TWEEDE BLAD FEUILLETON, DE WELDOENSTER, Zaterdag tl Sept. 1915, no. 214. Indirecte gevolgen. We doelen in 't bijzonder op verande ringen tengevolge van den oorlog iiy Frankrijk Door verschillende omstandigheden hooren we bij ons van Frankrijk minder dan van een der andere landen. De Duit- sche organisatie van nieuwsbureaux voor ziet vooral onze groote pers van een over vloed van Duitsche oorlogsberichten en -beschouwingen, en dat heeft meer uit werking dan de stapels oorlogsliteratuur waarmee vooral in het eerste half jaar Duitschland ons land overstelpte Enge land deed iu vergelijk daarbij slechts wei nig. door zijn gratis verspreiding van oor logsbulletins en door toezending van ver taalde en niet-ver taal de brochures van bekende mannen. Frankrijk bleef in dat 'opzicht ver ach ter. Totdal onlangs onze voorraad oorlogs- litteraluur vergroot werd door toezen ding van een stapel Fransche boeken ep, boekjes, dikke en dunne, oorspronkelijk geschreven en uitgegeven voor de Fran se: hen zelf, maar ook nu naar de neutra len gezonden. We hebben ons tot die Fransche, voor voor Franschen bestemde geschriften sterker aangetrokken gevoeld dan tot al die andere ons toegezonden geschriften, geschreven speciaal voor uitvoer naar de neutralen. Ze missen van zelf hel opdrin gerige vata die uitvoerboekjes, waarin, getracht wordt de neutralen te overtuigen van de Duitsche, Engelsche of Belgische opvalling. Die kennen we nu al! Het is heel wat leerzamer eens te beluisteren wat, in dit geval, de Franschen onder elkaar opmerken. Welnu, we lecren uil al die boeken dal de oorlog in de Franschen een stem ming van degelijken ernst heeft gewekt, die zich wel Anders uit dan dc be wonderenswaardige eensgezindheid en opoffering van de Duilschers! maar die toch aller aandacht verdient ook voor het verder verloop van den oorlog. Ze uil zich anders, zeiden we. Op merkelijk is het zeker dat tegenover de Siegesfeste in Duitschland het feil staat, dat na de overwinning aan de Marjije Parijs niet geïllumineerd heert; volgens de bewering o. a. om dat Joffre zelf zou hebben gezegd: „Neen! niet illu- mineeren. Wij hebben te veel dooden!" Misschien heeft hij het niet gezegd Maar in ieder geval heeft Parijs niet geïllu mineerd En toch kunnen wij ons hier .moeilijk voorstellen welk een ontzaglijr ken indruk hel op de Franschen heeft gemaakt, toen hel Duitsche leger, dat mei zoo'n angstwekkende snelheid op Parijs losstormde plotseling werd te ruggeslagen naar het Noorden van hel land. Toch geen feestviering! En dat voor Franlschen Er is een groote verandering geko men. Maurice Donnay, de bekende toonccl- schrijver, heeft een paar maanden gele den voor de Société des Conferences een lézing gehouden over de „Dc Paris- iennc, gisteren en heden". Als voor beeld van hel gisteren vertelt hij van het laatste groote feest 1 dat hij vóór den oorlog in Parijs bijwoonde, nl de gala-Antoine in de Opera En hij beschrijft dan de weelde aan toiletten, edelgesteenten, pluimen, aigret tes van de daar aanwezige vrouwen van plutocratie en aristocratie, van de groote en kleine bourgeosic, tooneelspeelsters, demi-mondaines, allemans-mondaines. einjz. En daarna vertelt hij hoe de Parisien- zich lieten meeslepen in de gewel dige beweging naar pracht en luxe. Toen kwam de oorlog. En. d i e Pari- siennes verdwenen Maar overal stroom den de vrijwillige verpleegsters naar de hospitalen in Parijs en aan 't front, mp degelijke voorbereiding. En duizenden an deren weraten en werken in de comité's oor ondersteuning van de armen en/ van do vluchtelingen. Uit èlle standen. .Telefoon-juffrouwen betalen den ar beid van een naai-inrichting voor solda ten en hulpbehoevenden Van het begin van den oorlog af hebben een menigte atelier-meisjes zich aangeboden voor toe zicht op kinderen of op grijsaards. Op Montmartre is een etensverschaffing ge organiseerd, en op baar kosten onderhou den door de jonge vrouwen die haar lichaam verkoopenmi die aldus de ar men. uit de buurt voeden. Met den prijs ran haar jeugd en haar lichaam ssctyoon doen ze de soep koken, 'Glimlach niet.- Die Parisienneljes hebben haar soort deugd We hebben reeds lang gehoord dal zoo'n geest van opoffering en aanpakken der vrouwen in Duitschland bestaal Maar laten we niet vergelen dal die in Frankrijk óók is. De oorlog, zonder enthousiasme dooi de Franschen begonnen, heeft him ook hun zelfvertrouwen teruggegeven, een feit van beleekenis! In diezelfde Société heeft Maurice Beaunier een lezing gehouden over Een nieuw Frankrijk. Hij getuigt daarin van de verandering die de overwinning aan de Mariie in de gevoelens der Franschen heeft gebracht; hoe ze na '70 altijd onder het gevoel leefden een overwonnen volk te zijnhoe door dien slag aan dc Marne het Duitsche leger niet onoverwinnelijk bleek; en hoe de Franschen nu, zich veilig voelend achter den muur dien1 Joffre heeft opgetrokken, vol vertrouwen wetteen aan de verbetering die bun leger en legervoorraad noodig blijkt te hebben. O, hij rekent vast op een overwinnend Frankrijk. Het zal lang duren, en met die overwinning zal Frankrijk „ue wel daad der beproeving" ontvangen hebben.- „•ndien er in mijn woorden de minste snoeverij was, dan zou ik het zeer be treuren. Bovendien, vergeef mij, indien ik toegeef aan een hoop, die mij niet kalm laat. evenmin als zij het u doet. Maar wal komt het op mijn woorden aan' Er geen enkele snoeverij iu vreugde over een overwinnend Frankrijk." En dan vertelt hij verder hoe Frankrijk herbioeit, hoé het zijn eigen cultuuij terug vindt; hoe in de verwarring van richtingen en stroomingen, die in't het Fransche openbare leven een chaos ver oorzaakten, nu weer rust is gekomen. En daarbij spreekt deze Beaunier, die zelf geen clericaal is, ook van het toene men van hel geloof, (lat zeker zeer op merkelijk is in dit land, dat nog zoo kort geleden zijn geestelijke orden verjoeg. „Er waren, zoo zegt hij, korrels van atheïsme, en ziedaar, plotseling een gan- sche oogst van vroomheid. Hoe onze per soonlijke meeniingen ook mogen zijn, men kan niet betwisten, dat de oorlog een herlering van het godsdienstig gevoel en van de godsdienstoefeningen teweeg ge bracht heeft, en met gloed heeft doen opkomen; het is die herleving, welke zich reeds gedurende eenige jaren toon de, en die begunstigd werd door de ver volging en uitgebreid door den oorlog. „Wal wilt gij daartegen doen, roemf ruchtige of befaamde atheïsten? Er wa ren van die dagen van doodelijken angst waarin de ongelukkige lieden behoefte hadden aan een geruststellende troost, en aan een zedelijken steun, die gij hun niet verschafte want gij weet niet van welk leen volstrekte leegte uw wijsbe geerte op zékere dagen is; ze bestaal don niet. „Bovendien, de geweldige gebeurfenisi- sen waaronder ieder te lijden heeft', maar waarbij ieder individueel al heel weinig beleekent, plaatsen ons fn een toestand van logische onderworpenheid tien opzichte van de krachten die onzen wil beheerschen. Die krachten „Het noodlot" te noemen is niet wetenschap pelijker dan 7fi Voorzienigheid te not}» men. „Alles gaat toe nel alsof...", ziedaar een formule, welker voorzichtigheid door geleerden gewaardeerd wordt. „Welnu, wal zou de voorzichtigheid der geleerden verwijten aan brave lie- dea die de Duitsche horde tot Parijs hebben zien naderen, en haai* toen plot seling hebben zien omkeeren, en die zouden zeggen dal alles toe gaat nel aJsof de heilige die over Parijs waakt, en die eertijds Altilla afhield, haar wacli t voortzette We geven deze aanhaling als getuige nis van een waarnemer, die zelf blijle baar niet meedoet, maar die ziet en begrijpt wat er gebeurt Die opleving van dal geloof hecfl echter mecnen we, nog een veel wij de ne beleekenis, dan alleen voor hel ïn- diridueele gemoedsleven Dc verzame ling boeken die wij ontvingen hecfl li -t ons nog duidelijker gemaakt, dat de Duilschers in Frankrijk ook de katho lieke kerk tegenover zich hebban ge kregen Het was op zich zelf al toekenend dat een groot deel dier bezending boeken ons werd toegezonden door 'net „Katho lieke comité voor Fransche propaganda in hel buitenland." En de inhoud dier boeken loonde ons hoe krachtig die kerkelijke beweging in Frankrijk is ,,H ,f gevaar voor de Kerk is in Duiischland luidt de titel van een dier boeken, en de strekking van bijna alle is dezelfde Men versla ons^goed niet wij zeg gen dal Duitschland dat gevaar ople vert, de Duitsche katholieken kunnen met rechL zeggen, dat hun geestesle ven hel tegendeel bewijst. Wij doen nu niets anders dan conslateeren, dal in Frankrijk die meening bestaat. Van Bismarck wordt verleid dai hij in een gesprek over den oorlog van '70 na een minachtend oordeel over de Franse he wanorde, er aan toevoegde „Alleen de geestelijkheid hebben we recht overeind gevonden." Als men nu hoort hoe de officieren van het invallende Duitsche leger zich ver leden jaar uitlieten tegenover de iuwo- ners, dan heeft het er veel van of men in Duitschland gemeend heeft dat het Fransclie volk zoo goed als geheel een volle zonder godsdienst was geworden. Dc Duitsche bladen schreven trouwens in denzelfden geest Maar dat bleek héél anders" te zijn' En nu moet men zich voorstellen welk een uitwerking die katholieke ge schriften hebben, waarin de eene blad zijde voor, de andere na, de wandaden van de Duitschers tegenover de Fransche geestelijken beschrijft; wellc een haat er wordt gezaaid door die lijsten van tien tallen namen vau geestelijken, die in de door de Duitschers bezette gedeelten van Frankrijk zijn gefussilleerdwat een verbittering er wordt geweld door het telkens weer beschieten van de kathe draal van Reims. „Le Marlyre 'du clergé francais" is de titel van een hoekje dat alle gevallen opsomt van pastoors die een eewelddadi den dood in den oorlog vonden, (le meesten gcfusileerd „Les Barbares a la trouéc des Vosges", is de titel van een dik hoek van Louis Colin, vol met verslagen van persoonlijk onderzoek naar alles wat er mat de „cure's" iu die streek is gebeurd En het behoeft wel niet gezegd le wor den, dat alles wat er van mishandeling) van geestelijken in België is verteld, ook in Frankrijk herhaald wordt. Natuurlijk zijn al die voor de Fran schen geschreven boeken al op groote schaal in Frankrijk verspreid vóór ze hun weg naar het neutrale buitenland vonden En zoo iets kan slechts één gevolg heb ben, nl. dat de verecring voor de geeste lijkheid en de haat tegen de Duitschers j toenemen. Het is waar dat bijna al die gievallen I dateeren uit de eerste maand van den oorlog Maar de Franschen verklaren dit natuurlijk hieruit, dal daarna geen nieuwe streken door de Duitschers zijn bezet. De stemming verandert daar niet door. We hebben dit vluchtig overzicht meenen te moeten geven, omdat we er zulke merkwaardige symptomen in vonden van de geestesbeweging in Frankrijk, waarover we zoo Slechts in t algemeen wal hoorden We behoeven wel niet te zeggen, dat we niet kunnen beoordeelen of al les wat in die boeken beweerd wordt waar is; de ervaring heeft tot voor-1 zichligheid gemaand 't Is ons alleen er om te doen geweest te laten uitkomen, hoè in Frankrijk, en blijkbaar door heel den gedacht wordt. UIT IIEF GEMEENTEVERSLAG. Gast- en Ziekenhuizen In het gasthuis werden gedurende 1914 verpleegd 346 m, 328 vrtotaal 674 personen Er overleden 27 m en 37 vrtotaal 64. Op 31 Dec 1914 be droeg de bevolking 15 m en 31 vr. totaal 76 personen. Vanaf 9 October werden 228 zieke en gewonde militairen van vreemde nationa liteit opgenomen, namelijk 224 Belgische en 4 Engelsche militairen als gevolg van den oorlogstoestand aan onze -Zuidelijke grenzen Hel grootst aantal patienlen op één dag aanwezig (uilgenomen de vreemde militairen) was 74 tegen 76 in 1913 Gemiddeld waren aanwezig 51 patiën ten legen 55 in 1913. De gemiddelde verplegingsduur van iederen patient bedroeg 27 dagen tegen 32 in 1913 Van de bovengenoemde 674 verpleegd den werden in de chirurgische afdee- ling behandeld 462 personen, in de af- deeling voor Interne ziekten 178 persoe nen en in de oogheelkundige afdeeling 34 personen Voorts werden nog een aantal ambu lante zieken poliklinisch beliandeld On1 der de verpleegden bevonden zich 10 krankzinnigen, die na een kort verblijf in hel Gasthuis naar een krankzinnigen gesticht werden overgebracht. Van de 64 personen, die gedurende het jaar 1914 jn het Gasthuis overleden, bedroeg dit voor de interne afdeeling het ongewoon hooge aantal van 32 Het groot aantal zieleen, dat in de laatste maanden van het jaar werd op genomen en de hooge mortaliteit hou den verband deels met de oorlogsfei- ten in de nabijheid der Zeeuwschf-Vlaam- sche grenslrook, ten deele ook met de mobilisatie van hel Nederlandschc leger en de Nederlandsche zeemacht. Er werden n 1. enkele zieke soldaten, een vijftiental militairen der zeemacht en een groot aantal zieke vluchtelingen op genomen, waarvan er verscheidene over leden Aan hel einde van het jaar werd bij een wegens rondvonk opgenomen kind tevens typhus abdominalis vastgesteld, en spoedig daarop vulden zich de zalen der barakken met een veertiental vluchte lingen, die allen aan typhus bleken te lijden Dank zij de vlotte evacuatie dezer lie den uit de vluchlelingeix-asylen en de maatregelen ter voorkoming van verde re besmetting, genomen, heeft de epi demie zicli niet verder uitgebreid. Alle typhus patiënten genazen voor spoedig. Van de 228 militairen van vreemde nationaliteit werden er 133 in de in terne afdeeling verpleegd en oehandeld, waarvan enkele later naar de heelkun dige afdeeling werden overgebracht- De plotselinge en geweldige uitbrei ding van den inwendigen dienst is ech ter tot stand gekomen op bewonderens waardige wijze, zoodat over verzorging en verpleging bijna geen klacht kon worden vernomen Naast de doelmatige maatregelen der zag, ze praatte legen Anna terwijl zij met ste stil. haar praaallen en. deed precies of ze niet bestonden Indien Anna zich ver plicht gevoelde beleefd legen hen te zijn. „Daar zouden zij heel verbaasd overleefdheid hun mantels af doen, bijna lol zijn De man is in de verste verte mijn aan den grond buigende, vroeg hij per- bediende niet; ik geloof, dat hij zich als ^missie heen te gaan, terwijl de Herschaf- mijn heer en meester ueschoQwtten aan tafel zaten - een permissie, die j De twee Dellwigs, ontsteld door het hem met vreugde gegeven werd Anna's i lachen van .Anna, terwijl niemand iets gezicht betrok echter bij de mededeeling, aardigs gezegd had en niet wetende of ze dat hij later zou terugkomen om haar j hen soms om het een of ander uitlachte, zijn plannen voor den zomer voor te keken achterdochtig van Susie naar haar leggen 1 ,Wat zegt hij?" vroeg Suzie, toen de •door de schrijfster van „Elizabeth and her German Gardkn" x— 23). Het was of Susie de Dellings niet en hielden zich dat oogenblik ten min- deur achter hem gesloten was. „Wir sind hungrig", zei Anna tot de„Hij komt straks terug vrouw. i „Die man zal een last worden dat ..Hel eten komt dadelijk", antwoordde zal je zien," zei Suzie met overtuiging „.j irrteenszins. Zij verstonden geen En-; zij; en met de 'keukenmeid en de an- „Ik geloof, dat hij het al is," stemde «telsch, maar indien zij het verstaan had-derc dienstbode verwijderde zij zich baas- Anna toe en zij ging naar de wit porce- den het had haai- niets kunnen settelentig door een deur, die naar de "keuken leinen kachel om haar handen le war en zij zou voortgegaan zijn over hen te j leidde men praten alsof zij er niet bij waren „Und kalt", ging Anna klagend voort, „Hij is liet weekdier en jij zult de rots De Dellwigs haddien beiden luide stem- zich lot den man wendende; deze wierp worden Zorg dal hij je niet te veel" af men. Susie moest haar stem (lus verhef1-dadelijk een andere deur open, en zij zet. fen om verstaan te worden, er was dien- zagen een gedekte tafel Slaan ,;Maar weekdieren zetten de rotsen lengévolge zulk een leven in het leege' „Bilte, hitte-!zei hij en hij leidde niet (af," zei Anna weerklinkende huis, dat Anna eerst ver- haar de kamer binnen alsof het huis „Mij zou hij niet op den kop zitten bijsterd om zich heen had gekeken en pan hem toebehoorde. dat weet ik zeker, als ik even goed haai- best gedaan had iedereen te beant- „"Woont deze man hier in huis?" vroeg goed Duitsch kon spreken als jij Maar •woorden, maar het eindelijk opgaf en Susie, terwijl zij hem met weinig vrien- jij zult zacht wezen en zwak en vriende- stond te lachen delijke oogen aanzag. lijk, en hij zal alles met je doen wat „Ik begrijp niet waar je om lacht",'i „Hij heeft mij verteld, dat hij op de hij wil zfei Susie knorrig, „wij sterven allen boerderij woont. Maar "hij heeft hiér „Zacht en zwak en vriendelijk!" her van honger en die menschen willen natuurlijk overal voor gezorgd." haalde Anna en zij glimlachte om die niet weggaanf Toen zij allen in de eetkamer waren, bijvoegelijke naamwoorden van Susie. „Maar wat lean ik er aan doen?" 1 waar zij door Déllwig waren ingedreven, „Hé, ik dacht dal ik koppig was, zooals Het zijn jouw bedienden, zou ik den-1 zooals Suzie opmerkte, als een kudde je altijd zei." ken. ik zou eenvoudig zeggen, dat ilc zeschapen door den herder, die vast be- „Dat ben je ook. Maar dat zal je niet wel zou laten halen «ls ik ze noodig stolen is geien d waasheid te dulden, hielp zijn tegenover dien man Hij zal je om had." Is'?! kij 'de dames met overgedienstige be;- zijn vinger winden." directie, is dit alles tot stand gekomen door de uiterste krachtinspanning en harmonische samenwerking van het per soneel. Het verslag legt getuigenis af van groote waardeering voor den onver- Bauwden Ijver en toewijding van het verplegend personeel en brengt harte lijk dank aan de Middelburgsche dames voor de diensten in bet Gasthuis ge presteerd bij de huishouding en aan de medewerking van militaire zijde, toen het gasthuis voor de gewonde militairen in gereedheid moest worden gebracht Het aantal verpleegden in het oude mannen- en vrouwenhuis bedroeg ulto. Dec 58, in het burgerweeshuis 28. Geneeskundige dienst Door het burgerlijk armbestuur werd genees en heelkundige hulp verstrekt aan 303 gezinnen of alleenloopende per sonen, of 8 meer dan in liet vorige jaar Hiervan werden 105 personen be deeld Voor geneeskundige hulp werden 1406 schriftelijke uitnoodigingen afge- gegeven Het gereedmaken der recepten kost te hel armbestuur voor bedeelden f 717 44, voor niet bedeelden f 1365.76 of totaal f 2083,20. alzoo f 289 09 min der dan in het vorige jaar Aan 55 personen of aan 13 meer dan in hel voorgaande jaar, werden breukbanden en andere geneeskundige instrumenten verstrekt De kosten hier van bedroegen f 171.18 of f 83 80 meer dan in het jaar 1913. Verloskundige hulp werd doorliet bur gerlijk Armbestuur verleend aan 15 be hoeftige kraamvrouwen Koepokinenting Volgens de door het bestuur der in 1886 opgerichte Verceniging tot bevorde ring der animale koepokinenting in deze gemeente en de door genees- en heelkun digen overgenomen lijsten, bedroeg het aantai der verrichte vaccinatiên 432 le gen 362 in 1913, in welke getallen nieti zijn begrepen de verrichte herinentingen I-Ieringeênt werden 461 personen Inkwartiering Vanaf t Augop welken datum 500 man werden ingekwartierd, neeft door loopend, in totaal bij ruim duizend in gezetenen inkwartiering plaats gevonden Ook werd huisvesting aan militairen ver leend o.a, in de navolgende gebouwen de Rijksleerschool, school K, het schoolge bouw aan de Wal, het Waaggebouw en het O -I. Huis Klachten over voeding of huisvesting kwamen niet voor O n d e r w ij s. De kosten van hel L O bedroegen f 83.249 41, waarvan vermoedelijk door hel rijk zal worden vergoed f 34 942 96 De kosten van de gemeentebewaar school bedroegen f 2433 03r' van de burgeravondschool f 4606.1-4 le vermin deren met f 102 schoolgeld: van de avondschool voor handwerksl f 4802.20. (e verminderen met f 68 schoolgeld; van hel gymnasium f 23.190.985, le vermin deren niet f 4341.68 schoolgeld Hiervan vergoedt het rijk de helft B u r g e r 1 ij k Armbestuur In 1914 werd ondersleuning verleend in geld, vrije woning en levensbehoeften gedurende het geheele jaar aan 173 ge zinnen of éénloopende personen, gedu rende een gedeelte van het jaar of slechts nu en dan, één of meermalen aan 115 gezinnen of éénloopende personen. In geld werd onderstand verleend tol een bedrag van f 10 391.80 .Aan 61 zwakken of herstellenden wer den 7330 liters melk verstrekt tot een bedrag van f 623,05 Voor hel voorgaan de jaar waren deze cijfers 86 personen met 7835 liters melk ad f 630,19 Aan 42 personen werden reis- ef tran sportkosten verstrekt, zijnde 18 meer dan in 1913. De uitgaven voor het gasthuis bedroe gen f 13928,75 (in 1913 f 14107,95) voor hel oude mannen- en vrouwenhuis f 4150,75 (in 1913 f 4075,25). voor 'het weeshuis f 2520 (in 1913 f 2480) 146 stel soepkaarten van de Commis- „Oom Joachim zei, dat het een uitste kende man was" 't is best mogelijk, dat hij niet kwaad was toen hij een man boven zich had, die alles af wist van de boerderij, maar let op mijn woorden, jij zult geen twee duizend pond 's jaars maken van deze plaats." Anna zweeg Susie was altijd sluw en verstandig, zelfs geneigd achterdochtig le zijn, wanneer het geldzaken betrof, naar Anna meende Dellwig had niet een gezicht om vertrouwen in te boezemen; en zijn manier van schreeuwen wanneer .hij praatte en van onophoudelijk door- pralen, was reeds iels onuitstaanbaars! in hem Zij wist zelfs niet zeker of zijn vrouw wel meer in haar smaak viel Die schreeuwde ook zoo en Anna hield niet van lawaai De vrouw kwam niet weer voor den dag, die was zeker met haar man naar huis gegaan, want er was diepe stille in huis gekomen, slechts af- J géhroken door het eentonig gekerm van clen wind ïln hel bosch en het kletteren van den regen tegen het venster. I De eetkamer was een lang, smal ver trek, met één groot venster naar het j Westen, dat uitzicht had op het gras- veld, de gracht en den ingang met de adelaars. Het was een studie in choco lade kleur bruin behang, 'n bruin vloer- kteea, bruine gordijnen, bruine rieten stoe len. Twee geverfde houlen buffetten ston den tegenover elkaar in het donkere eind van de kamer, met een verzameling van allerlei artikelen er op: een azijnfleschje dat daar al jaren gestaan had, de over blijfselen van den azijn verdroogd op den bodem; een moslerdpotje, een donker, raar mengsel bevattende, dat eens mos terd was geweest, een gebroken tafel schel, die in het ver verleden gebruikt werd op diners om bedienden te schel len die nu al lang (dood waren; een oude wijnlijsl van. een kwart eeuw geleden, een beschimmelde flesch Worcester saus, prajende met het etiket waarop vermeld stond dat de saus het flauwste vleesch smak el ijk maakte, en enkele heel aar dige fruitscliaaltjes van Saksisch porcé- lein, versierd met vroolijke herders en herderinnetjes, onverbeterlijke oplimisten, steeds over zich zelf en hun omgeving tevreden, gedurende al de dagen en nachten van al de koude, stille jaren dat zij tegen elkaar hadden staan glim lachen in de duisternis Op de ronde eettafel stond een pot lelietjes van dalen met een rose vloeipapier er om heen, vastgebonden met een rose satijnlintje; het papier was omhoog gehaald tusschfen de bloemetjes om een lieve afwisseling te verkrijgen van rose en wit. „Nu, hier is hel nog al warm, vindt je niet?', zei Susie terwijl ze de kamer rondliep en al die dingen bekeek met meer belangstelling dan de kunstschatten van Berlijn bij haar hadden opgewekt. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1915 | | pagina 5