HlDDELBVRCrSCHE (MRAIT. 137* Jaargag. Donderdag 27 Augustus. I*. 201 1814 Dut sonrnnt ▼•riohjjat d g a 1 ij k mat nitzondering van Zon- n Feutdagtn; Trij* pax kwartaal, toowel voor Middelburg *1» tooi alia plaat*»* 1* Nederland franoo pp. i 1.26 Afzonderlijke nummer* koite* 6 cent. Adv3rtenti8n bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Proipectniien daarvan zijn aan bet bureau te bekome*. kérertaaLiën 'oor bet «er»tvolgende nummer moeten dei middag* vóór **i aai bel bureau bezorgd zij*. Advertentie* 20 oent per regel. Bij abonnement veel lager. Geboorte-, dood- en alle andere iamiliaberiobten en Dankbetuigingen van 1—7 regeli 1 1.50elke regel >e» 20 oent. Reclames 40 oent per regeL Groote lettert naar de plaats, die nij innemen. Tot de plaatiing van advertentie» ea reclames, niet afkomstig uit Zealand, betreffendfj Handel, Nijverheid en Geldwezen, is gereohtigd bet AlfeaMR Adrertentie-Binei A. DE LA IAB As., N.Z. Voomirgwal 26(1, AmaterdaM. raat, sago de *sch lier dat ?oor iand den, 5tor. RD, Zij, die zich tegen 1 September a.s. op ons blad abonneeren ont vangen de nog in Angnstns ver schijnende nommcrs gratis. HOE LANG HET NOG ZAL DUREN? We zullen niet wagen een tijdstip, te voorspellen. Maar nu we in de laatste dagen naar aanleiding van den terugtocht der Fran-1 schen en Engelschen naar N-Frankrijk door verscheidene personen de verwaeh- ting hoorden uitspreken, dat de Duit-j schers over een week of twee, drie voor i Parijs zouden staan, e.n dat de zaak j dan heel gauw beslist zou wezen. nu willen we waarschuwen legen te groot optimisme, want wij vreezen dal 't in-, tegendeel heel lang zal duren. Sommigen denken aan een terugkeer; van de gebeurtenissen van 1870, maar i vergeten dal toen het zoo uitmuntend' georganiseerd Duitselie leger beslaande uit goed samenwerkende legerkorpsen, i te doen had met slecht aangevoerde, slecht gevoede, ieder op eigen houtje werkende Fransche legercorpsendat midden in den oorlog Frankrijk eerst van ministerie veranderde, later zelfs van regeeringsvorai, door het vermolmde keizerrijk te vervangen door een re- j publiek. Maar zelfs al zou men uit de dagen' van 1870 een vergelijking willen halen, dan nog zal men tot geen andere conclu- sic kunnen komen, dan dat hel nog heel lang kan duren. De twee oorlogen begonnen in den-' zelfden tijdin de eerste dagen van j Augustus. Dat- maakt de vergelijking mak- kelijk. MMar terwijl nu, na bijna vier weken het hoofdtreffen nog niet heeft plaats-j gehad, en de verdedigende macht in Frankrijk zelf nog altijd in zijn eerste verdedigingslijn den aanvaller afwacht, en slechts een kleine vesting Longw.v, vlak aan de grens, zag verloren gaan, j was in 1870 reeds den Ssten Augustus het leger van Mac Mahon en ook dat van Frossard verslagen, was den 18den, Augustus reeds Metz ingesloten, en t zwierf de rest van het Fransche leger in Noord Frankrijk totjhet 2 Sept. bij Sé-f dan volkomen verdween. Toen lag er geen enkele hindernis meer tusschen het Duitsche leger en Parijs. Toch duurde het tot 19 September voor de laatste telegraaflijn werd afgesneden die Parijs met de buitenwereld verbond. De verouderde vesling Straatsburg viel j 28 September. Metz gaf zich 27 October over. De wapenstilstand die de overgave van Parijs inleidde begon 23 Januari. De voorloopige vrede werd 25 Februari ge- leeltend, de definitieve vrede 16 Mei. Doet dat niet vreezen, dat het nu nóg langer zal duren? Inplaats van de afzonderlijk gelegen len deele verouderde Fransche vestingen j van 1870. die slechts een deel- van het Duitsche leger vasthielden, lieefl het Duit- j sche leger nu een lange linie vestingwer- ken tegenover zich, die niet verouderd zijn. En daaraan moet het nog beginnen Zelfs veronderstellender wijze aangeno men, dat alles ten gunste van Duitschland j gaat, kunnen we niet aan spoedige be- slissing gelooven. En die opvatting wordt bevestigd door i de wijze waarop lord Kitchener zijn plan-1 nen gemaakt heefl. Hij gaf daarover Maandag in het En- gelsch Hoogerhuis een uiteenzetting, en daarbij legde hij den nadruk op hel feit, dal de landen, waar algemeene dienst plicht is, bijna hun geheele manne- i lijlce bevolking in het veld hadden ge bracht, terwijl Grool Brittanniê bij haar systeem dit niet had gedaan en thans nog kan wijzen op uitgebreide resev- ves zoowel in het moederland als in de Dat is een opmerking van vèr-gaande beteekenis, maar die ook slechts tot een conclusie lean leiden, nl. dat Engeland zich voorbereidt op een strijd van lan gen, langen duim. Dat werd ook ronduit door lor,d Kit chener uitgesproken toen hij zei te ver trouwen dat de natie voor een oorlog die lang aanhield, nieuwe offers niet zou weigeren. We lazen trouwens in Engelsche bla den dal de landing van Engelsche troe pen in Frankrijk voortdurend voort gaat „met den regelmaat van een uur werk." En nu hebben we nog in 'I: geheel niet gesproken van den invloed dien de opmarsch der Russen kan hebben op de sterkte van het Duitsche leger dat nu in Frankrijk vecht. De vraag, hoe lang hel kan duren is niet een raadseltje voor tijdpasseering. Hel is een kwestie van groot belang voor onzen economischen toestand En daarom lijkt het ons nuttig te waar-; schuwen tegen te optimistische verwaeh-1 tingen. Loopt het sneller af, des te be ter. Dan valt 't mee. Aan den andere kant stelle men zich de toekomst niet te hopeloos voor Wan- neer ons land builen den oorlog blijft, j wat we van harte hopen, zal juist door de ligging van ons land, ook gelegen- heid geopend worden om althans aan een deel van onze nijverheid en handel een afzetgebied te bezorgen. Dal zal dan niet langs de oude banen kunnen j geschieden. Maar de ondernemingsgeest! om de nieuwe hanen te vinden, vertrou-j wen we enze handelaars wel toe. koloniën. Terwijl laatstgenoemde lalrij-1 ke hulptroepen voor het leger te velde zenden, beantwoord 'l moederland royaal T i beroep, dat op zijn plichtsbesef ge- daan is. Meer dan zeventig balaillons j zijn gevormd door vrijwilligers voor den dienst in het buitenland. Van; d£ vorming van een tweede leger van honderdduizend man kan men feitelijk al zeker zijn en achter dit leger staan nog weer reservetroepen. Terwijl de tot een maximum opgevoerde krachten van dc vijandelijke landen voortdurend aan het afnemen zijn, zal het Britsche rijk ver sche krachten in toenemend aantal aan zijn veldleger kunnen toevoegen). ONZE NEUTRALITEIT, EN DE WESTER-SCHELDE. (Ingezonden). Wie zich herinnert hoe enkele jaren terug, vooral in België veel stof is opge jaagd over het wetsvoorstel der Neder-1 landsclie regeering om bij den mond der j Schelde, bij Vlissingen, een nieuw fort) te doen bouwen, omdat men dat een aanslag vond op de Scheldevrijheid, za] j 't begrijpelijk vinden, dat bij het tegen woordig bondgenootschap van België en Engeland in den Europeeschen oorlog de oude quaestie van Nederland s souverei- j nileil over hel gebied der WesterSchel- de. voorzoover die door dit land vloeit, weer wordt opgerakeld. Gelukkig behoeft ons dit niet te ver ontrusten, want dat de Wester-Schelde j voorzoover ze door Nederland loopt, tot hel territoriaal gebied van ons rijk be-j hoort, en Nederland daarop alzoo sou-j vereine rechten heeft, is niet alleen j door België, maar nu onlangs nog er-I kend door Engeland toen ze, na 't uit-l breken van den oorlog, de verzekering gaf Nederland's neulralileit ook op de Schelde te zullen eerbiedigen. Trouwens, en dit is wel het sterkste bewijs dat aan Nederland de heerschap pij over dat watergebied bezwaarlijk kan worden ontzegd, haar bevoegdheid om in oorlogstijd in de Wester-Schelde mijnen! te leggen is, toen dit werkelijk in dezen oorlog geschiedde, door geen der oorlog voerende partijen ook maar in 'l minste aangevochten. Hoewel we alzoo geen vrees behoe ven te hebben, dal deswege eenige moei lijkheid zal ontstaan tusschen ons land en een der oorlogvoerende staten, komt het mij, bij de. zij het totaal ongegronde, argwaan welke hier en daar bij het Bel gische volk nopens onze houding als neutrale mogendheid bestaat, welke bij den loop der gebeurtenissen door on juiste voorstellingen nog zou kunnen worden aangewakkerd, wel gewenscht voor er op te wijzen niet alleen dat door België de rechten van Nederland als souvereine mogendheid op haar gebied van de Wester-Schelde zijn erkend, maar ook dat deze rechten tevens als ver plichtingen van onzijdigheid mede brengen den doortocht van Engeland's hulp aan België langs de Wester-Schelde te beletten, welke verplichtingen op ge vaar van anders in den oorlog te worden betrokken, dienen le worden nagekomen, De bewering welke een dezer dagen door het Londensche blad „Shipping World", de wereld werd ingezonden, toen het de mogelijkheid besprak van Engelsche troepenvervoer over de Wes ter-Schelde, dat België reeds lang de souvereiniteit van Nederland over de "Wester-Schelde niet erkent is wel ge- geschikt om bij de geprikkelde stemming aan de massa scheeve gedachten bij te zetten Dit te voorkomen lijkt mij niet zonder nul. Bij verdrag van S October 1907 tus schen België en Nederland gesloten met hel oog op de verbetering der verlichting enz van de Schelde (den 20 Mei '08 door den Belgischen Wetgever goedge keurd), werd in art. 8 o a. bepaald, dat de Nederlandsche rggeering zondjer de toestemming van België, de bakens, licht boeien enz. in die rivier niet mag weg nemen of verplaatsen, tenzij in geval vanoorlogofoorlogsgevaareen bijvoeging welke zoo duidelijk de èrken- ning beval van Nederland's Souvereini teit, dat de bekende Belgische Hoog- leeaar in hel Internationaal recht, Ernest Nijs in zijn hekend werk le Droit Inter national, Deel II (niéuwe uitgave 1912), ze een zware fout van de Belgische re geering noemt, omdat deze die bijvoeging, voor het eerst voorkomend in een trac- taat van 1891, toen op verlangen en voor stel der Nederlandsche regeering, bij jdje Wel van S Juni 1892 had goedgekeurd, terwijl vóór dien deze voorwaarde in d)e Schelde-verdragen niet werd gevonden en dus de vaart op die rivier krachtens dfe tractaten van 1839 ten allen t ij d e open moest blijven. Geen wonder dan ook dal tde tegen woordige Belgische minister van Marine, Poslerijen en Telegraphic, Paul Segers, toen hij in 1911 een stadie'had gemaakt van de zgu. fortquaestie, tot de slotsom kwam dat Nederland als onzijdijge mo gendheid, krachtens het Haagsclie ver drag van 1907, toegang tot de Schelde moest verbieden aan oorlogsschepen van een oorlogvoerende partij, die naar Ant werpen opvaren o>p. België te verdedi gen, daarmede niet alleen uitsprekende de Souvereiniteit van Nederland op haar Scheldegebied, maar tevens dat krachlens die Souvereiniteit haar de plicht is op gelegd na te komen de bepalingen welke in 1907 te 's Hage bij verdrag, waartoe bijna alle de Europeesche mogendheden zijn toegetreden, omtrent de rechten en plichten der onzijdige Staten zijn ge maald. Geheel volgens deze regelen, hgeft de Nederlandsche regeering in hel begin de zer maand de gewone bepalingen voor de handharing hirer onzijdigheid in den tus schen Engeland én België en Duitsch land uilgebroken oorlog, vastgesteld. Krachtens die bepalingen worden oor logsschepen of daarmede gelijkgestelde vaartuigen van een oorlogvoerende natie niet binnen het rechtsgebied van den Staal, waaronder mede begrepen wordt de kustzee lot op een afstand van 3 zee mijlen, toegelaten. Verboden is eveneens het, doortrekken van het binnen de territoriale wateren gelegen Nederlandsche watergebied door oorlogsschepen of daarmede gelijkgestel de vaartuigen der oorlogvoerenden. Het spreekt van zelve dat, werden deze opgelegde verplichtingen niet strikt nage komen, wij het met Duitschland t e kwaad zouden krijgen. A. Binnenland. KONINKLIJK NATIONAAL STEUNCOMITÉ 1914. Eere-Voorzitster H. M. de Koningin. Oproep! Hare Majesteit de Koningin heeft op 10 Augustus 1914 tol de Vertegenwoor digers der hierna le noemen organisaties deze, tot het Nederlandsche Volk gerichte oproeping, uitgesproken „De berichten die lot mij komen „omtrent de stoornis of den stilstand „in bedrijven, ontstaan tengevolge van „den oorlog en het ten onzent bestaan- „de oorlogsgevaar, doch bovenal de kom- „mer en de zorg, die Mij allerwegen „tegemoet treden, waar ik Mij beweeg „te midden van Mijn volk, vervullen „Mij met groote deernis voor de ve- „Ien, die in zoo benarde omstandighe den verkeeren. Het is daarom, dat „Ik een beroep doe op al Mijn land- „genooten, die tot helpen in slaat zijn, „teneinde met Mij eendrachtig de han- „den ineen te slaan om planfnen te „beramen en uit te voeren, opdat aan „den nood, voor zoover dit in ons „vermogen ligt, het hoofd worde ge- doden Daartoe heb Ik gemeend in „de eerste plaats de medewerking te „moeten inroepen van den Werkloos- „heidsraad, van de Algemeene Armen- Commissie, van den Nationalen Vrou- „wenraad, van den Tuinbouwraad, van „hel Landbouw-Comité, van de Maat schappij van Nijverheid en van de „Plaatselijke Commissies, die zich te „Amsterdam, Rotterdam, s Gravenha- „ge en Utrecht gevormd hebben, en „naar Ik hoop, in andere plaatsen nog „gevormd zullen worden, om in over- „leg le willen treden. Doch Ik wil uit drukkelijk verklaren, dat iedere ver- „ceniging, die to.ll hetzelfde doel weuschtf „samen te werken, met instemming zal „worden begroet en dat Ik dus bij den „oproep lot deze vergadering geen voor deur heb willen toonen voor enkele „commissies, met achterstelling van an dere „Met waardeering heb ik kennis ge- „nomen van de alom getoonde hulp vaardigheid." De vertegenwoordigers der genoemde organisaties hebben ingevolge deze Ko ninklijke oproeping gevormd: het „Ko ninklijk Nationaal Steuncomité 1914", on der Eere-Voorzitterschap van Hare Ma jesteit de Koningin en onder Voorzitter schap van den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel. H et Konink 1 ijk Nationaal Steuncomité 191-1. vooropstellend, dat het streven van Re geering en Particulieren in de eerste plaats er op moet gericht zijn om het econo mische leven van het Nederlandsche Volk tot normale banen terug le brengen, in aanmerking nemend, dat deze buitenge wone toestand, waarin Nederland zich bevindt, een terugkeer lot het normale economische leven vooralsnog verhin dert, en dal inmiddels onverwijld dient i gezorgd te worden èn voor onmiddellijke steun verleening aan sommige groepen van het land, èn voor het treffen van al die maatregelen, welke eene, wellicht zeer I spoedig noodzakelijke, meer algemeene steunverleening zullen mogelijk maken,. roept allen op om, hetzij door storting van bijdragen in eens, hetzij door toezegging van geregelde bijdragen tot het bereiken van het gestelde doel, mede te werken. Behalve eigenlijke ondersteuning acht hel Koninklijk Nationaal Steuncomité 1914 het vooral ook zijn taak le doen, wal mogelijk is, om werkeloosheid te voorkomen. Teneinde de noodzakelijke samenwer king en eenheid te verkrijgen, zal het nationale comité eigenlijke ondersteu ning uilsluitend verleenen door tusschcn- komst van voor dit doel reeds opgerich te of alsnog op te richten, tijdelijke plaat selijke Sleuncomité's, waarin zooveel mo gelijk alle organisaties en lichamen, welke zich hel verstrekken van steun en hulp lol laak stellen, zijn vertegenwoordigd. Spoedige inzending van bijdragen, of toezeggingen aan den Penningmeester Jliv Mr. \V Th. VAN DOORN, Koninginne gracht 35 te 's Gravenhage, aan de Ned. Handel Maatschappij, de Xedcrlawdpche Bank of hare agentschappen of een der dagbladen, die zich voor de in ontvangst- name van giften beschikbaar hebben ge steld, wordt dringend verzocht- Het Koninklijk Nationaal Steun comité 1914- 's Gravenhage, 22 Augustus 1914. De commissie van uitvoering. Mr. M W. F. TREUB, Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, Voorzitter, Prof. I P DE VOOIJS, .Voorzitter van den "Werkeloosheids- raad, Onder-Voorzitter, Jhr. Mr \V. Th VAN DOORN, Voorzitter van den Nederlan,dschen Tuinbouwraad, Penningmeester, Mevrouw VAN BIEMA— HIJMANS, Presidente van den Nationalen Vrouwenraad, J. VAN HASSELT, Voorzitter van de Maatschappij van Nijverheid, J R SNOECK HENKEMANS, Lid van de Algemeene Armen-Commissie, Mr. J T LINTHORST HOMAN, Voorzitter van hel Nederlandsch Landbouw-Comité, Prof. Dr W. H MOLENS, Lid van den WerklooslieLdjraad. J. OUDEGEEST, Lid van «Jen Werkloosheidjraad A S TALMA. Lid van den Werklooshei,dfaad. Secretariaat. H. A. VAN IJSSELSTEYN, Direcleur-Generaal van den Arbeid. Algemeen Secretaris J W. ALBARDA, Jhr. Mr W. M DE BRAÜW, Mr. J G. MEILINK, Mr. W A. J M. VAN WATERSCHOOT VAN DER GRACHT, Mr. J. A. DE WILDE, Secretarissen. (Blijkbaar door een vergissing werd deze oproep ons niet toegezonden hoewel wij ons op verzoek tot plaatsing bereid verklaard lhiaddpn Wij nemen haar nu uil andere bladen over.) Kameroverzicht. Tweede Kamer. Zitting van Woensdagavond. Het. zakelijk resultaat van deze zitting is spoedig verteld Aangenomen werden het buitengewoon crediet voor marine, de postwet, het voor stel tot bestendiging van oorlogstoestand, en de accijnswet. Ingetrokken werd het voorstel tot uitstel der wethoudprskeuze, als zijnde nietnoodig geacht. Het afdeelingsonderzoek over Beurswet en Faillissementswet is blijkens meedeeling van den voorzitter nog niet afgeloopen, en de verslagen zullen uitvoerig zijn. Daarom volgende vergadering Maandag a. s. Maar naast dat, zakelijke veel woorden. De heer Troelstra vond in het voor stel voor buitengewoon marine-erediet aan leiding tot voorlezing ven een nogal hoog dravende verklaring, de arbeidersklasse op het hart bindend de ellende niet te wijten aan elkaar, maar aan het kapitalisme, en haur aansporend om ook bij de vervulling van hun nationalen plicht verre te blijven van elke chauvinistische of nationalistische ophitserij. Verder dat de soc. dem. fractie het marine-crediet zou aannemen. En dan eindelijk nog een aantal vragen betreffende de economische maatregelen. De heer De Jong vroeg naar de door sommige burgemeesters gestelde voorwaarden bij de uitkeering van de vergoeding aan de landweerplichtigen, o. a. door die alhankelijk te stellen van betaling van de huishuur. De heer Troelstra vroeg overlegging van een inventaris omtrent de aanwezige voorradeneen opsomming van de maat regelen om die voorraden te reserveeren voor de consumptie, of om ze aan te vullen een meedeeling over den invloed van den oorlog op de bronnen van inkomsten van de bevolkingen eindelijk vroeg hij naar de maatregelen strekkende om aan den steun het karakter van armenzorg te ontnemen. De heer Schaper maakte zich tot tolk van de soldaten die klagen over onnoodig harden dienstoeteningen. De minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, de heer T r e u b, gat aan den heer Troelstra o. a,. te verstaan dat voor het opmaken van de door hem gevraagde inven taris nu geen tijd was aan zijn met werk overkropt departement. Men heeft aan die cijfers trouwens niets in deze abnormale tijden. En voorts gaf hij een overzicht van de levensmiddelenkwestie, waarin hij tal vat behartenswaardige opmerkingen maakte. Veel producten van den landbouw zijn er die zonder gevaar nog in groote mate kunnen worden uitgeroerd, als vee, zuivel producten, groenten, spek, eieren enz. Vooral van vee en varkens is de voorraad zoo groot, dat de uitvoer ervan noodig is, ook al omdat die dieren eten en kunnen opeten, wat voor het menschdom noodig is. De artikelen, welke niet mogen worden uitgevoerd, zijn ten eerste die, welke van wege het departement van oorlog niet mo gen worden uitgevoerd en ten tweede die, aan welke wellicht gebrek kan ontstaan in ons land. Op het oogenblik is de toestand nog niet zoo, dat we behoeven te twijfelen aan den toevoer van tarwe en meel, dus behoeft ook de uitvoer van rijst ale moge lijk surogaat niet te worden verboden. Gis termorgen is een belangrijke partij meel overgenomen door de regeering van een handelaar, die dit meel in koop had in Amerika en dit zal vermoedelijk nog meer geschieden, ook met tarwe en met rogge. De regeering is dus diligent. Tegen verhooging van de premie voor molestrisico kan de regeering geen maat regelen nemen. En ten slotte wees hij er op dat de re geering alles doet om aan den verleenden steun het karakter van armenzorg te ont nemen. De Minister van oorlog, de heer Bosboom, deed de toezegging de genoemde gevallen van burgemeesters te onderzoeken: En wat de klachten over den dienst betreft, was hij van meening dat tegenover het ge vaar van verveling geen beter middel is dan de menBchen te oefenen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1914 | | pagina 1