken in de ellende die over heel Duitschland stroomde door de gru welen van tien derligjarigen oorlog. Het is in Frankrijk onder de Hugenoten sterk gegroeid, en toen wel onderdrukt maar nooit uitgeroeid. En het is tot een krachtig leven gekomen in Nederland, in Enge Land en later m de N. Amen-; kaansche kolonies, en 'heeft daar nog heel andere gevolgen gehad dan alleen in het ontstaan van kerkelijke secten: het heeft door gewerkt door de heole samen leving in die landen, en heeft er een geest van vrijheid gewekt, welke deze Janden in die dagen zoo buitengewoon sterk on derscheidden van andere staten. Het is werkelijk niet alleen toeval, dat juist in die landen zich zulk een vruchtbarei icracht ontwikkelde in handel, in nijver heid, in wetenschappen. Het vrijheidsbe sef van den staatsburger was er een factor geworden, die terdege meetelde. En later is het altijd weer dat indivi-* dualisme geweest, dat den loop van de wereldgebeurtenissen beheerschtc, dat den grondslag vormde van den opstandi der Amjerikaansche kolonies; van de Fransche revolutie; van gl de volgende revoluties daar en in andere landen,4 van de liberale leer van vrije bew"eging voor allen op sociaal gebied, van mede zeggingschap der burgers als kiezer op politiek gebied. Totdat, beginnend in het laatst der negentiende eeuw, weer uit de maat schappij zelf, opkwam dat streven naar aaneensluiting (vakvereeniging, en ook ka pitaal-combinatie), en tegelijk het streven naai- een steeds verder uitgebreide regeling van hooger hand om de maatschappij te beschermen tegen te groote macht en willekeur van en kelen, een staatsbemoeiing die door den oorlog is ontwikkeld tot een rege ling, die spot met ieder begrip van indi vidualisme; van 't persoonlijk recht om zelf over zijn belangen te beslissen Zou datgene waarvan we de geboorte in Luther's daad herdenken, niet rejedsi stervende zijn als heerschend levensbe ginsel? O, zeker, de Protestantsche kerken bestaan nog, én zullen in de eerste eeuwen niet dood gaan. Maar oif ze het sterke leven hebben, dal ook naar biuiflen werkt, zooals in de dagen van en na hun; ontstaan het geval was? Durft iemand volhouden, dat zij, te zamen in hun huidige vormen, hoe tal rijk ook% een volledige uiting geven aan wal er omgaat in hel Protestantsclie deel van de menschheid? Heeft niet ook dat zelfde individualisme, datzelfde recht op eigen oordeel, en op levensbeginsel naar eigen oordeel, geleid tot een verscheiden heid die velen b u i t e n de kerken bracht, en de kerken zelf te vier uiteendreef on* ooit weer samen de macht te vormen, die ze in de eerste eeuw na do Kerk hervorming wèl waren? Kan dr. Abr. Kuyper, in een merk- Waardig artikel over „den Gedenkdag der Hervorming" m het Weekblad „De Amsterdammer", niet met recht schrijven oyer „de alleszins droeve gesteldheid", dat onder de millioenen leden vpn een kerk „een niet gering dejel een overtui ging is toegedaan die lijnrecht tegen de Belijdenis der Kerk overslaat"? En kan men tegenspreken, Wat prof. H. Y. Groe- newtegen in datzelfde nummer schrijft over de verdooving van hel gevoel van; saamhoorigheïd der Protestanten, en over het dientengevolge heerschen van „mis verstand en miskenning, verwarring en strijd" Neen, alle verheerlijkingen van Luther, hoe gerechtvaardigd ook, kunnen ons niet overtuigen, dat werkelijk nog krachtig bloeit, Vat door hem geplant werd. De Prolestantsche bezieling, die ©ens hcele volken veroverde, heeft door ver snippering haar kracht verloren. Niemand zal ons wel verdenken dat wie bepleiten of hetopgen dat de geest van den lijd de afgescheidenen Weer te rugleidt naar Rome (al is ook uit de ver andering in de algemeene begrippen één Verklaring te vinden naast andere van de sterke positie die de R. Katho* Iielte Kerk thans weer heieft). De buiten de kerk geraakte Protestanten en eveneens alle zich nieuw vormende secten, waaraan vooral Amerika zoo rijk is, gaan een richting uil die leidt van Rome Af. Die keeren dóór niet terug. Maar ze leven ook in een verspreiding die allen invloed op de algemeene gees-' tesrichting verlamt. Daarnaast zijn we ons echter bewust dat iets anders in wording is. De wereld heeft nog nooit een groote beroering, zooals de oorlog van nu, doorgemaakt, of een periode van nieuwe begrippen volgde. En iedereen kan zelf zien dat de maatschappij nu, na drie jaar oorlog, al heel anders is d*pi daarvoor, em dat' de oude toestanden nóóit geheel terug zlullen komen. Waarheen we dan gaan? We weten het niet. We leven zelf te veel midden in do gebeurtenissen om dat te kunnen zien. We wórden geleid. We voelen vaag dat nieuwe begrippen om ons heen geboren worden, die onze heele samenleving zul len doordringen en omwerken. Maar hóe weet niemand. We weten alleen dat het groote begin sel van individueele vrijheid, gesymboli seerd in Luther's daad, niet meer dien gang der gebeurtenissen beheerscht. We voelen dat we als individu weer klein zijn geworden teaenover de gemeenschap. En als we ons herinneren hoe dat reeds zoo werd in de jaren vóór den oorlog, dan hebben wfe houvast voor de over tuiging dat het ook na den oorlog in die richting verder ito 1 gaan. De vierhonderdjarige herdenking Luther's verzet sluit de periode af, die erdoor werd ingeleid. En wie als Protestant mocht meenen dat dit in strijd is met zijn eigen kerke- lijken ijver, en met het bestaan van zoo veel Protestantsche kerken, die beden ke, dat overai. naast de nieuwe gods diensten nog eeuwen en eeuwen de oude bleven bestaan. Maar zonder hun ouden grooten invloed op den gang van zaken in de samenleving. En dat is juist de- omkeer waarop wij doelen. nihek, Hare gelukwenschen aan dr. Kuy- per overbrengen. Onder de talrijke bloemstukken was er een van het Duitsche gezantschap met kaart, waarop geschreven stond: „Seine Majestat der Deutsche Kaiser wünschte seiner Excellentie Herrn Staat- minister dr, Kuyper Glück uud Segen zum 80en Geburtstag. iiimuo. SPOORWEG OP ZUID-BEVELAND. Eindelijk 1 Bij de Tweede Kamer is ingekomieni een wetsontwerp tot bevordering van den aanleg en het in exploitatie brengten-enj régeling van de exploitatie van spoorweg- lijnen van Goes over 's-Hccr Arends- kerke, Borsselen en Hoedekenskerke naar Goes, van Goes over 's-Heer-Arendskerke 'naar het Wolphaartsdijksche Veer en van Goes naar Wemeldinge. De kosten van aanleg, met inbegrip van die voor het in exploitatie brengen van het ontworpen net, waarvan de lengte ongeveer 62.5 K.M. bedraagt en dat op exploitatie als vereenvoudigde Locaal- spoorweg zal worden ingericht, zijn ge raamd op f3,210.000. Het renteloos voor schot der provincie Zeeland zal bedragen een derde der kosten van aanleg met inbegrip van de kosten van het rollend •materieel, tot een maximum van f 1.070.000, verminderd met de tegen 4 pCt. gekapitaliseerde waarde van de door belanghebbenden (gemeenten, polders of derden) toegezegde bijdragen; deze be dragen zullen moeten verzekerd zijn tot een bedrag van f 266,440. Iu het wetsont werp wordt voorgesteld ook door het rijk een derde. Lot een maximum van f 1.070.000 le d^en bijdragen. Dr. KUYPER. Op de receptie gistermiddag, waar van we in de tweede oplage in ons vorig nulnmer nog melding konden ma- kon, kwamen na de aanbieding van de vermelde geschenken van een Kuvper- katheder fonds en een gleden kraam in de Vrije universiteit tal van personen den 8 O-jarigen gelukwenschen. Onder hen waren de Oostenrijksclie gezant graaf Szechenyi; de minister van staat jhr. mr, de tSavoruin Lobman, dief zich eenige oogenblikken op zeer har telijke wij'ze met dr. Kuyper onder hield; de ministers Cort van der Lin den, Lely, Treub en Loudon, een de putatie uit de Unie-Liberale Kamerclub, het bestuur der R. Katli. Kamerclub, de president van de Tweede Ivam'er mr. Fock, tal van Kamerleden, en een groot aantal deputaties uit anti-revolutionnaire kringen. Op de receptie werd voorlezing1 ge daan van het volgende telegram van de Koningin Bij den voor u zoo gedenk- waardigen dag stel ik er prijs op umijn welgemeende gelukwenschen aan te bieden. Wilhelmina. De Koningin-Moeder liet Haar ka merheer, jiir, mr, A. G, Schimmelpen- MINISTER POSTUUM A EN DE LANDBOUWERS. Minister Posthuma heeft een hartig woordje tot de boeren gesproken. Hij had veel op z'n hart, wal geen wonder is, na de manier waarop hij door de' landbouwers is aangevallen. Hij heeft de gelegenheid van de ope ning van de rijkslandbouwwinterschool te Hengelo gister aangegrepen om wat" helderheid te brengen in hetgeen pr door de regeering ten opzichte van den landbouw is gedaan en niet algemeen begrepen wordt, en hij heeft daarbij in 't bijzonder drie onderwerpen besproken, le eenige algemeene redenen van onte vredenheid; 2e de klachten der zandf- boeren over de rogge-Iovering en de varkensteelt, en 3e de vcevoederprijzen en de kunstmest. Ten opzichte van. die ontevreden heid, die bleef bestaan ook toen de boeren een goed tijdperk doormaakten van het najaar 1914 tot het najaar van 1916, meende de Minister dat daarvoor in hoofdzaak twee redenen waren aan. te wijzen: jaloerschheid op de handela ren, die nóg grootere winsten maakten, en de bemoeiingen van de regeering. De boeren hebben gemeend flat zij de winsten van de handelaren zelf zou den hebben gekregen als zij maar de consenten hadden gehad. De Minister betwijfelde dat echter zeer. Gesteld eens, dat het mogelijk ware geweest organisaties van landbouwers als het ware uit den grond te stampen, zouden de leiders daarvan dpji ook da delijk relaties in het buitenland hebben gekregen, zooals de bestaande handel die al sinds jaren had en zouden zij ter stond gewapend zijn. geweest met de ken nis, die noodig is om het onderste wit; de kan te krijgep? Of zouden deze lei ders ook overgeleverd zijn geweest aan den, hen in kennis cn ervaring ver over- tref fenden buitenlandschen kooper? In den landbouw bestaat een spreekwoord, dat zegt, dat buurman's koeien altijd meer4 melk geven en de Minister heeft daar aan vaak gedacht, ais hij de boeren on tevreden hoorde zijn over de door den handel gemaakte winsten. Hij heeft echter nog steeds de overtui ging, dat de boeren den besten tijd h©b- icn doorgemaakt en dat van de groote winsten, die wellicht in sommige tak ken van handel zijn gemaakt, de boer niet veel zou hebben ontvangen, als hij1 zelf handel zou moeten drijven. De tweede oorzaak van de ontevre denheid in het overigens voor den boer gunstige tijdperk was gelegen in het feit, dat de regeering zich bij het begin van de crisis terstond bemoeide met de producten van den land- en tuinbouw, maar de Minister zou willen vragenkon dit wel anders? Een mensch in het algemeen en ook een Nederlander moei maal eten en hetgeen hij eet, moet hij hebben als product van den bo dem en de producten van den bodjem worden geteeld door den boer pf djóor den tuinder. Den boeren ging het góed, het Nederlandsehe volk moest eten en men heeft die beide zaken pan elkander gekoppeld. Maar dit geschiedde niet alleen bij de boeren, het is ook geschied op hei gebied van de scheepvaart en, waar men "kon, op het gebied der industrie. Dit alles viel echter niet zoo duidelijk 5n het oog en ging waarschijnlijk ook niet zoo ver,- dit was niet, omdat de regee ring den boerenstand slechter wilde be handelen dan een anderen stand, doch dit kwam alleen door het feit, dat de boer nu eenmaal, de voortbrenger is van die zaken, waarvan men moet leven ©n ïk leg den klemtoon op het woord ,moet", want dit sluit in, dat het niet anders kon. "Wat de zandboeren betreft besprak de Minister uitvoerig de roggckwesli©. Hij verklaarde zeer wel te begrijpen, dat het afnemen der rogge voor hen beldeken t de verstoring v.an hun varkenshouderij. En komt nu de vraag naar vorenwaar om neemt dan de regeering die rogge, dan antwoordt de Minister daarop nuch ter- de reden is, cfat in Nederland men- schen wonen, die gevoed moeten wor den en wier voeding voor een nog af belangrijk deel uit brood bestaat en voor dit brood heeft de regeering de rogge noodig. Hoe hard het dan ook moge klinken en de Minister is zich van die hardheid voldoendp bewust de laatste korrel broodgraan moet ten be hoeve van het Nederlandsehe volk worden opgeleverd, om het weerstandsvermogen zoo sterk te doen blijven als maar eenigszins mogelijk Is. Voor de prijzen krijgt hij advies van de op zijn verzoek door 3® landbouwver- eenigingen aangewezen praclisch© land bouwers. Maar men moet liet den Minister niet euvel duiden dat hij de ontvangen, adviezen met de noodige nauwkeurig heid bekijkt. Indien het op geld niet aan kwam, dan hadihij natuurlijk maar te be talen wat hem geadviseerd werdj maar* zoo staat de zaak nu eenmaal niet. Rijks schatkist moet ten slotte gevuld worden uit de belastingpenningen en niet alleen de minister van financiën maar ook de belastingbetalers hebben er recht op, dal die penningen zoo goed mogelijk besteed worden en zoo moet ik nauw keurig nagaan of ik de ontvangen advie zen kan volgen. "Wijk ik dan van een advies af, dan moet men niet dadelijk daarover lawaai maken, doch dan moet beseffen, dat de positie van den minister van landbouw zoodanig is, dat hij naast de belangen van den landbouw ook die van 's Rijks schatkist in het oog heeft te houden. Uitvoerig werd de prijs door den Minister besproken. Maar welke grieven men ook meent te mogen hebben, dieze ééne niet: dat de regeering niet te vertrouwen zo uzijn, of, wilt ge het op een persoon overbrengen dat de minister van L., N. en H. dit niet zou zijn. Als hij opzettelijk een gegeven belofte niet zou nakomen ,dan zou hij hel niet lang uithouden, fooch als minister, noch als mensch. Of denkt ge soms, dat het mij mogelijk zou zijn, naasl de overdrukke werkzaamheden en de vele beslommeringen, ook 'nog te kunnen uitdenken hoe ik de boeren zou kunnen beetnemen? Gelooft mij vrij dal ware een onmogelijke taak. Ten opzichte van de varkens wees de Minister op de vele knoeierijen. Eerst op den onwil om in te schrijven voor den door den Minister vastge- stelden prijs. Later door dat vele boe ren blanco kwitanties teekenden met de vermelding van den betaalden prijs f 1.20, terwijl in werkelijkheid aan zoo'n boer minder was betaald. Mag' ik nu de vraag eens stellen of het wel juist is den minister een grief t© maken, dal hij wel f 1.20 belooft en niet uitbetaalde? Of zou het ook juister zijn de hand in eigen boezem te ste ken? En vervolgens vroeg de Minister of hij zich mocht veroorloven ook eens een paarhij zou niet zeggen grieven, doch heel bescheiden opmerkingen over de varkensleveranties te maken? Begin Augustus van dit jaar was het volgens de varkensmes ters zoover gekomen, dat de grens van het slachtgewiclit van le verbare varkens moest en zou terugge bracht worden tot 70 K.G.. De Mi nister is daartoe overgegaan en wat bleek nu' Dat in het tijdvak der eerst volgende vijf weken 13 Aug. tot 15 Sept. 61.553 varkens geleverd werden met een gemiddeld slachtgewicht van 94.58 K.G.! Ten deele vindt dit hoog© slachtgewicht misschien zijne verklaring iiierin, dat door de gemeenten de hand gelicht is met hare verplichting om de levering van meer dan 10 pet. zeu gen bij de geleverde varkens té weige- gen. Doch ook als ik dit in aanmer king neem staat wel vast, dat er nog voldoende varkens met een h oogier slacht gewicht van 70 K.G. waren. Waarom dan zoo bij mij aangedrongen op ver laging van het slachtgewicht en mij zoo onjuist voorgelicht? Zal ik ook eens een dik woord gebruiken? Zoo iets geeft geen vertrouwen in dè boeren. Een tweede opmerking is de volgende; De boenen willen zelf de winst hebben5 die hun bedrijf oplevert. Een begrijpie- pelijk verlangen. Na verschillende confe renties is dan ook indertijd besloten dij landbouwvereenigingen in Nederland uit le noodigen tot deelneming aan de in schrijvingen voor het leveren van distri- bulievarkens. Te dien einde worden aan alle landbouwvereenigingen formulieren ter invulling gezonden, om op de lijst vari inschrijvers geplaatst te worden. Verzon den werden 1700 circulaires; slechts 67 vereenïgingen vervulden de eenvoudige formaliteit, die noodig was om voor in-i schrijving in aanmerking te komen. Het aantal, dat aan de inschrijving in werke-4 lijkheid deelnam, was nooit meer dan 10' Zal ik over zoo'n resultaat maar zwijgen'1 vroeg de Minister. Over de kunstmest en liet vee- oeder besprak de Minister alles wat wat de regeering gedaan heeft om hel pend op le treden. Maar zij is machteloos' om meer te doen door gebrek aan scheep vaart plaats komt de vraag: waar zal het.over-* bodige vee worden verkocht en betaald? Want al staat muurvast, dat wij vee kwijt; moeten, weggeveu kunnen wij het niet oti reeds lang is internationaal het betalen, moeilijk. Is echter de betaling of de crediiet- kwestie geregeld, dan komt een derde1 moeilijkheid, aan wien mogen wij het vete» leveren? Gij zijl nog wel allen vrije Ne derlanders en hoopt het ook te blijven! doch ge zijt reeds lang niet meer vrij om wat ge over hebt aan den meestbie dende te verkoopen. Op al deze moeilijkheden kan ik hïer niet verder ingaan, doch ik 'heb ze gei noemd om te laten merken dat de ré- gcering dikwijls groote bezwaren ont moet, die haav en met name den minis ter van L., N. en H., verhinderen datgenie te doen, wat, uit een bedrijfsoogpunt bekeken, voor den landbouw het meest juist zou zijn. Nederland kan nog zware tijden te gemoet gaan tijden, waarin het grooten- deels op eigen voeding is aangewezen. Ieder die daaraan kan medewerken en het niet doet, doet zijn plicht niet. En nu moogt ge gerust zeggen, dat komt op ions boeren neder. Ja' dat komt het ook, doch is het niet heerlijk tK weten, dat men in een zoo critieken tijd zijn vaderland, waaraan men zoo gè~ heclit is, kan dienen op zoo nuttig© wijze? Hoe meer de boer zorgt, dat Nederland in de voeding van het bui tenland onafhankelijk is, des te beter wordt ook de onafhankelijkheid van het land zelf bewaard. Hulp is daarvoor noodig van alle zijden en het is biet groote dankbaarheid, dat ik dezer da gen kennis nam van een herderlijk rondschrijven, dat gisteren in allo ka tholieke kerken van den kansel is af gelezen. Zoo en niet anders don in dit schrij-< ven wordt aangegeven heeft leder zijn plicht tegenover de overheid te ver staan. Of er dan geen critiek meer mag zijn? Reeds op een andere plaats heb ik eens gezegd het zou mij ver velend worden in een wereld zonder critiek. Maar deze critiek dient niet ben soort sport te zijn. Men moet daarbij bedenken, dat de regeering in het binnenland met talrijke belangen heeft rekening te houden ,dat 's rijks schatkist niet onuitputtelijk is en dat, wat de buitenlandsche verhoudingen be treft de regeering nooit d© vleugjelsl vrij kan uitslaan, maar allerlei bezwa ren en moeilijkheden ontmoet. MILITAIRE DIENSTPLICHT IN NEDERL.-INDIË. Bij nota van wijziging op de supple toir© begrooting van Ned.-Indië voor 1917 is nog de volgende post opgenomen voor invoering van den militairen dienst plicht voor Europeesch Nederlandsehe onderdanen f 300.000. Nu bij Kon. besluit van 26 Octobeïi 1917 de grondstegen van hel dienstplicht stelsel voor Europeesch Nederlandschb onderdanen in Nederlandsch-Indiê zijn vastgesteld, zal tot de invoering van dat stelsel kunnen worden overgegaan, zoo- dra de begrootingswetgever de daarvoor noodige gelden zal hebben toegestaan. Zoolang de crisis duurt, zal het zand- bedrijf dus een andere richting in moe ten, hoe zwaar dit ook valt, en boei 'gaarne de regeering het anders zou wil len. Het gebrek aan veevoeder zal moeten leiden tot sluiting van de bekken, die- anders verbruiken, en ook daarbij komen nieuwe moeilijkheden. In de eerste plaats kan niet gezegd worden- wij ruimen overal een bepaald percentage vee op. Zooveel mogelijk' zal getracht moeten worden op ieder bedriif- een of meer stuks vee aan te houden, opdat, als de crisis voorbij is. de boer niet geheel ter netter ligt. In de tweede, NEDERLAND EN DB OORLOG. Hel Amerikaanse he standpunt inzake kolen voor neutrale Schepen. De Amerikaansche legatie zendt liet volgende persbericht De oorlogshandelscommissie, voorheen bekend als oommissie van administrate voor den export, machtigt tot de onder-1 staande bekendmaking Bij het vaststellen van hare politiek ten aanzien van het verstrekken van bunkerkolen aan onzijdige schepen, lieert de oorlogshandelsoommksie zich uitslui tend laten leiden door den wensch, te voorkomen, dat handelsartikelen naar aan Duitschland grenzende onzijdige lan den gaan om naar Duitschland te wor den uitgevoerd. De oorlogshandelsoommigsie wil inde- ze tijdsomstandigheden niet toestaan <lat handelswaren, die direct of indirect den vijand tot voordeel kunnen strekken, uit dit land naar bedoelde aangrenzen de onzijdige landen worden uitgevoerd, omdat de commissie nog niet in staat was de inlichtingen te verkrijgen,- noo dig om uit te maken, welke van der gelijke handelswaren den vijand kuimCn bevoordeelen en in overeenstemming met die politiek is de commissie van gevoelen, dat hel noodig is geen bun ker-vergunningen te verleenen voor een schip, dat bestemd is voor de vaart naar een aan Duitschland grenzend on zijdig land en dat een lading inheeft, waarvan de vijand voordeel kan heb ben, niettegenstaande een dergelijke la ding in een ander land was ingeladen. Met andere woorden, hoewel de oom- missie noch de middelen bezit, noch beoogt, den handel tussclien ander© neutralen en de aan den vijand gren zende onzijdtgen te verhinderen, ver*-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1917 | | pagina 1