t
liidelnrisÉ Conrant
TWEEDE BLAD
FEUILLETON.
IngezondenMededeelingen.
▼A* DB
TAB
Zaterdag 20 Haart 1915, no. 67.
Niets nieuws.
Toen we dezer dagen iets opzochten in
de jaargangen van ons blad van 1830 en
1831, was hel ons of we in een blad van
•ijzen eigen lijd bladerden.
Och, dat hier in die eerste jaren van den
opstand van België veel troepen van el
ders kwamen, dat er op de reede van
.Vlissingen kanonneerbooten lagen, en dat
die stad zelf weldra in staat van oorlog
werd verklaard, al die dingen spreken
ran zelf. Ook dat er toen veel troepen
naar Zeeuwscli-Vlaanderen werden ge
stuurd en in de verschillende steden en
dorpen werden gelegerd, want er is toen
daar vrij veel gevochten, vooral bij Oost-
burg, Sluis, Biervliet en Sas van Gent
Maar curieuser is het dat allerlei toe
standen en instellingen, die wij beschou
wen als nieuwigheden van onzen tijd, hun
voorganger hebben in die dagen van
1830
Vluchtelingen? Ze waren er toen ook
al bij troepen Ze kwamen uit het roe
rige Brussel, uil Vlaanderen, uit het
heele Zuiden van België Ze kwamen over
de grenzen van ZeeuwscbrVlaanderen.
en per boot De stoomboot „Duke oh
Wellington' bracht van uit Calais in Vlis
singen een heele bezending aan uit Door-
Bik, Yperen en Mecnen. Het zullen wel
meest Noord-Nederlanders zijn geweest,
die zich onder de opstandelingen niet
veilig meer voelden. Maar hun aantal
was zoo groot, dat bij gemeentelijke pu
blicatie herhaaldelijk herinnerd werd aan
het voorschrift, dat de ingezetenen „om
het even van welken rang, staat, beroep
•1 bedrijf', die vreemdelingen opnamen
of in onbewoonde huizen vestigden, daar
van binnen 24 uur aangifte moe sten doen
bij den commissaris van politie.
Steuncomité?
Niets nieuws, in geen van de beide
opzichten, waarin het nu werkt, nl. ter
ondersleuning van de gezinnen van
dienstplichtigen, en van de armen.
Zooals men weet vormden toen de
schutterijen geen gering deel van de mi
litaire macht, en in de meeste gemeenten
werden inschrijvingen geopend „ten be-
benoeven der vrouwen en kinderen of
ouders van de eventueel uittrekkende,
schutters". In Middelburg was reeds na
enkele dagen f 2300 daarvoor ingeschre
ven en het register bleef „bij voortduring
ter stedelijke griffie dagelijks voor eik ter
inteekening open
Er werd ook door burgemeesler en
wethouders geregeld hoeveel de gezin
nen dier schutters per week zouden krij
gen. Een vrouw zonder kinderen kreeg
f 3, en voor ieder kind kwam daar 50 cent
bij tot f 5.50 toe. Kinderen van we
duwnaars kregen: één kind f 1.50, twee
kinderen f 2.50, drie kinderen f 3.enz
tot een maximum van f4— voor zes
kinderen en meer. Tol onderhoud van
een vader of moeder werd een toelage
van f 3.— gegeven.
En wat het tweede onderdeel van het
werk der huidige Steuncomité's betreft,
daar zorgde toen voor een „commissie,
belast met de verzorging in den nood
der armen en behoeftigenbestaande
uit vertegenwoordigers van de verschil
lende armbesturen. Het denkbeeld van
zoo'n samenwerking was reeds den vori-
gen winter geopperd, maar nu, in die
spannende Octoberdagen van 1830 kwam
het nieuwe lichaam tot stand, samenge
steld uit de volgende afgevaardigden:
Collcgie van Regenten over den Alge-
ïneenen Armen: jlir. J. van Reigersberg
Vefstuys
Ned. Ilerv. Armbestuur: S. Roelse Lz.1
en C. E. Schutters;
R. K. Armbestuur: J. H. Sislermans;
Ev. Luthersch Armbestuur: A. Lang;
Israëlitisch Armbestuur: N. W. Praag
Benevens de heer Dirk Appel, amanu
ensis van Regenten over den Algemeenen
Armen, als secretaris.
En dal die commissie op dezelfde wijze
als he! Steuncomité haar inkomsten zocht
te krijgen, blijkt uit de wekelijksehe ver
antwoording van giften in de courant,
precies lijkend op hel lijstje dat Wij weke
lijks van den penningmeester van het
Steuncomité publiceeren.
Het was toen ook noodig de armen te
helpen De telkens weer verschijnende
publicaties tegen het bedelen spreken
een duidelijke taal.
Maar er is nog veel meer overeen-
stemming.
Misschien hebben sommigen iels nieuws
gezien in de ridders van den armband die
zich in 'l begin van Augustus jl hier;
organiseerden ten einde de orde te be
waren als het garnizoen de stad zou;
verlaten
Iels nieuws? 't Mocht wat!
29 October 1830 hadden zicli, inge
volge een oproeping van den plaatsver
vangend burgemeester, meer dan twee
honderd ingezetenen „waaronder van. den
aanzienlijkslen stand" aangeboden, om
bij eventueel vertrek der 'mobile schut
terij, den gewapenden dienst binnen deze
stad te helpen verrichten
Men lette wel; den plaatsvervangenden
burgemeester Want wal de overeenkomst
nog curieuser maakt, is het feit dal ook
loon gedurende de eersle maanden van
de crisis niet de burgemeesler zelf 'de
j heer Byleveld) optrad. Alle publicaties
<ler gemeente zijn ouderleekend door
den plaatsvervangenden burgemeester,
den beer Lantsheer. Verander de na
men, en het is de toestand van Augustus
en later in Middelburg!
Dal minister Treubs leeningsplannen
reeds voorgangers hadden in onze ge
schiedenis is al bij de besprekingen daar
over in l licht gesteld, al werd ,toen meer
speciaal gelet op de leening-van Hall
j van 18 44
Maar in deze vergelijkende herinne
ring moet toch ook nog aangestipt wor-
I den, dat volgens de wet van 28 Juli
[1831 ter voorziening in de buitenge
wone behoefte van 's Rijks schatkist
I werd uitgeschreven een „nieuwe vrijwil-
lige leening, en, bij onverhoopte mis-
i lukkig daarvan, een gedwongen leening"
Alleen het bedrag was toen heel wat
minder, n.I. van 23 lot 38 millioen. Er
j was trouwens reeds een vrijwillige lee-
I ning aan voorafgegaan.
I En dan verder hel bezorgen Van gerief
1 aan de militairen.
j Hebben de vrouwen en meisjes die
dit jaar zoo ijverig de breinaalden de
den rikketikken, er wel eens over ge
dacht dat hun overgrootmoeders precies
I dezelfde gevoelens hadden als zij En
I precies hetzelfde werk dedeu?
j Een blik in die twee jaargangen zou
hen daarvan kunnen overtuigen Tel
kens e n lelkens leest men weer in
de courant dankbetuigingen 't zij van
een kommandant voor zijn soldaten, 't
zij van een gemeente voor haar schut
ters, voor toezendingen van grootc pak
ken handschoenen. En ook toen werd
er onderscheid gemaakt tusschen hand
schoenen en polsmoffen. Soms werden
er mededeelingen gedaan van ontvangst
van zooveel paren „handschoenen met
vingers", en soms van wanlen, dus zon
der vingers.
Dat er ook paren sokken werden ge
zonden, was niet anders te verwachten
Maar de breisters van de bivakmutsen
zullen toch wel even verwonderd zijn,
dal ze eigenlijk „tweedes komen" De
kolonel van het bataljon mobiele dienst
doende schutterij, kol. Sohier Serlé, in
garnizoen te Bath, noemt in een dankbe
tuiging voor verschillende giften ook
op als ontvangen van een onbekende54
paren handschoenen, 50 paren sokken
en.. 36 paren slaapmutsen!
En later kwamen we telkens weer
een opgave van slaapmutsen tegen, som
mige van wol, andere van tampekaloen
Als we er aan denken, dat bij de
aanbeveling van de bivakmutsen als één
der voordeelen werd genoemd bel ge
bruik als slaapmuts in open bivakken of
in tochtige lokalen, dan ziet men «lal
vrijwel hetzelfde bedoeld werd
Dal in iederen oorlog de vrouwen
zich er voorspannen om voor de gerie
ven van de gewonden en zieken lc zor
gen, is eigenlijk niets buitengewoons
Ook in onze dagen heeft zich weer een
damescomité gevormd ter inrichting van
hel hospitaal. En in 1830 belasten dc
dames mevr Lantsheer geboren Scho-
rer, en mevr. De Jonge geboren Lants
heer zich met dc ontvangst van giften
in geld, ververschingen en Ideedingsluk-
ken ten behoeve van de verpleegde
krijgslieden in de hospitalen
Hel doel weer dadelijk aan mecdcc-
lingen van onze hedendaagsche comité's
denken--wanneer we lezen dat „uil
de Giften in Geld gedaan wordende,
zullen door Minvermogenden dezer Slad,
ter zoo veel mogelijke tegemoetkoming
ook in den nood van dezen, Meeding'-
slukkep worden vervaardigd'
Maar hel blijkt uil de dankbetuigin
gen, van de officieren van gezondheid
dal er heel veel direct naar de hospita
len werd gezonden
En bij liet lezen van d i e lijsten
bemerkt men dat er in de verpleging
der gewonden en zieken wél veel ver
anderd is.
Dat de gouverneur van Zeeland, jlir
van Vredenburch, een oproeping deed
voor toezending van pluksel en verband
linnen, en daarvan groole massa's ont
ving, doet in eens weer denken aan een
wijze van wondbeliandeling, die nu gc-
geheel verlaten is, maar toch nog niet
eens zoo heel lang
Maar «Lat in een der lijsten van ont
vangen giffen met dankbaarheid de toe
zending wordt vermeld van 150 bloed
zuigers. dat is toch iels wat al een hee-
lcn tijd geschrapt is uil de hulpmidde
len van een hospitaal.
Een aanwijzing van de toen gevolgde
genezingsmethode is wellicht ook te vin
den in de enorme zendingen vruchten-,
sappen Zeker er waren ook flesschen
Rijnwijn en roode wijn bij. Zelfs „oude
Rijnwijn".Maai" nog veel grooter was
het aantal flesschen bessensap, polten
lamerinden, zendingen pruimen, kisten
met „chinas-appelen" en citroenen, fles-
i schen geperst? citroensap (wat is dat an
ders «Ian de voorlooper van onze
I „kwast"?). Al die verfrisschen.de dranken
1 zullen hoogst welkom zijn geweest om de
[droge lippen van de koorstlijders onder
i «Ie gewonden en zieken te laven. En de
herstellenden zullen wel hoogelijk ge-
j waardeerd hebben de zendingen tabak,
j de koffie en de chocolade.
Van zulke zendingen hoort men nu
j weinig.
j Maai' Talen we niet al te veel uit-
j weiden over 't geen toen anders was
dan nu. Dat is 't doel niet van deze
herinnering.
j Slechts één verschil mag nog wel in
'l oog gehouden worden: Het was
toen werkelijk oorlog voor ons jantj,
er wera gevoenfén, en er waren Ttooden
en gewonnen ooit onder onze eigen sol
daten. Daar zijn we nu nog vaa bevrijd
gebleven.
Moge dat verschil blijven bestaan»
ook hopen, dal ons land buiten den oor
log zal blijven, het gevaar dreigend blijft,
en «lat, hoe langer de oorlog duurt, voor
het toekomstige lot van ons land steeds
meer onze militaire macht naast die van
onze diplomatie aan beteekenis wint.
Met deze laatste opmerking wordt
niets te kort gedaan aan het talent van
onzen minister van buitenlandsche zaken.
Maar het is onmiskenbaar, dat bij de ont
wikkeling der tegenwoordige gebeurte
nissen, onze. diplomatie, zal zij zicW
krachtig kunnen uiten, onvermijdelijk een
steeds beter georganiseerd, paraat leger
in den rug hebben moet. En aangezien
nu, naarmate èn Engeland, èn Duitsch-
Iand, èn België, èn Frankrijk meer man
schappen het veld insturen, relatief ons
leger meer aan beteekenis zou verliezen,
moet er ons alles aan gelegen zijn, ons
leger voortdurend te versterken
Wanneer ons leger een wapen blijft,
dat geen der strijdende partijen met on
verschilligheid zal kunnen beschouwen,
behoudt liet woord van onze diploma
tie gezag"
Dan wijst liet blad erop dat van de
lichting 1913 10 000 man werd vrijge
steld wegens broederdienst en 2500 om
andere redenen Van de 28.845 «lie aan
de loting deelnamen zijn er ongeveer
6500 vrijgeloot.
Neemt men aan, dat er onder de we
gens broederdienst vrijgestelden, toch ze
ker een 5500 voor den dienst volkom
men geschikte mannen zullen zijn, dan
geeft dus alleen het jaar 1913 een ver
schol van ten minste 12,000 man, die
voor versterking van het leger in aan
merking zouden komen, en moesten wen-
schen te komen
Met instemming wordt uit het, on
langs ook door ons aangekondigde vlug
schrift van kapitein Polvlict de vraag
aangehaald of er niet aanleiding zou zijn
bij wijze van noodmaatregel althans <lc-
genen van de lichtingen 1914, 1913, 1912
enz., <fie vrijgeloot zijn, alsnog onder
de wapenen te roepen, en te gaan oefe
nen, om er een nuttige versterking van
ons leger van te maken
..Maar, zoo gaat het blad voort, dan
moge tevens overlegd worden, of er in
derdaad in de tegenwoordige omstandig
heden nog maai- steeds reden is, de vrij
stellingen wegens broederdienst te laten
voortbestaan. Heeft deze vrijstelling haar
tijd thans niet uitgeleefd9
„Het komt ons zoo voor Met de beide
i thans aanhangige noodwetjes ter verstor-
j king van het leger mag nog het laatste
i woord geenszins gesproken zijn. Er is in
1 ons volk nog eene reserve van. tiendui-<
zenden jonge krachtige mannen, waar.
de regeering binnenkort de hand op mo
ge leggen. Hoe langer de oorlog duurt,
hoe sterker de noodzaak wordt, dat daar
toe zal worden--overgegaan. Voor lang
j dralen is geen zin.
f „En zou niet een noodwet, waardoor
de jonge mannen tot hun plicht worden
geroepen, «lie aan den oproep tot vrij
willige dienstneming geen gehoor hebben
gegeven, op algemeenen bijval kunnen
rekenen?"
de daartoe noodige contrötó
uitoefent.
Art. 1 der voorgestelde verordening
luidt als volgt:
Hel is verboden brooden ten verkoop
te hebben, te verkoopen, te vervoeren,
uit te deelen of af te leveren, die meer
<Lan 3 of indien het kantjes, scheuren,
knippen of blikken betreft, meer dan 4
ofe verschillen van de volgende gewich
ten
vooi wil brood een halve kilogram*
of veelvouden daarvan,
voor melkbrood 375 gram of veelvou
den daarvan,
voor bruinbrood een halve kilogram
of veelvouden daarvan,
voor roggebrood een halve kilogram
of veelvouden daarvan
Onder dit verbod vallen niet kadetjes
of ander klein brood, luxebrood en kren-
lebrood, waaronder verstaan wordt brood,
dal ten minste 5 o0 krenten, rozijnen cn
sukadesnippers bevat
Geldleening voor de bedrijven.
Tot betaling van gedurende het dienst
jaar 1914 uitgevoerde werken ter uit
breiding van verschillende gemeentebe
drijven zijn kosten gemaakt, ter welker
voldoening een bedrag van f 36 500 be-
noodigd is
B cn W stellen voor daartoe e«m geld
leening aan te gaan van zoodanige groot
te, dat deze een reëel bedrag opleven?
van zoo na mogelijk f 36500 legen een
rente van ten hoogste 5 o'o per jaar en
«jen zoo hoog mogelijke koers, af te Los
sen m bedragen van ten minste f 2000
gedurende 13 jaren, te beginnen in 1916
en daarna van ten minste f 1500 gedu
rende 7 jaren.
Voorts stellen B en W. voor aan den
lieer J. C. van der Harst J.Jz ingevolge
zijn verzoek, om gezondheidsredenen,
eervol ontslag te vsrleenen als apotheker
der Godshuizen tegen 1 April 1915 of
zooveel eerder als mogelijk zal "blijken.
KONING ZIJN.
Door COLETTE YVER.
UIT DE PERS.
Legerversterking.
De N. R. C. wees Donder<lagavo(i«l
in een hoofdartikel op de kentering, die
sinds kort in de publieke meening ken
baar is geworden. Tegen het in dienst
houden der oudste landweerlichting rees
indertijd verzet, terwijl er thans, nu de
voorstellen, worden inge«liend tot ver
sterking van den landstorm, stemmen op
gaan om onze weermacht nog meer te
versterken.
„Men leert inzien, «lat, hoezeer wij
STUKKEN VOOR DEN
GEMEENTERAAD VüN MIDDELBURG.
j Toezicht op hctgcwicht van
I brood.
De voorzitter der commissie voor de
strafverordeningen heeft tor kennis dier
j commissie gebracht, dat zich ook hier
ter stede niet zelden hot misbruik /oor-
doel, dal ter verkoop aangeboden brood
minder gewicht heeft, «ian waarvoor
het wordt aangeboden
Het komt der commissie voor dat er,
vooral in de tegenwoordige tijdsomstan
digheden. alle aanleiding bestaat, om
aan «lil 'misbruik paal en perk te stellen
Daartoe zou eene gemeenteverorde
ning kunnen dienen waardoor eene
waarborg werd gegeven, «lat de hoe
veelheid brood wordt ontvangen, waar
voor het publiek den prijs betaalt
Zoodanige waarborg kan «Ie bnkeling
zich niet verzekeren omdat niet kan
worden verlangd, dat ieder geregeld
34).
Toen werd in den tegenovergestelden
muur, die een houten betimmering had,
een deur geopend en eeu kolonel van
het garde-regiment trad binnen; hij droeg
de witte uniform met korte tuniek, gou
den kwasten, soepele, hooge rijlaarzen,
een sjerp met zijden kwast, een degen
en een blauwe bandelier Op het dikke,
rossige baar droeg hij een kleine pet Er
schitterde een zwaantje op van heel klei
nediamantjes. Zijn rossige baard bedekte
halverwege het commandeurskruis van
de orde van den "Witten Zwaan. Het was
Wolfram V.
Hij bleef staan, overzag met vluchti-
gen blik dc schitterende groep der hof
dames en herkende temidden van deze
de zwarte japon van de scheikunde-
■docenle, die hij blijkbaar zocht. Ach
ter hem kwam een stroom uniformen
de zaal binnen. Voorop de geweldige
gestalte van den grootmaarschalk in zijn
nauwsluitende groene uniform van ca-
valcrieofficier; prins Géo van Hansen als
marine-officier; de hertog van Oldany,
kleine en schraal in zijn roode Engel-
sche uniform; graaf Zaltsen, ceremonie
meester, als kapitein van de witte garde,
hertog Abélard, opperkamerheer cn ko
lonel van de grijze huzaren, «Ie hertog
van Saventino, de gemaal van Lina, als
officier van hel Italiaanschc leger; graaf
Austather, chef van het militaire huis
in generaalsuniform; daarna de zes ad
judanten van dienst. En ten slotte nog de
opperjagermeester, de opperschenker, als
officieren van den generalcn staf.
Die roode, groene, grijze en witte uni
formen, het goud van de nestels, de rid
derkruisen, die schitterd«m op de uni
formen, die galons, die epauletten, die
gesloten, strakke gezichten, alles vorm
de slechts een schitterende omlijsting
voor de figuur van den koning. Rechtop,
indrukwekkend, met koninklijken gang,
hel hoofd gebiedend achterover, trad hij
op de koningin toe; de prinsen en hove
lingen achter hem richtten hun pas naar
den zijne en nu begonnen de begroetin
gen. Langzaam ging men van den een
naar den ander, en zoo regelmatig volg
den de bewegingen elkaar op, dat het
bijna s cheen, alsof van te voren de maat
afgesproken was. Het was voor Clara
de openbaring van een onbekende we
reld, waartoe zij nooit zou behooren.
Zij voelde, dat zij hier in,een andere at
mosfeer leefde, dat de menschon anders
waren dan zij, passend bij hun milieu,
maar mijlen van haar af Hun terughou
dendheid, hun elegance, hun geheele ma
nier van optreden, vulden elkaar aan en
vormden een harmonisch geheel. De
aanmatigende houding van de dou- j
airières kreeg iels priesterlijks, de hoog
heid van de gemalin van den grootmaar-
schalk werd schoonheid En deze man
nen en vrouwen in hun uitgelezen pracht,
waren slechts satelliten, die zich bewo
gen om één zon: de koning.
Zijn langzame gang was majestueus,
zonder dat hij er zich van bewust was
of zijn houding bestudeerde Alle oogen
waren voortdurend op hem gericht- Glim
lachte hij, «ian glimlachten twintig men-
schen; bij het eerste woord dat hij sprak,
werd alles onmiddellijk stil. Hij was de
afgod.
Plotseling kwam hij regelrecht op Cla
ra af. Een rilling voer haai- door de
leden
„Juffrouw Hersbcrg, ik beu blij u
eindelijk te kunnen zeggen, hoe het ons
heefl verheugd, de koningin en mij, u bij
onze dochter te zien. En ik spreek nu
niet als souverein tot een van onze be
roemdste geleerden, maar als vader tot
de vrouw, die met zooveel waardigheid
en facleen plaats aan het hof weet in
te nemen, die door de omstandigheden
ver van gemakkelijk is." Hij glimlachte,
keek haar een oogenblik met sympathie
aan. Hetd kalme, mooie voorhoofd tegen
over hem trilde even onder het zwarte
golvende haar; met koortsachtig glan
zende. oogen keek zij "Wolfram aan. Zij
vergat haar voorgenomen brutaalheid en
antwoordde
„Ik dank Uwe Majesteit."
Hij bleef nog bij haar staan.
„Maar die dankbaarheid is aan mij,
juffrouw Hersbcrg Mijn kleine Wanda
heeft geen vroolijk leven; zij heeft dien
ernstigen inval gehad om zich aan de
studie te wijden; u heeft haar groote
vreugde gebracht. Ik heb eerst mogelijke
gevaarlijke botsingen gevreesd. Maar er
zijn van «iie onweerstaanbare, oprechte
naturen, waartegenover men slechts ver
trouwen kan voelen."
Clara maakte op goed geluk af een
paar stotterende tegenwerpingen.
„Ik houd veel van Hare Hoogheid.
"Wollram hernam-
„Ik hoop, dat we nu cn dan eens zul
len kunnen babbelen, hetzij 's avonds bij
de koningin, hetzij in uw laboratorium
Ik ben van plan u daar eens te komen
opzoeken; ik heb er vroeger het schrijn
werkersvak geleerd
Beiden glimlachten. Dertig personen
sloegen tersluiks dit eigenaardige gesprek
van den souverein met die vrouw uit
het volk gade. Hertog Bertie stond in
een hoek; zijn Engelsche uniform leek'
een roode vlek tegen den muur; hij I
had zijn lorgnet opgezet en zijn gezicht
had een eigenaardige uitdrukking; de
douairières verbeten zich van woede. De
oude Zottern stond recht als een kaars
dit tooneel met een strengen blik gade te
slaan. De hofdames criliseerden de zwart
Urinefcwalen
E«m der voornaamste verschijnselen tot
het herkennen van aando«mingen der nie
ren en blaas levert ons de verandering
in het uitzicht der urine. Het water kan
troebel zijn, donkergekleurd, en "bij staan
een bezinksel achterlaten, hetzij wit of
rood (gelijkend op stof van baksteen
Deze verschijnselen wijzen op overvloed
van urinezuur in het bloed en vormen
de oorzaak van rheumatiek, jicht, nier
steen.
Overvloedige urineafschciding, urine
helder als water, schuimend, eiwithou
dend, wijzen op aandoeningen der nie
ren, welke reeds ver gevorderd kunnen
zijn.
Voortdurende aan<iraing, vooral des
nachts, met branderig gevoel, wijst op
aandoeningen der blaas en urinelciders
Ook kan druppelsgewijze loozing en zelfs
verstopping der urine optreden, en de
urine kan bloed bevatten, zand of
steentjes.
Alle bovengenoemde verschijnselen dui
den ernstige ziekten der nieren en blaas
aan, niet alleen door de ellende, die zij
met zich brengen, doch ook door het
geen u verder te wachten staat.
Fosters Rugpijn Nieren Pillen zijneen
speciaal geneesmiddel voor deze kwa
len Zij bewerken, dal de nieren de uri-
nestof, het urinezuur en het overtollige
water uit het bloed afvoeren, herstellen
zoodoende de geregelde urineloozing en
nemen den oorsprong van uw ziekte weg
Te Middelburg verkrijgbaar bij den heer
Joh. de Roos, Vlasmarkt K 157. Toezen
ding geschiedt franco
na ontv. v. postwissel
k f 1.75 voor één, ot
t 10.voor zes doozen.
filffBSk Eischt de echte Poster's
Rugpijn Nieren Pillen,
tl-weigert elke doos, die
niet voorzien is van ne
venstaand handelsmerk.
laken japon van Clara. Als om Wolframs
houding te rechtvaardigen in hel oog
van de douairières, legde de koningin
haar op fluisterenden toon uit:
„Die juffrouw Hersbcrg is de beroemd
ste scheikundige van het heele land
De vrouw van den grootmaarschalk
zei in hevige verontwaardiging tegen
graaf Pol law:
„Er wordt verteld, dat zij een natuur
lijk kind is van dien afschuwelijken Ko-
sor
De jonge aartshertogin had prins Géo
meegetroond naar een vensternis. Zij
spraken nie t veel, zij keken elkander
slechts aan. Zij had de fijne lippen*,
half geopend en haar glimlach verloonoe
even de kleine tanden, de knappe mari
ne-officier in zijn donkere uniform, waar
tegen het goud mooi afstak, keek mei
liefdcvollcn blik naar die zachte lippen,
hij kuste ze in gedachten, bewonderde,
aanbad ze. Wanda zei tegen hem.
„De tijd is mij heel lang gevallen, Géo,
tot vandaag
En hij vroeg met de kinderlijke be
zorgdheid van jong minnaar
„Heb je veel pijn aan je knie gehad?"
En zij legde hem uit, «Lat zij altijd aan
hem dacht, wanneer zij pijn had en dat
«lan die pijn heerlijk was om te
(Wordt vervolgd).