MIDDELBURG
OURANT,
Dinsdag
14 November.
wpxmms,,„■■■■n na-.
M 269
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zoo-en Feestdagen.
Prijs per kwartaal te Middelburg en voor hen, die de courant
bezorgd krijgen door de Agenfcjp te Vlissitigen en te Goes f 1.30. Per post f 1.59.
.a. w
Afibnderlijlce nummers kosten 5 cent.
Tijdelijke verboojnug der Sbonneiüeüteh lüet 25 ct. p. kw. wegens oorlogstoeslag
1916
Adverteatiën k 20 cent per regel Bij aöonnement veel lager. Geboortedood- ett
alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels f 1.50
elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel. Groote letters en randen
naar de plaats die zij innemen.
Advertenties vóór één uur te bezorgen.
Wat gaat er om
We slaan weer voor raadselen, die
zorg, wekken, nu aan de zijde van
Duitschland. "Er zil merkbaar systeem
in de moeilijkheden, die ih de laatstie
weken zich telkens voordoen. Is hel
een poging tol dwang?
Een feit is het dat wij op allerlei wijze
belemmerd worden in zaken, die lot
voor korten tijd geen of veel minder
hinder ondervonden
Dat er door onze werven en machine-
Sabrieken geen ijzer meer ontvangen
wordt uil Duitschland, "wordt blijkbaar
niet veroorzaakt door gebrek aan ijzer
bij onze Oostelijke buren. Blijkens mee-
deelingen die het Hand van verschil
lende fabrieken ontving, kan ieder die
plaatijzer wil tiebben, dal gemakkelijk
krijgen ia elke hoeveelheid Maar de le
vering vau profielstaat en spanten ging
reeds sedert een half jaar met horlen
en stooten, en hield sedert de „Ver-
san<l®pere" van September geheel op.
Toch is het bekend geworden, dat vol
doend materiaal voor sommige bestellin
gen aan de fabrieken gereed ligt Maar
liet mag er niet uit.
Met. de steenkolen dito. Er komt véél
minder over dc g'rens dan aangevraagd
word', en wat we eiders meededen
over dc aansporing tot zuinigheid, maakt
het te duidelijker welke enorme belan
gen er mee gemoeio zijn Het stil
zetten van groote industrieën zou een
ramp worden
De gevolgtrekking ligt voor de hand
dat men hier te doen heeft met een
opzettelijke achterhouding in Duitschland
om ons te dwingen onzerzijds de uit
voerverboden te verzachten. Een taktiek
die voor Duitschland mol zijn vele be
hoeften zeer begrijpelijk is, maar die
ons in groote moeilijkheden brengt om
dat aan den anderen kant dc Engelschen
onzen aanvoer over zee in de hand hebben;.
Om granen, veevoer, zuidvruchten enz.
Ie «rijgen worden wij wel tol uitvoerver-
bovien gedwongen
"We zitten lusschen hamer en aam
beeld, en voor de Commissie van Bij
stand is het een bijkans onmogelijke laak
geworden om lusschen de tegenstrijdige
belangen der oorlogvoerenden ook het
„belang van Nederland voldoende le ver
zorgen.
Fn nu komen er eenige raadselachtige
aehccp^kwesties bij.
De kwestie van de „Batavier II" is nog
onopgelost.
De kwestie van de „Blommersdijk",
waarvoor volledige schadevergoeding
weid toegezegd, zoodra vast stond, dat
de ciuikbool-kommandant builen zijn
boekje was gegaan, is nog altijd zonder
oplossing, hoewel die duikboot reeds lang
binnen is.
De geregelde lijnen op Engeland, die
langen tijd geheel ongemoeid werden ge
laten, worden nu telkens belemmerd.
Fn tegenover het feit dat de „Prins
Hendrik" na enkele uren werd losgelaten,
•staal de lange duur van de aanhouding
der „Koningin Regentes", hoewel dit
vaartuig in 't zelfde geval verkeerde, en
slechts onder protest van onze mariii"
werd vervoerd naar Zeebrugge.
En nu wordt weer de „Batavier VI"
opgebracht, hoewel die geen enkelen,
passagier, en volgens de directie geen
stukje contrabande aan boord had.
Dat zijn natuurlijk geen dingen die da
delijk tot het ergste, tot oorlog leiden.
Maar economische nood kan al erg ge
noeg zijn. Hoe meer liet lusschen oe
oorlogvoerenden gaat spannen, hoe erger
liet voor ons wordt. En de toestand is
hier werkelijk niel zoo, dat we wel wat
kunnen missen.
wegvoet-ea vam Belgen naar
PnitschlaHid.
Er wordt ons gevraagd of dc Duil
sche overheid niet in lijnrechten strijd
met de bepalingen van het Reglement
betreffende de wetten en gebruiken van
den oorlog' te land, nu zij duizenden
Belgische arbeiders tut bun land weg
voort naar Duitschland om hen daar in
fabrieken te laten werken. De vragbr
hecht op grond van alles wat reeds ge
beurd is, niet veel waarde aan dat
reoiement, maar waar de Duilschers zelf
zich op dal reglement beroepen, was hel
z i. c*g bar om regelrecht tegen een der
bepalingen in te handelen.
In dat opzicht vergist, hij' zich De
afdeeling II van bovengenoemd regle
ment, n 1 die „van hel militair gezag op
Bet grondgebied van dein Tifandelijk^u
staal", bevat geen enkele bepaling die
spreekt van het wegvoeren van de( bevol
king of die dat verbiedt
De Duitscliers motiveeren hun maat
regel door een beroep op het artikel
dat aan den bezetter toelaat „alle maat
regelen te nemen, die in zijn vermogen
zijn, ten einde voor zooveel mogelijk
de openbare orde en het openbaar leven
te herstellen en Le verzekeren". De be
slaande werkeloosheid is een kwe.vtle
van o penbare orde en dus .F -
Dat nu Duitschland de toenemende
werkeloosheid wijt aan dc a f sluiting van
toevoer van grondstoffen door Engeland
en dat omgekeerd de regeeruig le Ha-
vere den stilstand wijt aan het feit dat
de Duitscliers alle koper en olie uit de
Belgische fabrieken hebben gehaald, en
bovendien door belemmerende uitvoer
rechten de 'metaalnijverheid heeft afge
sloten van Nederland, het eenige afzeu
gebied dat voor België openstaat
dat zijn beweringen die naar hun wer
kelijke waarde slechts kunnen worden
beoordeeld na een onderzoek ter plaatse
dat voor buitenstaanders niet mogelijk is
Maar het doet voor de rechtskwestie
ook weinig ter zake waaraan men ae
werkeloosheid toeschrijft Die is er.cn
de Duitscliers zeggen, dat zij nu ter
wille van de openbare orde die Belgën,
welke werkeloos zijn of weigeren Ie
werken, wegvoert naar Duitschland, als
de mogelijkheid om hun werk te geven
in België zelf ontbreekt.
Vraagt men ons of die wegvoeringen
in strijd zijn met do bepalingen van in
ternationaal reclil, dan moeten we
zeggen- neen, ook al moet de wegvoe
ring een verschrikkelijk harde maat
regel genoemd worden, én al schijnen bij
dc ten uitvoerbrenging do Duilschers
maar al te vaak naast de werkeloozcn ook
personen weg te voeren die wel degelijk
aan '1 werk waren, Onwettigheden bij de
toepassing maken een maatregel zelf nog
niel onwettig.
Maar daarmee is de kwestie alles
behalve afgehandeld Want wat laat
men die Belgen daar in Duitschland
werken?
Wolff vond het noodig in een te
legram te verzekeren „dat het hierbij in
jeen geval militairs werkzaamheden be
treft."
Die verzekering wordt natuurlijk in
gegeven door het eenige artikel in bo
vengenoemd reglement dal op liet aan
hel werk zetten van bewoners van een
bezette streek doelt, nl art. 53, bepa
lend dat „persoonlijke diensten' niet van
dc inwoners geëisclit mogen worden dan
ter verzorging' in de behoeften van het
bezettingsleger, terwijl die diensten (d i
dus hel; leveren van arbeid),, van dien
aard moeten zijn, dal zij voor de be
volking niet dc verplichting meebrengt
om aan de krijgsverrichtingen legen haar
■adcrland deel te nemen.
Als men nu die Belgische arbeiders
aan 't werk >zet in een fabriek die voor
t leger werkt, en welke fabriek in
Duitschland doet dat op 't oogenblik
niet? dan kunnen de Duitscliers ze
ker met recht beweren dat dit geen
krijgsverrichtingen zijn, en zelfs kan men
vechlens jeweren dal zoo iets geheel
alt onder de door het Reglement toege
laten „verzorging van de behoeften van
het bezettingsleger"
Maar wie nog ©en kleine illusie heeft
over, moraal in oorlogstijd, dien moet
het toch legen de borst s tuilen, dal
Belgische werklieden naar Duitschland
worden gevoerd om daar dingen te ma
ken, die moeten dienen voor de bestrij
ding Van hun eigen leger.
Misschien zullen sommige Duitschers
dat zelf toegeven, maar slaat men hier
weer voor do. befaamde oorlogsnood-
zaalc, die Duitschland noopt arbeiders le
krijgen, door welk middel ook, nu de
voortdurende leger-lichlingen steeds meer
Duitsche arbeiders uit de werlcplaalsen
halen En over oorlogsnoodzaalc en mo
raal zullen we maar niet uitweiden
Si
M N E MIA S i
EEN ONGEWONE BENOEMING.
Dat een lid van Ged. Staten uit. dat
college treedt om burgemeester van een
betrekkelijk,* 'kleine gemeente le worden
zal wel uitzondering zijn. We hebben
nu in onze provincie zoo'n bijzonder
heid door dc benoeming van den heer
J N. Elenbaas tol burgemeester
Kruiningcn.
Deze gemeente krijgt daardoor een
bestuurder die ©en erkend© autoriteit
is op 't gebied van gemeente-zaken. Maar
voor zijn partijgenooten ui de provinci:
zit aaii. deze benoeming een minder preti-
i' vooruitzicht vast
De heer Elenbaas was een der drie vrij
zinnige leden van de Provinciale Staten
die na de vrijzinnige overwinning van
1913 in het college van Ged. Staten wer
den gekozen en daardoor de meerder
heid naar links brachten Reeds is die
meerderheid afgebrokkeld door de ver-
anging dezen zomer van den heer J. G.
van Niftrik jr door mr. P Dieleman.
De verhouding word daardoor drie le
gen drie
Daar de Provinciale Stalen een recht-
sche meerderheid tellen (23 legen 19)
zal hoogst waarschijnlijk dc aftreding
an den heer Elenbaas tot gevolg heb
ben dat Ged. Stalen een rechtsch lid
rijker worden, en dat dan de verhour
ding' vier tegen twee zal zijn 'dc heeren
jhr E. A O. de Casembroot en mr F
J Spronger).
Als de zaken hun normalen gang
hadden gevolgd zou de heer Elenbaas
eerst m Juli 1919 zijn afgetreden
„IN OORLOGSTIJD.
Wat mr. Treub in zijn boek vertelt,
belieft natuurlijk In hoofdzaak publieke
maatregelen waarvan we allen hebben,
gelezen, toen ze werden afgekondigd.
Maar de lezing reeds van enkele hoofd
stukken van dit boek bracht ons twee
dingen in gedachte
le. dal we een heele boel van die
dingen ol weer hebben vergeten; dat tien
minste de fijne puiiljes in de herinujering
v/aren afgesleten in dc snelle wrijving
der opeenvolgende gebeurtenissen
2- dat het hofrl goed is oir weer
eens door een boek als dit herinnerd te
worden aan de juiste toedracht der za--
keu, die ia de sen-sationeele eterste oor
logsmaanden niet eens alle in hun juiste
beteekenis werden beoordeeld, doch die
nu door den sleur maar al te zeer als
gewoon worden beschouwd.
Maar bovendien wekt dit boek eerbied
voor lien, die toen aan 't hoofd van
's lands zaken stonden en voor an,dei-en.
We hebben nooit geweten dat de re-
geeringsmaatregelen ter bestrijding van
ae finonlicele paniek tot zulk een ont
zaglijke inspanning dwongen1, als ons nu
bleek uit het eenvoudig verhaal in het
vierde hoofdstuk. Het waren werkelijk
buitengewone gebeurtenissen oen minis
terraad die telefonisch in verbinding slaat
met een vergadering van groote bankiers
le Amsterdam; die dan twee Ministers
uaarheen afvaardigt, en omgekeerd
's avonds weer een vergadering houdt
met de bankiers.
,1a den laten avond", schrijft mr.
Treub, „deed zich toen het in onze
staalkundige geschiedenis wel nooit voor
gekomen geval voor, dat de vergadering
■au aen Ministerraad door een zoo groot
aantal personen werd bijgewoond, dal uit
rerschi'lende kamers van het departe
ment van Justitie stoelen en banken
moesten worden bijeengehaaid opdat de
heeren althans konden zitten."
Of een ander teekenend feit in dje.
snelle voorbereiding voor de uitgifte van
zilverbons een nachtelijke conferentie
tussen en dc Ministers van Fiuanciên' en
Handel en de presidenten van de Xederl.
Bank en de NeM. Handel-Mijdie per
auto uil Amsterdam naar Den Haag kwa
men, vanwaar per. speciaal opengehou
den telefoonverbinding in Maastricht, pa
pier werd besteld, waarna 's nachts mo
del kleur, ondergrond enz. der bons
werden vastgesteld.
Zoo zijn er nog tal van andere bijzon
derheden in dit boek die getuigen van
dc enorme pressie waaronder toen ge
werkt moest worden.
Ecu enkele bladzijde laleu we hier
volgen, betreffende 't wetsontwerp tegen
prijsopdrijving, waarop Zaterdagochtend
1 Augustus de aandacht der regee
ring werd gevestigd door het in de mor-
genbladen vermelde bericht van ©en vraag
van het Kamerlid Schaper.
We laten nu verder den heer Treub
vertellen.
„Hel was aaustonds duidelijk dat de
beslaande onteigeningswet niet voldoende
was om het opkomende gevaar le lceeren
en dal het langs den weg van uitbreiding
dier wel gekeerd worden moest. Zater
dagochtend onder het gaan naar het Mi
nisterie overwoog ik de hoofdpunten van
heigeen hier noodig was. Daar gekomen
zellc ik die hoofdpunten op het papier
als schema voor een wetsontwerp met
een korte Memorie van Toelichting. Aan
don chef der afdeeling Handel werd door
mij opgedragen, ze in den vereischlen.
vorm te gieten en daaromtrent voor zoo
veel noodig de Departementen van Bin
nenlandsche Zaken en van Justitie t©
raadplegen. Persoonlijk besprak ik de
zaak met den heer Gort van der Linden,
van wien liet ontwerp, daar het een aan-
uiting van de onteigeningswet betrof,
formeel in de eerste plaats moest uilgaan.
Naar aanleiding van opmerkingen van, de
D parlementen van Binnenlandsche Za
ken en van Justitie werd liet stuk, dat
tegen den middag in zijn eersten vorm ge
reed was gekomen, voor zooveel noodig
gewijzigd en aangevuld. Hoewel s mid
dags ook een belangrijke en vrij langdu
rige vergadering mei personen uit de
finpnciëele wereld moest worden gehou
den, was bet toch omstreeks 7 uur
's avonds zoover, dat ik aan de Koningin
een audiëntie kon aanvragen om het ont
wei p aan H. M voor te leggen De Ko
ningin, die in die dagen met allerlei
spoedzaken door Hare verschillende
grondwettelijke raadslieden werd over
stelpt, had den Voorzitter van den Minis
terraad doen welen, dat alle leden van
het Kabinet konden verzoeken in gehoor
te worden ontvangen, zoo dikwijls zij dit
voor dringende aangelegenheden nfoodig
oordeelden. Bovendien had H. M. ervoor
gjzorgd, dat voortdurend een der amb
tenaren van Haai* Kabinet ten Paleize
aanwezig was, om de verdere behandeling
van urgente stukken zooveel mogelijk te
bespoedigen. Hoewel aan liet ontwerp
onophoudelijk was gewerkt, werd het toch
ongeveer negen uur 's avonds, vóórdat
ik liet stuk in deu vorm, waarin het aan
de Koningin kon worden voorgelegd, naar
het Paleis kon medenemen. Toen ik met
r.;>n enkel woord de strekking van helont-
worp uiteenzette, zeidc de Koningin mij,
dal Zij dienzelfden dag zeer was ge
troffen door de bestorming van winkels,
welke Zij zelve had opgemerkt en dat Zij
met genoegen zag, dat terstond een maat
regel was voorbereid om liet hieruit le
duchten gevaar te keeren. Hoewel li(et-
«een ten Paleize binnenskamers lusschen
de Koningin en een van! Haar raadslieden
wordt besproken, geheim is en behoort
te olijven, ben ik wel niet onbescheiden
en verklap ik geen staatsgeheim door tc
dezer zake een tipje van den sluier, die
om zulke besprekingen hangt, op te lich
ten. Hare Majesteit gaf mij verlof het ont
werp uit Haar naam onverwijld naar den
Raad van State om advies le zenden en
leekende voorlcopig het exemplaar, dat ilc
achterliet, boven op het stuk af. opdat
(le Directeur van Haar Kabinet daaruit
voorloopig reeds Haar instemming met
iiel ontwerp zou zien. Zoo werkte in die
gedenkwaardige dagen ieder, de Koningin
aan het hoofd, mede om den gang van
zaken te bespoedigen en werd over for
maliteiten, die vertraging teweegbrengen,
heengestapt.
Intusschcn was de Ministerraad van
acht uur af bijeen ter behandeling van
verschillende dringende onderwerpen en,
waren in een afzonderlijke kamer van
hel Ministerie van Justitie eenige amb
tenaren van dat Departement en van die
v in Landbouw en van Binnenlandsche
Zaiccn samengekomen, om het ontwerp
nog nader onder banden te nemen, naar
aanleiding van de opmerkingen, welke
de Raad van State mocht maken. Toen
ik in het gebouw van het Departement
van Justitie, waar de Ministerraad pleegt
te vergaderen, gekomen was, ging ik eerst
naar de kamer van den Secrelaris-
Generaal. Daar vertelden mij de hoeren,
die er met het zooeven aangewezen doel
samengekomen waren, dat de Raad van
Stale uiteen was gegaan en den volgenden
ochtend opnieuw zou vergaderen. Aange
zien hel ontwerp van zeer urgenter» aard
was en, zoo cenigszins mogelijk, behan
deld inoest worden in dc vergadering van
ae Tweede Kamer, die Maandag 3 Augus
tus bijeenkwam, kon ik die mededeeiing
niet eenvoudig voor kennisgeving aanne
men. Telefonisch kreeg ilc er den hoofd
commies die in het gebouw vau den Raad
an Stalc achtergebleven was, toe, <lal
hij den waarnemenden vice-voorzitler van
den Raad (de heer Röell was kort te vo
ren overleden en een nieuwjc vice-voor-
zitter was nog niet benoemd) zou mede-
deelen, dat er een bij uitstek dringend
ontwerp was ingekomen en dat de Regee-
riug hel zeer op prijs zou stellen, als zij
nog dienzelfden avond of nacht het ad-
vip® van den Raad daaromtrenl zou kun
nen ontvangen. De waarnemende voorzit
ter-bleek aanstonds bereid zijn medewer
king te verleenen. De leden van den Raad
van State weiden terstond vooreen spoed
vergadering op denzelfden avond opge
roepen en des nachts omstreeks half
één of één uur kwam het advies in. Dé
Ministers van Binnenlandsche Zaken en
an Justitie waren met mij in de verga
derzaal van den Ministerraad gebleven;
ter behandeling van het ontwerp naai'
aanleiding van het in aantocht zijnde ad
vies. De zooeven genoemde ambtenaren
hadden het mtusschen nog eens zorgvul
dig van alle kanten bekeken, /oodat de,
•ktredactie, toen het advies van den Raad
vin State ingekomen was, spoedig kou
werden vastgesteld. Het ontwerp kon nu
den volgenden ochtend aan de Tweede
Kamer worden aangeboden en zóó tijdig
an de leden van dc beide kamers wor
den rondgezonden, dat zij er nog vóór
de vergadering op Maandag den 3den
Augustus van konden kennis ne»nen. Na
Foi-meel in de afdeelingen te zijn onder
zocht, werd hel nog denzelfden dag inel
eenige andere zeer urgente welsonlwer
pen door beide Kamers der Staten-Gene-
raa. aangenomen; des avonds verscheen
bet, door de Koningin bekrachtigd, in het
Staatsblad. Sneller levensloop, van het
eerste sladium der overweging van zijn
lioud tot zijn metamorphose als van
kracht zijnde wet toe, heeft wel nooit
een wetsontwerp gehad".
Nog een enkele aanhaling over hetgeéw
mr Treub vertelt over het aandeel dat de
Koningin hecfl gehad aan de oprichting
van het Steuncomité.
Bij een audiëntie, welke mij op den
avond van 7 Augustus 1911 door de
Koningin werd verleend Ier bespreking
van reeds genomen en nog lo nemen
maatregelen op economisch gebied, gaf
Iiare Majesteit mij Haar vrees te kennen,
dat dc plaatselijk zich vormende comités
tot leniging vau nood, ontstaan' door den
oorlogstoestand, bij gebrek aan onder
linge samenwerking, zouden leiden tot
versnippering vau krachten en lol een
ongewenschle ongelijkheid in de behan
deling van mindergegoeden, die als ge
vel;. van den oorlogstoestand steun zou
den behoeven. Ten einde met den ver
cischen spoed eenheid le brengen in de
spontaan ontsproten plaatselijke steun
bewegingen, had Hare Majesteit het plan
opgeval zichzelve aan het hoofd te stel
len van een cenlrale nalioniale organi
satie der sleimverleening en werd mij
do r Haar de wensch le kennen gegeven,
dal ik mij met het ontwerpen van zulk
een organisatie zou onledig houden. Bij
die audiëntie zelve werden door mjj
daaromtrent voorloopig eenige denkbeel
den ontwikkeld, die ik later nog eens
overdacht. Daar er groote haast bij was,
mojsl hier, zooals zoo vaak in de eerste
oorlogswekeu, in toepassing worden ge
bracht que la nuit porte conscil".
Als resultaat daarvan schreef hij den
'olflenden ochtend een brief aan den
particulieren secretaris van Hare Ma
jesteit, waarin hij nader de plannen ont
wikkelde.
Zooals men weet heeft Maandag 10
Aug. in de Trèveszaal de vergadering
ptaats gehad, waar de Koningin verscheen
zonder eenig gevolg, in den graolslen eon-
oiKi, waarvan de beteekenis door alle
aanwezigen sterk gevoeld werd.
OVER MEERVOUDIG KIESRECHT.
De heeren De Geer en De Savornin
I thman hebben een amendement inge
diend, om na den eersten volzin van
artikel 80, lid 1, der Grondwet in het
zelfde lid te lezen
„Geeu kiezer brengt, uil hoofde van
as., het bezit van luaalschappelijken wel
stand ontleende redenen, meer dan één
stem uit."
De strekking van liet amendement is,
d hoofdgedachte van hel nieuwe art. 80
zeen verband lusschen kiesrecht eu
welstand in veiligheid te stellen, zon
der den status quo omtrent de mogelijk
heid van meervoudig kiesrochl te wij-
NEDERLAND EN DE OORLOG.
HeL opbrengen van de
„Koningin Regentes".
Over het opbrengen van de „Koningin
Regentes" verneemt de „Tel." nader, dat
de Duitscliers geen prijsbemanning aan
boom hadden gezet, doch den kapitein,
eenvoudig werd gecommandeerd naar
Zeebrugge le volgen.
Als vermoedelijke reden van het aan
houden van list schip wordt schrijft
hel blad o. a. aangenomen het feit,
dat zich aan boord bevond een Belgische
gravin, familielid van den Belgischen mi
nister van Oorlog De Broqueville, die
van do Duilschers permissie had gekre
gen <vm een reis naar Nederland le ma-