Brittanje oorlog voerende staten aan Ne-
derlandsche paspoorten hielp. De man
zal uit het land worden gezet.
De inschrijving voor de Duitsche
oorlogsleening is gesloten. In 't geheel
is daar voor 4 460.728.900 mark op ge-
teekend.
Helmuth Hirth, de bekwame Duit
sche vlieger, heeft sneller dan iemand
tot nu toe, in het Duitsche leger promotic
gemaakt,
Bij hel uitbreken van den oorlog nam
hij oiensl als vrijwilliger. Na veertien da
gen was hij reeds korporaal. Twee weken
later volgde zijn bevordering tol sergeant.
Nu, na acht dagen, kreeg hij de benoe
ming als luitenant.
Het Duitsche legerbestuur deelt me
de, dat op een verkenningstocht per
locomotief in Russisch Polen de treinma
chinist Beek, uit Tarnowits, zich uitste
kend heeft gedragen
Beek, kreeg behalve kwetsuren door
ijzersclierven, een schot door de long.
Niettegenstaande deze zware verwonding
was Beek nog vier uur op zijn postl
gebleven. Hij stuurde de locomotief tot
zij weer veilig in het slation van vertrek
terug was; toen pas zakte hij in elkaar. Ge
durende dpn terugrit was hij nog genood
zaakt geweest de locomotief te reparee-
ren en een lek te stoppen,dat ontstaan
was door vijandelijke kogels.
De Berliner Börsen Courier" ver
haalt, dal Vogl, „de kapitein van Köpp-
nick", ook in actie is. Evenwel niet aan
het front. Als goed schoenmaker houdt
hij zich bij zijn leest. In de militair^
werkplaatsen te Erfurt is hij werkzaam.
Daar gaat hij voor een der vlijtigste ar
beiders door.
Parijs is een oorlogshaven geworden
Hel „Berliner Tageblatt" verneemt het
uit Genève. Van de Alexander-brug af
kan men in de laatste dagen een flottielje
van vijf sloomsleepbooten zien liggen, die
gepantserd en gewapend zijn. De hutten
voor de stuurlieden heeft men tot een
soort blokhuizen voor de commandanten
herschapen. Als bewapening dienen kleine
revolver-kanonnen en machine-geweren.
De bemanning bestaat uil matrozen dei-
marine.
Eiken dag manoeuvreeren de booten
en verdringt zich een talrijk publiek om
de schepelingen aan 't werk te zien.
De Fransche musicus Albéric Mag-
nara is gesneuveld.
Het Hongaarsche ministerie vanbin-
nenlandsche zaken verklaart, dat er nje-
gen (gevallen van cholera zijn ontdekt
bij soldaten die gewond\ van het front ter
rugkeerden.
Tankosïls, de Servische artillerie
officier, die als voorzitter der beruchte
vereeniging Narodua Obrana door de Oos-
tenrijkschc regeering beschouwd werd als
de aanstichter van den moordaanslag,
door Princip en Cabrinowits op aartsher
tog Frans Ferdinand en zijn vrouw ge-1
pleegd, en die hen aan de daartoe noo-1
dige revolvers en bommen zou geholpen
hebben? is volgens een bericht van
Ooslenrijksche bladen gesneuveld.
In een zeer eigenaardige proclamatie
door hem zelf onderteekend, heeft Wood-
row Wilson, president der Vereenigde
Stalen, den Iden October aangewezen als
bededag in Noord-Amerika tot herstel
van den vrede in Europa.
In haar soort is deze proclamatie de
eerste en eenige, ooit door het Witte Huis
in Washington afgekondigd.
In dit nummer leest men van de va
der- of liever: inoeder-landslievende daad
door den Britsch-Indischen vorst (nizam)
van Hyderabad gepleegd. Deze schonk zes
miljoen roepijen, d.i. ruim vier miljoen
gulden, ter bestrijding van de kosten voor
de uitzending van troepen uit zijn land.
Deze som maakt hij eigenlijk zijn eigen
land ol" Indië in 'l algemeen ten geschen
ke. dam- het Parlement te Londen be
sloot, de kosten voor de deelneming van
Indische soldaten aan den oorlog in Euro
pa door Indië zelf te laten dragen.
Hyderabad is bijna zeven maal zoo
groot als Nederland en had in 1911 een
bevolking van ongeveer 13.375.000 zielen.
Volgens den Washingtonschen cor
respondent van de „Daily Telegraph"
staal het a s. vertrek van den Turkschen
gezant aldaar, Rustem bei, niet, althans
niet in de eerste plaats, in verband met
de door de Porie in uitzicht gestelde af
schaffing der capitulaties (men zie ons
Zaterdag verschenen nummer), maar werd
Rustem teruggeroepen, omdat president
Wilson te verstaan zou hebben gegeven
dat hij, wegens zijn strenge kritiek op
Amerikaansche instellingen opgehouden
had, in zijn ambt dienstig te zijn.
DE STRIJD IN NOORD-FRANKRIJK.
(Van onzen oorlogscorrespondent).
("Nadruk verboden.)
Op de dooöjenvclclen der Marne-
Meaux, 18 September
Gedoofde krater o. die afzienbare gra
ven en de dorre lakkenstrompsels, de
verwoeste huizen, de ontreddering over
al (Wat moei ik zeggen van dat
slagveld van zoo pas, waar vijf dat
gen lang de hellekrater vuur en dood
braakte. Ik kan er slechts aan denken
met moe hoofd en mei verwarde ge
dachten. 't Is mij hier zoo vreemd te
moede, zoo -droevig en onrustig, zoo
eigenaardig melancholiek, zoo ontzettend
cynisch toch ook weer, dal ik zelf den
weg niet weel in dien warwinkel van
gevoelens en gedachten.
Ik wacht hier geduldig een cinema
operateur, die mij beloofd heeft, „aan te
halen" zoo straks als hij naar Parijs te
rugkeert om zijn filmchassis te ledigen;
ik onttrek mij aan het - zenuwachtige
voortkruipen van den tijd dpor dpze
aanteekeningen alvast uit te werken1.
Weet ge hoe hel graf is van die hel
den, die hier rusten in den Vochtigen,
leemigen bodem? Op de plaats waai' het
warme bloed van die jonge en krachtige
levens wegvloeiden, bijna onmerkbaar,
niet akelig, neen zwart wegrinnend in
den doorweekten gronde diaar kwa
men de makkers en zwoegden op dp
spaden om in een omzien zoo'ri lan
ge kuil te spitten. Of een verlaten loop
graaf werd wal verbreed. Daarin werden
naast elkaar gelegd zij aan zij, de uhla-
nen en de lcu!rassiers, de jagers| en djp
chasseurs, de Hoog- en Rijnlanders), de
Zouaven van bij de Gironde vandfian,, en
de bruine zonen van Afrika's heete
Noordkust. De dood! was immers het ein
de van den strijd,, letterlijk en figuurlijk
en nu liggen ze daar in den' vre de, die
allen weer samenbrengt heelaas onder
de rille doodenwacht van het slagveld.
Zoo'n grai'. ge slaat het gade als of
daar vóór u op den vloer hel pas ontziel
de lichaam lag met 'n dunne wade erover
en ge houdt u roerloos' want een kerlc-
hofgraf, daarvan heeft hel niets. Waar de
losse aardheuvelingen zeggen: „hierdek
ken wij hen, die op deze plek d£n dpod
vonden", daar heeft die plek het onge
repte, hel onaanroerbare als van een pas
verscheiden doode zelf. Ge hou(dt uwen
adem in en durft niet denken aan dfc
voor eeuwig vermisten, die daar met ont-
blooten hals werden verborgen voor de
betrekkingen in hel vaderland. Verbor
gen inderdaad', want In het vaderlanid
blijven de verwanten hen immer wach
ten
Vroeger woonde ik in een huis waar
de stoet voorbij trok als van het hosf
pitaal uit een militaire begrafenis plaats
had.
Mijn vader zei meer dan eens:„Zoo'n
jongen als militair te verliezen ver van
huis, dal is voor ouders zoo om nooit in
te gelooven." Ik dacht aan die woordpn
en voelde hoe kinderen en jonge vrou
wen, vél- weg in '1 vaderland, ondpr njog
veel droeviger omstandigheden blijven
wachten en niet-gelooven, en niet weten
waar hel graf is, in de hun vreemde
velden. i
De verbroedering in den d(povd is de
meesl afschuwelijke les, die onze
menscheid wordt ingegeeseld' want dje
stukgesmeten levens, wat een welvaart,
wat een geluk zouden die kunnen dpen
opjuichen indien de verbroedering had,
plaats gehad in 't warme werkzame
leven. Het kon alles zoo anders zijn!
Een tocht, volkomen op goed geluk
ondernomen, bracht mij naar dit heuvel
land. Zonder bijzondere papieren, zon
der welke men bijkans geen voel. ver
zetten kan. Maar mij in verbinding te
stellen eerst met de prefectuur en aaar-
ha met den militairen gouverneur om
j vervolgens van den Parijschen Ponjtius
naar den Bordeauschen Pilatus te wor
den gezonden, met de 100 o/o kans te
vernemen dat hel den lieereu hoogst
aangenaam zou zijn indien ik als niet
in Frankrijk gedomicilieerd journalist,
zoo (spoedig mogelijk het land verliet
neen, aan die leans mocht ik mij
niet blootstellen.
Ik stapte dus met 'n cigarel noncha
lant in den mond en voor dp zoo-
veelsle maal in denzelfden „Journal" tu
rend over de boulevards naar een djer
vehikels, die tijdens die mobilisatie weer
oiensl doen, reed langs de Bastille, vervol
gens de poort uit naai' Vincennes, slechts
eenmaal aangeklampt door 't „Vos papiers,
monsieur!" waarbij thans mijn Fran
sche pas zooveel vertrouwen gaf aan
den piou-pkra, dat hij zich niet dp moei
te nam haar aandachtig te lezen En
als de druilregen en tegen dpn mid;dag
ook een ijzige hagelbui mij niet zoo ge
plaagd haddpn, <l£ weg niet zoo lang,
de vrachtkar en de comestibles-auto niet
zoo hadden geschokt, dp vrees terug ge
zonden te worden eer ik iets gezien hacjj
niet zoo drukkend geweest was, zou ik
kunnen schrijven, het ging van een leien
dakje.
Bij Nogent sur Marne over en vandaar
den 'grooten weg op naar Lagny Een
wandeling van drie en een half uur!
Maar dat viel mee. Want na twee en een
half uur marcheeren helling op, helling
af, maar met steeds aan de linkerhand
dal prachtige, Marnedal, met dp groene
en bruine velden, de weidjen en bouw-
akkers, de dorpen en bosschages en de
buitenplaatsen, nu en dan de rivierkron-
lcels, maar vooral de hoogten en uitge
strekte bebosclite hellingen ten Noorden
der rivier. Tusschen de buien d<>or be
lichtte een „steek" zon hel landschap en
deed blauwe waze opstijgen, die sa
menvloeiden met het nevelgrijs boven
de bosschen en tussjchen de heuvels. Te
gen den middlag kwam ik te Lagny aan
waar liet geweldig militair verkeer de
nabijheid vans het front zou doen ver
moeden. Doch dal lag reed§ veel, veel
verder. De wegen zullen zeker wel zel
den zoo'n druk verkeer gekend hebben.
Voortdurend rennen dp auto's voorbij dje
vivres en ammunitie naar het front aanp
voeren, doch ook het aantal auto's die
beladen terugkeeren is legio Him last
is een droevige. Want hoeveel gewonden
er nog maai- steeds worden vervoerd,
om de Zuidelijke hospitalen te gaan vul
len het is ontzettend. De ambulance
dienst schijnt mij uitstekend ingericht
Ik zag een file Engelsche Roode Kruis-
auto's die prachlig waren ingericht De
Carosserie was van den wagen genomen
en daarvoor een stellage in de plaals
gesteld die keurig was afgewerkt.' Zij
kan hel best vergeleken worden met
een tweedubbel-chassis van de radpr-
baar de Mooy, waarin twee naast en
twee boven elkaar, dus vier hurries
kunnen worden gehangen, ieder in vier
schakels, zooals dat ook bij de raderbaar
de" Mooy het geval is. De Chassi'ff is ge
heel overtrokken door bruin-grijs geolied
linnen met hel roode kruis op een wit
veld. Deze wagens gaven een zeer soli-
den indruk.
Hel houtwerk gelakt en keurig afge
werkt, de schakels vernikkeld, keurig le
derwerk. Het trof mij hoeveel Scout-boys
bij deze wagens dienst doen. In Boulogne
en Parijs heb ik Engelsche vrouwelij
ke artsen en verpleegsters gezien, die bij
de ambulances haar liefdewerk verrich
ten, in padvinderscosluum, d, w z
niet in Jupe Culotte doch formeel „en
pantalon". Ze maakten een zeer ornsligen
indruk en jedereen groette haar met
grooten eerbied.
Lagny scheen een echte pleisterplaats.
Even voor mij was daar een groep Tnr-
co's aangekomen. Nooit heb ik een meer
schilderachtige, groep gezien Het was
een cavalcade van een twee h drie hon
derd man. Alle op kleine viu-ige, meest
witte, of vuil-vale paardjes gereden met
lossen teugel, de krijgshaftige kerels in de
meest bonte Weeding. In witte zouaven-
pantalon met kort buis van kleurige
meesl blauwe stof met roode galonnee
ring. Als hoofddeksel bonte fessen of
hel-kleurige callotjes. Ilunne bewapening
is ook uiteenloopend, van de lange Mau
ser's tot de moderne Karabijnen. Het
geheel een tafereel, echt van Moorsche
bontheid en Zuidelijke bravour.
De koppen dal is oen studie' Hel
gelaat is meestal scherp belijnd; bij de
jongeren nimmer grof, zelfs in den regel
van een rustige, intelligente voornaam
heid. Hun lach is geestig, hun blik droo-
merig en verbaasd, dan \Veer ondoor
grondelijk diep. De ouden met de zware
rimpels en de zwarte huid zijn nog wel
praelitkoppen, maar met iets wreeds in
heel het voorkomen. Hun leeftijd loopt
zeur uileen. Het mooie zachte koffiebruin
in liet gelaat en de zachle handen, de
edele ranke bouw dat treft steeds bij
de jongeren. He zag in een gewonden-trein
een jongen Algerijn mei een schotwond
in de borst en een verbrijzelde hand. Hij
moesl veel pijn lijden en toch lag hij daar
mei oen groote rusl op hel fijne gelaal.
Hij kon misschien zestien zijn.
Hel viel mij op hoe velen dezer Tur-
co's uitstekend Fnansch spreken.
Men weet djrit in '70—71 de Duilschers
w oedend waren dal Mac Mahon de „bar
baren" op hen los liet. Maar dat was toch
wel onbekendheid met de merkwaardige
cultuur der Noord-Afrikaansche volken.
Ilun moed is echter van een onstuimige
beid, hun élan van een gloed, die elke
vijand tot vertwijfeling brengt.
Een transport krijgsgevangenen werd
naar een der versterkte kampen in de
nabijheid van Parijs gebracht in afwach
ting van verdere op Iransporlslelhng Die
stoel had weinig opvallends voor mij. Hel
waren meest infanteristen, die er ver
moeid doch toch wel opgewekt uilzagen,
alsof ze blij waren aan den krijgsoven
Ie zijn ontkomen.
Hel publiek bekeek hem met eenige
belangstelling, zonder kinderlijke nieuws-
-gierigheid.
Terwijl ik mij wat restaureerde be
merkte ik hoe vele vluchtelingen uit
Meaux en omgeving en uit andere plaat
sen in het Marnegebied, reeds zooveel
vertrouwen in den gewijzigden toestamj
hadden verlcegen, dfêt zij naar hunnje
haardsteden terugkeerden, of minstens
eens gingen kijken wat hun nog restte.
Ik sloot mij bij een paar dorpelingen
uit Nanteuil Sur Marne aan, waardoor
ik de gelegenheid kreeg, het slagveld
te bezoeken De bijzonderheden d£r
reis, over versperde wegen, balkenbrug-
gen, met veel oponthoud in het alge
meen, zal ik maar niet veel uitwijden
Het zag er hier uit precies als in He'
omgeving der Belgische slagvelden
Weldra bevind ik mij op de glooiende
velden tusschen Meaux en Ourcq en dus
op het gebied waarop de Duitscliers
zich het dichtst bij Paijs hebben bevon
den. Hemelstreed is d£ afstand), wei
nig meer dan 35 KM. Het geheele ge
bied om Meaux is een echt manoeuvre-
terrein met groote rivier-bochten, 'n ka
naal, veel bosschen, veel dorpen. Het
terrein rechts daarvan, waarop ik mij
bevind is geheel overeenkomstig hel heu
velland van de omgeving van Parijs. Gol
vend land opglooiend tot 170—180 M. met
differenties van 50 M en meer Verla
ten woningen regel. In de dorpen voor
elk venster de blinden gesloten. Lang
zamerhand beschadigde en ook afgebro
ken woningen. Hier en daar geduchte
verdedigingswerken Zuid-Ooslwaarts ga
ik het heuvelland in langs een veldweg
Hier en daar een graf Sommige met
een ruw kruis en een opschrift. Meestal
een paar letters en Romeinsche cijfers
om ihet regiment aan te duiden, wat
hier makkers verloor. Dan bij een hoeve,
een verschrikkelijke verwoesting in den
boomgaard. Een zware noteboom is stuk
geschoten. Op manshoogte versplinterd.
Uit de takkenmassa stijgt 'n geweldige
slank op. Daar ligt 'n paard. Hier en
daar in 't veld zijn nog boeren aan; *(t zoe
ken van cadavers die opgeruimd) moe
ten worden.
De hoeve zelf is een en al verwoesting.
Het dak is stuk, doch niet in brand ge
scholen. De muren hebben vele groote
gaten van 20—30 c M. doorsnee, lli .r is
verwoed gevochten. Op een weide naast
hel huis zijn vier lange graven, alle met
"n kruis en met 'n plank die eenige voe
ten uil het graf steekt en waarop een op
schrift is gesneden. In den boomgaard
vooral naar beneden, Oen verlaten tran-
ehée. Daar de overblijfsels van het ge
vecht. nemen, ledige hulzen, keteltjes,
kopi's, een jas 't meeste is al wegge
ruimd Een eind verder een lang, zeer
lang graf. Een dertig meters lang. Véél
galen in het grasveld van de stukgeslagen
granaten. Tusschen wat laag hout graaf
werken waarin de artillerie is „ingegra
ven" geweest. Van deze plek uit zijn oc
vijanden bestookt op de bekende Fran
sche wijze, die het den Duilschers bijna
onmogelijk maakl het vijandelijk doel te
vannen. Een vernielde caisson, een ver
brande auto, waarvan het wagenslel ge
heel verfrommeld is. Kortom een slag-
vela-inventaris, waarvan ieder nummer
te denken geeft Later óp den dag meer
Oostelijk heb ik bij een weg een gedichte
loopgraaf van een dertig meter gezien
één graf!
En (lil is slechts de rand van hel'
slagveld.. dat zich uitstrekt van Meaux
lol Vitry le Francois, dus met de lengte
van 60 a 65 K.M., noordelijk zich uit-
slrckl tot de Ourcq, zuidelijk tot Coulom-
niier, la Ferte Caucher, Sézanne, dus mol
de breedte van 30 tot 60 K.M
Nog steeds zijn soldalen en boeren
in de weer om dooden te zoeken, want
nog immer worden er gevonden tus
schen hef lage hout, onder puinhoopen,
in granaalgaten. Ook de cadavers wor
den begraven, doch deze zijn hier weinig
talrijk Het schijnt dat op dit terrein
voornamelijk artillerie en infanterie haar
werk heeft gedaan Want overal waar ik
door de velden trek snijden .artillerie
sporen mijn weg.
Ir. de glooiingen vind ik overblijfselen
van kampementen. Daar zijn de overblijf
selen van een zonderlinge verscheiden
heid liet is alsof hier geheele sleden
hun dagjesmenschen hebben doen bivak-
keeren. Hier en daar veel slroo Over
blijfselen van vuurtjes en stookplaatsen
Veel kranten ledige flesschen, bussen,
zelfs briefkaarten en verscheurde pa
perassen, kleedingslukken, schoenen, sok
ken, maar dal is een vreedzame rommel
spoedig weer gevolgd door andere wan
orde: opgeworpen zandwerken, met le
dige kardoezen, -scrapnell-hulzenge->
broken welen, een stukgeschoten affuit
met 'n gedemonteerd kanon, een aantal
slecht begraven paardeucadavers en de
regelmatige aardhoopen met 'n kepi en
'n sabel er op, mei 'n kruis en een ver
regend papier, dat herinneren moest
wie hier gesneuveld zijn
Een oude boer die niet meer lollj
vluchten in staat was, zat niet een te
ruggekeerde vrouw in een vernield huis
De vrouw met rood geschreide oogen De
man kon bijna niet meer spreken Drie
van de vijl' dagen van de Marne-slajg;
was er op deze velden gevochten Nacht
en dag door had, het kanon gedjreund,
slag op slag o, '1 was een hel geweest.
Hij was er geheel door versuft. Allerlei
geluiden dooreen. Hardier dan dondersla
gen en soms zoo dichtbij. Nu eens waf
het gedonder van verre gekomen, dpn
weer waren de knallen stuk gespat als
vlak boven het huis. Telkens was er
aangevallen. Dan ware 't de Duitschers
die den vuuroven stookten, dan weer
de Franschen. En toen eindelijk het hel-
sche leven wegtrok naar 't Noorden had
hij zich nog den geheelen dag verscholen
gehouden in een soort keldergat, zon djer
ander eten dan een dyoog stuk brood en
met brandenden <^orst.
Toen waren eenige Zouaven gekomei^,
die licm vonden en dje met vluchtelingen
den geheelen dag in dp omgeving van
zijn huis naar de Lijken hadden gezocht,
Een roode [kruiscolonnc had' hem wat
opgeknapt, maar hij had niet willen mee
gaan. Neen, nooit hier weg, waar hij
zijn heele leven was geweesl.
Gelukkig waren eenige gevluchte be
kenden teruggekomen. Die haddpn ech
ter hun huis geheel verwoest gevonden.
Van soldaten, die de velden kwamen af-
zopken naar gewonden had hij brood
gekregen. Waar zijn vee gebleven was
wist hii niet Ook niet wat er van hem
moest worden als hij in deze woestenij^
moest overwinteren
Van 'n cinema-operateur, die meer
Noord-Oostejijk is geweest, verneem ik,
dat hij op een plaats is geweest waar 'n lc-
gerlroep de Marne is overgetrokken.
Wat daar gevochten moet zijn' Hij
heelt een graf gezien van 'n 100 M
lengte en al die cadavers, 't is er af
schuwelijk
Door hel enorme Bois de Meaux beu
ik oostwaarts gewandeld, prachlig woud
mei opgaande kastanjes, veel loofhout,
veel struikgewas. Het woud herinnerde
mij aan het Bois de Meudon tusschen
Sèvres en Issy les Moulineux of meer
nog aan het forel de Mont Morency ach
ter Enghicn. Mijn plan was om naar
La Ferté en zoo mogelijk naar Chateau
Thierry te gaan, en ik rekende ope en lan
gen moeilijken tocht, met kans geen
geschikt onderdak le vinden voor den
nacht. De ontmoeting met een Engelsch
operateur deed mij dit plan opgeven
Hij vertelde mij dat die weg geheel be
dekt was met transporten voor de troe
pen en dal de eonlröle er zeer streng
was Indien ik er lust in had kon ik
mei hem een bezoek brengen aan de Pe
tit Morin om over Rebais, Coulonuniers,
Crezy naai* Meaux terug te rijden.
't Werd een lange tocht met vaal;
oponthoud en kleine moeilijkheden, ter
wijl het oorlogsveld nagenoeg gelijk
bleef. Overal min of meer ernstige ver
woestingen, overal overblijfsels van
kampementen en verdedigingsgraafwerk.
Helaas ook, vooral aan de Petit Morin
niet veel meer dan een beek de
helaeomben of verspreide graven waar
de dapperen werden begraven die bleven
bij hel eerste groole treffen
Hoewel de landstreek vrijwel ontruimd
is, troffen we vaak dorpelingen en land
lieden, altijd weer in dezelfde gesla
genheid, met het wczenlooze in den blik,
en meest in weinige armelijke plunje.
Toen er een ons vertelde, dat 't maar
goed was dal de heilige Jeanne d'Arc
op tijd was teruggekeerd, begrepen we
hoe het oorlogslot dien man had ontzind.
Wij troffen ook een dorpspastoor aan,
die gevlucht was uit de omgeving van
Sézanne Hij liep nu van dorp lot
dorp om naar zijn pastorie terug te gaan.
Wat zal ik er terugvinden? vroeg hij
ons met een hulpeloosheid in zijn blik
die meelij opwekte Hij had veel gekre
gen voor zijn kudde, maai' alles was weer
weggeschonken aan zoovelen die alles,
alles ontbeerden en dreigden om le be
zwijken langs den weg. Want in de ont
redderde velden en wegen builen de ver-
bindingsroutes der legers, daar wordt
onlzctlend geleden door die achterblij
vende zwervers voor wie liet schier
onmogelijk is de niet geteisterde dorpen
le bereiken.
Op mijn weg zag ik weinig andere ver
woesting dan hij hot krijgsgeweld nu een
maal onvermijdelijk is. .Maar wat noorde
lijker is het onlzctlend. Aan gene zijde
der Marne doch ook in het gebied der
Grand Morin heeft de vijand niet plat
branden gcgeeseld. Wat ik daaromtrent
hoorde gaf mij den indruk dat het op
Franschen bodem al precies zoo gesteld
was als bij de arme overrompelde Bel
gen. Misschien ben ik een dér volgende
aagen iii slaat er een en ander van te aan
schouwen.
Zoo juist is een nieuw gewonden-trans
port aangekomen en eenige terugkoeren-
de auto's allen niet zooveel lichtere ge
wonden als do wagen maar laden kon.
Zij komen uil de omgeving van Soissons,
waar nog steeds hevig gevochten wordt
Hel weder is koel, maar in den middag
/mi de regenbuien uitgebleven. Ik loop
«en groolen weg op de auto's tegemoet.
In het blinde stadje is het niet om uil
te houden. De zware wolken stapelen
hoog. De^ ondergaande zon brandt een
feilen oranjegloed Legen de bloodroodo
wolken Gigantisch vormen zich (te don
kere wolkenslapels in de meest grillige
vormen. Zware loodkleurige wolken ros
sig belichthet geheel als de draperie
van een Wodansverblijf in de verbeel
ding der ouden. Hel is alsof de slagveld
krater 50—60 K.M voor ons uil
zijn hellegloed legen die wolltenwoesl-
lieid weerkaatsen doet Sluit ik mijn blik
dan zie ik den krijgsbrand als een fata
morgana, en dan voel ik de konvende
avondrust om mij heen als een eeuwigen
droomslaap voor de tienduizenden geval
lenen, rustend in de wijde velden om mij
heen. Ik deuk dan aan Heine's „Grena-
diere" en zie Detaille's Rêve. aan de krij
gers die de overwinnings-fanfares be
luisleren daar ver vooruit of de zegevie
rende stoeten met de vliegende vaandels
en schallende klaroenen. Och, 's krijgs-
mans sneven zijn neervleien in den vader-
landschen bodem welke heerlijke dilhv
ramben juichen op... later.als wij de
helden herdenken. Maai' hier op de kille
doorweekte velden van de koude verla
tenheid waar zij zoo pas werden neer
gelegd, daar is de wijdte zoo eng, dat
voor lyrische overpeinzing geen plaats
blijft
Ilicr liggen de dooden stil.. en wij hui
veren.
ERNEST KUYPER.
Telegrammen.
Onderstaande berichten zijn reeds per
bulletin door ons bekend gemaakt.
Zondagmorgen 11 uur.
VAN FRANSCHE ZIJDE.
PARIJS, 26 Sept. (3 uur). Op onzen
linkervleugel wordt het hevige gevecht
tusschen de Somme en de Oise voort
gezet. Tusschen de Oise en Soissons heb
ben onze troepen eenig terrein gewonnen.
De vijand heeft gisteren enkele aanvallen
gedaan. Tusschen Soissons en Reims is
geen belangrijke wijziging ingetreden.
In hel centrum van Reims naar Ver
dun is dc toestand onveranderd. In Woe-
vre heeft de vijand in de streek vail St.
Mihiel de Maas kunnen overschrijden
doch hel aanvallend optreden onzer troe
pen heeft hem groolendeels over de ri
vier terug geworpen-
In het Zuiden van Woevre zetten wij
onze aanvallen voort Op den geheelen
vleugel in Lotharingen en Vogezen schij
nen de Duitsche troepen verminderd te
zijn, Detachementen die op enkele punten
onze voorposten hadden achteruitgedron
gen, zijn terug geslagen, toen onze reser
ves in actie kwamen.
BORDEAUX, 26 Sept. Het officieele
communiqué van 11 uur luidt Over het
geheele front deed de vijand aanvallen
doch de7.e werden overal teruggeslagen.
Aan den linkervleugel rukten we voor
waarts. De toestand is onveranderd ten
Oosten van de Maas. In Woevre hebben
wij terrein gewonnen.
HFT DUITSCHE LEGERBERICIIT.
BERLIJN, 26 Sept. De generale staf
meldt aan het hoofdkwartier 26 Septem
ber s' {avonds
De vijand heeft gebruik makend van