TWEEDE BLAB
MiËÉlirpck Cirii
FEUILLETON,
ikr o«
Zaterdag 10 Jnni 1916, uo j30.
Tan staat ran eorlog sn staat
ran balei.
Maatregelen waarvan de noodzakelijk
heid niet wordt ingezien, zullen altijd
©en gevoel van wrevel verwekken.
De ergernis, die in niet geringe mate
gewekt is in de streken van ons land
welke in slaat van beleg werden ver
klaard vond dan ook voornamelijk haar
oorzaak in den zeer gerechtvaardigden
twijfel aan de noodzakelijkheid om, ter
wille van enkele zeer speciale oogmer
ken. voornamelijk het tegengaan van
•pionnage en smokkelen, in eens het
heele stel machtsbepalingen van den slaat
van beleg in le voeren en aan de mili
taire autoriteiten bevoegdheid te geven
tot het ingrijpen in allerlei zaken die
niets met dat speciale doel te maken,
hebben.
Ieder begreep, dat die buitengewone
maehtsoverbrenging naar de militaire
overheid oorspronkelijk alleen zoo gere
geld was voor het buitengewone geval-
van werkelijken oorlogsnood. Maar de
reeeeving verklaarde dat ze. om enkele
voor haar doel noodige bepalingen uit
den staat van beleg te kunnen gebrui
ken, wel genoodzaakt was den geheelen
itaal van beleg af le kondigen.
Het is een krachtproef geweest. En
als het niet tot ernstige tegenkanting is
gekomen, dan is dat ten eerste te danken
aan de overweging van het publiek, dat
het in de dreigende omstandigheden geen
tijd voor ernstig verzet was. en ten
tweede ook aan het feit, dat, nk de tal
rijke noodelooze, en soms noodeloos-
barsche machtsaanmatigingen van het
begin, de militaire overheid over liet
algemeen werkelijk er naar getracht heeft
zoo min mogelijk den gang van zaken in
de burger-maatschappij te belemmeren.
Maar de abnormale toestand bestaat
aog altijd.De burgerlijke besturen voor
al zouden daarvan menig staaltje kunnen
vertellen. En als daarvan niet meer aan
het licht komt, is dat een gevolg van de,
abnormale verhouding waarin de pers
werkt in de streken die in staat van beleg
zijn verklaard. Immers zij staat altijd
bloot aan de bedreiging van art. 37, dat
aan hel militair gezag de bevoegdheid
geeft liet werk van de pers te beperken
of zelfs „geheel te verbieden".
Welnu, wanneer het nu door de re-
geeriug ingediende voorstel tot wijziging
van de betrokken wet zal zijn aangeno
men en bekrachtigd, zal hel mogelijk zijn,
sooals de regccring zelf in haar memorie
van toelichting verklaart, om „in de ver
schillende streken die thans in staat van
beleg verkeeren, dien staat door den
(minder strengen) slaat van oorlog le
vervangen, waardoor de talrijke be
palingen die in hoofdstuk III (van den
slaat van beleg) gehandhaafd blijven en
die in hooge mate in den gewonen gang
van zaken ingrijpen, verder buiten
toepassing kunnen blijven."
Zoo zal dan niet meer toegepast be
hoeven le worden het in 't geheel niet
op de huidige omstandigheden passend
•rt. 21, volgens hetwelk de burgerlijke
besturen verplicht zijn le gehoorzamen
aan de bevelen van het militair gezag
Menig onaangenaam, en onnoodig inci
dent vond in dal artikel zijn oorsprong.
Ma japen
naar het Engelsch.
door li G. MOBEBEY.
27).
„Humphry is een beste jongen." Haar
man keek haar lachend aan. „Breek je
hcofd maar niet over hem en verbeeld
je niet dal hij comedie speelt. Zijn hoofd
zit op de rechte plaats. Zijn engagement
met een arm meisje is zijn eenige ïoul
geweest. I-Iij had naar een rijke erfdoch
ter moeten uitzien. Maar de erfdochter
is nu niet langer noodig, mijn fortuin
zal aan hem komen als hoofd van je
geslacht en als jouw erfgenaam."
..James, wat ben je toch goed voor mij
©n de inijnen," antwoordde het vrouwtje
terwijl ze haar hand legde op de zijne.
„Ik iicb een gevoel of ik nooit genoeg
voor je kan doen nu je zoo goed voor mij
bent geweest de schulden van mijn
vader heb je betaald, dit dierbare, oude
landgoed gered, mij zoo gelukki'g ge
maakt en nu nog te bepalen dat het
landgoed aan Humphry zal komen. Ik
zou nooit gedacht hebben dat iemand
zoo goed, zoo vol liefde kon wezen."
Er was een beschaamde blik in de
oogen, die James Tracey naar dé zonnige
buitenwereld opsloeg; een oogenblik
de begeerte bij hem op aau zijn
Eveneens kunnen dan buiten werking
blijven de artikels die een schriftelijke
vergunning noodig maken voor het hou
den van openbare vergaderingen, een
artikel, dal nog telkens aanleiding geeft
tol toepassingen waarvoor naar de mee-
niug van heel velen niet de minste
reden is.
Don ook kan buiten toepassing blijven
do bevoegdheid van het militair gezag
om elke plaats, zelfs tegen den wil van
den rechthebbende, te betreden, of huis
zoeking te laten doen, 'een artikel
waarvan we échter moeten zeggen dat
ons geen toepassing bekend is.
Deze, en nog andere bepalingen wor
den bewaard „voor de allerergste om
standighedendie de afkondiging van
den slaat van beleg noodzakelijk maken.
Maar men lelie wel dat zal alleen mo
gelijk zijn doordat verschillende maat
regelen, thans alleen veroorloofd in den
slaat van beleg, worden overgebracht
naar dien van oorlog.
De hier bedoelde maatregelen betref
fen in hoofdzaak de volgende onder
deden
het verbieden van den toegang tol,
het verkeer binnen, en het verlaten van
een zeker gebied;
de sluiting van schouwburgen, socië
teiten, koffiehuizen, fabrieken enz.;
inlevering van wapens en ammunitie;
uitzetting van personen;
het vaststellen van beperkende bepa
lingen voor de pers,
hel beschikken over ^post, telegraaf en
telefonie.
Al die dingen maken het nu noodig
den staat van beleg af te kondigen; ze
zullen volgens de voorgestelde wet ook
mogelijk zijn in den staat van oorlog.
Maar en wal hier volgt is een groote
maar de bepalingen daarover zullen
ook anders luiden dan nu.
Terwijl de nu daarvoor geldende ar
tikelen uit den staat van beleg eenvou
dig decrélecren: het militair gezag is
bevoegd tol liet doen van dit of dat,
wordt in het wetsontwerp voor al die
onderwerpen de veel beperkler for/mi-
leering gekozen
„Het militair gezag is bevoegd bij
verordening bepalingen vast
l e stellen betreffende" enz.
Dat vordert dus een vooruil over-
wogeu nadere aanduiding, detailleering.
Dat sluit iu zich dat die maatregelen
zijn gebonden aan verschillende in de
wel opgenomen voorschriften voor af
kondiging en meedeeling, terwijl boven
dien voor een verordening in den staat
van oorlog steeds overleg met het bur
gerlijke gezag vereischt wordt.
En voorts zijn voor verschillende der
bepalingen zelf andore woorden gekozen.
Zoo wordt niet meer gesproken van
„ontzegging van verblijf", maar van „de
regeling en zoo noodig de ontzegging van
hel verblijf", waardoor een vergunning
om binnen het in staat van oorlog ver
klaarde gebied le blijven aan zekere ver
gunningen kan worden gebonden, bijv.
om liet verblijf tot een aangewezen ge
bied te beperken.
Wat ons zelf betreft we mogen in
het belang van de pers ook wel een be
lang van het publiek zien zijn er ook
wijzigingen van beteekenis.
In den staal van oorlog zooals we in
de eerste maanden hier hadden, kan nu
militair gezag verbieden het door de
drukpers or op andere wijze bekend
maken van berichten en opmerkingen,
betreffende „militaire maatregelen in het
in staat van oorlog verklaarde gebied
genomen."
Dat zal worden beperkt door 't verbieden
„bij verordening"; en hel wordt verruimd
door het spreken van „maatregelen van
de burgerlijke of militaire overheid", wat
praclisch ook doeltreffender is.
Maar het ergste, de nu mogelijke toe
passing van art. 37 uit den staat van.
beleg, betreffende de bevoegdheid van
hel militair gezag om beperkende bepa
lingen vast te stellen omtrent, of wel
vrouw te bekennen dat hij alleen met
haar getrouwd was omdat hij van zijn
ontzettend groot fortuin een groot land
goed wilde koppen en een historischen
naam. Maar het zachte licht in haar
oogen legde hem het stilzwijgen op, hij
had niet den moed dat licht te dop ven
of haar de waarheid le laten begrijpen.
Deze kleine, onbeduidende vrouw had
een merkwaardigen invloed op hem, een
invloed waarvan hij zich flauw bewust
was; hij hield van haar op een wijze, die
hij zelf nauwelijks begreep, en dat zij
de beste invloed was in zijn leven, wist
hij zeer goed. Een gevoel van wroeging
en berouw deed hem haar hand aan zijn
lippen brengen en er een zachten kus
op drukken, maai- de bekentenis die hij
op het punt was geweest uit te spreken,
bleef voor eeuwig verzwegen. Nooit, tot
nan den dag van haar dood toe had
Marion Tracey zelfs in baar bangste
droomen kunnen droomen, dal haarman
haar om een andere reden had getrouwd
don uil liefde, een liefde die hij haar
zoo welsprekend betuigd had in de dagen
toen hij haar onstuimig het hof maakte.
De theetafel was juist voor Marion ge
plaatst toen Sir 'Humphry Tracey, de
verwachte reiziger, twee uur latei* de
bibliotheek werd binnengelaten. Hij werd
hartelijk begroet door James, maar een
weinig minder liarlelijk door James"
vrouw, die den tieefx nu het hoofd van
het geslacht, nooil geheel had kunnen
liefhebben en vertrouwen. Het was een
man van ongeveer vijfendertig jaar knap
geheel te verbieden het drukken, uitge
ven enz. van geschriften of teekeningen,
die bevoegdheid zal volgens de nieuwe
regeling ook in den staat van oorlog kun
nen worden toegepast, mits door verorde
ning; maar bovendien Is een machtiging
van den Minister van oorlog noodig voor
het sluiten van drukkerijen en het in be
slag nemen van geschriften, teekeningen,
cliohé's en afbeeldingen.
Zoo is er nog meer.
In art. 13 bijv. wordt niet langer ge
zegd dat het militair gezag den dienst
der politie regelt, en een geheime po
litie instelt, naar dat dit gezag daartoe
bevoegd is, „zulks om vast te stellen dat
de bevoegdheden van het burgerlijk ge
zag le dien aanzien niet vervallen zijn
Vermelding verdient ook een nieuw
artikel, scliadeloosstelling toezeggend, in
dien ingeleverde wapens en ammunitie
niet aan de rechthebbenden worden te
ruggegeven in den toestand waarin zij bij
de inlevering verkeerden.
En dan is er nog een nieuwe bepaling
die van gewicht kan worden
„Het militair gezag is gehouden, om
zoodra de behartiging der aan dat gezag
toevertrouwde belangen het van kracht
blijven van eeu door dal gezag vastge
stelde verordening, gegeven hevel, of ver
leende ontheffing niet langer vereischt,
zoodanige verordening, bevel of onthef
fing onverwijld in te trekken."
We hebben hier alleen de hoofdzaken
vernield uit den staat van oorlog volgens
hei ingediende voorstel.
Over den staat van beleg zullen we
nu niel uilweiden. We zullen inaar ho
pen, dal die niét noodig zal zijn.
Immers de regeering z,egt zelf in haar
Memorie van toelichting „De regeling
van den staat van beleg moet berekend
zijn op de allerergste omstandigheden die
zicii kunnen voordoen; alsdan moet alles
ondergeschikt kunnen gemaakt worden
aan de belangen van 's Lands verdediging,
en moeten de belemmeringen van liet
militair gezag lot een minimum worden
teruggebracht."
Als de omstandigheden zóó ernstig zijn,
zal wel niemand bezwaar hebben tegen
een militaire dictatuur. Juist het feit dat
deze nu niet noodig is, en toch werd
mogelijk gemaakt, heeft zooveel abnor
maliteiten geschapen, dat wetswijziging
hoogst dringend werd.
Toch heeft het lang geduurd voor dit
voorstel de Kamer bereikte.
We zijn zeker in den geest van lal van
betrokkenen le spreken, wanneer we den
wensch uiten dat de Kamers spoedig
deze wijziging zullen afhandelen. Hoe
eerder er verandering komt, hoe beier.
STUKKEN VOO'5 DE ZOMERVERGADE
RING OER PROV. STATEN
Voor de as. zomervergadering der
Prov. Staten in ons gewest worden de vol
gende voorstellen gedaan, die wij thans
slechts kort zullen vermelden, terwijl wij
ons voorbehouden om op de belangrijkste
nader terug te komen.
Ged Staten stellen voor
afwijzend te beschikken op een ver
zoek van het bestuur der vereeniging
„Openbare leeszaal etn bibliotheek" le
Middelburg om een commissie te benoe
men, die met een commissie uit dat be
stuur een mogelijke vereeniging van de
leeszaal met de Prov. bibliotheek zou
overwegen
id. op een verzoek van de vereeniging
„Handelsbelang" te Middelburg om aan
het adviesbureau voor den middenstand
een subsidie te willen toekennen;
id. op een subsidieverzoek aan het
Ned. tooneelverbond ten behoeve van de
tooneelschool
te besluiten tot liet voeren van een
rechtsgeding met vrouwe H. G. de Ra-
nilz—Tak van Poortvliet ter zake van
openbaarheid van den weg genaamd Zee
dijk van den Bijléveldpolder in de ge
meente N. en St. Joosland;
van uiterlijk, met een donkeren, bijna
somberen blik, maar rondom zijn oogen
en mond had hij duidelijk sprekende trek
ken en lijnen, die de geschiedenis van zijn
leven gemakkelijk te lezen gaven.
„Ja, ik ben blij, dat ik weer in Enge
land terug ben", zei hij, als antwoord op
een vraag van mevrouw Tracey. „Ameri
ka is goed voor een poosje, maar Enge
land liever voor goed. Ben 'je het niet
met mij eens, Tracey?" voegde hij er hij,
zich tot den andere wendende
„Zeker, ik ben het met je eens", zei
Tracey lachend. „Ik ben geen wrok tegen
Amerika Ik heb er vrij wat meer uit
gehaald dan ik er binnen bracht, dat
moet ik zeggen. Ik zeg maar Amerika is
het land om fortuin te maken. Engeland
het land om een tehuis te vinden
„Eu Addersham Grange het ideaal
plek,je in Engeland, niet waar?" vroeg
Humphry, terwijl hij zijn oog liet dwalen
over een fraai geschoren grasveld, de
perken muurbloemen en -vergeet-mij-niet-
jes, de in Mei bloeiende tulpen en het
goed onderhouden park daarachter „Ja
mes, je hebt dit landgoed bepaald vol
maakt mooi gemaakt wat een verschil'
met vroeger, niet waar Marion 1"
„Ja, een heel groot verschil", ant"
woordde zij, haar oogen schitterend van
dankbaarheid op haar m&n vestigend. „Ja
mes spaart geen moeite en geen kosten
om hier alles precies zoo te maken ais
onze voorouders het graag gezien zou
den hebben, Humphry."
„Arme, oude fcerete. Ik zou er wol
ld. tot hel aanbrengen van een wijzi
ging in de voorwaarden voor het verlee-
nen van een renteloos voorschot aan den
spoorweg Knocke—Breskens;
id. tot verhooging van de toelage aan
de gemeente Philippine ter tegemoetko
ming in de verloskundige hulp aldaar van
r I5ö op r 183 33®,
id. tot afwijzing van het verzoek om
subsidie van de Ver ,GroenteproeftuIn
Zuid-Beveland"
id. tot het verkenen van een bijdrage
tot de helft van de kosten, geraamd op
f 42.000, voor het maken van een tweede
zeewering achter de polders Ser Lippens
en Nieuw Othene en tot bet in onderhoud
nemen bij de provincie van dien dijk,
id tot het opnieuw verleenen vaneen
crediel aan de Zeeuwsche landbouwm'j
ten behoeve van de paardenfokkerij voor
den tijd Aan twee jaren tol een maximum
van f 4000 s jaars,
id. tot het heffen van 41 opcenten op
de hoofdsom der grondbelasting voor de
ongebouwde eigendommen; id 33 opcen
ten gebouwde eigendommen, id 28 op
centen op de hoofdsom der personeel©
belasting,
id. tot hetzij het noodige baggerwerk
te doen uitvoeren voor hel openhouden
van den toegang tot de nieuwe aanleg
plaats voor veerschuiten te Camperland
aan het zgn. Oude Pad hetzij een aanleg
plaats voor veerschuiten te Camperland
te doen maken aan den verbindingsdam
tusschen de raaien 8 en 10 van den On-
rustpolder, met bestemming om te dienen
voor aanlegplaats indien de bestaande
aanlegplaats aan het zgn. Oude Pad we
gens den waterstand niet te bereiken is,
id tot wijziging van de verordening lot
regeling van de jaarwedden der ambte
naren en bedienden ter prov. griffie,
id, tot het verleenen van een toelage
van f 600 s -jaars tot xvederopzeggens* toe
aanvankelijk voor een tijdvak van jaar,
aan den eervol ontslagen bode ter provin
ciale griffie L. J van der Woel,
id tot het opnieuw voor een tijdvak
van 5 jaren verleenen van een subsidie
ad f 0 25 voor elk uur onderricht, waar
voor liet rijk T 1 bijdraagt en tot een maxi
mum van f 50 voor een onderwijzer aan
de onderwijzers van land- en tuinbouw-
ciirsussen in Zeeland
id. tot het verleenen over 1916 van een
subsidie van f 150 aan de prov com
missie voor de verbetering van het var
ken sras in "Zeeland
Voorts deelen Gedep. Staten mee, dat
van de spoorwegmaatschappij Zuid Revo-
land bescheiden zijn ingekomen, welke
noodig zijn voor de behandeling en be
slissing op bare aanvrage om renteloos
voorschot voor de lijn in Oostelijk Zuid-
Beveland, doch dal do behandeling van
deze aanvrage nog niet mogelijk is, om
dat niet vaststaat welke eisclien door den
minister van waterstaat aan de overbrug
ging van liet kanaal zullen worden
gesteld.
Regeling jaarwedden ambtena
ren en bedienden prov
Griffie.
De heer Hartmandie sinds 1 Juli 1881
ais ambtenaar ter griffie werkzaam is en
sinds 1 Juni 1900 als hoofdcommies, is
niet alleen chef der le afdeeling, maar
bovendien belast met de waarneming van
het griffierschap, de werkzaamheden der
afdeeling kabinet en het houden van de
notulen van Prov Staten en pleegt den
commissaris der Koningin op zijn rond
reis door de provincie te vergezellen.
Zijn werkkring is daardoor aanmerkelijk
drukker dan die der beide andere hoofd"
koxnmiezen Bovendien vervult hij zijn
werkzaamheden met groote bekwaam
heid, ijver en nauwkeurigheid Ged Sta
ten achten daarom den fijd gekomen om
aan de vele werkzaamheden en verdien
sten van den heer Hartman recht le idoen
wedervaren door hem een rangsverhoo-
ging en vermeerdering van jaarwedde toe
te kennen. Zij stellen daarom voor te
bepalen, dat aan den hoofdcommies, die
melde waarneming van het griffierschap
een eed op kunnen doen dat de mee sten
het nooit zoo gezien hebben", antwoordde
Humphry, „de Traceys zijn nooit sterk
geweest in het geld verdienen of bewa
ren Ilun eenige begrip om het op le knap
pen was het nemen van een hypotheek
op gedeelten van het landgoed Als zij
liicr op aarde terugkwamen zonden ze
hun ooren niet kunnen gelooven als zij
hoorden, dat de heele boel onbezvvaaid
was en ook hun oogen niet als je ze
rond leidde en al de verbeteringen liet
zien, die James heeft aangebracht Arme
oude stivmperds, ik wou wel eens hoeren
wat ze zouden zeggen."
„Je bent al heel oneerbiedig tegen
over onze voorouders", zei Marion glim
lachend bij de voorstelling van haar neef.
„ofschoon het nergens voor dienen zou te
beweren, dat zij knap waren in het geld
bewaren en nog minder in het verdienen
Maar wij moeten denken over 'iets dat
werkelijk van meer belang i s dan die
oude tijd, Humphry, James en ik kijken
vooruit. Hel» je onzen brief gekregen
waarin we over het plan sclircven je
huwelijk hier te doen plaats hebben? Je
hebt immers gezegd, dat juffrouw Ren"
dergasl geen bepaald tehuis beeft? In
dat geval zal ze er misschien niets tegen
hebben van uit de Grange te trouwen?"
„Iets tegen bebben?" Humphry lachte,
„lieve Marion, zou iemand daar nu iets
tegen kunnen hebben? Het ia aller
vriendelijkst van je dit voor te stellen
en Dulcle zal pr even Ingenomen hieo zijn
als ik, en gaarne zulk een voorstel aanno
belast is den rang van referendaris kan
worden verleend, de bezoldiging van dGa
referendaris te stellen op een minimum
van f 3500 en een maximum: van f 400Q
en aan den heer Hartman met ingang
van 1 Januari 1916 de volle verhooging
van f 1000 toe te kennen waartoe zij*
langdurige diensttijd alleszins aanleiding
geeft.
Voorts stellen Ged, Stalen voor flin
de maximum-jaarwedde der boden, die
niet in het genot zijn van vry woned,
vuur en licht, te brengen van f 850 op
f 1000. de aanvangsjaarwedde voor alle
boden te brengen van f 500 op f 600, en.
aan alle boden een uniform als boven-
kleeding te verstrekken.
Voor den oudsten bode, wien de lite#
van kamerbewaarder toegedacht is, wordl
de uniformkleeding facultatief gesteld,
zulks met het oog op den tegenwoordige*
titularis, die zfch thans steeds in het
zwart kleedt en daaraan de voorkeur
blijft geven Ziet hij van de uniform af,
dan heeft hij geenerlei aanspraak op
eenige geldelijke vergoeding In de plaats
daarvan
Aanlegplaats Camper!«nd
Bij hun voorstellen inzake de aanleg
plaats te Camperland merken Ged Sta
ten op, dat zij indertijd de plaats bij het
zgn. Oude Pad hebben ontraden en dat
hel op diepte houden van de geul aldaar
een jaarlijksche uitgaaf van f 7000 zal
vorderen Het maken van een aanleg
plaats aan den dam tusschen de raaien
8 en 10 van den Onrustpolder werd in
1913 op f 2800 geraamd, doeli wordt
thans ln verband met de tijdsomstandighe
den op f 3800 begroot Afdoende ver
betering van de bestaande aanlegplaats
aan den kop van den prov veerdam is
niet mogelijk zonder kostbare onderzee-
sche verdediging van dit deel van de*
oever
Tweede zeewering achter
de polders Ser Lippens
en Nieuw Othene
ln de najaarsvergadering van 1910
werd een voorstel van Ged Staten om
een waterschap op te richten tot in
standhouding van den oever vóór de pol
ders Noord Ser Lippens en N.-Othene,
enz. verworpen. De Staten plaatsten zich
toen op het standpunt van de achterlig
gende polders, dat behoud van de twee
de zeewering voor hun belangen voldoen
de was en het een groote onbillijkheid
zou zijn om de achterliggende polders te
doen bijdragen in de kosten van behoud
van de polders Ser Lippens en Nw Othe
ne, waarmee zij geen belangen gemeen
hebben, terwijl die beide polders door
den onwil van de ingelanden om cala-
miteusverklaring aan le vragen, het zich
zelf te wijten zouden hebben als zij
werden prijsgegeven.
Ged. Staten hebben den minister van
waterstaat dit besluit meegedeeld en
hem verzocht te willen medewerken tot
een regeling, waardoor op de tweede
verdedigingslinie zal worden teruggetrok
ken, waartegen uit een waterstaatkundig
oogpunt geen bedenking kan beslaan en
waardoor een volkomen veilige toestand
zal worden verkregen niet een minimum
van kosten Tot de hiervoor noodige wer
ken behoort hel in zeewerenden staat
brengen van den Noordelijken dijk van
het rijksafwateringskanaal in den Ser Lip
pen spolder De minister bleek niet be
reid dit werk voor rijksrekening le doen
uitvoeren Indien de provincie echter de
helft der kosten betaalt en het onder
houd voor haar rekening neemt, bestaat
er uitzicht, dat de andere helft door de
verschillende polders le hunnen laste zal
worden genomen Dit leidde Ged Staten
tot het doen van hun voorstel.
RECHTZAKEN.
Arr. Rechtbank te Middelburg
In de gister gehouden zitting was de
eerste zaak die tegen zekeren G zonder
bekende woonplaats, thans gedetineerd,
men Het huis is een ideaal voor een
bruiloft."
,\Vij willen er graag veel werk van
maken", bracht Tracey in het midden
Met alle pachters en liet geheeie graaf
schap cn alles wat jij en je Dulcie maar
verlangen kunt. Je moet het met haar
alles maar afspreken en laat ons den
datum maar weten,"
„Zij is nog niet in Engeland", was hel
antwoord. „Ik verlang er erg naar u
beiden met baar te laten kennis maken
Zij en Marion passen uitstekend bij el
kaar, denk ik En ze zal dol zijn op dit
landgoed Zij heeft bepaald een manie
voor oude plaatsen."
„Dat je je met haar geëngageerd hejbt
op reis is de reden dat wij elkaar nog
niet gezien hebben" .antwoordde me
vrouw Tracey. „Ik heb zoo vaak ge-
wensclit, dat wij je haar adres in Zwit
serland gewaagd hadden, dau hadden wij
haar hier kunnen vragen, terwijl je weg
was AVaai- is zij nu? Nog altijd in Zwit
serland?"
„Dat weet ik juist niet", antwoordde
Humphry het voorhoofd éen Kveinig fron
send „Ik weet juist niet precies waar
zeis en dat hindert mij. Toen ik wegging
was ze met haar moeder in Lausanne
Maar ze waren toen van plan de volgen
de week naar Italië te gaan. Ik vertrok
zooals je weet, regelrecht naar Cali
fornia Ze zouden omstreeks dezen tijd
in Engeland terug zijn, maar ik heb nog
niet gehoord wanneer zij komen."
fWordt vervofgdJ