Brittanje oorlog voerende staten aan Ne- derlandsche paspoorten hielp. De man zal uit het land worden gezet. De inschrijving voor de Duitsche oorlogsleening is gesloten. In 't geheel is daar voor 4 460.728.900 mark op ge- teekend. Helmuth Hirth, de bekwame Duit sche vlieger, heeft sneller dan iemand tot nu toe, in het Duitsche leger promotic gemaakt, Bij hel uitbreken van den oorlog nam hij oiensl als vrijwilliger. Na veertien da gen was hij reeds korporaal. Twee weken later volgde zijn bevordering tol sergeant. Nu, na acht dagen, kreeg hij de benoe ming als luitenant. Het Duitsche legerbestuur deelt me de, dat op een verkenningstocht per locomotief in Russisch Polen de treinma chinist Beek, uit Tarnowits, zich uitste kend heeft gedragen Beek, kreeg behalve kwetsuren door ijzersclierven, een schot door de long. Niettegenstaande deze zware verwonding was Beek nog vier uur op zijn postl gebleven. Hij stuurde de locomotief tot zij weer veilig in het slation van vertrek terug was; toen pas zakte hij in elkaar. Ge durende dpn terugrit was hij nog genood zaakt geweest de locomotief te reparee- ren en een lek te stoppen,dat ontstaan was door vijandelijke kogels. De Berliner Börsen Courier" ver haalt, dal Vogl, „de kapitein van Köpp- nick", ook in actie is. Evenwel niet aan het front. Als goed schoenmaker houdt hij zich bij zijn leest. In de militair^ werkplaatsen te Erfurt is hij werkzaam. Daar gaat hij voor een der vlijtigste ar beiders door. Parijs is een oorlogshaven geworden Hel „Berliner Tageblatt" verneemt het uit Genève. Van de Alexander-brug af kan men in de laatste dagen een flottielje van vijf sloomsleepbooten zien liggen, die gepantserd en gewapend zijn. De hutten voor de stuurlieden heeft men tot een soort blokhuizen voor de commandanten herschapen. Als bewapening dienen kleine revolver-kanonnen en machine-geweren. De bemanning bestaat uil matrozen dei- marine. Eiken dag manoeuvreeren de booten en verdringt zich een talrijk publiek om de schepelingen aan 't werk te zien. De Fransche musicus Albéric Mag- nara is gesneuveld. Het Hongaarsche ministerie vanbin- nenlandsche zaken verklaart, dat er nje- gen (gevallen van cholera zijn ontdekt bij soldaten die gewond\ van het front ter rugkeerden. Tankosïls, de Servische artillerie officier, die als voorzitter der beruchte vereeniging Narodua Obrana door de Oos- tenrijkschc regeering beschouwd werd als de aanstichter van den moordaanslag, door Princip en Cabrinowits op aartsher tog Frans Ferdinand en zijn vrouw ge-1 pleegd, en die hen aan de daartoe noo-1 dige revolvers en bommen zou geholpen hebben? is volgens een bericht van Ooslenrijksche bladen gesneuveld. In een zeer eigenaardige proclamatie door hem zelf onderteekend, heeft Wood- row Wilson, president der Vereenigde Stalen, den Iden October aangewezen als bededag in Noord-Amerika tot herstel van den vrede in Europa. In haar soort is deze proclamatie de eerste en eenige, ooit door het Witte Huis in Washington afgekondigd. In dit nummer leest men van de va der- of liever: inoeder-landslievende daad door den Britsch-Indischen vorst (nizam) van Hyderabad gepleegd. Deze schonk zes miljoen roepijen, d.i. ruim vier miljoen gulden, ter bestrijding van de kosten voor de uitzending van troepen uit zijn land. Deze som maakt hij eigenlijk zijn eigen land ol" Indië in 'l algemeen ten geschen ke. dam- het Parlement te Londen be sloot, de kosten voor de deelneming van Indische soldaten aan den oorlog in Euro pa door Indië zelf te laten dragen. Hyderabad is bijna zeven maal zoo groot als Nederland en had in 1911 een bevolking van ongeveer 13.375.000 zielen. Volgens den Washingtonschen cor respondent van de „Daily Telegraph" staal het a s. vertrek van den Turkschen gezant aldaar, Rustem bei, niet, althans niet in de eerste plaats, in verband met de door de Porie in uitzicht gestelde af schaffing der capitulaties (men zie ons Zaterdag verschenen nummer), maar werd Rustem teruggeroepen, omdat president Wilson te verstaan zou hebben gegeven dat hij, wegens zijn strenge kritiek op Amerikaansche instellingen opgehouden had, in zijn ambt dienstig te zijn. DE STRIJD IN NOORD-FRANKRIJK. (Van onzen oorlogscorrespondent). ("Nadruk verboden.) Op de dooöjenvclclen der Marne- Meaux, 18 September Gedoofde krater o. die afzienbare gra ven en de dorre lakkenstrompsels, de verwoeste huizen, de ontreddering over al (Wat moei ik zeggen van dat slagveld van zoo pas, waar vijf dat gen lang de hellekrater vuur en dood braakte. Ik kan er slechts aan denken met moe hoofd en mei verwarde ge dachten. 't Is mij hier zoo vreemd te moede, zoo -droevig en onrustig, zoo eigenaardig melancholiek, zoo ontzettend cynisch toch ook weer, dal ik zelf den weg niet weel in dien warwinkel van gevoelens en gedachten. Ik wacht hier geduldig een cinema operateur, die mij beloofd heeft, „aan te halen" zoo straks als hij naar Parijs te rugkeert om zijn filmchassis te ledigen; ik onttrek mij aan het - zenuwachtige voortkruipen van den tijd dpor dpze aanteekeningen alvast uit te werken1. Weet ge hoe hel graf is van die hel den, die hier rusten in den Vochtigen, leemigen bodem? Op de plaats waai' het warme bloed van die jonge en krachtige levens wegvloeiden, bijna onmerkbaar, niet akelig, neen zwart wegrinnend in den doorweekten gronde diaar kwa men de makkers en zwoegden op dp spaden om in een omzien zoo'ri lan ge kuil te spitten. Of een verlaten loop graaf werd wal verbreed. Daarin werden naast elkaar gelegd zij aan zij, de uhla- nen en de lcu!rassiers, de jagers| en djp chasseurs, de Hoog- en Rijnlanders), de Zouaven van bij de Gironde vandfian,, en de bruine zonen van Afrika's heete Noordkust. De dood! was immers het ein de van den strijd,, letterlijk en figuurlijk en nu liggen ze daar in den' vre de, die allen weer samenbrengt heelaas onder de rille doodenwacht van het slagveld. Zoo'n grai'. ge slaat het gade als of daar vóór u op den vloer hel pas ontziel de lichaam lag met 'n dunne wade erover en ge houdt u roerloos' want een kerlc- hofgraf, daarvan heeft hel niets. Waar de losse aardheuvelingen zeggen: „hierdek ken wij hen, die op deze plek d£n dpod vonden", daar heeft die plek het onge repte, hel onaanroerbare als van een pas verscheiden doode zelf. Ge hou(dt uwen adem in en durft niet denken aan dfc voor eeuwig vermisten, die daar met ont- blooten hals werden verborgen voor de betrekkingen in hel vaderland. Verbor gen inderdaad', want In het vaderlanid blijven de verwanten hen immer wach ten Vroeger woonde ik in een huis waar de stoet voorbij trok als van het hosf pitaal uit een militaire begrafenis plaats had. Mijn vader zei meer dan eens:„Zoo'n jongen als militair te verliezen ver van huis, dal is voor ouders zoo om nooit in te gelooven." Ik dacht aan die woordpn en voelde hoe kinderen en jonge vrou wen, vél- weg in '1 vaderland, ondpr njog veel droeviger omstandigheden blijven wachten en niet-gelooven, en niet weten waar hel graf is, in de hun vreemde velden. i De verbroedering in den d(povd is de meesl afschuwelijke les, die onze menscheid wordt ingegeeseld' want dje stukgesmeten levens, wat een welvaart, wat een geluk zouden die kunnen dpen opjuichen indien de verbroedering had, plaats gehad in 't warme werkzame leven. Het kon alles zoo anders zijn! Een tocht, volkomen op goed geluk ondernomen, bracht mij naar dit heuvel land. Zonder bijzondere papieren, zon der welke men bijkans geen voel. ver zetten kan. Maar mij in verbinding te stellen eerst met de prefectuur en aaar- ha met den militairen gouverneur om j vervolgens van den Parijschen Ponjtius naar den Bordeauschen Pilatus te wor den gezonden, met de 100 o/o kans te vernemen dat hel den lieereu hoogst aangenaam zou zijn indien ik als niet in Frankrijk gedomicilieerd journalist, zoo (spoedig mogelijk het land verliet neen, aan die leans mocht ik mij niet blootstellen. Ik stapte dus met 'n cigarel noncha lant in den mond en voor dp zoo- veelsle maal in denzelfden „Journal" tu rend over de boulevards naar een djer vehikels, die tijdens die mobilisatie weer oiensl doen, reed langs de Bastille, vervol gens de poort uit naai' Vincennes, slechts eenmaal aangeklampt door 't „Vos papiers, monsieur!" waarbij thans mijn Fran sche pas zooveel vertrouwen gaf aan den piou-pkra, dat hij zich niet dp moei te nam haar aandachtig te lezen En als de druilregen en tegen dpn mid;dag ook een ijzige hagelbui mij niet zoo ge plaagd haddpn, <l£ weg niet zoo lang, de vrachtkar en de comestibles-auto niet zoo hadden geschokt, dp vrees terug ge zonden te worden eer ik iets gezien hacjj niet zoo drukkend geweest was, zou ik kunnen schrijven, het ging van een leien dakje. Bij Nogent sur Marne over en vandaar den 'grooten weg op naar Lagny Een wandeling van drie en een half uur! Maar dat viel mee. Want na twee en een half uur marcheeren helling op, helling af, maar met steeds aan de linkerhand dal prachtige, Marnedal, met dp groene en bruine velden, de weidjen en bouw- akkers, de dorpen en bosschages en de buitenplaatsen, nu en dan de rivierkron- lcels, maar vooral de hoogten en uitge strekte bebosclite hellingen ten Noorden der rivier. Tusschen de buien d<>or be lichtte een „steek" zon hel landschap en deed blauwe waze opstijgen, die sa menvloeiden met het nevelgrijs boven de bosschen en tussjchen de heuvels. Te gen den middlag kwam ik te Lagny aan waar liet geweldig militair verkeer de nabijheid vans het front zou doen ver moeden. Doch dal lag reed§ veel, veel verder. De wegen zullen zeker wel zel den zoo'n druk verkeer gekend hebben. Voortdurend rennen dp auto's voorbij dje vivres en ammunitie naar het front aanp voeren, doch ook het aantal auto's die beladen terugkeeren is legio Him last is een droevige. Want hoeveel gewonden er nog maai- steeds worden vervoerd, om de Zuidelijke hospitalen te gaan vul len het is ontzettend. De ambulance dienst schijnt mij uitstekend ingericht Ik zag een file Engelsche Roode Kruis- auto's die prachlig waren ingericht De Carosserie was van den wagen genomen en daarvoor een stellage in de plaals gesteld die keurig was afgewerkt.' Zij kan hel best vergeleken worden met een tweedubbel-chassis van de radpr- baar de Mooy, waarin twee naast en twee boven elkaar, dus vier hurries kunnen worden gehangen, ieder in vier schakels, zooals dat ook bij de raderbaar de" Mooy het geval is. De Chassi'ff is ge heel overtrokken door bruin-grijs geolied linnen met hel roode kruis op een wit veld. Deze wagens gaven een zeer soli- den indruk. Hel houtwerk gelakt en keurig afge werkt, de schakels vernikkeld, keurig le derwerk. Het trof mij hoeveel Scout-boys bij deze wagens dienst doen. In Boulogne en Parijs heb ik Engelsche vrouwelij ke artsen en verpleegsters gezien, die bij de ambulances haar liefdewerk verrich ten, in padvinderscosluum, d, w z niet in Jupe Culotte doch formeel „en pantalon". Ze maakten een zeer ornsligen indruk en jedereen groette haar met grooten eerbied. Lagny scheen een echte pleisterplaats. Even voor mij was daar een groep Tnr- co's aangekomen. Nooit heb ik een meer schilderachtige, groep gezien Het was een cavalcade van een twee h drie hon derd man. Alle op kleine viu-ige, meest witte, of vuil-vale paardjes gereden met lossen teugel, de krijgshaftige kerels in de meest bonte Weeding. In witte zouaven- pantalon met kort buis van kleurige meesl blauwe stof met roode galonnee ring. Als hoofddeksel bonte fessen of hel-kleurige callotjes. Ilunne bewapening is ook uiteenloopend, van de lange Mau ser's tot de moderne Karabijnen. Het geheel een tafereel, echt van Moorsche bontheid en Zuidelijke bravour. De koppen dal is oen studie' Hel gelaat is meestal scherp belijnd; bij de jongeren nimmer grof, zelfs in den regel van een rustige, intelligente voornaam heid. Hun lach is geestig, hun blik droo- merig en verbaasd, dan \Veer ondoor grondelijk diep. De ouden met de zware rimpels en de zwarte huid zijn nog wel praelitkoppen, maar met iets wreeds in heel het voorkomen. Hun leeftijd loopt zeur uileen. Het mooie zachte koffiebruin in liet gelaat en de zachle handen, de edele ranke bouw dat treft steeds bij de jongeren. He zag in een gewonden-trein een jongen Algerijn mei een schotwond in de borst en een verbrijzelde hand. Hij moesl veel pijn lijden en toch lag hij daar mei oen groote rusl op hel fijne gelaal. Hij kon misschien zestien zijn. Hel viel mij op hoe velen dezer Tur- co's uitstekend Fnansch spreken. Men weet djrit in '70—71 de Duilschers w oedend waren dal Mac Mahon de „bar baren" op hen los liet. Maar dat was toch wel onbekendheid met de merkwaardige cultuur der Noord-Afrikaansche volken. Ilun moed is echter van een onstuimige beid, hun élan van een gloed, die elke vijand tot vertwijfeling brengt. Een transport krijgsgevangenen werd naar een der versterkte kampen in de nabijheid van Parijs gebracht in afwach ting van verdere op Iransporlslelhng Die stoel had weinig opvallends voor mij. Hel waren meest infanteristen, die er ver moeid doch toch wel opgewekt uilzagen, alsof ze blij waren aan den krijgsoven Ie zijn ontkomen. Hel publiek bekeek hem met eenige belangstelling, zonder kinderlijke nieuws- -gierigheid. Terwijl ik mij wat restaureerde be merkte ik hoe vele vluchtelingen uit Meaux en omgeving en uit andere plaat sen in het Marnegebied, reeds zooveel vertrouwen in den gewijzigden toestamj hadden verlcegen, dfêt zij naar hunnje haardsteden terugkeerden, of minstens eens gingen kijken wat hun nog restte. Ik sloot mij bij een paar dorpelingen uit Nanteuil Sur Marne aan, waardoor ik de gelegenheid kreeg, het slagveld te bezoeken De bijzonderheden d£r reis, over versperde wegen, balkenbrug- gen, met veel oponthoud in het alge meen, zal ik maar niet veel uitwijden Het zag er hier uit precies als in He' omgeving der Belgische slagvelden Weldra bevind ik mij op de glooiende velden tusschen Meaux en Ourcq en dus op het gebied waarop de Duitscliers zich het dichtst bij Paijs hebben bevon den. Hemelstreed is d£ afstand), wei nig meer dan 35 KM. Het geheele ge bied om Meaux is een echt manoeuvre- terrein met groote rivier-bochten, 'n ka naal, veel bosschen, veel dorpen. Het terrein rechts daarvan, waarop ik mij bevind is geheel overeenkomstig hel heu velland van de omgeving van Parijs. Gol vend land opglooiend tot 170—180 M. met differenties van 50 M en meer Verla ten woningen regel. In de dorpen voor elk venster de blinden gesloten. Lang zamerhand beschadigde en ook afgebro ken woningen. Hier en daar geduchte verdedigingswerken Zuid-Ooslwaarts ga ik het heuvelland in langs een veldweg Hier en daar een graf Sommige met een ruw kruis en een opschrift. Meestal een paar letters en Romeinsche cijfers om ihet regiment aan te duiden, wat hier makkers verloor. Dan bij een hoeve, een verschrikkelijke verwoesting in den boomgaard. Een zware noteboom is stuk geschoten. Op manshoogte versplinterd. Uit de takkenmassa stijgt 'n geweldige slank op. Daar ligt 'n paard. Hier en daar in 't veld zijn nog boeren aan; *(t zoe ken van cadavers die opgeruimd) moe ten worden. De hoeve zelf is een en al verwoesting. Het dak is stuk, doch niet in brand ge scholen. De muren hebben vele groote gaten van 20—30 c M. doorsnee, lli .r is verwoed gevochten. Op een weide naast hel huis zijn vier lange graven, alle met "n kruis en met 'n plank die eenige voe ten uil het graf steekt en waarop een op schrift is gesneden. In den boomgaard vooral naar beneden, Oen verlaten tran- ehée. Daar de overblijfsels van het ge vecht. nemen, ledige hulzen, keteltjes, kopi's, een jas 't meeste is al wegge ruimd Een eind verder een lang, zeer lang graf. Een dertig meters lang. Véél galen in het grasveld van de stukgeslagen granaten. Tusschen wat laag hout graaf werken waarin de artillerie is „ingegra ven" geweest. Van deze plek uit zijn oc vijanden bestookt op de bekende Fran sche wijze, die het den Duilschers bijna onmogelijk maakl het vijandelijk doel te vannen. Een vernielde caisson, een ver brande auto, waarvan het wagenslel ge heel verfrommeld is. Kortom een slag- vela-inventaris, waarvan ieder nummer te denken geeft Later óp den dag meer Oostelijk heb ik bij een weg een gedichte loopgraaf van een dertig meter gezien één graf! En (lil is slechts de rand van hel' slagveld.. dat zich uitstrekt van Meaux lol Vitry le Francois, dus met de lengte van 60 a 65 K.M., noordelijk zich uit- slrckl tot de Ourcq, zuidelijk tot Coulom- niier, la Ferte Caucher, Sézanne, dus mol de breedte van 30 tot 60 K.M Nog steeds zijn soldalen en boeren in de weer om dooden te zoeken, want nog immer worden er gevonden tus schen hef lage hout, onder puinhoopen, in granaalgaten. Ook de cadavers wor den begraven, doch deze zijn hier weinig talrijk Het schijnt dat op dit terrein voornamelijk artillerie en infanterie haar werk heeft gedaan Want overal waar ik door de velden trek snijden .artillerie sporen mijn weg. Ir. de glooiingen vind ik overblijfselen van kampementen. Daar zijn de overblijf selen van een zonderlinge verscheiden heid liet is alsof hier geheele sleden hun dagjesmenschen hebben doen bivak- keeren. Hier en daar veel slroo Over blijfselen van vuurtjes en stookplaatsen Veel kranten ledige flesschen, bussen, zelfs briefkaarten en verscheurde pa perassen, kleedingslukken, schoenen, sok ken, maar dal is een vreedzame rommel spoedig weer gevolgd door andere wan orde: opgeworpen zandwerken, met le dige kardoezen, -scrapnell-hulzenge-> broken welen, een stukgeschoten affuit met 'n gedemonteerd kanon, een aantal slecht begraven paardeucadavers en de regelmatige aardhoopen met 'n kepi en 'n sabel er op, mei 'n kruis en een ver regend papier, dat herinneren moest wie hier gesneuveld zijn Een oude boer die niet meer lollj vluchten in staat was, zat niet een te ruggekeerde vrouw in een vernield huis De vrouw met rood geschreide oogen De man kon bijna niet meer spreken Drie van de vijl' dagen van de Marne-slajg; was er op deze velden gevochten Nacht en dag door had, het kanon gedjreund, slag op slag o, '1 was een hel geweest. Hij was er geheel door versuft. Allerlei geluiden dooreen. Hardier dan dondersla gen en soms zoo dichtbij. Nu eens waf het gedonder van verre gekomen, dpn weer waren de knallen stuk gespat als vlak boven het huis. Telkens was er aangevallen. Dan ware 't de Duitschers die den vuuroven stookten, dan weer de Franschen. En toen eindelijk het hel- sche leven wegtrok naar 't Noorden had hij zich nog den geheelen dag verscholen gehouden in een soort keldergat, zon djer ander eten dan een dyoog stuk brood en met brandenden <^orst. Toen waren eenige Zouaven gekomei^, die licm vonden en dje met vluchtelingen den geheelen dag in dp omgeving van zijn huis naar de Lijken hadden gezocht, Een roode [kruiscolonnc had' hem wat opgeknapt, maar hij had niet willen mee gaan. Neen, nooit hier weg, waar hij zijn heele leven was geweesl. Gelukkig waren eenige gevluchte be kenden teruggekomen. Die haddpn ech ter hun huis geheel verwoest gevonden. Van soldaten, die de velden kwamen af- zopken naar gewonden had hij brood gekregen. Waar zijn vee gebleven was wist hii niet Ook niet wat er van hem moest worden als hij in deze woestenij^ moest overwinteren Van 'n cinema-operateur, die meer Noord-Oostejijk is geweest, verneem ik, dat hij op een plaats is geweest waar 'n lc- gerlroep de Marne is overgetrokken. Wat daar gevochten moet zijn' Hij heelt een graf gezien van 'n 100 M lengte en al die cadavers, 't is er af schuwelijk Door hel enorme Bois de Meaux beu ik oostwaarts gewandeld, prachlig woud mei opgaande kastanjes, veel loofhout, veel struikgewas. Het woud herinnerde mij aan het Bois de Meudon tusschen Sèvres en Issy les Moulineux of meer nog aan het forel de Mont Morency ach ter Enghicn. Mijn plan was om naar La Ferté en zoo mogelijk naar Chateau Thierry te gaan, en ik rekende ope en lan gen moeilijken tocht, met kans geen geschikt onderdak le vinden voor den nacht. De ontmoeting met een Engelsch operateur deed mij dit plan opgeven Hij vertelde mij dat die weg geheel be dekt was met transporten voor de troe pen en dal de eonlröle er zeer streng was Indien ik er lust in had kon ik mei hem een bezoek brengen aan de Pe tit Morin om over Rebais, Coulonuniers, Crezy naai* Meaux terug te rijden. 't Werd een lange tocht met vaal; oponthoud en kleine moeilijkheden, ter wijl het oorlogsveld nagenoeg gelijk bleef. Overal min of meer ernstige ver woestingen, overal overblijfsels van kampementen en verdedigingsgraafwerk. Helaas ook, vooral aan de Petit Morin niet veel meer dan een beek de helaeomben of verspreide graven waar de dapperen werden begraven die bleven bij hel eerste groole treffen Hoewel de landstreek vrijwel ontruimd is, troffen we vaak dorpelingen en land lieden, altijd weer in dezelfde gesla genheid, met het wczenlooze in den blik, en meest in weinige armelijke plunje. Toen er een ons vertelde, dat 't maar goed was dal de heilige Jeanne d'Arc op tijd was teruggekeerd, begrepen we hoe het oorlogslot dien man had ontzind. Wij troffen ook een dorpspastoor aan, die gevlucht was uit de omgeving van Sézanne Hij liep nu van dorp lot dorp om naar zijn pastorie terug te gaan. Wat zal ik er terugvinden? vroeg hij ons met een hulpeloosheid in zijn blik die meelij opwekte Hij had veel gekre gen voor zijn kudde, maai' alles was weer weggeschonken aan zoovelen die alles, alles ontbeerden en dreigden om le be zwijken langs den weg. Want in de ont redderde velden en wegen builen de ver- bindingsroutes der legers, daar wordt onlzctlend geleden door die achterblij vende zwervers voor wie liet schier onmogelijk is de niet geteisterde dorpen le bereiken. Op mijn weg zag ik weinig andere ver woesting dan hij hot krijgsgeweld nu een maal onvermijdelijk is. .Maar wat noorde lijker is het onlzctlend. Aan gene zijde der Marne doch ook in het gebied der Grand Morin heeft de vijand niet plat branden gcgeeseld. Wat ik daaromtrent hoorde gaf mij den indruk dat het op Franschen bodem al precies zoo gesteld was als bij de arme overrompelde Bel gen. Misschien ben ik een dér volgende aagen iii slaat er een en ander van te aan schouwen. Zoo juist is een nieuw gewonden-trans port aangekomen en eenige terugkoeren- de auto's allen niet zooveel lichtere ge wonden als do wagen maar laden kon. Zij komen uil de omgeving van Soissons, waar nog steeds hevig gevochten wordt Hel weder is koel, maar in den middag /mi de regenbuien uitgebleven. Ik loop «en groolen weg op de auto's tegemoet. In het blinde stadje is het niet om uil te houden. De zware wolken stapelen hoog. De^ ondergaande zon brandt een feilen oranjegloed Legen de bloodroodo wolken Gigantisch vormen zich (te don kere wolkenslapels in de meest grillige vormen. Zware loodkleurige wolken ros sig belichthet geheel als de draperie van een Wodansverblijf in de verbeel ding der ouden. Hel is alsof de slagveld krater 50—60 K.M voor ons uil zijn hellegloed legen die wolltenwoesl- lieid weerkaatsen doet Sluit ik mijn blik dan zie ik den krijgsbrand als een fata morgana, en dan voel ik de konvende avondrust om mij heen als een eeuwigen droomslaap voor de tienduizenden geval lenen, rustend in de wijde velden om mij heen. Ik deuk dan aan Heine's „Grena- diere" en zie Detaille's Rêve. aan de krij gers die de overwinnings-fanfares be luisleren daar ver vooruit of de zegevie rende stoeten met de vliegende vaandels en schallende klaroenen. Och, 's krijgs- mans sneven zijn neervleien in den vader- landschen bodem welke heerlijke dilhv ramben juichen op... later.als wij de helden herdenken. Maai' hier op de kille doorweekte velden van de koude verla tenheid waar zij zoo pas werden neer gelegd, daar is de wijdte zoo eng, dat voor lyrische overpeinzing geen plaats blijft Ilicr liggen de dooden stil.. en wij hui veren. ERNEST KUYPER. Telegrammen. Onderstaande berichten zijn reeds per bulletin door ons bekend gemaakt. Zondagmorgen 11 uur. VAN FRANSCHE ZIJDE. PARIJS, 26 Sept. (3 uur). Op onzen linkervleugel wordt het hevige gevecht tusschen de Somme en de Oise voort gezet. Tusschen de Oise en Soissons heb ben onze troepen eenig terrein gewonnen. De vijand heeft gisteren enkele aanvallen gedaan. Tusschen Soissons en Reims is geen belangrijke wijziging ingetreden. In hel centrum van Reims naar Ver dun is dc toestand onveranderd. In Woe- vre heeft de vijand in de streek vail St. Mihiel de Maas kunnen overschrijden doch hel aanvallend optreden onzer troe pen heeft hem groolendeels over de ri vier terug geworpen- In het Zuiden van Woevre zetten wij onze aanvallen voort Op den geheelen vleugel in Lotharingen en Vogezen schij nen de Duitsche troepen verminderd te zijn, Detachementen die op enkele punten onze voorposten hadden achteruitgedron gen, zijn terug geslagen, toen onze reser ves in actie kwamen. BORDEAUX, 26 Sept. Het officieele communiqué van 11 uur luidt Over het geheele front deed de vijand aanvallen doch de7.e werden overal teruggeslagen. Aan den linkervleugel rukten we voor waarts. De toestand is onveranderd ten Oosten van de Maas. In Woevre hebben wij terrein gewonnen. HFT DUITSCHE LEGERBERICIIT. BERLIJN, 26 Sept. De generale staf meldt aan het hoofdkwartier 26 Septem ber s' {avonds De vijand heeft gebruik makend van

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1914 | | pagina 3