MIDDELBURGSCHE COURANT 139* Jaargaii» W oensdag 12 April. Kameroverzicht. As 87 19i« Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal te Middelburg en voor hen, die de eour-rrt bezorgd krijgen door de Agenten te VHssingen en te Goes f 1.30. Per post f 1.50. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent Advertentiën a 20 cent per regel. Bij abonnement veel lager. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels f 1.50 elke regel meer 20 cent. Reclames 40 een* per regel. Groote letters en randen naar de plaats die zij innemen. Advertenties vóór één unr te bezorgen. Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. Tweede Kamer. Zitting van Dinsdag. De heer T y d e m n n kan er bijna al tijd zeker van zijn, dat de Kamer naar zijn kalme logica luistert. Hij schoof ook nu weer de politiek op zij om met nuchterheid de ouderdomswet te beschouwen als een maatregel van de praktijk. Men heeft hier te doen met een product van de omstandigheden Spreker is vroeger altijd voorstander geweest van vrijwillige verzekering tegen ziekte, invaliditeit en ouderdom. Hij heeft dit altijd de mooiste regeling gevonden, bewijs geveild van moreele kracht. Nadat spreker vele jaren zich in deze gedach te bewogen had, is hij, na rijpe over weging- en bestüdeering van het vraag stuk ,tot de overtuiging gekomen, dat men het niet bij vryNrilligë verzekering kan laten. Ronduit liceft spreker toen in de Kamer gezegd, dat hij van meening veran derd was Hij zag er volstrekt geon been in om dat ronduit te verklaren En waar om is spreker nu tot andere gedachten gekomen? Omdat men met vrijwillige ver zekering jaren noodig heeft om in het volk door te dringen. Binnen enkele ja ren, binnen afzienbaren tijd bereikt men daarmee niet een algemeene voorziening, zoools men dit wenscht en waarnaar met aandrang verlangd wordt. Bovendien zijn er altijd velen, die zelfs een kleine pre mie daarvoor niet geregeld kunnen af zonderen Blijft men daarop basceren, dan blijven er nog jaren achtereen honderden zonder hulp leven En bovendien moet naar sprekers meening een kostelóoze uit— keering worden verzekerd aan behoeftige ouden van dagen, die daarin vinden een, zooals hij hel noemde, „nooddruftssteun". Zoo is sprekers ouderdomsvoorziening een samengestelde gewórden' een gesub sidieerde vrijwillige verzekering ,die moet worden gesteund en aangemoedigd, en anderzijds ecn> kostelooze uitkeeving. Hij aanvaardt daarom dit wetsontwerp als een verwezenlijking van een van zijn wenschen, en hoopt op de verwezenlijking van den tweede. Trouwens ook in de rede van dea heer Limburg werd een kalm.e verklaring gegeven van de zoozeer aangevallen wijzi ging in de meeningen links. Er'zijn ter linkerzijde velen terugge komen van hun voorliefde om de ouden van dagen te helpen met verplichte ver zekering. Men noemt dit kiezersbyzan- tinisme ,enz Het zijn geen verwijten van hoog gehalte, maar bovendien gevaarlijk voor hel politieke leven aan beide zijden. De politieke moraliteit staat bij ons wel ongeveer gelijk aan beide zijden. Spreker stelt die van de linkerzijde niet achter bij die der rechterzijde. Zoo is het ook in hel builenland. Als men dergs.ijice verwijten doet, dan geeft men aan den geen, die de zaken beziet in de rust van de studeerkamer, aanleiding tot de ver zuchting als de wet-Talma eens van de linkerzijde ware geweest ,dan zou de rechterzijde wel een poging tol verbete ring hebben beproefd ,die van hel nu voorgestelde niet zoo heel veel zo*t heb ben verschild. Tntusschen, is die verandering van mee- ning in het staatkundige zoo zeldzaam? Spreker zal niet in de Handelingen gaan wroeten om de verschillende meeuingen na te gaan ,door de partijen in de afgeh loopen 20 jaar verkondigd. Hel anti-revo,» lulionnairc staatsrecht leidde tot het standpunt van liet „gezinshoofdenkies- rechl' .- dr Kuyper in 189-1 een warm voorstander van dat enkelvoudige kies recht van Tak, keerde eerst tot zijn oude liefde voor het gezinshoofdenkiesrecht te rug toen de Kieswet-Tak van de baan was. Thorbeclce was in 1839 nog een te genstander van het onfbindingsrecht. der Kamer; in 1814 aan het hoofd der ne gen-mannen" een voorstander, De heer d, Savornin Lobman heeft ons voorge', v.t den, welke wisseling van meening zich heeft vertoond inzake de eeds-quao"Ai- de heer Lobman zelf kreeg bij de heb in deling van de wet-Talma een ander in zicht in die Wet; bij den aanvang der 1>° handeling had hij nog met den heer Van Idsinga een scherpe nota van afkeu ring ingediend, waarin zij hun princi- pieele bezwaren uiteenzetten. Spreker denkt er niet aan, daarvan den heer Lob man die bij de aan de orde stelling1 van <teze wet zulke emoties heef-, do org •- maakt, eeu verwijt te maken, da' hij van meening is veranderd Alleen wil' hl, opmerken, dat verandering van mzenlng niet zoo zeldzaam is De andere sprekers van dezen dag wa- ■en de hoeren Beumer en Duys. Eerstgenoemde wilde weten hoe de minister over de pensioenbelasting denkt. Daarover moet meer licht opgaan voor dc Kamer over dit wetsontwerp kan be slissen. Van het begin is de Regeering van plan geweest een pensioenbelasting in te dienen. Zelfs de heer Berlling heeft met zulke plannen rondgeloopen. De staat lean de volstrekt niet grootsch op gezette salarisverhoogingen voor de amb tenaren niet geven; maar wel zou er geld zijn voor personen die niet in staats dienst zijn. En de heer D u y s, die nog slechts aan het begin van zijn rede is, trok vooral van leer legen de rechterzijde, die hij bestookte met een hagel van citaten, waarvan hij altijd een grooten voorraad lieert. Fnkele momenten van vroolijlcheid monterden het debat op. De lieer Beumer had een goede beurt toen (lij bij een interruptie van den heer Duys dezen den raad gat' dit na te laten Dat "liep zoo in de gaten, want hij doelt dit altijd als hij in de Kamer is; maar dagen dat hel niet gebeurt, blijkt dan duidelijk dat 'hij er niet is. En een oogenblik later kreeg de lieer Duys de lachers op zijn hand toen hij bij een gelijktijdige interruptie van de heeren Duymaer en Aalberse aan laatst genoemde toeriep „Als u alléén inter rumpeert kan ilc u beantwoorden; maar als de trombone van den heer Duymaer zich in het orkest mengt, kan ik u niet erstaan". Eerste Kamer. Zitting van Dinsdag. De Senaat heefL dus ook zijn comité- generaal gehad. Het was de heer Kuv- per die daarvoor met eenige anderen een speciale bijeenroeping had gevraagd, en die dal in openbare zitting motiveerde met een zeer zwaarwichtig betoog over de hoogc verantwoordelijkheid van de Eerste Kamer. De beteekenis daarvan ging echter vrij wel verloren door de zeer kalme opmer king van Minister Cort van der Lin den, dat de Tweede Kamer zitting hield, terwijl de Eerste Kamer moest bij eengeroepen worden. Aan de wettelijke bijeenroeping daarvan zou een veel groo- lerc beteekenis gegeven zijn. Was de Eer ste Kamer bijeen geweest in plaats van de Tweede, dan had de Minister zijn mede- deelingcn het eerst aan de Eerste Kamer -erstrekt. Tn zijn repliek negeerde de heer K u y- per deze opmerkingen echter zoo geheel en al heeft hij ze wel verstaan? dat de Minister hem in dupliek nog eens er op wees dat de heer Kuyper over het hoofd ziet, welk een schade de bijeenroeping der Eerste Kamer zou heb ben kunnen doen aan "s lands belang. Daarna ging de Kamer in "comité- generaal, cn vervolgens ging ze lot 25 April uiteen. 8tïLBSJUflRlt HEFFING IN FENS In de heden verschenen Memorie van Antwoord zet de minister van financiën uiteen, dat voor hem' het verschil tus- schen een heffing voor éénmaal - voor al wanneer daarvan, gelijk thans wel na genoeg iedereen schijnt voor te staan, dc inning over een paar jaren wordt ver deeld en een heffing, loopendc over een veertien- of vijftiental jaren, steeds meer gradueel dan p r i n cipicol i s ge wees l Dc vraag, door welke kringen der bevolking de crisis uitgaven ten slotte ïh meerdere of min dere mate worden gedragen, heeft hem van den beginne af de belangrijkste zijde van de zaak toegeschenen. Echter wan neer en voor zoover dc crisis-uitgaven in hoofdzaak ten laste van dc meer .ge goeden worden gebracht rijst toch ook de vraag, of de heffing over een grooter <lan wel over een kleiner aantal jaren zal wor den ver deel <L_ Het antwoord op die vraa; wordt naar de meening van den minister voornamelijk bcheerscht door het an Ij- woord op deze andere in welk geval b staat er de grootste kans dat de groote kapitaalvernietiging, waartoe de Staat ter wille van het behoud uer neu traliteit van het land en het temperen vftrt- gevolgen van de crisis voor liet min der gegoede deel der bevolkinggenoopt werd door bespari n g zal worden ge- neulraliseerd. Naar de overtuiging van den minister is een extra heffing voor eenmaal, waar van de invordering wordt verdeeld over een twee- ft drietal jaren en welke zoo matig gehouden wordt, dat betaling uit hel inkomen nagenoeg altijd mogelijk is. daartoe zeer bevordelijk Niet geheel ongegrond acht ae minis ter evenwel Me klacht, dat in zijn. voorstel van zeer kleine inkomens wat I. e e 1 wordt gevraagd Al meent hij dan ook aan den wensch om arbeidsinkomens tot f 1600 geheel vrij te stellen geen gevolg te mogen geven, omdat het ook naar zijn mcening v'cnschelijk is in deze heffingen allen, die inkomsten- cn ver mogensbelasting plegen te betalen, eenigs- le betrekken, hij' is. toch lot een kleine vermindering van lipt voor de inkomens opder f 1000 voorgestelde tarief* overge daan Teneinde de leden in staat te stellen om een beter inzicht te verkrijgen van de werking van de driebelastingen te zanien, welke de door de regeering voorgestelde heffing ineens vormen is bij deze Me morie een label gevoegd, waaruit blijkt welke percentages gevorderd worden van verschillende inkomens en zulks voor de 'gevallen, waarin die inkomens gehee.l uil vermogen, voor tie helft uit vermogen en voor de hein uit arbeid en geheel uit arbeid voortvloeien Het zeer juiste ,doch eenige, argu ment door de heeren Bos c a gebruikt ■oor hel begrijpen van de naamlooze -cn nootschap pen in dc door hen voorgestelde heffing geldt niet voor de opneming van die lichamen onder de be lastingplichtigen volgens het regeerings- 'oorstel Het zou in hooge mate onbillijk zijn om de naamlooze vennootschappen in eer belasting als de onderwerpelijke aan te slaan tegelijk mot de houders van de aan doelen daarvan. De minister meent dat door hem te recht is vastgehouden aan den 1c i n d e r- aftrek gelijk die. geregeld is in de be staande inkomstenbelasting NEDERLAND EN DE OORLOG. B e 1 g i s c li e annexatie-lust Hoewel we weten dat heel veel Belgen er heel anders over denken dan enkele hunner publicisten die speciaal in de ,XXe Siècle" Thlvrc), en ,,La Nouvelle Belgiquc" (Parijs) schrijven, en hoewel zeer zeker van Belgische officiccle zijde niets in dien geest is gezegd óf gedaan, kunnen we het toch niet anders dan be denkelijk vinden wal de Parijsche brief schrijver van De Nederlander vertelt over een kleine nationale catechismus, fPetit Gatéchisme nationaal) die in den vorm van losse blaadjes al een tijd lang ver spreid wordt onder de Belgische troe pen aan het front Daarin toch leest men hel volgende Wal is er Ie doen tot herstel van een volkomen België? Op zijn minst moeten ine' Bel gië de linkerzijde van de Schelde ,de gebieden die wij hebben m.'Oten afstaan in 1839, en 'die ons in 1815—1816 ontsto-( len zijn, hereenigd worden - Waarom moeten wij de linkerzijde van dc Schelde bezitten'? Omdat de Schelde een bij uitstek Belgische rivier is, welks oevers een in- legreerend deel van onzen bodem uit maken; omdat do haven van Antwerpen de bron van onzen rijkdom is, omdat wij onzen handel ter zee, en .onzen uitgang naar de- zee niet kunnen ter beschikking latei? van een concurrent, die ons ucn Sclieldemond alleen ontnomen heeft ter breking van onze militaire macht - Welke zijn de gebieden die wij in 1839 hebben moeten afslaan? De helft van Luxemburg en de hel?: yan Limburg Alle Belgen welen .onder welke omstandigheden wij ons deze bij zonderlijk Belgische provincies, me, bijna ■100000 broed ers, die 1830 aan onze z.ijde streden hebben zien ontrukken. neutraal land, waarmee België op zeer riendscbappelijken voel staat Tar we voo r z i en i n g in Zeen w sc h Vlaanderen. De Zeeuw sch Koerir meldt Eenigen tijd geleden, werd, naar wij uit de beste bron vernemen, door den burge meester dei" gemeente Sas van Gent onder de aandacht der regeering gebracht, dat de tarwevoorziening in Zeeuwsch-Vlaan- dcren veel te wenschen overliet, en werd in verband met dit voor deze streek be denkelijk feil, verzocht maatregelen te willen treffen, waardoor verbetering in dezen toestand zou worden gebracht. .Als antwoord hierop ontring voornoem de burgemeester d d 3 April 11 van den Min. van Landbouw, Nijverheid en Handel rerzoek nadere gegevens omtrent hel ge melde te willen verstrekken en de oor zaken ervan te willen noemen. Nadat hierop d.d. 5 April was geant woord, is op 7 April van den minister bericht ontvangen, dat maatregelen zijn genomen, waardoor een voldoen de tarwevoorziening 'van Z. Vlaanderen zal worden gewaar- b o r gd. Aan de grenzen. Men schrijft uit Sas van Gent aan het Hand. Het wordt thans lastig en zelfs gevaar lijk voor de grensbewoners. De landlie den mogen zonder permissïebiljet geen werkzaamheden meer op hunne landerij en uitoefenen Op een man, die zijn ploeg van het land haalde, werd geschoten, wijl hij, zoekende en niet in 't rondziende, de wenken der ambtenaren niet zag. Of het Schot gelost werd om attentie te trekken dan wel om den man Ie treffen, is niet uitgemaakt Gisteren werden 12 menschen geverbaliseerd, die de grens langs wandelden zonder permissiebiljet Wc zullen aan zulk een ongerekend slrooi-blaadje niet meer beteekenis geven dan hel verdient En we vöeleu er weinig "oor naar aanleiding daarvan een beloog te gaan opzetten over de historische on juistheid van de daar vervatte bewerin gen Maar hel zou toch minst genomen wen- schelijk zijn, wanneer de Belgische re- eeering haar aandacht richtte op deze propaganda onder het Belgische leger van een leer die gericht is tegen een Weer een Nederlandseh schip getroffen. Hedenochtend ontvingen wij bericht dat de „Columbia"' van den W.-Ind. Mail dienst in zinkenden toestand verkeerde nabij de Galloper. Gelukkig is dat niet bewaarheid. Blijkens draadloos telegram van den kapitein aan de Directie is het schip nabij de Galloper waarschijnlijk op een mijn geloopen. De voorpiek en het voor- ruim stonden vol water. Hot vaartuig stoomde tiaar het Sunklichtschip terug. Niemand was gewond. Hel Noorsche s.s ,Nanna" vergezelde de „Columbia", en een Engelsche torpedojager kwam een onderzoek instellen naar het gebeurde. Een tweede telegram meldde «lat de kapitein hoopte hel schip te behouden. De „Columbia", die 5000 ton meel. is hel nieuwste schip van deze lijn, en deed zijn eerste reis. Na terugkomst te Am sterdam zou hel worden afgeleverd aan een maatschappij te New-York, die het gekocht had De „Columbia" was naar Nederland op weg, komende van Baltimore (Ame rika) en had 1300 Ion maïs voor de Re geering aan boord. Naar ons gemeld wordt, zal het schip behouden op de Theems kunnen aan komen. Er is voldoende hulp aan boord; niemand is gewond. Er is meer vee dan vroeger. Dezer dagen werd in sommige bladen in verband met den uitvoer van rund- •leoscli medegedeeld, dat volgens de ver zekering van een tot oordeeïen bevoegd persoon de Nederlandsche rundveestapel sedert 1913 met 50 pCt. verminderd cn mei het oog daarop algcheele sluiting der grenzen voor den uitvoer van rundvleesch zeer noodig zou zijn. Dal deze bewering niet op goede gron den steunt, moge schrijft het Corres- pondenliebureau uil het volgende blij ken Bij eene in Mei 1915 in 48 gemeenten gehouden telling bleek daar het aantal stuks rundvee nagenoeg 18 pCt. grooter te zijn dan bij de in Mei 1910 plaats ge vonden telling. Voorts is sedert Mei van het vorige jaar de uitvoer van vee en vloesch zeer normaal geweest, zooals de volgende cij fers doen zien Uitvoer rundvee. Jaai' 1913, 59.506 stuks- van l Januari—1 Maart' 1914, 8270 stuks; jaar 1915, 25 687 stuks; van 1 Ja nuari—1 Maart 1916, 11.590 stuks, totaal van 1 Januari 1913-1 Maart 1914,67.776 stuks; van 1 Januari 1915—1 Maart 1916 37.277 stuks. Uitvoer rund- en kalfsvleesch Jaar 1913, 18.293 000 K G.; van 1 Januari—1 Maart 1914, 2.420.000 K.G.; jaar 191, 20 619 000 K G van 1 Januari-1 Maart 1916, 6.779 000 K.G., totaal van 1 Januari 1913-1 Maart 1914, 20.713.000 K G.; van 1 Januari 1915—1 Maart 1916, 27.498 000 KG, Een vergelijking tusschen de periode 1 Januari 19131 Maart 1914 -enerzijds en 1 Januari 1915—1 Maart 1916 ander zijds leert dus, dat in laatstgenoemde periode de uitvoer van levend vee 30.500 stuks kleiner er-van rund- en kalfsvleesch 6 685.000 K G. grooter is geweest dan in eerstgenoemd tijdvak. Rekent men door- eengenolnen hel slachtgewicht der uitge voerde runderen op 200 K.G., dan verte genwoordigen deze dus eene hoeveel heid "vleesch van ruim 6 000 000 K.G., zocdal, alles samengenomen, beide lijd- vakken vrijwel gelijk slaan. De lot dusver plaats gehad hcbl>ende uitvoer van rundvee en rundvleesch heeft onzen rundveestapel dan ook allerminst doen afnemen. Integendeel kan op grond der in Mei 1915 gehouden telling worden aange nomen, dat de rundveestapel hier te lande buitengewoon groot is. o Vergoeding wegens k o s tw i n n er- s c liap. De Minister van Marine heeft aan de commissarissen -der Koningin medege deeld dal de vele punten van verschil, bestaande tusschen de regeling der soldij en van dg ingelijfde» bij de militie te land en die van de ingelijfde,n bij de zeemilitie, de noodzakelijkheid medebrengen om bij de vergoedingen wegens kostwinnerschap ton aanzien van hot punt „Inkomen van den dienstplichtige" voor de zeemilitie een andere regeling te treffen dan voor de landmilitie. Dien>volgens is door den minister een regeling vastgesteld, die in hoofdzaak hierop neerkomt, dat in zake toekenning ran vergoedingen geen reke ning behoort te worden gehouden met soldijen beneden het bedrag van f 0.70 per dag, doch wèl met alle soldijen boven dat bedrag, onverschillig of zij genoten worden door zeeofficieren of door zee miliciens beneden! dien rang Dit rekening houden geschiedt dan voor eiken milicien tot een bedrag, dat afhankelijk is _van de grootte zijner soldij, welk bedrag ech ter zoodanig is berekend, dat er, naarmate de soldij hoogcr is, ook een evenredig hooger bedrag overblijft, als wordende, naai- ruime berekening, noodig geacht voor persoonlijke behoefte ran den ge mobiliseerde Voorts wenscht de minister, uit gaande van het beginsel dat zij wier le venswijze reeds gebaseerd is op het genot van vergoeding zonder rekening houden met soldij niet door achteruitgang in in komsten behooren te worden getroffen. de regeling niet toegepast te zien op hen wier nerreKinngen vocTr T Mei 1916 ïn hef genot van vergoeding waren en die voor dien datum reeds een soldij genoten bo ven hei bedrag van f 0.70 met dien ver stande dat tot zoodanige toepassing aes- nog worcit overgegaan zoodra de financi- eele omstandigheden van het betrokken gezin zich in gunstiger zin mochten wij zigen. De staking b ij dc Holland- Amerikalij n. De stakersvergadering van de zeelieden bij de Hol land-Amerikalijn heeft gïster- riddag besloten een commissie uit haar midden te benoemen, om de directie der Holland-Amerikalijn nadere inlichtingen over de aangeboden voorwaarden te vra gen. De commissie, bestaande uit 9 man, vervoegde zich om half vier bij de di rectie ter confèrentie De besprekingen hebben echter nog niel tot een beslissing geleid en worden heden voortgezet. o O pgehouden Naar de N. Ct. verneemt, ondervinden onze landgenoolen, die zich als Neder landsche gedelegeerden voor de Ford- expeditie te Stockholm herinden (jhr Jan Feith, de heer Hoejenbos, mevrouw Bak ker—Van Bosse, mevrouw de Jong van Beek en Don];, de heer Faubel) moeilijk heden in verhand met hun terugkeer naar Nederland, door Duilscliland. Daartoe zal in den eersten tijd wel geen verlof te be komen zijn en men zou dus over zee moeten terugkeeren, wat onder de tegen woordige omstandigheden óók zijn be zwaren meebrengt. De in voer rechten" van de N. O. T. Naar aanleiding van een Wolff-telegram; uit Hamburg, volgens hetwelk het „Ham burger Fremdenblatt" uit New-York ver-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1916 | | pagina 1