I RUddelbargsche to»! V TWEEDE BLAB FEUILLETON. Na lange japen I vu u* VAH Zaterdag l Juli 1916, no 153. SiBBefiiand RAADSLID EN LANDSTORM. T)e overweging van Gedeputeerde Sta men van Gelderland bij him beslissing op het beroep van den heer Wolzak te Oosterbeek van het besluit van den Baad, waarbij hij als raadslid ontslagen werd in verband met zijn verbintenis bij den vrijwilligen landstorm, luidt als volgt dat volgons art. 23 der Gemeentewet het raads-lidmaatschap onvereenigbaar is met de betrekking1 van krijgsman in werkelijken dienst, waaronder tengevol ge het laatste lid van dat artikel voor de toepassing dier wet niet worden ver staan zij die gehouden zyn tot het met iusschenpoozen vervullen van werkelij- ken dienst; dat derhalve liet antwoord op de ▼raag of een raadslid dat een vrijwilli ge verbintenis bij den landstorm aan gaat, daarmede een met zijn raadslidf- mlaatschap onvereenigbare betrekking aan vaardt en dus ophoudt lid van den Baad te zijn, afhangt van het antwoord op de vraag, of de- vrijwillig dienende bij den landstorm slechts gehouden is tot het met. tusschenpoozen 'vervullen van werkelijken dienst; overwegende dat blijkens landstorm wet en de tot haar uitvoering gege ven bevelen de bij den landstorm vrij willig dienende voor den tijd van zijn verbintenis gehouden is tot voortdit- rend en niet met tusschenpoozen ver vollen van werkelijken dienst en dus bovenvermelde bepaling niet van toepas sing is. op voornoemd raadslid, doch deze toen hij de verbintenis aanging bij den landstorm, ophield Raadslid te zijni dat hij Wel is waar die verbintenis heeft aangegaan vóór dat hij, na op 11 Juli 1915 te zijn herkozen, door deD Baad van Renkitm als lid werd toege laten, maai" dat hij daarna op 27 Nov 1915 werd bevorderd tot korporaal en daarmee één met zijn lidmaatschap on vereenigbare betrekking aanvaardde; overwegende derhalve dat de Raad van Renkum terecht heeft verklaard, dat Wolzak heeft opgehouden lid van dien Raad te zijn besluiten aan adressant kennis te ge ven dat naar het oordeel van Gedep. Staten het gemelde Raadsbesluit niet ▼oor vernietiging vatbaar is. Naar de ,,N.- R. C." verneemt, heeft de Heer Wolzak van dit besluit beroep bij de Kroon aangeteekend. We willen hierbij nog opmerken dat de indertijd door ons besproken kwestie van een raadslid van Goes, niet een vrijwillig landstormman betrof, maar een re serve-officier. RECHTZAKEN. Arr.-Rechtb. te Middelburg. Zooais reeds kort gemeld werd gister de zaak behandeld tegen J. T. L. D. ;uit Vissingen, wiem' ten laste werd gelegd, dat hij op 28 April in de Aagje Dekenstraat met een motorrijtuig op sier wielen roekeloos en zonder signalen te geven, althans te weinig signalen, heeft gereden in 'de richting van het Betjei WloMplei», waardoor de 12-jarige Dora Joossen werd overreden, en aan da belko m-en wonden is overleden. De getuige J. Gomes deelde mee dat er twee autoi's achter elkaar kwamen; de eerste reed fvrij gewoon, de tweede hard, ongeveer 15 K.M. per uur. De maximum snelheid is te Vlissmgen '10 K.M. Er stond een wagen aan den overkant van de straat. Getuige heeft een signaal hoord, maar weet niet of dit kwam van de eerste of de tweede auto. Toen het ongeluk gebeurd was, heeft getuige het kind naar dr. Merckens zien brengen. De hekl., ondervraagd, zegt geen groe ier vaart te hebben gehad dan 8 K.M. Plotseling staken de drie meisjes de straat over. Bekï. schakelde direct uit, zette de voet rem aan en week uit, maar het was te laat. De getuige Gomes, door den officier ondervraagd, verklaarde nog, dat als het signaal van de auto van bekl. kwam, het signaal te- laat is gegeven. Op een vraag van den verdediger mr. J. Adriaanse, zegt getuige, dat hij als sig naal gehoord heeft een „toet." Getuige weet wel dat er een ""bfordje staal over de maximum-snelheid op den hoek van de Wolstraatof dit ook voor de Aagje Dekenstraat geldt, weet getuige niet. De volgende getuige M. Doïnmissie, stond dei) wagen te Iaden in de straat; hij meent, dat de auto tweemaal' zoo hard reed als een rijiuigpiaard. Getuige heeft beid. met onverminderde snelheid een wielrijder zien voorbijrijden, die moest maken dat hij op zij kwam. De drie meisjes liepen in de richting van liet Bet je Wolfsplein links van de rails. Getuige is overtuigd, dat bekl'. best de aanrijding had kunnen voorkomen. De getuige K. Harpe, gemeente-werk man, hielp de kar laden; hij heeft de twee auto's gezien. De tweede reed heel hard, hij zag de meisjes loopen, en de straat oversteken, toen de overredene werd gepakt, zoodra ze over de rails was. De auto ging over het kind heen; van den wielrijder heeft getuige niets gezien, maar kan wel' verzekeren, dat be klaagde zijn vaart niet verminderd heeft voor het kind overreden was. Getuige J. F. van Raam kwam uit de Walstraat. Op iden hoek ontmoette zij pen auto, die kalm reed; zij zag de kinderen langs de rails loopen aan den kant van de straat. De tweede auto kwam met groo- tere vaart, dan de electrische Iram uit de richting der Centrale van de Schelde. Zij heeft geen signalen hooren geven. Getuige heeft van vermindering van vaart niets gezien; zij heeft nadat het meisje overreden was, drie maal ge roepen „stop", daar zij het idéé had dat dit anders niet gebeurd zou zijn. Op een vraag van den verdediger zegt getuige, dat de kinderen de straat met- overstaken; volgens het verbaal van het verhoor voor den rechtercommissaris heeft getuige toen gezegd, dat de kinde deren wei de straat overstaken De volgende getuige, A. de Veij, stond bij de Centrale van de Schelde te praten en heeft de auto met zulk een snelheid zien rijden, dat een paard in galop ze niet had kunnen bijhouden. Getuige zag ook den wielrijder, die zich moest haas ten om weg te komen. De kinderen liepen eerst op het troittoir, Hij heeft niet ge" zien of de kinderen de "straat oversla-: kenwel zag hij de auto- bpwippen. Sig nalen heèft deze getuige niet gehoord. De getuige B. M- Wijten burg heeft proeven genomen met een auto in de Aagje Dekenstraat en heeft gereden met een vaari van 8 tot 10 K.M. Op een af stand van 2 Meter kon de auto tot stilstand worden gebracht en kon ook worden uitgeweken waarvoor vlaggetjes gezet werden. Op een vraag van den verdediger zegt getuige, dat 15 K.M. een niet te groote snelheid voor het rechte eind der Aag je Dekenstraat was. naar hel Engeisch. door L. G. MOBERfcT 36). „Indien hij er te voren tevreden mee was met mij te willen trouwen, toen hij wist. dat ik hem niet recht liefhad, wiaarom zou hij mij nu dan willen opge ven? Hij is niet de man om makkelijk iels op te .geven, wat hij graag hebben wil en ik geloof niet, dal wat ik'ook zeg gen mag, hem van besluit zal doen ver anderen." Toen u beloofde zijn vrouw te zul len wórden, h'adl u geen anderen man 31efu was ten minste vrij. N a hebt u een anderen man gevonden, dien u lief- hebt. Dat maakt een kolossaal verschil, hij moet inzien welk een verschil dat maakt. De omstandigheden zijn totaal veranderd, en het is niet meer dan eer lijk hem dat te zeggen. Vertel hem dap per de hecle waarheid Ik weet zeker, dat Hij ti' uw vrijheid zal teruggeven, maar hel is niet meer dan billijk, dat hij alles weet." Dulci schudde het hoofd. Indien u zegt, dat hem alles vertel len het ecnige >s wat oprecht en eerlijk Hjk is, dan zal :k het doen," zei ze, „maar ik denk niet, dot Humphry inij Die laatste getuige charge F. van den Hout, chauffeur, heeft de proeven even eens met goed gevolg gedaas. Dfc gewo ne vaart hs 15 K.M. maar dan is het stoppen op zwik een kleinen afstand niet mogelijk. Thans werd overgegaan tot het hooren der getuigen a décharge. De eerste was de 15-jarige Jongen J. de Buck, die met zijn rijwiel in "de straat liep; hij Is uit den weg gegaan, doch links; de auto stopte bijna geheel voor hem; er was signaal gegeven, doch nadat de auto hem voorbij was, hoorde getuige niets meer. Getuige E. van Zweden was in de straat, hij kreeg niet den indruk, dat er te hard gereden werd. Hij zag de kin deren drie ïneter vóór de auto de straat oversteken. De getuige T. Mistiaars heeft bekt. zien rijden bij de Keersluis, daar reed hij in een kahnen gang en gaf signalen. Getuige reed met kar en paard bekl. achterop en kwam 2 minuten later op de plaats van het ongeluk, 500 Meter daarvoor gaf de auto nog een signaal- De getuige P. Horningfe reed de eerste auto, en heeft een andere auto hooren. toeteren; getuige heeft geen gewonen toeter op zijn auto. De laatste getuige, de chauffeur J. van Tatenhove, zat naast getuige Hominge; men yeed 14 a 15 K.M. Hij merkte geen andere auto achter hen op. Op verzoek van den verdediger werd deze getuige ook als deskundige gehoord en verklaarde, dat 8 K.M. een heel lang zame vaart is. Het is echter wel mogelijk om met een auto zoo langzaam te rijden. De officier, thans het woord ver krijgende ging de route in den breede na; hij acht het onmogelijk op een afstand van 3 Meter voor een auto langs te pas- seeren. De officier meent, dat uit de ge tuigenverklaringen wel degelijk vaststaat, dat bekl. hard reed. Spr. acht bekl. de oorzaak van het ongeluk, maar meent, dat het O. M. een broeden blik moet hebben. En dan stelt spreker de vraag, hoe het is met ons verkeer. Hij keurt daarbij af de onverschilligheid en roeke loosheid van vele wielrijders, vele auto mobilisten en noemt daarbij o. a. de Roode Kruis-auto die tegenwoordig door Middelburg rijdt. Spr komt tot de con clusie, dat hét ten laste gelegde is be wezen, maar vindt termen voor een voor waardelijke veroordeeling. De man moet tijd hebben te lfeeren om langzaam te rij den, waar het rioodig is. De eisch luidde voorwaardelijke veroordeeling tot drie maanden hechtenis met een proeftijd van drie jaar. De verdediger hield een warm plei dooi om aan te toonen hoe moeilijk het is om de snelheid van een auto vast te stellen, en hoe bijv. ook B. en W. van Rotterdam er bezwaar tegen hadden het snelverkeer aan banden te leggen. In den breede ging de verdediger de verschillende getuigenverklaringen na en vroeg vrijspraak of anders het hooren van de beide getuigen 5 décharge, die thans niet verschenen waren. Na de pauze werd voortgezet de zaak tegen A. S. G. een Duitsehen schipper, be klaagd van verboden uitvoer over Sas van Gent. Deze zaak werd bij de eerste be handeling uitgesteld, om nog drie com miezen ais getuige te hooren. Een dezer wist niets meer van Jiet geval; een tweede slechts weinig. De officier wees er op, dal door liet verzet de zaak veranderd is en daardoor de ambtenaren niet precies meer onder eede kunnen verklaren wat er gebeurd is. Gewenscht is het dat de commiezen aanteckesüng houden. De officier vorderde vernieling van het verstek vonnis en vrijspraak van bekl. De verdediger, mr. J. Adriaanse, sloot zich in zijn pleidooi hierbij aan. Verder werd nog geèischt tegen- P. K. en A. t., poging tot omkooping, f 10 s. 3 w. t. voor den eerste en f 10 s. 20 d. h. voor den tweede; A. de N„ p chipper, poging tot verbo den uitvoer, (appèl van veroordeeling tot 1 w. gev.) verandering van straf ia f 13 a 15 d. h.; li. Vv, Aardenburg, mishandeling, I 10 9. 20 d. h.; G. de M., Nieuw Namen, mishandeling, f 10 a. 14 d. i J. F. d. N., Hulst, beleediging, f 7 14 d.; J. T. A., Stoppeldijk, beleediging, f 7 s. 14 <L; A. P., G. P., L B. en T. v. C., Sas van Gent, mishandeling, f 15 s. 30 d.; P. v. G., Neuzen, mishandeling van polïtie-agenten f 15 s. 10 d.; A. J. de B., Aardenburg, niet voldoen bevel' ambtenaar, f 10 s. 20 d. h.; J. S., Borssele, mishandeling, 1 w.gev.ji P. de W., Vlissingen, verduistering, voorw. gev. straf van 1 m„ met proeftijd van een jaar, en terugbetaling van f 16.82 aan zijn patroon D. Bos. Uitspraak 11 Juli. buitengewoon leerzaam is, behoeft wel geen betoog INGEZONDEN STOKKEN. «HIMondca stukken worden Id geen geval tenuzaesondvu. aaezoRitei Heöeieelinpi. Aambeien. Weinig kwalen zijn ellendiger, pijnlijker en gevaarlijker dan aambeien, door het hovige jeuken en de stekende pijn, die zij veroorzaken Het ongemak wordt hoe langer hoe erger, als het verwaarloosd wordt en hevige bloedingen, ontsteking en verzwering kunnen er door ontstaan. Zelfs in gevallen, waarbij operatie liet eenige redmiddel scheen, heeft Foster's Zalf bewezen van uitstekende hoedanig heden Ie zijn en de kwaal op afdoende en duurzame wijze te genezen. Het verdient aanbeveling bij de behandeling tevens slechte gewoonte na te laten, zorg te dragen voor een goede spijsvertering, het gebruik van kruiden, alcohol en prik kelende voedingsmiddelen te vermijden, doch veel groenten en weinig vleesch te nuttigen. Foster's Zalf (let op den juisten naam) is te Middelburg verkrijgb. bij Joh. de Roos, Vlasmarkt K 157. Toezending ge- sch.'edt franco na ontv. v. postwissel f 1.75 per doos. HANDEL, NIJVERHEID EN VISSCHERIJ. - By vergissing was in het beurs bericht van gisteren de koers genoteerd van Missouri1-Kansas-Texas preferente aandeelen in plaats van die van de gewone aandeelen, welke zes een zes tiende beliep. o Historische gegevens over de leeningen en buitengewone hef fingen tijdens de huidige crisis, door mr. H J. de Lange. Bij H. D. Tjeenk Willink, Haarlem. De titel van dit interessante boekje geeft een onjuiste gedachte van den in houd want 't grootste deel ervan wordt in genomen door een historisch overzicht van de wijze, waarop van 1798 af, in cri sistijden getracht is in de financieele behoeften van het rijk te voorzien Wat men uit dat historisch overzicht leert is allereerst dat de financieele maatregelen in de huidige crisis allesbe halve nieuwigheden zijn Van een hef fing in eens hebben we van 1798 tot 1815 toe niet minder dan elf voorgang sters gehad onder den naam van Bui tengewone heffing. Gedwongen leeninr gien waren er van genoemd beginjaar tot en met 1851 vijf; in het jaar 1832 waren er twee wetten betreffende een vrijwillige leening met een buitengewone heffing voor het geval van niet genoeg zame deelneming; in 1844 ook een; drio maal was er een vrijwillige leening uit geschreven waar achter een gedwongen leening stond voor 't geval van niet ge noegzame deelneming Dat juist in deze dagen een toegelicht overzicht van die vroegere voorbeelden URGENTIE-RAAD TE MIDDELBURG. Mijnheer de redacteur. Naar aanleiding van de nog steeds heerschendo misverstanden ten opzichte van het werk der urgentie-raden, ver zoeken wij u beleefd onderstaande re gelen in uw blad op te nemen Uit de vele en velerlei opmerkingen, die ons tijdens de inschrijvingsdagen van den urgentieraad alhier Ier oore kwamen, blijkt ons, dat niettegenstaande het vlugschriftje, op ruime schaal ver spreid, allerlei inlichtingen geeft, het dioel van dit werk nog niet voldoende wordt begrepen Wij' willen daarom trachten, dit doel nog eens in 't licht te stellen, hopende dat daarmede vele verkeerde voorstellingen, betreffende dit werk zullen worden weggenomen. ,,De urgentieraden werden en worden opgericht met geen ander doel dan om elke groote of kleine stad een mid- denpunt te scheppen, waar vrouwen zich kunnen laten inschrijven tot het verrichten van arbeid, waaraan de ge mobiliseerde mannen worden onttrokken en waarvoor geen andere man" nelyke werkkrachten beschijk- baar zijn. Daar het oproepen van meer dere lichtingen, zoolang de oorlog duurt mogelijk is en het economisch leven met zoo min mogelijk schokken voortgang zal moeten blijven hebben, wordt het door den Nat Vrouwenraad wenschelijk geacht de vrouwen geschikt en genegen de verschillende werkzaamheden van den man over te nemen, te mobiliseeren, opdat de autoriteiten weten zullen hoe veel vrouwelijke werkkracht op hel crL tiek oogenblik beschikbaar is Uit het hierboven aangehaalde blijkt voldoende, dat uit alle rangen en klassen der samenleving vrouwelijke werkkrach ten gevraagd zullen worden, want uit allerlei werkkring zal de man opgeroe pen kunnen worden Iedere vrouw dus, die in tijden van algelieele mobilisatie, tijd en kracht ÜUÜft om zich, hetzij eenige uren daags, hetzij heéle dagen, beschikbaar te stellen ten dienste van de maatschappij, van 't vaderland, opdat zooveel mogelijk alles een geregelden gang van zaken behoude, kan zich bij den urgentieraad aanmelden. Waar wij in 1914 bij het uitbreken van den wereldoorlog gezien hebben, dat rale vrouwen en meisjes haar tijd en kracht wilden geven, om deze zoo nuttig mogelijk te gebruiken, daar verwachten wij, dat alle vrouwen, die dit toen plot seling moesten en wilden doen, ook nu zich in tïjds zullen willen organise* - ren. Iedere vrouw kan bij deze organi satie dat soort werk kiezen, waarvoor zij zich het meest geschikt acht, hetzij als betaalde, hetzij als niet betaalde ar beid. Alöjd evenwel zullen de werkgevers den betaalden arbeid moeten doen voor gaan aan den niet-betaalden. Vrouwen op Walcheren, stelt uw werk kracht, op welk gebied gij deze wenschl aan te wenden, ter beschikking' In tijden als Europa nu doorleeft (wij zien het in oorlogvoerende landen) wordt niet gevraagd, of dit pf dat werk al of niet passend 1s voor een vrouw Dan moet de hand aan den ploeg geslagen en alleen gevraagd worden, wat kan ik, vrouw doen ten algemeenen nutte, ten dienste van mijn vaderland Het antwoord, op deze vraag verwacht de Urgentie-Raad alhier op Dinsdag 4 Juli a s. Op dien datum wordt de 3de inschrij' vingsdag ten stadhuize (ingang Helm) ge houden van 2—4 uur en van 7—9 uur Dat vele vrouwen zich dan laten in schrijven! HET BESTUUR. vrij zal laten, hij is niet de man om dat te doen. Misschien is het heel verkeerd eest,, dat ik ooit beloofd Heb met lean te zullen trouwen, toen ik wist, dat ik niet vun hem hield Misschien was dat de ware fout." ,,Ik geloef, dat u daar verkeerd aan deedt." Brampton sprak vriendelijk maar op vasten toon „Uw beweegredenen wa ren goed en n handelde goed, zooals u meende maar het is niet tegen te spre ken, dat u kwaad deedt om er een goed doel mee te bereiken. Want, indien u mij niel kwalijk neemt, dat ik ronduit mijn opinie zeg, het was verkeerd ïe beloven dc vrouw tc zullen worden van een man, dien u niet liefhebt." ,En nu moet ik de schuld betalen voor die fout," zei het meisje droevig, „moeten wij altijd boeten- voor de fou ten die wij begaan0" „Ik vrees van wel." Brampton's stem- was nog 7.eer vriendelijk, maar zeer flink; hel was een der oorzaken van de kracht en hulpvaardigheid, die van hem' uitging, dat hij nooit poogde goed te noemen, wal verkeerd was, maar openhartig en onbeschroomd de waarheid sprak- hij was tc eerlijk tegenover zichzelf en an deren om o^it verkeerdheden te vergoe lijken. HOOFDSTUK XII. De gevangenis. „Neen, ik kan niet gaan, ik dacht dat ik den aanval kon overwinnen en mijzelf dwingen np te staan en de reis te doen zooals ik wel meer gedaan heb, maar ik kan het niet." Mevrouw Marshall viel terug op het kussen en keek Joyce met bezorgde «tegen aan. „Ik weet niet hoe ik het zal kunnen verdragen niet te kunnen gaan, maar het is mij onmogelijk." De vroege morgenzon stroomde de schaars gemeubileerde slaapkamer bin nen; bij dit niets verbergende licht kwam iedere lijn van het gelaat der zieke vrouw met vreeseiijke duidelijkheid uit en de verwoesting, aangebracht door den aan val van pijn van den vorigen dag, ont roerde Joyce en wekte opnieuw haar medelijden op, op dien Junimorgen. Of schoon mevrouw Marshall beslist gewei gerd had de gouvernante toestemming te geven bij haar te waken of zelfs op de sofa in baar kami?r tc slapen, was Joyce toch menigmaal stilletjes binnengeslopen gedurende den nacht en nu, vroeg in den morgen, stond zij, met een kopje thee in de hand, naast het bed van haar patiënt. „Drink dit eerst eens uit en laten wij de zaken daarna bepraten en zien, wat er aan gedaan aan worden," zei ze tot antwoord op de wanhopige woorden der zieke. „Er kan niets aan gedaan worden, luidde het korle antwoord. „Ik moet hier blijven liggen en hel verdragen dal is altijd de eenige manier. Ik moet het verdragen, zoo goed als ik kan, ter wijl hij Hei is ons noodlot, wij wor den achtervolgd door een wreed noodlot dc ironie van liet noodlot. Zij herhaalde de wanhopige woorden met een grimmi ge» tacb. alsof zij spatte met hun ellende, „Ik denk liever niet, dat iets ons op die manier overkomen zou,sprak Joyce, met zeer kalme slem. „Ons leven kan niet bestuurd worden door het noodlot. Ik heb nooit zoo iets kunnen gelooven- het is niel het noodlot, dat ons regeert, maar een God, die Liefde is." Mevrouw Marshall lachte. ,,God? Waartoe dient het, zoo lol mij te spreken? Ik ben geen kind. U denkt toch niet, dat ik geloof in een God van liefde, is 't wel? Ik heb al heel weinig reden in Hem te gelooven, behalve als een tiran iemand die ons kwaad doet doet uit kwaadwilligheid alleen, die on ze ellende vol genot aanziet. U kunt kin deren alleen beetnemen door ze ver haaltjes te vertellen van een liefhebbend God Die verhalen zijn klinkklare on- i Als u heel veel van iemand houot, wenscht u dan niet te doen wat werke lijk het beste voor hem is?" zei Joyce zacht, zonder eenigen afschuw te too nen van de woorden der zieke vrouw, zij wist immers dat zij voortkwamen uit overstelpende bitterheid van haar hart. „Ik zou met hand en tand willen vechten voor den persoon dien ik lief heb," antwoordde mevrouw Marshall met merkwaardig schitterende oogen „En, indien u wist, dat hetgeen wer kelijk het best voor hem was, een tijd lang pijnlijk of moeilijk voor hem moest wezen, ja hem misschien veel smart veroorzaakte, zoudt u het toch niet op geven, al morden zij misschien of be grepen zij het niet, is het wel?" „Ik zou altijd strijden om het geluk 1e bevorderen van den persoon, dien ik liefhad, herhaalde mevrouw Marshall. „Ja, en veronderstel dat de persoon, dien u liefhad heel ziek was, dan zou u voortgaan hem ook tegen zijn wil me dicijnen in te geven. U zou geen enkele behandeling nalaten om hem beter te maken, hoe moeilijk en vervelend het ook voor hem was. U zou gestadig voort gaan met hetgeen de dokter u aanraadde omdat u wist, dat het voor zijn welzijn was van den patiënt „Ik begrijp wel waar u naar toe wilt, maar ik ben liet niet met u eens. U zult mij nooit tot uw meening overhalen," zei mevrouw Marshall gemelijk; „mijn leven' is vernietigd zondeV eenige reden, hard, onrechtvaardig, onbillijk. Er is geen anaerc beschouwing mogelijk Ik deed niemand ter wereld kwaad, ik leefde fat soenlijk en bedaard en ik deed niets verkeerds, toch is er plotseling geheel buiten mijn schuld, vreeselijk verdriet over mij gekomen. Dat was onbillijk O! ik weet wel, dat u mij godslasterlijk vindt, het kan kan mij niets schelen wat u van mij denkt. Indien er een God is, dan is het oen God van verschrikking en wreedheid Waarom moet ik nu te ziek zijn om juist vandaag, den eenigen dag van het jaar op reis te gaan? Het is onzinnig wreed my te Deletten vandaag te gaan om (Wordt vervolgd) 1

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1916 | | pagina 5