TWEEDE BLAD f!ü, ïdiÉDFpÉc Courani Binnenland. FEUILLETON. ÏPOORDPOOLDÜISTERM Ingezonden Mededeelingen. FARINE LACTÉE' NESTÏ.É Zaterdag 26 Jani 1915, no. 147. BOXD VOOR STAATSPENSIONNEE- IUNG. Door bovengenoemden Bond is aan ideu Minister van Financiën een adres verzonden waarin wordt betoogd datarlt. 369 en 370 der Invaliditeitswet niet be antwoorden aan het doel, dat hij de| Tweede Kamer der Slaten-Generaal moet hebben voorgezeten: te voorzien in den nood van de oude arbeiders(slers) en van hen, die met de arbeiders(sters) ge lijk zijn te stellen; dai immers 70-jarige en oudere loon trekkers, die na lion 60ste jaar geen •werkgevers hebben kunnen vinden, omdat zij dooi- jongere werkkrachten werden verdrongen, en daardoor gedwongen wer den op andure wijze hun vak uil te oefenen, of ook wel met andere werk zaamheden in hunne behoeften te voor zien of wier werkgevers overleden zijn, hunne aanvrage om rente zagen afgewe zen. terwijl aan anderen voor geringen loondienst, niet zelden voor een hal ven dag of enkele uren in de week, de rente werd toegewezen dat ook velen, die door onwetendheid of verkeerde inlichting, niet de juiste .verklaring van loondienst bij de aanvrage hebben overgelegd, zijn afgewezen, wier latere aanvrage, waarbij was gevoegd een bewijs van loondienst, zooals door de !Wet wordt geëisclil, door het Bestuur Öcr R V. B. zonder nadere behandeling werd afgewezen dat laatstelijk door de R V B. vau velen, aan wie op 3 Dec. 1913 en later, de Ouderdomsrente van f 2 per week werd toegekend, van dal bedrag f 1 werd gekort, omdat zij van andere publiekrech terlijke lichamen een pensioentje genie ten, dat zelfs een weduwe, ons bekend, aan wie 'als voormalige werkvrouw f 2 rente werd toegekend, van dezen maat regel de dupe is, omdat zjj een (klein) weduwepensioen geniet, terwijl weer an dere vrouwen, wie mannen gepension- neerde werklieden zijn, de volle rente blijven genieten Adressant brengt hulde aan den Minis ter voor hetgeen hij in de zeer moeilijke tijdsomstandigheden in 's lands belang heeft verrient, maar hoopt dat't ingedien de wetsontwerp spoedig wet worde eti daar bij niet worden uitgeschakeld de velen, die na hun 65ste jaar werden1 bedeeld; en dat in afwachting daarvan de artt. 369— 370 zoo ruim en mild mogelijk worden toegepast, waardoor ook mogelijk wordt, dat nieuwe aanvragen om Ouderdomsren te door de R. V. B. in behandeling wor den genomen, en waardoor niet de een maal toegekende rente worde terugge bracht tot de helft, als 'het andere pen sioenen betreft zelfs tot een minimum bedrag. UIT DE PERS. De Vluchtelingen. Hoewel reeds in het begin dezer maand verschenen, mag het artikel over „De van Oevre Hïchter FrJcfa. Uil het Noorscli vertaald door M. A. Z. 9). Op die wijze leefden ze meer dan 6 jaren en slechts een van hen bezweek aan scheurbuik. In liet zevende jaar bracht een walrusvaarder hen naar Rus.- land terug De Franscliman Le Roy, 'die lid was van de Petersburgsche Academie, heeft de merkwaardige geschiedenis van die pels jagers opgeschreven. Ilc herinner me die in mijn jeugd gelezen te hebben De menschen waren toen meer gehard dan nu", voegde hij er met een zucht bij. Bralt had intusschen de li|jxt onder zocht, Behalve een groole ijzeren pot, ©enige kookpannen en twee traanlampen was er geen gereedschap. In een hoelc van de hl ut stoud een ton; de inhoud was bedekt met eeuwenoud stof. Het was een dikke pap blijkbaar 'traan. Ach teraan was in een afzonderlijke ruimte een heele voorraad drijfhout opgestapeld. Aan den wand hing een vuurslag met ton der en steen. „Aan vuur zal hel ons God zij dank niet ontbreken," mompelde Johnson met een zucht van verlichting'. „Ik heb een sigaar-aansteker," zei Bratt. „Die zal ons goede diensten be wijzen, zoolang de benzien duurt" Het bleek, dat het zeewater dien mo dernen vuurslag 'niet bedorven had, en spoedig vlamde een groot houtvuur in Otlomkof's oude hut. Toen jging Bralt hel jonge meisje balen. Ze zat op een rotsblok en schreide, maar beproefde haar tranen le verbergen, toen Vluchtelingen" van den heer J R. J Snoeck Hcnkeinans in de Juni-aflevering van „Stemmen des Tijds", hier toch noe wel wat uitvoorig vernield worden, om dat onze provincie zoo nauw betrokken i is geweest bij het vraagstuk der vluchte lingenverzorging, een taak die de schrij- ver van dat artikel juist in onze provincie heeft leeren kennen, pils adjunct-regae- ringscommissaris. In een beknopt overzicht, maar met sprekende feilen geïllustreerd, vertelt de, schrijver van de instrooming der Belgen vau 8 tot 12 October bij Roosendaal en in Zeeuwsch Vlaanderen. Het is in dat artikel voor de eerste maal, meenen we, dat cijfers worden meegedeeld uit de of- ficieeïe opgaven. Ongerekend degenen, die slechts enkele dagen in ons land ver toefden bedroeg in October het aantal ge steunde onvermogende vluchtelingen in Noord-Brabant 150.000, in Zeeland 50 000 in geheel Nederland 340.000. Maar nog een ander beeld krijgt men ervan als men ook de gegoeden meetelt. Hel totaal aantal Belgen dat naar Neder land is uitgeweken moei op ongeveer een millioen worden geschat, waarvan 500 000 binnengekomen zijn over Noord Brabant, 400 000 over Zeeland en 100.00Ö-*over Limburg. De schrijver roem! de wonderen var. lierdo, toewijding en inspannin» vooral in de eerste dagen verricht door burgerlijke en mililaire autoriteiten, maar niet min- door de burgerijen. Namen noemt hij niet, maar wel wijdt hij een speciaal woord van dank aan den etappe-dienst, aan de militaire commandanten en de officie- van gezondheid; en wel roemt hij. de kloekheid, de energie en het beleid meniigen burgemeester, geplaatst in kleinen werkkring, geroepen tol een reu zentaak, en die bleek voor het groot i werk berekend. En wal de bevolk'ng betreft, zegt hij dal er schier onopgemerkt da den zijn verricht van. gastvrijheid en. lief debetoon die waardig waren in bijzonder heden in de geschiedboeken te worden opgeteekend. „Als de Burgemeester van Osseudrecht u in zijn huis niet meer kan binnenlaten, omdat hij 40 vluchtelin- herbergl, en als het in Middelburg slecht.'; met dc grootste moeite gelukL een vriendelijk nachtverblijf te vinden omdat ieder bewoner vluchtelingen ont ving. <lan /eggen deze feiten meer dan de mooiste beschouwingen" Vervolgens deelt hij een en ander mee er de kampen, waar getracht is steeds nader le komen lol de gedachte van een communistisch samenleven, zoo vrij als ouder de gegeven verhoudingen mogelijk is, waar de lusten en lasten samen gedrae gen - het werken en genieten onderling verdeeld worden, In tweeërlei opzicht geven velej voor aanstaanden onder de Belgen terecht',' voor lnm landgenooien de voorkeur aan het kampleven boven hel verblijf te midden der Iiollandsche bevolking Ten eerste bieden de lcampen, omdat in vele be hoeften plaatselijk en met eigen krachten wordt voorzien, meer gelegenheid om te werken. Ten tweede geven zij beter waar borg' tegen vervloeiing van het eigen na tionaal besef. Toch noemt de heer Snoeck Henke- mans hel verzamelen der uitgewekenen in de kampen een tweede-rangs gastvrijf- heid. Zouden de uitgeweken Hugenoten onze herbergzaamheid evenzeer hebben geroemd als nu het geval geweest is, en meer nog zou hun komst ons land zóó ten zegen zijn geworden, indien wij voor hen een mooi ruim kamp hadden ingericht op de Yeluwe Zeer zeker niet De schrijver erkent, dal de econo'mi ïche toestand van ons volk in 1685 veel meer de lcomsl van honderden Franschen toe liet, dan de toestand in 1914 de komst van duizenden Belgen Bovendien waren, door godsdienst en geaardheid, de nijvere Hugenoten veel meer aangewezen op in trede binnen onze landpalen, dan de Belgen der 20ste eeuw, waaronder gan- sche groepen dokwerkers, vaklooze dag gelders en je/enzijdig gevormde fabrieks arbeiders Maar onder de .uitgeweken 'Bel gen waren ook ontwikkelde nij vermannen, knappe werklieden, flinke beschaafde vrouwen, wier lijdelijk samenleven met ons volk ons zeker niet lol nadeel strek ken kan. 14 Voorts kunnen de begunstigden izx de kampen zicli wel indenken in hetgeen genoten wordt direct van de Nederland- sche regeering. Maar hij dat alles kunnen zij niet verstaan en gevoelen het Neder- landsche hart. Stel daar nu naast, als voorbeeld, hetgeen in Zeeland werd ge zien van het Provinciaal comité en in Middelburg van de plaatselijke organisa tie Dóór zagen de Belgen eiken dag in de groole loods van hel station te Vlissin- gen de leden van het Provinciaal co mité persoonlijk bezig hiet 'hel nazien en uitpakken der aangevoerde voorraden, en het verzenden der duizenden liislen en balen naar alle plaatsen in Zeeland waar vluchtelingen vertoefden Daar ontmoet ten de gevluchten eiken d'ag weer de dames en heeren van liet Middelburgsch comité, die voor hen werkten, en met hen medeleefden, deelend hun zorgen en bekommeringen. Dóór werden banden gc- laioopt en gevoelens gewekt, waarvan na veie jaren, in het herboren België menig Nederlander nog dankbaar de nawerking mleten. We kunnen niet nalaten hier toch even do opmerking te maken dat dit „sa menleven' bui lengewoon bemoeilijkt werd dooi- hel feil dal ons eigen volk leed en lijdt onder een groote werkloosheid, die door den toevloed van andere vaklieden nog slechts kon verergeren En wie zou hel wreede sorteeringswerk op zich dur- mien. de knappe werklieden en, „flinke vrouwen" in dc samenleving op genomen, de anderen naar de kampen? Red ze iemand hoorde aankomen „Wil u niet in de hul komen?" vroeg Bratt. „We hebben er een heerlijk vuur aangemaakt We moeten zoo gauw moge lijk zien ons le drongen, indien we wat willen uitrichten. De hut is geen kasleel, helaas, maar beter dan niets." Frida von Iieffner zag hem aan. „Ik kan de gedachte niet verdragen, zei ze, is het werkelijk waar, dat ze allen dood zijn kapitein .Slrohmanu allen, be halve wij vieren'? En waar zullen wc eten van daan halen? Ik begrijp het niet hier is immers niets levends o, wal een verschrikkelijk land is dit!" Ze ver borg haard hoofd in lraar handen en snikte het uit Bratt boog zich over haar hjeen. „Het helpt niet, als men aan z'n smart toegeeft Wij zijn drie mannen, die be proeven zullen u hier van daan te bren gen. U moet den moed niet laten zakken, en u mag onzen moed niet neerslaan." Ze stond vlug op en wierp haar hoofd achterover, „Ik ben officiersdochter", zei ze trotsch. „U zult me niet meer zien schrei en Mijn vader vocht le Sedowa en bij Sedan, hij weet niet wat bang-zijn is. Maar u moe t denken, ik ben een on beschermde vrouw..." „Neen", zei Bratt warm „onbeschermd is u iiïet. Geen van de mannen in de hut, die niet zijn leven voor u wil wagen. U kan hier even gerust zijn als in uw va ders huis. Vertrouw daarop.Kom nu", ging hij voort, „we moeten aanstonds aan 't werk. Hier is geen tijd te ver spillen. U is officiers-dochter zegt u.... nu dan weet u, wat tucht is, hier moet u aan orders gehoorzamen." Hij keerde zich om, zonder haai' ant woord af ;to wachten en,ging haastig terug naar de hut Zij beet zich op de lippen, terwijl ze die kloeke gestalte nazag, die daar in zijn natte kleeren voortsjokte Spaarzaam en zuinig In het gebrailc (KINDERIDEE!,) In Iedere Apotheek of drogisterij voorhanden k hot boste Voedingsmiddel Voor KlnderOn 1 PROVINCIALE STATEN VAN ZEELAND. Regelen voor subsidie aan vak- sch o Len in hun voorstel van 5 Mei 1911 no 118 (bijl. not. no. 3a) betreffende eenei aanvrage om subsidie uit de Provinciale kas voor d© ambachtsschool le Middel burg gaven Ged. Staten in overweging, het noodig geachte bedrag toe te staan tot en met 1915 en in gelijken zin te handelen met andere aanvragen om sub sidie voor vakscholen, „waardoor kan worden bereikt, dat voorlaan alle zooda nige aanvragen in een zelfde vergade ring der Staten 'kunnen worden alge- daan, hetgeen aan de gewenschte eenhieid in behandeling en beoordeeling kan ten goede komen." De Prov. Staten hebben zich daarmede vereenigd. In verband hiermede hebben Ged. Sta ten overwogen, of het mogelijk zou zijn, een ver-ordering vlast te stellen, waarin algemecne regelen voor de subsi dién aan vakscholen zouden worden opgenomen. Zij zijn tot de slotsom gekomen, dat daar aan groote bezwaren verhonden zijn- Reeds dadelijk kwam het niet wen- schelijk voor, regelen te stellen betref fende te onderwijzen vakken, rooster van lesuren, vacantiên enz De Regeering houdt de goedkeuring daarvan aan zieli, "Wilden de Stajen zich daarin mengen, dan zou er zeer groote kans bestaan op conflicten, zools zich indertijd hebben voorgedaan bij de subsidiën voor tram wegen. De algemeen© regelen zouden verder in hoofdzaak betrekking moeten, hebben op het bedrag ran de subsidiën en op j de \erhouding daarvan tot de bijdragen van bel Rijk, van Me gemeente waar. de I school gevestigd is, van aangrenzende ge- meenten en van belangstellenden. Wal :fiet eerste betreft het bedrag der sul>- j sidiën is door de Prov. Staten ten aanzien van de ambachtsscholen en de handelsinrichtingen reeds een vaste maat staf aangenomen Voor de overige instel lingen is bij de bepaling van de subsi die-bedragen nooit een leidende regel ge volgd "Wordt daartoe thans overgegaan, dan lean dit allicht aanleiding geven tot wijziging in de bedragen, wellw van sto rende» invloed kunnen zijn op de fi nanciën, in hiet bijzonder van kleine scho len. die de meeste behoefte ami steun hebben. Gelijke invloed zou zich vermoe delijk openbaren, wanneer vaste regelen, worden gesteld ten aanzien van de ver houding tusschen lifet Provinciaal subsi die ©enerzijds en de bijdragen ander zijds van hel Rijk, dc gemeente, waar de school gevestigd is, de omrin gende gemeenten en belangstellenden Ged Stalen zijn daarom teruggehouden .van bet doen van een voorstel waarbij bindende regelen worden gesteld voor de subsidiën uit de Provinciale kas aan vakscholen. Intusschen heeft de behjandeling van deze aangelegenheid in hun vergaderin gen aanleiding gegeven tot het aannemen van ©enige regelen, die zij niet als bin dend wenschen te zien vastgesteld, maar niettemin als leiddraad bij hun voorstel len aan de Prov Staten, nu en voor het vervolg, wenschen te zien aangemerkt: 1 Voor de ambachtsscholen "wordt astgehouden aan een subsidie van f 25 per leerling en per jaar. 2. Voor alle andere scholen wordt als subsidie toegekend een zeker percen tage in de kosten tol ten hoogste 15°/o. Voor alle scholen moet door het Rijk een voldoend subsidie worden bijge dragen. 4 Bij aanvragen om nieuwe subsidiën of om verhooging van bestaande subsidi en wordt als regel aangenomen, dat de gemeente, waar de school gevestigd is, de omliggende gemeenten en belangstel lenden gezamenlijk een bijdrage verlee- nen, ten minste gelijk staande met die van de Provincie 6 Bij het opnieuw verlecnen van reeds vroeger 'toegekende bijdragen zal j de toepassing van Se onder 1 tot 5 ver melde beginselen overwogen worden 7 De gesubsidieerde Scholen leggen aan Gedeputeerde Stalen over aTdruk- ken of afschriften van de begrooting, de rekening en het verslag I 8 De uitbetaling der subsidiën heeft plaats: voor de scholen, waaraan "gedu- rende het geheele jaar (behoudens de vacantiên) onderricht gegeven wordt, in vier termijnen, telkens na het verstrij- j ken van een kwartaal; voor Tie scholen, waaraan slechts gedurende een deel van ,het jaar onderricht gegeven wordt, in jtwee termijnen, de eerste ongeveer in het midden, de laatste na het e'inde van den cursus. j 9 Voor de uitbetaling van het subsi- die Leggen de besturen aan Gedeputeerde Staten de door dit College gevraagde verklaringen over Toen volgde ze met gebogen hoofd. en spoedig stond ze met de anderen bij het vlammende haardvuur „Lief kind', zei dc profsesor, „hoe wreed is niet het lot. Voor mij beteekent het niet veel, ik heb mijn deel van b|et leven gehad, maai" dat gij, zoo jong en mooi en Levenslustig.... Frida glimlachte „Maar professor", zei ze met gedwongen vroolijkheid, „we zijn bij liet doel onzer wenschen. En dan zoudt u immers een glelscher naar mij noemen!" De professor staarde haar verwonderd aan. Toen verhelderde plotseling zijn ge zicht. „O, u hen charmant, allerliefst. Een zonnestraal van den goeden God. „Ach, ik zie er zeker vrceselijk uit", riep ze en streek met haar vingers door haar haar. „Is hier geen kani] of een krul." Ze .slikte plotseling hel overige in en kreeg een hoogroode kleur, toen ze Bratl's ernstige oogen op zich gericht zag „U lean voor een half uur de hut voor u alleen hebben", zei de Noorman. Wij hebben daar beneden in de bocht een en onder le doen Ik zou u raden u geheel te onlkleeden en al uw goed bij 't vuur le drogen. Hel is vau veel beteekenis dal we allen zoo gezond blijven ais mo gelijk is. U is veilig hier en vanuit die raampjes daar kau u het oog op ons hou den." Ze knikte deemoedig. „Ik zal doen, zooals u zegt Maar mag ik vragen wat is u van plan?" Hij bedacht zich even. „II is een moedige jonge dame," zei liij ronduit, „en zal de waarheid kunnen verdragen Zie eens hier aan dezen j kant van Spitsbergen is weinig om van televen. En zelfs al zouden er rendion dieren naar dit gedeelte verdwalen, we hebben geen wapen. Met onze handen kunnen we ze niet dooden Onz^ e< GEMEENTELIJK WERKLOOZEN FONDS. liet verslag van het bestuur van het gem. werkloozenfonds le dezer slede over 1911 geeft een uitgebreid overzicht van het nuttig' werk, dat door haar dooi de organisatie van dc z. g. noodrcgcling is verricht. j Naar men zich zal herinneren trad deze regeling 1 October in werking, nadat de verschillende vakverecnigin- gen in den boezem hunner vereeniging daarvoor hel noodige werk hadden ver richt en nadat het reglement, dal onl- worpen was door liet bureau voor sociale adviezen, door den raad was goedggr keurd. 1 Waar de noodregeling in der haast lot Island kwam, werd het bestuur van het fonds bij de toepassing veelal voorde oplossing van moeilijkheden geplaatst, i doch het heeft steeds getracht de re geling zooveel mogelijk naar de bedoe- j ling uit ie voeren en op eigen gezag moeilijkheden op te lossen, liet meent j hierin geslaagd te zijn en grondt dit op de bevestiging van zijn inzichten:, J welke liet bij herhaling van wege den minister mocht ontvangen. Bij het fonds zijn nu ingeschreven j 8 vakvereenigingen met plaatselijke werkloozenkassen en 5 landelijke hou- den met centrale werkloozenkassen. j Hel ledental van die veveenigingen I en bonden waarover zich de zorg van liet fonds uitstrekt bedroeg op 1 Jan. 191 1 249 en op 31 December j.i 295 Voor 1 Augustus heerschte geen bui- ■j tengewone werkeloosheid, alhoewel bij de timmerlieden grooter dan anders en de vooruitzichten in de bouvVikken j ongunstig waren, zoodal reeds toen vcr- wacht kon worden, dat de uitkeeringen en. bijslag hooger zouden worden dan in voorafgaande jaren. Ten gevolge van de crisis welke om streeks 1 Augustus ontstond, onderging I de werkloosheid oogenblikkelijk .groole uitbreiding, mede in de eerste plaats in hel schildersvak. Doordal in de meeste gevallen de we- keJLijksche inkomsten der gedeellelijk- werkloozen slechts afhankelijk waren van het aantal dagen verrichte arbeid, doch niet van liet verdiende loon, en liet be lang der kassen ophield Le bestaan, zoo- j dra zij tot op 25<Vo van hel saldo op 1 Augustus waren gedaald, beslond de I vrees, dat van de noodregeling misbruik zou worden gemaakt, Gebleken is echter, dat slechts bij uitzondering tegen een Ia- j ger loon dan het slandaardloon arbeid j werd verricht Wel kwamen enkele gevallen, van min der juiste opgaven voor, waarvan liet 'gevolg was, dat de controle moest wor- jden verscherpt en bleek, dat deze niet 'altijd aan de besturen der vakvereenigin- !gen kon worden overgelaten Van de ge- 'deeltelijk werkloozen, die recht op uit- keering en bijslag vermeenen te kunnen doen gelden, wordt thans een door den werkgever onderteekend loonbriefje ver sie leans is het wrak van de Victoria Op de een of andere manier moeten we er bij trachten te komen, eer storm of stroom het van de scheren wegrukken Hel schip is tot niets meer nul, maar er is nog genoeg aan boord, dal ons kan helpen in 'l leven te blijven, in de al lereerste plaats voedingsmiddelen en wa penen Het weer is niet vast. We kunnen ieder oogeublik storm wachten uil l noorden. Daarom moeten we ons hups ten." „Maar hoe wil u daar komen?" vroeg ze angstig „Op dezelfde manier als ik er van daan kwam," antwoordde iiij ongidul lig en keerde zich om, om weg t<? gaan. „O wacht een oogenblik1' riep ze, ter wijl een aandoening zich van liaar meester maakte, „u vindt me zeker vreeselijk ondankbaar een onnut ver wend kind. Dat ben ik ook. Maar ik wil, vóór u dien gevaarlijken tocht onder neemt, u danken, omdat u mijn leven hebt gered." Hij werd bloedrood Al zijn zelfLeheer- sching was weg. Hij (beproefde iets te zeg gen,, Toen volgde hij baas tig de anderen naar hel strand Hel baronesje ke"k hein lang na. Daarop begon zij zich langzaam 1c onlkleeden, nu en dan angstige blikken werpend naar de zee En op hetzelfde oogeublik. dat zij aarzelend haar met kant gegarneerd ondergoed uittrok, zag ze van de uiterste landpunt een man naakt in zee springen cn mei vlugge slagen van de kusl wegzwemmen VII Dc Laa t s l c kans „Wat hebt u daar in die linnen kroes vroeg de professor, toen ze op den land tong stonden ,,T Ruikt vervloekt slecht „Dat is traan uil de ton in de hul", zei Bralt, ,,'t is niet le verwonderen dal ze een beetje sterk ruikt, want die olie is meer dan honderd jaav oud." „U wil die traan toch niet drinken?" riep de professor met schrik. „Neen?', antwoordde Bralt, die zijn nat te kleeren begon uit te trekken, „ze is al leen voor uitwendig gebruik. Ik heb ge dacht, dal ik het koude water beter zal kunnen verdragen, als mijn heele lichaam ingewreven is met Otlamkofs' olie' 't Is niet lekker, maar wc zullen nog wel erger moeten verduren. Willen de heeren maar beginnen?" „F bent wel de man, waar ik u voor hield," zei de professor tevreden. „Zoo we ooit uit deze ijs-hel verlost worden hebben we u er voor le danken." De ijsloods schudde 't hoofd. Zijn mond was saamgeknepen als van iemand die hevige pijnen lijdt Hij boog zich, nam de kroes op en met een onderdrukt kreunen goot hij wat fraan op zijn hand en begon Bratl's lichaam in te wrijven met dat vette, onwelriekende goed De professor keek met bewondering^ naar dc blanke mannengestaUe voor hem Er was stevigheid en kracht in dat breed gebouwde prachtige lichaam Onder de dunne huid. die beneden de lijn waar de hals door lucht en zon gebruind was. blank schitterde, waren de twee dikke spierbundels in onophoudelijke bewe ging op alles verdacht, voor alles klaar. Dc schouder vertoonde die zwak ke helling, die meestal een teeken is van meer dan gewone sterkte En de breedc borst en de afloopendo heuplijn met dc zcu i' in 't oog vallende mannelijke been- buiging sprak van aangeboren en ge oefende kracht De lange armen mei de breede polsen en de ontwikkelde spieren waren van de soort, die bij een worstel strijd at spoedig blijkt don voorrang waard te zijn, (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1915 | | pagina 5