TWEEDE BLAD f!ü,
ïdiÉDFpÉc Courani
Binnenland.
FEUILLETON.
ÏPOORDPOOLDÜISTERM
Ingezonden Mededeelingen.
FARINE
LACTÉE'
NESTÏ.É
Zaterdag 26 Jani 1915, no. 147.
BOXD VOOR STAATSPENSIONNEE-
IUNG.
Door bovengenoemden Bond is aan
ideu Minister van Financiën een adres
verzonden waarin wordt betoogd datarlt.
369 en 370 der Invaliditeitswet niet be
antwoorden aan het doel, dat hij de|
Tweede Kamer der Slaten-Generaal moet
hebben voorgezeten: te voorzien in den
nood van de oude arbeiders(slers) en
van hen, die met de arbeiders(sters) ge
lijk zijn te stellen;
dai immers 70-jarige en oudere loon
trekkers, die na lion 60ste jaar geen
•werkgevers hebben kunnen vinden, omdat
zij dooi- jongere werkkrachten werden
verdrongen, en daardoor gedwongen wer
den op andure wijze hun vak uil te
oefenen, of ook wel met andere werk
zaamheden in hunne behoeften te voor
zien of wier werkgevers overleden zijn,
hunne aanvrage om rente zagen afgewe
zen. terwijl aan anderen voor geringen
loondienst, niet zelden voor een hal ven
dag of enkele uren in de week, de rente
werd toegewezen
dat ook velen, die door onwetendheid
of verkeerde inlichting, niet de juiste
.verklaring van loondienst bij de aanvrage
hebben overgelegd, zijn afgewezen, wier
latere aanvrage, waarbij was gevoegd een
bewijs van loondienst, zooals door de
!Wet wordt geëisclil, door het Bestuur
Öcr R V. B. zonder nadere behandeling
werd afgewezen
dat laatstelijk door de R V B. vau
velen, aan wie op 3 Dec. 1913 en later,
de Ouderdomsrente van f 2 per week
werd toegekend, van dal bedrag f 1 werd
gekort, omdat zij van andere publiekrech
terlijke lichamen een pensioentje genie
ten,
dat zelfs een weduwe, ons bekend,
aan wie 'als voormalige werkvrouw f 2
rente werd toegekend, van dezen maat
regel de dupe is, omdat zjj een (klein)
weduwepensioen geniet, terwijl weer an
dere vrouwen, wie mannen gepension-
neerde werklieden zijn, de volle rente
blijven genieten
Adressant brengt hulde aan den Minis
ter voor hetgeen hij in de zeer moeilijke
tijdsomstandigheden in 's lands belang
heeft verrient, maar hoopt dat't ingedien
de wetsontwerp spoedig wet worde eti daar
bij niet worden uitgeschakeld de velen,
die na hun 65ste jaar werden1 bedeeld; en
dat in afwachting daarvan de artt. 369—
370 zoo ruim en mild mogelijk worden
toegepast, waardoor ook mogelijk wordt,
dat nieuwe aanvragen om Ouderdomsren
te door de R. V. B. in behandeling wor
den genomen, en waardoor niet de een
maal toegekende rente worde terugge
bracht tot de helft, als 'het andere pen
sioenen betreft zelfs tot een minimum
bedrag.
UIT DE PERS.
De Vluchtelingen.
Hoewel reeds in het begin dezer maand
verschenen, mag het artikel over „De
van Oevre Hïchter FrJcfa.
Uil het Noorscli vertaald door M. A. Z.
9).
Op die wijze leefden ze meer dan 6
jaren en slechts een van hen bezweek
aan scheurbuik. In liet zevende jaar
bracht een walrusvaarder hen naar Rus.-
land terug
De Franscliman Le Roy, 'die lid was
van de Petersburgsche Academie, heeft de
merkwaardige geschiedenis van die pels
jagers opgeschreven. Ilc herinner me die
in mijn jeugd gelezen te hebben De
menschen waren toen meer gehard dan
nu", voegde hij er met een zucht bij.
Bralt had intusschen de li|jxt onder
zocht, Behalve een groole ijzeren pot,
©enige kookpannen en twee traanlampen
was er geen gereedschap. In een hoelc
van de hl ut stoud een ton; de inhoud
was bedekt met eeuwenoud stof. Het was
een dikke pap blijkbaar 'traan. Ach
teraan was in een afzonderlijke ruimte
een heele voorraad drijfhout opgestapeld.
Aan den wand hing een vuurslag met ton
der en steen.
„Aan vuur zal hel ons God zij dank
niet ontbreken," mompelde Johnson met
een zucht van verlichting'.
„Ik heb een sigaar-aansteker," zei
Bratt. „Die zal ons goede diensten be
wijzen, zoolang de benzien duurt"
Het bleek, dat het zeewater dien mo
dernen vuurslag 'niet bedorven had, en
spoedig vlamde een groot houtvuur in
Otlomkof's oude hut.
Toen jging Bralt hel jonge meisje balen.
Ze zat op een rotsblok en schreide, maar
beproefde haar tranen le verbergen, toen
Vluchtelingen" van den heer J R. J
Snoeck Hcnkeinans in de Juni-aflevering
van „Stemmen des Tijds", hier toch noe
wel wat uitvoorig vernield worden, om
dat onze provincie zoo nauw betrokken i
is geweest bij het vraagstuk der vluchte
lingenverzorging, een taak die de schrij-
ver van dat artikel juist in onze provincie
heeft leeren kennen, pils adjunct-regae-
ringscommissaris.
In een beknopt overzicht, maar met
sprekende feilen geïllustreerd, vertelt de,
schrijver van de instrooming der Belgen
vau 8 tot 12 October bij Roosendaal en
in Zeeuwsch Vlaanderen. Het is in dat
artikel voor de eerste maal, meenen we,
dat cijfers worden meegedeeld uit de of-
ficieeïe opgaven. Ongerekend degenen,
die slechts enkele dagen in ons land ver
toefden bedroeg in October het aantal ge
steunde onvermogende vluchtelingen in
Noord-Brabant 150.000, in Zeeland 50 000
in geheel Nederland 340.000.
Maar nog een ander beeld krijgt men
ervan als men ook de gegoeden meetelt.
Hel totaal aantal Belgen dat naar Neder
land is uitgeweken moei op ongeveer een
millioen worden geschat, waarvan 500 000
binnengekomen zijn over Noord Brabant,
400 000 over Zeeland en 100.00Ö-*over
Limburg.
De schrijver roem! de wonderen var.
lierdo, toewijding en inspannin» vooral in
de eerste dagen verricht door burgerlijke
en mililaire autoriteiten, maar niet min-
door de burgerijen. Namen noemt
hij niet, maar wel wijdt hij een speciaal
woord van dank aan den etappe-dienst, aan
de militaire commandanten en de officie-
van gezondheid; en wel roemt hij.
de kloekheid, de energie en het beleid
meniigen burgemeester, geplaatst in
kleinen werkkring, geroepen tol een reu
zentaak, en die bleek voor het groot i werk
berekend. En wal de bevolk'ng betreft,
zegt hij dal er schier onopgemerkt da
den zijn verricht van. gastvrijheid en. lief
debetoon die waardig waren in bijzonder
heden in de geschiedboeken te worden
opgeteekend. „Als de Burgemeester van
Osseudrecht u in zijn huis niet meer
kan binnenlaten, omdat hij 40 vluchtelin-
herbergl, en als het in Middelburg
slecht.'; met dc grootste moeite gelukL
een vriendelijk nachtverblijf te vinden
omdat ieder bewoner vluchtelingen ont
ving. <lan /eggen deze feiten meer dan de
mooiste beschouwingen"
Vervolgens deelt hij een en ander mee
er de kampen, waar getracht is steeds
nader le komen lol de gedachte van een
communistisch samenleven, zoo vrij als
ouder de gegeven verhoudingen mogelijk
is, waar de lusten en lasten samen gedrae
gen - het werken en genieten onderling
verdeeld worden,
In tweeërlei opzicht geven velej voor
aanstaanden onder de Belgen terecht',' voor
lnm landgenooien de voorkeur aan het
kampleven boven hel verblijf te midden
der Iiollandsche bevolking Ten eerste
bieden de lcampen, omdat in vele be
hoeften plaatselijk en met eigen krachten
wordt voorzien, meer gelegenheid om te
werken. Ten tweede geven zij beter waar
borg' tegen vervloeiing van het eigen na
tionaal besef.
Toch noemt de heer Snoeck Henke-
mans hel verzamelen der uitgewekenen
in de kampen een tweede-rangs gastvrijf-
heid. Zouden de uitgeweken Hugenoten
onze herbergzaamheid evenzeer hebben
geroemd als nu het geval geweest is, en
meer nog zou hun komst ons land
zóó ten zegen zijn geworden, indien wij
voor hen een mooi ruim kamp hadden
ingericht op de Yeluwe Zeer zeker niet
De schrijver erkent, dal de econo'mi ïche
toestand van ons volk in 1685 veel meer
de lcomsl van honderden Franschen toe
liet, dan de toestand in 1914 de komst
van duizenden Belgen Bovendien waren,
door godsdienst en geaardheid, de nijvere
Hugenoten veel meer aangewezen op in
trede binnen onze landpalen, dan de
Belgen der 20ste eeuw, waaronder gan-
sche groepen dokwerkers, vaklooze dag
gelders en je/enzijdig gevormde fabrieks
arbeiders Maar onder de .uitgeweken 'Bel
gen waren ook ontwikkelde nij vermannen,
knappe werklieden, flinke beschaafde
vrouwen, wier lijdelijk samenleven met
ons volk ons zeker niet lol nadeel strek
ken kan. 14
Voorts kunnen de begunstigden izx de
kampen zicli wel indenken in hetgeen
genoten wordt direct van de Nederland-
sche regeering. Maar hij dat alles kunnen
zij niet verstaan en gevoelen het Neder-
landsche hart. Stel daar nu naast, als
voorbeeld, hetgeen in Zeeland werd ge
zien van het Provinciaal comité en in
Middelburg van de plaatselijke organisa
tie Dóór zagen de Belgen eiken dag in
de groole loods van hel station te Vlissin-
gen de leden van het Provinciaal co
mité persoonlijk bezig hiet 'hel nazien en
uitpakken der aangevoerde voorraden, en
het verzenden der duizenden liislen en
balen naar alle plaatsen in Zeeland waar
vluchtelingen vertoefden Daar ontmoet
ten de gevluchten eiken d'ag weer de
dames en heeren van liet Middelburgsch
comité, die voor hen werkten, en met
hen medeleefden, deelend hun zorgen en
bekommeringen. Dóór werden banden gc-
laioopt en gevoelens gewekt, waarvan na
veie jaren, in het herboren België menig
Nederlander nog dankbaar de nawerking
mleten.
We kunnen niet nalaten hier toch
even do opmerking te maken dat dit „sa
menleven' bui lengewoon bemoeilijkt werd
dooi- hel feil dal ons eigen volk leed en
lijdt onder een groote werkloosheid, die
door den toevloed van andere vaklieden
nog slechts kon verergeren En wie zou
hel wreede sorteeringswerk op zich dur-
mien. de knappe werklieden en,
„flinke vrouwen" in dc samenleving op
genomen, de anderen naar de kampen?
Red
ze iemand hoorde aankomen
„Wil u niet in de hul komen?" vroeg
Bratt. „We hebben er een heerlijk vuur
aangemaakt We moeten zoo gauw moge
lijk zien ons le drongen, indien we wat
willen uitrichten. De hut is geen kasleel,
helaas, maar beter dan niets."
Frida von Iieffner zag hem aan. „Ik
kan de gedachte niet verdragen, zei ze,
is het werkelijk waar, dat ze allen dood
zijn kapitein .Slrohmanu allen, be
halve wij vieren'? En waar zullen wc eten
van daan halen? Ik begrijp het niet
hier is immers niets levends o, wal
een verschrikkelijk land is dit!" Ze ver
borg haard hoofd in lraar handen en
snikte het uit
Bratt boog zich over haar hjeen.
„Het helpt niet, als men aan z'n smart
toegeeft Wij zijn drie mannen, die be
proeven zullen u hier van daan te bren
gen. U moet den moed niet laten zakken,
en u mag onzen moed niet neerslaan."
Ze stond vlug op en wierp haar hoofd
achterover,
„Ik ben officiersdochter", zei ze
trotsch. „U zult me niet meer zien schrei
en Mijn vader vocht le Sedowa en bij
Sedan, hij weet niet wat bang-zijn
is. Maar u moe t denken, ik ben een on
beschermde vrouw..."
„Neen", zei Bratt warm „onbeschermd
is u iiïet. Geen van de mannen in de hut,
die niet zijn leven voor u wil wagen.
U kan hier even gerust zijn als in uw va
ders huis. Vertrouw daarop.Kom nu",
ging hij voort, „we moeten aanstonds
aan 't werk. Hier is geen tijd te ver
spillen. U is officiers-dochter zegt u....
nu dan weet u, wat tucht is, hier moet
u aan orders gehoorzamen."
Hij keerde zich om, zonder haai' ant
woord af ;to wachten en,ging haastig terug
naar de hut Zij beet zich op de lippen,
terwijl ze die kloeke gestalte nazag, die
daar in zijn natte kleeren voortsjokte
Spaarzaam
en zuinig
In het
gebrailc
(KINDERIDEE!,)
In Iedere
Apotheek of
drogisterij
voorhanden
k hot boste
Voedingsmiddel
Voor KlnderOn 1
PROVINCIALE STATEN VAN ZEELAND.
Regelen voor subsidie aan vak-
sch o Len
in hun voorstel van 5 Mei 1911 no
118 (bijl. not. no. 3a) betreffende eenei
aanvrage om subsidie uit de Provinciale
kas voor d© ambachtsschool le Middel
burg gaven Ged. Staten in overweging,
het noodig geachte bedrag toe te staan
tot en met 1915 en in gelijken zin te
handelen met andere aanvragen om sub
sidie voor vakscholen, „waardoor kan
worden bereikt, dat voorlaan alle zooda
nige aanvragen in een zelfde vergade
ring der Staten 'kunnen worden alge-
daan, hetgeen aan de gewenschte eenhieid
in behandeling en beoordeeling kan ten
goede komen."
De Prov. Staten hebben zich daarmede
vereenigd.
In verband hiermede hebben Ged. Sta
ten overwogen, of het mogelijk zou zijn,
een ver-ordering vlast te stellen, waarin
algemecne regelen voor de subsi dién aan
vakscholen zouden worden opgenomen.
Zij zijn tot de slotsom gekomen, dat daar
aan groote bezwaren verhonden zijn-
Reeds dadelijk kwam het niet wen-
schelijk voor, regelen te stellen betref
fende te onderwijzen vakken, rooster van
lesuren, vacantiên enz De Regeering
houdt de goedkeuring daarvan aan zieli,
"Wilden de Stajen zich daarin mengen,
dan zou er zeer groote kans bestaan op
conflicten, zools zich indertijd hebben
voorgedaan bij de subsidiën voor tram
wegen.
De algemeen© regelen zouden verder
in hoofdzaak betrekking moeten, hebben
op het bedrag ran de subsidiën en op
j de \erhouding daarvan tot de bijdragen
van bel Rijk, van Me gemeente waar. de
I school gevestigd is, van aangrenzende ge-
meenten en van belangstellenden. Wal
:fiet eerste betreft het bedrag der sul>-
j sidiën is door de Prov. Staten ten
aanzien van de ambachtsscholen en de
handelsinrichtingen reeds een vaste maat
staf aangenomen Voor de overige instel
lingen is bij de bepaling van de subsi
die-bedragen nooit een leidende regel ge
volgd "Wordt daartoe thans overgegaan,
dan lean dit allicht aanleiding geven tot
wijziging in de bedragen, wellw van sto
rende» invloed kunnen zijn op de fi
nanciën, in hiet bijzonder van kleine scho
len. die de meeste behoefte ami steun
hebben. Gelijke invloed zou zich vermoe
delijk openbaren, wanneer vaste regelen,
worden gesteld ten aanzien van de ver
houding tusschen lifet Provinciaal subsi
die ©enerzijds en de bijdragen ander
zijds van hel Rijk, dc gemeente,
waar de school gevestigd is, de omrin
gende gemeenten en belangstellenden
Ged Stalen zijn daarom teruggehouden
.van bet doen van een voorstel waarbij
bindende regelen worden gesteld voor
de subsidiën uit de Provinciale kas aan
vakscholen.
Intusschen heeft de behjandeling van
deze aangelegenheid in hun vergaderin
gen aanleiding gegeven tot het aannemen
van ©enige regelen, die zij niet als bin
dend wenschen te zien vastgesteld, maar
niettemin als leiddraad bij hun voorstel
len aan de Prov Staten, nu en voor het
vervolg, wenschen te zien aangemerkt:
1 Voor de ambachtsscholen "wordt
astgehouden aan een subsidie van f 25
per leerling en per jaar.
2. Voor alle andere scholen wordt
als subsidie toegekend een zeker percen
tage in de kosten tol ten hoogste 15°/o.
Voor alle scholen moet door het
Rijk een voldoend subsidie worden bijge
dragen.
4 Bij aanvragen om nieuwe subsidiën
of om verhooging van bestaande subsidi
en wordt als regel aangenomen, dat de
gemeente, waar de school gevestigd is,
de omliggende gemeenten en belangstel
lenden gezamenlijk een bijdrage verlee-
nen, ten minste gelijk staande met die
van de Provincie
6 Bij het opnieuw verlecnen van
reeds vroeger 'toegekende bijdragen zal
j de toepassing van Se onder 1 tot 5 ver
melde beginselen overwogen worden
7 De gesubsidieerde Scholen leggen
aan Gedeputeerde Stalen over aTdruk-
ken of afschriften van de begrooting,
de rekening en het verslag
I 8 De uitbetaling der subsidiën heeft
plaats: voor de scholen, waaraan "gedu-
rende het geheele jaar (behoudens de
vacantiên) onderricht gegeven wordt, in
vier termijnen, telkens na het verstrij-
j ken van een kwartaal; voor Tie scholen,
waaraan slechts gedurende een deel van
,het jaar onderricht gegeven wordt, in
jtwee termijnen, de eerste ongeveer in
het midden, de laatste na het e'inde van
den cursus.
j 9 Voor de uitbetaling van het subsi-
die Leggen de besturen aan Gedeputeerde
Staten de door dit College gevraagde
verklaringen over
Toen volgde ze met gebogen hoofd.
en spoedig stond ze met de anderen bij
het vlammende haardvuur
„Lief kind', zei dc profsesor, „hoe
wreed is niet het lot. Voor mij beteekent
het niet veel, ik heb mijn deel van b|et
leven gehad, maai" dat gij, zoo jong en
mooi en Levenslustig....
Frida glimlachte „Maar professor", zei
ze met gedwongen vroolijkheid, „we zijn
bij liet doel onzer wenschen. En dan
zoudt u immers een glelscher naar mij
noemen!"
De professor staarde haar verwonderd
aan. Toen verhelderde plotseling zijn ge
zicht. „O, u hen charmant, allerliefst.
Een zonnestraal van den goeden God.
„Ach, ik zie er zeker vrceselijk uit",
riep ze en streek met haar vingers door
haar haar. „Is hier geen kani] of een krul."
Ze .slikte plotseling hel overige in en
kreeg een hoogroode kleur, toen ze
Bratl's ernstige oogen op zich gericht
zag
„U lean voor een half uur de hut voor
u alleen hebben", zei de Noorman. Wij
hebben daar beneden in de bocht een en
onder le doen Ik zou u raden u geheel
te onlkleeden en al uw goed bij 't vuur
le drogen. Hel is vau veel beteekenis
dal we allen zoo gezond blijven ais mo
gelijk is. U is veilig hier en vanuit die
raampjes daar kau u het oog op ons hou
den."
Ze knikte deemoedig.
„Ik zal doen, zooals u zegt Maar
mag ik vragen wat is u van plan?"
Hij bedacht zich even.
„II is een moedige jonge dame," zei
liij ronduit, „en zal de waarheid kunnen
verdragen Zie eens hier aan dezen
j kant van Spitsbergen is weinig om van
televen. En zelfs al zouden er rendion
dieren naar dit gedeelte verdwalen, we
hebben geen wapen. Met onze handen
kunnen we ze niet dooden Onz^ e<
GEMEENTELIJK WERKLOOZEN
FONDS.
liet verslag van het bestuur van het
gem. werkloozenfonds le dezer slede
over 1911 geeft een uitgebreid overzicht
van het nuttig' werk, dat door haar dooi
de organisatie van dc z. g. noodrcgcling
is verricht.
j Naar men zich zal herinneren trad
deze regeling 1 October in werking,
nadat de verschillende vakverecnigin-
gen in den boezem hunner vereeniging
daarvoor hel noodige werk hadden ver
richt en nadat het reglement, dal onl-
worpen was door liet bureau voor sociale
adviezen, door den raad was goedggr
keurd.
1 Waar de noodregeling in der haast lot
Island kwam, werd het bestuur van het
fonds bij de toepassing veelal voorde
oplossing van moeilijkheden geplaatst,
i doch het heeft steeds getracht de re
geling zooveel mogelijk naar de bedoe-
j ling uit ie voeren en op eigen gezag
moeilijkheden op te lossen, liet meent
j hierin geslaagd te zijn en grondt dit
op de bevestiging van zijn inzichten:,
J welke liet bij herhaling van wege den
minister mocht ontvangen.
Bij het fonds zijn nu ingeschreven
j 8 vakvereenigingen met plaatselijke
werkloozenkassen en 5 landelijke hou-
den met centrale werkloozenkassen.
j Hel ledental van die veveenigingen
I en bonden waarover zich de zorg van
liet fonds uitstrekt bedroeg op 1 Jan.
191 1 249 en op 31 December j.i 295
Voor 1 Augustus heerschte geen bui-
■j tengewone werkeloosheid, alhoewel bij
de timmerlieden grooter dan anders
en de vooruitzichten in de bouvVikken
j ongunstig waren, zoodal reeds toen vcr-
wacht kon worden, dat de uitkeeringen
en. bijslag hooger zouden worden dan
in voorafgaande jaren.
Ten gevolge van de crisis welke om
streeks 1 Augustus ontstond, onderging
I de werkloosheid oogenblikkelijk .groole
uitbreiding, mede in de eerste plaats in
hel schildersvak.
Doordal in de meeste gevallen de we-
keJLijksche inkomsten der gedeellelijk-
werkloozen slechts afhankelijk waren van
het aantal dagen verrichte arbeid, doch
niet van liet verdiende loon, en liet be
lang der kassen ophield Le bestaan, zoo-
j dra zij tot op 25<Vo van hel saldo op 1
Augustus waren gedaald, beslond de
I vrees, dat van de noodregeling misbruik
zou worden gemaakt, Gebleken is echter,
dat slechts bij uitzondering tegen een Ia-
j ger loon dan het slandaardloon arbeid
j werd verricht
Wel kwamen enkele gevallen, van min
der juiste opgaven voor, waarvan liet
'gevolg was, dat de controle moest wor-
jden verscherpt en bleek, dat deze niet
'altijd aan de besturen der vakvereenigin-
!gen kon worden overgelaten Van de ge-
'deeltelijk werkloozen, die recht op uit-
keering en bijslag vermeenen te kunnen
doen gelden, wordt thans een door den
werkgever onderteekend loonbriefje ver
sie leans is het wrak van de Victoria Op
de een of andere manier moeten we er
bij trachten te komen, eer storm of
stroom het van de scheren wegrukken
Hel schip is tot niets meer nul, maar er
is nog genoeg aan boord, dal ons kan
helpen in 'l leven te blijven, in de al
lereerste plaats voedingsmiddelen en wa
penen Het weer is niet vast. We kunnen
ieder oogeublik storm wachten uil l
noorden. Daarom moeten we ons hups
ten."
„Maar hoe wil u daar komen?" vroeg
ze angstig
„Op dezelfde manier als ik er van
daan kwam," antwoordde iiij ongidul lig
en keerde zich om, om weg t<? gaan.
„O wacht een oogenblik1' riep ze, ter
wijl een aandoening zich van liaar
meester maakte, „u vindt me zeker
vreeselijk ondankbaar een onnut ver
wend kind. Dat ben ik ook. Maar ik wil,
vóór u dien gevaarlijken tocht onder
neemt, u danken, omdat u mijn leven
hebt gered."
Hij werd bloedrood Al zijn zelfLeheer-
sching was weg. Hij (beproefde iets te zeg
gen,,
Toen volgde hij baas tig de anderen
naar hel strand Hel baronesje ke"k
hein lang na.
Daarop begon zij zich langzaam 1c
onlkleeden, nu en dan angstige blikken
werpend naar de zee En op hetzelfde
oogeublik. dat zij aarzelend haar met kant
gegarneerd ondergoed uittrok, zag ze van
de uiterste landpunt een man naakt in
zee springen cn mei vlugge slagen van
de kusl wegzwemmen
VII
Dc Laa t s l c kans
„Wat hebt u daar in die linnen kroes
vroeg de professor, toen ze op den land
tong stonden ,,T Ruikt vervloekt slecht
„Dat is traan uil de ton in de hul",
zei Bralt, ,,'t is niet le verwonderen dal
ze een beetje sterk ruikt, want die olie is
meer dan honderd jaav oud."
„U wil die traan toch niet drinken?"
riep de professor met schrik.
„Neen?', antwoordde Bralt, die zijn nat
te kleeren begon uit te trekken, „ze is al
leen voor uitwendig gebruik. Ik heb ge
dacht, dal ik het koude water beter
zal kunnen verdragen, als mijn heele
lichaam ingewreven is met Otlamkofs'
olie' 't Is niet lekker, maar wc zullen
nog wel erger moeten verduren. Willen
de heeren maar beginnen?"
„F bent wel de man, waar ik u voor
hield," zei de professor tevreden. „Zoo
we ooit uit deze ijs-hel verlost worden
hebben we u er voor le danken."
De ijsloods schudde 't hoofd. Zijn mond
was saamgeknepen als van iemand die
hevige pijnen lijdt Hij boog zich, nam de
kroes op en met een onderdrukt kreunen
goot hij wat fraan op zijn hand en begon
Bratl's lichaam in te wrijven met dat
vette, onwelriekende goed
De professor keek met bewondering^
naar dc blanke mannengestaUe voor hem
Er was stevigheid en kracht in dat breed
gebouwde prachtige lichaam Onder de
dunne huid. die beneden de lijn waar de
hals door lucht en zon gebruind was.
blank schitterde, waren de twee dikke
spierbundels in onophoudelijke bewe
ging op alles verdacht, voor alles
klaar. Dc schouder vertoonde die zwak
ke helling, die meestal een teeken is van
meer dan gewone sterkte En de breedc
borst en de afloopendo heuplijn met dc
zcu i' in 't oog vallende mannelijke been-
buiging sprak van aangeboren en ge
oefende kracht De lange armen mei de
breede polsen en de ontwikkelde spieren
waren van de soort, die bij een worstel
strijd at spoedig blijkt don voorrang
waard te zijn,
(Wordt vervolgd).