TWEEDE BLAD Ingezonden Medefleelingen P. SLUIS. FEUILLETON, De Ziel van Margaret Rand. Ingezonden Mededeelingen. VARIA. BINNENLAND. 1 3 Zaterdag 16 Blei 1914, no. 115. SVOGEL-EN PLUIMVEEVOEDER]^ ^£andbouu)kronieA VAN ONZEN VASTEN MEDEWEKKER. DE GESCHIEDENIS DER PAARDEN FOKKERIJ IN ZEELAND. V. In het vroeger door ons besproken reglement was bepaald, dat in ieder di strict ieder jaar slechts ééne keuring zou gehouden worden (art. 12) en te vens, dat de maat der paarden zou af wisselen voor volwassen hengsten van 1.60 tot 1.75 en voor merries van 1.50 tot 1.65 M. Al spoedig kwam het aan het licht, dat door de eerste bepaling een groot ge deelte van de paardenfokkers in het eer ste district (Schouwen, Duiveland, St.- Philipsland en Tholen} en ook in het tweede district (Zuid- en Noordbeveland en Walcheren) te ver verwijderd woon den van het centrum van het district om aan eene daar te houden keuring met hunne paarden te kunnen deelnemen, waarom de Commissie ter bevordering en aanmoediging van de paardenfokkerij in Zeeland bij het Hoofdbestuur der Maatschappij een voorstel indiende om op de eilanden Noordbeveland, Walche ren en Tholen eene buitengewone keu ring te doen plaats hebben, waarvoor door ieder der daar bestaande afdeelin- gen der Maatschappij eene vaste jaar- lijksclie, bijdrage zou betaald worden van f 50. Verder deed genoemde Commissie nog het voorstel om de minimum-maat der dekhengsten met 2 cM te verlagen en die der merriëu met 4 cM te verhoogen. Het verhoogen van de minimum-maat der merries was naar de meening dei- Commissie beslist noodig, wilde men de paarden niet gaandeweg zien ldeiner worden niettegenstaande er steeds waag is' naar een groot zwaar paard'. Beide voorstellen kwamen in behande ling in de hoofdbestuurs-vergaderingvan 6 November 1890 en vonden daar, wat de hoofdzaak betreft, algemeene instem ming. Intusschen vond men het voor de afdeelingen der Maatschappij te bezwa rend om voor de drie aangevraagde keu ringen ieder jaar f 50 te moeten bijdra gen, waarom op voorstel van den heer J. M. Kakebeeke besloten werd aan de Provinciale Staten het verzoek te rich ten de thans verleende subsidie met f 150 te verhoogen en bij toestemmend ant woord op de genoemde eilanden eene keuringsplaats aan te wijzen. In dezelfde vergadering werd de heer Mazure iop zijn verzoek op de meest eervolle wijze ontslagen als lid van de Keurings-commissie, welk ontslag door hem was aangevraagd, omdat de slaat zijner gezondheid gepaard aan zijn leef tijd hem niet toelieten verder deel te nemen aan de vermoeiende reizen door Zeeland in de gure Februarimaand. Tot zijn opvolger werd benoemd de heer H. J. Kegelaar te Hontenisse. Van de 18 stemmen, welke op die vergadering wer den uitgebracht, verwierf hij er 12, terwijl de heer G. A Blindenbach er 6 en de heer J. Z. Risch er 2 op zich ver- eenigden. Do lieer Kegelaar nam deze betrek king aan, terwijl de Keurings-commissie, die in den lieer Mazure haven voorzitter verloren had, in hare vergadering, gc- houden den 6-den Februari 1890, den heer M. Lucieer tot diens opvolger' be noemde. Intusschen hadden zich van verschillen de zijden stemmen doen lioorcn, dat van de premiekeuringen, die thans in voege waren, weinig nut Je verwachten was, indien er geene maatregelen werden ge nomen om betere mannelijke fokdieren lo bekomen dan toenmaals in de mees te deelen van Zeeland gevonden werden. Eenigen gingen zelfs zoo ver, dat zij alleen goedgekeurde hengsten voor den dekdienst zouden willen toelaten en de Keurings-commissie, die zich bij de laat- sten aansloot, deed een vooastel in dien geest. Het Dagelijksch Bestuur der Maat schappij, aan welke intusschen door de Ministers van Oorlog en van Waterstaat een subsidie was toegezegd voor de be vordering der paardenfokkerij, bracht dit voorstel ter sprake bij de afdeelingen, welker afgevaardigden daaromtrent in de zomervergadering van 18 Juni 1890 verslag uitbrachten, waaruit bleek, daf zich in de afdeelingen Schouwen, Noordbeveland en Tholen eene meerder heid had uitgesproken voor de verplichte hengslenlceuring; dat in de afdeeling Oostburg deze verplichting geen bijval vond; dat de afdeelingen Walcheren, Heinlcenszand en Kruiningen zich voor het opleggen der verplichting verklaar den, mits de afgekeurde hengsten moch ten blijven dekken en de uitslag der keuringen, en daarin wel in 't hijzonder de gebreken der afgekeurde hengsten, openbaar werd -gemaakt, terwijl de af gevaardigde van de afdeeling Hulst, waar men zich over deze zaak nog niet had uilgesproken, als zijne meening uitsprak, dat men zich in die afdeeling wel zou kunnen aansluiten bij Walcheren, Hein- kenszand en Kruiningen De he<y B. G. van der Have had wei nig verwachting van eene verplichte hengstenkeuring, wanneer daarna nog van afgekeurde hengsten gebruik ge maakt mocht worden, intusschen, meen de hij, was zoodanige maatregel te be proeven; uit de resultaten daarvan zou men dan na enkele jaren kunnen beoor- deelen of eene verplichte keuring van dekhengsten met uitsluiting van afge keurde hengsten voor den dekdienst al of niet-noodzakelijk ^was: Daarop deed hij een voorstel in dien geest. Dit voorstel werd aangehouden tpt de volgende vergadering van het Hoofd bestuur en daar met eene groote meer derheid aangenomen, terwijl de tijd van proefneming bepaald werd tot einde 1894. De subsidie voor de paardenfokkerij door de hooger genoemde ministers toe gezegd bedroeg f 3500. Eene der voor- voorwaarden aan het verleenen dier toelage bestond daarin, dat het Regle ment op de besteding dier gelden door genoemde ministers zou worden goed gekeurd; daarom had hel Hoofdbestuur in overleg met de bestaande Keurings commissie zoodanig reglement saamge- steld en dat aan het oordeel der afdee lingen onderworpen, waarna het tegelijk met eenige wijzigingen in het tot nog toe bestaande keurings-reglement door het Hoofdbestuur werd vastgesteld om ter goedkeuring aan het oordeel van be doelde ministers te worden aangeboden. De veranderingen in het bestaande „Reglement ter bevordering en ter aan moediging van de verbetering der paar denfokkerij", waarvan wij reeds enkele vermeld hebben, kwamen hoofdzakelijk neer daarop, dal in het vervolg het aan tal der te houden keuringen en herkeu ringen, benevens de plaatsen, waar zulks zou geschieden, telkens bepaald zouden worden door liet Hoofdbestuur (Nadruk verboden). Roman van L. I. ME A DE, 62). Margaret verschool van kleur. Ik wilde nog met u spreken, zei zij Dare boog zich naar haar toe. Hij had niet hoffelijker en vriendelijker kunnen zijn. U weet, dat er tusschen u en mij een geheim bestaat? Helaas! zei Dare. Ik had gehoopt dat u met de komst van het ldnd dat geheim zoudl ophelderen. Integendeel, zei Margaret. Juist het bestaan van ons kind maakt het voor mij meer dan ooit noodzakelijk om mijn ge heim tot aan mijn dood te bewaren Dare zweeg. Mijnheer Dare, u moogt mij niet los laten Ik heb het recht niet om mij in uw geheime gevoelens le dringen. Geloof me, ik zou het u zeggen, als ik kon; geloof ook, dat als er ooit Gen lijd komt, dat de last, dien ik tors mij te Zwaai' wordt, ik om u en u alleen zal zenden. U zal ik het eerst in mijn ver trouwen nemen, u zal de eerste zijn, die zal hooren van den last die op mijn zieL drukt. U doet mij ernstig vreezen, mevr. Rand, dat het een last van zonde is. Margaret bedekte haar gelaat. Dat is liet, zei zij eindelijk En u wilt uw onschuldig kind naar de plaats brengen waar u in God's hei lige kerk door de plechtige ceremonie, van den doop zijt opgenomen u wil uw kind juist daar heen brengen, om een naam te ontvangen, waaraan bedrog is verbonden? Ik heb geen keuze, ik moet hel doen. Ik ben gejaagd, voel mij ongeluk- j kig, u moet mij niet zenuwachtig maken. Ik ik voed mijn kind zelf indien I ik gejaagd en onrustig wordt dan lijdt het kind er onder. U moet vriendelijk voor mij zijn, vooral nu. Houd, bid ik u, voor uw vrouw den doop van mijn kind ge heim. Uw koster was er bij, toen ik doopt werd druk hem op 't hart dat hij daarover zwijgt, er geen woord over rept. U weet niet welk een angst ik heb moeten doorslaan, om mijn kind juist naar uw kerk le brengen. Als u'mij niet helpt, is alles verloren. God helpe mij! zei de predikant. Ja, ik zal doen wat u wenschl. Wie zul len er bij den doop tegenwoordig zijn? Mijn man, zijn nicht, juffrouw Char lotte Mansfield, mijnheer Earlton een vriend van mijn man; ik geloof dat ze dat allen zijn. Dus de eenigen, die uw doop bij in overleg met de Keurings-commissie; dat op elke keuring minstens drie ba rer leden, onder welken één veearts, moesten tegenwoordig zijn; dat eigenaars van dekhengsten van 3 jaar en ouder buiten de Provincie woonachtig voortaan daarme de aan de premiekeuringen konden deel nemen en wanneer hun daarvoor een prijs werd toegekend, zij dezen zouden bekomen mits de geprimeerde hengst gedurende de twee volgende jaren de provincie werd gestationneerd en telkens na oproeping in het district, waar hij gestationneerd was, opnieuw aan de keuring werd onderworpen; dat de hoogte van de schoft bij volwassen dekhengsten de grenzen van 1.58 tot 1.75 M en bij volwassen merriën die van 1.54 tot 1.65 M. niet zou te buitengaan; dat een zelfde paard achtereenvol gende jaren kon bekroond worden; en dat fok-merriën in 't vervolg niet jon ger mochten zijn dan 1 en niet ouder dan 8 jaar om voor aanhoudingsbijdra- gen in aanmerking te komen. Dit gewijzigd Reglement werd den 17- den Juni 1891 in eene vergadering van het Hoofdbestuur met één stem tegen die van den heer Snijders aangenomen en bij schrijven van Gedeputeerde Staten van Zeeland van 2 Februari 1892 goed gekeurd. Het trad met het „Reglement op het toekennen van Bijdragen en Premiên uit de subsidie door den Staat beschikbaar gesteld ter verbetering der paardenras sen in de Provincie Zeeland" bij de Fe- bruarikeuring 1892 in werking. (Wordt vervolgd.) Waterzucht. De nieren filtreeren de afgewerkte stof fen en het overtollige water uit het bloed* Wanneer zij door verzwakking of ziekte hiertoe niet in staat zijn, blijft het water in bet lichaam achter, hetgeen ook dikwijls merkbaar is' aan de geringere hoeveelheid urine, die geloosd wordt. Dit heeft tevens ten gevolge. dat de afscheiding van andere schadelijke stoffen wordt tegengegaan en deze schadelijke stoffen oefenen een dus. danigen invloed uit op de wanden der bloed vaten, dat deze het water doorlaten. Het zal zich dan bij voorkeur daar verzamelen, het den minsten tegenstand ondervindt, dus in de holle plaatsen onder de huid, als onder de oogleden, in de polsen, enkels, "Vöötenr emr, waar zwellingen gevormd wor den. Als men met den vinger op deze zwel lingen drukt, blijft dien indruk eenigen tijd zichtbaar en de zwellingen voelen week en papperig aan. Bovenstaand verschijnsel is niet zelden een der eerste verschijnselen van een nier- aandoeniDg. Bij veronachtzaming erran kan bet water zich verder ophoopen in de beenen, de huikholte, de borstholte en het hart bereiken met noodlottige gevolgen. Behandelt dus uw nieren bijtijds, zoodat de waterzucht zich niet kan uitbreiden, maar in haar oorsprong aangetast wordt. Foster's Rugpijn Nieren Pillen hergeven an de nieren haar gezondheid en stellen baar in staat om het overtollige water vol komen af te voeren. Te Middelburg verkrijgb. bij den heer Joh. de Roos, Vlasmarkt K 157. Toezen ding geschiedt franco na ontv. v. postwissel f 1.75 voor éón, of t 10.voor zes doozen. rv=«v-»j\ Eischt de echte Foster's vXfP&vjèL Rugpijn Nieren Pillen, ..'wi'Kj weigert elke doos, die niet voorzien is van ne- venstaand handelsmerk. IIOE DE SCHOOLOPZIENER IN 1815 DOOR DE KINDEREN GE GROET WERD, ENZ. Men schrijft ons-. In het algemeen overzicht van den Staat van het Lager schoolwezen in het eerste district der provincie Groningen gedurende het jaar 1815 deelt de school opziener Z. van Swindcren tevens hoog- lecraar te Groningen) het volgende daar omtrent mede „Om het ongeregeld groe ten der kinderen, hij mijne Intrede in de school, voor te komen, heeft men eenen welkomstgroet Ingevoerd, welke dan door de kinderen op eene aangename melodie gezongen wordt, waarbij zij tevens tege lijk buigen. Insgelijks wordt bij mijn verlaten der school een afscheidingsgroet, op dezelfde manier, door de kinderen gezongen. Deze versjes zijn van den volgenden inhoud Bij het inkomen. Dag, lieve Schoolopziener! gij Bezoekt ons weêr, wij zijn 0iu blij, Gij houdt niet op te zorgen, (bis) Wees welkom dan, o brave man! Elk onzer zal. zooveel hij kan. Uw zorgen dankend loonen.(bis) Bij het uitgaan. Wij danken u voor 't onderricht, Dat gij ons geeft van onzen plicht, Wij zullen vlijtig leeren. (bis) Bezoek ons toch eens spoedig weer, Wij zien zoo graag u keer top keer, Dag, lieve Schoolopziener, (bis) Hel is niet mijn bedoeling in een uit voerige critiek te treden over deze wijze ran groeten. Dat de twee laatste regels nooit aanleiding gaven tot huichelarij, meen ik le moeten betwijfelen, Het on derricht van der kinderen plicht bestond immers wel eens in de bestraffing hunner ondeugden. De lieer v Swinderen schreef toch in 1814 aan de schoolonderwijzers van zijn district „Zegt mij van te voren, of geeft mij in de 'school komende schrif telijk op, welke ondeugden ik bestraffen moet." Zeker is er dan ook reden om te gelooven, dat de schoolopziener meer ontzag dan liefde inboezemde Hoe ont zagwekkend de heer van Swinderen voor Israëlitische kinderen in Groningen was, bleek onomstootelijk uit een schrijven van hun onderwijzer David Gerson Sna- tich Toen deze pas hoofd was, schreef hij van de kinderen „Woester hoop heeft U W.Ed. II. G. waarschijnlijk nog nooit gezien". En hoe temde hij' de bende? Toen er een weinig stilte was, zeide hij alleen- „Kinderen! ik dacht, dat gij reeds allen wist, dat men op school stil be hoorde te zijn en echter maakt gij hier zulk een verschrikkelijk geraas; ik zal nu maar naar professor van Swinderen gaan, en hem zeggen, hoe ik het hier gevonden heb, en dat ik op deze wijze niet met u leeren kan." Hij schreef voorts: „Dit deed een heer lijke uitwerking; U. W E H. G naam trof hen allen zoodanig, dat zij van schaamte de oogen neersloegen." Ik geloof vast, dat menig ouderwijzer nog graag deze heerlijke uitwerking zou zien bij het noemen van den naam des schoolopzieners. Met stastok moet hij ver zuchten-,, Kom daar nu reis om!" Ligt dit aan de schoolopzieners of aan de jeugd? Wie het weet, mag het zeggen. TEGEN DE TUBERCULOSE. In 1891 meende men een middel tegen de tuberculose gevonden te hebben. Tu- berculine werd dit genoemd Doch spoe dig kwam de ontnuchtering. Daarna wer den nog tal van middelen als afdoende tegen die verwoestende ziekte aanbevo len, maai' ernstige geneesheeren verhiel den zich toch afwachtend daartegenover. Er komt nauwelijks eene ziekte voor, die door de eindelooze verscheidenheid van haar verloop en de wisseling van haar klinische verschijningsvormen het oordeel over de doeltreffendheid en de onvoorwaardelijke uitwerking der daar tegen aangewende middelen zoo ontzag lijk bemoeilijkt als de tuberculose. Dui zend maal, aldus ontleenen we aan een beschouwing in de „Köln. Zlg." vindt woonden waren mijn vrouw en de koster van de kerk? Ja. Dare stond op. Neen, ik dank. voor thee, zei hij, toen een knecht met een zilveren blad binnenkwam. Hij wachtte todat de man de kamer weer uit was. "Wees gerust, zei hij, haar hand ne mend. Er zal niets bij de doopplechlig1- heid gebeuren, wat u onrust kan geven. Als mijn vrouw er is, zal zij geen woord zeggen, dat kan ik u verzekeren en ook de koster zal zwijgen. Zult u zich op deze verzekering verlaten? Dat zal ik. Wilt u nog iets anders doen? De zachte, donkere oogen werden smce- kend opgeslagen. Wilt u God den Almachtige vragen uw hart te verzachten opdat u mogel voelen, dat er geen weg voor u is dan die van berouw, geen deur voor u naar vrede en rust dan de deur die wijd open staat voor alle zondaren? Wacht niet langer lieve mevrouw Rand, maar zend spoedig om mij, verlicht uw hart. Maar of u om mij zendt of niet, weet, dat ik dag en nacht voor u bid, dat uw oogen mogen geopend worden, dat u het kwaad moge zien en tot het goede lerugkeeren: Wat baat het een mensch of hij de hcele wereld wint en schade lijdjL aan zijn ziel? Vaarwel, lieve mevrouw. God zegene u! De predikant vertrok. IX. De Spion Het was bepaald, dat de zoon van John en Margaret Rand de volgende week Donderdag zou gedoopt worden en dat Margaret en haar man met het grootste gedeelte van de Londensche huishouding den Maandag daarop naar Mel Chester Hall zouden gaan. Dat zou dan de vijftiende December zijn De verwachte gasten zou den den avond voor Kerstmis arriveeren en de geheele week daarop zou met al lerlei soort kerstfcestelijkheden doorge bracht worden. Rijk en arm zouden be ieder geneeskundig onderzoeker ook te genwoordig nog de oude ervaring be vestigd, dat de tering evenals de chirur gische tuberculose bij de onderschei dene zieken in onregelmatige zwenkin gen zonder nawijsbare oorzaak verbete ringen en verslechteringen vertoont en dat zelfs nog gevallen van genezing voorkomen, waar men ze theoretisch niet meer zou hebben verwacht In verband mei een door hem uitge vonden middel tegen de tuberculose heb ben we eenige malen den naam van den Duitschen arts dr. Friedmami tc New- Yorlc moeten noemen en tevens het wan- tnojuwen vermeld, dal in deskundige) kringen jegens hem werd gekoesterd. Over den aard en de wijze waarop hij dit geneesmiddel samenstelt, heeft Friedmann maar zeer gebrekkige gege vens openbaar gemaakt. Hij beweerde zelf, dat de bacillen van zijn middel voor warmbloedige schepsels volstrekt onschadelijk zijn Met betrek king tol andere zijn ze n 1 vergiftig. Uit een dienaangaande te Berlijn ingesteld bacteriologisch onderzoek is evenwel ge bleken, dat die bacillen niet zoo onschul dig zijn Ze deden al bij daarmee ingeente dolfijnen en konijnen tuberculeuze aan doeningen ontstaan Maar toen boven dien een hoogleeraar te Heidelberg bij een aantal zieken het zgn. onschuldig middel in het bloed bracht, stierf een der behandelden onder verschijnselen van de boosaardigste vergiftiging Vele andere patiënten werden ter stond na het ontvangen van het middel ziek aan een hevige koorts en andere ernstige lichamelijke sloornissen Een van hen kon slechts met de grootste moeite in het leven gehouden worden. Een; daarop onmiddellijk ingesteld bacteriolo gisch onderzoek naar de nog van de zelfde zending voorhanden, in glaasjes geborgen hoeveelheden van het prepa raat leverde op dal slechts twee daar van bacillen in zgn rein-cultuur bevat ten In de overige elf vond men bacte riën van verschillende soort en daaron der ook zeer gevaarlijke Men bemerkt daaruit, hoe gevaarlijk het is, middelen, die rechtstreeks in het bloed moeten worden gebracht, zooals in den laatslen tijd in steeds grootep hoeveelheid op de markt komen, een voudig in goed vertrouwen op den goe den naam der fabrieken zonder toe zicht van overheidswege voor liet vrije verkeer open te stellen terwijl daaren tegen het diphtheria-serum in Duitsch- land ambtelijk zeer zorgvuldig wal zijn doeltreffendheid aangaat wordt getoetst. Maar enkele deskundigen spreken zich op grond hunner onderzoekingen eeni- germate gunstig met betrekking tot Fried- mann's middel uit, maar ook deze wijzen op de ernstige nevenverschijnselen, weike dikwijls onmiddellijk op de inspuiting vol gen, gewoonlijk echter eerst na verschei den dagen optreden, en achten een ver der zorgvuldig onderzoek noodig, voordat het middel in de algemeene praktijk kan worden aangewend Andere onderzoekers koesteren heel wat meer wantrouwen. Zij stellen vast, dat bij beender-tuherculose de Röntgen- beelden zelfs na drie maanden nog geen verbetering aan 't licht hebben gebracht en dat het tuberculeuze lichaam nog vol strekt niet nawijsbaar door dit middel ■an hel daarin aanwezig vergif is bevrijd. Ten slotte laakt men scherp de opdrin gerige reclame, die voor Friedmann's middel is gemaakt Het is dus nog allesbehalve uitgemaakt, of den artsen daarmee een bruikbaar wa pen legen de tuberculose iu handen gege ven is. OUDERDOMSRENTE AAN BEHOEF- TIGEN. Het was le verwachten na de artikelen in de pers van rechts over minister Treub en na de redevoeringen van sommige sprekers van die zijde. Maar het blijft toch niet minder de speciale aandacht stance haar jongen ten verderve had gebracht. Meer dan een jonge vrouw had al haar ellende aan die noodlottige be koorlijkheden te danken, welke haar man van haar hadden vervreemd. Want lady Constance wist een man tot zich te trekken, totdat hij in aanbidding aan naar voeten lag. Bijna geen enkele man Icon aan die oogen, aan die stem weerstand bieden. Kortom, zij was een sirene, het levensschip van haar slacht offers strandde op de rotsen. De groote balzaal was honderd vijftig voet lang bij zeventig voet breed. De dacht worden en het groote bal zou den muren waren van den zolder lot den laatsten dag van 't jaar in de oude bal- 1 vloer met spiegels behangen. De vloer zaal plaats hebben Een zekere lady Con-was ingelegd en zoo glad als een ijs- stance Rand had die zaal laten bouwen, baan. Hier regeerde lady Constance een ijdele vrouw, die hooge geboorte, i en hier kwam het graafschap bijeen grooten rijkdom, opvallende schoonheid, om zich te amuseeren. Hier trachtten een hartstochtelijke behoefte aan bewon- j haar ijverzuchtige bewonderaars elkaar dering en een slecht karakter in de fa- ae loef af te steken. Ze had haar als milie had gebracht. gesponnen goud, lang, dik, krullend, Er gingen vreemde verhalen omtrent I een volmaakt ovaal gezicht, een teint lady Constance. p zoo blank en r ozerood, dat geen Haar afstammelingen schuwden het 1 blanketsel de schoonheid daarvan had ham- naam le noemen. Allen waren van kunnen verhoogen. Oogen groot en meening, dat zij ondanks haar groote he- blauw als een cherubijn, een mond als koorlijkheden door den booze was beze- Cupido's boog met parelwitte tanden, ten geweest. Haar dorst naar bewonde- fijne- donkere wenkbrauwen en lange, ring bracht haar op het pad van donkere wimpers, een figuur sierlijk als zonde en slechtheid. Menig goed en tot een zwaan dusver onschuldig man had den dag ver- i vloekt, waarop hij haar voor net eerst(Wordt vervolgd.) had ontmoet. Meer dan een moeder was j van verdriet gestorven omdat lady Con- 1

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1914 | | pagina 5