liilliuifÉ Coral
BIJVOEGSEL
FEUILLETON.
DE ONGEKROONDE KONING.
VA» D t
VA»"
Woensdag 28 Oct. 1914, no. 254.
DE LANDBOUW EN DEN OORLOG
In de heden gehouden alg. vergade
ring van de afdeeling Walcheren van de
Z- L M. men zie voor het verslag het
hoofdblad werd door den heer Zwa
german, rijks-zuivelconsulenl een voor
dracht gehouden over het hierboven
genoemde onderwerp, waarvan hier een
samenvatting volgt:
De heer Zwagerman begon met er
aan te herinneren, dat verleden jaar
toen in Den Haag de groole landbouw
tentoonstelling gehouden werd en men
elkaar daar vreedzaam beslreedl, en ook
niet toen de Zeeuwsche landbouwers
zich ait voorjaar opmaakten voor den
strijd op de provinciale tentoonstelling,
niemand gedacht had, dat reeds zod spoe-
dig zou worden geschreven en gespro
ken over den landbouw en den oorlog.
Vervolgens wees spreker eTop, dat men
hel onderwerp van verschillende kanten
kan beschouwen. Oorlog is onmogelijk
in een land waar men gedurende dien
oorlog niet in staat is het leger en
de bevolking te voeden. Dat voedsel
moet door den landbouw in het be
treffende land worden voortgebracht of
het moet van elders worden aange
voerd. Hier dus al direct een buiten
gewoon belangrijk verband lusschen de
landbouw en den oorlog. Een door
spr. kort geleden ontvangen Duilsche
brochure loont aan hoe <lank zij de door
den landbouw in .Duitschland steeds on
dervonden bescherming, dit land thans in
staat is zich zei F te voeden, ware dit niet
zoo geweest, de oorlog was voor Duitsch
land vrijwel onmogelijk geweest
In de tweede plaats kan het onder
werp beschouwd worden in verband
met den invloed die dezen oorlog nu
en in de verdere toekomst op het
landbouwbedrijf heeft of zalhebben
Spr heeft voor heden voornamelijk de
bedoeling de directe gevolgen van de
zen. oorlog voor den landbouw te be
spreken. In verband met de voeding
van onzen grooteh veestapel wijst spr.
erop dal wij niet bij machle zijn die
levoeden met eigen producten, en een
groote hoeveelheid uit het buitenland
moet worden ingevoerd. In den brec-
de noemt hij de verschillende pro
ducten, de hoeveelheden en de landen
van herkomst op om dan aan te too-
nen dat de uitvoer gedeeltelijk ver
boden is of de aanvoer duurder door
het groolere risico. Het resultaat was
dan ook dat er allerwege groote zor
gen waren hoe het met de voeding
van den veestapel dezen winter zou
moeten gaan en dat men abnormale
prijzen voor verschillende voedermid
delen kreeg. Dat men ondanks dit al
les waarschijnlijk niet voor veevoeder
nood zal komen te staan, dat hel mo
gelijk zal zal zijn legen wat verhoogde
prijzen de behoefte te dekken, is te
danken aan hel ingrijpen van de re
geering. Het- zelf aankoopen door üe
regeering heeft gemaakt dal Engeland
gemakkelijker de schepen door liel en
d,?t hier de prijzen niet le veel wer
den opgedreven
Vervolgens, g?f de heer Zwagerman
tal van wenken hoe men goed en niet
te duur, ook in deze omstandighe
den kan voeden, en behandelde hij
de verschillende voedingsmiddelen die
thans te verkrijgen zijn en hun resul
taten
De volgende vraag die spr behandel
de was die van het gebruik van kunst
meststoffen Spr, keurde het af dat ondier
de landbouwers tengevolge van den oor-
Roman van
PAUL OSKAR HttCKER.
naar het Duitsch.
Nadruk verboden.
19)
„Ze zouden beslag kunnen leggen op
een gedeelte van papa's pensioen. Maar
zoover wil hij het niet laten komen. Hij
lieoft hun vrijwillig hoogcr afbetalingen
geboden dan zij l'angs gerecbVelijken weg
kunnen eischen. Maak je nu verder klaar.
Ati, hel is dadelijk zes uur, daar komt
de dominee voor de toespraak. Wij moe
ten hem allen ontvangen. Dan moot je
me helpen met het aanwijzen van de
plaatsen. Meisje lief, nu heb je roode
oogen van hel schreien. Ik waarschuw
je: je moet oppassen niet te schrei
en Wie zulk een prachtig geséhenk van
de heinelsche genade gekregen heeft als
jij, heeft alle reden het leven vroolijk
in te zien s Morgens «vmnastiseer je
om een goede figuur te/krijgen, "s mid
dags eet je niets om geen onderkin te
krijgen, jij gemeste blaaspijp en 's avonds
huil je zoo lang tot je randen onder de
oogen krijgt als con afgetobde weduwe
met vijf kinderen
„Tante!" Verschrikt liep zij naar den
spiegel: „werkelijk?"
log een soort slapheid is gekomen,
welke zich onder andere uitte in het
minder bestellen van kunstmeststoffen.
Volgens spr. is er alle reden 'zich
juist nu extra in te spannen om Ite
trachten hel aanstaande jaar vele en
goede vruchten te 'krijgen. Onze lig
ging temidden van de oorlogvoerende
landen, waar ook het volgende jaar de
oogst niet veel zal beteekencn, geeft
groole kans dat onze producten vol
gend jaar hoog in prijs zullen «ijn,
omdat de vraag groot zal wezen.
Hiermede in verband, behandelde de
heer Zwagerman de vraag ol' de kunst
meststoffen in voldoende 'hoeveelheid en
legen matige prijzen verkrijgbaar zullen
zijn Deze vraag werd beantwoord mot als
slot een raad van den heer Kakeheeke,
den rijkslaudbouwleeraar, om thans reeds
de behoeften aan kunstmeststoffen zoo
veel mogelijk te dekken. In ieder geval
moei onvoldoende bemesting in het ko
mende jaar zooveel mogelijk worden
voorkomen.
Betreffende den handel in rundvee
merkte spr. op dat door het openstellen
van de Duilsche grenzen het slachivee
good in. prijs bleef, of dit ook na den
oorlog het geval zal zijn betwijfelt spr
Wat betreft het fokvee vermoedt de lieer
Zwagerman dat, ofschoon dit nu niet vlot
weggaat, hier in liet voorjaar vraag naar
zal zijn. Hij raadde aan, het folrvec niet
voor lage prijzen van de hand te doen.
Wat betreft de paardenhandel en fok
kerij verwacht spr. een meerdere fok
kerij van het warmbloed paard, omdat
de behoefte daaraan gevoeld is, en wat
de handel betreft denkt liij dat Neder
land zal kunnen verkoopen wat België
te kort zal komen voor uitvoer naar
Amerika. De prijzen der varkens, die
eerst in Augustus sterk daalde, zijn
thans door den grooten uitvoer weder
flink gestegen en de regeering over
weeg! reeds of er ook reden is voor
een tijdelijk uitvoerverbod. Spr. geeft
een paar wenken over goede en weinig
kostbare wijze van voeding der varkens.
Alsnu behandelde de spreker de bo
ter en kaasprijzen die aanvankelijk laag
waren, maar nu weder omhoog en zelfs
van beteekenis boven de prijzen van
1912 en 1913. Ook de eierenprijzen
waren steeds en zijn nog zeer hoog.
Vervolgens besprak de heer Zwager
man de afzet van verschillende produc
ten van den akkerbouw, waarbij hij lol
de volgende conclusies kwam. Tarwe
en rogge worden gemiddeld voor vrij
wat hoogere prijzen verkocht dan iu
de voorgaande jaren, gerst en haver
zijn tot heden toe buitengewoon duur
geweest, de resultaten van de koren-
bouw zijn uitmuntend
De aardappelhandel geeft ook goede
resultaten, al heeft hel lijdelijk uitvoer
verbod het stijgen wat tegengehouden
en geeft voor Zeeland hel niel kunnen
uitvoeren naar België, dal altijd een
groole hoeveelheid uit Zecuwsch-Vlaan-
deren betrok, een moeilijkheid, omdat
deze handel zich nu moet verplaatsen.
Spr vertrouwt dat het uitvoerverbod be
slist tijdelijk zal zijn.
"'Wal betreft de suikerbieten komt
spr. tot de conclusie dat het met de
financieele resultaten er nu niet zoo
rooskleurig voor zal staan wal betreft
dezen bouw, voornamelijk Zeeuwsch-
Vlaanderen dal voor een groot deel met
Belgische fabrieken heeft gecontracteerd
zal een sleclil jaar maken, omdat die
fabrieken niet geregeld kunuen ontvan
gen en men ook ten opzichte van de be
taling niel zeker is.
Ten slotte behandelde de heer Zwa
german de booncn en erwten, die over
het algemeen ook goede resultaten ge
ven Alles tezamen genomen kon spr.
zeggen dat: uitgezonderd van weidehooi
de landbouwer goede opbrengsten heeft
verkregen- Dat de prijzen die gemaakt
zijn voor de meeste producten hoog of
zeer bevredigend zijn. Dat in het alge
meen :de geldelijke uitkomsten van het
bedrijf over 1911 zeer goed zullen
zijn, onder voorbehoud echter dat de
inkomsten van de suikerbietencultuur
niet le zeer tegenvallen en de aardappe-
„Je bent een kleine domoor." De
gravin lachte en greep haar in het prach
tige, zijdeachtige haar „Kom hier, ik zal
je helpen, dan gaat hel wat gauwer.
Zij hielp haar dikwijls een nieuw kapsel
1 probeeren, bet was een aesthetisch ge
not voor haar hel goed onderhouden haar
te behandelen, eigenlijk het geheele zorg
vuldig verpleegde, prachtige jonge meisje
le verzorgen.
Borrjes en Haunsheinz waren heel stil
bij het feest Eenige weken geledeu had
Börries nog kunnen zeggen: Kerstmis
over een jaar ben je bij de dragonders
van de garde Nu zag liij een vreeselijk
piotten-garnizoen in hel verschiet, ergens
in het verre Oosten of Westen, waar hij
met tien thaler toelage moest toekomen
De predikant sprak zeer hartelijk tot de
drie kinderen, die vandaag niet met hun
vader en zusters vereenigd konden zijn.
Bórries luisterde er evenmin naar als
Beate Hij had den snit van het gezicht en
ook de uitdrukking van zijn vader. Op
vallend was de tegenstelling van
de kleur van zijn haar. oogen
en leint met het blonde, blauwe
en blanke van Beate en Haunsheinz.
De donkere linten riiaaklen zijn ge
zicht nog somberder en onvriendelijker
Geen syllabe antwoordde hij den predi
kant uit eigen beweging; slechls op zijn
directe vragen gaf hij een militair kort
antwoord „Jawel, mijnheer de dominee'
„Noen, mijnheer de dominee!" Hij was
de onberispelijke leerling van de mi-
lenprijzen niet le ver dalen. Verliezen
worden daartegenover geleden door de
verhoogde veevoeder en kunstmeslprij-
zen, door de lage prijzen voor het fok
vee en door de gedrukte stemming in
den paardenhandel. De grootsle moeilijk
heden worden ondervonden door djen
landbouw in Zeeuwsch-Vlaanderen.
Spr. wees er vervolgens op dal de land
bouwers zich gelukkig mogen rekenen,
dat hun bedrijf zeker wel het minsl on
der den oorlog lijdt, minder dan handel
en industrie, die groote verliezen lijden
en ook onder werkloosheid geblikt gaan
De vraag hoe de toestand voor den
landbouw na den oorlog zal worden, be
antwoordde de heer Zwagerman met te
conslaleeren, dat zeer zeker de oorlog
ook voor den landbouw hare nawerking
zal vertoonen. Het is de vraag, of dc
afnemers niet dermate verarmd zullen
zijn, dat een geringe vraag van vele der
landbouw- en luinbouw-producten daar
van het gevolg zal wezen. Maar aan voor
spellingen in die richting wil spr. zich
niet wagen.
Ten slotte wees de zuivelconsulent- er
op dat de landbouwers in Nederland ge
woon zijn aan' groole belangstelling van
de zijde der regeering. Den laatstcn tijd
zijn nu door de regeering verschillende
bepalingen gemaakt waardoor nan de
landbouwers belangrijke winsten z!jn ont
gaan. En dat is de hoofdreden waarom
hier en daar dit ingrijpen van de regee
ring van de zijde der landbouwers aau
critielc is onderworpen. Men mag echter
niet uil het oog verliezen-
lo. Dat sommige maatregelen nood
zakelijk zijn in verband met de moeilijke
positie waarin ons land te midden dei-
oorlogvoerenden verkeert en dat wij niet
altijd over alle gegevens beschikken om
een besluit van de regeering ten deze
opzichte te beoordeelen;
2o. dat de Nederlandsche handel en
industrie groote verliezen lijden en dat
er daardoor groole werkloosheid is. Voor
al in sleden als Amsterdam en Rotterdam.
De Nederlanders moeten zich in dezen
tijd voelen als leden van een groot huis
gezin. Het eene gedeelte mag geen bijzon
der hoogc prijzen verlangen voor hel
voedsel dat het andere gedeelte nagenoeg
niet kan betalen. In dit verband be
schouwd gelooft spr. dat men de maxi
mumprijzen en de tijdelijke of blijvende
uitvoerverboden niet als onbillijk kan be
schouwen
3o Moeien we niet vergelen dal de
prijzen van de producten uitgezonderd
van paarden en kalfvee gemiddeld be
langrijk liooger zijn dan andere jaren
Ook wees spr. er nog op dat do re
geering door het bevorderen van den in
voer van veevoeder en hare bemoeiingen
ten opzichte van de kunslmeslvoorzieniug
en ook op andere wijze de belangen van
den landbouw oolc in dezen tijd dient
RECHTZAKEN.
De Bricvenkweslie van
Sas van Gent.
Door bijzondere omstandigheden kre
gen wij eerst dezer dagen een volledig
afschrift van het vonnis den loden de
zer door den kantonrechter te Middel
burg gewezen, en door ons toen kort ver
meld, inzake de vervolging tegen J. H.
D, hoofdredacteur der „Middelburg-
sche courant".
Zooals men weet betrof die vervolging
een hoofdartikel in genoemd blad van 19
September, waarin kritiek werd uitge
oefend op den, daarna weer ingetrokken,
maatregel van den kapitein-commandant
te Sas van Gent, tot aanhouding van
brieven, die niet den naam van den
afzender droegen
De beklaagde zou daardoor het verbod
hebben overtreden, uitgevaardigd door
den territorialen kommandant, om be
richten of opmerkingen over militaire
maatregelen te publiceeren.
De overwegingen waarop de kanton
rechter zijn vonnis tol ontslag van
litaire academie :eenzijdig, eergierig en
hoogmoedig, maar pijnlijk correct in
uiterlijke vormen.. Haunsheinz was veel
gevoeliger en meegaander. Zijn knut
selarijen lagen hem nader aan het hart
dan al het soldaatje" spelen. Hij had
ontzettend moeilijk figuurzaagwerk ge
maakt. In de 'groote vaeanlie Was hij daar
al mee begonnen want de drie zusters
moesten alle een cadeautje van hem
hebben. Ook Gwendoline kreeg vanavond
in New-York liaar feestgeschenk Het
was een postzegeldoosje, hij had liet haar.
gezonden als „staal zonder waarde". Het
brieveubakje dal Ingrid zeker op dat
oogenblik voor Papa uitpakte was een:
klein kunstwerk. Dal had dc burger-
leeraar ten minste beweerd. Tante Eddy
dacht die jongen heeft aanleg voor kun
stenaar: hij was een klein genie. Bör
ries had voor die talenten niel meer
dan een verachtelijk lachje over. Hij
vond ze een man onwaardig. Dal zijn
broer in gymnastiek, zwemmen en
paardrijden een van de zwaksten van
de brigade was, stond stellig daarmede
in verband. Het Jiefst zou Haunsheinz
schilder geworden zijn Dat durfde hij
echter niet zeggen. Börries zou er hem
zeker mee geplaagd hebben, ook in liet
bijzijn van zijn kameraden en hij zou
den spotnaam genie zeker nooit weer
kwijtgeraakt zijn
Het dienstpersoneel nam de geschen
ken mee en verliet het voorhuis achter
den predikant, ,die nog verscheidene uit
rechtsvervolging deed berusten, waren
de volgende
Overwegende nu ten aanzien van de
strafbaarheid van liet ten laste gelegde
en bewezen feit dat art. 49 der wet
van 23 Mei 1899 S. 128 houdende bepa
lingen ter uitvoering van art. 187 der
Grondwet, strafbaar stelt: het niel
voldoen aan de bevelen van het militair
gezag krachtens deze wet of de daarbij
bedoelde verordeningen gegeven
dat art 18 (van Hoofdstuk II) dier
wel liet militair gezag bevoegd verklaart
te verbieden het door middel van de
drukpers of op andere wijze bekend
maken van berichten en o pmerkingen
betreffende militaire maatregelen, in liet
in staat van oorlog verklaarde grondge
bied genomen, welk verbod zal worden
bekend gemaakt op de wijze door het
militair gezag te bepalen;
dat art 19 (van Hoofdstuk III) "dier wet
inhoudt, dat de bepalingen van Hoofd
stuk II ook gelden voor den staat van
beleg;
O dat ^erhalve het door middel dei-
drukpers door beklaagde bekendmaken
van de opmerkingen, voorkomende in
gemeld hoofdartikel der M. Crt. onder
de omstandigheden, waaronder hel feit
is gepleegd, een strafbaar feit oplevert,
ten ware moest worden geoordeeld, dat
de maatregel door den militairen Com
mandant van S. v. G. genomen, niel was
een mi 1 i t a i re maatregel als bedoeld
in genoemde wet van 1899, hetgeen
door den gemachtigde van beklaagde, rar.
de W. H., is beweerd;
O. te dien opzichte, dal inderdaad
onder „militaire maatregelen'' hierbe-
doeld niet moeten worden verstaan
alle maatregelen, welke dan ook, geno
men door het militaire gezag, doch
hier de woorden „militaire maatregelen"
zijn gebruikt in tegenstelling met „ci
viele maatregelen", welke genoemde met
dat gezag bevoegd verklaart te nemen
in deelen van het Rijk, welke bij de
wet in slaat van oorlog of beleg zijn
verklaard
immers in de eerste plaats, dat vrij
heid van drukpers is een recht, den Ne
derlanders bij de Grondwet gewaar
borgd, zoodat een geoorloofde afwijking
bij de wet van het artwaarbij dat recht
is gewaarborgd, is Slrictae inlerprela-
tionis;
O verder, dat onze opvatting ook
steun vindt in de geschiedenis der wet;
O toch, dat daaruit onmiskenbaar blijkt,
dal onze Nederlandsche wetgever niet
heeft willen afwijken van het \vaste
model, gevolgd door andere Europeesche
rijken (o a door het Duilsche Rijk 16
van het Reichsgesetz über die Presso van
7 Mei 1874 Reichsgesetzblall 65) om
\slechts de verdedigingsmiddelen en dp
troepenbewegingen aan de openbaarheid
der pers te onttrekken
O. dat ten onzent op 27 April 1889
een ontwerp van wet werd ingediend
ter uitvoering van art. 187 der Grond
wet, waarin een aan ons art. 18 over
eenkomstig art voorkwam, hetwelk luid
de „wanneer door ons hel bij art 186
laatste lid der Grondwet bedoelde besluit
(d. i. de afkondiging van het bestaan van
oorlogsgevaar) is genomen, is het mili
tair gezag bevoegd te verbieden het idoor
middel van de drukpers bekendmaken
van berichten betreffende militaire
maatregelen, in door dat gezag aan
gewezen terreinen genomen Dit verbod
wordt opgenomen in de Staatscrl. en ver
der "bekend gemaakt op de wijze door
het militair gezag te bepalen
O dat in de Memorie van Toelichting
uildrukkellijk werd vermeld, wat met
militaire maatregelen werd bedoeld nl
„maatregelen van welker geheimhouding
wellicht het heil van het land afhangt".
O. dal dat ontwerp op 8 Sept. 1891 is
ingetrokken
O dat op 29 Maart 1898 hetzelfde ont
werp, doch eenigzins gewijzigd, werd in
gediend en de Regeering in de Memorie
van Toelichting vermeldde- „dat zij zich
in de hoofdzaak kunnen gedragen aan de
Memorie van Toelichting, behoorendé bij
hel oorspronkelijk ontwerp van wel";
deelingen moest bijwonen De rentmees
ter en zijn vrouw dineerden op Kerst
mis c n op 'den verjaardag der gravin al
tijd op het heerenhuis. Het was het eeni
ge wat nog was overgebleven van de
aartsvaderlijke gewoonten De nabijheid
van Berlijn maakte een inniger verhou
ding lusschen mevrouw en haar onder -
hoorigen onmogelijk. Een klein ridder
goed als Rotholz, dal in den loop der
zorgelooze, al le zorgelooze jaren eerst
het bosch, toen de pannebakkerij hpd
moeten afslaan, bracht nog geen twee
procent op en kon geen goede looncn
betalen Zoo was er vaak behoefte aan
dienstpersoneel, en zeer dikwijls veran
dering en ook op rentmeester en admi
nistrateur kon men niel vast rekenen
Men zou juist met den avondmaaltijd
beginnen de tradioneele karpers
met bier en gestampt maanzaad toen
de brievenbesteller de v laatste post
bracht Er was een aangeteekende brief
bij voor Beate uit New-York.
„Van Gwendoline?"
De broers kwamen vol belangstelling
nader. „Wel wat een massa postzegels!
Kijk eens!" riep Börries terwijl Beale
het ontvangbewijs teekende
„Het is dubbele port", zei Beate
„Dubbel? Neen, vijfmaal, zesmaal Kijk
eens, voor elke twintig gram buitenland-
sche port."
„Met kle Duitsche post zou het goed-
kooper geweest zijn", zei tante Eddy
Beate lachte „Wat kunnen Gwendo-
O. dat het oorspronkelijk art. nu art.
18 slechts ïn zoover werd uitgenreid,
dat niet alleen het bekendmaken van be
richten, maar ook van opmerkin
gen betreffende militaire maatregelen
werd verboden;
O. dat in de Memorie van Toelichting
bij dit art. slechls werd vermeld „door
dien het geheele Hoofdstuk II van het
oorspronkelijk wetsontwerp is vervallen
en eene bepaling waardoor het bekend
•maken van berichten omtrent militaire
maatregelen door middel van de druk
pers kan worden belet, niet kan worden
gemist, is art. 18 in dit ontwerp opge
nomen"
O. dal derhalve in die memorie van
Toelichting niet werd gezegd, dat men
mei militaire maatregelen iels anders
bedoelde, dan waarop gedoeld werd in
hel oorspronkelijk ontwerp, teweten
maatregelen van welker geheim
houding wellicht het heil van
het land afhangt;
O eindelijk, dal noch in het voor-
Ioopig verslag noch in de memorie van
antwoordnoch bij de openbare beraad
slagingen in Tweede- en Eerste Kamer
over arl 18 iets werd gezegd;
dat dus mag worden aangenomen,
dat mei militaire maatregelen slechts
specifiek militaire maatregelen werden
bedoeld
O. voorts, dat ook onze huidige Re
geering onder „militaire maatregelen"
slechts verslaat maatregelen van militai
ren aard als zoodanig, blijkende die
opvalling toch uit hel door den ge
machtigde van beklaagde overgelegd en
door den griffier voorgelezen schrijven
van den Minister van Oorlog dd 30 Juli
1914, gericht aan de redactie van de
„M Crl." uitgevaardigd dus, toen tot
mobilisatie was besloten, doch vóór dat
ergens de staal van oorlog of van beleg
was verklaard en wij nog leefden in
staal van vrede (eene slaat, welke
in hel oorspronkelijk ontwerp afzonder
lijk werd behandeld, docli niet in het
gewijzigde ontwerp was opgenomen'
O. dat de Regeering daarmede een mid
del le baat nam, om te voorkomen, dat
zoolang nog niet de staat van oorlog
of beleg was verklaard en arl. 18 dus
nog niel kon worden toegepast, de pers
verhinderd was om militaire maatregelen
bekend te maken, en geheimhouding
be\al van militaire maatregelen met be
dreiging van toepassing van art 98 van
hel wetboek van strafrecht,
O. dal de Regeering daarbij eene uit
voerige definitie gaf, wat zij onder mi
litaire maatregelen "begreep n 1
a. de evenlueele voorbereiding of uit
voering eener mobilisatie van onze Land-
of Zeemacht;
b. 'de sterkte en samenstelling van on
derdeden van onze Land- of Zeemacht
zoomeae hunne verplaatsingen en stand
plaatsen;
c den toestand, waarin onze linies,
stellingen en forten of hunne onder
deden verkeeren of worden gebracht:
d het samenbrengen of het verder
transporteeren van onze krijgsvoorraden
en in het algemeen alle militaire
maatregelen van hoe geringe en oogen-
scliijnlijk onbeleekenenden aard en om
vang ook, welke worden getroffen:
O dat ton slotte de Regeering in ge
meld schrijven nog mededeelt, dat de
chef van den Generalen Staf en de chef
van den marine-staf gemachtigd waren
aan het Secretariaat van den Nederland-
schen Journalistenkring inlichtingen te
doen verstrekken betreffende m i 1 itai-
re maatregelen, waarvan de openbaar
making zonder gevaar voor de belangen
van den staat kan plaats hebben;
O. in de laatste plaats, dat ons art
18 der wet van 1899 ook niet bedoeld
kan hebben alle maatregelen door mi
litairen genomen, zonder onderscheid;
O toch dat bij die wet aan het militair
gezag dc bevoegdheid wordt verleend
in de In staat van oorlog of b<?leg
verklaarde gebieden van hel Rijk lal
van zaken te regelen, welke in gewone
tijden tot de competentie van liet Civiel
gezag beliooren, en dat, wanneer het
line een paar mark port schelen. Mr.
Walker heeft haar toch voor haar ver
trek een biljet van duizend mark ge
zonden
„Daar heeft ze toch de reis van moe
ten betalen1'' vroeg Haunsheinz.
„Neen. heelemaal niet Op de Ham-
burg-Amerika-lijn was alles al voor haar
klaar Verbeeld je.
„Prachtig1' Börries zuchtte
Hel gelakte couvert bevatte een brief
van zestien zijtljes aan Beate en nog vijf
kortere briefjes: voor Papa, voor Tante
Eddy, voor - Ingrid, voor Börries en
Haunsheinz.
„Zij weel niet, schrijft ze, waar wij
het feest doorbrengenlas Beale, „ik
moet alles verdeelen Nu. dat gaat
gemakkelijk Wij hebben haar toch
wel geschreven, tante Eddy, dat Ingrid
met papa naar Wiesbaden is, is luiet?"
„Zeker met de Duitsche post zei
Börries, „dan krijgt zij den brief pas
vandaag."
Haunsheinz had zijn briefje openge
daan en barstte in luid gejuich uit. Er
was een fonkelnieuw biljet van honderd
mark in gesloten
In een oogwenk had Börries zijn brief
je opengescheurd. Hier dezelfde veras
sing
Nu doorzocht ook Beate haar vier
blaadjes. En jawel, in het derde blaadje
hetzelfde blauwe biljet
„Wat een zegen!" zei de gravin Haar
briefje bevatte niet zulk een verassing.