MHJDELMRGSÜH ('UI RAMT. 1^7* jfiirgaag. Zaterdag 19 December Kameroverzieht. BINNENLAND. De TlDcbteüngen. 299. 1914 Dm» «omraat Ttnohijat ftagalijki, «tt mitsoafttriag vut ïoai u Tmfcftagcm] }t fï kwartaal, xooval voor Miftftalbarg al# voor alle plaat»* ia Ntlirlul fnaoo pp.® f I.IIJ Afsoaftarlyka iiuni kosUm K oeat. ilTirtiatiti by aboaa#m#mt op Toorftwliga voorwaarftw, ProcpeotiiMi (urru iym ui bet buaa* U b»kom»v AftvasUatid* voor k»t Mufcrolgemft» **n»m«r cce'-ea ftei wUigi vóór één. m ui h«t bum b«ergi rij*. AftvarWatita ft 20 Mit per regel. Bij ebouememt veel lagesi Oeboorte-, looft- u alk nadere faaülieberiektea ea Daakbetmigiagea m 1—7 regela f 1AOelke regel natS 20 Mat. Beelaaei 40 seat per regel. Groote letten aaar fte plaatcj ftie rij iaaeaataj Tot ie plaataiag m aftvarUatiöa ea reolaniei, aiet af komitig ait Z e 1 a a ft, befcrcXeaft} Maaftel, Nijverheid ea Geliwezea, ia gerechtigd het Alxeaeel Adverteitie-Bmn Ml. DE LA m Ai., X.Z, Yenhafgwol MQ, Aautuftui. Zij, die zich na ep ons blad abonneeren, ontvangen de nog in deze maand verschijnende num mars kosteloos. Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. Bog eens: de niet-strijders. We dachten dat vre geen illusies meer hadden over het ontzien van niet-strijders m een oorlog. Wat nu aan de Engelsche kust is gebeurd, heelt ons geleerd dat we er toch noch een hadden. Want we voelen dat opnieuw ah een onrechtmatige daad. We nemen dadelijk aan dat bij die schoten kustplaatsen batterijen lagen. Oi ze daardoor versterkte steden waren, kan alleen worden uitgemaakt wanneer men in bijzon derheden de ligging daarvan weet. Maar goed, we willen zelfs aannemen dal ze «versterkte steden" waren waarvan een bombardement is toegelaten door de tractaten. Dan krijgt men hier allereerst de kwestie dat het vijandelijk eskader niet den al- onden, en trouwens ook bij tractaat voor geschreven regel heeft gevolgd om vóór het bombardement te waarschuwen opdat de niet-strijders gelegenheid krijgen tijdig de wijk te nemen. Dat is bij Antwei pen'gebeurd. Hier niet. Ongemerkt varen eenige kruisers naar de kust. En plotseling openen ze het vuur op steden, waar de bevolking, van geen gevaar bewust, aan haar gewone bezig heid is. Om de zaBk echter niet slechts met vage beweringen te bespreken willen we uit het in 1907 op de tweede Vredesconferentie gesloten «verdrag nopens het bombardement door een scheepsmacht in tijd van oorlog," nog aanhalen art. 6: «Behalve wanneer de militaire eischen het niet veroorloven, moet de bevelhebber der aanvallende scheepsmacht alvorens tot bom bardement over te gaan, alles doen wat in zijn vermogen is om de overheden te waar schuwen." Was hier nog een andere «militaire eisch" aanwezig dan alleen de noodzakelijkheid om zoo spoedig mogelijk te schieten, en dan weer de vlucht te kunnen nemen 'i Maat dan ten tweedede bombardeerende vloot schoot niet slechts op batterijen en versterkingen, maar op de huizen van de stadl We kunnen niet aannemen, dat aide granaten die in de stad zelf vielen, slechts verdwaalde schoten waren. In Scarborough is geen straat zonder schade. De huizen met hun inwoners zijn een doel geweest. Wat de Duitschers met dat beschieten voor hadden, kan men slechts gissen. Het kan een wraahneming zijn geweest. Misschien een schrikaanjaging. Het lijkt ons echter waarschijnlijker dat er de strategi sche bedoeling achter zat om de Engelsche vloot te dwingen meer schepen in die bloot gestelde buurt te brengen. Maar wftt het doel ook moge zijn ge weest, het feit is niet weg te redeneeren dat als middel daarvoor ook nu weer ge bruikt is het opzettelijk dooden van niet- strijders en het vernielen van hun eigen dommen. Het is de toepassing van dezelfde methode, die door vliegers granaten liet werpen op de bevolking van het niet-be- legerde Parijs, en brandbommen op het dak der Nötre-Dame, iets wat sterk verschilt van het werpen van bommen op de hallen van luchtschepen of op bruggen, omdat die tot het oorlogsapparaat bebooren. We zullen ons maar onthouden van woorden van erge. nis. We willen hier alleen het feit constateeren. En dan tevens nog eens wijzen op het groote verschil tusschen de behandeling van niet-strijders wanneer die aan den strijd deelnemen, en deze methode om door het doodschieten en benadeelen van niet-strijders een krijgskundig doel te bereiken. Na het schrijven van het bovenstaande vonden we in het „Hand." een artikel van gelijke strekking. Het blad heeft nog de hoop dat ook in dezen oorlog de strijders tot de opvatting kannen komen dat alleen strijders hun tegenpartij zyn. Maar in elk geval moeten de Staten elkaar en zioh zei' beletten dat dit in een volgende oorlog weer vergeten wordt. En zeer zeker moet de openbare meening opkomen tegen een tactiek die het dooden van non-combattanten als oorlogsmiddel gebruikt. Eerste Kamer. Zitting' van Vrijdag, 18 12 Toen de Eerste Kamer zoo lang talmde met het in behandeling nemen van het wetsontwerp op de inkomstenbelasting, is menigmaal de'vrees uilgesproken dal het daar een sterke oppositie zou ontmoeten Dat is hij de beliandeling niet het geval gebleken. Het is zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. Voor een deel blijkbaar door de tijds omstandigheden Maar toch is bij het debat ook niets' gebleken van ernstige principieele tegen kanting. Het denkbeeld van de Standaard" om de behandeling van het wetsontwerp on bepaald uit te stellen, werd niet ter sprake gebracht door, de aanwezigen. En dr. Kuyper zelf kon het niet doen want. hij was er niet. En de overige bezwaarden waren toe gevend gestemd. We deelden reeds gister mee, dat de heeren de Vosvan S t e e n w ij k en v. d Bies en Donderdag in weerwil van hun bezwaren toch verklaarden te zullen óór slemmen. En gisteren lei de heer Fransen wel dat hij niet heenstapte over het bezwaar van de dubbele belas ting tengevolge van de dividend-belas ting, maar bij de eindstemming vroeg hij alleen oanteekening. En de heer Gijselaar die zijn stem liet af hangen van hetgeen de minister zou ver klaren over zijn plannen ten' opzichte van de grondbelasting, was blijkbaar ook ten slotte voldaan. Voor de twee voorstanders die zich gisteren in het debat mengden, was de rede van den heer de Vos van Steenwijk het onderwerp van hun.beschouwingen. De heer De Boer bestreed ill. diens betoog dat de belasting nu oon onbillijk op de landbouwers zou drukken. Uit de geschiedenis van hun vrijstelling van de bedrijfsbelasting bleek z. i. dat er nim mer aan is gedacht de landbouwers blij vend vrij te stellen. En de heer Polak kon het natuurlijk als socialist niet onder zich laten de the oretische beschouwingen van den heer De Vos van Steenwijk onder handen te nemen. Voor hem bezat diens rede iets bekoor lijks; een bekoring gelijk aan die welke ■wij smaken wanneer wij de lavendelgeur opsnuiven uit de oude baljaponnen van onze grootmoeders. Ze deed ook denken aan een antiquiteit, die wij niet willen, missen hoewel ze geen praktisch nul meer heeft. Dat de staat de tering moest zetten naar de nering van hen die spraken bij monde van den heer de Vos van Steen wijk; dat de belasting naar draagkracht een onbillijkheid zou zijn het werd door den heer Polak bezadigd weerlegd. Minister Treub had een meer vleiende kwalificatie voor de rede van den heer de Vos van Steenwijk, waarin echter tevens een argument zat. Die rede was voor den Minister het bewijs dal deze afgevaardigde het noblesse oblige huldigt en behalve edelman van geboorte edelman is in zijn denken en doen. De edellieden uit de vroegere eeuwen heb ben het volk beschouwd taillable en con- véable a merci. Zoo zal de heer de Vos van Steenwijk het tlians niet beschouwen maar dan dient hij te erkennen dat die eoollieden verplicht zijn zooveel aan den Staat bij te dragen als naar billijkheid vergelijkenderwijze van hen verwacht mag worden. Voorts stelde de minister den heer v. d. Biesen gerust over de belasting op stich tingen. De bepaling is slechts preventief bedoeld, nl. om te voorkomen dat be drijven in den vonn van een stichting worden opgericht. Dat de belasting op de naamlooze ven nootschappen in deze wet is opgenomen, noemde de minister „eigenlijk een Schón- heitsfehler" want deze belasting is nim mer een inkomstenbelasting. Na de aanneming van de inkomstenbe lasting ging de Kamer uiteen tot Dins dagavond. Woensdag komt reeds het leeningsont- werp aan de orde. Zooals we reeds met een enkel woord in de tweede oplage van ons vorig num mer meldden is het gister verschenen afdeelingsverslag over dit ontwerp gun- Tweede Kamer. Zitting van Vrijdag 18,12. Minister Cort van der Linden toonde zich gistermiddag eenigszins ver baasd over den loop die de algemeene be schouwingen over ie begrooting van bin- nenJandsche zaken pamen. Wanneer men zlqji als hij maandenlang van uur tot uur beziggehouden heeft met de spanning van dezen tijd, met de ne teligste vraagstukken, ons zelfstandig be slaan rakend, met de economische en financieele vraagstukken, dan doet 'l leenigszins zonderling aan te komen in een atmosfeer waarin men wel erkent, dat het oorlogsgevaar nog niet voorbij is, maai' toch doetalsof 't leven weer zijn normalen gang gaat Hij doelde daarbij op de kritiek door verschillende leden uilgesproken over de in de begrooüng aangebrachte bezuini gingen, speciaal op onderwijsgebied, door terugneming van Subsidies voor Hoogere Burgerscholen. De heer Ketelaar kwam op voor die te Hilversum en Utrecht; de heer P a t ij n voor die te Middelharnis, Oostdongera- deel en Appingedamde lieer Eerd- mans voor de subsidie voor Röntgenbe- straling van kankerlijders te Leiden; de heer Duymafif van Twist voor een wandellecraar voor de visscherij. En nog andere sprekers Jjadden het in 't alge meen over hel nadeelige van de bezuini gingen Ja, de ministjer erkende dat volko men. Hij is in dd eerste plaats zelf te leurgesteld met een verminkte begrooting te moeten komen. Maar het is noodzake lijk. Geen uitgave, mag gedaan worden zonder dal er dekking aanwezig is, of men zet een schrede op den weg, die eindelijk moet leiden naar het staatsban kroet. Hier vooraï moei men tegen de eerste schrede waken. Niemand kan voor spellen hoe financieel de naaste toekomst zal zijn. Op de vraag van den lieer Roodhuy- z e n wat hij verstaat onder „terugkeer tot normale omstandigheden", antwoordde de minister dat het zijn voornemen is om, zoodra tengevolge van hel intreden van meer normale omstandigheden re delijkerwijze is tè voorzien dat het bui tengewoon tekort op onze staatsinkomsten, gevolg van den oorlogstoestand, zal op houden, de aanvrage van een crediet voor nieuwere hoogere burgerscholen weer op de begrooting te brengen. Van de vele overige besproken punten stippen we nog aan dat de heer Bram- melkamp aan de regeering vroeg of zij hel oogenblik gekomen achtte voor het uitschrijven van een openbaren biddag, welk verzoek werd ondersteund door do heeren de Visser en Nolens, maar bestreden werd door den heer Rood hu y z e n, die het in strijd met de grond wet achtte aan zulk een biddag een over heidskarakter te geven, en die tevens den heer Brummelkamp verzocht niet meer te spreken van „den God van Nederland. De m i ni ster tiet dat laatste rusten. En hij deelde ook niet het staatsrechte lijk bezwaar van den heer Roodhuyzen. Maar hij kon tpch niel aan hel verzoek voldoen, daar hij niel overtuigd is, dat het zou strooken met de denkbeelden van de meerderheid der bevolking als de re- gcering zich zou mengen in dergelijke aangelegenheden. Voorts dat door de heeren Alberda, de Visser pn Rpodh uyzen een aan val werd gedaan op den post van f 10.000 voor subsidies ring v ih cursussen voor op leiding van leeraar M. O., De sprekers richtten de gestelac eischen te laag. Maar aan het- verzoek om dien post terug te nemen zei de minister niet te kunnen voldoen, waar reeds voorberei dende maatregelen door belanghebbenden zijn genomen. Men heeft hier trouwens te doen met een overgangsmaatregel die niets pracjudicieert. De Kamer bleef bij de afdeeling lager onderwijs steken, waarmee Maandag zal worden voortgegaan. TWEEDE KAMER. Begrooting Waterstaat Aan de Memorie van Antwoord over het Hoofdstuk "Waterstaat ontleenen we het Volgende; Voor de wegen in ZeeuwschVl a an deren werd aan een vernieuwing van de aanwezige keibestrating de voorkeur gegeven boven andere verharding en wel met het oog op het eigenaardige verkeer. Nabij Sehoondyke en Oostburg is er een proef genomen met sleenslagbesfca- ting. Toegegeven wordt dat de verb in dingsweg tusschen Zeeland en Noord-Brabant niet zal voldoen aan all* eischen van het moderne snelverkeer de verhardingsbreedte is daartoe te gering. Meer was echter voorshands niet te ver krijgen. Omtrent het spoorwegverkeer In de treinen voor verlofgangers, die als voor- of volgtreinen van gewone trei nen en als extra-treinen loopen, worden de gewone reizigers zooveel mogelijk toe gelaten. De minister meent, dat niet uit het oog verdient le worden verloren, dal de Mij. tot Expl, van S S. juist die gedeelten van van het land bedient, waar de militaire grensbewaking het grootste vervoer van militairen medebrengt en dat de II IJ S. M. een beter gebruik van het haar ter be schikking gelaten materieel kan maken De beperkte beschikbaarstelling van personenmaterieel heeft zeker invloed op den loop der personentreinen; plaatsge brek op de stations is een dagelijksche bron van vertraging Ook van het goede- renmaterieel moet een groot gedeelte beschikbaar worden gehouden voor mi litaire transporten; bovendien doet het feit, dat het aantal beschikbare vreemde wagens belangrijk minder is dan in ge wone toestanden, het gebrek aan laad ruimte nog toenemen. Het verband tusschen den huidigen onvoldoenden toestand en staatsexploita tie van spoorwegen vermag de minister niel 'tn' te zien. OPENING DER BEURS. In de ook reeds verschenen Memorie van Antwoord op het afdeelingsversl-ag der Eerste Kamer betreffende het Lee- ningsontwerp, wordt o. a. het volgende opgemerkt Een algemeene opening der Beurs schijnt den minister vooralsnog niet ge raden. Een beperkte opening voor zeer enkele, bepaald aan te wijzen fondsen, ongeveer op het tijdstip dal in het Voor- loopig verslag werd aangegeven wordt overwogen. Het Beursreglement dat voor af moet worden vastgesteld, is in een ver gevorderd stadium van voorbereiding. Echter is, alvorens tot die vaststelling kan worden overgegaan, een kleine wijziging der Beurswet, waarvan het ontwerp waar schijnlijk dezer dagen bij de Tweede Ka mer zal worden ingediend, gewenscht' zoo al niet strikt noodig. NEDERLAND EN DE OORLOG. Vrij vervoer. Naai* wij vernemen wordt door hel Centraal comité voor onlsp-anning en ont wikkeling van militairen, wanneer het daartoe aanvraag krijgt hetzij van de plaatselijke comité's, hetzij van de hoog ste militaire autoriteit, ter plaatse waar voor ontspanning en ontwikkeling van militairen door artisten of door hen, die zich daartoe welwillend beschikbaar heb ben gesteld, wordt opgetreden, aan de spoorwegmaatschappijen een bewijs van vrij vervoer aangevraagd en van deze verkregen ten behoeve van hen, die zich voor bovengenoemd doel hebben dispo nibel gesteld. Onder bet opschriftNederland en de Oorlog. De vluchtelingen in Brabant en Limburg TV in bet avondblad van de Nieuwe Rotterdamsche Cousant van 17 December 1.1. komen enkele passages over de vluchtelingen verzorging in Zeeland voor, welke wij niet ongemerkt mogen laten voorbijgaan. In dat verslag dan van den tocht der journa'isten, wordt o. a. de burgemeester van Oostburg sprekende ingevoerd, zich be klagend over deD toestand der «pauvres bonteux", en over het gebrek aan ondergoed voor de vluchtelingen. Tegenover deze klacht wenscben wij de aandacht te vestigen op twee circulaires uitgegeven van bet Provinciaal Comité tot Hulpverleening aan vluchtelingen in Zeeland den 3 December 11. Do eene daarvan, gericht aan de burge meesters en plaatselijke comité's in Zeeland wordt nog eens onder de aandacht gebracht lo. dat het Provinciael Comité zich be last beeft met de zorg voor den aanvoer en de verdeeling der vereischte levensmiddelen in de provincie dat burgemeesters of comité's die vreezen voor onvoldoenden voorraad levensmiddelen voor de vluchtelingen, zioh derhalve hebben te wenden tot het Provinciaal Comité, adres mr. P. Dieleman te Middelburg, en niet tot den Etappe-Commandant, noch tot den Regeerings-Commissaris (zie circulaire dd. 28 October) 2o. dat aan hetzelfde adres dekens voor de vluchtelingen kunnen worden aangevraagd, terwijl gebruikte dekens daarheen bebooren te worden |teruggezonden (zie zelfde cir culaire) 3o. dat aan hetzelfde adres (zooveel moge lijk gespecificeerd) aanvragen om noodzak», lijke kleedingstukken en schoeisel voor de vluchtelingen kunnen worden gericht en bet derhalve volkomen overbodig is, ja in strijd met de voorwaarden eener juiste distributie, zich tot andere comité's te wenden om steun. De tweede circulaire luidt als volgt »Het Nederlandsche Comité tot steun aan Belgische en andere slachtoffers te Amster dam (secretariaat Kalverstraat 64) vernam dat in Zuidelijke grensplaatsen uitgewekenen vertoeven behoorende tot de betere klasse, doch wier geld ia opgeteerd. Aan dergelijke uitgewekenen kan, door bemiddeling van genoemd Comité tot beperkt aantal, gratis huisvesting worden verleend bij particulieren. Wij verzoeken u daarom dergelijke ge vallen, indien deze zich in uwe gemeente voordoen, ter kennis van dat Comité (af deeling huisvesting) te willen brengen en tevens ook ons Comité daarvan op de hoogte te stellen, een en ander onder duidelijke opgave van de namen, het aantal der leden van het gezin, en van het beroep ot de maatschappelijke positie van de betrokkene personen." Wat die pauvres honteux betreit, ontving de secretaris van het Provinciaal Comité slechts kennisgeving van éen burgemeester (niet van Oostburg) omtrent óéne familie'. Het Comité wil hiermede niet beweren dat deze categorie personen niet bestaat, doch dat als zij niet geholpen worden, de schuld ligt ter plaatse waar zij gebrek lijden. En wat de kleedingkwestie betreft, con stateert het Provinciaal Comité nadrukkelijk dat in deze al gedaan wordt, wat gedaan kan worden. Aan iedere aanvraag van burgemeester en plaatselijke comité's in de provincie wordt van uit het centraalmaga- zijn van het Provinciaal Comité zoo spoedig mogelijk voldaan en reeds werd aan nieuw ondergoed voor eene waarde van ruim f 25000 over de provincie verdeeld. Indien derhalve de voorziening in nood zakelijke kleeding ergens in Zeeland te wen- schen overlaat, laten dan toch de autori teiten of comité's, die ter plaatse de leiding hebben, hunne klachten of aanvragen bij het Provinciaal Comité indienen en niet er toe medewerken dat de onjuiste indruk ge vestigd wordt dat in onze provincie niet behoorlijk voor de vluchtelingen wordt ge zorgd. Het Belg. Kom. te Middelburg heeft nu de alpbabetische lijst der in Nederland geïnterneerde Belgische soldaten afgewerkt. Er kan dus aan iedereen op staanden voet het adres van een geïnterneerd militair wor den opgeven. Het B. K. is bereid alle vragen direct te beantwoorden mits inzen ding van een postzegel van 5 cent. Deze dienst -zal Woensdag aanstaande beginnen. Heden werden 1208 bons voor warm elan afgegeven. Te A x e 1 zal van regeeringswege een tweede barak voor behoeftige Belgische vluchtelingen worden gebouwd, waarin 150 personen gehuisvest zullen worden. Te Vlissingen zijn in de loods aan de binnen Haven, die het overgroote deel der onvermogende vluchtelingen herbergd, aanzienlijke verbeteringen aan gebracht. Deze loods was, zoo schrijft de VI. Cl., voor een permanent verblijf zeer onge schikt, het daglicht kon er niet anders dan door de deur binnendringen, des avonds was de enorme ruimte hier en daar verlichtdoor een acelyleenlamp, mannen, vrouwen en kinderen lagen op het lang niet altijd frissche stroo in bonte mengeling dooreen, privaten waren er niet, evenmin waschgelegenheden, het weiland in de omgeving was met allerlei vuil bedekt, geon wonder dat de typhus hier gelegenheid vond ach uit te brei den.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1914 | | pagina 1