MIDDELBIJRGSCHE COURANT.
FEUILLETON.
38.
Vrijdag 9 Maart 1917.
i60e Jaaryano
KAMEROVERZICHT.
Tweede Kamer.
Zifting \an Donderdag
■Minister Poslhuma liecft igister
verschillende afzonderlijke kwesties toe
gelicht, die zich moeilijk in een over-
nicht laten samenvatten, maar waarover
tl? interessante meedeelingen deed.
Zoo zei lliij dal de suikerbietenteelt be
perkt is, omdat wij meer telen dan wij
gebruiken, en omdat de suikerbieten veel
kunstmest en arl>eid vorderen.
Zoo vertelde hij dat de stikstofpro-
'dnclic uil de lucht nog niet zoodanig is
gevorderd, dat men er practisch veel
aan beeft, om in de behoefte te voorzien.
In D.aitschland bereikt inen er nog niet
veel mede; laat staan hier. Bovendien
is er een reusachtige hoeveelheid steen
kolen vo.r noodig
Zoo dr ug hij aan op concentratie van
de export van landbouwproducten, daar
de bankiers nu weigeren het papier, waar
mee het buitenland betaalt, aan te nemen.
Door concentratie kan men het buiten
land dwingen meer te betalen, zoodat de
producten-prijzen loonend blijven.
Zoo wees hij op de moeilijkheid van
het maken van reserves, zoodat wij bijv.
onze reserve aan rijst eerst moeten op
eten, vóór nieuwe aanvoer door Enge
land wordt toegestaan.
Aan vet is een reserve gemaakt in den
vorm van verharde lijnolie, dit geldt
voor tijd vah nood. Hoeveel lijnolie hij
heeft, wil le de Minister niet zeggen, want
die reserve is hier te groot, en van
aekere ziide wordt er op aangedrongen,
dat onze reserve 'zal worden afgevoerd
naar een ander neutraal land.
Uitvoerig zelle de Minister uiteen welke
bezwaren er zijn tegen snelle vermeerde
ring van het turf-afgraven, nl. het vooraf
igraven van wijkeu, en het vinden van
geschikte arbeiders terwijl bovendien de
Uitbreiding van geringen invloed zal zijn
op mis steenkool vraagstuk. De turfpro-
duetie van een geheel jaar is gelijk aan
de maandproductie van de Limburgsche
mijnen./Een arbeider in de mijnen produ
ceert het vijfvoudige van een arbeider
in de venen.
Ten opzichte van de door den heer
Cruytier Ier sprake gebracht dislributie-
hdeveelheid van vet voor Zeeuwsch-
.Vlaanderen zei de Minister dat die vol
doende is geweest. Vloeit ondanks de
ranlsoeneering nog veel af door de smok
kelarij, dan zal een registreering noodig
zijn.
•Van meeralgemeenen aard was zijn
antwoord aan den heer Duys ter zake
van diens vragen over het Rijksgraan-
bntreatf
De gevraagde inlichtingen gaf dc Minis
ter niei. Hij wenscht het rapport der
commissie af te wachten. Voor zoover
Nederland betreft is dat rapport gereed,
echter wacht men op gegevens uit Ame
rika. Onderzoek in Amerika was wel de-
j^lijk noodig.
Haar waarom maken Gerard Polak en
rijn vrienden nu zoo'n herrie, terwijl liet
onderzoek nog niet is afgeloopen? vroeg
de Minister die toezei het rapport le
«Sjncr tijd aan de Kamer te zullen over
leggen-
Ten opzichte van de groote winsten
van de meelfabrikanten, waarover door
flen heer Duys is geklaagd, zei de Minis
ter, dal de prijs bevatte als vast element
bet maalloon en als veranderlijk element
den prijs van den afval. Door de schom
melende afvalprijzen kon spr. den prijs
van brood en bloem laag houden. Twee
maal werd, door prijsstijging van den af
val, een verlaging van het maalloon ver
kregen. Tenslotte is het wisselende ele-
Wient verdwenen, toen de prijs der af
valproducten steeds steeg. Men Iran dus
nie! zeggen dal de minister niets gedaan
heeft lot beperking der maalloouen.
Ook dc Minister heeft nog eens sterk
aangedrongen op vernietiging van de
ongebruikte bons van de broodkaarten.
BlijkL na eenigen tijd, dat het rantsoen
van 400 gram niet door ieder gebruikt
wordt en dit kan alleen, als de niet'
gebruikt wordende bons vernietigd wor
den en niet aan anderen gegeven --
dan zal de Minister wat royaler kunnen
zijn met het geven van aanvullingsbons.
Wal hel verbod van uitvoer van fruit
betreft, de veranderde omstandigheden
waren, daarvan oorzaak
s De heer Schaper Dan moot u
niet hel achterste van uw tong laten
zien
•De M i n i s t e r Toen' ik aan dc
fruitconservenfabrikanten zei, dat er geen
uitvoerverbod zou komen had ik het
oog op de belangen van den tuinbouw,
maar dat het ev toch Kwam, lag aan
builenlandsche omstandigheden, die ook
ik niet met het achterste van mijn long
veranderen kan (Gelach).
Wat hel verbod van uitvoer van ge
droogde boerenkool betreft, er werd
to veel boerenkool verbouwd en daar
door te veel kunstmest gebruikt, waar
door de graanbouw in het gedrang
komt. Tegenover hen, die met slimmig
heidjes de maatregelen ontduiken zal
worden opgetreden, desnoods met wat
hier genoemd is liet peslsysteem. Hel
zijn gewoonlijk niet de boeren, die zul
ke slimmigheidjes bedenken, maar d«j
exporteurs, de oorlogswinstmakers Deze
zullen spreker als een versperring vin
den op hun weg naar hel buitenland.
Ten slotte nog cenige algetneeno
kwesties
De Minister bleek niet te vinden voor
afwijking van het aangenomen stelsel,
cn evenmin voor uitschakeling der ge
meenten. Hij denkt er «ook niet aan, de
[kósten van dc Dislrihuliewel geheel
voor den staal te laten komen, of de
prijzen liooger te stellen en hun, die
er behoefte aan hebben, financieel te-
■emoet te komen.
De ia\ lgcmeene klacht is, dat als zeL
kerc artikelen beschikbaar worden ge
steld, ze toch niet verkrijgbaar zijn. De
oorzaak daarvan kan liggen ïo in vcr-
voersmoei lijk heden 2o in de gebrekkige
distributie door de gemeente; 3o. door
dat de gemeente het artikel niet ver
koopt: 4o. doordat de ingezetenen maar
koopen, waar te koopen is, en er dan
een tekort ontstaat. De schuld wordt
dan op spreker geschoven, waardoor
een paniekstemming ontslaat
Spreker hoopt, dat de ranlsoeneering
aan deze moeilijkheden een einde zal
maken, en anders izal hij een. registratie
verplicht stellen, zooals die door Delf,
Dordrecht, Nijmegen en Haarlem is in
gevoerd.
De bijslag alleen Voor de aardap
pelen bedroeg in 1916 f 1.485 000, voor
het varkensvleesch f 3 777.000, mot an
dere levensmiddelen en brood komt
spr. lol een bedrag van f 14i/s rail-
h'oen gedurende de werking van de
Distributiewet.
Inb'chlingen over de voorraden gaf
dc Minister niet. Hel gevaar daarvan
is gebjeken bij de kolenreserve en het
veevoeder, toen het buitenland ons niet
wilde helpen voor een reserve. Met me-
dodeelingen omtrent voorraaden zou spr.
hel land en daarmeoe het Nederland-
sclie volle een slechten dienst bewijzen.
Hij kan dus geen meer mededeelingen
doen.
De Minister vroeg ten slotte wat meer
vertrouwen, wat meer vriendelijkheid,
niet voor zijn persoon, maar omdat zijn
werkkracht niet tegen alle critiele opge
wassen is Hij herinnerde aan de zeer
kwetsende woorden tegen hem gespro
ken bij dc invoering der bruinbrootb
regeling, waarvoor hij nu lof iuoogst.
Hij vroeg dus vertrouwen van de Ka
mer, steun ook buiten de Kamer en
niet hel toelaten van spot en laster
De Kamer kan daartoe medewerken.
Dal is goed voor spreker, maar ook
voor hel Nederlandsche volk.
Applaus en bravo's, klonken toen de
Minister met deze woorden zijn rede be
ëindigde, die vier en een half 'uur had
geduurd^ en waarin lilj met groote ken
nis van zaken zijn beleid verdedigd
heeft
Na hem kwam minister Gort van
der Linden nog even de vraag van
den lieer Van Vuurcn over de crisis
van „Financiën" beantwoorden.
ITel bleek dat hij, en ook de Minis
terraad de 80 millioen voor de de dis
tributie niet als een simpele' stelpost
ïjcschouwl zooals de heer Van Gijn
(leed.
De 80-milhoen zijn aangevraagd voor
de levensmiddelenvoorziening van een
geheel jaar, voor iedere 3 maanden
diij 20 millioen. Blijkt, dat het krediet
over een bepaald tijdvak wordt over
schreden, dan zal in hel "volgende lijd-
'ak bezuinigd moeien worden, opdat
dc 80 millioen niet worde overschreden.
De besteding van de 80-millioen be
hoort tot de bevoegdheid van den mi
nister van landbouw Zou dc volksvoe
ding dreigen gevaar le loopen ,dan zon
een suppl. krediet bij de Kamer worden
iigediend, na machtiging van den minis1-
lerraad en zoo de minister van financiën
dit met zijn verantwoordelijkheid over
een zie te brengen. De minister van
financiën is het met deze zienswijze
«der regeering" geheel eens.
De Zeevalk,
uit hei taaist der löe eeuw.
Eögelsch van RAFAEL SABATINi
a
De woorden waren gesproken en de
daad was volbracht, voordat Asad de be
doeling berrepen had. Een kreet van
teleurstelling ontsnapte hem; toen werd
arijn gelaat donkerrood, zijn oogen fon
kelden. Maar Sakr-el-Bahr, koel en on
verschrokken voor den vorstelijken toorn,
«ara den shawl, die om Rosamunde'sj
«chouders lag, en sloeg hem over haar
Hoofd, zoodal haar gelaat bedekt was,
„Moge AUah de hand doen afrotten,
van hem, die met minachting voor de
fceïlige wel van den Heere Mohamed
«ou wagen dit gelaat te ontsluieren, en
moge Allah xdit verbond -zegenen en ieder
Is de n°l van Gehenna werpen, die
trachten mocht, een verhond te breken,
dat voor zijn alziende oogen gesloten is.'
Het was verschrikkelijk. Të verschrik
kelijk voer Asad-edDin. Acht-er hem ston
den zijn soldatep als jachthonden gretig
eijn bevel af te wachten. Maar er kwam
er geen Hij stond zwaar ademhalend,
ONDERWIJZERSSALARISSEN.
Thans is in druk verschenen het gis
teren bij de Kamer ingekomen voorstel
an wel van de voorzitters der linker
Kamerfracties tot vevhooging der minima
van do onderwijzerssalarissen met f 100.
In haar memorie van toelichting zeg
gen de voorstellers, dat li. i. de onder
wijzers niet voldoende worden gehalpen,
wanneer men hen laai deelen in de
aan de ambtenaren toe. te kennen duuc-
leloeslagen. Ook wanneer dit geschiedt,
is liet voor vele onderwijzers niet mo
gelijk rond te komen. Al worden de ge
wone uitgaven nog niet gedekt door de
opbrengt der gewone middelen, zoo is
de staat van 's Rijks financiën toch niet
van dien aard. dal de middelen niet ge
vonden zouden kunnen worden om al
thans eenige verbetering te -brengen in de
jaarwedden der onderwijzers. Bovendien
mag met voorbijgezien worden, dat de
regeering niet streng heeft vastgehouden
aan liet beginsel, om tijdens den oorlog
geen Iraklementeu le verhoogen. Immers
zijn bij de begrooting voor 1916 en 1917
verschillende traktementen^ verhoogd en
mochten sedert September 1913 de on
derwijzers verwachten, dat hun trakte
menten althans na 1915 zouden worden
herzien.
De voorstellers vertrouwen, dat de re
geering de motieven, welke lot hun slap
hebben geleid, zal weten te waardeeren
en zal willen overwegen, of zij lot de
totstandkoming van de voorgestelde wet
haar wedewerkiug kan verleenen.
De met de voorzitters van de groepen
der rechterzijde gevoerde onderhande
lingen, welke niet tot de dezerzijds zeer
gewenschte overeenstemming mochten lei
den, hebben, zeggen de voorstellers, de
indiening van dit voorstel verlraagd.
een weinig duizelend, en van rood, oleek
wordend in den.strijd, die in zijn bin
nenste gestreden werd tusschen woede
en teleurstelling aan den eenen en zijn
diepe godsvrucht aan den anderen kant.
En daar hij nog aarzelde, hielp Sakr-el-
Bahr misschien om zijn godsvrucht de
overwinning te doen behajen.
„Nu zult ge begrijpen, waarom ik haar
niet wilde afstaan, machtige Asad,"
hij. „Gij zelf hebt mij dikwijls en terecht
mijn ongehuwden staat verweten, cn mij
herinnen! dal het niet welgevallig is
in de oogen van Allah, en dat het een
goed Muzelman onwaardig is. Eindelijk
heeft het den Profeet behaagd, mij een
meisje te zenden, dat ik tot vrouw kon
nemen."
Asad boog het hoofd. „Wat geschreven
is, is geschreven," zei hij op den toon
van iemand die zichzelf vermaant. Toen
hief hij de armen op. „Allah is alwe
tend", sprak hij. „Zijn wil geschiede!"
„Amen zei Sakr-el-Bahr zeer plech
tig en met een innig dankgevoel aan zijn
eigen, lang vergeten God.
De Dey bleef nog een oogenblik, ais-
of hij wilde spreken. Toen keerde hij
zich plotseling om en wenkte zijn sol
daten. „Weg!" was alles, wat hy hun
zei, en ging achter hen heen.
Bij de regeling ran do jaarwedden van
hen, die hij het openbaar en hel bijzon
der lager onderwijs werkzaam zijn, doen
zich verschillende, moeilijkheden voor,
waarvan de oplossing eerst kan worden
beproefd, nadat de voorgestelde wijzi
ging van art 192 der Grondwet in tweede
lezing zai zijn aangenomen.
Om die reden wordt in hetgeen bij dc
wet tol regeling van het lager onderwijs
omtrent de jaarwedden van de hoofden
van scliolen en van de onderwijzers van
hijstand is bepaald, slechts deze wijzi
ging voorgesteld, dal alle minima der
jaarwedden mei eenhonderd gulden wor
den verhoogd.
Voorts is de bepaling opgenomen, dat
de jaarwedden der hoofden van idioten
en onderwijzers aan de openbare lagere
scholen alle vóór 1 Januari 1918 door
dc gemeenteraden opnieuw worden ge
regeld
Eindelijk achten dfe voorstellers de
moeilijkheden, waarin vele onderwijzers
verkeeren, van zoo dringenden aard, dal
hel noodig is te bepalen, dat deze wet
wordt geacht met 1 Januari 1917 in w
king le zijn gelreden
ZOMERTIJD
Bij de Tweede Kamer is ingediend
een wetsontwerp lot lijdelijke afwijking
van de wet >an 23 Juli 1908 lot Invoe
ring van een woltelijken tijd.
Art. 1 bepaalt Van 16 April 1917 af
Lot 17 September 1917 wordt de in art.
1 der wet van 23 Juli 1908 bedoelde
wettelijke lijd met een uur vervroegd.
Art. 2 luidt- De overgang geschiedt in
dier voege, dat, wanneer de middelbare
zonnetijd van Amsterdam op 16 April
1917 twee uur aanwijst in den voormid
dag, het wordt geacht te zijn drie uur
op dien voormiddag, en dal, wanneer het
volgens deze wet zou zijn drie uur voor
middag op 17 September 1917. de tijd-
regcling naar den middelbaren zonnetijd
van Amsterdam wederom wordt inge
steld.
In de Memorie van Toelichting wordt
medegedeeld, dat uit het onderzoek, in
gesteld naar de werking van de wet
van 27 Aoril 1916 is gebleken, dal de
voordeden, voortvloeiende uit den bij
die wet getroffen maatregel, zoowel uit
economisch als uit sociaal oogpunt, de
nadeelen ver overtreffen.
De tijdstippen van overgang zijn geko
zen in overeenstemming met de desbe
treffende adviezen van de Nederland
sche spocrweg-maalschappijen, die zich
daarbij hebben laten leiden door de be
langen, welke, voor het spoorwegverkeer
zijn gelegen in aansluiting bij hetgeen in
de aangrenzende landen geschiedt
De overaangstijdstippcu sluiten zich bij
die van bedoelde landen aan; (le nacht
van Zondag op Maandag is de meest ge-
chikle, omdat dan geen of bijna geen
goederentreinen loopen.
Mede in overeenstemming met bedoel
de adviezen is niet overgegaan tot het
voorstellen van invoering van „Zomer
tijd" ais blijvende maatregel, omdat dit
punt le zeer samenhangt met hetgeen
in hel buitenland ten deze wellicht le
zijner tijd zal worden beslist, en mitsdien
dezerzijds eerst nader een onderwerp
van overweging zal vermogen uil te
maken.
NEDERLAND EN DE OORLOG.
De Fransche kinderen.
Men schrijfL ons uil Vlissingen:
Mei den trein van half vier kwamen
hier gistermiddag, zooals reeds in het
kort in ons blad werd gemeld, 18 der ait
hel Noorden van Frankrijk naar ons land
gekomen kinderen aan Zij waren uit
HOOFDSTUK XIV.
Het Teclcen.
Van achter het traliewerk, nog buiten
adem door de haast, die zij gemaakt had,
en niet Marzak naast haar, was Fenzileh
getuige, geweest van den eersten loornigen
terugkeer van den Dey uit het huis van
Sakr-ei-Bnlir. Zij had liem hooren roe-
pen om Aodul Mokhtar, den aanvoerder
der soldaten, en zij had de haastige mon
stering van een twintigtal dezer soldaten
gezien op het voorplein, waar het rosse
licht der loorlsen zich vermengde met hel
witte licht van dc volle maan. Zij had
hen haastig heen zien gaan met Asad
zelf aan hun hoofd, en zij had niet
geweten of zij lachen of huilen moest,
vreezen of zich verheugen.
„Hel is gebeurd", had Marzak opge
wonden geroepen. „De hond heeft hem
weerstaan en zoo zichzelf in 't ongeluk
gestort. Vannacht komt het einde van
Sakr-el-Bahr." En hij had er bijgevoegd
„Allah zij geloofd I"
Maar Fenzileh antwoordde niet op di'.
dankgebed. Zeker, Sakr-el-Bahr moest ten
gronde gaan en wel door een zwaard, dal
zij zelf gesmeed had. En toch, was het
niet mogelijk, dat de slag, die hem ne-
dervehle, haar in den terugslag treffen
zou? Dal was de vraag waarop zij nu
een antwoord zocht. Bij ial haar
Roozcndaal afgehaald door enkele dame»
en Jieeren van het comité tot huisvesting
van Fransche kinderen in onze provincie.
De kleinen waren reeds drie weken uit
hun woonplaatsen weg en liadden daar
van Iwee weken opgesloten gezeten in
een school in Donaiu, waar zij op stroo
sliepen. Van daaruit waren zij reed®
Maandag vertrokken en hadden reed»
drie nachten in den trein doorgebracht,
gedurende welken tijd zij weinig voedsel
kregen.
De kinderen werden bij aankomst hier
door een dokter .gekeurd en 27 van hen
werden ondergebracht in hotel „De
Hoop" in de NieuwsTraat, lerwijl de ande
ren per tram naar Zputelandc gingen,
waar het pension Bergsma een welkom
rustoord voor hen zal zijn. De bedoeling
is, dat de kinderen hier minstens 5 of 8
maanden blijven en wellicht nog langer.
Wij schreven hierboven over een wel
kom rustoord; ja, dal hebben de mees
ten dezer kiemen hard noodig, want velen
hunner komen uit de streken, waar do
oorlog van nabij woedt, namelijk aau d»
Ancre
V r ouwen en kindercn v a u
geïnterneerden
Te Vlissingen arriveerden gister
avond over Terneuzcn een 140-lal vrou
wen en kinderen die uil Gent en om
geving kwamen en met liet doeJ naar
Nederland kwamen om limine man-
men en vaders, die hier als geïnter
neerden vertoeven op le zoeken en hiefc*
verder te blijven. Alvorens naar Ne
derland te mogen vertrekken zijn 'deze
vrouweu door de Duitschers vier we
ken gevangen gehouden in een school
ui Gent, waar zij op krullen moesten
slapen en weinig krachtig voedsel ont
vingen, behalve de gelukkigen wier Ta-
milieden of kennissen kans zagen hen
wat le doen toekomen
Onder de vrouwen waren er ook
uil Roesselaere en andere plaatsen vlak
achter het front.
Enkele gingen reeds gisterenavond nog
trachten hun man verder op in hel
ïanü te Dereiken, de meeslen echter
bleven le Vlissingen en kregen een
siaappfaats in de vluchtelingenloods aan
de binnenhaven om hedenmorgen ver-
'der te gaan.
Steen kolen.
Met ingang van Maandag 12 dezer zul
len van Nuth, Kerkrade-Rolduc, Heer
len en Simpclveld naar Rotterdam (sta
tions Feyenoord en Maas) dagelijks extra
tremen loopen voor vervoer van steen
kolen uit de mijnen Fmma, Laura, Ver-
ceniging, Wilhehmna, Oranje-Nassau en
Dominiale steenkolenmijnen.
Gestrande schepen.
Volgens bij de reederij ontvangen be
richt uil Gibraltar, is de „Sindoro" door
een lievigen storm van hel anker gesla
gen en gestrand bij Punta Mara in de golf
van Gibraltar.
Behalve de „Sindoro" van den
Rott. Llovd, die op de rotsen bij Gibral
tar is ge'oopen, is nog gestrand, en wel
in de baai van Halifax, de „Beukelsdijk"
van dc IIolland-Amerika Lijn.
Volgens de „Av.p." is de Beukelsdijk1"
geladen met 10 000 ton regceringsgraau.
Ons brood.
Omtrent de aanstaande wijziging in de
samenstelling van het brood, door
toevoeging van aardappelmeel enz.
wordt vernomen, dat dit nieuwe
brood zoo spoedig mogelijk ingevoerd
zal worden. ^Wanneer het meel van de
nieuwe samenstelling aan de bakker»
gedistribueerd is, zal dadelijk met het
vervaardigen ervan een aanvang ge*-
om het nocdbl van Sakr-el-Bahr ie ver
haasten, had zij de gevolgen voor zich
zelf-overwogen; zij had de omstandigheid
niel over liet hoofd gezien, dat het
onvermijdelijk gevolg zijn zou, dat Asad
bezit nam van de Frankische slavin. Maar
hel scticen haar, dat zelfs deze prijs
niel te hoog was, om Sakr-el-Bahr voor
;oed le verwijderen van het pad van iiaar
zoon hetgeen dus bewijst, dal Fenzileh,
als moeder, in staat was tot zelfopoffe-
rin.,. Zij troostte zich nu met te beden
ken. dat de invloed, welks vermindering
zij vreesde door de komst van een mede
dingster in den harem van Asad, niet
langer zoo noodzakelijk voor haar zelf
en Marzak zou zijn, als Sakr-el-Bahr maar
eenmaal verwijderd was. De rest kon haar
niel zooveel schelen. Toch beteekende
hot ic-ts en de tegenwoordige staat van
zaken maakte haar onrustig, en haar ge
moed oen doolhof van aandoeningen.
Haar greep kon niet op eens al haarwen-
schen omvatten, naar het scheen; enter-
wijl zij genoot van de vervulling van den
eenen, moest zij het mislukken van den
anderen betreuren. Toch, over het gi-
h<.c! voelde zij, dal zij de winnende par
tij was.
In dezen gemoedstoestand had zij ge
wacht en nauwelijks gelet op liet blijde
en geheel zelfzuchtige gebabbel ran baar
zoon, die er weinig om gaf, wat zijn moe
der te wachten stond, als de prijs voor
het wegruimen van dien gehaten mede
dinger uit zijn weg. Voor hem tenminste
was er slechts voordeeF bij dc zaak,
alleen reden lot tevredenheiden die
tevredenheid uitte hij met volkomen min
achting voor de gevoelens van zijn
moeder.
Nu werden zij getuige van Asad's te
rugkeer. Zij zagen vie soldaten het voor
plein opkomen en zich in het gelid stel
len, lerwijl de Dey verscheen, langzaam
loopend, met eonigszins slependen tred,
zijn hoofd op de borst gezonken, do
handen op den rug. Zij wachtten, onx
slaven te zien volgen, die het meisje, dat
zij gehaald hadden, geleidden of droegen.
Maar zij wachtten vergeefs, nieuwsgierig
en ongerust.
Zij hoorden de barsclie stem, waarmede
Asad zijn volgelingen ontsloeg, en dea
dreun van de poort, die dichtsloeg; en
zij zagen hem alleen, in neerslachtige
houding op cn neer loopen in den ma
neschijn.
(Wordt vervolgd,*