MIDDKLMRGSCHE COVMIT DE FRAUSCHE HOEVE. 226 167* Jaaroog. 1814 Vrijdag 25 September. BINNENLAND. FEUILLETON. Dut eoarait variclnjat iagalijks, nat mitxomf arimg tu Zo*- am Ïaaifc4mgam| par kwartaal, xoowal voor Middelburg al» voor alia plaatiam ia Natarlmai framoo pp! f 1.25J Af»o*d»rlijka aammari koitam 6 oait AdTartamtiöm bij abomaamamt op roordaeliga Toorwaardea. Proipaotanea daarraa rijm aaa hat bnreaa ta bekome*. Advartaatiëa roor het aeritrolgeada anmmer moetea dei middag» vóór óéa aar aaa hat bareaa bezorgd zija. AdrartaatiSa i 20 oeat par ragal! Bij aboaaamaat vaal lagar. Geboorte-, dood- aa alia aadara iamiliabariohtaa aa Daakbataigiagea va* 17 ragali t 1.50 alk» ragal 20 oeat. Baolamei 40 oeat par ragal. Groot» latter» aaar da plaat», dia «dj iaaeaea. Tot da plaatiiag raa advartaatiöm aa raolama», aiat afkomitig ait Zaalaad, betraffaadf Haadel, Nijverheid aa Geldwezaa, i« gerechtigd het Algetc— Adrerteatie-Bveat A. DH LA 1AB AM., H.ZfV* Zij, die zich tegen 1 October a. s. op ons blad abonneeren ontvangen de nog in September verschijnende nommers gratis DE BRIEVEN TE SAS VAN GENT. Naai- ons door een correspondent' ■wordt gemeld is de maalregel te Sas van Gent, volgens welken brieven zonder naam van den afzender niet werden doorgezonden, sinds Dinsdag 22 dezer ingetrokken. EEN MINISTERSVACATURE? De Haagsche correspondent van „De Tijd" heeft een gerucht uil „parlemen taire kringen" publiek domein gemaald, n 1. dat de heer Bertling zich niet opge wassen gevoelt tegen het werk dat de abnormale tijdsomstandigheden van hem vorderen als minister van financiën, en dat hij daarom zal aftreden Het is natuurlijk zeer goed moger lijk dal het waar is. Het is echter ook wel gebeurd dat? zoo'n publiek gemaakt gerucht in den naastbetrokkene zelf voor het éérst de gedachte aan een mogelijk aftreden op wekte wat in dergelijke vroegere ge vallen wel eens juist de bedoeling van zoo'n gerucht was. We zullen daarom, gelet op de bron van de bewering, nog eersrl eens afwach ten tot er nader bericht komt over deze minislerverandering, die trouwens in ieder geval voor 't oogenblik geen politieke beleekenis zou hebben. GEEN TRACTEMENTSVERIIOOGINGEN. De in de financieele nota van den minister van finantiën uitgesproken uit drukkelijke waarschuwing dal dc op de ontwerpen begrootingen voorgestelde trac- tementsverhoogingen niet zullen kunnen worden gehandhaafd, vanwege de nood zakelijke bezuinigingen, vinden we in de ide JN. R. ,C. na,der toegelicht. Vervallen zullen alle nieuwe voor- traktementsverhoogingen rangsverhoogingen. Van afvoering der pe riodieke wedde-verhoogingen der ambte naren is uiteraard geen sprake. STAATSCOMMISSIE WERKLOOSHEID. Naar de Tijd meldt, is d|e Staats commissie over d e werkloosheid voor zitter minister Treub met haar arbeid gereed gekomen en zal haar eindrapport binnen enkele dagen aan H. M de Ko ningin worden aangeboden. HOMAN NAAR HET DUITSCH. van LOUISE WESTKIRCH. De beide ijzeren vleugels van het kerk hofhek stonden wijd open. Op de schou ders van acht mannen werd de kist lang zaam over het breede middenpad^ naar hel deftige graf der Brinkmeiers gedra gen. De zilveren franjes van het zwarts lijkkleed hingen zwaar neer, de witte en zwarte linten der kransen sleepten. Onder de graven, waarover zij liepen, bevond zich een half ingezonken heu vel Slechts gras en heide groeide daarop, geen bloem of heester Een vergelen graf Hel vermolmde Juoulen kruis was gebroken. Met door den regen half uitge- wischte letters stond daarop: „Annmarei Rademaker." Den volgenden morgen begaf Karl Schletten zich als voogd van den min derjarigen Krisjan Brinkmeier naar het kantongerecht te Scharmbeck ten einde om de opening van Hinnerk Brinkmeier's testament te verzoeken. ONTWIKKELING EN ONTSPANNING DER GEMOR1LISEERDE TROEPEN. Op uilnoodiging van de Centrale Com missie tot ontwikkeling en ontspanning der gemobiliseerde troepen wordt ge vormd een provinciale commissie voor Zeeland. Hel dagelijksch bestuur daarvan za) bestaan uit de heeren Herman Snijders, voorzitter, mr H. C. J. Groot, secretaris, E. W. Hendrikse, sec/etaris-penninginees- ler, mr A. A. de Veer en ds. M. van Em- pel te Middelburg, I. G. J. Kakebeeke te Goes en A. Staverman te Vlissingen Een aantal personen van allerlei richting uit verschillende deelen van Zeeland waai' zich troepen bevinden, zijn uitge- noodigd mede van deze provinciale com missie deel uit te maken. Zij zullen in hun omgeving zoo noodig sub-comitc's kunnen vormen- De vol ledige samenstelling der oommissie zal nader worden bekend gemqpkt. De taak dezer commissie zal zijn, organisatie le brengen in reeds be staande plannen om aan de militairen ge legenheid tot ontwikkeling en ontspan ning te verschaffenaan die werkzaam heden leiding en slcun te verleenen en verder daaraan uitbreiding te geven, opdat overal waai' dit mogelijk is en er belangstelling voor kan worden ver wacht, dit werk worde ter hand genor men en vooral ook de meer afgelegen kantonnemenlen him deel krijgen. Nar luurlijk zal alles geschieden in over leg met de militaire autoriteiten. Door middel van voordrachten over onderwerpen van algemeen belang, zoo mogelijk ook met lichtbeelden, proeven of demonstraties; door lessen en cur sussen, muziekuitvoeringen en gezamen lijke zangavonden, letterkundige en mu zikale voordrachten, zoowel instrumen tale als vocale, zal worden getracht het beoogde doel te bereiken, waar en voor' zoover het organiseeren van een en en ander mogelijk zal blijken. Reeds is in uitzicht gesteld de me dewerking van land- en tuinbouwleeraV ren en ouderwijzers, zuivelconsulenten cn d. g. tol hel houden van voordrachten en cursussen op hun gebied. Maar op de medewerking van zeer vele anderen wordt langs dezen weg levens een be roep gedaan. Vooreerst op krachten, in den troep zelf aanwezig, maar daarnevens ook op allen, mannen en vrouwen, die eenige van bovengenoemde werkzaamheden op zich kunnen nemen Ongetwijfeld zullen velen, bijv. onderwijzers, leeraren, predi kanten, geestelijken, artsen, musici en particulieren hun talenten en hun ken nis willen beschikbaar stellen ten bate van hen, die ten deele in afgelegen streken en vaak onder ongunstige om standigheden, zich van hun moeilijken plicht, in 's lands belang kwijten Zij, die hun medewerking villen ver leenen, worden bij dezen uitgenoodigd daarvan mededeeling te doen, onder opgave van den aard en den vorm dier medewerking, aan den voorzitter der eojnmissie. Hij keerde 's avonds een weinig ver bijsterd terug. De burgemeester had den vorigen herfst zijn testament terugge vraagd. Enno was dus erfgenaam van de hoeve, Alheid weende tranen van geluk voor hel portret van haar man. „Mijn Hin nerk! Je bent altijd en in alle omstany digheden de beste, d|e verstandigste, de rechtscliapenste van ons allen geweesjt Vergeef me, dat ik éénmaal in mijn leven aan je heb kunnen twijfelen." Enno keerde dus als baas en eigenaar op de Brinkmeiershoeve terug. Zijn moe der verwonderde er zich over, zoo stil en ernstig als lüj was geworden, hij zei bijna even weinig als zijn vader, was ook even streng en op den pepping. Maai' Alheid behoefde dp bedplendp land- loopers niet meer heimelijk de handen te vullen. „Dal ben ik aan Onzen Lieven Heer verschuldigd", zei Enno, „wijl Hij het niet heeft willen toestaan, 'dat ik even als zij aan den weg zou zwerven. Hij vervulde ook den wensch niet, dien Alheid nog altijd stilzwijgend kocsterdp. Hij riep Trina Döpke niet naar Spreck- holm. Acht dagen na den dood; van Hint nerk Brinkmeier schreef hij aan Annp, dat zij liaar dienst moest opzeggen. Zij konden dan in 't (najaar trouwen Tegen Alheid zei hij„Je moet goed BELGIË's RECHT. Dezer dagen verscheen er in de „Stan daard" een artikel over België s neutra liteit, waarin men naast een beluiginjg van medelijden met België o a het volgende kon lezen over den inval der Duitschers in België We zeggen niet, dat de Duit schers het konden laten We ver staan zeer wel, waaraan zij, door al leen bij Melz en Straatsburg >den strijd te voeren, zich waagden. Elke waarborg ontbrak, dat Frankrijk niet door België en Lu xemburg op Hannover en Berlijn zou aantrekken, onderwijl de Russen uit Tilsit kwamen. Door fort noch vesting was Duitschland hiertegen te verdedigen Strategisch stond Duitschland, nu België wel Namen en Luik als ves tingen naai' den Oostkant had ge plaatst, maar heel zijn breede grens aan de Fransche zijde open had ge laten, hier voor een doodelijk ge vaar. Alleen zoo België naar beide kanten zich gepantserd had, zou de kans gelijk hebben gestaan. Deze opmerkingen hebben de veront waardiging ongewekt van De Nederlan der, dat het zijn plicht acht daartegen te protesteeren. „Aan welken kant, schrijft het blad, of tegen welk gevaar België verkoos zich door werken te verdedigen, dpet aan de reclitsquaestie niets af. België isj, evenals elke Eóropeesche staal, die zelfstandig rijk, eèn souvereine staal, die zijn grenzen niet behoeft en niet mag open stellen vooi vijandelijke legers. De „Slrd schijnt le meenen dat het, omdat er „geen rechtsWReeling" (tusschen vol ken) is en geen „vierschaar", „niet an/- ders kon klaar wij meenen, dat, ook zonder een wereldlijke macht om het recht te handhaven, dat recht toch be staat, dat hier omtrent de juiste begren zing van het recht niet de minste twij fel mogelijk is en dan ook niet is geop perd door den aanvaller, en dat er wel degelijk een Vierschaar is, voor welke ook de Potentaten dezer wereld verant woording zullen hebben af te leggen. Recht beslaat, ook al is er geen goed georganiseerde rechtsgemeenschap, ten zij men wil beweren, dat alleen wat in de artikelen eener mensclielijke wet vastgesteld werd, „recht" is. En wij vin den hel onrecht, dat men een land djat zijn onbetwist recht handhaaft, en zijij internationale verplichtingen nakomt, met krijg overvalt. Militaire noodzakelijkheid, een ander woord voor macht, kan het recht pj'et ter zijde stellen. Wij zijn zoo vrij, te verwijzen naar hetgeen mr. Groen van Rrinsterer, vooral tijdens den Fransch-Duilschen oorlog in 1870, om trent het recht ook tusschen volken, ge schreven heeft, alsmede naar het lezens waardige boek van prof. D. P D. Fabius: Het Volkenrecht, reeds geschreven in 1907. Een geheel andere quaestie is of dat gene, waartoe thans 'ééne groote Mo gendheid is overgegaan, niet een ge volg is van den anarcliistischen toe voor mijn Aime zijn en haar het werk wij zen, want van het beslieren van een huis houding en een boerderij heeft zij niets geen verstand. En je moet ook een uitzet voor haar in orde maken, moeder. De deern heeft haai' paar groschen voor haar zieken vader uitgegeven Maar ik wil' niet, dat mijn vrouw met zoo goed als niets op mijn hoeve haar intrek neemt." En toen Alheid zuchtte, voegde hij er bij „Je zult van haar gaan houden, moe der, jij zeker.' In den .zomer kwam Anne voor een paar dagen over en voelde zich bijna be schaamd, dat zij de boerin op de groote Brinkmeiershoeve zóu worden, was harte lijk en lief en won werkelijk de genegen heid van vrouw Alheid. Ook zij was verwonderd en bijna een weinig schuchter tegenover dc verande ring, die er met Enno's wezen had plaats gegrepen. „Je bent heelemaal niet meer dezelfde Enno Brinkmeier, die 's avonds in het huisje onder de pijnboomen kwam en met mijn vadertje door de wijde wereld reisde en mij achter de kamerdeur om helsde." „En mag je mij niet lijden, zooals ik geworden ben?" Nu verborg zij, rood lot onder't haar, linar gezichtje tegen zijn borst. „Je bent mij nog duizendmaal liever stand, waarin Europa geraakt is door toe doen der groote Mogendheden, dje im mers telkens ter bereiking van wat zij voor zich zelve wenscheiijk achtten, Irac- laten en recht ter zijde hebben gescho ven. Wij begrijpen zeer goed, dat als telkens en telkens het recht niet ge ëerbiedigd wordt, het voor eene bepaaldje Mogendheid moeilijk is le handelen, als of zij alleen wèf aim recht en traclaat ware gebonden. Wij werpen daarom op niemand den eersten steen. Maar recht is recht, ook al vinden de machtigen dezer aarde het goed, zich daaraan nu en dan njet te storen, en van de kleine mogendheden kan niet worden gevorderd dat zij zelve mede werken lot verzwakking van ons rechts gevoel. Hoe men over de Mogendheden en hare handelingen moge denken, hel recht en de verplichting van België om zijn grenzen voor welk leger ook te sluiten, staal als een paal boven water, België strijdt dus voor zijn recht. En als zoo danig eeren wij dat land Ons medelijden is er ook; maar eerst in de tweede plaats.'* NEDERLAND EN DE OORLOG. Staal van oorlog Bij de Tweede Kamer is een wetsont werp ingediend, onderleekend door alle ministers, waarbij de staat van oorlog, bij koninklijk besluit op 10 Augustus 11 verklaard, wordt bestendigd; De memo rie van toelichting zegt alleen, dat „de omstandigheden nopen dien staat te djoen voortduren" en verwijst overigens naai de wel van 23 Mei 1899 lot uilvoering van artikel 187 der grondwet, waarbij wordt voorgeschreven, dat onverwijld een voorstel aan de Stalen-Generaa! moet worden gedaan om zulk een voortduren bij de wet te bepalen i Conditioneele Contrabande De minister van buitenlandsclie zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dal de Brilsche regeering aan de lijst djer artikelen, die als conditioneele contra bande door haar worden beschouwd; dje volgende artikelen heeft toegevoegd. koper, onbewerkt lood aan blokken of zalmen, platen of pijpen; glycerine; chroomijzer; bruinijzererts; magneet- ijzererts; rubber; ongelooide en onberei de huiden en vellen, bewerkt Ieder niet inbegrepen. (St.Ct.) Aangehouden schepen. De N. Ct. meldt dat het stoomschip van de Holland-Amerikalijn Slolerdijk, van New-York naar Rotterdam, door een Engelsch oorlogsschip is aangehouden en naar een Engelsche haven is gedirigeerd De Sloterdijk, Sommelsdijk en Rotter dam van de II A L. zijn alle drie aange houden en naar Plymouth opgebracht Engelsche schipbreuke lingen. Men meldde ons gisterenavond ,uit Hoek van Holland.": De Engelsche drenkelingen maken het nu vrij wel. De ernstigste zieke is aJ weder zoo ver dat hij eten en loopeu kan als dat mogelijk was. 'k Ben alleen maar bang of ik voor zoo iemand als jij geworden bent wel goed genoeg ben als vrouw." Zij trouwden in den herfst in alle stilte wegens den rouw. Frits Overdiek fun geerde als bruidsjonker. Trina Döpke zond een mooi geschenk, maar zij zelf verloonde zich niet Fn toen de lente weer in 't land kwam de leeuwerikken boven de frissche vol den jubileerden, en de berken aan hei bruine kanaal zich in groene sluiers hul den, verscheen Frits Overdiek op de Brinkmeiershoeve en trof zijn vriend voor hel huis aan. „Fnno, jij bent de eerste, die mijn ge luk verneemt Ik verander van beroep, ik wordt landman, zooals jij. Trina Döpke en ik zijn 't eens." Enno keek over Frits heen in hel zon nig verschiet. „Dat lag wel voo^ de hand', zei hij langzaam. Overdiek nam zijn hand. „Gun je mij mijn geluk?" „Zoo aan iemand op de wereld, dan gun ik Trina Döpke aan jou Ik wil niet zeggen, dat het mij nog niet altijd liai-d valt Maar voor elk ding moet een prijs betaald worden. En mij is veel teu deel gevallen. De Brinkmeiershoeve is géén Fransche hoeve meer. Er ligt geen vloek 16 Engelschen vertoeven in het hospi taal, terwijl de overigen zijn onderge bracht in de 3e klasse wachtkamer van het station, waai' zij door militairen wor den bewaakt. Voor de schipbreukelingen zijn kle dingstukken uit Engeland toegezonden. Naar de N. R C verneemt, zijn de beginselen van het volkenrecht, volgens welke de geredde Britsche zeelieden voor interneering niet in aanmerking komen, niet in bepaalde artikelen van internationa le verdragen met zooveel woorden uitge drukt, maar zijn die beginselen lot uiting gekomen bij de behandeling van de ver schillende conventies van de Vredescon ferentie van 1907 Men heeft hier te doen met een toe passing van de beginselen van het Roo- de Kruis op den zeeoorlog Alleen in dien het zeegevecht geleverd was in on ze territoriale wateren, waar niet ge vochten mag worden, zouden wij tot in terneering van de bij dat gevecht ge redden moeten overgaan. Art. 15 van de conventie beti'effende de toepassing van de beginselen van de conventie van Genève op den zeeoorlog, hetwelk behoudens het geval, dat de neutrale mogendheid met de oorlog- oerenden een afwijkende regeling mocht getroffen hebben de interneering ge biedt van in neutrale havens met toe stemming van de plaatselijke overheid ontscheepte schipbreukelingen, gewonde of zieke zeelieden van oorlogvoerende partijen, heeft alleen betrekking op die zee lieden, die door schepen van de oorlog voerende mogendheden zelf worden aan gevoerd, maar niel op zeelieden die, ge lijk hier hel geval is geweest, door neutrale handelsschepen worden aan wal gebracht. Waren zij opgepikt door een neutraal oorlogsschip, dan zou, overeen komstig art. 13 der conventie, zooveel mogelijk zorg moeten woi'den gedragen, dat zij niel opnieuw aan de krijgsver richtingen konden deelnemen. De Nederiandsche regeering'heeft aan de Engelsche legatie ih den Haag bericht, dat de leden van dp bemanning van !c|g drie lol zinken gebrachte Engelsche krui sers volkomen vrij en de gasten der Ne deriandsche regeering zijn Binnenkort zullen de bedoelde perso nen naar Engeland vertrekken. UIT DE PERS. Goede Nederlanders. Een der correspondenten van het Hand schrijft over de koelheid, waar mee wij, hier in Nederland, onze landge- uooten, die uit louter vaderlandsliefde naar hel land waren teruggekeerd, hun familie achterlatend en hun betrekking opgevend, hebben ontvangen. Hier, zoo zegt hij, was een gelegenheid om te doen zien, dat er in Holland' npg geestdrift bestond voor een spontaan edelmoedige, zij hel dgn ook nuttelooze handeling. Hoe heeft men zich overliet algemeen tegenover die terugkeerenden gedragen? Heeft men gezegd: „Wij 'stellen uw me»r op en geen zonde En ik mag mijn akkers bewerken evenals mijn voorvade ren Dal is iets kostelijks „En je vrouw, Enno?" „Is een kind. Frits, een lief kind. Niet iemand op wie je steunen kunt, niet iemand met wie je over een ernstige zaak kunt beraadslagen. Geen boerin. Maar iemand, die je oogen gaarne zien Iemand, die den man ten allen tijde doet beseffen, dal er op de wereld nog iets anders is dan al leen arbeid. Misschien ben ik iemand die dal noodig heeft Een glimlach gleed over zijn ernstig ge laat. „Kom binnen!" In dit oogenblik deed Anne het halva raam open In de opening verscheen aoor de zon beschenen haar bloeiend gelaat. De zwarte lokjes op haar laag voorhoofd bewogen zich in den tocht Kuiltjes ver- loonden zich in haar wangen en uit haar donkere oogen straalde Enno een hemel van teederheid tegen Frits legde zijn hand op zijn schouder. „Brinkmeier je bent toch een geluk kig man."

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1914 | | pagina 1