dat de Engelsche marine-a fdcelingen het in het donkerste uur van ellende heb ben bijgestaan, gelijk, indien het God behaagt, zij hel zullen bijslaan als, Bel gië zijn zelfstandigheid door de legers der boudgenooten zal hebben herkregen Het eene woord lokt het andere uit. In het bovenstaande zinspeelde Chur chill op een groote onderneming tot ontzet van de stad, waarvan niets ge komen is De militaire medewerker van de „Times'' laat thans zijn licht schij nen in de duisternis, welke die woor den omhult. Men herinnert zich, dat hetzelfde blad enkele dagen, voordat de Duitschers triomfantelijk Antwerpen binnentrokken, aandrong op een krasse aanval van de zich binnen hel vesting ge bied bevindende Iroepen, om te trach ten, de belegeraars te overweldigen en hun hel moordende en onweerstaanbare artillerie-materiaal afhandig te maken Maar in die aansporing was slechts sprake van de Belgische soldaten. Zij moesten, aldus oordeelde de „Times", voor de algemeene zaalc dat groote waagstuk ondernemen Het is mogelijk, ja: waarschijnlijk, dat ook dit plan paste in hel ontwerp, door de bondgenooten lot bevrijding van de belegerde veste opgemaakt, al thans naar de voorspelling, die het groo te, Londensch'e blad daarvan geeft. Maar dan zou die uilval toch maar eeu onderdeel, een hulpmiddel (indien sla gend hoe nuttig ook) uitmaken van het groote plan, dat in hoofdzaak op een overval met 40 tol 50 000 man der bondgenooten op de Duitschers- voor Antwerpen neerkwam De „Times" gaal daarbij van de on derstelling (of: wetenschap) uit, dat de laatste over e en divisie reserve, een divisie marine-troepen en afdeclingen landstorm, alles tezamen tusschen de 45 000 en 60 duizend man van tweede rang-waarde beschikten Voorts kon den zij van hun liniën in Frankrijk geen mensclien meer missen. Als nu de boven bedoelde overval door Fransche en Engelsche troepen bv over Gent en Mechelen plotseling zou hebben plaats gehad; had daar volgens de „Times" een groot succes van verwacht kunnen worden De schrijver neemt aan, dat het plan reeds met de bondgenooten was vastgesteld en dat Engeland bereid was, zijn rol erin te spelen en zijn afdeelingen klaar had, om zijn verplichting na te komen Uit wat de schrijver dan verder laat volgen, moet worden afgeleid, dal Frankrijk zich op het laatste oogenblilc terugtrok. Ten slotte is deze deskundige van meening, dat de gevechtswaarde der Engelsche marine-divisie minstens even goed was als die van de Duitsche marine-divi sie en landstorm We spraken daareven van „deskun dige" De „militaire" medewerker van het groo'tste Engelsche blad, niet de „maritieme" is evenwel aan het woord De bevoegdhededen dezer heeren moe ten uiteen worden gehouden. Het is twijfelachtig, of hij in staal is, een nauwkeurig oordeel over de bekwaam heden. van de tot die marine-divisie behoorende manschappen uit te spre ken Frankrijk zal wellicht op deze zijde- lingsche beschuldiging zijn antwoord niet terughouden. Maar dit zou lot onverkwik kelijk krakeel omtrent de aansprake lijkheden en dus tot verzwakking van de gemeenschappelijke belangen der bondgenooten leiden. Na de ze e-s cherrautselin g Gisteren vermeldend, hoe een stuurman op een Zweedsch schip, dat toevallig ge tuige was van het gevecht tusschen deu Engclschen kruiser „Hnwke" en 4 lorpe- dobooljagers met vier Duitsche torpedo booten. een Duitsche torpedo een der Britsche vaartuigen had zien raken, wal naar hij meende de ontploffing van een ketel in laatstbedoelde boot ten gevolge had, merkten we op, dat de Engelsche admiraliteit daarvan niets vermeld had Een later ons in handen gekomen num mer van de „Westminster Gazette beves tigt dal verhaal in zoover als men daarin leest, dat, toen de Loyal" zich dicht bij een der Duitsche schepen bevond, een projectiel, daardoor afgeschoten, de Britsche „destroyer" in den achtersteven ongeveer 4 voet boven de waterlijn trof. Van een ketel-ontploffing is evenwel geen sprake. Bovendien leekent hel Londen- fiche blad -daarbij aan, dat dit de eenige schade vormt, aan het Engelsche smal deel toegebracht Visschers, -die noodgedwongen het ge vecht bijwoonden, verklaarden, dat de vijandelijke partijen zoo dicht lol elkaar genaderd waren, dat ze elkaar konden beroepen. De laatste dagen luidden de o p- gaven verschillend omtrent den aard van de aangevallen booten De ..West minster Gazette" noemt ze „torpedoboot- vernielers". Vermoedelijk hadden dus-de genen, die van jagers, zoowel als zij, die van torpedobooten spraken, gelijk en beschikten de bedoelde Duitsche een heden over een uilrusting, die beide aanduidingen op hen toepasselijk deed zijn, Het h-eele gevecht duurde nauwe lijks een uur Volgend het verslag in hel reeds aangehaalde, Londcnsche blad was de Brits'phe artillerie de Duitsche gemakkelijk de baas. Vermakelijk is liet volgende over de troetelaap op een der Engelsche tor- ontmoeting te lezen Die mannen zien pedobootjagers gedurendehet treffen Dit viel volstrekt niet in den smaak van het dier. Daarom borg het zich in de kombuis. Hier klom hel op de bovenste plank en verschuilde zich in de pan, die dient om visch te bereiden Daar bleef het, totdat hel met paffen gedaan was. Voorts is het eigenaardig, in de ruige matrozentaal een beoordeeling van de dergelijke gebeurtenissen voornamelijk uit- men zou liaasl zeggen: sportief oogpunt- In hun gedachlcngang heet 'zoo iels een „mooi spelletje". Mag men een van de Britsche matrozen gelooven, dan getuigden de Duitsche zeelieden, die gevangen genomen werden, dat zij voor nemens waren. Portsmouth aan te val len De onrust, het besef van de mo gelijkheid althans, dat in de laatste da gen onder de bevolking van hel Ver- cenigde Koninkrijk levendig is gewor den betreffende een aanval op hel grondgebied van dat land, schijnt dus, volstrekt niet ongegrond Natuurlijk zijn de overwinnaars in het zeegevecht geestdriftig ingehaald bij hun terugkeer in de Engelsche haven, waar zij thuis hooren De „Undaunted" opende de sirenes, toen dit schip na derde. De menschen op de schepen al daar evenals wie op de kaden stonden samengehoopt en zelfs' de bewoners van het hospitaal in de nabijheid, voor zoover hun lichamelijke toestand dit ver gunde, schreeuwden zich de kelen schor ter eere van de bemanningen der vijf oorlogsvaartuigen. KORTE OORLOGSBERICHTEN. Uil de beschrijving van een auto rit -door Antwerpen van een corres pondent der N. R. C, halen we het vol gende aan: „Vooreen café hielden we stil en vulden de radiator met een emmer drinkwater, die we zonder moeite kregen. Wel is waar is de waterleiding buiten werking, maai de goede pompen der stad maken dit een klein ongerief voor Antwerpen, zoo dat hel ons zeer verbaasde toen we in Nederland lazen, dat er hier een nij pend watergebrek zou heerschen. Even zoo is hel gesteld met de prijzen der le vensmiddelen Nooit is er in dezen oor log een stad door de Duitschers ge no" men, die zulke enorme voorraden van levensmiddelen bezat. Reeds toen. de stad door de Duitschers bezet was, re den Belgische machinisten nog terug en haalden locomotieven metde uilge- zochlsle voorraden uit de genomen ves ting De prijzen in de café's zijn dau ook volstrekt niet gestegen en er bestaat hoegenaamd geen aanleiding dal ze zou den stijgen" De Hamburgsche senator Slrandes is naar België vertrokken om den post van burgerlijk gouverneur van Antwer pen op zich te nemen Kardinaal Mercier is te Mechelen te ruggekeerd De N. R. C verhaalt van een eigenaardige wijze van spoorwegverkeer Hel Belgische spoorwegpersoneel le Baarle—-Nass,au heeft thans op eigen gelegenheid een spoorwegdienst georga niseerd tusschen de Nederlandsche grens en Turnhout Menschen, die ervan ge bruik maken, betalen aan het perso neel, wat zij anders voor een kaartje moeten betalen en het geld wordt onderling verdeeld Zijn e r Duitsche sol daten i n de nabijheid, dan rijdt dp trein niet en blijven de rijtuigen en de locomotief op Nederlandsch ge bied. Een vertegenwoordiger van de N. R C is le Havre een kijkje wezen nemen, waar, naar bekend is, op hel oogenbUJd de Belgische regeering is -ondergebracht. We vermeldden al, dal hel gouvernement van Frankrijk aan de hotels en villa's, waiar de Belgische ministers enz. evenals het diplomatieke korps (o.a. de Neder landsche geznul. jhr. van W-eede) ver blijven. exterritorialiteit heeft verleend We gaven van dat recht toen tevens eenig voorbeeld Vandaar verzonden stukken en brieven worden met Belgische postze gels beplakt. In de achter ons liggende dagen be stond onzekerheid over de plaats, waar -de minister-president, baron de Broque- ville, zijn intrek had genomen. Uit dit be richt blijkt, -dat hij zich in de nabijheid der Belgische troepen ophoudt, evenals de Belgische koning en koningin. Carton de Wiarl. ondervoorzitter van den minis terraad en hoofd van het departement van justitie, vervangt den leider van hel kabinet. Hij liet zich tegenover den dagbladschrij ver in zeer waardeerende bewoordingen over de houding van ons volk jegens de Belgische vluchtelingen, van onze regec- ring ten opzichte van de oorlog voeren den uil Men, zal zich herinneren al dus meldt een correspondent van de „Times',, dat in hel begin van den veldtocht de firma Schneider te Creusot aan de Fransche regeering zes batte rijen zwaar veldgeschut ten geschenke gaf. die op bestelling voor een vreemde mogendheid gemaakt waren Deze kanonnen zijn van ontzaglijke waarde gebleken Zij hebben een groo te draagkracht en kunnen buiten ge zicht en bereik zelfs van de zwaar- plc Duitsche artillerie gebruikt wor den Zij hebben ook het groote voordcel dat zij even gemakkelijk te behandelen zijn wal opstellen en richten betreft als de stukken van 7 5 c.M. Sienkewicz, de nationale dichter der Polen, meer bekend als schrijver van „Quo vadis?" schrijft een werk over den oorlog. Hij woont voor 't oogenblilc nabij Salzburg. Men weel, dat er een beetje gekibbel is geweest over de vraag, of de betreffen de overheid al dan niet zich van Gods naam behoort te bedienen bij de vermel ding van wapenfeiten, dal wil dus zeggen in. verband met berichten van overwin ningen, door de troepen aan de zijde van de bedeelde autoriteiten behaald. Men weel dan, dat, terwijl b v. van Frar-sche katholieke zijde erop werd aan gedrongen, dal die traditie ook in de militaire communiqué's van dat land zou worden ingevoerd en dat de regeering der republiek als zoodanig den godsdienst weder erkennen zou, een Nederlandsch sprekend predikant integendeel dalzelf de gouverneinenl meende te moeten hul digen wegens het gemis van God's naam in die verslagen van dood en verderf. ^ïet bestuur van den Bond van Pro- teslanlsche kerken in Frankrijk blijkt laatst genoemde meening le zijn toege daan. Dal toch heeft een proclamatie uitgevaardigd waarin het het misbruik vau „vrome frazen" afkeurt als die, waarmee de keizers van Duitsehland cn Oostenrijk vóór den aanvang der vij andelijkheden het voorbeeld gaven, daar het meent, dal deze exploitalie van God de aanvaarding van den godsdienst voor 't moderne bewustzijn in de waagschaal stelt. DE STRIJD OP IIET WESTELIJK FRONT. (Van onzen oorlogscorrespondent). (Nadruk verboden) Naar de vuurlinie. I. Hazebroek, 8 Oct. Daar is niets zoo ontmoedigend dan bij triestig druilwee de uren en zelfs de dagen te moeten dooden in een klein provinciaalsch stadje, ergens in den vreemde, terwijl de barre, beangstigende tijdsomstandigheden het stille plaatsje nog doedseher en onhuiselijker maken. Toch had ik al mijn uithoudings vermogen bijeengezameld om hier te blijven wachten, daar ik wel ervaren had, dat de eenige mogelijkheid om bij de vuurlinie te komen is, een gelukkige kenze ta doen van het een of ander »gat" waai je blijft zitten, totdat de vuurlinie naar ons toekomt. En zoo ervoer ik al het saaie, enervae- rende van de verveelvoudigde verveling van een ontvolkte streek, welks zonen zijn uit getrokken naar den oorlog, de gegoede bur gerij ergens logeert waar het veilig is, de menschen, die nog een spaarpotje hadden, ook naar de familie zijn gegaan en wat vooi' mij het ergste is waar niet één man \an buiten de plaats, gezwegen een vreemdeling, ook maar een halt etmaal kómt kijken. Daarvan is het nare gevolg, dat iedereen, die nog bleef, je opneemt als een heel vreemde schutter. Geen drie passen zet je op straat, of er wordt met het noo- dige wantrouwen naar het doel van je ver blijf geraden, zoo spoedig men bemerkt dat je maar niet .louter «doortrekkende'' bent. Heeft men een «notabele" met wien men in het kleine hótel heeft kennis gemaakt, ontmoet, dan is zoo iemand nog geen tien stappen van u vandaan ot hij wordt reeds aangeklampt door dezen of genen, wien het er om te doen is steelsgewijs eens te vragen wat die vreemde snuiter hier moet doen. Maar dat soort nieuwsgierigheid is niet zoo hinderlijk als die van de vermeende kennissen, die zich bij elke ontmoeting ge rechtigd achten een serie lastige vragen te doen. Vrij categorisch, zoodat je met 'n ontwijkend antwoord niet uitkomt. Ot je de familie al gevonden hebt, of dit en dat, al naarmate je met je eigen uitvluchten 't op den hals haalt Alleen is een sympathiek man. Hij vindt het ongemeen interessant, dat ik een slagveld zou willen bezoeken, de ambulance wil volgen en dan tevens indrukken wil ontvangen van het verwoeste land en de uit elkaar geslagen bevolking, wat mij als «schrijver" zeker boeiende stot zal geven. En hij philosofeert er bij dat het 'n zeer pacifistisch werk zal zijn, 'n werk in het belang der humaniteit als ik meehelp met m'n pen de oogen te openen voor den oor logsgruwel Vanmiddag toen ik mot den fourage waszen terugkeerde, riep hij verheugd uit„Veel gezien en toen ik hem vertelde waar ik beide dagen had uitgehangen, vertoonde hij een bestraffende bezorgdheid „Hoe onvoor zichtig'." enz enz. Hij liep oogenblikkelijk naar een rijtuigverhuurder en dank zij zijn invloed ben ik voor een matig bedrag naar Hazebroek gekomen waar ik overnachten wil en wat schrijven om hopelijk via Calais- Folkestone mijn brieven te verzenden. Zelf ga ik dan de richting van Yperen uit en naar Ostende, want noordelijk van ons wordt reeds braaf gevochten. Dagen lang had ik de fonrage convooien zien voorbij trekken, en ook de treinen met ni-uwe troepeD, met Franschen enEngehchen mitsgaders veel materiaal en oorlogstuig. Wat ik zag liet geen twijfel of de gevechten die zich bier gingen ontwikkenlen, waren meer dan louter patrouille schermutselingen om deze s'reek veilig te honden van de Uhlanen-groepen die heel de streek tnsscben Kortrijk en Rijssel onveilig maakten. Zoo langzamerhand kwamen ook uit Zuid-Weste lijke richting sterke detachementen met veel Cavalerie en lichte artillerie, zoodat het geen twijfel meer leed ot de groote omtrekkende beweging, die eerst bij de Ourcq, later bij Lassigny en Boye en naar ik uit de berichten der terugkeerende transportcolonne had ver nomen, ook tusschen Albert en Póronne was beproefd, zou nn noordelijker worden ondei- nomen. Daar ik steeds gezorgd had ongeveer op de verbindingslijn van het meest Noord- Westelijk gelegen gevechtsfront en Duin kerken te blijven, was ik voortdurend goed op de hoogte gebleven wat or gebeurde. Van de terugkeerende fourage- en ambulaoe- colonnes vernam ik hoe aan beide zijden ten koste van ontzaglijke offers gepoogd werd om de scheidingslijn te zwenken Vaardoor of de Franschen en Engelschen den Duitschen rechter vleugel zouden om- ireklen en de Duitsche veibindingslijnen zonden kunnen doorsnijden, terwijl von Kluck van zijn kant wilde beproeven zich een weg te banen door den linker vleugel der geallieerden ten einde het Dnitsche centrum te steunen door het Fransche mid den in den fiank aan te tasten. Weken lang was het een bokspartij ge weest, waarbij de tegenstanders de greep niet konden doen om den gewenschten coup te plaatsen. Met ontzaglijke verliezen waren posities prijsgegeven en hernomen. Dorpen heden stormenderhand genomen, werden morgen om tactische redenen zonder strijd verlaten, heuvelruggen, gisteren zonder slag of stoot bezet, moesten heden ten koste van stroomen bloede worden verdedigd. Treffende verhalen werden mij gedaan, maar in den modernen oorlog, waarvan het moest moderne wel is, dat hij onzichtbaar wordt ge voerd, verneemt men niet zooveel, dat de notities in «onderling verband en samen- h ng" kunnen worden gebracht. Evenwel de Fransche staf doet ons uit stekend de „roode draad" vasthouden en zoo doolde ik tenminste niet geheel en al op goed geluk. Het geweldige gevechtsfront, dat wij den slag op de Aisne noemen, wordt thans reeds doorsneden door de Aisne, de Oise, de Somme en ook leeds door deScarpe. Bij den aanvang van den slag 12 of 13 September die nu 'reeds 26 dagen duurt, was Soissons vrijwel het meest Westelijke punt van het ruw geschat 120 K.M. breede gevechtsfront. Maar sinds dien heeft het zich uitgebreid tot aan Lassigny, Westelijk van de Oise om Noordwaarts om te buigen over Roye-Peronne recht op Rijssel aan. Thans is de lijn zeker al tot Lens gevor derd, dat wil zeggen is ruim 180 K.M. en vormt dus van Bazel tot Rijssel over het geheele front gemeten, zeker een 200 tot 300 K.M. Ge zult dit op uw kaart gemak kelijk meer nauwkeurig kunnen uitmeten. Den tweeden van wijumaand waren reeds hoofdmachten slaags bij Atrecht. Die strijd woedde vooral Zondag 4 Oct. met ongekende felheid. Heel den dag dreunden de batterijen en floten de projectielen door de lucht, terwijl noch de Duitsche cavalerie-chavges, noch de Fransche bajonet aanvallen de batterijen tot zwijgen kon brengen. Uit wat ik vernam kon ik opmaken dat een FraD6che poging om op Kameryk aan te rukken teneinde von Klück te berooven van zijn p'achtige verbindings lijnen met Valenciennes door de Duitschers met de grootste hardnekkigheid werd weer staan. Het schijnt, dat von Klück behalve de nieuw in het gevecht gevoerde via Belgiö ontvangen versterkingen ook Zuide lijker opereerende troepen naar ditgevechts punt dirigeerde, want in het bovendal van de Aisne en tusschen Somme en Oise namen de Duitsche aanvallen trouwens het of fensief' aan beide zijde in hevigheid sterk af. Hoewel, deze nieuwe week zou in bloedigheid voor de negen voorgangsters niet onder doen, want juist in het begin dezer week laaide noordelijk van de Oise de gevechtsgloed plotseling weer fel op zoo dat de geallieerden terrein moesten afstaan, Chanlness en Roye Zuidelijk van Péronne, waar een van Nesle uit ondernomer aanval van von Klück's centrum slaagde. Evenwel achter den straatweg van Péronne-Roye-Las- signy-Ribécourt. hielden de Franschen stand en ondernamen met de Engelschen een nieuwen aanval, zoodat reeds Woensdag het Maandag verloren terrein was heroverd. De ontzettende lange ambulance treinen deden ech'er zien welke een massacre er was aan gericht. Van Ribécourt tot Atrecht woedde echter spoedig het gevecht in volle kracht, terwijl aan beide zijden steeds nieuwe troepen tegenover den vijand werden gebracht. Péron ne dat door de ondernomen omtrekkende bewegiDg eenigzins verzwakt was, werd door von Klück hernomen. Zoo werd mij gister avond ten minste verzekerd en hij schijnt ook weer een nieuwe poging te hebben ondernomen om Rove te vermeesteren welke onderneming echter verijdeld werd. Het geheele gebied Noordelijk van ons tot Armentières toe, is nu onveilig door de Duitsche cavalerie patroilles, zoodat ver moedelijk morgen reeds de frontlijn die nu reeds van Atrecht-Lens loopt tot Armentières zal worden doorgetrokken met Rijssel in het Duitsche gebied. Dat deze stad op het oogenblik in Duitsche handen is geloof ik uit de tegenstrijdige berichten wel te moeten gelooven. Trouwens Rijssel wordt hoogstens als open stad verdedigd. Gij weet dus nu ongeveer hoe de situatie is en begrijt dus dat mij niet veel keus bleef in het kiezen van mijn verblijfplaats Van Hazebroek uit kon ik Bethane nog het best bereiken en van die garnizoensplaats, prachtig knooppunt van een achttal groote wepen, had ik de beste kans voor het frofit van wien ik zoo straks gewaagde, bad mij vergezeld naar een Engelsche trans portcolonne, die met een Roode Krnis-colonne en een Fransch transport (de inhoud van een langen trein, die geheel op vrachtauto's werd overgeladen) waarbij gelukkig nog eenige Fransche en Engelsche nieuwsgierigen, zoodat ik den voet in den stijgbeugel kreeg. Eenige dagen van heen en weer scharrelen, doch vooral van [rustig afwachten, hadden nu ten minste dit resultaat, dat ik met twee p—a—B Engelschen en een Franschman, quasi de ambulance helpend, aan de aandacht wist te ontsnappen en zells in een landelijke herberg kon overnachten, zonder dat de een of andere officier ons wegjoeg. Met de Tom mies van onze colonne waren we goede maats. Ze bielden me voor 'n Franschman, wat te gemakkelijker ging, daar alle leden van ons viertal toonden te begrijpen, dat wij elkander «er door» moesten brengen. Chocolade en vooral sigaretten, deden meer dan geld en goede woorden. De avond was zeer rustig. Slechts heel in de verte bleef het kanon voortdreunen, maar dat gaat tot die geluiden behooren, waar je niet meer op let. Tegen tien uur scheen bet plotseling of het kanongebulder dichterbij kwam. Een der Engelschen en ik openden do schuurdeur en bleven een poosje kijken- Nu en dan lichtte het in den horizon een weinig op, telkens mei korte tusscheDpoozen. Er had bepaald een nach telijke aanval plaats, want na een tien mi nuten brandde een snelvuur los, zoodat de doffe knallen met tusscbenpoozen van hoog stens tien tellen wegdoften. Wij hooiden ook paardeDgetiappel naderen en weldra reed ons in het duister over den heerweg een zwarte, spokige stoet lanciers voorbij, gevolgd door artillerie. Er waien er niet veel die sliepen, uitgezonderd de automobilisten der traDsportcolonne, die blij waren, dat zij op dit veld moesten wachten tot zij den volgenden ochtend konden ver nemen waarheen de fourage zou worden gedirigeerd. Een der officieren klampte echter een der voorbijtrekkende officieren aan en zoo ver namen wij een poosje later, dat bij de Scarpe gevochten werd. Het dreunen en donderen werd weldra zoo hevig, dat het geheel mij deed denkeu aan den uachtelijken aanval op een der Luiksche forten, dien ik echter door de gunstige terreinligging heel wat beter kon waarnemen. Thans zag ik niets van de trillende of golvende Hchtghm als boven een brandende streek, want in dat maar zwakjes glooiende heuvelland met nog bos- schen hier en daar was het gehoor het eenige waarnemingsmiddel. En het hart misschien, want de nabijheid van den strijd gevoelden wij non-combattanten al tegoed, nu we op het strooleger wat rust zochten en wij lagen na te denken over wat zich ginds afspeelde. De afstand viel niet te benaderen, doch ik vermoedde 15 K.M. Het soel voortmokeren van den gigaBti- schen slaghamer waarop dat kanongedonder gelijkt, klopte met de snelhe.d van eigen polsslag en dat bracht mij weer in die spanning, waarbij alles bonst en je den adem gedwongen inhoudt. Heel in de verte zagen we hier en daar een rossen gloed. Dat was dat andere oorlogs-attribuutbrand. Vermoedelijk waren hoeven of gehuchten in brand geschoten. Die tegen de donkere lucht afstekd ide gloeden, zoowel Oostelijk als Zuidelijk van ons, maakten de nachtsom- berte bijna spookachtig. Vooral waar telkens weer van die ratelende, zwarte cavalcades voorbij kletterden. Paardenvolk zal ik maar zeggen, want wat het precies was, viel niet uit te maken. Maar ook nu en dan het snorren van een auto meest ambulance wagens, die ernstige gewonden wegbrachten. Wij lagen aan den weg tusschen Lens en Carvin en zouden den volgenden morgen vermoedelijk in de richting van Donai ver trekken, welke streek geheel door de Duit schers was bezet. Gelukkig nam het kanongebulder sterk af, zoodat ook voor ons eenige uien van rust aanbraken. Want niet zoozeer de lichamelijke dan wel üe geestelijke vermoeidheid doet zich gevoelen, en wendt ons af van bet interessante schouwspel dat de spooknacht op nog geen 15 K.M. van het gevechtsterrein biedt. (Wordt vervolgd.) ERNEST KÜYPER. Telegrammen. Onderstaande berichten zijn reeds per, bulletin door ons bekend gemaakt. Woensdagochtend 10 uur. DF. VERBONDEN LEGERS. PARIJS. 20 Oct. Het legerbericht van. hedenmiddag 3 uur luidt Niettegenstaande de heftige aanval len op het Belgische leger kon dit stand houden in de stellingen langs de User In de buurt van Ieperen worden gevechten geleverd De Duitschers hou den op onzen linkervleugel nog steeds de toegangen tot Rijssel in de richtingen Armentières, Veurne en La Bassée be zet Bij dc Maas trachtte de rij and tever geefs onze aanvallen, die gericht wer den tegen den rechteroever op het schiereiland Camp des Romains af te slaan. Alles bijeen genomen, behaalden wij den I9en hier en daar kleine voor" deelen. NIET IN OOSTENDE. Het bericht van de Morning Post als zouden de Duitschers, weer uit Oosten de verdreven zijn, wordt ten stelligste tegengesproken IN BRUGGE. SLUIS, 20 Oct (V D In Brugge wor den voortdurend lal van Duitsche ge wonden binnen gebracht De Duitsche soldalen zijn minder kalm, dan bij den aanvang der bezetting Groote troepen" massas worden naar het Zuiden verf-. voerd Van de 1000 Belgische vluchtelingen, die hier nog vertoeven en van wie de helft wordt ondersteund, durft nog geen terug te gaan Landgenooten, die ,uit Brugge komen raden het hun af

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1914 | | pagina 3