NIDDGLBIBGSCHECOÜBAIT. r 289. 187' Juniflf. 1914 Dinsdag 8 December BINNENLAND. FEUILLETON. DE ONGEKROONDE KONING Uit Stad en Provincie. Om» «omrut vmehjjmt 1g 1 ij k i, mitioii»ri>g m 2oa« u VMiUigui JdJf kwartaal, soowal root Miidtlbmrg all voor all* plaatiu ia Ntitrlaai lraaoo pp. 11.1B| üioaltrlijk» aamaaan koite* 5 eaaL AlrartaatiSa bij aboaaemut op Toorlatlig» Toorwaariaa. Proapaotasiea iaarrsji xija aaa bet baraaa ta bakomaa« Airertantiea voor bet aaritrolgeada aammar moatea les miélagi vóór ééa aai aaa bat baraaa baxergl xija. AivartaatiSa 1 30 eaat par regal! Bij aboaaaaiaat vaal lagar! öaboorta-, looi* aa alle aalara laMilïeberiobtea aa Daakbetaigiagaa taa 17 ragala 1 1.B01 elke regel ae«| 30 oaat. Baolaaaa 40 Mat per ragaU Groote latten aaar la plaats, lie i\j innate) Tot la plaatiiag tu alvartaatita aa raolames, aiet afkomstig ait Zaalaal, batraffa«4| Eaalal, Nijverheid aa Gallwezaa, is gareohtigl bat Algeeae«i Adverteatla-linaD A. VB Li »AK As., 1V.Z. Vaanugwal M6, Asuterdam. ▼R1JZINMGE GEDACHTEN IN OORLOGSTIJD. Van (le voordracht door dr. D Bos lop 22 November in een huishoudelijke vergadering van den Vrijz Dem. bond te Utrecht gehouden is, bij een nadere be werking, een boekje gegroeid met vrij zinnige gedachten; waaraan, naar de stehrij'ver zegt, hel doel van par tij-propa ganda vreemd is. An het laatste hoofdstuk steil dr. Bos de vraag .Welke lessen zou ons nu reeds de oorlog kunnen geven ten aan zien van onze eigen politiek?" Uit de beantwoording van deze vraag laten wij hieronder bet een en ander volgen Vooreerst dan deze, dat in ons volle de. geest moet worden aangekweekt van welwillendheid en vriendschap tegen over alle volken, onder vermijding van elk hol wereldburgerschap, met zorgvul dige handhaving van eigen taal en volks karakter, eigen kunst en levensopvat ting, eigen methode in het oplossen van onze eigen vraagstukken. Geen Slaafsclie volgers van Duitsch- land, Engeland, Frankrijk of Amerika, het goede waardeerend in allen,dei voorbeelden verwerkend door eigen brein. Vooral en dat geldt zoowel voor ons eigen land als voor de koloniën ieders vriend, niemands bondgenoot Ook daardoor wordt de kans op sa mensmelting met een ander geringer. In de tweede plaats deze les, dat wij zelf de meeste kans hebben om in we de en vriendschap met andere volken le leven, wanneer wij vrijelijk zoowel hier nis in onze koloniën cn bezittingen "den vreemdeling op gelijken voet als den Nederlander laten handel drijven, industrie uitoefenen, mijnbouwonderne- mingen of -ontginningen te hand nemen, in het algemeen arbeid en kapitaal met de krachten der natuur doen samen werken. Voor ons land moge het gevaar van andere politiek tijdelijk zijn geweken, het kan spoedig terugkomen en zal te rugkomen zeer, zeer spoedig, wanneer niet op het stuk onzer financieele po litiek met durf en doortastendheid thans wordt gewerkt. Voor onze koloniën is het gevaar al- een andere politiek tijdelijk zijn geweken, wanneer in ons eigen land een pro tectionistische geest weer begint teover- heerschen. Een grooter geyaar schuilt daar in de monopoliseering van handel, bankwezen, scheepvaartverkeer, cultuurondernemin gen e. d door financieel machtige li chamen, welke ook vaak machtig iu in vloed zijh op regeeringen. Deze vormen een staat in den staat en hun macht is groot genoeg om diepen invloed op elk staatsbestuur ,uit te oeefnen. Ook daarom zij men voortdurend, juist in dezen tijd van financieelen nood vaaji de schatkist, waakzaam ten opzichte van allerlei voorstellen, welke de macht van dergelijke ondernemingen kunnen ver- grooten, ook al geschiedt dat met de besbe bedoelingen. Geen belang kan er bestaan om ons het bestuur van onze koloniën te ont nemen, wanneer wij kapitaal en arbeid van PAUL OSKAR HiCKEI. naar het Duitsch. Nadruk verboden. 44). Met gefronste wenkbrauwen bleef von Erxleben steeds weer stilstaan op zijn ■wandelingen door de kamer voor de portretten, die 't jonge paar voor hun vertrek hadden laten maken Die fijne, pittige, hoogvoelende Beate en die grofzinnelijke, opgeblazen proletariër, die hij zonder twijfel was, die goede Klaus Eigenlijk doodzonde van het prachtige kind! Uit deze bespiegelingen rukte hij zich echter steeds weer los. Hij wilde geen wrok koesteren tegen'zijn schoon zoon. Klaus had zich in ieder geval zoo buitengewoon edelmoedig getoond dat het ondenkbaar was dit alles ooit weer goed te maken. Beate alleen kon dat: van e lk volk daar vrijelijk onder ons algemeen bestuur en naar onze regelen, met de krachten der natuur laten sa menwerken voor de productie. Elke be- geerigheid van eenig volk zou, door de vrees dal onder andere overheersching ander beleid zou worden gevolgd, ster ke tegenkanting van velen ontmoeten Dan evenwel moet die vrijheid en gelijkheid niet eene zijn in schijn, uit sluitend ten aanzien van tarieven invoer, maar ook betrekking hebben op hetgeen het gelieele economische leven betreft, alles behoudens de verplichtin gen, welke ons de voogdij over de In- landsche bevolking zoowel tegenover den Nederlandschen als den vreemden on dernemer oplegt. Die vrijheid en gelijk heid in mededinging moet de grondzuil wezen van ons koloniaal beleid. Daar aan moet gepaard gaan, de handhaving van voldoende macht, militaire en eco nomische macht van de Indische staats- gemeenschap. Dat onze geestelijke en economische kracht na den oorlogstijd zoo groot mo gelijk büjve, is een levensbelang voor ons volk. Ontzaglijk is de vooruitgang van ons land in de laatste jaren ge weest. Die snelle vooruitgang is onderbro ken hij moet worden voortgezet. Geen beter middel om ook de welvaart (der arbeidende klasse le verboogen, de mid delen te vinden om zijn ontwikkeling en kennis te vermeerderen, de voor waarden te scheppen voor een goede, krachtige arbeidersbeweging, welke de vrijheid en zelfstandigheid te zamen met de welvaart van den arbeider waarbor gen moet. Ook hier moge het vrijheidsbeginsel dat erkenning der persoonlijkheid eisebt, ons leiding geven. Levensbelang nu voor ons allen is hel, dat alle groepen en geledingen van ons volk zich naar hun eigen aard kunnen ont wikkelen. Dit brengt mede de noodzakelijke op lossing van den staatkundigen school strijd. Ons volk staat na den oorlog voor (een grooten arbeid van volksverheffing door sociale- en onderwijshervorming. Daarnaast zal het andere groote vra gen tegemoet moeten treden Na den oorlog komen de technische oorlogservaringen voor den dag. Een algemeene Krupp-ziekte zal slechts met veel opoffering van geld worden bestreden. De zorg voor de veiligheid van den staat en van de ko loniën dringt zich met groote kracht naar voren. De noodzakelijkheid van al- gemeenen dienstplicht en de vragen van de organisatie van een volksleger zullen zich spoedig openbaren. Groote uitga ven zal het alles medebrengen. Wie zich aan de illusie overgeeft, dat in dezen oorlog de onhoudbaarheid van oude bewapeningen wel zóó voldoende zal zijn gebleken, dat daarvan het ge volg zal zijn, vermindering der kosten, zal bedrogen uitkomen. Optimisme zou hier zeker ongerecht vaardigd zijn. En toch moeten wij vooruit. Toch moe ten wij de kracht houden om ons volk- in alle lagen naar boven te brengen, de welvaart, de zelfstandigheid en de vrijheid ook der minst gegoeden te bevor- door hem liefde en trouw en een (ernstig plichtbewustzijn te schenken. Börries was de eenige die zich nu en dan een kleine scherts veroorloof de over den „rooden zwager." Toen Haunsheinz hem daarover eens een ver wijt wilde doen, was hij zeer verbaasd over de opvatting van zijn broeder Verplicht tot dankbaarheid aan Klaus Teerbrügge.ygge? Hoezoo? Hij had nu drie paarden, ja, dat is zoo, zijnmaan- delijksclie toelage was vier maal zoo groot als vroeger; maar dat kwam door de schitterende betrekking1 van papa Hij werd boos. toen Haunsheinz ant woordde dat p»ok papa's betrekking een geschenk was van Klaus Teerbrügge. Hij voor zich bedankte er rond uit voor van Klaus Teerbrügge's gunst te leven In September beerde het jonge paar van de reis terug. Ze zouden nu ook in Berlijn komen en hun intrek nemen in Evelyne's villa in de Rauchstrasse. Maai- Beate kwam alleen. Haar man was al in Dresden. Daar zij nog geen eigen huis hadden, wou hij den herfst in het sanatorium doorbrengen. En dan waren zij' van plan na Kerstmis in deren Toch moeien wij onze koloniën ontwikkelen, en in ons land die groote werken tot stand brengen, waarvan duurzaam ecu verhooging van onze na tionale kracht is le verwachten. Zware jaarlijksclie lasten zullen wij hebben op te brengen en levens her haaldelijk zóó voor Indië als voor het moederland beroep moeten doen voor groote bedragen op hel nog ongeboren Indische- en het 'af zeer oude en be daagde Nederlandsche staatscrediet. Van onberekenbaar belang is het, wanneer in dat tijdperk jns volk economisch en financieel krachtig, met ongeschokt crediet zich kan stellen tegenover de vragen, welke zich dan in groote ver-' seheidenheid en aantal aan ons zullen voordoen TWEEDE KAMER. De Oor logs leening. Door den heer Vliegen zijn eenige amendementen ingediend welke beoogen, thans reeds le besluiten, dat de aflossing der leening móet plaats hebben door een éénmalige heffing van vermogens en in komsten. In afwachting van deze aflos sing de J-ente je dekken door de opcenten, bedoeld in art. 34 suh a, art. 35 en art. 36 sub a. De Ned. Vereeuigiug tot afschaffing van alcoholhoudende dranken heeft een adres gericht tot de Tweede Kamer waar in zij hare afkeuring uiteenzet tegen de voorgestelde heffing van opcenten op suiker-, wijn- en gedistilleerd-accijns. Belasting van ge mobilise er den Op de desbetreffénde vragen van den heer J. ter Laab* omtrent maatregelen betreffende de achterstallige belasting van personen pie gemobiliseerd zijn, heeft de Minister van Financiën geantwoord lo. dat bij missive van 1 Aug. 1.1. aan de directeurs der directe belastingen enz. is medegedeeld dat met het oog op de ern stige tijdsomstandigheden voorloopig niet tol executie wegens belastingschuld moest worden overgegaan, behalve in gevallen van duidelijk gebleken onwil; en 2o. dat tot het verleenen van ontheffing ambts halve geen termen aanwezig worden ge acht. Is een gemobiliseerde buiten staat zijn belasting le voldoen, dan is het voor hem een geringe moeite, daarop door een verzoek om ontheffing de aandacht der autoriteiten te vestigen, zegt de Minister, NEDERLAND EN DE OORLOG. Maïs. De commissaris aer Koningin in Gel derland heeft, naar de N. R. C. meldt, meegedeeld, dat van regeeringswege nog 12 000 13.000 ton (d. i. ongeveer 180 000 H.L.) maïs beschikbaar zal worden ge steld, en dat voor de verdeeling daarvan in de eerste plaats de zandstreken in aanmerking komen. N;a dezen aanvoer zal de handel in maïs weer vrijgelaten worden, totdat on verhoopt blijken mocht, dat de verkoops prijs van de maïs door de handelaren te veel wordt opgedreven. Neder 1 Anti-Oorlog Raad. Uit een rondschrijven van bovenge- noemden Raad, waarin deze zijn hou- Nizza weer aan boord te gaan Wan hun jacht. „Beate" om een paar mooie rei zen te doen op de Middellandsche Zee. Het was gedurende den tijd der ma noeuvres dat Beate in Berlijn aankwam; Börries ontmoette zijn zuster dus niet. Ingrid en Haunsheinz en vooral tante Eddy en haar--vader schrikten toen zij Beate weerzagen. Zij was aan de slapen, aan hals en kin sterk verma gerd, haar houding was mat, zij had iets vermoeids. Toen Beate de verbaasde oogen zag, glimlachte zij droevig-berustend. „Een verloren verwachting", zei ze tot tante Eddy, die overgekomen was, toen zij hoor de dat haai' lieveling, haai' „troetelkindje" ïn Berlijn verwacht werd. Papa en broers en zuster hoorden het nu ook Beate had eenige weken ge leden toen ze op het eiland "Wight wa ren, een fausse couche gehad; zij kon hier in Berlijn absoluut niet uitgaan en ook in het sanatorium zou zij nog geraïmen tijd noodig tyebben om op krachten te komen. Zoo vaak mogelijk zochten zij Beate in de Rauchstrasse op. De kamer waar ding bepaalt tegenover de actie ten gunste v,an vredesbemiddeling zooals. die op het oogenblik door tal van kleine organisaties en comité's geschiedt, welke actie het bestuur van den Raad ontijdig en daardoor nutteloos en zelfs schade lijk acht schrijven we de slotsom over „Het bestuur meent mitsdien de me destanders van den „Nederlandsche Anti- Oorlog Raad" te Imogen opwekken, voors hands alle krachten te geven aan ver sterking dezer organisatie en inmid dels zich van deelneming aan afzonder lijke actie te onthouden Op Java. Router's correspondent te Batavia seint aan de „Westminster Gazette", dat de overheid op Java voorzorgen treft le gen de verspreiding van oproerige rond zendbrieven uit Konstantinopel,, welke opwekken lot hei toebrengen van schade aan de belangen der verbondenen (van de Triple Entente) in Ned Oost-Indië'. OOST-INDIË- De pest op Java en Madoera lij het departement van koloniën is het volgende telegram van den gouver neur-generaal van Nederlandsch-Indië, dd. 5 dezer, betreffende pestgevallen op Java en Madoera, gedurende het 11- daagsche tijdvak van 18 November lot en met 1 dezer, ontvangen nfdeeling Malong 197 nieuwe gevallen, 167 dooden; stad Soerabaja 30 nieuwe gevallen, 27 Madioen 8 nieuwe gevallen, 7dooden; Kediri 31 nieuwe gevallen, 29 dooden; dooden, en het overig gedeelte van de afdeeling van dien naam 6 nieuwe geval len, 7 dooden; Paree 22 nieuwe gevallen, 19 dooden; Toeloengagoeng 5, Magetan 1, Pameka- san 1, Berbek 3, Bangkalan 2 en La- mongan 2 doodelijke gevallen 'St.cl.). Uit Middelburg. Naar wij vernemen zal binnenkort aan de Belgische scnool alhier een klasse voor kinderen van 4 tot 7 jaar worden toegevoegd. - Heden werden 1203 bons voor warm eten aan Belgische vluchtelingen uitge reikt - De netto-opbrengst van den Hulle- broeckavond heeft f 186 bedragen - Daar wij bemerkten, dat ons be richt van gisteren over het verschil in tijd tusschen de klok van den Ab- dijtoren en die aan het station, aanlei ding heeft gegeven lot de veronder stelling, dat wij aan iemand daarvan de edhuld zouden willen geven, kunnen wij verklaren, dat daarvan geen sprake is, wij constateeren alleen een feit en plaatsten een waarschuwing Wij heb ben hedenmorgen een onderzoek inge steld hoe de regeling van het gelijkzel- ten der klokken plaats heeft en kunnen daaromtrent het volgende mededeelen. Het station ontvangt bijna iederen dag een tijdsein, dat den juisten Amster dam schen tijd aangeeft en dan bevinden zich aan hel station de torenwachter en een stadswerkman, die dien tijd overne men, eerstgenoemde controleert dan de klok op den Abdijtoren, terwijl Laatstge noemde die op den Stadhuistoren, welke steeds anderIialve minuut voor wordt ge zet, zoo noodig regelt Het bleek ons uit het onderzoek verder, dat de stationschef iof zijn vervanger de treiuen laat vertrek ken op den tijd, welke overeenstemt met dien van den Langen Jan, maar dat de klokken in het station, voornamelijk die aan de voorzijde van het gebouw nog al eens verschilt met den waren tijd. Dit verschil bedroeg, aangenomen dat de wij zerplaat van den Langen Jan aan de zijde die van uit de Stationstraat waar te ne men is, den juisten tijd aanwees, gister middag om half twee vijf minuten. Voor den trein van 1 36 kwamen drie dames te laat, die op den tijd van den Langen Jan hadden gelet Wij gelooven gaarne dat ieder der betrokken personen alles doel om verschil in tijd te voorkomen maai" niemand zal toch ontkennen, dat wanneer er verschil is, door welke oor zaak dan ook, dit onaangenaam is en er voor ons reden is, zonder de bedoeling le hebben ook maai' iemand's werk af te keuren, daarop te wijzen Nu wij toch over de klokken in onze stad aan liet schrijven en onderzoeken waren hebben wij ook eens onderzocht hoe het komt dat niet altijd de wijzers op de vier wijzerplaten van den Abdijto ren gelijk loopen. Dit wordt toegeschre ven aan den wind, die vooral als hij he vig is, den eenen wijzer te veel voort drijft en o phet andere bord den wijzer in zijn geregelden voortgang belemmert. Uit V. llcslngen. De beide mijnen op het badstrand te .V1 i s s i nge n zijn gisterenmiddag zee in gesleept en daar onschadelijk ge maakt. De bewoners konden des avonds hunne huizen weder betrekken Naai' men verzekert was de ontplofte mijn van Fransclien oorsprong. Gisteravond tegen donker werd er weer een mijn ontdekt tusschen de hoofden van de Westerhaven. Naar de VI. Ct. meldt, heeft op het bureau van politie te Vlissingen een commissie van Engelsche heeren zitting die de refugiés die daarvoor in aanmer king komen per extra gelegenheid naar Engeland laat vervoeren. Zoo zijjn er Za terdag reeds 225 personen vervoerd Er is in Vlissingen thans weer een grooten toeloop van refugiés, dis over tocht naar Engeland wensehen T)p hel station houden zich weer eenige dames met hel geven van inlichtingen bezig. Aan hen, die geen onderdak kunnen vindon wordt dit verschaft in een der loodsen bij het station, de loodsen aan de Prins Hendrikweg mogen met het oog op de typhus niet worden gebruikt. De uitbreiding der typhus zou, volgens sommigen, veroorzaakt zijn door dat vele huizen in de stad overbevolkt zijn, wat leidt tot onzindelijkheid De inspecteur van het woningtoezicht, jhr. De Graaff, die voor Volksgezondheid dr. Ooslerbaian |en de gedelegeerde Regee- ringscommissaris, de heer Snoeck Hen- ckemans, gaan Maandag of Dinsdag naar Vlissingen om een onaerzoek m te stel len. Alle woningen, waarin te veel men- zij op de chaise-langue lag uitgestrekt, in haar licht-kleurige kimono en zijden dekens, zag er zeer schilderachtig uit, als een bloeiende tuin, want niemand kwam zonder bloemen. Evelyne's tijd was door haar reeds uitgebreide conversatie, zeer bezet. Maar iedere vrije minuut wijdde zij aan haar schoonzuster. Het was dus zelden dat men Beate zonder gezelschap trof en tot een werkelijk intiem gesprek tusschen de jonge vrouw en haar familiie kwam het niet. Ingrid zei later Zij had dik wij Is gemeend, dat het Ati's vurige -wenscli was bij liaar of tante, haar hart uit te storten, maar Evelyne had dit met opzet steeds verhinderd. Beate had gaarne voor de volgende reis mei het jacht, haar jongste zuster willen inviteeren, maar in Januari be gonnen de partijen aan het hof, die" Ingrid moest bijwonen. Onder de dol larprinsessen, die de gezant en zijnecht- genoote dit jaar aan het hof zouden presenteeren, was natuurlijk ook Eve lyne Biggar. Misschien kon Haunsheinz het zoo met zijn studie schikken dat hij na nieuwjaar zijn zuster een paar weken aan boord van het jacht gezel schap hield. Zijn leeraar, een portret schilder, raadde hem aan zich op het landschapsschilderen toe te leggen. Haunsheinz kon op zulk een reis vol afwisseling in ieder geval een menigte schetsen en studies maken, Maai' wan neer zij vertrekken zouden was voor loopig nog niet te bepalen Beate moest eerst weer geheel hersteld zijn De stemming in den huize Erxleben had na het eerste wederzien van Beate aanmerkelijk geleden. Toen Börries van de manoeuvres thuiskwam en Ingrid hem den toestand schilderde, waarin hun zuster zich bij haar terugkomst bevond, kreeg hij bepaald groot ver langen haar te zien. Hij wilde dadelijk verlof vragen om Beate een bezoek van een paar dagen te brengen Maar Eve lyne, met wie hij er over telefoneer de, ried het hem af. Zij ging zelf over een paar dagen naar haai' toe en zotf haai' zijn groeten overbrengen. (JRordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1914 | | pagina 1