iddurphe Courant BIJVOEGSEL Binnenland. FEUILLETON. DE ONGEKROONDE KONING. VA* M TAN Haandag 19 Oct. 1914, no. 246. In de Vincbtelingenlokalen. ~We hebben de vluchtelingen eerst gezien toen ze bier aankwamen, moe, versuft, een toonbeeld van ellende, zooals ze in lange stoeten door de straten schoven, beladen met pakken in dichtgeknoopte doeken. We hebben ze daarna dagelijks door de straten zien slenteren, druk redeneerend en politiseerend, reeds vrijwel op hun gemak. En Zaterdag hebben we op een avond- tocht langs een deel der lokalen, hen gezien iü de tijdelijke verblijfplaatsen, die voor de arm8ten zijn ingericht, armsten, maar wel te verstaan niet alleen voor de aller armsten, want er zijn veel graden onder hen. Wel, bij zoo'n bezoek aan die lokalen krijgt men een heel anderen indruk als bij dien droeven intocht. Het is er op de meeste plaatsen gezellig. De vluchtelingen zijn er tot rust gekomen en ze kunnen het goed samen vinden. Toen we in het Schuttershof kwa men, was in het voorzaaltje een barbier ook een vluchteling juist bezig de man nen een Zondagsbakkes te geven. Men heeft hem ook een tondeuse verschaft, en daar mede heeft hij al menig kinderkopje tot een kaaskopje gemaakt. Daarachter in de kleine zaal staan tafel tjes en stoelen. Dat is de eet- en conver- satiezaal, waar de vluchtelingen zeer genoe- gelijk bij elkaar zaten te praten, te kaarten, te dammen enz. De groote zaal is slaapzaal. Het stroo ligt in dikke lagen langs de mnren en in het midden, netjes ingepakt in lange repen doek, waarop de dekens liggen. Behaaglijk lagen de meeste kinderen al uitgestrekt. Maar tocb niet allemaal. Want er was ook een wieg, de verblijfplaats van den jongsten bewoner van het Schuttershof, die twee dagen voor het bombardement in Antwerpen geboren werd. Toen het bom bardement begon, zijn ook moeder en kind gevlucht, en wonder boven wonder hebben ze er niet van geleden. De bevolking van het Schaftlokaal van de firma Alberts bergt als 't ware een groot gezin. Alles ziet er hier proper uit. Ook hier is het op planken langs de wan den gevleide stroo ter dege ingepakt zoodat er geen strootje den vloer verontreinigt. Trouwens ook de waschgelegenheid aan 't lokaal verbonden is zooals men 't in de hotels niet beter kan wenschen. Dank zij het groot* lornuis in het midden, doen de be woners hier zelf hun huis houden De vrouwen, die nu bezig waren aardappelen te schillen en de Zeeuwsche aardappelen worden zéér door hen gewaardeerd koken zelf hun maal. Dat gebeurt ook bij de bewoners in het gebouw in de Pauwpoort (Lunge Gist- straat). Ze hebben van eenige personen een fornuis gekregen, en de vrouwen koken er met een lust, die het begrijpelijk maakt dat.de mannen er naar verlangen ook weer iets te doen te hebben. In de Doopsgezinde kerk heeft men een zeer practisch gebruik gemaakt van de kerkbanken. Men bee t ze twee aan twee tegenover elkaar geplaatst, en daardoor een practische bedstede gekregen waarin een stroomatras en dekens het bed volmaken. Kaartjes met een punaise op iedere bank geprikt, deelen mee wie daar woont. Ook de consistorie-kamer dezer kerk is voor huisvesting ingericht. Daar zijn de slaapplaateen aangebracht door een met Roman van PAUL OSKAR IIÖCKER. naar het Duitsck. Nadruk verboden- 13). De grijze automobiel reed -langzaam weg Toen hij tusschen de boomen langs de Havelchaussée verdween, wat het Be ate in. haar angstige verbeelding of het een doodkist was. Zij brak plotseling in tranen ,uit Inlusschen had Schrott vaa de beide cavaleristen gehoord wat de dirigeerende officier van gezondheid na het onderzoek tot Rigalsky gezegd had. „Generaal von Erxleben zou waarschijnlijk nooit meer paard kunnen rijden." Een noodloltiger val had een officier von den rang van von Erxleben zeker nooit gedaan Korten tijd hield de gunst van den Keizer hem nog staande; Zijn Majesteit liet herhaaldelijk naar zijn toe stand informeeren. En toen na hel onder zoek met Röntgenstralen en de operatie, dc uitspraak der dokters bekend werd. dat de generaal levenslang invalide zou blijven, ongeschikt om ooit weer paard te rijden werd er dringend op verschei dene hoogere comandoplaatsen geinfor- tneerd, of het niet mogelijk zou wezen, den verdienstelijken officier tenminste zootang in actieven dienst te laten blijven als noodzakelijk was om in een hoogere doek bedekten laag stroo langs den eeuen wand. Gezellig zaten daar, en ook in de kerk zelf, de bewoners om den kachel, een voor recht dat ze ook in het schaftlokaal en in het Schuttershof hebben. En ook in den Schouwburg. Maar dat is bovendien wel een van de curieuste verblijfplaatsen van de stad geworden. Reeds toen we achter langs de loges liepen, moesten we lachen, toen we zagen hoe knus de beide groote loges tot zespersoons bedsteden waren ingericht. De loge naast een daarvan was een «eetkamer» voor de daar wonende familie. Maar het meest ver rassende was het tooneel, We kwamen er van achter in. De coulisen van een kamer" sloten de ruimte in, het scherm was neer, en daar binnen zaten in lustig gezelschap de bewoners aan tafeltjes bijeenprecies een tooneelvoorstelling van den verkeerden kant gezien. Ook op het tooneel waren slaapplaatsen ingericht, evenals in de rook kamer. Maar van nu af bij de beschrijving der verdere lokalen gaan we een trapje lager. Het is er niet zoo huiselijk. De gezelligheid van stoelen en tatels ontbreekt. Het is er als in een groote landverhuizersloods. O ja, in het pakhnis «De Hoop» in de Nieuwepoortstraat trof het ons nog wat er van een graanzolder gemaakt gemaakt kan worden, en ook wat sommigen nog kunnen doen om zich zoo behaaglijk moge lijk in te richten. Meerendeeh lag hier het stroo niet ingepakt langs de mnren en in het midden. Maar op enkele plaatsen had een opstaande plank aan het voeteinde er reeds dadelijk een soort bedstede van ge maakt. En bovendien»het is warm san de voetenvolgens 't getuigenis van het ge zelschap dat daar al onder de dekens lag. Hetzelfde gezelschap had een open paraplui boven zicb als kleerkast, d. w. z. daar lagen de hoeden der vrouwen in. De drie verdiepingen van dit gebouw zijn alle in gebruik. In de Manege geeft de aarden vloer natuurlijk minder gelegenheid voor afge werkte slaapgelegenheid. Het stroo ligt daar los op den grond, maar lange breede strooken katoen geven daar een „onderlaag" en een dekking, die ais warm werden geroemd. Er is daar een heele bevolking van 225 per sonen ondergebracht. Toen wij er kwamen had een deel zich reeds ter ruste begeven, een ander deel zat en lag nog bijeen te praten. Of wel ze zaten stil gehurkt op de bundeltjes goed aan het hoofdeinde van hun bed. Dat het Entrepot achter het Oost- Indisch huis een lugnberen indruk maakt, is bovenal te wijten aan den aard der voor pakhuiszolders bestemde lage zalen, die met het oog op het brandgevaar slechts spaar zaam verlicht zijn met zg. stormlampen. De slaapgelegenheid is boven ingericht door stroo langs de wanden. De 500 personen, die de vorige week Donderdag van Vlis- singen hierheen togen, zijn hier onder gebracht. Beneden is het schaftlokaal. In een groote holle ruimte met zware staande balkge- vaarten, die den zolder steunen, staan lange banken en tafels. En zooals daar Zaterdag avond de stakkers zaten te genieten van de door dames rondgebrachte soep, met om hen heen dat half duister, slechts zwak ver licht door de magere lampen, vormde dat een tooneel, zoo fantastisch dat het van oude tijden deed mijmeren, van de dagen van groote zalen onder oude kasteelen. Sprook jesachtig mooi, maar toch weer nijpend droef als men dacht waarom die menschen hier waren. We hebben niet alle lokalen bezocht. Er zijn er nog verscheidene over. In het pak huis van den heer Meertens, de school in de Lange Delft, het pakhuis van Kamermans. en nog anderen. Enkele der eerst in gebruik genomen lokalen zijn inmiddels weer ontruimd, zoo als de hooischuur op de Loskade, de douane loods, de concertzaal. Maar het bovenstaande zal hopen we een voldoend denkbeeld van geven hoe de vluch- pensioensklasse te komen. Maai- toen volgde de eene slag na den anderen van zijn huisboudelijken ondergang en door deze omstandigheden gedrongen kwam het Zijne Exellentie zelf wensclielijk voor, zijn pensioen aan te vragen terwijl hij nog in hel hospitaal was, Kalinin, de gewezen kachelfabrikant, was een der eerste deelnemende bezoö- kers die Beate von Erxleben als plaats vervangend hoofd des huizes moest ont vangen. Zij had den dikken, astmathieken huisheer, die een wolk van bierlucht, van onuitstaanbare welwillendheid en jo viaal ploertendom meebracht nog zelden ontmoet. Nu zat de met zweet bedekte beschermer op het kleine stoeltje in hetgeen vroeger mama's heiligdom ge weest was, en legde de dochter des hui zes een aaneenschakeling van finantieele reddingsmiddelen voor, die Beate met den besten wil niet kou volgen. Zij moest sfteeds naar de breede vingers kijken, d ie, terwijl hij zat te praten, zul ke ondoelmatige bewegingen maakten, j vooral naar den wijsvinger die het pa troon van tiaar zijden kleedje nateeken- de en o hoe vreeselijkl met een ze gelring versierd was. Beate dacht dal die geldzaken nog zooveel haast niet hadden en best wach ten konden totdat papa uit hel hospitaal terug was Van verscheidene onstuimige dagen van verleden herfst herinnerde zij zich nog dat wissels, dienden om gepro longeerd te worden Mijnheer Kalmin beschouwde haai- levensvoorwaarden in het onderhavig geval uil een ander oog telingen hier gehuisvest zijn. De gezondheidstoestand liet tot nu toe weinig te wenschen over. In ieder lokaal is op een biljet aangegeven»Uw dokter is," volgt naam en adres. Al deze vluchtelingen voor zoover ze niet zelf hun potje koken, krijgen warm eten vanwege het comité, de eene helft 's mid dags en des 's avonds brood en koffie, de andere helft omgekeerd. En allen krijgen 's ochtends koffie en brood. s Hoe hun stemming was Erkentelijk, vol lof over de verzorging, en blijkbaar zeer dankbaar voor de rust. Van neiging om terug te gaan was echter heel weinig te bemerken. We waren er getuige van dat onze wnd. burgemeester hen daarover polste. Sprak hij hen er over dan was eenstemmig het antwoord»We vertrouwen den Dutsch niet. We wachten tot den Dutsch weg is". »Maar je begrijpt toch wel dat je hier niet den heelen winter kunt blijven." Een oogenblik stilte. „JawelTclat begrijpen we, maar we durven nog niet terug." „De Duitschers zeggen dat jullie niets geen kwaad zal gebeuren." „Dat hebben ze in Leuven en Mecbelen eerst ook gezegd." „Weet je dat mr. Royer9 terug is, en dat hij seinde mij dat je gerust kunt komen". „Och, wat moet ik er doen 1 Er is geen werk voor me." „Wat is je stiel „Dokwerker, mijnheer". „En mijn stielke dan, mijnheer," zegt een ander. „Wat ben jij dan „Diamantslijper, mijnheer". Neen, daarvoor was moeilijk een goed vooruitzicht te beloven. En evenmin was raad te geven aan een ander, wiens fabriek in puin is geschoten. En dan bij allen de zorg dat de mannen zullen worden gevangen genomen en naar Duitschland gezonden. „Maar de Duitschers zeggen toch dat alleen de dienstplichtigen gevangen genomen zullen worden." „Jawel mijnheer, maar als je niet dienst plichtig bent voor den Belg, dan ben je het toch volgens den Dutsch en dan ga je." En zoo was de stemming overal. Een diep geworteld wantrouwen. Aan een spoorwegman werd gevraagd oi hij nu niet terug ging. „Wat zou ik er doen, mijnheer?" „Wel, de treinen rijden weer. Van Esschen beginnen ze al." „Ja, van Esschen. Maar dan verder Dan moeten we zeker krijgsgevangenen naar Duilschland rijden. Neen mijnheer, dan blijl ik maar liever hier." „Maar jullie kunt hier toch niet aldoor blijven Een afgewende blik en een schouder ophalen is 't antwoord. Het wantrouwen is te groot. Bovendien, redeneeren ze verder: »Wat moet er met ons gebeuren als de Dutsch teruggedreven wordt uit Frankrijk? Moeten we dan weer beschoten en wegge jaagd woiden En dan zijn dat nog slechts uitlatingen van Antwerpenaars. Als men inwoners treft uit Mechelen, Dendermoiide, Aerschot, en al die andere vernielde steden en dorpen, dan is 't nog moeilijker hen tot vrijwilligen terugkeer te bewegen. Wat hebben ze daar te wachten in die ruïnen En wa' staat hun nog te wachten, als de Duitscher teruggedreven mocht worden We hebben deze gesprekken trachten weer te geven, om te doen begrijpen welke ge dachten de meeste vluchtelingen leiden tot hunne weigering om terug te keeren. Maar we geven er niet mee te kennen dat we al die bezwaren even stérk dcelen.g We hebben het reeds Zaterdag gezegd dat naar onze overtuiging de Duitscher werkelijk ernstig er naar streelt in Antwerpen te voorkomen, wat elders is gebeurd. Trouwens men heeft het voorbeeld van Brussel, waar nog niets van dien aard is punt De zaak moet geregeld worden en wel binnen eenige dagen Al meer en meer begon Beate zich bezorgd te ma ken voor de toekomst, want deze onsma kelijke patser gaf haar maar al te duide lijk te kennen dat hij haar lot in de hand hield, hel lot van hel geheele huis gezin von Erxleben En zij werd steeds bloohartiger, steeds angstvalliger. Nauwkeuriger dan zij, de officiers- dochter, was Kalmin op de hoogte van welk pensioen de generaal voortaan moest leven. Met de grootste koelbloedigheid rekende hij de jonge barones voor wat er na 1 April tot zoolang kreeg hij zijn volle traktement na aftrek van huishuur en rente die tot een hooge som was opgeloopen in de huishoudkas zou overblijven Dat baron von Erxleben van die kleine overblijvende som nog iets kon afnemen om de schulden langza merhand in termijnen af te betalen, daarvan was geen sprake. Kalmin per soonlijk zOjUf Waar in ieder geval niet in komen, nog minder zij die op 't oogen blik «de wissels in handen hadden. Maar papa had meer dan eens van rijke bloedverwanten gesproken. Zou de freu le zich niet eens persoonlijk —de nood dwong haar daartoe tol die personen kunnen wenden Beate was geheel ver bluft. Tante Eddy raissjchicnv Zij moest lachen als zij er aan dacht. Zeker had tante rijkelijk genoeg om van te leven, ofschoon zij voortdurend klaagde en jammerde als een echte Agrariër. Maar had papa den laatsten keer toen hij een paard moest koopen en het geld van haar wilde leenen ook maai' een som- voorgevallen. Maar dit blijkt er voldoende uit: dat het een uiterst moeilijk vraagstuk zal zijn om de honderdduizenden, die den tocb al ern- stigen economischen toestand in ons land nog ernstiger maken, weer te bewegen hun woonplaats op te zoeken. Hulp voor den moggelhandel. Het »Kon. Nat. Steuncomité" deelt het vol gende mee: In verband met den oorlogstoestand is de uitvoer vaa mosselen, welke in normale tjjden rond 40 millioen K.G. per jaar beloopt grooten- deels onmogelijk geworden. Daardoor worden de visschersplaatsen Bruinisse, Philippine, Tholen, Yeraeke en eenige andere plaatsen in Zeeuwsch-Vlaanderen en langs de Noordeljjke Zuiderzee zwaar getroffen. Aanstonds is d->or belanghebbenden getracht binnen de grenzen van ons land een beloor- ljjk afzetgebied te krjjgen. Voorloopig is deze poging ten opzichte van Rotterdam bo<en verwachting geslaagd. Onder medewerking van het Rotterdamsche Steuncomité worden wekeljjkB groote hoeveelheden mosselen aan gevoerd en door venters (meeat werkloozen) in de stad verkocht. Wat in Rotterdam gelukt zal zeker ook in tal van andere plaatsen kunnen slagen. Mos selen toch vormen een goed en goedkoop volksvoedsel en kunnen op verschillende wjjzen zeer smakeljjk worden bereid. Hot Koninkljjk Nationaal Steuncomité wil gaarne medewerken om den verkoop en distri butie vau dit volksvoedingsmiddel te bevor deren. Het wenscht daarom op het volgende do aandacot te vestigen: Voor Zeeland is thans onder de auspiciën van ons Comité een Centraal Bureau opgericht, voor de bevordering van den afzet van Zeeuw sche mosselen, gevormd door burgemeesters en eenige notabelen vao de vier voornaamste visschersplaatsen in Zeeland. Teneinde een billjjke verdeeling van de leveringen 'e ver krijgen over de verscoillende visschers, is bet noodzakelijk, dat de bestellingen op een cen traal punt inkomen. Genoemd Centraal Bureau heeft zich bjj ons Comité aangesloten, zoodat hare gestie in verleg met ons Comité, meer in bet bjjzonder met de subcommissie voor de viascherjj zal plaats hebben. Wjj verzoeken daarom dringend eventueel alle beatell ngen, voor zooveel die niet aan particuliere handelaren geschieden, rechtstreeks bjj dat Centraal Bureau te doen. en wel aan hot adres van het lid van het Boreau den heer P. A de JoDg te Tholen, telefoon No. 17 De prjjs der mosselen is door het Bureau aanvankeljjk vastgesteld op f 1.75 per ton of baal van omstreeks 90 K'G., inclusief verpak king in balen, maar zonder vrachtkosten indien de mosselen niot per baal u.aar in grootere hoeveelheden van 50 tot 100. ton loa in het vaartuig worden geleverd, bedraagt de prjja voor Rotterdam en andere plaatsen be zuiden de Maas f 1.40 per ton. Voor verder gelegen plaatsen ondergaat de prjjs eenige verhooging. Bjj dergeljjke prjjz n zjjn de mosselen naar verhouding aanzienlijk goedkooper dan het goed koop-te rundvleesch en zelfs dan paar- denvloesch. 5 K.G. mosselen, die men in Rotterdam voor 15 cent verkoopt, en gekookt, ruim 7 ons uit- gepelde mosselen geven, hebben een eiwit ge halte van 132'/, gram. 1 K.G. mager rund vleesch van f 0.90 per K.G. bevat 205 gram eiwit. 1 K.G. paardenvleesch van f 0.70 per K.G. bevat 215 gram eiwit. dus: 132'/s gram eiwit uit mager rundvleesch kost f 0.501321/, tram eiwit uit paarden vleesch kost f 0.43 132'/j grain eiwit uit mosselen kost f 0.15. Op aanvrage wordt het gewen echte aantal aanbevelingen met recepten voor de toebe reiding ter uitreiking aan de koopers bjj den verkoop, door de zorg van den beer De Jong toegezonden. rnetje van drie duizend mark uit haar handen kunnen krijgen? Neen. tante Ed dy was een allerliefst mensch, zoolang haar portemonnaie buiten spel bleef1. Toen had mijnheer de frbrikant een ander plan, maai- dal was al te afschu welijk. Een verzoek om een genadegift aan den keizer, onderleckend door de kinderen van het slachtoffer van het ongeluk, zou zeker met goed gevolg bekroond worden, dacht hij Toen dc barones von Erxleben het hoofd op richtte en hem aanzag, haalde hij als door een zweepslag getroffen de schou ders op ,,Ik zou u raden', zei hij droog jes, en hij overdreef opzettelijk zijn dia lect omdat hij de zaak zoo bespottelijk vond, „u niet zoo op te winden juffertje En daarop legde hij de lijst op tafel waai* ide sommen en de dalurusi, van ide verschillende wisselschulden en an dere vorderingen op vermeld stonden, hetzelfde lijstje dat hij dien morgen vóór de parforoerit na lang over en weer pralen had aangeboden te vereffenen, liet den patient beterschap wenschen en vertrok Beate ging dadelijk naar Gwendoline en Ingrid op de slaapkamer en deelde hen hel resultaat van het onderhoud me de Gwendoline raadde aan naar Gross- Lichterfelde te lelofoneeren en Börries nog eens te laten overkomen De beide broeders waren gisteren hier geweest; daar zij niet in het hospitaal werden toegelaten, waren zij maar een paar uur droevig bij elkaar blijven zitten, al le vijf, als jonge musscheu in den re gen Dal Börries den finantieelen loe- DE STRIJD OP HET WESTELIJK FRONT. (Van onzen oorlogscorrespondent;. (Nadruk verboden) De paniek in Vlaanderen. II. Blankenberghe, 12—14 Oct- De vluchtelingen zijn slecht te spre ken over liet gouvernement, dat al reeds gedurende den geheelen oorlog het nieuws stelselmatig aan hel volk heeft onthouden niet alleen, maar bovendien met optimistische voorstelliugen de be volking vaak in een gevaarlijke waan bracht. Tot op bet oogenblik dal tot de vlucht werd aangemaand heette het in Anri werpen dat er geen gevaar dreigde en suste men alle waakzaamheid bij liet pu bliek in slaap Tientallen hebben mij, mei veel bitterheid verzekerd hadden we maar geen geloof gehecht aan de mooie berichten van het gouvernement, dan hadden we den tijd gehad rustig af te reizen, eu onze voorzorgen le nemen, inplaats van nu hals-oveivkop het sauve qui peut nog te verergeren Een merkte niel onaardig op ce sout des chiffons de papier Een ander zei„Die gazetten, ik kan ze niet meer lezen,- 't is al leugen wal er in slaat! Van een stelselmatig in veiligheid brengen van dc bevolking, wat vooral op 'het platteland vaak noodig is, was nergens sprake In mijn vorigen brief heb ik meerma len de vlucht als iels krankzinnigs ge- qualiliceerd Dat brengt mij tot de be antwoording van de vragen wie eigenlijk vluchlen moet En dan staal bel vast dat de dorpelingen wier gemeenten kans hebben in de vuurlinie le zullen liggen, oinl ijfsbehoud moeten vluchten. Want in dezen oorlog die zich kenmerkt door veldslagen over terreinlengten, die een sneltrein in geen half elmaal kan doorsnijden, en van een duur, die de naam \an beleg verdien! worden de sle den en dorpen, die binnen liet operalie- veld liggen langdurig geteislerd. Niet alleen echter dat de nabijheid vau het gevecht uit zich zelf reeds veel gevaar oplevert, in den nieuwen belegeringsveldslag wordt van elk dek- kings- en steunpunt op '1 terrein aanwezig, «©brink gemaakt, zoodal zelfs van een kleine bebouwde kom alle toegangen wor den versperd en gebarricadeerd, de hui zen als kleine verschansingen voor de mitrailleuses worden aangewend, zoodat vooral in de slagen in Noord-Frankrijk thans reeds is gebleken, dat een dorp dat het ongeluk heeft iu het operatic- terrein te liggen, het lot van Jeruzalem treft. Geeu steen blijft op den anderen, geen huis wordt gespaard, kón ge spaard worden voor den sproeiregen van projectielen, die in en boven de plaats uiteen spatten Wat de kracht der granaatscherven niel volbrengen kan, wordt door hel vuur voltooid Wie wel eens zulk een dorp zulk een fundamen ten-kerkhof heeft gezien kan zich eenigs- zins een voorstelling maken van den vernielingsregen van een scrapnell-vuur Maar niel alleen de plaatsen op en bij liel gevechtsterrein leveren gevaar, bijna evenzeer de dorpen in welke de vijand kampeert en dus tijd heeft de bevolking te doen gevoelen wat hel zeggen wil over wonnen te zijn Denk maar eens aan de dorpen in hel Luiksche, Naamsehe en Belgisch Liinburgsjche. Maar overigens, in de open gleden wel is waar aan de groote routes, docli niet in liet eigenlijk gevechtsterrein gelegen, daar kan de vlucht slechts eigen gevaar ver- grooten Over hel algemeen moet de stedelijk© bevolking al haar krachten inspannen bel gewone leven zoo goed mogelijk gaan de te houden; dat is een groote bevei liging legen vijandelijke willekeur Er stand inzag was duidelijk. Toen hij ge hoord had dal Papa ongeschikt zou blijven voor den militairen dienst, was zijn eerste woord geweest. ..Verdui veld, dan moeten wij zeker bij de infan terie Haunheinz!" Beate zei „De eenige die ons zou kunnen heipen is iemand uit de han delswereld Als tante Eddy's man nog maar leefde! Ingrid lachte. Zij moest denken aan de grappige verhalen van oom Czernin, hoe hij dezen of genen bij hel verkoo- pen van paarden of andere gelegenhe den waarin hel gebruikelijk is elkaar te bedriegen, had afgezet „Maar geloof mij kinderen, tante Eddy is minstens even geslepen als haar man Misschien nog slimmer Want oom Czernin was op ons telegram zeker gekomen, hij had zich laten vermurwen en zou eindelijk in de bres gesprongen zijn Tante Ed dy daarentegen woijdl eenvoudig bedlege rig Dal de plotselinge ongesteldheid van tante Czernin een voorwendsel was„ had den zij allen dadelijk vermoed ingrid was de eerste die dit vermoeden uil- sprak Beate, als plaatsvervangend hoofd des huizes voelde zich verplicht Ingrid een berisping toe te dienen Deze maakte een langen neus „Och, Ati", zei ze eu ze zette zich met een zwaai op het zweefrek „Ik heb al grootcr dwergen gezien'. OTOocdt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1914 | | pagina 5