t liidelnrisÉ Conrant TWEEDE BLAD FEUILLETON. IngezondenMededeelingen. ▼A* DB TAB Zaterdag 20 Haart 1915, no. 67. Niets nieuws. Toen we dezer dagen iets opzochten in de jaargangen van ons blad van 1830 en 1831, was hel ons of we in een blad van •ijzen eigen lijd bladerden. Och, dat hier in die eerste jaren van den opstand van België veel troepen van el ders kwamen, dat er op de reede van .Vlissingen kanonneerbooten lagen, en dat die stad zelf weldra in staat van oorlog werd verklaard, al die dingen spreken ran zelf. Ook dat er toen veel troepen naar Zeeuwscli-Vlaanderen werden ge stuurd en in de verschillende steden en dorpen werden gelegerd, want er is toen daar vrij veel gevochten, vooral bij Oost- burg, Sluis, Biervliet en Sas van Gent Maar curieuser is het dat allerlei toe standen en instellingen, die wij beschou wen als nieuwigheden van onzen tijd, hun voorganger hebben in die dagen van 1830 Vluchtelingen? Ze waren er toen ook al bij troepen Ze kwamen uit het roe rige Brussel, uil Vlaanderen, uit het heele Zuiden van België Ze kwamen over de grenzen van ZeeuwscbrVlaanderen. en per boot De stoomboot „Duke oh Wellington' bracht van uit Calais in Vlis singen een heele bezending aan uit Door- Bik, Yperen en Mecnen. Het zullen wel meest Noord-Nederlanders zijn geweest, die zich onder de opstandelingen niet veilig meer voelden. Maar hun aantal was zoo groot, dat bij gemeentelijke pu blicatie herhaaldelijk herinnerd werd aan het voorschrift, dat de ingezetenen „om het even van welken rang, staat, beroep •1 bedrijf', die vreemdelingen opnamen of in onbewoonde huizen vestigden, daar van binnen 24 uur aangifte moe sten doen bij den commissaris van politie. Steuncomité? Niets nieuws, in geen van de beide opzichten, waarin het nu werkt, nl. ter ondersleuning van de gezinnen van dienstplichtigen, en van de armen. Zooals men weet vormden toen de schutterijen geen gering deel van de mi litaire macht, en in de meeste gemeenten werden inschrijvingen geopend „ten be- benoeven der vrouwen en kinderen of ouders van de eventueel uittrekkende, schutters". In Middelburg was reeds na enkele dagen f 2300 daarvoor ingeschre ven en het register bleef „bij voortduring ter stedelijke griffie dagelijks voor eik ter inteekening open Er werd ook door burgemeesler en wethouders geregeld hoeveel de gezin nen dier schutters per week zouden krij gen. Een vrouw zonder kinderen kreeg f 3, en voor ieder kind kwam daar 50 cent bij tot f 5.50 toe. Kinderen van we duwnaars kregen: één kind f 1.50, twee kinderen f 2.50, drie kinderen f 3.enz tot een maximum van f4— voor zes kinderen en meer. Tol onderhoud van een vader of moeder werd een toelage van f 3.— gegeven. En wat het tweede onderdeel van het werk der huidige Steuncomité's betreft, daar zorgde toen voor een „commissie, belast met de verzorging in den nood der armen en behoeftigenbestaande uit vertegenwoordigers van de verschil lende armbesturen. Het denkbeeld van zoo'n samenwerking was reeds den vori- gen winter geopperd, maar nu, in die spannende Octoberdagen van 1830 kwam het nieuwe lichaam tot stand, samenge steld uit de volgende afgevaardigden: Collcgie van Regenten over den Alge- ïneenen Armen: jlir. J. van Reigersberg Vefstuys Ned. Ilerv. Armbestuur: S. Roelse Lz.1 en C. E. Schutters; R. K. Armbestuur: J. H. Sislermans; Ev. Luthersch Armbestuur: A. Lang; Israëlitisch Armbestuur: N. W. Praag Benevens de heer Dirk Appel, amanu ensis van Regenten over den Algemeenen Armen, als secretaris. En dal die commissie op dezelfde wijze als he! Steuncomité haar inkomsten zocht te krijgen, blijkt uit de wekelijksehe ver antwoording van giften in de courant, precies lijkend op hel lijstje dat Wij weke lijks van den penningmeester van het Steuncomité publiceeren. Het was toen ook noodig de armen te helpen De telkens weer verschijnende publicaties tegen het bedelen spreken een duidelijke taal. Maar er is nog veel meer overeen- stemming. Misschien hebben sommigen iels nieuws gezien in de ridders van den armband die zich in 'l begin van Augustus jl hier; organiseerden ten einde de orde te be waren als het garnizoen de stad zou; verlaten Iels nieuws? 't Mocht wat! 29 October 1830 hadden zicli, inge volge een oproeping van den plaatsver vangend burgemeester, meer dan twee honderd ingezetenen „waaronder van. den aanzienlijkslen stand" aangeboden, om bij eventueel vertrek der 'mobile schut terij, den gewapenden dienst binnen deze stad te helpen verrichten Men lette wel; den plaatsvervangenden burgemeester Want wal de overeenkomst nog curieuser maakt, is het feit dal ook loon gedurende de eersle maanden van de crisis niet de burgemeesler zelf 'de j heer Byleveld) optrad. Alle publicaties <ler gemeente zijn ouderleekend door den plaatsvervangenden burgemeester, den beer Lantsheer. Verander de na men, en het is de toestand van Augustus en later in Middelburg! Dal minister Treubs leeningsplannen reeds voorgangers hadden in onze ge schiedenis is al bij de besprekingen daar over in l licht gesteld, al werd ,toen meer speciaal gelet op de leening-van Hall j van 18 44 Maar in deze vergelijkende herinne ring moet toch ook nog aangestipt wor- I den, dat volgens de wet van 28 Juli [1831 ter voorziening in de buitenge wone behoefte van 's Rijks schatkist I werd uitgeschreven een „nieuwe vrijwil- lige leening, en, bij onverhoopte mis- i lukkig daarvan, een gedwongen leening" Alleen het bedrag was toen heel wat minder, n.I. van 23 lot 38 millioen. Er j was trouwens reeds een vrijwillige lee- I ning aan voorafgegaan. I En dan verder hel bezorgen Van gerief 1 aan de militairen. j Hebben de vrouwen en meisjes die dit jaar zoo ijverig de breinaalden de den rikketikken, er wel eens over ge dacht dat hun overgrootmoeders precies I dezelfde gevoelens hadden als zij En I precies hetzelfde werk dedeu? j Een blik in die twee jaargangen zou hen daarvan kunnen overtuigen Tel kens e n lelkens leest men weer in de courant dankbetuigingen 't zij van een kommandant voor zijn soldaten, 't zij van een gemeente voor haar schut ters, voor toezendingen van grootc pak ken handschoenen. En ook toen werd er onderscheid gemaakt tusschen hand schoenen en polsmoffen. Soms werden er mededeelingen gedaan van ontvangst van zooveel paren „handschoenen met vingers", en soms van wanlen, dus zon der vingers. Dat er ook paren sokken werden ge zonden, was niet anders te verwachten Maar de breisters van de bivakmutsen zullen toch wel even verwonderd zijn, dal ze eigenlijk „tweedes komen" De kolonel van het bataljon mobiele dienst doende schutterij, kol. Sohier Serlé, in garnizoen te Bath, noemt in een dankbe tuiging voor verschillende giften ook op als ontvangen van een onbekende54 paren handschoenen, 50 paren sokken en.. 36 paren slaapmutsen! En later kwamen we telkens weer een opgave van slaapmutsen tegen, som mige van wol, andere van tampekaloen Als we er aan denken, dat bij de aanbeveling van de bivakmutsen als één der voordeelen werd genoemd bel ge bruik als slaapmuts in open bivakken of in tochtige lokalen, dan ziet men «lal vrijwel hetzelfde bedoeld werd Dal in iederen oorlog de vrouwen zich er voorspannen om voor de gerie ven van de gewonden en zieken lc zor gen, is eigenlijk niets buitengewoons Ook in onze dagen heeft zich weer een damescomité gevormd ter inrichting van hel hospitaal. En in 1830 belasten dc dames mevr Lantsheer geboren Scho- rer, en mevr. De Jonge geboren Lants heer zich met dc ontvangst van giften in geld, ververschingen en Ideedingsluk- ken ten behoeve van de verpleegde krijgslieden in de hospitalen Hel doel weer dadelijk aan mecdcc- lingen van onze hedendaagsche comité's denken--wanneer we lezen dat „uil de Giften in Geld gedaan wordende, zullen door Minvermogenden dezer Slad, ter zoo veel mogelijke tegemoetkoming ook in den nood van dezen, Meeding'- slukkep worden vervaardigd' Maar hel blijkt uil de dankbetuigin gen, van de officieren van gezondheid dal er heel veel direct naar de hospita len werd gezonden En bij liet lezen van d i e lijsten bemerkt men dat er in de verpleging der gewonden en zieken wél veel ver anderd is. Dat de gouverneur van Zeeland, jlir van Vredenburch, een oproeping deed voor toezending van pluksel en verband linnen, en daarvan groole massa's ont ving, doet in eens weer denken aan een wijze van wondbeliandeling, die nu gc- geheel verlaten is, maar toch nog niet eens zoo heel lang Maar «Lat in een der lijsten van ont vangen giffen met dankbaarheid de toe zending wordt vermeld van 150 bloed zuigers. dat is toch iels wat al een hee- lcn tijd geschrapt is uil de hulpmidde len van een hospitaal. Een aanwijzing van de toen gevolgde genezingsmethode is wellicht ook te vin den in de enorme zendingen vruchten-, sappen Zeker er waren ook flesschen Rijnwijn en roode wijn bij. Zelfs „oude Rijnwijn".Maai" nog veel grooter was het aantal flesschen bessensap, polten lamerinden, zendingen pruimen, kisten met „chinas-appelen" en citroenen, fles- i schen geperst? citroensap (wat is dat an ders «Ian de voorlooper van onze I „kwast"?). Al die verfrisschen.de dranken 1 zullen hoogst welkom zijn geweest om de [droge lippen van de koorstlijders onder i «Ie gewonden en zieken te laven. En de herstellenden zullen wel hoogelijk ge- j waardeerd hebben de zendingen tabak, j de koffie en de chocolade. Van zulke zendingen hoort men nu j weinig. j Maai' Talen we niet al te veel uit- j weiden over 't geen toen anders was dan nu. Dat is 't doel niet van deze herinnering. j Slechts één verschil mag nog wel in 'l oog gehouden worden: Het was toen werkelijk oorlog voor ons jantj, er wera gevoenfén, en er waren Ttooden en gewonnen ooit onder onze eigen sol daten. Daar zijn we nu nog vaa bevrijd gebleven. Moge dat verschil blijven bestaan» ook hopen, dal ons land buiten den oor log zal blijven, het gevaar dreigend blijft, en «lat, hoe langer de oorlog duurt, voor het toekomstige lot van ons land steeds meer onze militaire macht naast die van onze diplomatie aan beteekenis wint. Met deze laatste opmerking wordt niets te kort gedaan aan het talent van onzen minister van buitenlandsche zaken. Maar het is onmiskenbaar, dat bij de ont wikkeling der tegenwoordige gebeurte nissen, onze. diplomatie, zal zij zicW krachtig kunnen uiten, onvermijdelijk een steeds beter georganiseerd, paraat leger in den rug hebben moet. En aangezien nu, naarmate èn Engeland, èn Duitsch- Iand, èn België, èn Frankrijk meer man schappen het veld insturen, relatief ons leger meer aan beteekenis zou verliezen, moet er ons alles aan gelegen zijn, ons leger voortdurend te versterken Wanneer ons leger een wapen blijft, dat geen der strijdende partijen met on verschilligheid zal kunnen beschouwen, behoudt liet woord van onze diploma tie gezag" Dan wijst liet blad erop dat van de lichting 1913 10 000 man werd vrijge steld wegens broederdienst en 2500 om andere redenen Van de 28.845 «lie aan de loting deelnamen zijn er ongeveer 6500 vrijgeloot. Neemt men aan, dat er onder de we gens broederdienst vrijgestelden, toch ze ker een 5500 voor den dienst volkom men geschikte mannen zullen zijn, dan geeft dus alleen het jaar 1913 een ver schol van ten minste 12,000 man, die voor versterking van het leger in aan merking zouden komen, en moesten wen- schen te komen Met instemming wordt uit het, on langs ook door ons aangekondigde vlug schrift van kapitein Polvlict de vraag aangehaald of er niet aanleiding zou zijn bij wijze van noodmaatregel althans <lc- genen van de lichtingen 1914, 1913, 1912 enz., <fie vrijgeloot zijn, alsnog onder de wapenen te roepen, en te gaan oefe nen, om er een nuttige versterking van ons leger van te maken ..Maar, zoo gaat het blad voort, dan moge tevens overlegd worden, of er in derdaad in de tegenwoordige omstandig heden nog maai- steeds reden is, de vrij stellingen wegens broederdienst te laten voortbestaan. Heeft deze vrijstelling haar tijd thans niet uitgeleefd9 „Het komt ons zoo voor Met de beide i thans aanhangige noodwetjes ter verstor- j king van het leger mag nog het laatste i woord geenszins gesproken zijn. Er is in 1 ons volk nog eene reserve van. tiendui-< zenden jonge krachtige mannen, waar. de regeering binnenkort de hand op mo ge leggen. Hoe langer de oorlog duurt, hoe sterker de noodzaak wordt, dat daar toe zal worden--overgegaan. Voor lang j dralen is geen zin. f „En zou niet een noodwet, waardoor de jonge mannen tot hun plicht worden geroepen, «lie aan den oproep tot vrij willige dienstneming geen gehoor hebben gegeven, op algemeenen bijval kunnen rekenen?" de daartoe noodige contrötó uitoefent. Art. 1 der voorgestelde verordening luidt als volgt: Hel is verboden brooden ten verkoop te hebben, te verkoopen, te vervoeren, uit te deelen of af te leveren, die meer <Lan 3 of indien het kantjes, scheuren, knippen of blikken betreft, meer dan 4 ofe verschillen van de volgende gewich ten vooi wil brood een halve kilogram* of veelvouden daarvan, voor melkbrood 375 gram of veelvou den daarvan, voor bruinbrood een halve kilogram of veelvouden daarvan, voor roggebrood een halve kilogram of veelvouden daarvan Onder dit verbod vallen niet kadetjes of ander klein brood, luxebrood en kren- lebrood, waaronder verstaan wordt brood, dal ten minste 5 o0 krenten, rozijnen cn sukadesnippers bevat Geldleening voor de bedrijven. Tot betaling van gedurende het dienst jaar 1914 uitgevoerde werken ter uit breiding van verschillende gemeentebe drijven zijn kosten gemaakt, ter welker voldoening een bedrag van f 36 500 be- noodigd is B cn W stellen voor daartoe e«m geld leening aan te gaan van zoodanige groot te, dat deze een reëel bedrag opleven? van zoo na mogelijk f 36500 legen een rente van ten hoogste 5 o'o per jaar en «jen zoo hoog mogelijke koers, af te Los sen m bedragen van ten minste f 2000 gedurende 13 jaren, te beginnen in 1916 en daarna van ten minste f 1500 gedu rende 7 jaren. Voorts stellen B en W. voor aan den lieer J. C. van der Harst J.Jz ingevolge zijn verzoek, om gezondheidsredenen, eervol ontslag te vsrleenen als apotheker der Godshuizen tegen 1 April 1915 of zooveel eerder als mogelijk zal "blijken. KONING ZIJN. Door COLETTE YVER. UIT DE PERS. Legerversterking. De N. R. C. wees Donder<lagavo(i«l in een hoofdartikel op de kentering, die sinds kort in de publieke meening ken baar is geworden. Tegen het in dienst houden der oudste landweerlichting rees indertijd verzet, terwijl er thans, nu de voorstellen, worden inge«liend tot ver sterking van den landstorm, stemmen op gaan om onze weermacht nog meer te versterken. „Men leert inzien, «lat, hoezeer wij STUKKEN VOOR DEN GEMEENTERAAD VüN MIDDELBURG. j Toezicht op hctgcwicht van I brood. De voorzitter der commissie voor de strafverordeningen heeft tor kennis dier j commissie gebracht, dat zich ook hier ter stede niet zelden hot misbruik /oor- doel, dal ter verkoop aangeboden brood minder gewicht heeft, «ian waarvoor het wordt aangeboden Het komt der commissie voor dat er, vooral in de tegenwoordige tijdsomstan digheden. alle aanleiding bestaat, om aan «lil 'misbruik paal en perk te stellen Daartoe zou eene gemeenteverorde ning kunnen dienen waardoor eene waarborg werd gegeven, «lat de hoe veelheid brood wordt ontvangen, waar voor het publiek den prijs betaalt Zoodanige waarborg kan «Ie bnkeling zich niet verzekeren omdat niet kan worden verlangd, dat ieder geregeld 34). Toen werd in den tegenovergestelden muur, die een houten betimmering had, een deur geopend en eeu kolonel van het garde-regiment trad binnen; hij droeg de witte uniform met korte tuniek, gou den kwasten, soepele, hooge rijlaarzen, een sjerp met zijden kwast, een degen en een blauwe bandelier Op het dikke, rossige baar droeg hij een kleine pet Er schitterde een zwaantje op van heel klei nediamantjes. Zijn rossige baard bedekte halverwege het commandeurskruis van de orde van den "Witten Zwaan. Het was Wolfram V. Hij bleef staan, overzag met vluchti- gen blik dc schitterende groep der hof dames en herkende temidden van deze de zwarte japon van de scheikunde- ■docenle, die hij blijkbaar zocht. Ach ter hem kwam een stroom uniformen de zaal binnen. Voorop de geweldige gestalte van den grootmaarschalk in zijn nauwsluitende groene uniform van ca- valcrieofficier; prins Géo van Hansen als marine-officier; de hertog van Oldany, kleine en schraal in zijn roode Engel- sche uniform; graaf Zaltsen, ceremonie meester, als kapitein van de witte garde, hertog Abélard, opperkamerheer cn ko lonel van de grijze huzaren, «Ie hertog van Saventino, de gemaal van Lina, als officier van hel Italiaanschc leger; graaf Austather, chef van het militaire huis in generaalsuniform; daarna de zes ad judanten van dienst. En ten slotte nog de opperjagermeester, de opperschenker, als officieren van den generalcn staf. Die roode, groene, grijze en witte uni formen, het goud van de nestels, de rid derkruisen, die schitterd«m op de uni formen, die galons, die epauletten, die gesloten, strakke gezichten, alles vorm de slechts een schitterende omlijsting voor de figuur van den koning. Rechtop, indrukwekkend, met koninklijken gang, hel hoofd gebiedend achterover, trad hij op de koningin toe; de prinsen en hove lingen achter hem richtten hun pas naar den zijne en nu begonnen de begroetin gen. Langzaam ging men van den een naar den ander, en zoo regelmatig volg den de bewegingen elkaar op, dat het bijna s cheen, alsof van te voren de maat afgesproken was. Het was voor Clara de openbaring van een onbekende we reld, waartoe zij nooit zou behooren. Zij voelde, dat zij hier in,een andere at mosfeer leefde, dat de menschon anders waren dan zij, passend bij hun milieu, maar mijlen van haar af Hun terughou dendheid, hun elegance, hun geheele ma nier van optreden, vulden elkaar aan en vormden een harmonisch geheel. De aanmatigende houding van de dou- j airières kreeg iels priesterlijks, de hoog heid van de gemalin van den grootmaar- schalk werd schoonheid En deze man nen en vrouwen in hun uitgelezen pracht, waren slechts satelliten, die zich bewo gen om één zon: de koning. Zijn langzame gang was majestueus, zonder dat hij er zich van bewust was of zijn houding bestudeerde Alle oogen waren voortdurend op hem gericht- Glim lachte hij, «ian glimlachten twintig men- schen; bij het eerste woord dat hij sprak, werd alles onmiddellijk stil. Hij was de afgod. Plotseling kwam hij regelrecht op Cla ra af. Een rilling voer haai- door de leden „Juffrouw Hersbcrg, ik beu blij u eindelijk te kunnen zeggen, hoe het ons heefl verheugd, de koningin en mij, u bij onze dochter te zien. En ik spreek nu niet als souverein tot een van onze be roemdste geleerden, maar als vader tot de vrouw, die met zooveel waardigheid en facleen plaats aan het hof weet in te nemen, die door de omstandigheden ver van gemakkelijk is." Hij glimlachte, keek haar een oogenblik met sympathie aan. Hetd kalme, mooie voorhoofd tegen over hem trilde even onder het zwarte golvende haar; met koortsachtig glan zende. oogen keek zij "Wolfram aan. Zij vergat haar voorgenomen brutaalheid en antwoordde „Ik dank Uwe Majesteit." Hij bleef nog bij haar staan. „Maar die dankbaarheid is aan mij, juffrouw Hersbcrg Mijn kleine Wanda heeft geen vroolijk leven; zij heeft dien ernstigen inval gehad om zich aan de studie te wijden; u heeft haar groote vreugde gebracht. Ik heb eerst mogelijke gevaarlijke botsingen gevreesd. Maar er zijn van «iie onweerstaanbare, oprechte naturen, waartegenover men slechts ver trouwen kan voelen." Clara maakte op goed geluk af een paar stotterende tegenwerpingen. „Ik houd veel van Hare Hoogheid. "Wollram hernam- „Ik hoop, dat we nu cn dan eens zul len kunnen babbelen, hetzij 's avonds bij de koningin, hetzij in uw laboratorium Ik ben van plan u daar eens te komen opzoeken; ik heb er vroeger het schrijn werkersvak geleerd Beiden glimlachten. Dertig personen sloegen tersluiks dit eigenaardige gesprek van den souverein met die vrouw uit het volk gade. Hertog Bertie stond in een hoek; zijn Engelsche uniform leek' een roode vlek tegen den muur; hij I had zijn lorgnet opgezet en zijn gezicht had een eigenaardige uitdrukking; de douairières verbeten zich van woede. De oude Zottern stond recht als een kaars dit tooneel met een strengen blik gade te slaan. De hofdames criliseerden de zwart Urinefcwalen E«m der voornaamste verschijnselen tot het herkennen van aando«mingen der nie ren en blaas levert ons de verandering in het uitzicht der urine. Het water kan troebel zijn, donkergekleurd, en "bij staan een bezinksel achterlaten, hetzij wit of rood (gelijkend op stof van baksteen Deze verschijnselen wijzen op overvloed van urinezuur in het bloed en vormen de oorzaak van rheumatiek, jicht, nier steen. Overvloedige urineafschciding, urine helder als water, schuimend, eiwithou dend, wijzen op aandoeningen der nie ren, welke reeds ver gevorderd kunnen zijn. Voortdurende aan<iraing, vooral des nachts, met branderig gevoel, wijst op aandoeningen der blaas en urinelciders Ook kan druppelsgewijze loozing en zelfs verstopping der urine optreden, en de urine kan bloed bevatten, zand of steentjes. Alle bovengenoemde verschijnselen dui den ernstige ziekten der nieren en blaas aan, niet alleen door de ellende, die zij met zich brengen, doch ook door het geen u verder te wachten staat. Fosters Rugpijn Nieren Pillen zijneen speciaal geneesmiddel voor deze kwa len Zij bewerken, dal de nieren de uri- nestof, het urinezuur en het overtollige water uit het bloed afvoeren, herstellen zoodoende de geregelde urineloozing en nemen den oorsprong van uw ziekte weg Te Middelburg verkrijgbaar bij den heer Joh. de Roos, Vlasmarkt K 157. Toezen ding geschiedt franco na ontv. v. postwissel k f 1.75 voor één, ot t 10.voor zes doozen. filffBSk Eischt de echte Poster's Rugpijn Nieren Pillen, tl-weigert elke doos, die niet voorzien is van ne venstaand handelsmerk. laken japon van Clara. Als om Wolframs houding te rechtvaardigen in hel oog van de douairières, legde de koningin haar op fluisterenden toon uit: „Die juffrouw Hersbcrg is de beroemd ste scheikundige van het heele land De vrouw van den grootmaarschalk zei in hevige verontwaardiging tegen graaf Pol law: „Er wordt verteld, dat zij een natuur lijk kind is van dien afschuwelijken Ko- sor De jonge aartshertogin had prins Géo meegetroond naar een vensternis. Zij spraken nie t veel, zij keken elkander slechts aan. Zij had de fijne lippen*, half geopend en haar glimlach verloonoe even de kleine tanden, de knappe mari ne-officier in zijn donkere uniform, waar tegen het goud mooi afstak, keek mei liefdcvollcn blik naar die zachte lippen, hij kuste ze in gedachten, bewonderde, aanbad ze. Wanda zei tegen hem. „De tijd is mij heel lang gevallen, Géo, tot vandaag En hij vroeg met de kinderlijke be zorgdheid van jong minnaar „Heb je veel pijn aan je knie gehad?" En zij legde hem uit, «Lat zij altijd aan hem dacht, wanneer zij pijn had en dat «lan die pijn heerlijk was om te (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1915 | | pagina 5