■létpie Courant TWEEDE BLAD P.SLUIS. *£andbomi)kroniek Ingezonden Hededeelingen FEUILLETON. Be Ziel m Margaret Rand. Dingen waar men naar JngezondenTHeiledeelingen. VAK DE VAN Zaterdag 30 Hei 1914, no. 126. I VOGEL-EN PLUIMVEEVOEDER)^ VAK ONZEN VASTEN MEDEWBBKBN. DE GESCHIEDENIS DER PAARDEN FOKKERIJ IN ZEELAND. VII. Tweemaal was er gekeurd volgens de beide Reglementen, die wij in het vorig nummer besproken hebben, toen het Hoofdbestuur der Maatschappij onder dag teekening van 26/27 Mei 1S93 een schrjj- van ontving van Gedeputeerde Staten,, waarin deze verzochten het gevoelen zij ner leden mede te deelen voor het in 't leven roepen van verplichte hengsten- keuring, waarvan de wenschelijkheid be toogd was in eene tot dat College gerich te missive van den Minister van Binnen- landsche zaken, waarbij bij het optreden van het ministerie Mackay Landbouw was gekomen, en dien van Oorlog. Dit schrijven werd behandeld in de hoodfbesluursvergaderiag, welke den 13- den Juni 1893 gehouden werd in het ge meentehuis te Tholen, waarbij de heer Job van der Have, secretaris der Keu ringscommissie, uitgenoodigd was om om trent dit onderwerp te kunnen dienen van advies. Deze deelde mede, dat de Keurings commissie verplichte hcngstenkeuring noodzakelijk achtte, vooral ook, omdat hel verleenen van aanhoudingsbijdragen voor tweejarige hengsten aanleiding gaf tot het maken van reclame voor oudere hengsten, die als tweejarige hengst be kroond konden zijn, zonder daarom als oudere hengst aan de verwachtingen, die men daarvan koesterde te voidoen. Alle dekhengsten dienden volgens hare meening gekeurd te worden, vóór zij tot oen openbaren dienst werden toegelaten. De verschillende meeningen der af dee lingen, reeds bij een vroegere bespre king gebleken, waren nog niet gewijzigd. Na een t uitvoerige bespreking zeide de voorzitter, dat in de vergadering twee stroomingen op den voorgrond traden Eenigen wilden de verplichte keuring nog eenigen tijd uitstellen, om te zien of men met voldoende premién niet kon komen tot een afdoende verbetering, an deren, en daarbij sloten zich aan de le den van het Dagelijksch Bestuur, wilden een verplichte hcngstenkeuring invoeren, zonder het gebruik van afgekeurde heng- •sfcen te verbie'den- In stemming gebracht schaarden zich 12 stemmen aan de zijde van het 'Dagelijksch Bestuur, 5 stemmen waren •daartegen. Deze uitslag zou met mede- deeling van het gevoelen der minderheid ter kennis gebracht worden aan het Ge deputeerd College. Dit geschiedde bij schrijven van 16 Juni daaraanvolgende. Voor verplichte keuring, zoo las men daarin, achtte men dat pleit het voor het gezond versland zoo goed als noodzake lijk aangeprezen gebruik voor de fok kerij van goedgekeurde dieren, waarvan spoedig de vorming van een goed paar- denras te wachten is, terwijl onder meer daardoor vermeden wordt, dal erfelijke j gebreken op de afstammelingen worden overgebracht, omdat hengsten, met derge lijke gebreken behept, natuurlijk zouden worden afgekeurd. Intusschen meende men dat, althans nu, reeds verplicht gebruik voor te schrijven een bedenkelijke inbreuk zou zijn op de vrijheid van handelen. Wan neer bij afkeuring eenigszins omstandig en zóó algemeen mogelijk de redenen be kend gemaakt werden, waarop die af keuring berustte, dan wachtte men van het levende voorbeeld der gevolgen van het gebruik van goedgekeurde hengsten een resultaat, dat dergelijken dwang on- noodig zou maken. Bovendien werd nog ten opzichte van de wenschelijkheid der verplichte keuring daarop gewezen, dat alsdan zich niet meer zoude lcunuen voordoen liet geval, dat fokdieren, niet ter keuring aangebo den, worden gebruikt, omdat hunne ge breken niet door eene keuring aan het licht zijn gebracht, terwijl andere, die minstens daarmede gelijk gesteld kunnen worden, met meer voor de fokkerij in aanmerking zouden worden genomen, om dat zij wegens hunne gebreken waren af gekeurd. Op dit schrijven werd van Gedeputeer de Stalen geen antwoord ontvangen, waarom deze zaak in de voorjaarsverga dering 1895/van het Hoofdbestuur ander maal te sprake werd gebracht Thans werd daar met algemeene stemmen beslo ten nogmaals aan te dringen op de toe passing van het zoo even toegelichte be ginsel. Dit geschiedde bij schrijven van 1 Mei 1895. Daarin werd medegedeeld, dat het aangeprezen beginsel thans de instem ming had van alle leden, die ter verga dering van het Hoofdbestuur waren opge komen, maar dat juist om de fouten van de afgekeurde fokdieren zoo algemeen mogelijk bekend te maken het voorschrij ven der verplichting om uitsluitend van goedgekeurde hengsten gebruik te maken, diende ontraden te worden. Onder dagteekening van 10/16 Mei daaraanvolgende, antwoordden Gedepu teerde Staten, dat door hen de invoering van verplichte heDgslenkeuringen nog niet noodig werd geacht; waarop door het Hoofdbestuur in ae najaarsvergade ring van dat jaar met algemeene stemmen besloten werd om de uitgedrukte wen schelijkheid van gedwongen hcngstenkeu ring handhaven (hl. onder de vroeger gestelde voorwaarden) en zich andermaal tot het College van Gedeputeerden te wenden om op het genomen besluit te rug te komen, omdat inderdaad op de tot toen toe gevolgde wijze al te lang zaam het beoogde doel zou bereikt wor den en voor eenigszins strengere maatre gelen dan die, welke tot nu toe van kracht waren, op zeer geleidelijke wijze de baan geëffend werd. Intusschen was door de Ministers van Binnenlandsche Zaken en van Oorlog on der dagteekening van 13/16 Augustus 1895 een nieuw Reglement vastgesteld aangaande de ondersleuning van Rijks wege van de paardenfokkerij, waarbij dat van 1891 werd ingetrokken en onder meer bepaald, dat bijdragen voor het on derhoud van dekhengsten van ten minste 2y2 jhar, 't zij zij in de provincie te huis behooren, of aldaar zijn gestationneord, voor zoover dit laatste uit het buitenland ingevoerde fokhengsten betreft, die voor het eerst aan de keuring deelnemen, niet mogen toegekend worden aan dek hengsten, waarvan niet, hetzij op de wijze aangewezen in liet Provinciaal Reglement op de paardenfokkerij, hetzij uit eene ver klaring van een veeartsvoor de provincie door den Minister van Binnenlandsche Zaken aangewezen, blijkt, dat zij vrij zijn van erfelijke gebreken. De samenstelling van een nieuw Regle ment voor het toekennen der premiën en bijdragen, het benoemen eener keu ringscommissie, het beheer over en de uitbetaling der gelden voor de bijdragen en premiën bestemd, werd opgedragen aan eene commissie, voor elke provincie benoemd of aangewezen door de Gede puteerde Staten, na daaromtrent de be sturen van de in de provincie geves tigde landbouwvereenigingen en paarden stamboeken gehoord te hebben Dit Reglement moest door Gedeputeer de Staten, die daarbij hun advies voeg den, aan de goedkeuring der liooger ge noemde Ministers onderworpen worden. Door Gedeputeerde Staten werd het Hoofdbestuur der Zeeuwsche Landbouw- maalscliappij aangewezen als Provinciale Commissie voor die samenstelling. Het Dagelijksch Bestuur der Maat schappij ontwierp een nieuw Reglement op de ondersteuning der Paardenfokkerij van Rijkswege en wijzigde tevens het Reglement van de Commissie ter verbete ring der paardenfokkerij in Zeeland eq wel in dezer voege, dat de Rijksgeiden uitsluitend zouden besteed worden aan bijdragen voor dekhengsten en aanhou dingsbijdragen voor hengsten niet ouder dan 2i/3 jaar; terwijl uit de Provinciale subsidie en die van de Maatschappij aan houdingsbijdragen zouden verleend wor den voor merriën van 3—8 jaar en voor eenjarige paarden, geboren in Zeeland. Deze ontwerpen werden bij missive van 30 November 1895 toegezonden aan de afdeelingen om daarover haar oordeel te vernemen In ae voorjaarsvergadering van het Hoofdbestuur, gehouden den 23sten April 1906, werd door den voor zitter medegedeeld, dat daartegen geen overwegende bezwaren waren ingekomen, dat de afdeeling Zeeland van het Neder- landsch Paardenstamboek daaromtrent was gehoord en zich daarmede ook kon vereenigen, waarom het Dagelijksch Be stuur beide Reglementen had gezonden aan Gedeputeerde Staten, het eerste ter doorzending aan bovengenoemde Minis ters, het tweede om daarop de goedkeu ring van genoemd College te erlangen Deze goedkeuring volgde in Juni 1896, zoodal zan dien dag af beide Reglemen ten in werking traden. (Slot volgt verhoogt den smaak van den lekkersten schotel. Men neemt nooit iets anders, wanneer men een maal begonnen is om het te gebruiken. VARIA. (Nadruk verboden). DE TREK DER VOGELS. Uit de onderzoekingen, door bet zgn. „ringen" van trekvogels heeft men kun nen afleiden, dat vele vogels, zij het ook niet alle, bepaalde wegen volgen, zooals b.v. de in Zuidelijk Finland, en in d© kustengebieden van Rusland inheemsche nevelkraaien, die over Breslau, Weenen. Boedapest naar Triest, Istrië, de monden van de Po en Tunis plegen te trekken, of over Oost- en Noordzee tol aan den Rijn en dan deze rivier langs tot Bazel en vandaar naar Genève en Lyon of ten derde van de Nederlandsche langs de Bel gische en Fransche kust Zuidwaarts tot Bordeaux. Uit het bovenstaande blijkt dus dat de trekvogels de richting Noord-Zuid L. I. MEADE. 71). XII. Stephen's laatste wil en testament. Onder de vele vrienden, die een be langrijke rol in hel leven van wijlen Stephen Rand hadden gespeeld, behoor de een man, die bijna vijf jaar jonger was dan hij. Een man van vijf en zestig jaar met grijs haar, donkere, nog al tijd heldere, fevendige oogen, een Ro- meinsche neus en een aristocratische houding. In zijn jeugd was Cyril Standish bijzonder knap geweest. Hij was groot, ■een echt militair en in zijn manieren op cn top een gentleman. Standish had zijn vaderland in moeielijke tijden trouw gediend maar had. nog betrekkelijk jong hel leger wegens de tegenwoordige wet- den moeten verlaten; juist toen zijn oor deel en veelomvattende kennis van de grootste waarde zouden zijn geweest, werd er van hem verwacht, dat hij uit den dienst zou gaan. Nog in volle kracht van zijn leven, begroef hij zich in een klein Engelsch ■dorp en leed om zo<? te zeggen aan een „gebroken hart". Ilij hunkerde met heel zijn ziel naai- zijn beroep ,hij verlangde naar het vermoeiende leven in de Punjab Ilij zou voor Engeland tol aan zijn laal- sten snik hebben willen vechten. Maar Engeland wilde niet meer met hem tc maken hebben. Het beloonde zijn trouwe diensten met een karig pensioen cn dacht geen enkel oogcnblik aan zijn gebroken hart. En ook geen van de oude vrienden uit zijn jeugd dacht meer aan Cyril Stan dish. Hij was nooit getrouwd, het leger was zijn eenige bruid en het Icwam hem voor alsof men haar uit zijn armen had gerukt Hij zag er nog jong uit, was nog vol vuur, een kranig officier toen zijn land tegen hem zeide: „Uw tijd is voorbij, ga en sterf waar je het liefste wilt." Hij droeg zijn hard lot gelaten maar de won de brandde, schrijnde, vervulde zijn trouw hart met een troosteloos leeg gevoel In één jaar tijds leek hij ecu oud man- Cyril woonde drie maanden i n zijn huisje te Sarrey, toen zijn schoolkame raad, Stephen Rand, hem kwam bezoeken Stephen cn Cyril waren op school groote vrienden geweest, maar toen zij elkaar in den avond van hun leven weer ont moetten, was de vriendschap over ge gaan in de koele gereserveerdheid van menschen bij wie het grootste vuur is uit gedoofd. Beiden waren uiterst beleefd, maar het verleden ran den een was. voor den ander een gesloten boek. Wat wist Stephen van de Punjab af met zijn ber gen, zijn verraderlijke stammen en ook niet steeds streng handhaven en dat veel eer, zooals vanzelf spreekt, watervogels rivieren enz zoo lang mogelijk volgen Juist daarom is het eigenaardig, hoe vol gens het Duitsche Natuurwetenschappe lijke "Weekblad een kolonie zgn. lach- meeuwen in Noord-Bohemen gevonden werd. Deze vogels trekken blijkbaar volstrekt niet Zuidwaarts, maar zoeken hun winter leger ver in het Noord-Westen van hun zomersche geboorte- en broedplaatsen. Ook is uil die nasporingen gebleken, dat vogels van dezelfde soort, welke van verschillende plaatsen afkomstig zijn, ge heel verschillende lochten kunnen onder nemen en dat tot nu toe de theorieën be treffende den trek der vogels te zeer bij de Noord-Zuid-richting waren aan gepast. Tevens wordt daardoor verklaar baar hoe de Noordelijke stammen van een vogelsoort Zuidelijker gelegen winter kwartieren kunnen hebben dan de Zui delijker en dat de vogeldrommen zich niet altijd volgens vaste, tusschen hen ge lijk blijvende afstanden verplaatsen Dat de merels voor een groot gedeelte in het winter&che getijde niet naar het Zuiden maar eenvoudig naar de dichtst bij zijnde groote stad vliegen, is een bijzonder be wijs daarvoor, dat des winters de trek vogel daar zijn tenten opslaat, waar dit hem het beste voorkomt De nieuwe nasporingen op dit gebied leverden nog op hoe trouw meestal de zwaluwen hun nest en hun wijfje blijven. Patrijzen werden twee jaar nadat ze op de een of andere wijze onderscheid baar waren gemaakt, nog in dc onmid dellijke nabijheid buil gemaakt van de plaats, waar men ze geteekend had Jonge kraaien blijven maandenlang inde buurt van hun broedplaats GEHEUGENKUNST. Er bestaan verschillende stelsels voor het versterken van het geheugen Ook zal men wel eens verbluffende sta len van geheugenkunst hebben bij gewoond Zoo zijn er menschen, die buitengewoon lange cijferreeksen welke ze maar één maal gelezen hebben, terstond uit het hoofd kunnen opzeggen. Over een dergelijke bekwaamheid be schikt de drie-en-lwintig jarige Noor- weegscbe studente Paula Bergh Door vakkundigen is dit geval nauwkeurig on derzocht en de „Köln. Zlg." brengt daar van eenige uitkomsten Het werktuigelijk van buiten leeren speelt bij haar volstrekt geen rol. Op school, waar meest mechanisch uit het hoofd wordt geleerd, werd zij om haar slecht geheugen berispt Haar wonder baarlijke gcheugenkunslen verricht ze volgens haar eigen methode door zich daadwerkelijk de betrokken voorwerpen enz. in te prenten En dit doel ze door het haar gebodene plaatselijk te omlijsten en het te illustreeren door zich voorge stelde gezichtsbeelden. Dan bewerkt ze tusschen die beelden, welke op bepaalde zaken betrekking heb ben, en de ruimte, voor elk daarvan uit gekozen, een vaste gedachtenverbinding, voegt in de gevallen, waar hel als nood hulp gekozen zaakbeeld niet met liet oorspronkelijke begrip overeenstemt, nog een (visueel) schriftbeeld van het oor spronkelijke begrip daarbij, steeds nog in. den nauwsten plaatselijken samenhang met het illustreerende, voor het eerste in de plaats gestelde beeld en schikt ten slotte alles in een logisch verband, zoo dat de haar tot hel in herinne ring houden en lot herhalen opge geven begrippen alle als beslanddeelen eener vertelling, als onderdeden van een geschiedenis of, als men wil, van een roman kunnen worden uitgelegd en be werkt Juffrouw Bergh loeft dus hij het in stampen en herhalen der bewuste begrip-^ pen in een andere wereld, een wereld van schema s die zij zich zelf heeft op gebouwd. Als ze een zomerreis doet, is zij be zig nieuwe dergelijke schemata op te doen Daarbij wil zij zich van de zin- tuigelijlce waarnemingen los maken, om dat deze bij den opbouw der schemata slechts storend werken Om dezelfde re den wil ze ook datgene, wat ze te onthou den heeft, liefst niet lezen of op andere wijze door middel van de oogen in zich opnemen, maar zij wenscht dat dit haar langs het gehoor wordt bijgebracht. Ze let dan evenwel niet op de woorden zelf. maar op hun beteekenis Daarbij stelt zij zich deze beteekenis door een „zaakbeeld" voor Haar bewustzijn, wordt dientengevolge' met een menigte illustra ties gevuld, welke het door het woord uitgedrukte voorstellen Daarbuiten, kan haar geheugen blijkbaar niets tol stand brengen Deze illustraties zijn van verschil^ lenden aard Ze omvatten b.v. een door het verbeeldingsoog gezienen achter grond of een bepaald voorwerp, als een zuil, een sleutel, een kast Waar een kleine verandering in den klank van het woord een ander gemakkelijk te illus treeren begrip zou in het teven roepen, wordt dit als grondslag voor de illus tratie gekozen. De woorden, waarin de stof voor de hersenoefening haar geboden wordt, stelt zij zich in schriftelijke teekens op het met hel verbeeldingsoog waargenomen, hulpbeeld voor. De voorwerpen van dit beeld zelf zijn in licht en schaduw ge dompeld Ze bewegen zich zelfs wille keurig! Ze leiden een zelfstandig-inwen dig leven, waarbij juffrouw Bergh zelf builen spel blijft. Zij loont daarbij bovendien een ver bazingwekkende onvermoeibaarheid. Na gedurende vier tot vijf uur op die wijze gearbeid te hebben, heeft zij er niets legen, de proeven voort te zetten. Zij bezit dan ook bij uitstek het vermogen, haar aandacht uitsluitend tot die taak te bepalen Voor stoornissen daaromtrent is ze maar in uiterst geringe mate ont vankelijk Bij het verhalen van de haar opgegeven woorden beschikt ze over een uitgesproken zekerheidsgevoel. De gedachtenverbinding met betrek king tot de plaats speelt daarbij een hoofdrol Als de herinnering aan de door haar gekozen plaats, dienst weigert, ge raakt eveneeus de heugenis van het daar in gedachte voorwerp aan het wankelen. zijn helden? En, aan den anderen kant, wat wist Cyril van Melchester Hall, van Stephen's groot fortuin, van het eenzame hart van den kinderloozen man, die geen zoon had op wien hij deu ouden naajui kon overdragen en die met zijn meest j geliefden broeder iiad getwist? Ja, zij waren blij, dat zij elkaar zagen, beiden vertrouwden elkaar volkomen, liet deed hun goed in elkaar's oogen tc kijf- ken, en toch, was het goed, dat zij elkaar weer zagen? Cyril bedacht wanneer Stephen weg zou gaan. Stephen scheen zijn gedachten even duidelijk te raden afsof zij gesproken waren Ik zal je ni,et lang lastig vallen, Cyril, zei hij Ik ben hier nu niet alleen gekomen om een oude vriendschap te hernieuwen, maar ook om je een dienst te vragen. Je kunt over mij beschikken, zei Cyril, terwijl zijn oogen begonnen te schitteren. Dal dacht ik wel; er is toch nog leven in den ouden baas. Volop leven, Ven minste dat was er. Ik ben nog vijf jaar ouder dan jij, zei Rand. Je ziet er naar uit, Rand. Dat doet er niet toe; mijn dagen zijn geteld. Ik heb dat reeds lang ge voeld en ben paar Indié gegaan om zeker heid te hebben. Goede God; naar Indië? Ja; er is een specialist fn Calcutta, die de beste dokter in de wereld is voor de kwaal waaraan ik lijd. Hij gaf mij mijn congé, heel beleefd, maar zonder genade. Ik kan het nog een jaar uithou den, op zijn langst. Ik zal niet lijden Het is het soort waaraan geen pijn of lijden verbonden schijnt. God zij dank Ik hoop dus, ter wille vun de jeugd, dat ik tol het laatst dc vrooiijke slcin-' ming in mijn huis niet zal bederven.. Je moogl tegen geen sterveling hier iets van zeggen. En nu regel ik mijn zaken. Je herinnert je mijn liefslen broeder Henry? Wij hadden twist tamen en onze. twist was van dien aard dat wij onmogelijk weer. dezelfden voor elkaar konden worden Wij zijn nu in den hemel verzoend, cn voor zijn dood verzoenden wij ons zoo goed dat hier op aarde gaat, Cynl.mijn broeder trouwde liet meisje dat ik lief had ik kon dat niet vergeten. Zij had één kind, een dochter haar naam is Margaret. Ik hob Margaret Rand tot mijne erfgename gemaakt; zij erft alles, elke penning van mijn rijkdom, op voorwaar de, dat zij trouwt met mijn neef, John Rand, den eenigen zoon van mijn jongslen broeder. Mijn zaakwaarnemers hebben al le bijzonderheden. Ik weet niets van het meisje af, zij lean het waard of niet waard zijn. Ik lieb een portret van haai- een leelijk kind, zij heeft daarop niets van haar mooie moeder, maar meer van Henry. Cyril zat zijn ouden vriend zwijgend aan te staren. Stephen slak de hand nu in zijn zak en haalde een rol papier te voor schijn. De zon koint morgen op te 3.47 uur en gaat onder te 8.07 uur. De m a a n komt morgen op 9.58 vm. en goat onder te 12 28 v.m. Eerste kwartier Meandag 2.22 om. Auto- en fietsrijders hebben de volgende week hun lantaarns aan te steken te 8.37 uur. Wagenbestuurders te 9.07. len Pinksterdag zullen de volgende apo theken geopend zijn te Middelburg J. W. v. d. Garde; t« Vlis8ingen S. J. Engering: te Goes L. la Porte. 2en Pinksterdag zullen geopend zijn te Middelburg M J. van Pienbroek; te VlissiDgen alle apotheken tot 1 uur, dsarna alleen A. J. van Ockenburg Jr.; te Goes G. van der Hoek. Tegen het Dr. Hommel's Haematogen. WAARSCHUWING Men vruge nitdrnkkeljjfc den naam Mr Hommel Ik geef je dit ter bewaring, zei hij. Het bevat aanwijzingen voor het geval het mocht blijken, dat Margaret Rand dc erfenis niet waard is. Je behoeft liet niet tc lezen, maar ik zal je den inhoud er van meededen. In deze rol is mijn laatste wil en testament geborgen. Het is drie maanden later geschreven, dau het testament waarin aan Margaret Rand alles is vermaakt Hierin wordt Mar garet Rand geheel onterfd eu valt alles aan mijn neef John ten deel Niemand weet van liet beslaan van dit testament af behalve nu jij en de Schotsche zaak waarnemers, die het opgemaakt hebben. Ik heb hun lippen verzegeld, wal hen, zal verhinderen van het testament te rep pen vóórdat het rechte oogenblik daartoe aangebroken is. Zoolang als zij dit onbe kende testament onder hun berusting heb ben, ontvangen zij jaarlijks honderd pond uit mijn bezittingen. Maar wordt dit testa ment van kracht dan verliezen zij hun klein jaargeld. En nu is mijn opdracht aan jou; sla van uit de verte het doen en laten van John Rand en zijn nicht Margaret gade. Let op of zij samen trou wen, of zij gelukkig zijn eu als alles; best van stapel loopt en niets te wen- schen overlaat, laat ze dan aan hun lot over. Mocht het niet goed gaan, toon hun dan liet testament. En als je voeit, dat je eigen eind nabij is, draal dan niet; laat John dan bij je komen, en geef hem het testament. Zog hem dan dat hij die laat ste wil kan opvolgen of niet, al naar hij zelf wil. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1914 | | pagina 5