■létpie Courant
TWEEDE BLAD
P.SLUIS.
*£andbomi)kroniek
Ingezonden Hededeelingen
FEUILLETON.
Be Ziel m Margaret Rand.
Dingen waar men naar
JngezondenTHeiledeelingen.
VAK DE
VAN
Zaterdag 30 Hei 1914, no. 126.
I VOGEL-EN PLUIMVEEVOEDER)^
VAK ONZEN VASTEN MEDEWBBKBN.
DE GESCHIEDENIS DER PAARDEN
FOKKERIJ IN ZEELAND.
VII.
Tweemaal was er gekeurd volgens de
beide Reglementen, die wij in het vorig
nummer besproken hebben, toen het
Hoofdbestuur der Maatschappij onder dag
teekening van 26/27 Mei 1S93 een schrjj-
van ontving van Gedeputeerde Staten,,
waarin deze verzochten het gevoelen zij
ner leden mede te deelen voor het in
't leven roepen van verplichte hengsten-
keuring, waarvan de wenschelijkheid be
toogd was in eene tot dat College gerich
te missive van den Minister van Binnen-
landsche zaken, waarbij bij het optreden
van het ministerie Mackay Landbouw was
gekomen, en dien van Oorlog.
Dit schrijven werd behandeld in de
hoodfbesluursvergaderiag, welke den 13-
den Juni 1893 gehouden werd in het ge
meentehuis te Tholen, waarbij de heer
Job van der Have, secretaris der Keu
ringscommissie, uitgenoodigd was om om
trent dit onderwerp te kunnen dienen
van advies.
Deze deelde mede, dat de Keurings
commissie verplichte hcngstenkeuring
noodzakelijk achtte, vooral ook, omdat
hel verleenen van aanhoudingsbijdragen
voor tweejarige hengsten aanleiding gaf
tot het maken van reclame voor oudere
hengsten, die als tweejarige hengst be
kroond konden zijn, zonder daarom als
oudere hengst aan de verwachtingen, die
men daarvan koesterde te voidoen.
Alle dekhengsten dienden volgens hare
meening gekeurd te worden, vóór zij tot
oen openbaren dienst werden toegelaten.
De verschillende meeningen der af dee
lingen, reeds bij een vroegere bespre
king gebleken, waren nog niet gewijzigd.
Na een t uitvoerige bespreking zeide de
voorzitter, dat in de vergadering twee
stroomingen op den voorgrond traden
Eenigen wilden de verplichte keuring
nog eenigen tijd uitstellen, om te zien of
men met voldoende premién niet kon
komen tot een afdoende verbetering, an
deren, en daarbij sloten zich aan de le
den van het Dagelijksch Bestuur, wilden
een verplichte hcngstenkeuring invoeren,
zonder het gebruik van afgekeurde heng-
•sfcen te verbie'den-
In stemming gebracht schaarden zich
12 stemmen aan de zijde van het
'Dagelijksch Bestuur, 5 stemmen waren
•daartegen. Deze uitslag zou met mede-
deeling van het gevoelen der minderheid
ter kennis gebracht worden aan het Ge
deputeerd College.
Dit geschiedde bij schrijven van 16
Juni daaraanvolgende.
Voor verplichte keuring, zoo las men
daarin, achtte men dat pleit het voor het
gezond versland zoo goed als noodzake
lijk aangeprezen gebruik voor de fok
kerij van goedgekeurde dieren, waarvan
spoedig de vorming van een goed paar-
denras te wachten is, terwijl onder meer
daardoor vermeden wordt, dal erfelijke j
gebreken op de afstammelingen worden
overgebracht, omdat hengsten, met derge
lijke gebreken behept, natuurlijk zouden
worden afgekeurd.
Intusschen meende men dat, althans
nu, reeds verplicht gebruik voor te
schrijven een bedenkelijke inbreuk zou
zijn op de vrijheid van handelen. Wan
neer bij afkeuring eenigszins omstandig
en zóó algemeen mogelijk de redenen be
kend gemaakt werden, waarop die af
keuring berustte, dan wachtte men van
het levende voorbeeld der gevolgen van
het gebruik van goedgekeurde hengsten
een resultaat, dat dergelijken dwang on-
noodig zou maken.
Bovendien werd nog ten opzichte van
de wenschelijkheid der verplichte keuring
daarop gewezen, dat alsdan zich niet
meer zoude lcunuen voordoen liet geval,
dat fokdieren, niet ter keuring aangebo
den, worden gebruikt, omdat hunne ge
breken niet door eene keuring aan het
licht zijn gebracht, terwijl andere, die
minstens daarmede gelijk gesteld kunnen
worden, met meer voor de fokkerij in
aanmerking zouden worden genomen, om
dat zij wegens hunne gebreken waren af
gekeurd.
Op dit schrijven werd van Gedeputeer
de Stalen geen antwoord ontvangen,
waarom deze zaak in de voorjaarsverga
dering 1895/van het Hoofdbestuur ander
maal te sprake werd gebracht Thans
werd daar met algemeene stemmen beslo
ten nogmaals aan te dringen op de toe
passing van het zoo even toegelichte be
ginsel.
Dit geschiedde bij schrijven van 1 Mei
1895. Daarin werd medegedeeld, dat het
aangeprezen beginsel thans de instem
ming had van alle leden, die ter verga
dering van het Hoofdbestuur waren opge
komen, maar dat juist om de fouten van
de afgekeurde fokdieren zoo algemeen
mogelijk bekend te maken het voorschrij
ven der verplichting om uitsluitend van
goedgekeurde hengsten gebruik te maken,
diende ontraden te worden.
Onder dagteekening van 10/16 Mei
daaraanvolgende, antwoordden Gedepu
teerde Staten, dat door hen de invoering
van verplichte heDgslenkeuringen nog
niet noodig werd geacht; waarop door
het Hoofdbestuur in ae najaarsvergade
ring van dat jaar met algemeene stemmen
besloten werd om de uitgedrukte wen
schelijkheid van gedwongen hcngstenkeu
ring handhaven (hl. onder de vroeger
gestelde voorwaarden) en zich andermaal
tot het College van Gedeputeerden te
wenden om op het genomen besluit te
rug te komen, omdat inderdaad op de
tot toen toe gevolgde wijze al te lang
zaam het beoogde doel zou bereikt wor
den en voor eenigszins strengere maatre
gelen dan die, welke tot nu toe van
kracht waren, op zeer geleidelijke wijze
de baan geëffend werd.
Intusschen was door de Ministers van
Binnenlandsche Zaken en van Oorlog on
der dagteekening van 13/16 Augustus
1895 een nieuw Reglement vastgesteld
aangaande de ondersleuning van Rijks
wege van de paardenfokkerij, waarbij dat
van 1891 werd ingetrokken en onder
meer bepaald, dat bijdragen voor het on
derhoud van dekhengsten van ten minste
2y2 jhar, 't zij zij in de provincie te huis
behooren, of aldaar zijn gestationneord,
voor zoover dit laatste uit het buitenland
ingevoerde fokhengsten betreft, die voor
het eerst aan de keuring deelnemen,
niet mogen toegekend worden aan dek
hengsten, waarvan niet, hetzij op de wijze
aangewezen in liet Provinciaal Reglement
op de paardenfokkerij, hetzij uit eene ver
klaring van een veeartsvoor de provincie
door den Minister van Binnenlandsche
Zaken aangewezen, blijkt, dat zij vrij zijn
van erfelijke gebreken.
De samenstelling van een nieuw Regle
ment voor het toekennen der premiën
en bijdragen, het benoemen eener keu
ringscommissie, het beheer over en de
uitbetaling der gelden voor de bijdragen
en premiën bestemd, werd opgedragen
aan eene commissie, voor elke provincie
benoemd of aangewezen door de Gede
puteerde Staten, na daaromtrent de be
sturen van de in de provincie geves
tigde landbouwvereenigingen en paarden
stamboeken gehoord te hebben
Dit Reglement moest door Gedeputeer
de Staten, die daarbij hun advies voeg
den, aan de goedkeuring der liooger ge
noemde Ministers onderworpen worden.
Door Gedeputeerde Staten werd het
Hoofdbestuur der Zeeuwsche Landbouw-
maalscliappij aangewezen als Provinciale
Commissie voor die samenstelling.
Het Dagelijksch Bestuur der Maat
schappij ontwierp een nieuw Reglement
op de ondersteuning der Paardenfokkerij
van Rijkswege en wijzigde tevens het
Reglement van de Commissie ter verbete
ring der paardenfokkerij in Zeeland eq
wel in dezer voege, dat de Rijksgeiden
uitsluitend zouden besteed worden aan
bijdragen voor dekhengsten en aanhou
dingsbijdragen voor hengsten niet ouder
dan 2i/3 jaar; terwijl uit de Provinciale
subsidie en die van de Maatschappij aan
houdingsbijdragen zouden verleend wor
den voor merriën van 3—8 jaar en voor
eenjarige paarden, geboren in Zeeland.
Deze ontwerpen werden bij missive van
30 November 1895 toegezonden aan de
afdeelingen om daarover haar oordeel te
vernemen In ae voorjaarsvergadering
van het Hoofdbestuur, gehouden den
23sten April 1906, werd door den voor
zitter medegedeeld, dat daartegen geen
overwegende bezwaren waren ingekomen,
dat de afdeeling Zeeland van het Neder-
landsch Paardenstamboek daaromtrent
was gehoord en zich daarmede ook kon
vereenigen, waarom het Dagelijksch Be
stuur beide Reglementen had gezonden
aan Gedeputeerde Staten, het eerste ter
doorzending aan bovengenoemde Minis
ters, het tweede om daarop de goedkeu
ring van genoemd College te erlangen
Deze goedkeuring volgde in Juni 1896,
zoodal zan dien dag af beide Reglemen
ten in werking traden.
(Slot volgt
verhoogt den smaak van
den lekkersten schotel.
Men neemt nooit iets
anders, wanneer men een
maal begonnen is om het
te gebruiken.
VARIA.
(Nadruk verboden).
DE TREK DER VOGELS.
Uit de onderzoekingen, door bet zgn.
„ringen" van trekvogels heeft men kun
nen afleiden, dat vele vogels, zij het ook
niet alle, bepaalde wegen volgen, zooals
b.v. de in Zuidelijk Finland, en in d©
kustengebieden van Rusland inheemsche
nevelkraaien, die over Breslau, Weenen.
Boedapest naar Triest, Istrië, de monden
van de Po en Tunis plegen te trekken,
of over Oost- en Noordzee tol aan den
Rijn en dan deze rivier langs tot Bazel
en vandaar naar Genève en Lyon of ten
derde van de Nederlandsche langs de Bel
gische en Fransche kust Zuidwaarts tot
Bordeaux. Uit het bovenstaande blijkt dus
dat de trekvogels de richting Noord-Zuid
L. I. MEADE.
71).
XII.
Stephen's laatste wil en
testament.
Onder de vele vrienden, die een be
langrijke rol in hel leven van wijlen
Stephen Rand hadden gespeeld, behoor
de een man, die bijna vijf jaar jonger
was dan hij. Een man van vijf en zestig
jaar met grijs haar, donkere, nog al
tijd heldere, fevendige oogen, een Ro-
meinsche neus en een aristocratische
houding. In zijn jeugd was Cyril Standish
bijzonder knap geweest. Hij was groot,
■een echt militair en in zijn manieren
op cn top een gentleman. Standish had
zijn vaderland in moeielijke tijden trouw
gediend maar had. nog betrekkelijk jong
hel leger wegens de tegenwoordige wet-
den moeten verlaten; juist toen zijn oor
deel en veelomvattende kennis van de
grootste waarde zouden zijn geweest,
werd er van hem verwacht, dat hij uit
den dienst zou gaan.
Nog in volle kracht van zijn leven,
begroef hij zich in een klein Engelsch
■dorp en leed om zo<? te zeggen aan een
„gebroken hart". Ilij hunkerde met heel
zijn ziel naai- zijn beroep ,hij verlangde
naar het vermoeiende leven in de Punjab
Ilij zou voor Engeland tol aan zijn laal-
sten snik hebben willen vechten. Maar
Engeland wilde niet meer met hem tc
maken hebben. Het beloonde zijn trouwe
diensten met een karig pensioen cn dacht
geen enkel oogcnblik aan zijn gebroken
hart. En ook geen van de oude vrienden
uit zijn jeugd dacht meer aan Cyril Stan
dish. Hij was nooit getrouwd, het leger
was zijn eenige bruid en het Icwam hem
voor alsof men haar uit zijn armen had
gerukt Hij zag er nog jong uit, was nog
vol vuur, een kranig officier toen zijn
land tegen hem zeide: „Uw tijd is voorbij,
ga en sterf waar je het liefste wilt." Hij
droeg zijn hard lot gelaten maar de won
de brandde, schrijnde, vervulde zijn trouw
hart met een troosteloos leeg gevoel In
één jaar tijds leek hij ecu oud man-
Cyril woonde drie maanden i n zijn
huisje te Sarrey, toen zijn schoolkame
raad, Stephen Rand, hem kwam bezoeken
Stephen cn Cyril waren op school groote
vrienden geweest, maar toen zij elkaar
in den avond van hun leven weer ont
moetten, was de vriendschap over ge
gaan in de koele gereserveerdheid van
menschen bij wie het grootste vuur is uit
gedoofd.
Beiden waren uiterst beleefd, maar
het verleden ran den een was. voor
den ander een gesloten boek. Wat wist
Stephen van de Punjab af met zijn ber
gen, zijn verraderlijke stammen en ook
niet steeds streng handhaven en dat veel
eer, zooals vanzelf spreekt, watervogels
rivieren enz zoo lang mogelijk volgen
Juist daarom is het eigenaardig, hoe vol
gens het Duitsche Natuurwetenschappe
lijke "Weekblad een kolonie zgn. lach-
meeuwen in Noord-Bohemen gevonden
werd.
Deze vogels trekken blijkbaar volstrekt
niet Zuidwaarts, maar zoeken hun winter
leger ver in het Noord-Westen van hun
zomersche geboorte- en broedplaatsen.
Ook is uil die nasporingen gebleken,
dat vogels van dezelfde soort, welke van
verschillende plaatsen afkomstig zijn, ge
heel verschillende lochten kunnen onder
nemen en dat tot nu toe de theorieën be
treffende den trek der vogels te zeer
bij de Noord-Zuid-richting waren aan
gepast. Tevens wordt daardoor verklaar
baar hoe de Noordelijke stammen van
een vogelsoort Zuidelijker gelegen winter
kwartieren kunnen hebben dan de Zui
delijker en dat de vogeldrommen zich
niet altijd volgens vaste, tusschen hen ge
lijk blijvende afstanden verplaatsen Dat
de merels voor een groot gedeelte in het
winter&che getijde niet naar het Zuiden
maar eenvoudig naar de dichtst bij zijnde
groote stad vliegen, is een bijzonder be
wijs daarvoor, dat des winters de trek
vogel daar zijn tenten opslaat, waar dit
hem het beste voorkomt
De nieuwe nasporingen op dit gebied
leverden nog op hoe trouw meestal de
zwaluwen hun nest en hun wijfje blijven.
Patrijzen werden twee jaar nadat ze
op de een of andere wijze onderscheid
baar waren gemaakt, nog in dc onmid
dellijke nabijheid buil gemaakt van de
plaats, waar men ze geteekend had
Jonge kraaien blijven maandenlang inde
buurt van hun broedplaats
GEHEUGENKUNST.
Er bestaan verschillende stelsels voor
het versterken van het geheugen Ook
zal men wel eens verbluffende sta
len van geheugenkunst hebben bij
gewoond Zoo zijn er menschen,
die buitengewoon lange cijferreeksen
welke ze maar één maal gelezen hebben,
terstond uit het hoofd kunnen opzeggen.
Over een dergelijke bekwaamheid be
schikt de drie-en-lwintig jarige Noor-
weegscbe studente Paula Bergh Door
vakkundigen is dit geval nauwkeurig on
derzocht en de „Köln. Zlg." brengt daar
van eenige uitkomsten
Het werktuigelijk van buiten leeren
speelt bij haar volstrekt geen rol. Op
school, waar meest mechanisch uit het
hoofd wordt geleerd, werd zij om haar
slecht geheugen berispt Haar wonder
baarlijke gcheugenkunslen verricht ze
volgens haar eigen methode door zich
daadwerkelijk de betrokken voorwerpen
enz. in te prenten En dit doel ze door
het haar gebodene plaatselijk te omlijsten
en het te illustreeren door zich voorge
stelde gezichtsbeelden.
Dan bewerkt ze tusschen die beelden,
welke op bepaalde zaken betrekking heb
ben, en de ruimte, voor elk daarvan uit
gekozen, een vaste gedachtenverbinding,
voegt in de gevallen, waar hel als nood
hulp gekozen zaakbeeld niet met liet
oorspronkelijke begrip overeenstemt, nog
een (visueel) schriftbeeld van het oor
spronkelijke begrip daarbij, steeds nog
in. den nauwsten plaatselijken samenhang
met het illustreerende, voor het eerste
in de plaats gestelde beeld en schikt ten
slotte alles in een logisch verband, zoo
dat de haar tot hel in herinne
ring houden en lot herhalen opge
geven begrippen alle als beslanddeelen
eener vertelling, als onderdeden van
een geschiedenis of, als men wil, van een
roman kunnen worden uitgelegd en be
werkt
Juffrouw Bergh loeft dus hij het in
stampen en herhalen der bewuste begrip-^
pen in een andere wereld, een wereld
van schema s die zij zich zelf heeft op
gebouwd.
Als ze een zomerreis doet, is zij be
zig nieuwe dergelijke schemata op te
doen Daarbij wil zij zich van de zin-
tuigelijlce waarnemingen los maken, om
dat deze bij den opbouw der schemata
slechts storend werken Om dezelfde re
den wil ze ook datgene, wat ze te onthou
den heeft, liefst niet lezen of op andere
wijze door middel van de oogen in zich
opnemen, maar zij wenscht dat dit haar
langs het gehoor wordt bijgebracht. Ze
let dan evenwel niet op de woorden
zelf. maar op hun beteekenis Daarbij
stelt zij zich deze beteekenis door een
„zaakbeeld" voor Haar bewustzijn, wordt
dientengevolge' met een menigte illustra
ties gevuld, welke het door het woord
uitgedrukte voorstellen Daarbuiten, kan
haar geheugen blijkbaar niets tol stand
brengen
Deze illustraties zijn van verschil^
lenden aard Ze omvatten b.v. een door
het verbeeldingsoog gezienen achter
grond of een bepaald voorwerp, als een
zuil, een sleutel, een kast Waar een
kleine verandering in den klank van het
woord een ander gemakkelijk te illus
treeren begrip zou in het teven roepen,
wordt dit als grondslag voor de illus
tratie gekozen.
De woorden, waarin de stof voor de
hersenoefening haar geboden wordt, stelt
zij zich in schriftelijke teekens op het
met hel verbeeldingsoog waargenomen,
hulpbeeld voor. De voorwerpen van dit
beeld zelf zijn in licht en schaduw ge
dompeld Ze bewegen zich zelfs wille
keurig! Ze leiden een zelfstandig-inwen
dig leven, waarbij juffrouw Bergh zelf
builen spel blijft.
Zij loont daarbij bovendien een ver
bazingwekkende onvermoeibaarheid. Na
gedurende vier tot vijf uur op die wijze
gearbeid te hebben, heeft zij er niets
legen, de proeven voort te zetten. Zij
bezit dan ook bij uitstek het vermogen,
haar aandacht uitsluitend tot die taak te
bepalen Voor stoornissen daaromtrent is
ze maar in uiterst geringe mate ont
vankelijk Bij het verhalen van de haar
opgegeven woorden beschikt ze over een
uitgesproken zekerheidsgevoel.
De gedachtenverbinding met betrek
king tot de plaats speelt daarbij een
hoofdrol Als de herinnering aan de door
haar gekozen plaats, dienst weigert, ge
raakt eveneeus de heugenis van het daar
in gedachte voorwerp aan het wankelen.
zijn helden? En, aan den anderen kant,
wat wist Cyril van Melchester Hall, van
Stephen's groot fortuin, van het eenzame
hart van den kinderloozen man, die geen
zoon had op wien hij deu ouden naajui
kon overdragen en die met zijn meest j
geliefden broeder iiad getwist?
Ja, zij waren blij, dat zij elkaar zagen,
beiden vertrouwden elkaar volkomen, liet
deed hun goed in elkaar's oogen tc kijf-
ken, en toch, was het goed, dat zij elkaar
weer zagen?
Cyril bedacht wanneer Stephen weg
zou gaan.
Stephen scheen zijn gedachten even
duidelijk te raden afsof zij gesproken
waren
Ik zal je ni,et lang lastig vallen,
Cyril, zei hij Ik ben hier nu niet alleen
gekomen om een oude vriendschap te
hernieuwen, maar ook om je een dienst
te vragen.
Je kunt over mij beschikken, zei
Cyril, terwijl zijn oogen begonnen te
schitteren.
Dal dacht ik wel; er is toch nog
leven in den ouden baas.
Volop leven, Ven minste dat was er.
Ik ben nog vijf jaar ouder dan jij,
zei Rand.
Je ziet er naar uit, Rand.
Dat doet er niet toe; mijn dagen
zijn geteld. Ik heb dat reeds lang ge
voeld en ben paar Indié gegaan om zeker
heid te hebben.
Goede God; naar Indië?
Ja; er is een specialist fn Calcutta,
die de beste dokter in de wereld is voor
de kwaal waaraan ik lijd. Hij gaf mij
mijn congé, heel beleefd, maar zonder
genade. Ik kan het nog een jaar uithou
den, op zijn langst. Ik zal niet lijden
Het is het soort waaraan geen pijn of
lijden verbonden schijnt. God zij dank
Ik hoop dus, ter wille vun de jeugd,
dat ik tol het laatst dc vrooiijke slcin-'
ming in mijn huis niet zal bederven..
Je moogl tegen geen sterveling hier iets
van zeggen. En nu regel ik mijn zaken. Je
herinnert je mijn liefslen broeder Henry?
Wij hadden twist tamen en onze. twist was
van dien aard dat wij onmogelijk weer.
dezelfden voor elkaar konden worden
Wij zijn nu in den hemel verzoend, cn
voor zijn dood verzoenden wij ons zoo
goed dat hier op aarde gaat, Cynl.mijn
broeder trouwde liet meisje dat ik lief
had ik kon dat niet vergeten. Zij had
één kind, een dochter haar naam is
Margaret. Ik hob Margaret Rand tot mijne
erfgename gemaakt; zij erft alles, elke
penning van mijn rijkdom, op voorwaar
de, dat zij trouwt met mijn neef, John
Rand, den eenigen zoon van mijn jongslen
broeder. Mijn zaakwaarnemers hebben al
le bijzonderheden. Ik weet niets van het
meisje af, zij lean het waard of niet waard
zijn. Ik lieb een portret van haai- een
leelijk kind, zij heeft daarop niets van haar
mooie moeder, maar meer van Henry.
Cyril zat zijn ouden vriend zwijgend
aan te staren. Stephen slak de hand nu in
zijn zak en haalde een rol papier te voor
schijn.
De zon koint morgen op te 3.47 uur
en gaat onder te 8.07 uur.
De m a a n komt morgen op 9.58 vm.
en goat onder te 12 28 v.m.
Eerste kwartier Meandag 2.22 om.
Auto- en fietsrijders hebben de volgende
week hun lantaarns aan te steken te
8.37 uur.
Wagenbestuurders te 9.07.
len Pinksterdag zullen de volgende apo
theken geopend zijn
te Middelburg J. W. v. d. Garde;
t« Vlis8ingen S. J. Engering:
te Goes L. la Porte.
2en Pinksterdag zullen geopend zijn
te Middelburg M J. van Pienbroek;
te VlissiDgen alle apotheken tot 1 uur,
dsarna alleen A. J. van Ockenburg Jr.;
te Goes G. van der Hoek.
Tegen het
Dr. Hommel's Haematogen.
WAARSCHUWING
Men vruge nitdrnkkeljjfc
den naam Mr Hommel
Ik geef je dit ter bewaring, zei hij.
Het bevat aanwijzingen voor het geval
het mocht blijken, dat Margaret Rand
dc erfenis niet waard is. Je behoeft liet
niet tc lezen, maar ik zal je den inhoud
er van meededen. In deze rol is mijn
laatste wil en testament geborgen. Het
is drie maanden later geschreven, dau
het testament waarin aan Margaret Rand
alles is vermaakt Hierin wordt Mar
garet Rand geheel onterfd eu valt alles
aan mijn neef John ten deel Niemand
weet van liet beslaan van dit testament
af behalve nu jij en de Schotsche zaak
waarnemers, die het opgemaakt hebben.
Ik heb hun lippen verzegeld, wal hen,
zal verhinderen van het testament te rep
pen vóórdat het rechte oogenblik daartoe
aangebroken is. Zoolang als zij dit onbe
kende testament onder hun berusting heb
ben, ontvangen zij jaarlijks honderd pond
uit mijn bezittingen. Maar wordt dit testa
ment van kracht dan verliezen zij hun
klein jaargeld. En nu is mijn opdracht
aan jou; sla van uit de verte het doen
en laten van John Rand en zijn nicht
Margaret gade. Let op of zij samen trou
wen, of zij gelukkig zijn eu als alles;
best van stapel loopt en niets te wen-
schen overlaat, laat ze dan aan hun lot
over. Mocht het niet goed gaan, toon hun
dan liet testament. En als je voeit, dat je
eigen eind nabij is, draal dan niet; laat
John dan bij je komen, en geef hem het
testament. Zog hem dan dat hij die laat
ste wil kan opvolgen of niet, al naar hij
zelf wil. (Wordt vervolgd.)