MIDDELBUBGSCHE G0UR4IMT. M* 187. 188* Jaargang J916 W oensdag 11 Augustus. Binnenland. FEUILLETON. DE WELDOENSTER, &«z« tour*et tOTiohflct dagelgk», met uitzondering Zon- *6 Feeat«ag*>; Prjja per kwartaal, zoowel voor Middelburg al» voor all* plaatsen in Nederland franco p. p. f 1.25| Afionderlgke nummer» kosten 5 cent. A.iv«rUmti8» k 20 eo:i pay rtgeL Bg abouucaeck. vager, GebourUi iosd ei alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regel» f 1.50 alks regel meer 20 oent. Reclame» 40 cent per rsgni. Groot*, lecter» naar de plaste die zij innsmeaê SS^ Adverteati»! Tóór één mnr t« bezorg»»} DE GROEI VAN IIET NATIONAAL VERMOGEN. Een praatje over cijfers en gevallen, ■waarvan de meeste menschen liet ware besef niet kunnen hebben; niet uit gemis aan hersens maav uit gemis a au ervaring Ais we nagaan dat op 31 December 1914 cie oevoiking van Nederland telde 6 336 070 zielen, en we lezen dan dat er het vorig jaar 101.797 personen waren aangeslagen wegens een vermogen van f 13.000 en nooger, dan schieten er nèg ruim millioen over die het genot niet kenden zoo n aanslag-biljet voor de ver mogensbelasting m te vullen. En er blij ven er ook nog altijd ruim 8 millioen over, ais men er oe 76.850 personen bij telt, die wei een vermogen hadden, maar beneden f 13 000. Billijk is die vergeiijking echter niet, want onoer die ruim 6 millioen ziju Kin dereu en vrouwen, dus ook kinderen en echtgenooton van die uitverkorenen mee geteld. Maar ook ais men op gr on a van ae ramingen m oe verkiezingsstatistiek aau- neenu dat er ongeveer 1.430.000 mannen boven 25 jaar waren, dan laat het totaal van 101797 bezitters van vermogens bo ven f 13.000 en van 76.850 beneden die som, nog 1.351.353 onbevoorreciileti over. Maar toch is er groote vooruitgang le constateeren. Tegenover dat getal van 101.797 aangeslagenen boven r 13 000 in het Dolastmgjaar 1913/14 Staat een getal van sleehls 87.470 in 1901/5. En ais we alleen de vermogens Doven een millioen nemen, dan had men in 190-1/5 465 millioenairs in ons land en in .1913/14 659 We laten hieronder volgen eenige cij fers 'vim het aantal aangeslagenen, ont leend aan de Statistiek van de Rijksin komsten. De rubneeering in de eerste kolom omvat telkens de vermogens van bet vorige cijfer tot hel volgende Aantal aangeslagenen 'Vermogens van 1904/5 1913/14 f 13.000 tot.. 15.000 9.609 10 972 20.000 16 491 19035 30 000 18.257 21 511 40000 10251 11.814 50.000 6655 7.636 75.000 9.081 10 190 100.000 4.711 5.293 150 000 4 670 5 606 200 000 2.351 2.772 300.000 2.241 2.689 i, 500 000 1.661 2.070 750 000 706 878 1 000.000 318 578 1.500.000 247 335 2.000.000 74 131 6 000 000 127 165 ,,.,10 000.000 13 18 daarboven 4 7 Totaai 87.470 101.797 Zooals men ziet: een -vooruitgang over door de schrijfster van „Elizabeth and her German Garden" x— ïIOOFDSTUK I. 1). Toen Anna Ertcourt vijf-en-twintig jaar •was en zich begon af te vragen of het genoegen, dial het leven biedt, wel op- (weegt legen de lasten, gebeurde er iets wonderlijks. Zij was een buitengewoon knap meis je, dal had moeten genieten van 't leven Zij had een zaéht, onregelmatig gezich tje, allerliefste oogen, kuiltjes in de wan gen, een aardig lachje en een lang en slanlc figuur. Ja, stellig, ze had moeten genieten van 't leven In plaats daarvan, verbeuzelde ze haar tijd met dat dwaze peinzen over de vraagstukken van liet be staan over het waarom en waarvoor, waarop toch geen antwoord te geven is, en waarmee vrouwen zich in den regel slechts bezighouden, wanneer ze oud zijn en leelijk. Vele en verschillende zijn de beweegredenen, die een vrouw tot zulke overpeinzingen leiden; in Anna's geval bestond er gieen verhevener drijfveer dan de voortdurende tegenwoordigheid van haar schoonzuster. De schoonzuster was rijk op zichzelf ©en aangename om standigheid maar de Schoonzuster was hel heei'e front. De dikke Bertha's de achternoede nemen toe in eenheden, ter wijl de tirailleurs van 13 lot t 15.000 ver mogen evenveel honderden vooruitgaan. Daar voor tellen die diklce eenheden ieder ook zooveel te meer mee. Toch is er ook een zekere democratie die cijfers le bemerken. Men lette maar eens op de betrekkelijk groote aan tallen aaugeslagenen van de vermogens van 15 tot 30.000 gulden. Dat verschijnsel wordt nog duidelijker wanneer men de volgende cijfers bekijkt die weergeven het gezamenlijk bedrag der aangeslagen ver mogens in uuizendtallen guldens. Bedrag in duizendtallen guldens Vermogens van 1904/5 1913/14 f 13.000 15.000 129.424 147.890 20.000 276.773 319.622 30.000 135684 513.615 40.000 34S.398 401,836 50.000 293,116 337 005 75.000 518.104 632,181 100.000 403.188 453.681 150.000 563.797 675.418 200.000 404,323 476.681 300.000 514 088 653.210 500 000 632.353 785.849 750.000 127.672 534.567 1.000000 272019 323.691 1.500 000 296.738 412.220 2.000000 127.319 226.733 5.000 000 370.356 483 164 10 000.000 86 583 120.821 (laarhoven 58.355 108 357 Totaal 6.218 320 7.606.550 Ook hier verdient aandacht net aan zienlijk aandeel dat de kleinere vermo gens in het geheel hebben. Als men hel totaal van de vermogens van af 1 millioen samentelt komt men tot een" bedrag van 1.351 millioen. Van hel totaai van 7.606 millioen beteekent dat siecnts ruim 17 pCl. De vermogens van de rubrieken van f 13.000 lot f 10.000 brengen het samen reeds tot een liooger totaal, n.l. 1.483 millioen Dal deze cijfers den aanzienlijken groei van het nationaal vermogen aan- en, is niets' nieuws. Men zal zich herin neren dat dit feit herhaaldelijk is be sproken, o. a- bij de gedachtewisseling over de vraag' leening of kapitaal-slor- tingi ineens. Maar 't mag toch wel weer in. 't licht gesteld worden, dal in de de negen jaren vóór den oorlog het totaal vermogen steeg van 6 218 .millioen tot 7.606 millioen, een vermeerdering van 1 388 millioen, Maar de bovenstaande cijferreeksen doen bovendien zien dat het niet slechts! de allergrootste vermogen waren, die toenamen. Wel echter namen in verhouding de groote vermogens meer toe. De vermo gens hoven een millioen stegen samen van 919 tot 1 351 millioen. Die van 13 tot f 40.000 stegen, van 1190 tot 1.183 millioen. Of, procentsgewijze uitgedrukt beteekent dat voor de grootere vermo gens een toename met 61 pet en voor de kleinere een toename mei 216 pCt. Bij al die bovenstaande cijfers dient echter nog iels gevoegd te wordeu Ze hebben slechts betrekking op vermo,- geus van 1' 13.000 en hooger Dal er daar beneden ook uog een aanzienlijk aantal „vermogenuen zijn, slipten we reeds in den aanvang aan Volgens een anderen tabel in de do- vengenoemde statistiek waren er in 1907/8 - de perioden dekken elkaar dus niet precies, 'maar van 190-4/5 heb ben we geen cijfers 68.515 aangesla genen voor een vermogen beneden f 13.000. En hei totaai dier vermot gen s was 271 millioen, In 1913/14 waren er 76 850 aangeslar genen met een totaal vermogen van 305 miUiocu, een. toeneming dus, maar van sicehls 14 p'ct wat het lotaal-bearag betreft OUDE GEMEENTE-SCHELDEN. In aansluiting aan een beschouwing in hel „Danaover ouae gemeenie-seiiuf- den senrijft men aan dat Dlad het vol gende Op welke wijze zuike scmilöen voor ge meenten onistonaen, blijkt auidelijk uit een rapport opgemaakt over net financie wezen ie Goes omtrent dc helft üer vo rige eeuw. De toen ïoopenae obligatièn ten laste van Goes waren voor een zeer Klein ge deelte genegotieera in de l7e eeuw en wel toi een Dcdrag van 4378 ponden vlaems oi 1 26268 inde jaren 1Ö26—1656 en (iie noogstwaarsciiijniïjlc zijn toe te schrijven aan ae toenmalige onlusten, zonder aal aaarvan evenwel iets blijkt, in de 18e eeuw zijn bijna al de overige gei den opgenomen, m nel eerst zeer spaar zaam later van jaar tojt jaar; tot niet onaanzienlijke bedragen. Zoo vinat men als genegotieerd in 1727 200 p vl.; in 1729. 700 p. vl in 1734, 333 p. vi.; in 1735, 1133 p. vi enz, waarvoor zelfs geen vermelding van re den is opgegeven, of een resolutie geno men, zooais m aen geest van die van 28 Dcc 1754, waar gezega worat: „Dat ten laste van ae stad is gebleven een Kwaaa slot van 927 p. vi. en mm Ed. Acntb. doen ook geïuiormeerü we- zende dat bovenaien nog oOO p vl. onge veer, waarvan ae oraonnanciën reedsi geslagen waren, nelaait moesten worden is na aeliberatie en in overweging ge nomen zijnde dat zonder een negolialie van penningen, de adminislreerende stans Rentmeester buiten slaat is, oni aie or- donnanciën en verdere lasten van de stad le kunnen votdoen, goedgevonden en ver slaan, den aaministr. staas Rentmeester ie authoriseeren enz. om ten taste van de slaa tegen intrest van drie percent, op or- ihnair obligatie te negotiëren, een kapt. van 1000 p. vl. Buiten de Stadskas schijnt ook een ge ne i'me aaministratie bestaan te nebhen wat bltijkt uit een resolutie van 4 Augus tus 1759, waarin o.m. wordt gezega: „De heer presideerenae Burgemeester hééft ook nog aan hun Ed Achtb. genotifir- ceerd. aal in aen boedel van zijn heer broeder bevonden was een aaministratie, dezelve in quaiiteit ais secretaris her siad uitgeoefend, over verscheidene effecten deze siaa toeoehoorehde, bekend onder den naam van secrete kasse; dat apparent geene ot ten mmste zeer weinig waren, onder dc tegenwoordige heereu regenten,, die oe origine van deze secrete Kas ne- wusi zijn, oi misschien iets van aeszoiïs existentie geweten nebben; aat hij lieer Burgemeester daarom ilun Ed. Achtb in consideratie gaf, om de rekening van deze secrete Kas van heden af op net Stadhuis te doen overDrengen en ze te annnieeren en tc mcorporeeren m oe Rekening van den Stads Rentmeester Hoe zonderling men in dien tijd overi gens met de publieke gelden omsprong blijkt weer uit een resolutie van i Juni 1763, waar gezegd wordt dat rta bespre king van een rapport in zake ae jongste Statenvergadering, nesioten werd ten laste van de stad te nemen een partij van o2 loten m de gearresteerde provint. loie- •ij en daartoe te emploieeren een obliga tie van ae 2e lichting van de sleden van 1600 p. vl,, welke zullen worden aangeno men tegen 2 o/o capilaal voor i280 p vl en dus nog oenoodiga zijnde een som van 1320 p. vi. contant, is goedgevonden aen Stads-Rentmeester te gelasten te negotiee ren een som van 1300 p. vi. tegen 3 o/0. In den goeden ouden lijd is de stad met een half millioen gulden schuld bezwaard. Onaer de scnulden aie tnaus nog op de gemeente Goes drukken, vinden wij er geen meer vermeid, die aan aie gulden dagen herinneren. ook openharlig; haar man en Anna wa ren geheel afhankelijk van haar, en haar rijkdom en haar openhartigheid bij elkaar noopten haar vermoeiend veel toespelin gen te maken op de armoede van de Erl'courts. Haar man vond, dat die toe spelingen getuigden van weinig goeden smaak.; behalve dal gaf hij er niet veel om, want hij vond, dat hij haar rijkelijk waar voor haar geld gegeven had, door zijn naam te schenken aan een persoon die eigenlijk geen naam had. hij was Sir Peüer Ertcourt van de Devonshire Ert- CQurts, en zij was een Dobbs uit Bir mingham. Daarenboven was hij een wijs geer en wijsgeeren t re leken zich nooit iets aan. Maar Anna was in een minder aan- genamen toestand. Zij was geen wijsgeer, zij was overgevoelig, zij had niets gege ven en moest alles aannemen en zij had een onafhankelijke natuur; en een on afhankelijke natuur zonder geld is een groote last voor den bezitter. Toen zij jonger was en overdrevener dan nu, haa zij soms gesproken van slraalveegster le willen worden; maar haar schoonzuster Susie wou niet iioorcn van straatvegen en zij kleedde haar mooi en tïel haar uitgaan en dansen en dinee- ren en doen zooais andere meisjes deden, daar zij van meening was, (lat een rijke echtgenoot van goede positie haar meer zou voldoen dan straatvegen en naar hoogstwaarschijnlijk meer vergoeding zou geven voor ai de uilgaven, ate zij gedaan had. Op haai' achttiende jaar zag Anna er zoo aardig uit, dat ae volmaakte echtge noot slechts een kwestie van dagen scheen le wezen. Wat kon de meest begeerens- raavdige man, dacht Susie, wanneer zij haar aanzag, meer veriangen aan zulk een betooverend jong schepsel'? Maar hij kwam niet, in ieder geval niet de man van Susie's aroomen, en na een paar jaar toen Anna begon le begrijpen, wat al die mooie kleeren en dat dansen eigenlijk be- tcekenden, en nadat zij aanzoeken had gehad van menschen waar zij niet van hield en zelf verliefd was geworden op een jongen man zonoer geld, die zoo voorzichtig geweest was met iemand an ders te trouwen met geid, trok zij zich terug en word koeler en verzette zich mei hoe ianger noe meer beslistheid tegen Susie's persoonlijken krachtigen aandrang tot het ouwelijk. Zij maakte somtijds cynische opmerkingen lothaar bewonderaars, aie afgesenrikt werdeu door zulke kenteekenen van loenemenden leeftijd en dan ook aanmerkelijk in aantal verminderden Hel was m dezen tijd, toen zij nau welijks rwee-en-twintig jaar was, dal zij begon te praten van straatvegen Susie had haar ernstig berispt, ornaat zij de avances van aen ouden, rijken, onge- (rouwden heer niet met geestdrift beant woord had; zij had levens toespelingen gemaakt op een aantal ponaen, die zij de laatste drie jaar voor haar had uitgegeven en op de noodzakelijkheid door een hu- UIT DE STAATSCOURANT Bij Kon. Besluit: is aan dr J. C. J. Bieren» de Haan le Rotterdam, op verz. e v. o. verl. als eerste commissaris van het Ned. Roode Roode Kruis bij het veldleger; is aan den res. luit.-kol. D. G. Vree- denberg der inf., commandant van hel inlerneeringsdepöt te Urk, met 1 Sept. op verz. e. o. verl.; aan den tijd. ais zoodanig benoem den res gen.-maj der inf. H. W. A. S Loke, commandant van het mternee- ringsdepöl le Harderwijk op verz. e. o. verl.; en is tijd. benoemd bij de Inf Lol res. ^en.-majoor de adjudant in b. d gep gen.-majoor lil der cav. jhr. L. D. C. de Laiuioy, van hel N I. L. UIT DE PERS. Een polemiek over den inval in België De oud-minister generaal Staal heeft dezer dagen In zijn artikelen-serie over den oorlog iu het „Vaderland" ook ,J'Acusse besproken en naar aanleiding' daarvan betoogd, dat hel Fransche Noor derfront voor de Duitschers slechts door België le bereiken was. „Neemt men dus, zoo schreef hij verder, eenmaal als waarschijnlijk aan, dat de oorlogsoorzaak er voor Duilsch- land was dan volgt de rest logisch van zelf, en dan kan Duilscliland, zoo af niel volkomen onschuld, dan toch zeker en zeer sterk, verzachtende omstandig heden pleiten. Ter protesleering tegen dit artikel ontving de redactie van hel blad een zwerm ingezonden stukken, zooveel dat zij er slechts enkele van kon opnemen Zoo stelde Henri Borel de „ook lo gisch van zelf" volgende vraag: „Als het eens ik stel enkel 'l ge val, méér niet voor Duilscliland, dan wel voor Engeland „oorlogszaak" wevd len einde den vijand beter op 't lijf te kunnen vallen, Nederland binnen te vallen, zou Zijne Excellentie, Nederland's gewezen minister van oorlog dan óók voor den invaller „zoo al niet volko men onschuld, dan locli zeker en zeer slerlc verzachtende omstandigheden plei ten?" En in hel avondblad van gister komt mr J. A. Le vy niet het oetoog dal er in de voorstelling van den heer Staal géén plaats is voor diens opvatting als zou er sprake mogen zijn van „de noodzaak, waarin Duilscliland kon aan genomen worden te verkeeren, om Bcl- gië's neutraliteit niet te ontzien Men bcsLreedt daarmee het rechtsge bied, en haar rechten, breekt nood al leen dan wel, wanneer er van tegen weer sprake en deze bewezen is Beslissend voor Duilschland's recht iof onrecht Legen België is niet dc vraag: welke aanvalspunt bood Duitsch- bnd dc meeste kans op snelle zege nu liet meende ten strijde le moeten leek ten? De rechlsvriag is afhankelijk van deze andere verkeerde waarlij k on \vc r- k e l ij k Duilscliland in staat van legen legem cc r, loen het te velde trok „Ook al is de „gissing" van gcai. Slaal juist, dat Duilscliland in het al- g o m e c n zich genoodzaakt zag aan le allen, ook dan nog, is voor Duitsch- Isnd's bedrijf tegen Belgic noodig, niet de algemeonestratcgische, maav de concr e te rechtvaardiging van tegen weer. Haai' kan alleen de geschiedenis le veren, hoor ik zeggen Zeer juist, dat wij op haar dan ook niet vooruit loo- pen we lijk aan ai aie uitgaven een einde le maken, in piaats van verstandig te zijn en benaard over ae dingen le pralen, nad Anna een slorfvloed van dwaze gevoelens uitgekraamd over nel ellendige bewust zijn. dat men vau haar verwachtte, dat zij aardig zou zijn jegens eiken man met geld, over het onuitstaanbare leven, dat zij leidde en over de grootere aantrekkelijk heid van straatvegen ais middel van be staan. ai" „Ach Anna, je hebt niet eens geld genoeg voor een bezem", zei Susie on geduldig. „Je kunt niet vegen zonder bezem, weet je. ik wou dal je een beetje minder dwaas was, Anna en een beetje meer dankbaar. De meeste meis jes zouden juichen over de prachtige gelegenheid, die je nu liebt om le trou wen en een eigen fortuin te verwerven Je praat een massa onzin over onaf hankelijk zijn en als je kans! hebt om die onafhankelijheid te verwerven cn ik doe alles wal ik kan om je ie helpen, dan wordt je opgewonden en wil je de straat gaan vegen. Wezenlijk, voegde Susie er bij, zenuwachtig den schouder ophalende, „je moest eens bedenken, dal hel voor mij ook niel alles is om de dochter van een ander een man le bezorgen."" „Natuurlijk is dal niet alles" zei Anna geleund legen den schoorsteen mantel en haar aanziende met opgetrok ken werkbrauwen „Het spijt mij erg voor je. Ik wou dal je niet zoo ver- NEDERLAND EN DE OORLOG. Een ongegrond gerucht Naar aanleiding van het uit Genève geseinde bericht, als zou de Koningin in verband met het herstel van den vrede een schrijven hebben doen loc- komen aan den Paus, kunnen wij met zekerheid verklaren, dal bedoeld gerucht geheel ongegrond is Hand Uitvoerverbod van Rund- vleesch. Onder intrekking van vroegere beslui ten heeft de minister van landbouw Langde van mij af te zijn. Ik wou, dat ik wal doen kon om je te helpen. Maar weet je, Susie, je hebt mij niet opge leid voor een betrekking. Ik kan niets voor mijn eigen rekening beginnen of je moest mij als laatste cadeau een bezem geven en mij mijn geluk Laten beproe ven bij den eersten den besten over gang van een straat. Hier aan het eind van de straat wordt hij slecht onder houden. Wat zou je er van denken ;ls ik daar eens begon?" Welk antwoord moest men nu geven op zulke dwaasheden? Toen zij vier en twintig jaar was, wa ren bijna alle jonge meisjes', die tegelijk met haar waren voorgesteld, getrouwd en zij had een gevoel, of zij een geest was, die r ond doolde in de balzalen van een jon ger geslacht Zij vond dit een onaangenaam gevoel en werd Al stijver en Al ontoe gankelijker; hel was in deze periode, dal zij verontschuldigingen bedacht om le bedanken voor de meeste dingen, waarvoor zij geïnviteerd werd; zij be gon een eenvoud te betrachten in haar Sleeding en kapsel, die bepaald streng genoemd mocht worden. Nu bereikte Susie's verbittering haar toppunt., „Ik begrijp niet waarom je je er op moet toeleggen er zoo leelijk mogelijk uit te zien", zei ze op een boozen loon, toen Anna bepaald weigerde haar kap sel te veranderen (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1915 | | pagina 1