TWEEDE BLAB MiËÉlirpck Cirii FEUILLETON, ikr o« Zaterdag 10 Jnni 1916, uo j30. Tan staat ran eorlog sn staat ran balei. Maatregelen waarvan de noodzakelijk heid niet wordt ingezien, zullen altijd ©en gevoel van wrevel verwekken. De ergernis, die in niet geringe mate gewekt is in de streken van ons land welke in slaat van beleg werden ver klaard vond dan ook voornamelijk haar oorzaak in den zeer gerechtvaardigden twijfel aan de noodzakelijkheid om, ter wille van enkele zeer speciale oogmer ken. voornamelijk het tegengaan van •pionnage en smokkelen, in eens het heele stel machtsbepalingen van den slaat van beleg in le voeren en aan de mili taire autoriteiten bevoegdheid te geven tot het ingrijpen in allerlei zaken die niets met dat speciale doel te maken, hebben. Ieder begreep, dat die buitengewone maehtsoverbrenging naar de militaire overheid oorspronkelijk alleen zoo gere geld was voor het buitengewone geval- van werkelijken oorlogsnood. Maar de reeeeving verklaarde dat ze. om enkele voor haar doel noodige bepalingen uit den staat van beleg te kunnen gebrui ken, wel genoodzaakt was den geheelen itaal van beleg af le kondigen. Het is een krachtproef geweest. En als het niet tot ernstige tegenkanting is gekomen, dan is dat ten eerste te danken aan de overweging van het publiek, dat het in de dreigende omstandigheden geen tijd voor ernstig verzet was. en ten tweede ook aan het feit, dat, nk de tal rijke noodelooze, en soms noodeloos- barsche machtsaanmatigingen van het begin, de militaire overheid over liet algemeen werkelijk er naar getracht heeft zoo min mogelijk den gang van zaken in de burger-maatschappij te belemmeren. Maar de abnormale toestand bestaat aog altijd.De burgerlijke besturen voor al zouden daarvan menig staaltje kunnen vertellen. En als daarvan niet meer aan het licht komt, is dat een gevolg van de, abnormale verhouding waarin de pers werkt in de streken die in staat van beleg zijn verklaard. Immers zij staat altijd bloot aan de bedreiging van art. 37, dat aan hel militair gezag de bevoegdheid geeft liet werk van de pers te beperken of zelfs „geheel te verbieden". Welnu, wanneer het nu door de re- geeriug ingediende voorstel tot wijziging van de betrokken wet zal zijn aangeno men en bekrachtigd, zal hel mogelijk zijn, sooals de regccring zelf in haar memorie van toelichting verklaart, om „in de ver schillende streken die thans in staat van beleg verkeeren, dien staat door den (minder strengen) slaat van oorlog le vervangen, waardoor de talrijke be palingen die in hoofdstuk III (van den slaat van beleg) gehandhaafd blijven en die in hooge mate in den gewonen gang van zaken ingrijpen, verder buiten toepassing kunnen blijven." Zoo zal dan niet meer toegepast be hoeven le worden het in 't geheel niet op de huidige omstandigheden passend •rt. 21, volgens hetwelk de burgerlijke besturen verplicht zijn le gehoorzamen aan de bevelen van het militair gezag Menig onaangenaam, en onnoodig inci dent vond in dal artikel zijn oorsprong. Ma japen naar het Engelsch. door li G. MOBEBEY. 27). „Humphry is een beste jongen." Haar man keek haar lachend aan. „Breek je hcofd maar niet over hem en verbeeld je niet dal hij comedie speelt. Zijn hoofd zit op de rechte plaats. Zijn engagement met een arm meisje is zijn eenige ïoul geweest. I-Iij had naar een rijke erfdoch ter moeten uitzien. Maar de erfdochter is nu niet langer noodig, mijn fortuin zal aan hem komen als hoofd van je geslacht en als jouw erfgenaam." ..James, wat ben je toch goed voor mij ©n de inijnen," antwoordde het vrouwtje terwijl ze haar hand legde op de zijne. „Ik iicb een gevoel of ik nooit genoeg voor je kan doen nu je zoo goed voor mij bent geweest de schulden van mijn vader heb je betaald, dit dierbare, oude landgoed gered, mij zoo gelukki'g ge maakt en nu nog te bepalen dat het landgoed aan Humphry zal komen. Ik zou nooit gedacht hebben dat iemand zoo goed, zoo vol liefde kon wezen." Er was een beschaamde blik in de oogen, die James Tracey naar dé zonnige buitenwereld opsloeg; een oogenblik de begeerte bij hem op aau zijn Eveneens kunnen dan buiten werking blijven de artikels die een schriftelijke vergunning noodig maken voor het hou den van openbare vergaderingen, een artikel, dal nog telkens aanleiding geeft tol toepassingen waarvoor naar de mee- niug van heel velen niet de minste reden is. Don ook kan buiten toepassing blijven do bevoegdheid van het militair gezag om elke plaats, zelfs tegen den wil van den rechthebbende, te betreden, of huis zoeking te laten doen, 'een artikel waarvan we échter moeten zeggen dat ons geen toepassing bekend is. Deze, en nog andere bepalingen wor den bewaard „voor de allerergste om standighedendie de afkondiging van den slaat van beleg noodzakelijk maken. Maar men lelie wel dat zal alleen mo gelijk zijn doordat verschillende maat regelen, thans alleen veroorloofd in den slaat van beleg, worden overgebracht naar dien van oorlog. De hier bedoelde maatregelen betref fen in hoofdzaak de volgende onder deden het verbieden van den toegang tol, het verkeer binnen, en het verlaten van een zeker gebied; de sluiting van schouwburgen, socië teiten, koffiehuizen, fabrieken enz.; inlevering van wapens en ammunitie; uitzetting van personen; het vaststellen van beperkende bepa lingen voor de pers, hel beschikken over ^post, telegraaf en telefonie. Al die dingen maken het nu noodig den staat van beleg af te kondigen; ze zullen volgens de voorgestelde wet ook mogelijk zijn in den staat van oorlog. Maar en wal hier volgt is een groote maar de bepalingen daarover zullen ook anders luiden dan nu. Terwijl de nu daarvoor geldende ar tikelen uit den staat van beleg eenvou dig decrélecren: het militair gezag is bevoegd tol liet doen van dit of dat, wordt in het wetsontwerp voor al die onderwerpen de veel beperkler for/mi- leering gekozen „Het militair gezag is bevoegd bij verordening bepalingen vast l e stellen betreffende" enz. Dat vordert dus een vooruil over- wogeu nadere aanduiding, detailleering. Dat sluit iu zich dat die maatregelen zijn gebonden aan verschillende in de wel opgenomen voorschriften voor af kondiging en meedeeling, terwijl boven dien voor een verordening in den staat van oorlog steeds overleg met het bur gerlijke gezag vereischt wordt. En voorts zijn voor verschillende der bepalingen zelf andore woorden gekozen. Zoo wordt niet meer gesproken van „ontzegging van verblijf", maar van „de regeling en zoo noodig de ontzegging van hel verblijf", waardoor een vergunning om binnen het in staat van oorlog ver klaarde gebied le blijven aan zekere ver gunningen kan worden gebonden, bijv. om liet verblijf tot een aangewezen ge bied te beperken. Wat ons zelf betreft we mogen in het belang van de pers ook wel een be lang van het publiek zien zijn er ook wijzigingen van beteekenis. In den staal van oorlog zooals we in de eerste maanden hier hadden, kan nu militair gezag verbieden het door de drukpers or op andere wijze bekend maken van berichten en opmerkingen, betreffende „militaire maatregelen in het in staat van oorlog verklaarde gebied genomen." Dat zal worden beperkt door 't verbieden „bij verordening"; en hel wordt verruimd door het spreken van „maatregelen van de burgerlijke of militaire overheid", wat praclisch ook doeltreffender is. Maar het ergste, de nu mogelijke toe passing van art. 37 uit den staat van. beleg, betreffende de bevoegdheid van hel militair gezag om beperkende bepa lingen vast te stellen omtrent, of wel vrouw te bekennen dat hij alleen met haar getrouwd was omdat hij van zijn ontzettend groot fortuin een groot land goed wilde koppen en een historischen naam. Maar het zachte licht in haar oogen legde hem het stilzwijgen op, hij had niet den moed dat licht te dop ven of haar de waarheid le laten begrijpen. Deze kleine, onbeduidende vrouw had een merkwaardigen invloed op hem, een invloed waarvan hij zich flauw bewust was; hij hield van haar op een wijze, die hij zelf nauwelijks begreep, en dat zij de beste invloed was in zijn leven, wist hij zeer goed. Een gevoel van wroeging en berouw deed hem haar hand aan zijn lippen brengen en er een zachten kus op drukken, maai- de bekentenis die hij op het punt was geweest uit te spreken, bleef voor eeuwig verzwegen. Nooit, tot nan den dag van haar dood toe had Marion Tracey zelfs in baar bangste droomen kunnen droomen, dal haarman haar om een andere reden had getrouwd don uil liefde, een liefde die hij haar zoo welsprekend betuigd had in de dagen toen hij haar onstuimig het hof maakte. De theetafel was juist voor Marion ge plaatst toen Sir 'Humphry Tracey, de verwachte reiziger, twee uur latei* de bibliotheek werd binnengelaten. Hij werd hartelijk begroet door James, maar een weinig minder liarlelijk door James" vrouw, die den tieefx nu het hoofd van het geslacht, nooil geheel had kunnen liefhebben en vertrouwen. Het was een man van ongeveer vijfendertig jaar knap geheel te verbieden het drukken, uitge ven enz. van geschriften of teekeningen, die bevoegdheid zal volgens de nieuwe regeling ook in den staat van oorlog kun nen worden toegepast, mits door verorde ning; maar bovendien Is een machtiging van den Minister van oorlog noodig voor het sluiten van drukkerijen en het in be slag nemen van geschriften, teekeningen, cliohé's en afbeeldingen. Zoo is er nog meer. In art. 13 bijv. wordt niet langer ge zegd dat het militair gezag den dienst der politie regelt, en een geheime po litie instelt, naar dat dit gezag daartoe bevoegd is, „zulks om vast te stellen dat de bevoegdheden van het burgerlijk ge zag le dien aanzien niet vervallen zijn Vermelding verdient ook een nieuw artikel, scliadeloosstelling toezeggend, in dien ingeleverde wapens en ammunitie niet aan de rechthebbenden worden te ruggegeven in den toestand waarin zij bij de inlevering verkeerden. En dan is er nog een nieuwe bepaling die van gewicht kan worden „Het militair gezag is gehouden, om zoodra de behartiging der aan dat gezag toevertrouwde belangen het van kracht blijven van eeu door dal gezag vastge stelde verordening, gegeven hevel, of ver leende ontheffing niet langer vereischt, zoodanige verordening, bevel of onthef fing onverwijld in te trekken." We hebben hier alleen de hoofdzaken vernield uit den staat van oorlog volgens hei ingediende voorstel. Over den staat van beleg zullen we nu niel uilweiden. We zullen inaar ho pen, dal die niét noodig zal zijn. Immers de regeering z,egt zelf in haar Memorie van toelichting „De regeling van den staat van beleg moet berekend zijn op de allerergste omstandigheden die zicii kunnen voordoen; alsdan moet alles ondergeschikt kunnen gemaakt worden aan de belangen van 's Lands verdediging, en moeten de belemmeringen van liet militair gezag lot een minimum worden teruggebracht." Als de omstandigheden zóó ernstig zijn, zal wel niemand bezwaar hebben tegen een militaire dictatuur. Juist het feit dat deze nu niet noodig is, en toch werd mogelijk gemaakt, heeft zooveel abnor maliteiten geschapen, dat wetswijziging hoogst dringend werd. Toch heeft het lang geduurd voor dit voorstel de Kamer bereikte. We zijn zeker in den geest van lal van betrokkenen le spreken, wanneer we den wensch uiten dat de Kamers spoedig deze wijziging zullen afhandelen. Hoe eerder er verandering komt, hoe beier. STUKKEN VOO'5 DE ZOMERVERGADE RING OER PROV. STATEN Voor de as. zomervergadering der Prov. Staten in ons gewest worden de vol gende voorstellen gedaan, die wij thans slechts kort zullen vermelden, terwijl wij ons voorbehouden om op de belangrijkste nader terug te komen. Ged Staten stellen voor afwijzend te beschikken op een ver zoek van het bestuur der vereeniging „Openbare leeszaal etn bibliotheek" le Middelburg om een commissie te benoe men, die met een commissie uit dat be stuur een mogelijke vereeniging van de leeszaal met de Prov. bibliotheek zou overwegen id. op een verzoek van de vereeniging „Handelsbelang" te Middelburg om aan het adviesbureau voor den middenstand een subsidie te willen toekennen; id. op een subsidieverzoek aan het Ned. tooneelverbond ten behoeve van de tooneelschool te besluiten tot liet voeren van een rechtsgeding met vrouwe H. G. de Ra- nilz—Tak van Poortvliet ter zake van openbaarheid van den weg genaamd Zee dijk van den Bijléveldpolder in de ge meente N. en St. Joosland; van uiterlijk, met een donkeren, bijna somberen blik, maar rondom zijn oogen en mond had hij duidelijk sprekende trek ken en lijnen, die de geschiedenis van zijn leven gemakkelijk te lezen gaven. „Ja, ik ben blij, dat ik weer in Enge land terug ben", zei hij, als antwoord op een vraag van mevrouw Tracey. „Ameri ka is goed voor een poosje, maar Enge land liever voor goed. Ben 'je het niet met mij eens, Tracey?" voegde hij er hij, zich tot den andere wendende „Zeker, ik ben het met je eens", zei Tracey lachend. „Ik ben geen wrok tegen Amerika Ik heb er vrij wat meer uit gehaald dan ik er binnen bracht, dat moet ik zeggen. Ik zeg maar Amerika is het land om fortuin te maken. Engeland het land om een tehuis te vinden „Eu Addersham Grange het ideaal plek,je in Engeland, niet waar?" vroeg Humphry, terwijl hij zijn oog liet dwalen over een fraai geschoren grasveld, de perken muurbloemen en -vergeet-mij-niet- jes, de in Mei bloeiende tulpen en het goed onderhouden park daarachter „Ja mes, je hebt dit landgoed bepaald vol maakt mooi gemaakt wat een verschil' met vroeger, niet waar Marion 1" „Ja, een heel groot verschil", ant" woordde zij, haar oogen schitterend van dankbaarheid op haar m&n vestigend. „Ja mes spaart geen moeite en geen kosten om hier alles precies zoo te maken ais onze voorouders het graag gezien zou den hebben, Humphry." „Arme, oude fcerete. Ik zou er wol ld. tot hel aanbrengen van een wijzi ging in de voorwaarden voor het verlee- nen van een renteloos voorschot aan den spoorweg Knocke—Breskens; id. tot verhooging van de toelage aan de gemeente Philippine ter tegemoetko ming in de verloskundige hulp aldaar van r I5ö op r 183 33®, id. tot afwijzing van het verzoek om subsidie van de Ver ,GroenteproeftuIn Zuid-Beveland" id. tot het verkenen van een bijdrage tot de helft van de kosten, geraamd op f 42.000, voor het maken van een tweede zeewering achter de polders Ser Lippens en Nieuw Othene en tot bet in onderhoud nemen bij de provincie van dien dijk, id tot het opnieuw verleenen vaneen crediel aan de Zeeuwsche landbouwm'j ten behoeve van de paardenfokkerij voor den tijd Aan twee jaren tol een maximum van f 4000 s jaars, id. tot het heffen van 41 opcenten op de hoofdsom der grondbelasting voor de ongebouwde eigendommen; id 33 opcen ten gebouwde eigendommen, id 28 op centen op de hoofdsom der personeel© belasting, id. tot hetzij het noodige baggerwerk te doen uitvoeren voor hel openhouden van den toegang tot de nieuwe aanleg plaats voor veerschuiten te Camperland aan het zgn. Oude Pad hetzij een aanleg plaats voor veerschuiten te Camperland te doen maken aan den verbindingsdam tusschen de raaien 8 en 10 van den On- rustpolder, met bestemming om te dienen voor aanlegplaats indien de bestaande aanlegplaats aan het zgn. Oude Pad we gens den waterstand niet te bereiken is, id tot wijziging van de verordening lot regeling van de jaarwedden der ambte naren en bedienden ter prov. griffie, id, tot het verleenen van een toelage van f 600 s -jaars tot xvederopzeggens* toe aanvankelijk voor een tijdvak van jaar, aan den eervol ontslagen bode ter provin ciale griffie L. J van der Woel, id tot het opnieuw voor een tijdvak van 5 jaren verleenen van een subsidie ad f 0 25 voor elk uur onderricht, waar voor liet rijk T 1 bijdraagt en tot een maxi mum van f 50 voor een onderwijzer aan de onderwijzers van land- en tuinbouw- ciirsussen in Zeeland id. tot het verleenen over 1916 van een subsidie van f 150 aan de prov com missie voor de verbetering van het var ken sras in "Zeeland Voorts deelen Gedep. Staten mee, dat van de spoorwegmaatschappij Zuid Revo- land bescheiden zijn ingekomen, welke noodig zijn voor de behandeling en be slissing op bare aanvrage om renteloos voorschot voor de lijn in Oostelijk Zuid- Beveland, doch dal do behandeling van deze aanvrage nog niet mogelijk is, om dat niet vaststaat welke eisclien door den minister van waterstaat aan de overbrug ging van liet kanaal zullen worden gesteld. Regeling jaarwedden ambtena ren en bedienden prov Griffie. De heer Hartmandie sinds 1 Juli 1881 ais ambtenaar ter griffie werkzaam is en sinds 1 Juni 1900 als hoofdcommies, is niet alleen chef der le afdeeling, maar bovendien belast met de waarneming van het griffierschap, de werkzaamheden der afdeeling kabinet en het houden van de notulen van Prov Staten en pleegt den commissaris der Koningin op zijn rond reis door de provincie te vergezellen. Zijn werkkring is daardoor aanmerkelijk drukker dan die der beide andere hoofd" koxnmiezen Bovendien vervult hij zijn werkzaamheden met groote bekwaam heid, ijver en nauwkeurigheid Ged Sta ten achten daarom den fijd gekomen om aan de vele werkzaamheden en verdien sten van den heer Hartman recht le idoen wedervaren door hem een rangsverhoo- ging en vermeerdering van jaarwedde toe te kennen. Zij stellen daarom voor te bepalen, dat aan den hoofdcommies, die melde waarneming van het griffierschap een eed op kunnen doen dat de mee sten het nooit zoo gezien hebben", antwoordde Humphry, „de Traceys zijn nooit sterk geweest in het geld verdienen of bewa ren Ilun eenige begrip om het op le knap pen was het nemen van een hypotheek op gedeelten van het landgoed Als zij liicr op aarde terugkwamen zonden ze hun ooren niet kunnen gelooven als zij hoorden, dat de heele boel onbezvvaaid was en ook hun oogen niet als je ze rond leidde en al de verbeteringen liet zien, die James heeft aangebracht Arme oude stivmperds, ik wou wel eens hoeren wat ze zouden zeggen." „Je bent al heel oneerbiedig tegen over onze voorouders", zei Marion glim lachend bij de voorstelling van haar neef. „ofschoon het nergens voor dienen zou te beweren, dat zij knap waren in het geld bewaren en nog minder in het verdienen Maar wij moeten denken over 'iets dat werkelijk van meer belang i s dan die oude tijd, Humphry, James en ik kijken vooruit. Hel» je onzen brief gekregen waarin we over het plan sclircven je huwelijk hier te doen plaats hebben? Je hebt immers gezegd, dat juffrouw Ren" dergasl geen bepaald tehuis beeft? In dat geval zal ze er misschien niets tegen hebben van uit de Grange te trouwen?" „Iets tegen bebben?" Humphry lachte, „lieve Marion, zou iemand daar nu iets tegen kunnen hebben? Het ia aller vriendelijkst van je dit voor te stellen en Dulcle zal pr even Ingenomen hieo zijn als ik, en gaarne zulk een voorstel aanno belast is den rang van referendaris kan worden verleend, de bezoldiging van dGa referendaris te stellen op een minimum van f 3500 en een maximum: van f 400Q en aan den heer Hartman met ingang van 1 Januari 1916 de volle verhooging van f 1000 toe te kennen waartoe zij* langdurige diensttijd alleszins aanleiding geeft. Voorts stellen Ged, Stalen voor flin de maximum-jaarwedde der boden, die niet in het genot zijn van vry woned, vuur en licht, te brengen van f 850 op f 1000. de aanvangsjaarwedde voor alle boden te brengen van f 500 op f 600, en. aan alle boden een uniform als boven- kleeding te verstrekken. Voor den oudsten bode, wien de lite# van kamerbewaarder toegedacht is, wordl de uniformkleeding facultatief gesteld, zulks met het oog op den tegenwoordige* titularis, die zfch thans steeds in het zwart kleedt en daaraan de voorkeur blijft geven Ziet hij van de uniform af, dan heeft hij geenerlei aanspraak op eenige geldelijke vergoeding In de plaats daarvan Aanlegplaats Camper!«nd Bij hun voorstellen inzake de aanleg plaats te Camperland merken Ged Sta ten op, dat zij indertijd de plaats bij het zgn. Oude Pad hebben ontraden en dat hel op diepte houden van de geul aldaar een jaarlijksche uitgaaf van f 7000 zal vorderen Het maken van een aanleg plaats aan den dam tusschen de raaien 8 en 10 van den Onrustpolder werd in 1913 op f 2800 geraamd, doeli wordt thans ln verband met de tijdsomstandighe den op f 3800 begroot Afdoende ver betering van de bestaande aanlegplaats aan den kop van den prov veerdam is niet mogelijk zonder kostbare onderzee- sche verdediging van dit deel van de* oever Tweede zeewering achter de polders Ser Lippens en Nieuw Othene ln de najaarsvergadering van 1910 werd een voorstel van Ged Staten om een waterschap op te richten tot in standhouding van den oever vóór de pol ders Noord Ser Lippens en N.-Othene, enz. verworpen. De Staten plaatsten zich toen op het standpunt van de achterlig gende polders, dat behoud van de twee de zeewering voor hun belangen voldoen de was en het een groote onbillijkheid zou zijn om de achterliggende polders te doen bijdragen in de kosten van behoud van de polders Ser Lippens en Nw Othe ne, waarmee zij geen belangen gemeen hebben, terwijl die beide polders door den onwil van de ingelanden om cala- miteusverklaring aan le vragen, het zich zelf te wijten zouden hebben als zij werden prijsgegeven. Ged. Staten hebben den minister van waterstaat dit besluit meegedeeld en hem verzocht te willen medewerken tot een regeling, waardoor op de tweede verdedigingslinie zal worden teruggetrok ken, waartegen uit een waterstaatkundig oogpunt geen bedenking kan beslaan en waardoor een volkomen veilige toestand zal worden verkregen niet een minimum van kosten Tot de hiervoor noodige wer ken behoort hel in zeewerenden staat brengen van den Noordelijken dijk van het rijksafwateringskanaal in den Ser Lip pen spolder De minister bleek niet be reid dit werk voor rijksrekening le doen uitvoeren Indien de provincie echter de helft der kosten betaalt en het onder houd voor haar rekening neemt, bestaat er uitzicht, dat de andere helft door de verschillende polders le hunnen laste zal worden genomen Dit leidde Ged Staten tot het doen van hun voorstel. RECHTZAKEN. Arr. Rechtbank te Middelburg In de gister gehouden zitting was de eerste zaak die tegen zekeren G zonder bekende woonplaats, thans gedetineerd, men Het huis is een ideaal voor een bruiloft." ,\Vij willen er graag veel werk van maken", bracht Tracey in het midden Met alle pachters en liet geheeie graaf schap cn alles wat jij en je Dulcie maar verlangen kunt. Je moet het met haar alles maar afspreken en laat ons den datum maar weten," „Zij is nog niet in Engeland", was hel antwoord. „Ik verlang er erg naar u beiden met baar te laten kennis maken Zij en Marion passen uitstekend bij el kaar, denk ik En ze zal dol zijn op dit landgoed Zij heeft bepaald een manie voor oude plaatsen." „Dat je je met haar geëngageerd hejbt op reis is de reden dat wij elkaar nog niet gezien hebben" .antwoordde me vrouw Tracey. „Ik heb zoo vaak ge- wensclit, dat wij je haar adres in Zwit serland gewaagd hadden, dau hadden wij haar hier kunnen vragen, terwijl je weg was AVaai- is zij nu? Nog altijd in Zwit serland?" „Dat weet ik juist niet", antwoordde Humphry het voorhoofd éen Kveinig fron send „Ik weet juist niet precies waar zeis en dat hindert mij. Toen ik wegging was ze met haar moeder in Lausanne Maar ze waren toen van plan de volgen de week naar Italië te gaan. Ik vertrok zooals je weet, regelrecht naar Cali fornia Ze zouden omstreeks dezen tijd in Engeland terug zijn, maar ik heb nog niet gehoord wanneer zij komen." fWordt vervofgdJ

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1916 | | pagina 5