TWEEDE BLAD liliuplie M VAN DE VAN saterdag 28 Juli 1917, no. 176 WAT IïE EFFECTENBELASTING ZAL BRENGEN. Menigeen zal opgeschrikt zijn door de meedeeling1, dat de Tweede Kamer nu ook al de effectenbelastiug heeft on derhanden genomen. Wat dat is? Wel een belasting' die van bezitters van effecten geheven wordt, en wel per duizend gulden waarde f 1 voor buiten- laudsche, en f 0.50 voor binnenlandsche effecten en schuldvorderingen. Deze belasting' treft dus ni£t de in komsten maar bet bezit. De Minister redeneert n.I. zoo evengoed als het be zit van onroerend goed wordt getrof fen (n.l. in de grondbelasting) evengoed dient ook hei roerend goed als be- lasliugobject te worden genomen, en daartoe dienen dan de reeds aangenomen dividend^, en tantième-belasting, benei ven s de effectenbelasling. Nu is er gezegd, o.a bij hel afdee- lmgsonderzogfc der Tweede Kamer deze belasting is misplaatst naast de ver- i mogëndsbelasling. Maar zij die dat zeg gen vergelen, dat ook de bezitters van i> n roerend goed de waarde daarvan zien betrekken in de vermogensbelas ting, cn dat zij bovendien nog daarvan grondbelasting moeten betalen. Tegen over hen is het zeker billijk, dat ooi: zij" die hun geld heieggen niet in grond maar in effecten, op dezelfde wijze in hun bezit worden getroffen door een zakelijke belasting'. Omdat zoo heel velen met deze belasting zullen, te maken krijgen, is hel wellicht gewenscht uiteen te zet ten wat men van deze nieuwigheid te wachten heeft, want de meeslen zullen feigh dat wel niet meer 'herinneren van de uiteenzetting in het najaar van '15 daarvan gegeven, te samen met die van de andere belastingvoorstellen, In de eerste plaats dan de vraag- wat zijn effecten? We zullen niet, de heele opsomming uil de wet aanhalen, maai- ons bepalen tol de samenvatting in de Mem. van Toel. deze belasting treft effecten cn schuldvorderingen, voortspruitende uit „geldleeningen, met uitzondering der aan deden in uaanüooze vennootschappen waarvoor dividend- en tantièmebelasting •wordt betaald. Maar men versta dal woord „schuld vorderingen" goed, want daaronder zijn begrepen alle vormen van kapitaalbe legging, dus ook hypotheken, voordee- lige sloten van rekeningen-courant, in leg in spaarbanken, h deposito staande gelden, e. d. Alleen het kapitaal dat vastgelegd is •in de persoonlijke onderneming' van den eigenaar, valt er buiten. En inlagen in de spaarbank heneden f 1000 zijn ook vrij, als de bezitter geen andere belastbare effecten of schuldvorderin gen heeft. De waarde van al die beiaslingobjec- ten wordt berekend: voor de effecten maar de koerswaardevoor hypothecaire geldvorderingen naai" het bedrag van liet kapitaal; voor lijfrente op de wijze -waarop dat in de successie-wet in aan gegeven; voor de overige schuldvorde ringen naar haar geldswaarde. Er zullen altijd als deze wet wordt aangenomen, maar heel veel uitzicht op verwerping is er- nog niet dus nieuwe invullingsbiljetten worden rondgezonden, en daarop zal de belastingplichtige heb ben tc vermelden een opgaaf van de effecten en schuldvorderingen welke hij bezit of in vruchtgebruik heeft. Wie zoo'n biljet thuis krijgen? In de eerste 'plaats natuurlijk zij van wie het uit de aangiftebiljetten, van Vermogens- en Inkomstenbelasting be kend is dat zij effecten etc. bezi/tten, Die jcunnen die opgaven op hun ge- .fwoon biljet invullen. Maar voorts ook alle zedelijke li chamen, instellingen en vereenigingen, en dan lest best, „alle overige persenen en Jichamen die naar de meening van den inspecteur der registratie daarvoor in aanmerking komen". Mocht iemand vergeten zijn, dan kan hij „kosteloos" de wetgever is erg gul een biljet krijgen. Maar hel is mot deze aangiften al weer precies gesteld als bij alle andere belastingaangiften. De fiscus behoeft bij don aanslag de aangifte nijel te ge-, looyen. Hij kan hooger aanslaan, zij 't ook onder mogelijkheid van hooger beroep, 1 De inspecteur lean die ho.ogere wijs heid pulten uit een nadere toelichting waarbij hem desgevraagd inzage dijent te worden gegeven van boeken en be scheiden. Maar de wet zooals die nu luidt doet hem ook nog een andere bron van inlichtingen aan de hand. Er komt n.l een merkwaardig artikel in deze wet voor, n.l. art. 18, voor schrijvend le dat de banken en baniciers ver plicht zijn om een opgaaf in te dienen bevattende de namen van hen, die effec ten of bewijzen van schuldvordering in pand of open bewaring gaven, benevens de gezamenlijke waarde von die effec ten' en schuldvorderingen en het bedrag dat i daarvan onder de belasting valt 2ó. dat de personen en instellingen, bij welke inen stukken in gesloten bewaring kan geven, dus in safes', ver plicht zijn den naam en woonplaats op te geven van lien, die van hun hu richting gebruik maken. Tegen dat eonjrole-middel is al een stormpje opgestoken. De bankiers en effectenhandelaars hebben er bezwaren legen ingebracht, en in het afdcelings- verslag zijn die bezwaren door sommige Kamerleden ondersteund. Ten aanzien van de onderpanden en open bewaargeving zou de gewenschte controle -niet verkregen worden; en de tiegèjing zal, naar men vreesde-,^ de verhouding iusschen de effecienhancfe- delaars en hun cliënten bederven Deze Ipalslten. zullen niet langer hun go- heele vertrouwen schenken, wanneer de effectenhandelaars verplicht worden voor de regeering als verklikkers dienst te doen. Bovendien wordt beweerd dat deze opgaven voor de groole banken een enorm werk meebrengt, waartoe zij zonder eenigo" vergoeding verplicht war den. En wal de meedeeling der namen van safe-gebruikers betreft, werd ge vreesd dat dit zou leiden lot het min der veilige bewaren der fondsen thuis, of lol verplaatsing der fondsendepots naar het buitenland, althans na den oorlog. Hoe dal zal aflo.opcn is natuurlijk nog niet te zeggen. Maar ieder kan zich nu voorbereiden op hetgeen hem te wachten staat. De Minister berekende in 1915, op grond van de uilkomsten van successile- en vermogensbelasting de opbrengst van de effeclenbelasling op 3.3 mi|llioen. Zou dat cijfer ook niet wat naar boven gaan, nu de laatste jaren zulke ver rassende- verhoogingen hebben gebracht in de aanslagen9 Een. volgende maal iets over de grondbelasting die ook in behandeling is genomen. DE AUTO-BIOGRAFIE VAN EEN EENVOUDIG 18c EEUWER. III (slot). Mijn leeftijd dusverre verioopen zijndp en Lot meerdere jaren gekomen zijnde, hebbende niet jong konnen trouwen we gens gebrek, aan bestaan, en eene om trent twee en twintigjarige dienstbaar- heijd, welke in den Jare 1750 geeijndjigt zijnde, tonnende doe wederom niet ve- soiveeren te trouwen, wegens mijn oude en elendige moeder, die, indien ik trouw de, dan niet zonde konnen alimenlee- ren, maar gebrek zoude moeten lijden, of tol den armen komen. Dat kon mij van het hert niet; mijn moeder nu dood zijnde, dagl ik meer op een doodkist dan op een vrouwe, le meer dewijl de sterk ste driften over waren, en het huiwelijk niet wel uitvallende, heeft men smerten tot de dood toe, en het genoegjen van het leven is weg. Dus heb ik liever wil len resolveeren, om maar met een dienst- meijd lui ijs te houden... Ook hier volgt weer een zeer scherpe zelfcritiek, die v d, R., zoo hij vertelt, begon uit te oefenen toen hij zoo, ge heel alleen, leefde en dacht d,at „de Heere mij meer en meer liefde ie ont dekken aan mij selven, wegens den gru- wel mijner zonden Hier schijnt de tijd gekomen te zijn dat zich zijn fanatieke nijging uitte, bu rners, hij was zóó geheel en al van zijn eigen ellendigheijd" vervuld' dat hij „om trent drij a vier weken" „niet en deed-i als schreijen, bidden en sugten tot God, zo.odat ik mij voor meuschen niet wist le bedwingen. Elk vraagde mij wat mij scheelde, maar ik heb liet noijd geopen baard aan eenig mensch." De gedachte dat hij spoedig „de 'do,od cn de aaniiaderendp oeuwigheijd" moet verwachten maakt hem radeloos, omdat hij! niet wee't hoe zTch vbor £ijn zonden te verantwoorden voor een heijlig en jrejgt- veerdig God", „dde de raadslagen des herten kend en voor wien niets verbor gen is." i Hoe Jezus de zondaren zalig' zou maken was hem een raadsel: „ik was te onweerdig," mijn zonden waren niet om (te'; vergeven, ik hadjdie te lang gewagt, en vele zaken waren der daar ik niet konde door zien." Doch, langzamerhand, gelooft hij zich zelf toch beter wordende „hij (God) deed mij den dienst der zonde- en der weereld afzwoeren en op het herlelijkst aan zijnen dienst verbinden, onder vooruilbeding van kragt en genade." Dit feit beurde hem zeer op èn in geloovige woorden dankt hij daar voor Hem, die hierin had geholpen. Maar soms heeft hij toch buien van neerslachtigheid en in zulk een stemming buigt hij zich eens. zoo hij waarlijk roe ren d-gcloovig en eenvoudig vertelt, neer en dai, doet hij zijn eigenlijke geloofs belijdenis voor zijn Heer. Hoe aangenaam zou ik het gevonden, hebben als ook dit gedeelte van het handschrift hier een plaats li ad mogen vinden; maar, zoo ik reeds opmerkte, er waren grenzen aan de beschikbare ruimte en na rijp beraad besloot ik juist van dit gedeelte "van hel manuscript slechts een kort overzicht te geven, wijl daarmee het algemeen verbond het minst geschaad werd 11) Hoe zeer v. d. R. ook met zich zeiven te strijden heeft, eindelijk gevoelt hij toch de rustige overtuiging „de genade des Heeren" ontvangen te hebben en als zijn vaste meening spreekt hij van 't volgende: Ja, genade wast' die mij onder- scheijde als ik t' gelooven derf, van zoo veel anderen die zelfs gepaster voorwer pen schenen te zijn als ik, zelfs in! mijne ouders en "familie heb ik noijd konner ontdekken, t' geen mij door ge nade is tc beurle gevallen; de Heere had regtvierdig geweest al had Hij mij van de baarmoeder af in d© Helle, ge stort,. om de Erfschult van Adam, en nadat ik zoo. veele dadelijke zonden be gaan had, en meer clan eens tot aan tie poorten des doods scheen gebragt Te wesen, zoo heeft Hij mij nog terug ge roepen, en in het leven, gespaard om Zijn raad omtrent mij uit te voeren en schoon ik wel eens voor uijt liep, en maar méést bekommerd was 'voor inTjh tijdelijk bestaan, en hoe maar best door de weereld te geraken, zoo hebt Gij egler mij het noodïge diet laten ontbre ken, maar teffens het verquikkelijke daar toe gedaan. Maai- (zie hier weer een inzinking in vertrouwen op zich zelf!) mijn staal en weg heeft ook zijne duisterheden en bestrijdingen, wanneer ik bepaald worde bij mijn koudt en liefdeloos hert, dat zoo werkeloos i|- zoo dat ik mijn zeiven Wel eens moet afvragen, is' er wel ooijd een hand van genade aan mij te koste ge- legl, is t' niet maar verbeelding, is t' geen letterkennis, óf hersenwerk door hooren, door ondersoek of naprajen van vrome, gelijk wel meer gebeurd9 Men kan veel kennen, veel quaad laten, veel goeds doen, uit enkele overreding des gemoed's, zonder .dat liet hert waarlijk veranderd en omgëset is. "Wat maakt mij 'onder- scheijdcn van andere menschen, die in liaai natuurstaat Ijorgerlijk leven en mij dikwils overtreffen in veele uitwendige dingen?" Doch hier spreekt weer zijn sterker ik: „Gelijk onder den ouden dag het vuur op den altaar wel altoos brandend wierd gehouden, zoo werd 'er tog niet altijd geofferd; zoo ook een geloovigc is en blijft een geloovige, al 1st' dat hij niet werkelijk geloofsdaden oeffent, het verbond Gods staat vast, en is onveran derlijk (En thans volgt een ernstige beschul diging tegen v d .R.'s tijdgenoolenzoo wel in hun godsdienstig als zedelijk le ven wijst: hij vele vooze plekken met groote juistheid aan. Ilij schrijft „God wordt dikwils meer gediend in een pothuis als op een raadhuis, daar dikwils niet als veel dertele, wellustige en in de weelde zwemmende menschen gevonden worden. Soo boos is des men sen natuur, dat men doorgaans in den voorspoed zijn wel doender vergeet en hoe zigtbaar is het niet, dat men in den voorspoed het meest losbandig wórd, en uitspat in weelde, hoogmoed en dertel- heija en God, die de gever alles goeds is, niet in erkentenis houd. Ilc moet het zelve over 12) vijf-en-twintig a dertig jarig zoo niet gesien hebben, of het moet ten dien opsigte toen soo slegt niet ge weest zijn. Den (sic) hoogmoed is in top geresen, in huis en huiscicraden, klee- devpragt, gastmalen, rhijtuigen, hoven, bedienden etc. wat hoort men niet van allerleij ontugtigheden, en dat onder al- lerléij soort van menschen: in de politie, in de kerk, in den borgerstaal, en dat van gehuwde en ongehuwde, daar da gelijks de exempelen van voorhanden zijn. Dat vuile hoerenwerk wordt zoo gemeen, dat men liet als gewoon word, en alle schaamagtigheijd als gebannen is tis maar een galanterijtje, men moet sijn weereld verstaan; en daar mede konnen verkeeren Het moet wel een suffert en dutterd zijn -die niet mede doet, zoo dat 'er als een geest van on- reijnheijd in het midden van ons land en stadt is "uitgegoten. Dal spelen met kaart, daar de duijvel tog altijd bij is, en mede speelt, word zoo algemeen als noijd geen tijd voor desen hekend was. Waar vind men een geselschap, al was het maar van twee a dry menschen bij malkander, daar niet een kaartje moet geslagen worden en tijd en geld verquist, tot bederf van ziel en ligliaam? Waar vond men voor desen zoo veelè kolfbanen en buiten "de ste den, zelfs op borgers- en heerenlioven? Men moetse in de herbergen overdek ken, om tog door geen regen op wind in het spelen verhinderd te worden. Hoe veele heb ik 'er niet al geleend van sulke speelders, die haar zeiven arm. en vrouw en kinderen ongelukkig ge- mahkt hebben en dan bankroet gegaan sijn, tot schade van sijn evenmens, en vervolgens voor deugniet, West-Cappel om, de breede weg op, na I nd i e n?> Het is dikwils zeer goed, dat 'er sulke beurt schepen afvaren, om zoo wat van dat schuim mede te nemen- Het schenden van Gods naam en -dag, daar maakt men nu weijnig werk van; vloeken, zwoeren, 11 Een volledige kopij van bet handsehrih is in mijn bezit Belangstel lenden geef ik hiervan, op aanvraag, gaarne inzage. S. 12) lees: voor. liegen en bedriegen, en alle boose wer ken des vleesches nemen de everhand. Groovere en fijndere dieverijhet önt- vrcemden van sijns naastens geld en gced, met list en bedrog, dat is nu da gelijks werk, daar leèft men leuij en lekker en mooij van. En als men ffiet meer sijn credijt kan slaande houden, dan speelt men bankroet; t'is "dan na Cuilemburg o'f Vianen. 13) Maar daar moetoeerst een oudmanliufs, dal is een, goede, vette en ges Lol e beurs, voor af gaan, om daar van te leven, of men maakt een contralet van huiwelijk. Dan kan men; te geruster bankroet spelen' dit moet log eerst uit den boedel voor af; zoo dat de listen en praktijken niet na le gaan sijn. Ds-nsen en springen gaat in zwang, lot groole ergenis van velen; vergulde kleeren en gekrulde koppen wandelen over straat, en met sulke hoerevercier- sels komt men selfs in Gods Bedehuis, sonder schaamrood te worden. Wal al vreemde en uitheemse dragten! 't Moe te Franse. Spaanse, Engelse en Italiaansche jinoden zijn; de oude eenvoudigheit is weg Doen onse voorouders nedrig en opregt waren doen warense rijk en daar was een zegen in hunne besitting. Maav nu de menschen hoogmoedig en onop- regt sijn-, nu sijnse arm, en daar is een vloek in hunne inkomsten. Men bouwd huisen en palleijsen, en de steenen, hout en "kalk roepen datse nog niet be taald zijn, men draagd kostbare kleede ren en men bètaaldse niet, men eet vlees en roer drinkt wijn en men betaald het niet Ik gedenk nog maar korte lijd ge leden, bij sekere gelegendlieijd, een voornaam beenhouwer sijn creditboek ge sien te hebben Diaar sag ik de namen V3n veele welke in geen jaren vlees betaald hadden en dat wel van sulke daar men het niet van denken soude, en die na geen aanmanen om betaling vra gen, ook sulke, welker boedel in-sol vent was En soo rufneerd men sig sclfs en sijn evennaasten, en waar komt tog zoo een slegt bestaan van af? Soude het niet wel wesen van de toenemende dcisterij, waar van in onse dagen ban den en tuigels los worden? Men moet maar de godsdienst van een eerlijk man licbben. De openbare godsdienst is maar vcor menschen van een lage geest en die niet beter weten: maar sij sijn sterke geesten, en houden sig met dat gequesel, gelijk men het noemd, niet op God is goed, Hij is genadig en barmhartig, en wij doen niemand quaad, en God geevd on s de weereld óm 'er ons genoegen in te nemen en dus moeten wij de schep selen maar gebruiken, en na ons goed dunken wandelen, zoo spreekt men, en geeft sulles door daden te kennen Den bijbel hout men voor een bloote historie, Christus maar vbor een gemeen Profeet, gelijk als Moses, David en andere profeten, en zoo raakt de gantse weg van zaligheijd uit het oog Men wil van geen ktrnis der Elende hoore en gelooft niet, dat men elendig is. Veel minder heeft men der gevoel van; in plaats van den Bijbel, en goede theologise boeken te le«cn soekt men na grollen en iRo- mars. en allerleij ontugtige boeken, hoe vuilder hoe liever, zijnde geen Eeuw ooyd bekend geweest, dat die Edele drukkonst zoo misbruikt wordt, ars In ense dagen. Daar geeft men'handon vof geld voor een partij hoereboeken, en wanneer men sig schaam d om sulke boe ken publijlc te koopen, dan sal men nog wel een eerloos hoekverkoioper vinden, die de selve besorgt. Boeken, vóór de sen verboden en op schavotten verbrand, worden nu publijk in de winkels te koop geveijld. Vv'as ik niet selfs getuige hior- vcn, ilc zoude het niet seggen. Nog maar kort geleden in een boekverkooperswin- kel zijnde, daar sag ik de gruwelleere van Pontïaan van Haltem en Roggeveen te l oop leggen ITeeft men smaak in Sosinus of Arminïus in Pelagius in Vlak Buitendijk of andere, is men een Hebreer of anii-Nomiaan, men kan daar alles krij gen en hoeft nergens om verlegen te zijn Daar van daan soo een onvcrschil- ligheijd in de Godsdienst en zoo raakt dezelve in kleinagting. Men tragt niet om na de kerk te gaan; de gehoorplant- seh zijn alf ledig, 'de stemme van Gods knegtcn is als de stemme eens roepen den in de woestijne, en sij ploegen als op rotsleenen, twelk ookde reden is dat de Heere met sijn geest' wijkt uit onse kerk Oude Godzalige neemt <ie Heere weg "door de dood, en gaan soo al henep, en 'er komen geen nieuwe in plaats. Het werk der bekeering staat als stil Waar hoort men van ontdekking en over tuiging? Waar hoort men van doorbre kende bekecring? En soo hier of daar al vets bespeurd wordt, en dese of gene al eens een stille hope hij do vrome verwerkt, dat se ook sullen toc.ge- bragt worden, wat siet men niet dikwils datse terugge keeren en weder do wee reld in gaan. zoo 'dat de onbestendigheijd bewijs geeft van de onopregtigheijd. en keeren dus weder met den hond tot sijn uitbraaksel en met de gewassene zeuge tot dc wentelinge in het slijk Ag, wie is opregt9 Wie is vroom, wie is Goctvreesende? Hoe klein is het ge tal Een jonkse zoude- desolve opschrij ven w t moet van soo een land en kerk worden, als de Heevc met zijn geest wijkt'? En dat in een t'jd daar we zoo 13" Dc plaatsen die als „vrijsteden" waren aangewezen. Bankroetiers waren, cenmafl' daar, veilig; hun crediteuren konden hen dan, zoolang ze daar verblijf hielden, absoluut niet vervolgen. veele uitwendige zegeningen genieten, als geen volk op den aardbodem heeft. Wij besitlen onsen landpalen in vrede, on sen koophandel (sic) bloeijd nog 14), den (sic.) Lmdman is gezegend, op het veld, de veepest houd op, runderen en scha pen geven bare inkomsten, winkelier en am bailsman eten nog het brood van haar bcschcijden deel, en wij ontfangen dagelijks, de eene voorraad na de andere, socdat ons niets 'ontbreekt, en wij mogen riog zitten onder onsen wijnstok cii vij geboom, en boven dat alles hebben we nog dal suiver Evangeliewoord, die suij- verc lecre der waarheijd, een lcleynodi© welkers weerga in de weerelt niet to vin den is.... En om verder tc gaan, mag men het •ook niet wel als een oordeel aanmerken de toenemende aanwas vah liet anti christendom in het midden van. onsf land 15) Is er niet als een geest des diepen slaaps bij onze overlieden, zoo dat dezelve niet waken tegen liet aan wassen! Pausdom, maar hetzelve veel eer koesteren en aanqueeken, verre van hot beslrar. der overheden ten tijde van onse voorvaderen, die voor de Gereformeer de religie goed en bloed hebben opge- set. Nu laat men den afgod dienen in sijn bus. door Paapse knegts en meij- den, alsof er geen andere te krijgen waren, ten bcwijse, dat de ware gods dienst van weijnig belang gerekend word bij de sulken. Hoe lang beeft men al zwanger gegaan om een Paapse kerk in het n abüurig Vlissingen te sligten cn ten ware de welmeenende Regentf-n dc trou we 1 orgerij en de predikanten sulles ver hinderd hadden, het werk bad al Jonge zijn beslag gehad; cn als men aanmerkt welke de voorstanders al waren onder de Regenten, dan moet men verbaast staan cn zoude dat nooijd van dezelve ver- wagl hebben. Hadden se ten tijde van Due D'AIba «eleeft, mogelijk hadden se al lang Pcaps geweest, want van sulke indiffo- rehtisten kon men niet veel tegenstand verwaglen. II; ben gents niet van oordeel dat men in alle religiën Uau zalig worden Dat het dan tog verre zij van een Chris ten om ovd een jok aan te trekken met sulke ongeloovige. welker leere en grondbeginsel is (ide kettersgelijk men het noemd\ geen geloof te geven, maar le vervolgen, te verdelgen, en uil le> roeijc-n. Hoorde men onse broederen de geloofsgenooien in Frankrijk, Pié- munt. Bohemen, de Palts en allot die verder ,on<ler liet anti-Christendom' zijn, eens schreijen en zugècn ov-cr alle die wrecde behandelingen en verdruk kingen, die deselve moeten ondergaan, en dikwils uuren verre reijsen om, no'g maar in spelonken en holen der aarde een gebrekkelijk voorstel uit des Hee ren woord le booren. men zoud waar lijk zoo goed Paaps niet zijn, maar li-ou den se onder ons, gelijk de Gibconie- 'eii onder Israël, tot lioiithouwers en waterputters, of tot rioohuiimors en nagt- werkers. Ik vrees dat de kinderen al geboren zijn, die sien en beleven Sullen. 1 1' Inderdaad, zijn gehcele leven door heeft v d. R. dit kunnen zeggen. Juist) een jaav na zijn overlijden, in 1780, brak dc ..vierde Engclsche oorlog' uit. die s'roote offers op elk gebied van ons land heeft gevraagd, die o a den koop handel ui v d R.'s tijd zoo bloeiende, een geducliten knauw toebracht. 15; Uit het volgende blijkt dat v d R. een sferk-nitgesproken tegenstander van liet Katholicisme is geweest. Zijn wijze van uitdrukken is hier soms zelfs grof te noemen. Aan den invloed van zijn tijd, althans wal den geloofshaat be trof. was hij dus hiel ontkomen! 'ngeztfflto Msflstleftllnpnu. OpfmnediBins helpt niet. Het is geen wonder, dat vrouwen bij tijden moedeloos worden. Zij zijn zoo ver diept in het welvaren van anderen, de zorgen voor de familie en het geluk van hol eigen huis, dat haar eigen gezond- heia vaak verwaarloosd wordt. Als rugpijn, waterstoornissen, zenuw achtigheid, of verlies aan gewicht hieruit voortvloeien, toont dit aan dat de nieren aan het verzwakken zijn en dat urinezuur zien in het lichaam ophoopt. Men dient te bedenken, dat dan verdere verwaarloo- z'ng kan leiden tot rheumatïek, ischias, nierciuis of -steen, ontstoken nieren en blaas, of tot graden van ongeneeslijke nierziekte. Ontmoediging dient tot niets. Geuiet iicver meer frissche lucht en slaap. Ver- iiclil zoo mogelijk uw werk. Neem slechts licht verteerbaar, gezond voedsel, met ge noegzaam melk, genoegzaam water, maar geen onnoodige opwekkende middelen, en verstek de nieren door een kuur met Fostor's Rugpij'n Nieren Pillen. Dit ge ne.;! middel herstelt de werkzaamheid van alle urincorganen, zuivert het bloed en doet een nieuw levenstij'dperk voor u beginnen. Mannen zoowel als vrouwen onoorvinden nut van Foster's Pillen, want deze Dcvatten de zuiverst© bestanddeelen uitsluitend voor nier- en Maaskvaleu, De echte Foster's Rugpijn Nieren Pil len, kentiaar aan het handelsmerk (d© man met zijn handen in de lendenen) op net etiket, zijn te Middelburg verkrijgb. bij Joh. de Roos. Vlasmarkt K 157. Toe zending geschiedt franco na ontv. v. post wissel k f 1.75 p. doos of f 10 p zetf doozen. I

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1917 | | pagina 5