BIJVOEGSEL No. 197. van de 1914 Zaterdag 32 Augustus 1914. BUITENLAND. FEUILLETON. DE FRANSCHE HOEVE. I- li el muz lefcreffemltj Bireai DE STRIJD TUSSCIIEN If EIGH EX DUITSCHLAND. (Van onzen oorlogscorrespondent.) (Nadruk verboden.) DE NIEUWE TOESTAND. Mechelen, Woensdag 19 Augs. (Blijkens deze datum werd deze brief geschreven vóór den in ons vorig num mer gepubliceerden brief uit Antwerpen.) Na dagen lang heen en weer rennen is het mij heden gelukt tol de linie van Duitsch-Belgische schermutselingen door te dringen ook al vermocht ik niet door te dringen lol gene zijde van Leu ven ,waar, naar ik uit het geweldig ge- schutsrumoer opmaakte, een aanval zich ontwikkelde. Wij mijn twee tochlgeuooleu en ik hebben een tocht van 1-1 uren ach ter den rug en hebben door minstens 25 h 30 K M. gevechtsterrein gekruist. Na alle vergeefsche pogingen om wat meer te zien dan reeds gedeeltelijk opgered derd slagveld-van-den-vorigen-dag, kon ik heden van veine spreken. De oorlogscor respondent vau vroeger die in de vuur linie bleef zoolang het gevecht duurde of minstens tol een beslissing was te voor spellen, zou mij misschien mijn ■tevreden heid euvel duiden. Maar wij, die in dc persvrees der bevriende aulorileilen nog groot er gevaar zien dan in de vijandelijke projectielen en die hebben moeten erva ren, ih|Oe hel absoluut onmogelijk wordt het gevecht van uil de vuurlinie zelf te volgen, tenzij bij uiterst toeval, zijn al heel dankbaar als het ons gelukt' ten minste eenige schermulselinden te kun nen meemaken of aan den rand van het slagveld althans eenige waarneming te kunnen verrichten. Hoe ik uil Brussel beu gekomen nog voor het aanbreken vau den dag. zoodal ik, toen liet flink licht werd reeds te Leuven eenige zorg kon besteden aan den inwendigen mensch, zal u niet veel interesseeren. Maar 't is wel vermeldens waard hoe de dag daar met een fortuintje inzette, dat mij voor heel den verderen dag aan een flinke auto hielp. Ik ging naar een café, waar men mij ROMAN NAAR HET DUITSCH. f van LOUISE WESTKIRCH. 50). Hij kon zich slechts met moeite ver staanbaar maken Lu het geschreeuw dat was ontslaan, in het algemeen geschuifel en getrappel. „Dat zat wel waar zijn," zei Luerke Voss tegen degenen die naast hem ston den. „Nu die fijne zaak met den inge nieur zijn neus is voorbij gegaan, wil hij zich met onze groschen verrijken „Dat kan hij toch niet", brachten een paar in het midden. Voss glimlachte veelbeteekend. „Denk jullie, dat zoo'n sluwe kerel als hij zicb voor niks zooveel moeite geeft?" lntusschen sprak Brinkmeier tegen het lawaai in „Ik stem voor den nieuwen weg. Wie met den burgemeester mee in het begin der week reeds een middag aan een fiets had geholpen en vond alles zoo veranderd, dat ik eerst gevoelde in* dezelfde herberg te zijn toen de waard mij herkende. Dc man zrig er zielig uit. „Gaat u nog naar Leuven" vroeg hij mij. „Nu, ik zou 't niet meer durven want vannacht is weer den heelcn nacht ge vochten en ik geloof, dat het straks wel weer zal beginnen. Het komt al dich ter bij." Ik keek den weg af, ik was hoogstens 10 minuten van de poort verwijderd. Te voet zou ik even naar de stad gaan, als1 men mij binnen liet en als ook de waard genegen was voor een goede fooi mee Ie gaan. Maar die verzekerde mij: „.Te Icomt er niet in en ik ga tenminste voor geen geld van de wereld mee." Het goede huisraad was gepakt, de vrouw en de kinderen zaten angstig te wachten. Een familielid zou legen zes uur met een „peerdke" komen en dan.. naar Brussel. Nu hadden wij op den weg reeds zoo veel oponthoud ondervonden door alle vluchtelingen en de voortdurende maar aanrijdende ambulance-wagens en nu en dan ook door gansche Iroepen-afdeelin- gen waarvan ik zoo den indruk kroeg dat zij hun regiment niet konden vinden cn dus van de gelegenheid gebruik maakten" om naar Brussel te wandelen en daar eens wat te rusten. Sommige van de ke rels sjouwden zoo bestoven voort dat aan de uniform geen kleur meer le bekennen viel. Zij zwoegden onder de zware rail sels en slceplen zich zoo moeizaam voort, ■dat ik meelij met hen had. Mijn chaufleur die mij clandestien had meegenomen, had mij voor „Leuven" af gezet, uil vrees anders in moeilijkheden te komen. Hij wou den halven Louis toch gaarne verdienen „in dezen lijd, waarin je niet weet waar je morgen een tranc zult vragen!" Terwijl ik nog met den herbergier sprak keerde miju chauffeur reeds weer terug cn zei kort. „Ik zou je danken Leuven binnen te gaan- De Pruisen zijn er voor en er wordt verwoed gevochten." Ilij zei het in minder salonfahige woor den 'dan ik het hier weergeef. Rechts van ons klonk zwak, als in de verte, gewcervuuvgeknetter cn weldra ving ook stemt, die moet zijn hand opsteken." Geen enkele hand werd opgestoken liet rumoer nam toe. „Onze vadevs en grootvaders hebben hel ook maar alleen met een kanaal gedaan. Wie een beteren weg wil hebben, moet er zelf een aanleg gen." Brinkmeier schreeuwde nu, bruin van toom: „Ik dacht, dat ik tol verstandige mensclieu sprak! Ilc heb jelui mijn mee ning gezegd. Wie daar iels tegen wil in brengen, die ïuoel dat doen. Maai- slechts één tegelijk. Alle duivels t Blaat niet allen te zamen als eeu kudde schapen! Onze kinderen zullen ons uitlachen, als wij dien weg niet aanleggen Ik zeg, dal hij er moet komen." Nu slapte Luerke Voss op de kist. „Ik heb wat te zeggen, burgemeester." Het werd op eens sli! De een stiet den ander aan. Nu nam het schouwspel een aanvang, dat ieder wenschte te zien en waarom allen gekomen waren, nl. de kamp der beide doodsvijanden. Luerke Voss begon heel beleefd en op gedempten toon. „Je hebt gelijk, bur gemeester, het gaal niet aan, als wij allen tegelijk aan hel woord willen komen. arlillerie haar gedonder aan. Inmiddels naderde een aulo met twee "hoeren. Zij stopten en vroegen ons of 'l mogelijk zou zijn Leuven binnen te gaan Wij zeiden onze meening- Ik bemerkte dat hel Franschen waren, die met den „Service militaire" niets hadden uil te staan De auto voerde een groole Fransche en een kleinere Belgi sche vlag- Terwijl ik met hen praatte maakte de herbergier dat hij met zijn familie wegkwam. Ilij wachtte het paard maarniet ar, doch man en vrouw namen zelf de hoornen tusschen de armen. De man keek nog eens zijn huis aan en trok een smartelijk gezicht. De vrouw weende en ook de kinderen, die niet begrepen wat geschiedde, maar toch voel den dat er iels niet goed was, kreten zoo hulpeloos, dal je er week van werd Steeds kwamen meer vluchtelingen en onder hen waren voortdurend meer sol dalen, van de „regimenis de ligne" voor al, gehéél bestoven kerels die er uitza gen als polderjongens, die veertien da gen lang niet uit de kleeren waren ge weest. De zon had de koppen gebruind Zij sleepten zich voort moe en af en inet een zenuwachtige gejaagdheid in de oogen, maar toch blij dat ze nog het le ven hadden. Sommigen hunner, mis schien wel de meeslen, beschouwde ik als een soort slrijdons moede deserteurs, die de gelegenheid schoon zagen buiten het gevecht te komen. Doch vooral later op den dag zag ik vele geregelde groepen die order hadden zich op dc hoofdmacht terug te trekken Uit wat ze mij vertelden was geen draad le spinnen. 'De jongens noemden mij plaatsen, waarvan de waarschijnlijkheid dal zij daar gevochten hadden, uiterst ge ring was, Een verleide mij dat hij nog den vorigen dag voor Luik had gevoch te». Enfin, dc meest dwaze veronder-i stellingen, die mij alweder bevestigden, dal het nieerendeel der soldaten niet weet waar zij vechten en dal zij voor den nauwgezet ten reporter van geen nut kunnen zijn. Met dc vluchtelingen is het nog een graadje erger gesteld. Zoo ver telde een gansche familie mij in geuren en kleuren hoe heel Leuven in lichte laaie slond, terwijl ik zelfs geen rook kon zien. Eén voor velen, zoo wil je 't hebben en dat is pok zooals 't behoort. Je bent voor orde. Daarom hebben we je immers ook tot burgemeester gemaakt is 'l niet waar buren?" „Nu, loc dan. Wat heb je le zeggen?" drong Brinkmeier ongeduldig aan. „Slechts een vraag, 't Is toch geoor loofd, dal iemand uit de gemeente hel hoofd een vraag doel? Of is het dat niet? Wij moeten ons aan de orde houden. Nee, ik wil mij niet tegen de orde vergrijpen. Alleen, wil ik vragen, hoe het toch komt, dal onze burgemeester voor een weg, waarvan het nog volstrekt niet uitge maakt is, of zij voor ons rente zal afwer pen of niet, van zins is om als het ware ons geld bij tienduizenden weg le smijten en daarentegen geen paar groschen over heeft om onzen ouden, goeden buurman en gemeenlelid Piter Clussmann een on derkomen in zijn geboorteplaats te vcr- leenen." De oude Schlellen en Iiimstedt niet zijn beide zonen riepen nu: ..Dat is zoo Waarom wil je Piter Clussmann niet in idë kolonie opnemen, Brinkmeier?" „Er is hier geen armenhuis", anlwoord- Toen ik in die richting een opmerking maakte, begon een groot meisje met prachtige donkere kijkers luid te schreien en riep: „O, o, ze vermoorden ons alle maal!" Die mensclieu zijn zoo slakkerig buiteu koers dal er geen geruststellen aan is Ook zijn er die flink het hoofd omhoog houden en wat blij zijn in het bewuslzifn dal zij de Pruisen genoegzaam vooruit zijn oin tc ontkomen. Het schijnt 'dat het platbranden der dorpen en het neer leggen van burgers zoozeer door de loop mare is verspreid, dal het naderen der Duitschers zelfs fn dorpen waar de kalmte lot het laatste bewaard bleef, een paniek doel ontbranden. „Fuir, A quoi bon?" (Vluchten, waar voor zou dat dienen?) zei mij de bewoner van een lief landhuisje, wat moet1 er dan met het vee? En allen kunnen toch niet vluchten. Maar een oude vrouw die ook aau den weg stond, antwoordde „ja, maar l zijn de Pruisen en ze zei het met een lichlflikkering in de grijs-witte oogen, alsof ze zeggen wou „die barba ren". liet is ontzettend dat het stand recht moest worden fngesteld, want wat aan gindsche zijde der Maas, en naar hier verleid wordt, ook reeds aan deze zijde, geschiedt, ontketend den rassenhaat op een wijze, die mij doel vragen wal moet dat na den oorlog, ats dit tempeest voorbij is. Zal daar ooit verzoening moger lijk zijn? Ik kan niet alles weergeven wat ik hier meemaakte lk kreeg (hole langer hoe meer den indruk dat het in Leuven zeer span de, en ik begreep, dat de eenige raad zame beslissing was in de richting van Acrschot le gaan. AI spoedig had ik hel tweetal van den nieuw aangekomen auto „in de gaten", zooals wij onder elkaar zeggen Het ble ken nieuwsgierigen te zijn, vader en zoon, die sportief genoeg waren aangelegd om te beproeven iels van den strijd le zien Na een weinig praten liet ik bemerken dat ik jounalist was, wal den heeren hoogsl aangenaam was Zij hadden natuurlijk onvoldoende pa pieren en althans niets dat iiun aanwe zigheid in het zoo onmiddellijk bedreigde gebied kon wettigen. Zij hoopten op mij en mijn papieren, ik hoopte op hen en de Brinkmeier kortaf „Maar dat huisje onder de pijnboomen, waarin de mandenmaker .Graveloh ge woond heeft, dat staal toch leeg „Dat behoort mij toe." Uit Brmkmeicrs woorden klonk met moeite bedwongen Loom. Luerke hoog zijn slap lichaam naar voren. Ilij was bedaard als dc vïsscher, die weel dat de karper aan den hengel spartelt. „Dat behoort jou toe Dat is waar. Maar nu mag ik zeker nog wel een vraag doen Wat is de reden waarom je Piter Cluss mann niet in dal huisje wilt hebben, terwijl je er toch Toni Graveloh in hebt talen wonen? Wal mag dat toch wel be- leekenen, dal je Piter Clussmann ook zelfs niet in Spreckholm wilt hebben?" „Luerke Voss," antwoordde Brinkmeier, „wij spreken nu over den nieuwen weg en niet over Piter Clusstnann Weer ontstond er rumoer, men pro testeerde, maar zweeg op een teeken van Luerke Voss. „Als ik het goed begrijp, dan verlangt de gemeente over Piter Clussmann te spreken en niet over de nie'uwe straat." t gidsen t >1 der Duit ben gediend volgens bet er der bond- ,rficieel beet 3at bet Bel eeft stelling keu is een brief ingekomen van iemahd:, die verzoekt zijn naam geheim te hou den, waarin hij te kennen geeft, in een fonds voor de verdediging van rijk en koloniën 10 procent te willen storten van hel vermogen, dat hij na den oorlog zal bezitten. Bij heffing van een even- tucele es tra belasting behoudt hij zich het recht voor de som (thans f 120 000) tol de helft le verminderen, of het be drag van de extra belasting er af te trek ken. De schrijver hoopt, dat velen zich tot hetzelfde zullen willen verbinden. De regeering, hoogelijk waardeerende de offervaardigheid van welke dit aan bod blijk geeft, is gaarne bereid zich met de vorming van een fonds ats is voorgesteld, le belasten. Zij, die daartoe willen meewerken1 zijnde militairen een bioscoop-voorstel ling gegeven. - Overeenkomstig het besluit geno men in de laatste vergadering van het comité voor de onafhankelijkheidsfeesteD op 5 Mei jl. om hel door den heer Corn. Hcnning vervaardigde album aan de ge meente aan te bieden, is dit album ver leden week met een begeleidend schrij ven aan het gemeentebestuur toegezon den, waarop reeds den volgenden antwoord werd ontvangen, dat hel al bum met dankbaarheid is aanvaard en dat hel in de Oudheidskamer zal wor den geplaatst. Zoowel hier als te Vlissiugfenj, maar vooral in onze zusterstad, vertoe-j als hun gelaBt was. Men kan met zeggen, ven thans tal van vreemden, die door dat zij over de schreef gingen van de ge- den gezant der Vereenigde Staten, die ver klaarde, dat zijn regeering Brussel onder haar bescherming nam. Van verschillende zijden wordt het bin nentrekken der veroveraars in de stad ge- teekend. De correspondent vergelijkt dit met een parademarseh. De correspondent van de »Times" geeft, naar verhalen van Donderdagnacht gevluchte inwoners, een beschrijving van den intocht der Duitschers in het zwijgende Brussel. In het centrum, zoo vertelt hij, waren de inwoners aan weerskanten van den weg, dien de Duitsche troepen volgden, samen gestroomd. Zij zagen bleek van woede en vrees. Er werden geen schoten afgevuurd en de Duitsche soldaten deden eenvoudig een voorschot van 500 millioen frank zullen verschaffen, en wel elk de helft. De «Köln. Ztg.s beschouwt de aan Brus sel opgelegde oorlogeschatting als een straf vooc de ruwheden, die Duitsche onderdanen aldaar bij het uitbreken der vijandelijkheden van de bevolking te verduren hadden. Het blad voegt hieraan toe, dat bovendien ver schillende personen bestraft zullen worden. Dit zal in allen vorm volgens de regelen van het recht geschieden. Havas meldt bovendien uit Parqs, dat de Duitschers te Gent een oorlogsschatting van 50 millioen (trank) eischen. Te Aerschot hebben Pruisische soldaten den burgemeester doodgeschoten, alsmede eenige inwoners, die hem vergezelden. Dit jenhlik niet atting vindt s Maastricht aar kanon- werd gezegd de beweging hers nu in niet. Een errichtingen de oorlogs- le gevechten a zien. De ver troepen- log het atil- swaard. We men stonden. N. W. van I. O. hebben al is de af- root, ook de voorwaarts 3e Franschen jken hebben, gen. int tusschen laag te heb- edeeling zijn t vijandelijke De linker- Vrijdagavond bij Nancy, i»g nam op .„„er echter door de Duitschers heroverd. De desbetreffende overwinningsberichten der Duitschers worden steeds mooier. Vol gens den Duitschen generalen staf ontaardde de terugtocht hunner vijanden in een wilde vlucht. Bij het afzenden van het bericht (Vrijdag) hadden zij meer dan 10.000 gevan genen en meer dan 50 kanonnen veroverd. De cICöln. Ztg.» raadde voorzichtig aan, de achtervolging nu eens vol te honden, tot dat man en paard geheel buiten adem zou zijn, met gebruikmaking van de bodemge steldheid die voor de Franschen het snel terugtrekken zeer zou verzwaren, terwijl ook het Marne-Eijn-kaDaal daar een hindernis vovmt. Inderdaad vinden we leter vermeld, hoe de Duitschers tot eeD stuk over de Fransche feit is in een officieel rapport aangeteekend J grens de vervolging hebben volgehouden

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1914 | | pagina 5