TWEEDE BLAD
FEUILLETON,
DE WELDOENSTER,
Zaterdag tl Sept. 1915, no. 214.
Indirecte gevolgen.
We doelen in 't bijzonder op verande
ringen tengevolge van den oorlog iiy
Frankrijk
Door verschillende omstandigheden
hooren we bij ons van Frankrijk minder
dan van een der andere landen. De Duit-
sche organisatie van nieuwsbureaux voor
ziet vooral onze groote pers van een over
vloed van Duitsche oorlogsberichten en
-beschouwingen, en dat heeft meer uit
werking dan de stapels oorlogsliteratuur
waarmee vooral in het eerste half jaar
Duitschland ons land overstelpte Enge
land deed iu vergelijk daarbij slechts wei
nig. door zijn gratis verspreiding van oor
logsbulletins en door toezending van ver
taalde en niet-ver taal de brochures van
bekende mannen.
Frankrijk bleef in dat 'opzicht ver ach
ter.
Totdal onlangs onze voorraad oorlogs-
litteraluur vergroot werd door toezen
ding van een stapel Fransche boeken ep,
boekjes, dikke en dunne, oorspronkelijk
geschreven en uitgegeven voor de Fran
se: hen zelf, maar ook nu naar de neutra
len gezonden.
We hebben ons tot die Fransche, voor
voor Franschen bestemde geschriften
sterker aangetrokken gevoeld dan tot al
die andere ons toegezonden geschriften,
geschreven speciaal voor uitvoer naar de
neutralen. Ze missen van zelf hel opdrin
gerige vata die uitvoerboekjes, waarin,
getracht wordt de neutralen te overtuigen
van de Duitsche, Engelsche of Belgische
opvalling. Die kennen we nu al! Het is
heel wat leerzamer eens te beluisteren
wat, in dit geval, de Franschen onder
elkaar opmerken.
Welnu, we lecren uil al die boeken
dal de oorlog in de Franschen een stem
ming van degelijken ernst heeft gewekt,
die zich wel Anders uit dan dc be
wonderenswaardige eensgezindheid en
opoffering van de Duilschers! maar die
toch aller aandacht verdient ook voor
het verder verloop van den oorlog.
Ze uil zich anders, zeiden we. Op
merkelijk is het zeker dat tegenover de
Siegesfeste in Duitschland het feil staat,
dat na de overwinning aan de Marjije
Parijs niet geïllumineerd heert; volgens
de bewering o. a. om dat Joffre zelf
zou hebben gezegd: „Neen! niet illu-
mineeren. Wij hebben te veel dooden!"
Misschien heeft hij het niet gezegd Maar
in ieder geval heeft Parijs niet geïllu
mineerd En toch kunnen wij ons hier
.moeilijk voorstellen welk een ontzaglijr
ken indruk hel op de Franschen heeft
gemaakt, toen hel Duitsche leger, dat
mei zoo'n angstwekkende snelheid op
Parijs losstormde plotseling werd te
ruggeslagen naar het Noorden van hel
land. Toch geen feestviering! En dat
voor Franlschen
Er is een groote verandering geko
men.
Maurice Donnay, de bekende toonccl-
schrijver, heeft een paar maanden gele
den voor de Société des Conferences een
lézing gehouden over de „Dc Paris-
iennc, gisteren en heden". Als voor
beeld van hel gisteren vertelt hij van
het laatste groote feest 1 dat hij vóór
den oorlog in Parijs bijwoonde, nl
de gala-Antoine in de Opera
En hij beschrijft dan de weelde aan
toiletten, edelgesteenten, pluimen, aigret
tes van de daar aanwezige vrouwen van
plutocratie en aristocratie, van de groote
en kleine bourgeosic, tooneelspeelsters,
demi-mondaines, allemans-mondaines. einjz.
En daarna vertelt hij hoe de Parisien-
zich lieten meeslepen in de gewel
dige beweging naar pracht en luxe.
Toen kwam de oorlog. En. d i e Pari-
siennes verdwenen Maar overal stroom
den de vrijwillige verpleegsters naar de
hospitalen in Parijs en aan 't front, mp
degelijke voorbereiding. En duizenden an
deren weraten en werken in de comité's
oor ondersteuning van de armen en/ van
do vluchtelingen. Uit èlle standen.
.Telefoon-juffrouwen betalen den ar
beid van een naai-inrichting voor solda
ten en hulpbehoevenden Van het begin
van den oorlog af hebben een menigte
atelier-meisjes zich aangeboden voor toe
zicht op kinderen of op grijsaards. Op
Montmartre is een etensverschaffing ge
organiseerd, en op baar kosten onderhou
den door de jonge vrouwen die haar
lichaam verkoopenmi die aldus de ar
men. uit de buurt voeden. Met den prijs
ran haar jeugd en haar lichaam ssctyoon
doen ze de soep koken, 'Glimlach niet.-
Die Parisienneljes hebben haar soort
deugd
We hebben reeds lang gehoord dal
zoo'n geest van opoffering en aanpakken
der vrouwen in Duitschland bestaal
Maar laten we niet vergelen dal die in
Frankrijk óók is.
De oorlog, zonder enthousiasme dooi
de Franschen begonnen, heeft him ook
hun zelfvertrouwen teruggegeven, een
feit van beleekenis!
In diezelfde Société heeft Maurice
Beaunier een lezing gehouden over Een
nieuw Frankrijk. Hij getuigt daarin van de
verandering die de overwinning aan de
Mariie in de gevoelens der Franschen
heeft gebracht; hoe ze na '70 altijd onder
het gevoel leefden een overwonnen volk
te zijnhoe door dien slag aan dc Marne
het Duitsche leger niet onoverwinnelijk
bleek; en hoe de Franschen nu, zich
veilig voelend achter den muur dien1
Joffre heeft opgetrokken, vol vertrouwen
wetteen aan de verbetering die bun leger
en legervoorraad noodig blijkt te hebben.
O, hij rekent vast op een overwinnend
Frankrijk. Het zal lang duren, en met
die overwinning zal Frankrijk „ue wel
daad der beproeving" ontvangen hebben.-
„•ndien er in mijn woorden de minste
snoeverij was, dan zou ik het zeer be
treuren. Bovendien, vergeef mij, indien ik
toegeef aan een hoop, die mij niet kalm
laat. evenmin als zij het u doet. Maar
wal komt het op mijn woorden aan' Er
geen enkele snoeverij iu vreugde over
een overwinnend Frankrijk."
En dan vertelt hij verder hoe Frankrijk
herbioeit, hoé het zijn eigen cultuuij
terug vindt; hoe in de verwarring van
richtingen en stroomingen, die in't het
Fransche openbare leven een chaos ver
oorzaakten, nu weer rust is gekomen.
En daarbij spreekt deze Beaunier, die
zelf geen clericaal is, ook van het toene
men van hel geloof, (lat zeker zeer op
merkelijk is in dit land, dat nog zoo kort
geleden zijn geestelijke orden verjoeg.
„Er waren, zoo zegt hij, korrels van
atheïsme, en ziedaar, plotseling een gan-
sche oogst van vroomheid. Hoe onze per
soonlijke meeniingen ook mogen zijn, men
kan niet betwisten, dat de oorlog een
herlering van het godsdienstig gevoel en
van de godsdienstoefeningen teweeg ge
bracht heeft, en met gloed heeft doen
opkomen; het is die herleving, welke
zich reeds gedurende eenige jaren toon
de, en die begunstigd werd door de ver
volging en uitgebreid door den oorlog.
„Wal wilt gij daartegen doen, roemf
ruchtige of befaamde atheïsten? Er wa
ren van die dagen van doodelijken angst
waarin de ongelukkige lieden behoefte
hadden aan een geruststellende troost,
en aan een zedelijken steun, die gij hun
niet verschafte want gij weet niet van
welk leen volstrekte leegte uw wijsbe
geerte op zékere dagen is; ze bestaal
don niet.
„Bovendien, de geweldige gebeurfenisi-
sen waaronder ieder te lijden heeft',
maar waarbij ieder individueel al heel
weinig beleekent, plaatsen ons fn een
toestand van logische onderworpenheid
tien opzichte van de krachten die onzen
wil beheerschen. Die krachten „Het
noodlot" te noemen is niet wetenschap
pelijker dan 7fi Voorzienigheid te not}»
men. „Alles gaat toe nel alsof...", ziedaar
een formule, welker voorzichtigheid door
geleerden gewaardeerd wordt.
„Welnu, wal zou de voorzichtigheid
der geleerden verwijten aan brave lie-
dea die de Duitsche horde tot Parijs
hebben zien naderen, en haai* toen plot
seling hebben zien omkeeren, en die
zouden zeggen dal alles toe gaat nel
aJsof de heilige die over Parijs waakt,
en die eertijds Altilla afhield, haar
wacli t voortzette
We geven deze aanhaling als getuige
nis van een waarnemer, die zelf blijle
baar niet meedoet, maar die ziet en
begrijpt wat er gebeurt
Die opleving van dal geloof hecfl
echter mecnen we, nog een veel wij de
ne beleekenis, dan alleen voor hel ïn-
diridueele gemoedsleven Dc verzame
ling boeken die wij ontvingen hecfl li -t
ons nog duidelijker gemaakt, dat de
Duilschers in Frankrijk ook de katho
lieke kerk tegenover zich hebban ge
kregen
Het was op zich zelf al toekenend dat
een groot deel dier bezending boeken
ons werd toegezonden door 'net „Katho
lieke comité voor Fransche propaganda
in hel buitenland." En de inhoud dier
boeken loonde ons hoe krachtig die
kerkelijke beweging in Frankrijk is ,,H ,f
gevaar voor de Kerk is in Duiischland
luidt de titel van een dier boeken, en
de strekking van bijna alle is dezelfde
Men versla ons^goed niet wij zeg
gen dal Duitschland dat gevaar ople
vert, de Duitsche katholieken kunnen
met rechL zeggen, dat hun geestesle
ven hel tegendeel bewijst. Wij doen
nu niets anders dan conslateeren, dal
in Frankrijk die meening bestaat.
Van Bismarck wordt verleid dai hij
in een gesprek over den oorlog van '70
na een minachtend oordeel over de
Franse he wanorde, er aan toevoegde
„Alleen de geestelijkheid hebben we
recht overeind gevonden."
Als men nu hoort hoe de officieren van
het invallende Duitsche leger zich ver
leden jaar uitlieten tegenover de iuwo-
ners, dan heeft het er veel van of men
in Duitschland gemeend heeft dat het
Fransclie volk zoo goed als geheel een
volle zonder godsdienst was geworden.
Dc Duitsche bladen schreven trouwens
in denzelfden geest
Maar dat bleek héél anders" te zijn'
En nu moet men zich voorstellen welk
een uitwerking die katholieke ge
schriften hebben, waarin de eene blad
zijde voor, de andere na, de wandaden
van de Duitschers tegenover de Fransche
geestelijken beschrijft; wellc een haat er
wordt gezaaid door die lijsten van tien
tallen namen vau geestelijken, die in
de door de Duitschers bezette gedeelten
van Frankrijk zijn gefussilleerdwat een
verbittering er wordt geweld door het
telkens weer beschieten van de kathe
draal van Reims.
„Le Marlyre 'du clergé francais" is de
titel van een hoekje dat alle gevallen
opsomt van pastoors die een eewelddadi
den dood in den oorlog vonden, (le meesten
gcfusileerd „Les Barbares a la trouéc
des Vosges", is de titel van een dik hoek
van Louis Colin, vol met verslagen van
persoonlijk onderzoek naar alles wat er
mat de „cure's" iu die streek is gebeurd
En het behoeft wel niet gezegd le wor
den, dat alles wat er van mishandeling)
van geestelijken in België is verteld, ook
in Frankrijk herhaald wordt.
Natuurlijk zijn al die voor de Fran
schen geschreven boeken al op groote
schaal in Frankrijk verspreid vóór ze hun
weg naar het neutrale buitenland vonden
En zoo iets kan slechts één gevolg heb
ben, nl. dat de verecring voor de geeste
lijkheid en de haat tegen de Duitschers
j toenemen.
Het is waar dat bijna al die gievallen
I dateeren uit de eerste maand van den
oorlog Maar de Franschen verklaren dit
natuurlijk hieruit, dal daarna geen
nieuwe streken door de Duitschers zijn
bezet. De stemming verandert daar niet
door.
We hebben dit vluchtig overzicht
meenen te moeten geven, omdat we
er zulke merkwaardige symptomen in
vonden van de geestesbeweging in
Frankrijk, waarover we zoo Slechts in
t algemeen wal hoorden
We behoeven wel niet te zeggen,
dat we niet kunnen beoordeelen of al
les wat in die boeken beweerd wordt
waar is; de ervaring heeft tot voor-1
zichligheid gemaand 't Is ons alleen er
om te doen geweest te laten uitkomen,
hoè in Frankrijk, en blijkbaar door heel
den gedacht wordt.
UIT IIEF GEMEENTEVERSLAG.
Gast- en Ziekenhuizen
In het gasthuis werden gedurende
1914 verpleegd 346 m, 328 vrtotaal
674 personen Er overleden 27 m en
37 vrtotaal 64. Op 31 Dec 1914 be
droeg de bevolking 15 m en 31 vr. totaal
76 personen.
Vanaf 9 October werden 228 zieke en
gewonde militairen van vreemde nationa
liteit opgenomen, namelijk 224 Belgische
en 4 Engelsche militairen als gevolg van
den oorlogstoestand aan onze -Zuidelijke
grenzen
Hel grootst aantal patienlen op één
dag aanwezig (uilgenomen de vreemde
militairen) was 74 tegen 76 in 1913
Gemiddeld waren aanwezig 51 patiën
ten legen 55 in 1913.
De gemiddelde verplegingsduur van
iederen patient bedroeg 27 dagen tegen
32 in 1913
Van de bovengenoemde 674 verpleegd
den werden in de chirurgische afdee-
ling behandeld 462 personen, in de af-
deeling voor Interne ziekten 178 persoe
nen en in de oogheelkundige afdeeling
34 personen
Voorts werden nog een aantal ambu
lante zieken poliklinisch beliandeld On1
der de verpleegden bevonden zich 10
krankzinnigen, die na een kort verblijf
in hel Gasthuis naar een krankzinnigen
gesticht werden overgebracht.
Van de 64 personen, die gedurende
het jaar 1914 jn het Gasthuis overleden,
bedroeg dit voor de interne afdeeling het
ongewoon hooge aantal van 32
Het groot aantal zieleen, dat in de
laatste maanden van het jaar werd op
genomen en de hooge mortaliteit hou
den verband deels met de oorlogsfei-
ten in de nabijheid der Zeeuwschf-Vlaam-
sche grenslrook, ten deele ook met de
mobilisatie van hel Nederlandschc leger
en de Nederlandsche zeemacht.
Er werden n 1. enkele zieke soldaten,
een vijftiental militairen der zeemacht en
een groot aantal zieke vluchtelingen op
genomen, waarvan er verscheidene over
leden
Aan hel einde van het jaar werd bij
een wegens rondvonk opgenomen kind
tevens typhus abdominalis vastgesteld, en
spoedig daarop vulden zich de zalen der
barakken met een veertiental vluchte
lingen, die allen aan typhus bleken te
lijden
Dank zij de vlotte evacuatie dezer lie
den uit de vluchlelingeix-asylen en de
maatregelen ter voorkoming van verde
re besmetting, genomen, heeft de epi
demie zicli niet verder uitgebreid.
Alle typhus patiënten genazen voor
spoedig.
Van de 228 militairen van vreemde
nationaliteit werden er 133 in de in
terne afdeeling verpleegd en oehandeld,
waarvan enkele later naar de heelkun
dige afdeeling werden overgebracht-
De plotselinge en geweldige uitbrei
ding van den inwendigen dienst is ech
ter tot stand gekomen op bewonderens
waardige wijze, zoodat over verzorging
en verpleging bijna geen klacht kon
worden vernomen
Naast de doelmatige maatregelen der
zag, ze praatte legen Anna terwijl zij met ste stil.
haar praaallen en. deed precies of ze
niet bestonden Indien Anna zich ver
plicht gevoelde beleefd legen hen te zijn.
„Daar zouden zij heel verbaasd overleefdheid hun mantels af doen, bijna lol
zijn De man is in de verste verte mijn aan den grond buigende, vroeg hij per-
bediende niet; ik geloof, dat hij zich als ^missie heen te gaan, terwijl de Herschaf-
mijn heer en meester ueschoQwtten aan tafel zaten - een permissie, die
j De twee Dellwigs, ontsteld door het hem met vreugde gegeven werd Anna's
i lachen van .Anna, terwijl niemand iets gezicht betrok echter bij de mededeeling,
aardigs gezegd had en niet wetende of ze dat hij later zou terugkomen om haar
j hen soms om het een of ander uitlachte, zijn plannen voor den zomer voor te
keken achterdochtig van Susie naar haar leggen
1 ,Wat zegt hij?" vroeg Suzie, toen de
•door de schrijfster van
„Elizabeth and her German Gardkn"
x—
23).
Het was of Susie de Dellings niet en hielden zich dat oogenblik ten min-
deur achter hem gesloten was.
„Wir sind hungrig", zei Anna tot de„Hij komt straks terug
vrouw. i „Die man zal een last worden dat
..Hel eten komt dadelijk", antwoordde zal je zien," zei Suzie met overtuiging
„.j irrteenszins. Zij verstonden geen En-; zij; en met de 'keukenmeid en de an- „Ik geloof, dat hij het al is," stemde
«telsch, maar indien zij het verstaan had-derc dienstbode verwijderde zij zich baas- Anna toe en zij ging naar de wit porce-
den het had haai- niets kunnen settelentig door een deur, die naar de "keuken leinen kachel om haar handen le war
en zij zou voortgegaan zijn over hen te j leidde men
praten alsof zij er niet bij waren „Und kalt", ging Anna klagend voort, „Hij is liet weekdier en jij zult de rots
De Dellwigs haddien beiden luide stem- zich lot den man wendende; deze wierp worden Zorg dal hij je niet te veel" af
men. Susie moest haar stem (lus verhef1-dadelijk een andere deur open, en zij zet.
fen om verstaan te worden, er was dien- zagen een gedekte tafel Slaan ,;Maar weekdieren zetten de rotsen
lengévolge zulk een leven in het leege' „Bilte, hitte-!zei hij en hij leidde niet (af," zei Anna
weerklinkende huis, dat Anna eerst ver- haar de kamer binnen alsof het huis „Mij zou hij niet op den kop zitten
bijsterd om zich heen had gekeken en pan hem toebehoorde. dat weet ik zeker, als ik even goed
haai- best gedaan had iedereen te beant- „"Woont deze man hier in huis?" vroeg goed Duitsch kon spreken als jij Maar
•woorden, maar het eindelijk opgaf en Susie, terwijl zij hem met weinig vrien- jij zult zacht wezen en zwak en vriende-
stond te lachen delijke oogen aanzag. lijk, en hij zal alles met je doen wat
„Ik begrijp niet waar je om lacht",'i „Hij heeft mij verteld, dat hij op de hij wil
zfei Susie knorrig, „wij sterven allen boerderij woont. Maar "hij heeft hiér „Zacht en zwak en vriendelijk!" her
van honger en die menschen willen natuurlijk overal voor gezorgd." haalde Anna en zij glimlachte om die
niet weggaanf Toen zij allen in de eetkamer waren, bijvoegelijke naamwoorden van Susie.
„Maar wat lean ik er aan doen?" 1 waar zij door Déllwig waren ingedreven, „Hé, ik dacht dal ik koppig was, zooals
Het zijn jouw bedienden, zou ik den-1 zooals Suzie opmerkte, als een kudde je altijd zei."
ken. ik zou eenvoudig zeggen, dat ilc zeschapen door den herder, die vast be- „Dat ben je ook. Maar dat zal je niet
wel zou laten halen «ls ik ze noodig stolen is geien d waasheid te dulden, hielp zijn tegenover dien man Hij zal je om
had." Is'?! kij 'de dames met overgedienstige be;- zijn vinger winden."
directie, is dit alles tot stand gekomen
door de uiterste krachtinspanning en
harmonische samenwerking van het per
soneel.
Het verslag legt getuigenis af van
groote waardeering voor den onver-
Bauwden Ijver en toewijding van het
verplegend personeel en brengt harte
lijk dank aan de Middelburgsche dames
voor de diensten in bet Gasthuis ge
presteerd bij de huishouding en aan de
medewerking van militaire zijde, toen
het gasthuis voor de gewonde militairen
in gereedheid moest worden gebracht
Het aantal verpleegden in het oude
mannen- en vrouwenhuis bedroeg ulto.
Dec 58, in het burgerweeshuis 28.
Geneeskundige dienst
Door het burgerlijk armbestuur werd
genees en heelkundige hulp verstrekt
aan 303 gezinnen of alleenloopende per
sonen, of 8 meer dan in liet vorige
jaar Hiervan werden 105 personen be
deeld Voor geneeskundige hulp werden
1406 schriftelijke uitnoodigingen afge-
gegeven
Het gereedmaken der recepten kost
te hel armbestuur voor bedeelden
f 717 44, voor niet bedeelden f 1365.76
of totaal f 2083,20. alzoo f 289 09 min
der dan in het vorige jaar
Aan 55 personen of aan 13 meer
dan in hel voorgaande jaar, werden
breukbanden en andere geneeskundige
instrumenten verstrekt De kosten hier
van bedroegen f 171.18 of f 83 80 meer
dan in het jaar 1913.
Verloskundige hulp werd doorliet bur
gerlijk Armbestuur verleend aan 15 be
hoeftige kraamvrouwen
Koepokinenting
Volgens de door het bestuur der in
1886 opgerichte Verceniging tot bevorde
ring der animale koepokinenting in deze
gemeente en de door genees- en heelkun
digen overgenomen lijsten, bedroeg het
aantai der verrichte vaccinatiên 432 le
gen 362 in 1913, in welke getallen nieti
zijn begrepen de verrichte herinentingen
I-Ieringeênt werden 461 personen
Inkwartiering
Vanaf t Augop welken datum 500
man werden ingekwartierd, neeft door
loopend, in totaal bij ruim duizend in
gezetenen inkwartiering plaats gevonden
Ook werd huisvesting aan militairen ver
leend o.a, in de navolgende gebouwen de
Rijksleerschool, school K, het schoolge
bouw aan de Wal, het Waaggebouw en
het O -I. Huis Klachten over voeding of
huisvesting kwamen niet voor
O n d e r w ij s.
De kosten van hel L O bedroegen
f 83.249 41, waarvan vermoedelijk door
hel rijk zal worden vergoed f 34 942 96
De kosten van de gemeentebewaar
school bedroegen f 2433 03r' van de
burgeravondschool f 4606.1-4 le vermin
deren met f 102 schoolgeld: van de
avondschool voor handwerksl f 4802.20.
(e verminderen met f 68 schoolgeld; van
hel gymnasium f 23.190.985, le vermin
deren niet f 4341.68 schoolgeld Hiervan
vergoedt het rijk de helft
B u r g e r 1 ij k Armbestuur
In 1914 werd ondersleuning verleend
in geld, vrije woning en levensbehoeften
gedurende het geheele jaar aan 173 ge
zinnen of éénloopende personen, gedu
rende een gedeelte van het jaar of slechts
nu en dan, één of meermalen aan 115
gezinnen of éénloopende personen.
In geld werd onderstand verleend tol
een bedrag van f 10 391.80
.Aan 61 zwakken of herstellenden wer
den 7330 liters melk verstrekt tot een
bedrag van f 623,05 Voor hel voorgaan
de jaar waren deze cijfers 86 personen
met 7835 liters melk ad f 630,19
Aan 42 personen werden reis- ef tran
sportkosten verstrekt, zijnde 18 meer dan
in 1913.
De uitgaven voor het gasthuis bedroe
gen f 13928,75 (in 1913 f 14107,95) voor
hel oude mannen- en vrouwenhuis
f 4150,75 (in 1913 f 4075,25). voor 'het
weeshuis f 2520 (in 1913 f 2480)
146 stel soepkaarten van de Commis-
„Oom Joachim zei, dat het een uitste
kende man was"
't is best mogelijk, dat hij niet
kwaad was toen hij een man boven zich
had, die alles af wist van de boerderij,
maar let op mijn woorden, jij zult geen
twee duizend pond 's jaars maken van
deze plaats."
Anna zweeg Susie was altijd sluw
en verstandig, zelfs geneigd achterdochtig
le zijn, wanneer het geldzaken betrof,
naar Anna meende Dellwig had niet een
gezicht om vertrouwen in te boezemen;
en zijn manier van schreeuwen wanneer
.hij praatte en van onophoudelijk door-
pralen, was reeds iels onuitstaanbaars!
in hem Zij wist zelfs niet zeker of zijn
vrouw wel meer in haar smaak viel
Die schreeuwde ook zoo en Anna hield
niet van lawaai De vrouw kwam niet
weer voor den dag, die was zeker met
haar man naar huis gegaan, want er was
diepe stille in huis gekomen, slechts af-
J géhroken door het eentonig gekerm van
clen wind ïln hel bosch en het kletteren
van den regen tegen het venster.
I De eetkamer was een lang, smal ver
trek, met één groot venster naar het
j Westen, dat uitzicht had op het gras-
veld, de gracht en den ingang met de
adelaars. Het was een studie in choco
lade kleur bruin behang, 'n bruin vloer-
kteea, bruine gordijnen, bruine rieten stoe
len. Twee geverfde houlen buffetten ston
den tegenover elkaar in het donkere eind
van de kamer, met een verzameling van
allerlei artikelen er op: een azijnfleschje
dat daar al jaren gestaan had, de over
blijfselen van den azijn verdroogd op den
bodem; een moslerdpotje, een donker,
raar mengsel bevattende, dat eens mos
terd was geweest, een gebroken tafel
schel, die in het ver verleden gebruikt
werd op diners om bedienden te schel
len die nu al lang (dood waren; een oude
wijnlijsl van. een kwart eeuw geleden,
een beschimmelde flesch Worcester saus,
prajende met het etiket waarop vermeld
stond dat de saus het flauwste vleesch
smak el ijk maakte, en enkele heel aar
dige fruitscliaaltjes van Saksisch porcé-
lein, versierd met vroolijke herders en
herderinnetjes, onverbeterlijke oplimisten,
steeds over zich zelf en hun omgeving
tevreden, gedurende al de dagen en
nachten van al de koude, stille jaren
dat zij tegen elkaar hadden staan glim
lachen in de duisternis Op de ronde
eettafel stond een pot lelietjes van dalen
met een rose vloeipapier er om heen,
vastgebonden met een rose satijnlintje;
het papier was omhoog gehaald tusschfen
de bloemetjes om een lieve afwisseling
te verkrijgen van rose en wit.
„Nu, hier is hel nog al warm, vindt je
niet?', zei Susie terwijl ze de kamer
rondliep en al die dingen bekeek met
meer belangstelling dan de kunstschatten
van Berlijn bij haar hadden opgewekt.
(Wordt vervolgd)