IdiorgsÉ Courant
BIJVOEGSEL
BINNENLAND.
TAK SI
TAM
Zaterdag 12 Sept. 1914, no. 215.
GENT GE VIU J WA AKI).'
(Van onzen oorlogscorrespondent.)
Nadruk verboden.
Gent, Dinsdagavond
Van. „Brugge, die Schooneben ik
zooeven teruggekeerd in de stad, die
AibrecIU Dürcr bij zijn Nederlaiidschc
reize reeds deed spreken \an „Ia belle
el prodigieusc eik". Ik ben teruggen-
kcerd met n deel dierzelfde gevoelens,
welke ook den Keulschcn grootmeester
van vreugdevoile bewondering geroerd
deden zijn. Want beide Ylaamsche steden
en van dak karakter zijn er in 'tVla-
inenlnnd vele ondergingen wel ver-
jougingspogingen die een modern sleden-
aspect vermochten te voorschijn roepen,
maar de verre oorsprong en de glorie
rijke ontplooiing van hel land van Itu-
bens lieten zulke krachtige sporen, dal
gansch der lijden loop hen wisten te
sparen.
auditor «lal in heide steden een mo
numentale herinnering blijft getuigen van
bloei en grootheid gedurende middel
eeuwen ent* enaissanco-tijd
Welnu, wanneer méér dan inde-
ze weken, waarvan de dagen in de ge
schiedenis van dit arme, rijke huid op
rijzen als de torens boven het slads-
silhouct, wanneer beter dan in deze da
gen \an felle teistering en schoon ver
weer, die België aan. de wereld tooncn
als het groole, kleine land zullen wij
de getuigenis verstaan, die ons zoo heer
lijk toespreekt uit wal nog restte aan
vroegere schoonheid en oude kracht.
Nooit leek mij het Ylaamsche land
zoo vreedzaam, nimmer ontroerde «lor
sleden oude schoonheid mij zoo diep
dan hij mijn reizen gedurende de dagen
waarin hel gemoed zonder ophouden
wordt gepijnigd bij liet vernemen van
hek gruwelijk barbarisme, dat méér nog
tlan hel wreede krijgsgeweld, ons broe
dervolk in rooden rouw dompelt.
Ik spoor langs oogstrijkc landauwen
of «Ie vlammende klcurvcidcn dpr bloei
ende begonia's; ik dwaal in en om de
grijze gothisclic stadsmonumenten ik
sluip door de akkers en boss^hen aan
wier zoom soldalen en burgerwachten
niét don vinger aan den trekker loeren,
of door de slrnten, die vol zijn van
trom- en hoornrumoer. tl au wel wordt
ik beangstigd door het dreun-<j|ondercn
van den modernen oorlog of van meelij
doorstroomt als op den vereenzaamden
weg de auto met de roodgekrnisck? wit
te vlag voorbijsnort eiken nieuwen
dag ervaar ik diezelfde veelheid, en
wreedheid van tegenstellingen, zoodat die
last van indrukken mij een looden zwaar
te wordt,
Zulk een pëlc-mëlc van indrukken, ver
oorzaakt een bijkans zenuw-ontrafelende
verscheidenheid van sensaties- Een te
genstelling van ontroeringen, die mij in
conflict brengt met alle begrip van plaats
en lijd. En aan die wir-war is hol loe
te schrijven, dat ik vandaag Brugge be
keek met de oogen als van '11 bouwmees
ter, vanavond door Gent liep met de ont
vankelijkheid van den historicus on ji,ola
bene in de groole mannen van hel oogen-
blik geenszins <lc figuren van holheden,
doch veeleer de Vlamen van Van Arle-
velclc in gansch hun fiere poorlerskraclil
doorvoelde.
Misschien' is het wel 't bewustzijn dat
iu deze dagen dezelfde historie wordt ge
maakt, als die .welke als de glorie van
het verleden blinkt, dat verleden en he
den zoo sierk doet assimileercn.
Ik maak mij schuldig aan een lange
inleiding. Maar misschien is het goed
zich le laten gaan in zijn uitingen, als
men tot «Ie zeer weinige „vreemdelingen"
behoort die liier liet gclieurcn aanschou
wen en dooi- liimne belangstelling ook
doorvoelen. Hel beeld van wat hier ge-
heurl is niét alleen te Irnceeren door de
loutere vermelding van wapenfeilen en
politieke demarches. 'En daarom vind ik
vrijheid bij lijd en wijle frankweg te ver-
lellen van eigen door hel haastige
gebeuren onvolgroeide sensalies en
emoties. Gij wilt immers welen „hoe liel
hier is" niet alleen onder de soldalen
doch ook onder die lijdende, zwaar I>c-
proefde burgerschap en gij wilt welen
wal dit land iu oorlog u zoudt zeggen
zoo gij er waart.
Welnu, laat ik dan doen voorbijtrekken
de herinnering aan heel dezen dag, die
voor Gent van ontzaglijke beteekenis is
geweest en een onvergctclijkcn naam
heeft bevestigd in dc historie dezer stad
de naam van burgemeester Braun.
In Brugge weder vele uren rondge
dwaald, zoodat «le Rcie-slad opnieuw de
indrukken verscherpte, die hare bewon
deraars mol vreugd en weemoed vooral
vervullen
Do schoonheid aan religieuse en bur
gerlijke mon u men Ie li. de trapjesgevels, de
merkwaardige pleinen en vertrouwelijke
hoven, de pitoreske grachten en slraal-
10s! het zijn de beslanddeelen van hel
stadsbeeld, dat van gansch andpr karak
ter is dan de aanblik van Gent.
Bij beiden domineert een rijkdom aan
gotbisehc pracht, zoowel als de mani
festatie van de kracht der .Ylaamsche
stedelijke burgerschap.
Maar de zeer uileenloopcndc oulwik-
kelingsliistorie der beide sleden geeft
ook voor beiden een zeer verschillend
silhouet. Zoo als de historische ontwik
keling voor beide sleden een verschild-
lende op- en nedergang (gelukkig na velo
eeuwen duidelijk weer gevolgd door
schoonen opbloei) voortbracht, zoo be
hield ook elk van die twee zijn eigen
uiterlijk karakter. Zoo zijn de monumen
ten van Brugge meer specimen der vroe
ge, nog niet door bizar ren rijkdom over
laadde golhiek, zooals deze nog in Vlaan
deren haar inlrce kon doen, terwijl
Gent veel meer in zijn monumcnlen ge
tuigt van de rijke hoofdstad1 die heel de
middeleeuwen door. doch ook nog lii-
dens «fe renaissance als een „villo lu-
mière" het weeldcleven dier dagen aan
trok.
Maar de beide sleden hebben dil
gemeen, dal dc verbluffende bouwsels
van een machtige clerezic of een rijk feo
dalisme den profane» bcffroy omringen
en de hallen der oude gilden en de stad
huizen. alle symbolen van dc almacht
der stedelijke regeeringen en de kloeke
onvervaarde burgerschap.
De ontvankelijkheid voor wat uit liet
verleden tot ons spreekt is dan hel
grootste als ook hel heden door hef
tige gebeurtenissen onmiddellijk lol zicht
bare geschiedenis wórdt. Eu dc ver
richtingen van een stadsbestuur en dc
vertegenwoordigers der burgerschap die
anders slechts dc aandacht vragen van
wie in politiek belangstellen, krijgen
in deze üageu ecu karakter, dal over
eenkomt met datgene, dal ons bewon-
ucrend doet opzien naar de daden dei-
vrije burgerschap in de XYlc en XVII
ccuwschcn bloeitijd Vandaar dat in deze
dagen burgemeesters, schepenen en
vroedschappen weder als in lang ver
vlogen tijd dc zichtbare leiders van han
del en wandel der vaak benauwde ste
den zijn. Dal is niet het gevoelen van
ten verdwaald reiziger, doch dat is ook
liet gevoelen van heel de burgerij. In
Brussel reeds sloeg ik hel onbeperkt
bouwen op burgemeester Max gade. hier
in Gent zag ik vandaag hoe met rotsvast
betrouwen heel de lnu-gcrij haar lot aan
zijn beleid toevertrouwt. En wat men
hem dank weet nu zijn gedurfd onder
nemen de uren van benauwenis in vreugf-
de deed verkeeren
In Brugge luid ik vernomen dal Gent
gevaar liep een Tculooiisclie intocht le
moeien gadeslaan Docli zwakke straal
van hoop burgemeester Braun onder
handelt niet dc Duilsclicrs. Dal was liet
nieuws dal mij besluiten deed naar Gent
zoo spoedig mogelijk terug te koeren.
Wal ik daar vernam was wel curieus
Dc stad leefde ia een blijde opwinding,
overgelukkig dal het onheil was afge
wend Burgemeester Braun's naam was
op aller lippen en reeds beplakte men de
groole winkelruiten met groole biljetten,
waarop «le woorden„Leve onze burge
meester.
Daar de militairen en burgerwachten
uit de straten waren verdwenen, had do
stad haar gewoon eigenlijk een feeste
lijk - aanzien. Die opgewektheid ver
vulde ook den toeschouwer met een ge
voel van blijdschap.
Wal was gebeurd'?
Maandagavond zeven wuv kwam oen
Luiksch student, de vrijwilliger Wiser, die
krijgsgevangene was der Duilsclicrs, zich
hij burgemeester Braun melden» Hij over
handigde den burgervader oen brief van
generaal von Boehm, de bevelhebber der
Dnilscbc legermacht die zich hij Wel le
ren, dus op ongeveer 12 K.M. Oostelijk
van Gent ophield Op cerewoord had
de jongeman moeien beloven mei of zon
der antwoord te zullen terugkeeren.
In don brief werd de burgemeester
verzocht Dinsdagochtend le 9 uur in
hel kwartier van den generaal 1c Oordc-
gliem te komen om met generaal von
Boehm dc voorwaarden der bezclling van
Gent te komen bespreken.
Pijlsnel school dc loopmare naar alle
hoeken der slad, die weldra in de grooL-
slc onrust verkeerde. In een oogwenk was
heel Gent op straal en voor dc bteede
sladhuispui school weldra een aanzien
lijke ongeduldige menigle samen.
Reeds te kwart voor elf keerde de bur
gemeester lenig, mei een zichtbare go-
ruimdheid van gemoed de auto verlnlond
en liet bordes opsnellcnd.
Blij geroerd sprak burgemeester Braun
de burgers toe en riep met veel tri-
umphantelijks in zijn stem uit- „Do Duit-
schers komen niet naar Gent. Ze gaan
verder naar liet Zuiden, Gent behoeft
geen oorlogsschatting te betalen, zelfs
mag tie burgerwacht terugkomen voor
den veiligheidsdienst. Er wordt wei oen
en ander opgeêisclit, maar dat koml wel
in orde."
Een oogenblik bleef het stil en was
hel alsof één zucht heel de menigte ont
snapte. Toen brak liet juichen uil en
greep een enthousiasme allen in de borst
ais zelden doorleefd.
lle\ minutenlang gejuich zwol lol «le
nieesl spolnauc ovalie die ooit een slede-
lijk hoofd werd gebracht.
Gent verademde, en maakte zich
oogenblikkelijk gereed een oorlogsvordc-
i-ing le beantwoorden die nog wel met
oorlogsbons zou worden betaald.
Do gesloten overeenkomst luidde:
1 De Duitsclicrs le Oordegcm gele
gerd zullen Gent niet binnenrukken.
2 De slad zal geen oorlogsschatting
behoeven le betalen.
3. De nog in de slad aanwezige bur
gerwachten moeien hunne wapens over
geven..
4. De burgerwachten, die Gent had
den verlalcn kunnen in Gent terugkeeren
op dezelfde voorwaarden.
Alle burgerwachten die gewapend
zullen worden aangetroffen, worden
voor frane-tincurs gehouden en worden
onvcrbiddcUijk gefusilleerd
6 De ontwapende burgerwachten zul
len onder bevel van den burgemeester
politietoezicht uitoefenen.
7. De slad zal aan die volgende opvor
deringen voldoen Zij moet leveren' 10000
liter benzine, 1000 liter mineraalwater,
150 000 K G. haver, 100 fietsen, 10 mo
torfietsen, 25 autobanden, 100.000 siga
ren, 100 meter verbandlinnen,, 20 K G
wallen en een groole hoeveelheid subli-
maatpastllies.
Alles moet geleverd worden gelijk met
wapenen en munitie der burgerwacht
voor Woensdagavond zes uur.
Laat ik u nog ecnigc bijzonderheden
geven over de ontmoeting van mr Bram)
moLgencraal son Boehm.
I)c brief die Wiser aan (den burgemees
ter bracht was zoo goed als mogelijk was
in l'rajisch gesteld en luidde
„Ik lieb crnouieu dat dc burger
wacht le Gent opnieuw gewapend werd,
waaruit ik opmaak dat zoo ik optrek
naar Gent, ik moet 'rekenen op een ge-
wapeuden tegenstand der burgerwacht
en ook naar miju ervaringen in de laatste
dagen, ook op dien der bevolking. Ik
ben volstrekt niet van plan le vech
ten legen een vreedzame bevolking,
zoodat ik alle verantwoordelijkheid van
mij afschud zoo er gevochten moet wor
den als ik Geul binnentrek Ik verzeker
u dal ik dien. tegenstand zal breken
met alle mij ten dienste staande midde
len.
„Maar om zulks le kunnen vermijden
verzoek ik u morgenochtend 9 uur in
mijn hoofdkurlier te Oordegcm le ko
men, gedekt door de wille vlag.
„Ik zal dan doen welen op welke
voorwaarden ik zou kunnen afzien van
hel gebruik van krachtsmiddclcn legen
de slad die het verzamelpunt schijnt
van dc burgerwachten.
Komt gij niet,- dan zuil gij daarvan
alle consequenties ondervinden
Men. weel: burgemeester Braun is
gegaan met reehlgehcven hoofd Verge
zeld van den Luiksche krijgsgevangene,
trad hij het hoofdkwartier le Oorde-
gem binnen alwaar een ecnigszinS plech
tige ontmoeting plaats greep.
Generaal Von Boehm ontving den bur
gemeester, terwijl hij omringd was door
zes stafofficieren.
Burgemeester Braun nam het eerst liet
woord en sprak den generaal aldus
toe;
Excellentie t
„Ik heb uwen roep beantwoord. Ge
loof mij, na ernstig beraad. Maar met
hel oog op de voor dc stad Gent zoo
verschrikkelijke bedreigingen, die uwen
brief inhoudt, heb ik gemeend, dat mijn
plicht als burgemeester en de zorg voor
het behoud der slakl, die ik de eer heb
te besturen, mij de verplichting opleg
gen alle andere overwegingen le doen
zwijgen.
Zooals gij ziet meld ik mij niet in het
hemdsklecd en met dén strop om dfen
hals, zooals de Gentenaren dat moesten
doen in den tijjd van Karei V I-Iel is als
Belgisch burger, verknocht aan zijn Va
derland on am zijn Soeverein, dat ik
lol u kom en lot u spreek.
Hel Belgisch leger, gehoorzamend liet
hevel van zrjn verheven chef, konirf;
Albert, verdedigt voet voor voel den Va-
derlandsclien bodem.
Het heeft, naar zijn plicht gebood, niet-
tegenslaande de zwakke troepen waar
over hel beschikte, weerstand geboden
aan den opmar sch vart den vijanjd Over
wonnen door do overmachtige getals-
sterkle heef! hel ziclil voor u moeten
terugtrekken. En thans bevindt gij u voor
een open slad, waarin .zich geen gewa
pende macht meer bevRndl.
„Burgemeester en Schepenen van de
slad Gent. die de burgerlijke macht ver
tegenwoordigen, stellen hjim slad en haar
bewoners onder detbêschlerminj; der wel
len. die voor beschaafde volken gelden
In lijd van oorlog.
„Zij zullen alios wat naar hun verino
gen is, doen om elke Hand van vijande
lijkheid van de zijde hunner medeburgers
le vermijden Reeds zijn de nicest ernsti
ge waarschuwingen uitgevaardigd on wij
hebben de vaste overtuiging dal onze
bevelen zullen worden uitgevoerd.
„Wij vragen u zoo liet nog mogelijk is.
u af te koeren van onze slad, en aati
ons hel bestuur oven- te laten zonder de
inmenging der Dui'lsche overheid
De pour parlors duurden betrekkelijk
kort. Een der adjudhnlcii diende .tls tolk
Herhaaldelijk deed generaal von Boehm
uitkomen, dat wat a/an opeischingctn werd
gesteld met oorlogsbons zou worden be
taald.
Toen het onderhoud ten einde liep
werd burgenueestca- Braun toegevoegd
„Après tout. Ja vtile de Gand ne nous
a fail aucuni mal. Nous ne vonlons lui
imposer aucuntc charge", waarop de Coni
sche „generaal" hartgrondig antwoordde.
„En effel. c'osl l'évidenoe".
liet laat zich begrijpen hoe gelukkig oo
burgemeester terugkeerde, nog wel ver
gezeld van den in vrijheid gciïilen Lui
kenaar.
Voor burgemeester Braun wureu de
moeilijkheden nog Hiel van de hftcht. F.n
veel moet 'zijn gediscfit van de «Anergic,
de vastberadenheid, en het beiefid van
den grijsaard, die «Jen hem zoo scfyoonen
oclllend zag befloersen door een ontmoe
digend incident 'Nauwelijks had Gent
hel gelukkig verloop van' dc onderhande
lingen tc Oordeghem vernomen, or voor
het bureau van „de Vooruil" greep oen
droevig voorval plaats. Tegen half twaalf
kwam een Duilschc legerauto uil Wei
teren naar Gent De soldaten wilden
blijkbaar naar hel stadhuis rijden doch
vergisten zich in den weg en reden nu
mei den vinger aan den trekker «looi
de stad.
Juist voor liet feestgebouw van „de
Vooruit" nadert plotseling een Belgische
auto, van een mitrailleuse voorzien en
waarin zich behalve dc chauffeur, lui-
teaimt baron van Kervijn bevond. Deze
had Ion sladlniize oen onderhoud gehad
niet schepen de Weert, die hem van den
locstand op de hoógic had gebracht en
den luitenant had verzocht zoo snel mo
gelijk de sla«l le verlaten.
Luitenant Kervijn de Duitsclicrs 'in
dreigende houding ziende naderen, richt-1
le onmiddellijk de mitrailleuse liet volk
riep: „Schiet nicl- Schiet niet' doch de
mitrailleuse rik-tiklc reeds en joeg de la
ding door de ruiten van „de Vooruit"
en tror ook een der Duitsche militairen
in den hals. l)e Belgische auto verdween
en dokter Walton verbond zoo snel moge
lijk den Duilscher, wiens toestand mol
ernstig was.
Men kan zich voorstellen welk een
schrik zich van «Ie bevolking meesier
maakten en hoe het den burgemeester
te moede moest zijn, die de schoont* ver
wachtingen in rook zag opgaan
11ij deed wal hel Koel hoofd te doen
stond, bezocht den gewonde en besloot
generaal Boehm persoonlijk van liet ge
beurde te gaan in kennis stellen, Hij
vond een ooggeluige, den Amerikaan-
sche vice-consul, den heer van Hel
bereid hem le vergezellen
Om twee uur vertrok de auto, nu naar
hel kasteel van baron van den Ileckc
de Lembckc le Lecuwergem, waar ge
neraal von Boehm thans intrek had ge
nomen
Met vertwijfeling zagen de schepenen
de klokloewijzors voortkruipen, langzaam,
o, zoo langzaam. En liet verontruste
Gent hoorde mol loegenepen hart hel
carillon van den Bclfroy ieder nieuw
half uur aankondigen zonder dat de
auto kwam aansnorren Het werd vier
uur, half vijf, vijf uren.nog sloeds geen
bericht.
Tien minuien over vijf komt de ver
wachtte auto aansnorren De burgemees
ter had een gelaat van kinderlijk geluk
Hij wenkte en aan zijn trekken van ver
heugdheid zag de ontzaglijke menigte
dat alles ten goede was gekeerd Bur
gemeester Braun riep ,.'t is alles goed"
en toen brak opnieuw een juichen
uit en werd den wakkeren stadsbestuur
der c-en heerlijke ovatie gebracht
Zich lot de journalisten wendend zei
hijDc zaak is niet zoo gemakkelijk ge
gaan als vanochtend Maar men heeft
ons ten slotte begrepen.
De voorwaarden blijven ongewijzigd,
doch de gekwetsle Duilscher koml on
der de hoede van den heer Van Ilee en
kan terugkeeren als hij licrstcld is
Ook deze mare verbreide zich met
de snelheid van een blijde konde.
Om half zes vergaderde reeds de ge
meenteraad die haar werkzaamheden
aanving met een hartelijke liuhle aan
den burgemeester die de slad der van
Arleveldc's van een ramp heeft gevrij
waard.
Des avonds genoot heel Gent van «le
ingetreden ontspanning na den emotie
vollen dag. Een zilverblauw maanlicht
overgoot de donkere massa s van huizen
rij en monument. Heel de slid lag In
duister, doch boven ons was liet all-n
licht in dien hleekcn lichtglans van hel
dere maan. De klokkentorens beierden
een zilverklaar geluid als iliet uur vol liep
Daar waren «u- geen die nog dachten
aan de wijde velden waarop hot krijgs
vuur brandt, doch men ha«l slechts goede,
warme woorden voor den man, die zoo
taktvol al datgene ha«l gesticht, hetwelk
de benarde uren deed vergeten
ERNEST KUYPER
o c v i s si c h e r ij
Dc stoomlogger „Koningin Wilholmiua
YL 190' is naar de N. R. G. meldt, le
Vlaai-dingen binnengevallen, na eeu reis
van slechts 10 dagen, met de buitenge
wone vangst van 31 last haring De be
manning rapporteert, op zee absoluut
niets bespeurd of vernomen te hebben
van iels, dat mei den oorlogstoestand in
verband zou kunnen slaan
Opgebrachte schepen.
Naar bericht wordt zoude „Noordam"
van de Holland - Amerikalijn, die te
QucénsLown wordt opgehouden goederen
voor Duilschland, benevens 123 Duitsche
reservisten aan boord hebben
Dc „Tamhova" wordt spoedig le Rot
terdam verwacht. Doijdcrdag passeerde
liet schip Oucssanl.
Dc inzamelingen op Ncderlandsrhe
schepen hebben voor zoover betreft de
Prins der Nederlanden (Mij. Nederland'
eu de Oranje Nassau K \V I. M.) op
gebracht fi*s 1027 20 en frs 95, welke be
dragen gelijkelijk over liet Belgisch en
Fransch Roode Kruis zijn verdeeld
Was de vorige week het aantal le Rot
terdam binnengekomen schepen 65, deze
week was het s'.eclits 43 De verhalen
omtrent mijnen in de Noordzee schijnen
hiervan voor een deel de oorzaak te zijn.
V i s s c li c r ij-b e 1 a n g e n
Naar de „Tel.meldt, is te IJmuidon
oen voorloopig comité gevormd tot op
richting van een Maatschappij tot onder
linge oorlogsrisico-vcrzekering voor de
visschcrijvloot. Vijf groole rcederijen heb
ben reeds hun medewerking toegezegd
OORLOGSVAR IA (TT
OOSTELIJK-ZEEIHSCII-VLAANDEREN.
't Is te Hulst druk buiten de Gentsche
Poortvluchtelingen komen te voet, per velo,
per voertuig uit de richtingen St. Jansteeu
en CliDge, en, is de trein niet ,,en retard",
dan moet hij spoedig airiveeren.
De oorlogstoestand is natuurlijk het onder
werp der gesprekken, ook in 't groepje Bel
gen en Nederlanders, waar ik bij sta.
Eensklap een oploopjeTwee Belgische
soldaten, jagers, aangehouden op Hollandsch
gebied onder Clinge, worden op een fourage-
wagen binnen gebracht.
Een onzer merkt op, dat hij de Belgische
dapperheid ten hoogste bewondert, maar
toch niet kan gelooven, dat de twee aau-
gehoudeuen erg bedroefd zullen zijn, dat ze
niet meer aan de strjjd kunnen deelnemen.
„Wa zegde gij daor meneer antwoordt
dadelijk een armoedig uitziend vluchteling,
„wa zegde gij? Bedroeld? 'k Geleuve 'kik
daor niks af, 'k geleuve 'k ik de euk niede,
Want onze soldate wete maor als te
welle, da ze meestal naor den deud gaou,
zelle, hoe greut ulder courage euk is
Ze kunnen 't tegen de Dutschmans nie
ouwe
As 't gelijk waor Oh Si, as 't twes
tegeu één waor, ze zouwe 't azjeu euk uog
ouwe
Maor 't es zeu gelege, de Dutschmans
kruipe lek miere uit den grondvalt er
éenen, dan komme er zoo maor sebiet tinne
venr in de plek 1 Gij kun me geleuve, die
twee ziju vast blij A wel, oe zoude gij ziju
Maor blij ot niede, 'k woue 'k ik azjeu,
dèt er mijne zeuu bij waor, den bestigen
jongen, daor zou 'k ik vau content ziju,
jaodaor zou 'k ik van content zijn.
Toe 't spel begost was ij te Luik, en 'k
en enne 'k ik vau af den diene niet meer
van em gebeuren. Is-'t-ij deud, 'k en
weet 't niede; ie-'t-ij geblesseerd, 'k eu
weet 't niedeis-'t-ij gevangen, 'k en weet
't euk niede
En al de daoge maor op niei te peize, dó
l'iet heure zult, en te nachte sjuust 't zelfde
lie onzekerigheid meneer, dó is toch zoo
erg, meneer, o, zoo ergGe zit er al-
duur mee in ouwen kop, ge peinst ot niks
anders.
As den ermen jongen maor all zooveul
of men eet gedocht usse 'k ik ot em, dan
ét ij 't kwaad gehad.
Si, meneer, as ge hier binnen in kost
kijke, as gij mijn hert kost zien, ge zoudt
ouw handen in mekaor slaoge; 'we vaoder
kan azjeu veel lijen om z'n tenders
Tranen rolden den arme over de wangen.
Ik bood den tobber, wien 't zichtbaar
goed deed zijn gemoed eens te kunnen uit
storten, eene sigaar aan.
„Ah, meneer, marei, ge hé veel goedheid,
zelle," klonk het met Belgische drukke
vriendelijkheiden toen, na heel even in
ziju vestje te hebben getast naar lucifers,
die evenwel een ander reeds voor hem ge
reed had: „Ma' 'k ou nou 'n stekske vraoge,
as 't ou blieft, ge neemt 't me toch nie
kwaolijk, meneer?"
En dadelijk weer met de gedachten bij
zijn zoon
„O, meneer, dé de goeie God toch 'n keer
;af, dc 'k m'ne zeun nog eens zag smeure,
le me dót nog eens mocht kommen te
passeeren want smeure, 't is gelijk'ne pijpe
toebak of 'n 9igar, maor 't waor 't liefste
dót ij dee
Rotterdamsche Brieven.
(Nadruk verboden.)
XXVIII.
Hel klinkt misschien wal vreemd, maar
hier iu Rotterdam is er inderdaad een
categorie medeburgers, die iu deze dagen
geld verdiend hebben, geld als writer zou
men haast zeggen Zij hebben profijt
getrokken, in alle eer en deugd, van die.
beroemde eigenschap van ons Hollan
ders, dat wij de deuren van ons land
wijd open zetten voor al wie onderdrukt
eigen land heeft verlaten of er met meer
vaart dan gewenscht werd werd uilge
zel. Holland is weer hel asyl van Euro
pa voor talloozen: asyl in dubbelen zin
want liefderijk zijn de ongelukkigen op
genomen, die doof* hel krijgsgeweld wer
den weggedrukt van hof en haard eu
evenzeer hebben hier onderdak gezocht
cle talloozen, die liun zomerreisjc in
Europa onverhoeds zagen onderbroken
door den oorlog en allerlei bezwaren
hadden te ondervinden, voor zij hun
voel konden zeilen aan boord van de
gastvrije schepen, die hen weer naar
hun land aan de andere zijde van den
grootcn plas zouden brengen
En van deze laalsten nu, menschen die
dus wal te verleren hebben, hebben onze
hotels en pensionhouders een ongedachte
maar daarom nicl minder zoele inkom -
ste gehad. De hotels waren overvol,
voor geld en goede woorden zijn in het
begin zelfs geen bedden te vinden ge
weest is het verhaal nicl hekend van
eene Amerikannscho dame, die met
cheques in haar lasch liep en len einde
raad ongeveer als bedelaarster is opge
nomen in hel asyl voor landverhuizers?
Er zijn van die dollarprinsen geweest,
die hier den geheelen nacht op straat
hebben rondgedoold, omdat nergens on
derfok was te krijgen; anderen, die per