iddurphe Courant
BIJVOEGSEL
Binnenland.
FEUILLETON.
DE ONGEKROONDE KONING.
VA* M
TAN
Haandag 19 Oct. 1914, no. 246.
In de Vincbtelingenlokalen.
~We hebben de vluchtelingen eerst gezien
toen ze bier aankwamen, moe, versuft, een
toonbeeld van ellende, zooals ze in lange
stoeten door de straten schoven, beladen
met pakken in dichtgeknoopte doeken.
We hebben ze daarna dagelijks door de
straten zien slenteren, druk redeneerend
en politiseerend, reeds vrijwel op hun gemak.
En Zaterdag hebben we op een avond-
tocht langs een deel der lokalen, hen gezien
iü de tijdelijke verblijfplaatsen, die voor de
arm8ten zijn ingericht, armsten, maar
wel te verstaan niet alleen voor de aller
armsten, want er zijn veel graden onder
hen.
Wel, bij zoo'n bezoek aan die lokalen
krijgt men een heel anderen indruk als bij
dien droeven intocht. Het is er op de meeste
plaatsen gezellig. De vluchtelingen zijn er
tot rust gekomen en ze kunnen het goed
samen vinden.
Toen we in het Schuttershof kwa
men, was in het voorzaaltje een barbier
ook een vluchteling juist bezig de man
nen een Zondagsbakkes te geven. Men heeft
hem ook een tondeuse verschaft, en daar
mede heeft hij al menig kinderkopje tot
een kaaskopje gemaakt.
Daarachter in de kleine zaal staan tafel
tjes en stoelen. Dat is de eet- en conver-
satiezaal, waar de vluchtelingen zeer genoe-
gelijk bij elkaar zaten te praten, te kaarten,
te dammen enz.
De groote zaal is slaapzaal. Het stroo
ligt in dikke lagen langs de mnren en in
het midden, netjes ingepakt in lange repen
doek, waarop de dekens liggen.
Behaaglijk lagen de meeste kinderen al
uitgestrekt. Maar tocb niet allemaal. Want
er was ook een wieg, de verblijfplaats van
den jongsten bewoner van het Schuttershof,
die twee dagen voor het bombardement in
Antwerpen geboren werd. Toen het bom
bardement begon, zijn ook moeder en kind
gevlucht, en wonder boven wonder hebben
ze er niet van geleden.
De bevolking van het Schaftlokaal
van de firma Alberts bergt als 't ware een
groot gezin. Alles ziet er hier proper uit.
Ook hier is het op planken langs de wan
den gevleide stroo ter dege ingepakt zoodat
er geen strootje den vloer verontreinigt.
Trouwens ook de waschgelegenheid aan 't
lokaal verbonden is zooals men 't in de
hotels niet beter kan wenschen. Dank zij het
groot* lornuis in het midden, doen de be
woners hier zelf hun huis houden De
vrouwen, die nu bezig waren aardappelen
te schillen en de Zeeuwsche aardappelen
worden zéér door hen gewaardeerd
koken zelf hun maal.
Dat gebeurt ook bij de bewoners in het
gebouw in de Pauwpoort (Lunge Gist-
straat). Ze hebben van eenige personen een
fornuis gekregen, en de vrouwen koken er
met een lust, die het begrijpelijk maakt
dat.de mannen er naar verlangen ook weer
iets te doen te hebben.
In de Doopsgezinde kerk heeft
men een zeer practisch gebruik gemaakt van
de kerkbanken. Men bee t ze twee aan twee
tegenover elkaar geplaatst, en daardoor een
practische bedstede gekregen waarin een
stroomatras en dekens het bed volmaken.
Kaartjes met een punaise op iedere bank
geprikt, deelen mee wie daar woont.
Ook de consistorie-kamer dezer kerk is
voor huisvesting ingericht. Daar zijn de
slaapplaateen aangebracht door een met
Roman van
PAUL OSKAR IIÖCKER.
naar het Duitsck.
Nadruk verboden-
13).
De grijze automobiel reed -langzaam
weg Toen hij tusschen de boomen langs
de Havelchaussée verdween, wat het Be
ate in. haar angstige verbeelding of het
een doodkist was. Zij brak plotseling in
tranen ,uit
Inlusschen had Schrott vaa de beide
cavaleristen gehoord wat de dirigeerende
officier van gezondheid na het onderzoek
tot Rigalsky gezegd had. „Generaal von
Erxleben zou waarschijnlijk nooit meer
paard kunnen rijden."
Een noodloltiger val had een officier
von den rang van von Erxleben zeker
nooit gedaan Korten tijd hield de gunst
van den Keizer hem nog staande; Zijn
Majesteit liet herhaaldelijk naar zijn toe
stand informeeren. En toen na hel onder
zoek met Röntgenstralen en de operatie,
dc uitspraak der dokters bekend werd.
dat de generaal levenslang invalide zou
blijven, ongeschikt om ooit weer paard
te rijden werd er dringend op verschei
dene hoogere comandoplaatsen geinfor-
tneerd, of het niet mogelijk zou wezen,
den verdienstelijken officier tenminste
zootang in actieven dienst te laten blijven
als noodzakelijk was om in een hoogere
doek bedekten laag stroo langs den eeuen
wand.
Gezellig zaten daar, en ook in de kerk
zelf, de bewoners om den kachel, een voor
recht dat ze ook in het schaftlokaal en in
het Schuttershof hebben.
En ook in den Schouwburg. Maar
dat is bovendien wel een van de curieuste
verblijfplaatsen van de stad geworden.
Reeds toen we achter langs de loges liepen,
moesten we lachen, toen we zagen hoe
knus de beide groote loges tot zespersoons
bedsteden waren ingericht. De loge naast
een daarvan was een «eetkamer» voor de
daar wonende familie. Maar het meest ver
rassende was het tooneel, We kwamen er
van achter in. De coulisen van een kamer"
sloten de ruimte in, het scherm was neer,
en daar binnen zaten in lustig gezelschap de
bewoners aan tafeltjes bijeenprecies
een tooneelvoorstelling van den verkeerden
kant gezien. Ook op het tooneel waren
slaapplaatsen ingericht, evenals in de rook
kamer.
Maar van nu af bij de beschrijving der
verdere lokalen gaan we een trapje lager.
Het is er niet zoo huiselijk. De gezelligheid
van stoelen en tatels ontbreekt. Het is er
als in een groote landverhuizersloods.
O ja, in het pakhnis «De Hoop» in
de Nieuwepoortstraat trof het ons nog wat
er van een graanzolder gemaakt gemaakt
kan worden, en ook wat sommigen nog
kunnen doen om zich zoo behaaglijk moge
lijk in te richten. Meerendeeh lag hier het
stroo niet ingepakt langs de mnren en in
het midden. Maar op enkele plaatsen had
een opstaande plank aan het voeteinde er
reeds dadelijk een soort bedstede van ge
maakt.
En bovendien»het is warm san de
voetenvolgens 't getuigenis van het ge
zelschap dat daar al onder de dekens lag.
Hetzelfde gezelschap had een open paraplui
boven zicb als kleerkast, d. w. z. daar lagen
de hoeden der vrouwen in.
De drie verdiepingen van dit gebouw zijn
alle in gebruik.
In de Manege geeft de aarden vloer
natuurlijk minder gelegenheid voor afge
werkte slaapgelegenheid. Het stroo ligt daar
los op den grond, maar lange breede strooken
katoen geven daar een „onderlaag" en een
dekking, die ais warm werden geroemd.
Er is daar een heele bevolking van 225 per
sonen ondergebracht. Toen wij er kwamen
had een deel zich reeds ter ruste begeven,
een ander deel zat en lag nog bijeen te
praten. Of wel ze zaten stil gehurkt op de
bundeltjes goed aan het hoofdeinde van
hun bed.
Dat het Entrepot achter het Oost-
Indisch huis een lugnberen indruk maakt,
is bovenal te wijten aan den aard der voor
pakhuiszolders bestemde lage zalen, die met
het oog op het brandgevaar slechts spaar
zaam verlicht zijn met zg. stormlampen. De
slaapgelegenheid is boven ingericht door
stroo langs de wanden. De 500 personen,
die de vorige week Donderdag van Vlis-
singen hierheen togen, zijn hier onder
gebracht.
Beneden is het schaftlokaal. In een groote
holle ruimte met zware staande balkge-
vaarten, die den zolder steunen, staan lange
banken en tafels. En zooals daar Zaterdag
avond de stakkers zaten te genieten van de
door dames rondgebrachte soep, met om
hen heen dat half duister, slechts zwak ver
licht door de magere lampen, vormde dat
een tooneel, zoo fantastisch dat het van oude
tijden deed mijmeren, van de dagen van
groote zalen onder oude kasteelen. Sprook
jesachtig mooi, maar toch weer nijpend droef
als men dacht waarom die menschen hier
waren.
We hebben niet alle lokalen bezocht. Er
zijn er nog verscheidene over. In het pak
huis van den heer Meertens, de school in
de Lange Delft, het pakhuis van Kamermans.
en nog anderen.
Enkele der eerst in gebruik genomen
lokalen zijn inmiddels weer ontruimd, zoo
als de hooischuur op de Loskade, de douane
loods, de concertzaal.
Maar het bovenstaande zal hopen we een
voldoend denkbeeld van geven hoe de vluch-
pensioensklasse te komen. Maai- toen
volgde de eene slag na den anderen van
zijn huisboudelijken ondergang en door
deze omstandigheden gedrongen kwam
het Zijne Exellentie zelf wensclielijk voor,
zijn pensioen aan te vragen terwijl hij
nog in hel hospitaal was,
Kalinin, de gewezen kachelfabrikant,
was een der eerste deelnemende bezoö-
kers die Beate von Erxleben als plaats
vervangend hoofd des huizes moest ont
vangen. Zij had den dikken, astmathieken
huisheer, die een wolk van bierlucht,
van onuitstaanbare welwillendheid en jo
viaal ploertendom meebracht nog zelden
ontmoet. Nu zat de met zweet bedekte
beschermer op het kleine stoeltje in
hetgeen vroeger mama's heiligdom ge
weest was, en legde de dochter des hui
zes een aaneenschakeling van finantieele
reddingsmiddelen voor, die Beate met
den besten wil niet kou volgen. Zij
moest sfteeds naar de breede vingers
kijken, d ie, terwijl hij zat te praten, zul
ke ondoelmatige bewegingen maakten,
j vooral naar den wijsvinger die het pa
troon van tiaar zijden kleedje nateeken-
de en o hoe vreeselijkl met een ze
gelring versierd was.
Beate dacht dal die geldzaken nog
zooveel haast niet hadden en best wach
ten konden totdat papa uit hel hospitaal
terug was
Van verscheidene onstuimige dagen
van verleden herfst herinnerde zij
zich nog dat wissels, dienden om gepro
longeerd te worden Mijnheer Kalmin
beschouwde haai- levensvoorwaarden in
het onderhavig geval uil een ander oog
telingen hier gehuisvest zijn.
De gezondheidstoestand liet tot nu toe
weinig te wenschen over. In ieder lokaal is
op een biljet aangegeven»Uw dokter is,"
volgt naam en adres.
Al deze vluchtelingen voor zoover ze niet
zelf hun potje koken, krijgen warm eten
vanwege het comité, de eene helft 's mid
dags en des 's avonds brood en koffie, de
andere helft omgekeerd. En allen krijgen
's ochtends koffie en brood.
s
Hoe hun stemming was
Erkentelijk, vol lof over de verzorging,
en blijkbaar zeer dankbaar voor de rust.
Van neiging om terug te gaan was echter
heel weinig te bemerken. We waren er
getuige van dat onze wnd. burgemeester
hen daarover polste. Sprak hij hen er over
dan was eenstemmig het antwoord»We
vertrouwen den Dutsch niet. We wachten
tot den Dutsch weg is".
»Maar je begrijpt toch wel dat je hier
niet den heelen winter kunt blijven."
Een oogenblik stilte.
„JawelTclat begrijpen we, maar we durven
nog niet terug."
„De Duitschers zeggen dat jullie niets geen
kwaad zal gebeuren."
„Dat hebben ze in Leuven en Mecbelen
eerst ook gezegd."
„Weet je dat mr. Royer9 terug is, en dat
hij seinde mij dat je gerust kunt komen".
„Och, wat moet ik er doen 1 Er is geen
werk voor me."
„Wat is je stiel
„Dokwerker, mijnheer".
„En mijn stielke dan, mijnheer," zegt een
ander.
„Wat ben jij dan
„Diamantslijper, mijnheer".
Neen, daarvoor was moeilijk een goed
vooruitzicht te beloven. En evenmin was
raad te geven aan een ander, wiens fabriek
in puin is geschoten.
En dan bij allen de zorg dat de mannen
zullen worden gevangen genomen en naar
Duitschland gezonden.
„Maar de Duitschers zeggen toch dat
alleen de dienstplichtigen gevangen genomen
zullen worden."
„Jawel mijnheer, maar als je niet dienst
plichtig bent voor den Belg, dan ben je het
toch volgens den Dutsch en dan ga je."
En zoo was de stemming overal. Een diep
geworteld wantrouwen.
Aan een spoorwegman werd gevraagd oi
hij nu niet terug ging.
„Wat zou ik er doen, mijnheer?"
„Wel, de treinen rijden weer. Van Esschen
beginnen ze al."
„Ja, van Esschen. Maar dan verder Dan
moeten we zeker krijgsgevangenen naar
Duilschland rijden. Neen mijnheer, dan blijl
ik maar liever hier."
„Maar jullie kunt hier toch niet aldoor
blijven
Een afgewende blik en een schouder
ophalen is 't antwoord.
Het wantrouwen is te groot.
Bovendien, redeneeren ze verder:
»Wat moet er met ons gebeuren als de
Dutsch teruggedreven wordt uit Frankrijk?
Moeten we dan weer beschoten en wegge
jaagd woiden
En dan zijn dat nog slechts uitlatingen
van Antwerpenaars.
Als men inwoners treft uit Mechelen,
Dendermoiide, Aerschot, en al die andere
vernielde steden en dorpen, dan is 't nog
moeilijker hen tot vrijwilligen terugkeer te
bewegen. Wat hebben ze daar te wachten
in die ruïnen En wa' staat hun nog te
wachten, als de Duitscher teruggedreven
mocht worden
We hebben deze gesprekken trachten weer
te geven, om te doen begrijpen welke ge
dachten de meeste vluchtelingen leiden tot
hunne weigering om terug te keeren.
Maar we geven er niet mee te kennen
dat we al die bezwaren even stérk dcelen.g
We hebben het reeds Zaterdag gezegd dat
naar onze overtuiging de Duitscher werkelijk
ernstig er naar streelt in Antwerpen te
voorkomen, wat elders is gebeurd.
Trouwens men heeft het voorbeeld van
Brussel, waar nog niets van dien aard is
punt De zaak moet geregeld worden
en wel binnen eenige dagen Al meer en
meer begon Beate zich bezorgd te ma
ken voor de toekomst, want deze onsma
kelijke patser gaf haar maar al te duide
lijk te kennen dat hij haar lot in de
hand hield, hel lot van hel geheele huis
gezin von Erxleben En zij werd steeds
bloohartiger, steeds angstvalliger.
Nauwkeuriger dan zij, de officiers-
dochter, was Kalmin op de hoogte van
welk pensioen de generaal voortaan moest
leven. Met de grootste koelbloedigheid
rekende hij de jonge barones voor wat
er na 1 April tot zoolang kreeg hij
zijn volle traktement na aftrek van
huishuur en rente die tot een hooge som
was opgeloopen in de huishoudkas zou
overblijven Dat baron von Erxleben van
die kleine overblijvende som nog iets
kon afnemen om de schulden langza
merhand in termijnen af te betalen,
daarvan was geen sprake. Kalmin per
soonlijk zOjUf Waar in ieder geval niet in
komen, nog minder zij die op 't oogen
blik «de wissels in handen hadden. Maar
papa had meer dan eens van rijke
bloedverwanten gesproken. Zou de freu
le zich niet eens persoonlijk —de nood
dwong haar daartoe tol die personen
kunnen wenden Beate was geheel ver
bluft. Tante Eddy raissjchicnv Zij moest
lachen als zij er aan dacht. Zeker had
tante rijkelijk genoeg om van te leven,
ofschoon zij voortdurend klaagde en
jammerde als een echte Agrariër. Maar
had papa den laatsten keer toen hij een
paard moest koopen en het geld van
haar wilde leenen ook maai' een som-
voorgevallen.
Maar dit blijkt er voldoende uit: dat het
een uiterst moeilijk vraagstuk zal zijn om
de honderdduizenden, die den tocb al ern-
stigen economischen toestand in ons land nog
ernstiger maken, weer te bewegen hun
woonplaats op te zoeken.
Hulp voor den moggelhandel.
Het »Kon. Nat. Steuncomité" deelt het vol
gende mee:
In verband met den oorlogstoestand is de
uitvoer vaa mosselen, welke in normale tjjden
rond 40 millioen K.G. per jaar beloopt grooten-
deels onmogelijk geworden. Daardoor worden
de visschersplaatsen Bruinisse, Philippine,
Tholen, Yeraeke en eenige andere plaatsen in
Zeeuwsch-Vlaanderen en langs de Noordeljjke
Zuiderzee zwaar getroffen.
Aanstonds is d->or belanghebbenden getracht
binnen de grenzen van ons land een beloor-
ljjk afzetgebied te krjjgen. Voorloopig is deze
poging ten opzichte van Rotterdam bo<en
verwachting geslaagd. Onder medewerking
van het Rotterdamsche Steuncomité worden
wekeljjkB groote hoeveelheden mosselen aan
gevoerd en door venters (meeat werkloozen)
in de stad verkocht.
Wat in Rotterdam gelukt zal zeker ook in
tal van andere plaatsen kunnen slagen. Mos
selen toch vormen een goed en goedkoop
volksvoedsel en kunnen op verschillende wjjzen
zeer smakeljjk worden bereid.
Hot Koninkljjk Nationaal Steuncomité wil
gaarne medewerken om den verkoop en distri
butie vau dit volksvoedingsmiddel te bevor
deren.
Het wenscht daarom op het volgende do
aandacot te vestigen:
Voor Zeeland is thans onder de auspiciën
van ons Comité een Centraal Bureau opgericht,
voor de bevordering van den afzet van Zeeuw
sche mosselen, gevormd door burgemeesters
en eenige notabelen vao de vier voornaamste
visschersplaatsen in Zeeland. Teneinde een
billjjke verdeeling van de leveringen 'e ver
krijgen over de verscoillende visschers, is bet
noodzakelijk, dat de bestellingen op een cen
traal punt inkomen.
Genoemd Centraal Bureau heeft zich bjj
ons Comité aangesloten, zoodat hare gestie in
verleg met ons Comité, meer in bet bjjzonder
met de subcommissie voor de viascherjj zal
plaats hebben.
Wjj verzoeken daarom dringend eventueel
alle beatell ngen, voor zooveel die niet aan
particuliere handelaren geschieden, rechtstreeks
bjj dat Centraal Bureau te doen. en wel aan
hot adres van het lid van het Boreau den
heer P. A de JoDg te Tholen, telefoon No. 17
De prjjs der mosselen is door het Bureau
aanvankeljjk vastgesteld op f 1.75 per ton of
baal van omstreeks 90 K'G., inclusief verpak
king in balen, maar zonder vrachtkosten
indien de mosselen niot per baal u.aar in
grootere hoeveelheden van 50 tot 100. ton loa
in het vaartuig worden geleverd, bedraagt de
prjja voor Rotterdam en andere plaatsen be
zuiden de Maas f 1.40 per ton. Voor verder
gelegen plaatsen ondergaat de prjjs eenige
verhooging.
Bjj dergeljjke prjjz n zjjn de mosselen naar
verhouding aanzienlijk goedkooper dan het
goed koop-te rundvleesch en zelfs dan paar-
denvloesch.
5 K.G. mosselen, die men in Rotterdam voor
15 cent verkoopt, en gekookt, ruim 7 ons uit-
gepelde mosselen geven, hebben een eiwit ge
halte van 132'/, gram. 1 K.G. mager rund
vleesch van f 0.90 per K.G. bevat 205 gram
eiwit. 1 K.G. paardenvleesch van f 0.70 per
K.G. bevat 215 gram eiwit.
dus:
132'/s gram eiwit uit mager rundvleesch
kost f 0.501321/, tram eiwit uit paarden
vleesch kost f 0.43 132'/j grain eiwit uit
mosselen kost f 0.15.
Op aanvrage wordt het gewen echte aantal
aanbevelingen met recepten voor de toebe
reiding ter uitreiking aan de koopers bjj den
verkoop, door de zorg van den beer De Jong
toegezonden.
rnetje van drie duizend mark uit haar
handen kunnen krijgen? Neen. tante Ed
dy was een allerliefst mensch, zoolang
haar portemonnaie buiten spel bleef1.
Toen had mijnheer de frbrikant een
ander plan, maai- dal was al te afschu
welijk. Een verzoek om een genadegift
aan den keizer, onderleckend door de
kinderen van het slachtoffer van het
ongeluk, zou zeker met goed gevolg
bekroond worden, dacht hij Toen dc
barones von Erxleben het hoofd op
richtte en hem aanzag, haalde hij als
door een zweepslag getroffen de schou
ders op ,,Ik zou u raden', zei hij droog
jes, en hij overdreef opzettelijk zijn dia
lect omdat hij de zaak zoo bespottelijk
vond, „u niet zoo op te winden juffertje
En daarop legde hij de lijst op tafel
waai* ide sommen en de dalurusi, van
ide verschillende wisselschulden en an
dere vorderingen op vermeld stonden,
hetzelfde lijstje dat hij dien morgen vóór
de parforoerit na lang over en weer
pralen had aangeboden te vereffenen,
liet den patient beterschap wenschen en
vertrok
Beate ging dadelijk naar Gwendoline
en Ingrid op de slaapkamer en deelde
hen hel resultaat van het onderhoud me
de Gwendoline raadde aan naar Gross-
Lichterfelde te lelofoneeren en Börries
nog eens te laten overkomen De beide
broeders waren gisteren hier geweest;
daar zij niet in het hospitaal werden
toegelaten, waren zij maar een paar
uur droevig bij elkaar blijven zitten, al
le vijf, als jonge musscheu in den re
gen Dal Börries den finantieelen loe-
DE STRIJD OP HET WESTELIJK
FRONT.
(Van onzen oorlogscorrespondent;.
(Nadruk verboden)
De paniek in Vlaanderen.
II.
Blankenberghe, 12—14 Oct-
De vluchtelingen zijn slecht te spre
ken over liet gouvernement, dat al reeds
gedurende den geheelen oorlog het
nieuws stelselmatig aan hel volk heeft
onthouden niet alleen, maar bovendien
met optimistische voorstelliugen de be
volking vaak in een gevaarlijke waan
bracht.
Tot op bet oogenblik dal tot de vlucht
werd aangemaand heette het in Anri
werpen dat er geen gevaar dreigde en
suste men alle waakzaamheid bij liet pu
bliek in slaap Tientallen hebben mij,
mei veel bitterheid verzekerd hadden
we maar geen geloof gehecht aan de
mooie berichten van het gouvernement,
dan hadden we den tijd gehad rustig
af te reizen, eu onze voorzorgen le
nemen, inplaats van nu hals-oveivkop
het sauve qui peut nog te verergeren
Een merkte niel onaardig op ce sout des
chiffons de papier Een ander zei„Die
gazetten, ik kan ze niet meer lezen,-
't is al leugen wal er in slaat!
Van een stelselmatig in veiligheid
brengen van dc bevolking, wat vooral
op 'het platteland vaak noodig is, was
nergens sprake
In mijn vorigen brief heb ik meerma
len de vlucht als iels krankzinnigs ge-
qualiliceerd Dat brengt mij tot de be
antwoording van de vragen wie eigenlijk
vluchlen moet En dan staal bel vast dat
de dorpelingen wier gemeenten kans
hebben in de vuurlinie le zullen liggen,
oinl ijfsbehoud moeten vluchten. Want
in dezen oorlog die zich kenmerkt
door veldslagen over terreinlengten, die
een sneltrein in geen half elmaal kan
doorsnijden, en van een duur, die de
naam \an beleg verdien! worden de sle
den en dorpen, die binnen liet operalie-
veld liggen langdurig geteislerd.
Niet alleen echter dat de nabijheid
vau het gevecht uit zich zelf reeds
veel gevaar oplevert, in den nieuwen
belegeringsveldslag wordt van elk dek-
kings- en steunpunt op '1 terrein aanwezig,
«©brink gemaakt, zoodal zelfs van een
kleine bebouwde kom alle toegangen wor
den versperd en gebarricadeerd, de hui
zen als kleine verschansingen voor de
mitrailleuses worden aangewend, zoodat
vooral in de slagen in Noord-Frankrijk
thans reeds is gebleken, dat een dorp
dat het ongeluk heeft iu het operatic-
terrein te liggen, het lot van Jeruzalem
treft. Geeu steen blijft op den anderen,
geen huis wordt gespaard, kón ge
spaard worden voor den sproeiregen
van projectielen, die in en boven de
plaats uiteen spatten Wat de kracht
der granaatscherven niel volbrengen kan,
wordt door hel vuur voltooid Wie wel
eens zulk een dorp zulk een fundamen
ten-kerkhof heeft gezien kan zich eenigs-
zins een voorstelling maken van den
vernielingsregen van een scrapnell-vuur
Maar niel alleen de plaatsen op en bij
liel gevechtsterrein leveren gevaar, bijna
evenzeer de dorpen in welke de vijand
kampeert en dus tijd heeft de bevolking
te doen gevoelen wat hel zeggen wil over
wonnen te zijn Denk maar eens aan de
dorpen in hel Luiksche, Naamsehe en
Belgisch Liinburgsjche.
Maar overigens, in de open gleden wel
is waar aan de groote routes, docli niet in
liet eigenlijk gevechtsterrein gelegen, daar
kan de vlucht slechts eigen gevaar ver-
grooten
Over hel algemeen moet de stedelijk©
bevolking al haar krachten inspannen
bel gewone leven zoo goed mogelijk gaan
de te houden; dat is een groote bevei
liging legen vijandelijke willekeur Er
stand inzag was duidelijk. Toen hij ge
hoord had dal Papa ongeschikt zou
blijven voor den militairen dienst, was
zijn eerste woord geweest. ..Verdui
veld, dan moeten wij zeker bij de infan
terie Haunheinz!"
Beate zei „De eenige die ons zou
kunnen heipen is iemand uit de han
delswereld Als tante Eddy's man nog
maar leefde!
Ingrid lachte. Zij moest denken aan
de grappige verhalen van oom Czernin,
hoe hij dezen of genen bij hel verkoo-
pen van paarden of andere gelegenhe
den waarin hel gebruikelijk is elkaar
te bedriegen, had afgezet „Maar geloof
mij kinderen, tante Eddy is minstens
even geslepen als haar man Misschien
nog slimmer Want oom Czernin was op
ons telegram zeker gekomen, hij had
zich laten vermurwen en zou eindelijk
in de bres gesprongen zijn Tante Ed
dy daarentegen woijdl eenvoudig bedlege
rig
Dal de plotselinge ongesteldheid van
tante Czernin een voorwendsel was„ had
den zij allen dadelijk vermoed ingrid
was de eerste die dit vermoeden uil-
sprak Beate, als plaatsvervangend hoofd
des huizes voelde zich verplicht Ingrid
een berisping toe te dienen Deze
maakte een langen neus „Och, Ati", zei
ze eu ze zette zich met een zwaai
op het zweefrek „Ik heb al grootcr
dwergen gezien'.
OTOocdt vervolgd.)