TWEEDE BLAD
Ingezonden Medefleelingen
P. SLUIS.
FEUILLETON,
De Ziel van Margaret Rand.
Ingezonden Mededeelingen.
VARIA.
BINNENLAND.
1 3
Zaterdag 16 Blei 1914, no. 115.
SVOGEL-EN PLUIMVEEVOEDER]^
^£andbouu)kronieA
VAN ONZEN VASTEN MEDEWEKKER.
DE GESCHIEDENIS DER PAARDEN
FOKKERIJ IN ZEELAND.
V.
In het vroeger door ons besproken
reglement was bepaald, dat in ieder di
strict ieder jaar slechts ééne keuring
zou gehouden worden (art. 12) en te
vens, dat de maat der paarden zou af
wisselen voor volwassen hengsten van
1.60 tot 1.75 en voor merries van 1.50
tot 1.65 M.
Al spoedig kwam het aan het licht,
dat door de eerste bepaling een groot ge
deelte van de paardenfokkers in het eer
ste district (Schouwen, Duiveland, St.-
Philipsland en Tholen} en ook in het
tweede district (Zuid- en Noordbeveland
en Walcheren) te ver verwijderd woon
den van het centrum van het district om
aan eene daar te houden keuring met
hunne paarden te kunnen deelnemen,
waarom de Commissie ter bevordering
en aanmoediging van de paardenfokkerij
in Zeeland bij het Hoofdbestuur der
Maatschappij een voorstel indiende om
op de eilanden Noordbeveland, Walche
ren en Tholen eene buitengewone keu
ring te doen plaats hebben, waarvoor
door ieder der daar bestaande afdeelin-
gen der Maatschappij eene vaste jaar-
lijksclie, bijdrage zou betaald worden
van f 50.
Verder deed genoemde Commissie nog
het voorstel om de minimum-maat der
dekhengsten met 2 cM te verlagen en
die der merriëu met 4 cM te verhoogen.
Het verhoogen van de minimum-maat
der merries was naar de meening dei-
Commissie beslist noodig, wilde men de
paarden niet gaandeweg zien ldeiner
worden niettegenstaande er steeds waag
is' naar een groot zwaar paard'.
Beide voorstellen kwamen in behande
ling in de hoofdbestuurs-vergaderingvan
6 November 1890 en vonden daar, wat de
hoofdzaak betreft, algemeene instem
ming. Intusschen vond men het voor de
afdeelingen der Maatschappij te bezwa
rend om voor de drie aangevraagde keu
ringen ieder jaar f 50 te moeten bijdra
gen, waarom op voorstel van den heer
J. M. Kakebeeke besloten werd aan de
Provinciale Staten het verzoek te rich
ten de thans verleende subsidie met f 150
te verhoogen en bij toestemmend ant
woord op de genoemde eilanden eene
keuringsplaats aan te wijzen.
In dezelfde vergadering werd de heer
Mazure iop zijn verzoek op de meest
eervolle wijze ontslagen als lid van de
Keurings-commissie, welk ontslag door
hem was aangevraagd, omdat de slaat
zijner gezondheid gepaard aan zijn leef
tijd hem niet toelieten verder deel te
nemen aan de vermoeiende reizen door
Zeeland in de gure Februarimaand. Tot
zijn opvolger werd benoemd de heer H.
J. Kegelaar te Hontenisse. Van de 18
stemmen, welke op die vergadering wer
den uitgebracht, verwierf hij er 12, terwijl
de heer G. A Blindenbach er 6 en de
heer J. Z. Risch er 2 op zich ver-
eenigden.
Do lieer Kegelaar nam deze betrek
king aan, terwijl de Keurings-commissie,
die in den lieer Mazure haven voorzitter
verloren had, in hare vergadering, gc-
houden den 6-den Februari 1890, den
heer M. Lucieer tot diens opvolger' be
noemde.
Intusschen hadden zich van verschillen
de zijden stemmen doen lioorcn, dat van
de premiekeuringen, die thans in voege
waren, weinig nut Je verwachten was,
indien er geene maatregelen werden ge
nomen om betere mannelijke fokdieren
lo bekomen dan toenmaals in de mees
te deelen van Zeeland gevonden werden.
Eenigen gingen zelfs zoo ver, dat zij
alleen goedgekeurde hengsten voor den
dekdienst zouden willen toelaten en de
Keurings-commissie, die zich bij de laat-
sten aansloot, deed een vooastel in dien
geest.
Het Dagelijksch Bestuur der Maat
schappij, aan welke intusschen door de
Ministers van Oorlog en van Waterstaat
een subsidie was toegezegd voor de be
vordering der paardenfokkerij, bracht dit
voorstel ter sprake bij de afdeelingen,
welker afgevaardigden daaromtrent in
de zomervergadering van 18 Juni 1890
verslag uitbrachten, waaruit bleek, daf
zich in de afdeelingen Schouwen,
Noordbeveland en Tholen eene meerder
heid had uitgesproken voor de verplichte
hengslenlceuring; dat in de afdeeling
Oostburg deze verplichting geen bijval
vond; dat de afdeelingen Walcheren,
Heinlcenszand en Kruiningen zich voor
het opleggen der verplichting verklaar
den, mits de afgekeurde hengsten moch
ten blijven dekken en de uitslag der
keuringen, en daarin wel in 't hijzonder
de gebreken der afgekeurde hengsten,
openbaar werd -gemaakt, terwijl de af
gevaardigde van de afdeeling Hulst, waar
men zich over deze zaak nog niet had
uilgesproken, als zijne meening uitsprak,
dat men zich in die afdeeling wel zou
kunnen aansluiten bij Walcheren, Hein-
kenszand en Kruiningen
De he<y B. G. van der Have had wei
nig verwachting van eene verplichte
hengstenkeuring, wanneer daarna nog
van afgekeurde hengsten gebruik ge
maakt mocht worden, intusschen, meen
de hij, was zoodanige maatregel te be
proeven; uit de resultaten daarvan zou
men dan na enkele jaren kunnen beoor-
deelen of eene verplichte keuring van
dekhengsten met uitsluiting van afge
keurde hengsten voor den dekdienst al
of niet-noodzakelijk ^was: Daarop deed
hij een voorstel in dien geest.
Dit voorstel werd aangehouden tpt
de volgende vergadering van het Hoofd
bestuur en daar met eene groote meer
derheid aangenomen, terwijl de tijd van
proefneming bepaald werd tot einde
1894.
De subsidie voor de paardenfokkerij
door de hooger genoemde ministers toe
gezegd bedroeg f 3500. Eene der voor-
voorwaarden aan het verleenen dier
toelage bestond daarin, dat het Regle
ment op de besteding dier gelden door
genoemde ministers zou worden goed
gekeurd; daarom had hel Hoofdbestuur
in overleg met de bestaande Keurings
commissie zoodanig reglement saamge-
steld en dat aan het oordeel der afdee
lingen onderworpen, waarna het tegelijk
met eenige wijzigingen in het tot nog
toe bestaande keurings-reglement door
het Hoofdbestuur werd vastgesteld om ter
goedkeuring aan het oordeel van be
doelde ministers te worden aangeboden.
De veranderingen in het bestaande
„Reglement ter bevordering en ter aan
moediging van de verbetering der paar
denfokkerij", waarvan wij reeds enkele
vermeld hebben, kwamen hoofdzakelijk
neer daarop, dal in het vervolg het aan
tal der te houden keuringen en herkeu
ringen, benevens de plaatsen, waar
zulks zou geschieden, telkens bepaald
zouden worden door liet Hoofdbestuur
(Nadruk verboden).
Roman van
L. I. ME A DE,
62).
Margaret verschool van kleur.
Ik wilde nog met u spreken, zei zij
Dare boog zich naar haar toe. Hij had
niet hoffelijker en vriendelijker kunnen
zijn.
U weet, dat er tusschen u en mij
een geheim bestaat?
Helaas! zei Dare. Ik had gehoopt
dat u met de komst van het ldnd dat
geheim zoudl ophelderen.
Integendeel, zei Margaret. Juist het
bestaan van ons kind maakt het voor mij
meer dan ooit noodzakelijk om mijn ge
heim tot aan mijn dood te bewaren
Dare zweeg.
Mijnheer Dare, u moogt mij niet los
laten
Ik heb het recht niet om mij in uw
geheime gevoelens le dringen.
Geloof me, ik zou het u zeggen, als
ik kon; geloof ook, dat als er ooit Gen
lijd komt, dat de last, dien ik tors mij te
Zwaai' wordt, ik om u en u alleen zal
zenden. U zal ik het eerst in mijn ver
trouwen nemen, u zal de eerste zijn, die
zal hooren van den last die op mijn zieL
drukt.
U doet mij ernstig vreezen, mevr.
Rand, dat het een last van zonde is.
Margaret bedekte haar gelaat. Dat is
liet, zei zij eindelijk
En u wilt uw onschuldig kind naar
de plaats brengen waar u in God's hei
lige kerk door de plechtige ceremonie,
van den doop zijt opgenomen u wil uw
kind juist daar heen brengen, om een
naam te ontvangen, waaraan bedrog is
verbonden?
Ik heb geen keuze, ik moet hel
doen. Ik ben gejaagd, voel mij ongeluk-
j kig, u moet mij niet zenuwachtig maken.
Ik ik voed mijn kind zelf indien
I ik gejaagd en onrustig wordt dan lijdt het
kind er onder. U moet vriendelijk voor
mij zijn, vooral nu. Houd, bid ik u, voor
uw vrouw den doop van mijn kind ge
heim. Uw koster was er bij, toen ik
doopt werd druk hem op 't hart dat
hij daarover zwijgt, er geen woord over
rept. U weet niet welk een angst ik heb
moeten doorslaan, om mijn kind juist
naar uw kerk le brengen. Als u'mij niet
helpt, is alles verloren.
God helpe mij! zei de predikant.
Ja, ik zal doen wat u wenschl. Wie zul
len er bij den doop tegenwoordig zijn?
Mijn man, zijn nicht, juffrouw Char
lotte Mansfield, mijnheer Earlton een
vriend van mijn man; ik geloof dat ze
dat allen zijn.
Dus de eenigen, die uw doop bij
in overleg met de Keurings-commissie;
dat op elke keuring minstens drie ba
rer leden, onder welken één veearts,
moesten tegenwoordig zijn; dat eigenaars
van dekhengsten van 3 jaar en ouder buiten
de Provincie woonachtig voortaan daarme
de aan de premiekeuringen konden deel
nemen en wanneer hun daarvoor een
prijs werd toegekend, zij dezen zouden
bekomen mits de geprimeerde hengst
gedurende de twee volgende jaren
de provincie werd gestationneerd en
telkens na oproeping in het district,
waar hij gestationneerd was, opnieuw
aan de keuring werd onderworpen; dat
de hoogte van de schoft bij volwassen
dekhengsten de grenzen van 1.58 tot
1.75 M en bij volwassen merriën die van
1.54 tot 1.65 M. niet zou te buitengaan;
dat een zelfde paard achtereenvol
gende jaren kon bekroond worden;
en dat fok-merriën in 't vervolg niet jon
ger mochten zijn dan 1 en niet ouder
dan 8 jaar om voor aanhoudingsbijdra-
gen in aanmerking te komen.
Dit gewijzigd Reglement werd den 17-
den Juni 1891 in eene vergadering van
het Hoofdbestuur met één stem tegen
die van den heer Snijders aangenomen
en bij schrijven van Gedeputeerde Staten
van Zeeland van 2 Februari 1892 goed
gekeurd.
Het trad met het „Reglement op het
toekennen van Bijdragen en Premiên uit
de subsidie door den Staat beschikbaar
gesteld ter verbetering der paardenras
sen in de Provincie Zeeland" bij de Fe-
bruarikeuring 1892 in werking.
(Wordt vervolgd.)
Waterzucht.
De nieren filtreeren de afgewerkte stof
fen en het overtollige water uit het bloed*
Wanneer zij door verzwakking of ziekte
hiertoe niet in staat zijn, blijft het water in
bet lichaam achter, hetgeen ook dikwijls
merkbaar is' aan de geringere hoeveelheid
urine, die geloosd wordt. Dit heeft tevens
ten gevolge. dat de afscheiding van andere
schadelijke stoffen wordt tegengegaan en
deze schadelijke stoffen oefenen een dus.
danigen invloed uit op de wanden der bloed
vaten, dat deze het water doorlaten. Het
zal zich dan bij voorkeur daar verzamelen,
het den minsten tegenstand ondervindt,
dus in de holle plaatsen onder de huid, als
onder de oogleden, in de polsen, enkels,
"Vöötenr emr, waar zwellingen gevormd wor
den. Als men met den vinger op deze zwel
lingen drukt, blijft dien indruk eenigen tijd
zichtbaar en de zwellingen voelen week
en papperig aan.
Bovenstaand verschijnsel is niet zelden
een der eerste verschijnselen van een nier-
aandoeniDg. Bij veronachtzaming erran kan
bet water zich verder ophoopen in de
beenen, de huikholte, de borstholte en het
hart bereiken met noodlottige gevolgen.
Behandelt dus uw nieren bijtijds, zoodat
de waterzucht zich niet kan uitbreiden,
maar in haar oorsprong aangetast wordt.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen hergeven
an de nieren haar gezondheid en stellen
baar in staat om het overtollige water vol
komen af te voeren.
Te Middelburg verkrijgb. bij den heer
Joh. de Roos, Vlasmarkt K 157. Toezen
ding geschiedt franco
na ontv. v. postwissel
f 1.75 voor éón, of
t 10.voor zes doozen.
rv=«v-»j\ Eischt de echte Foster's
vXfP&vjèL Rugpijn Nieren Pillen,
..'wi'Kj weigert elke doos, die
niet voorzien is van ne-
venstaand handelsmerk.
IIOE DE SCHOOLOPZIENER IN 1815
DOOR DE KINDEREN GE
GROET WERD, ENZ.
Men schrijft ons-.
In het algemeen overzicht van den
Staat van het Lager schoolwezen in het
eerste district der provincie Groningen
gedurende het jaar 1815 deelt de school
opziener Z. van Swindcren tevens hoog-
lecraar te Groningen) het volgende daar
omtrent mede „Om het ongeregeld groe
ten der kinderen, hij mijne Intrede in de
school, voor te komen, heeft men eenen
welkomstgroet Ingevoerd, welke dan door
de kinderen op eene aangename melodie
gezongen wordt, waarbij zij tevens tege
lijk buigen.
Insgelijks wordt bij mijn verlaten der
school een afscheidingsgroet, op dezelfde
manier, door de kinderen gezongen. Deze
versjes zijn van den volgenden inhoud
Bij het inkomen.
Dag, lieve Schoolopziener! gij
Bezoekt ons weêr, wij zijn 0iu blij,
Gij houdt niet op te zorgen, (bis)
Wees welkom dan, o brave man!
Elk onzer zal. zooveel hij kan.
Uw zorgen dankend loonen.(bis)
Bij het uitgaan.
Wij danken u voor 't onderricht,
Dat gij ons geeft van onzen plicht,
Wij zullen vlijtig leeren. (bis)
Bezoek ons toch eens spoedig weer,
Wij zien zoo graag u keer top keer,
Dag, lieve Schoolopziener, (bis)
Hel is niet mijn bedoeling in een uit
voerige critiek te treden over deze wijze
ran groeten. Dat de twee laatste regels
nooit aanleiding gaven tot huichelarij,
meen ik le moeten betwijfelen, Het on
derricht van der kinderen plicht bestond
immers wel eens in de bestraffing hunner
ondeugden. De lieer v Swinderen schreef
toch in 1814 aan de schoolonderwijzers
van zijn district „Zegt mij van te voren,
of geeft mij in de 'school komende schrif
telijk op, welke ondeugden ik bestraffen
moet." Zeker is er dan ook reden om te
gelooven, dat de schoolopziener meer
ontzag dan liefde inboezemde Hoe ont
zagwekkend de heer van Swinderen voor
Israëlitische kinderen in Groningen was,
bleek onomstootelijk uit een schrijven
van hun onderwijzer David Gerson Sna-
tich Toen deze pas hoofd was, schreef
hij van de kinderen „Woester hoop heeft
U W.Ed. II. G. waarschijnlijk nog nooit
gezien". En hoe temde hij' de bende?
Toen er een weinig stilte was, zeide hij
alleen- „Kinderen! ik dacht, dat gij reeds
allen wist, dat men op school stil be
hoorde te zijn en echter maakt gij hier
zulk een verschrikkelijk geraas; ik zal
nu maar naar professor van Swinderen
gaan, en hem zeggen, hoe ik het hier
gevonden heb, en dat ik op deze wijze
niet met u leeren kan."
Hij schreef voorts: „Dit deed een heer
lijke uitwerking; U. W E H. G naam
trof hen allen zoodanig, dat zij van
schaamte de oogen neersloegen."
Ik geloof vast, dat menig ouderwijzer
nog graag deze heerlijke uitwerking zou
zien bij het noemen van den naam des
schoolopzieners. Met stastok moet hij ver
zuchten-,, Kom daar nu reis om!" Ligt
dit aan de schoolopzieners of aan de
jeugd? Wie het weet, mag het zeggen.
TEGEN DE TUBERCULOSE.
In 1891 meende men een middel tegen
de tuberculose gevonden te hebben. Tu-
berculine werd dit genoemd Doch spoe
dig kwam de ontnuchtering. Daarna wer
den nog tal van middelen als afdoende
tegen die verwoestende ziekte aanbevo
len, maai' ernstige geneesheeren verhiel
den zich toch afwachtend daartegenover.
Er komt nauwelijks eene ziekte voor,
die door de eindelooze verscheidenheid
van haar verloop en de wisseling van
haar klinische verschijningsvormen het
oordeel over de doeltreffendheid en de
onvoorwaardelijke uitwerking der daar
tegen aangewende middelen zoo ontzag
lijk bemoeilijkt als de tuberculose. Dui
zend maal, aldus ontleenen we aan een
beschouwing in de „Köln. Zlg." vindt
woonden waren mijn vrouw en de koster
van de kerk?
Ja.
Dare stond op. Neen, ik dank. voor
thee, zei hij, toen een knecht met een
zilveren blad binnenkwam. Hij wachtte
todat de man de kamer weer uit was.
"Wees gerust, zei hij, haar hand ne
mend. Er zal niets bij de doopplechlig1-
heid gebeuren, wat u onrust kan geven.
Als mijn vrouw er is, zal zij geen woord
zeggen, dat kan ik u verzekeren en ook
de koster zal zwijgen. Zult u zich op deze
verzekering verlaten?
Dat zal ik.
Wilt u nog iets anders doen?
De zachte, donkere oogen werden smce-
kend opgeslagen.
Wilt u God den Almachtige vragen
uw hart te verzachten opdat u mogel
voelen, dat er geen weg voor u is dan
die van berouw, geen deur voor u naar
vrede en rust dan de deur die wijd open
staat voor alle zondaren? Wacht niet
langer lieve mevrouw Rand, maar zend
spoedig om mij, verlicht uw hart. Maar
of u om mij zendt of niet, weet, dat ik
dag en nacht voor u bid, dat uw oogen
mogen geopend worden, dat u het kwaad
moge zien en tot het goede lerugkeeren:
Wat baat het een mensch of hij de hcele
wereld wint en schade lijdjL aan zijn ziel?
Vaarwel, lieve mevrouw. God zegene u!
De predikant vertrok.
IX.
De Spion
Het was bepaald, dat de zoon van
John en Margaret Rand de volgende week
Donderdag zou gedoopt worden en dat
Margaret en haar man met het grootste
gedeelte van de Londensche huishouding
den Maandag daarop naar Mel Chester Hall
zouden gaan. Dat zou dan de vijftiende
December zijn De verwachte gasten zou
den den avond voor Kerstmis arriveeren
en de geheele week daarop zou met al
lerlei soort kerstfcestelijkheden doorge
bracht worden. Rijk en arm zouden be
ieder geneeskundig onderzoeker ook te
genwoordig nog de oude ervaring be
vestigd, dat de tering evenals de chirur
gische tuberculose bij de onderschei
dene zieken in onregelmatige zwenkin
gen zonder nawijsbare oorzaak verbete
ringen en verslechteringen vertoont en
dat zelfs nog gevallen van genezing
voorkomen, waar men ze theoretisch
niet meer zou hebben verwacht
In verband mei een door hem uitge
vonden middel tegen de tuberculose heb
ben we eenige malen den naam van den
Duitschen arts dr. Friedmami tc New-
Yorlc moeten noemen en tevens het wan-
tnojuwen vermeld, dal in deskundige)
kringen jegens hem werd gekoesterd.
Over den aard en de wijze waarop hij
dit geneesmiddel samenstelt, heeft
Friedmann maar zeer gebrekkige gege
vens openbaar gemaakt.
Hij beweerde zelf, dat de bacillen van
zijn middel voor warmbloedige schepsels
volstrekt onschadelijk zijn Met betrek
king tol andere zijn ze n 1 vergiftig. Uit
een dienaangaande te Berlijn ingesteld
bacteriologisch onderzoek is evenwel ge
bleken, dat die bacillen niet zoo onschul
dig zijn Ze deden al bij daarmee ingeente
dolfijnen en konijnen tuberculeuze aan
doeningen ontstaan Maar toen boven
dien een hoogleeraar te Heidelberg bij
een aantal zieken het zgn. onschuldig
middel in het bloed bracht, stierf een
der behandelden onder verschijnselen van
de boosaardigste vergiftiging
Vele andere patiënten werden ter
stond na het ontvangen van het middel
ziek aan een hevige koorts en andere
ernstige lichamelijke sloornissen Een van
hen kon slechts met de grootste moeite
in het leven gehouden worden. Een;
daarop onmiddellijk ingesteld bacteriolo
gisch onderzoek naar de nog van de
zelfde zending voorhanden, in glaasjes
geborgen hoeveelheden van het prepa
raat leverde op dal slechts twee daar
van bacillen in zgn rein-cultuur bevat
ten In de overige elf vond men bacte
riën van verschillende soort en daaron
der ook zeer gevaarlijke
Men bemerkt daaruit, hoe gevaarlijk
het is, middelen, die rechtstreeks in het
bloed moeten worden gebracht, zooals
in den laatslen tijd in steeds grootep
hoeveelheid op de markt komen, een
voudig in goed vertrouwen op den goe
den naam der fabrieken zonder toe
zicht van overheidswege voor liet vrije
verkeer open te stellen terwijl daaren
tegen het diphtheria-serum in Duitsch-
land ambtelijk zeer zorgvuldig wal zijn
doeltreffendheid aangaat wordt getoetst.
Maar enkele deskundigen spreken zich
op grond hunner onderzoekingen eeni-
germate gunstig met betrekking tot Fried-
mann's middel uit, maar ook deze wijzen
op de ernstige nevenverschijnselen, weike
dikwijls onmiddellijk op de inspuiting vol
gen, gewoonlijk echter eerst na verschei
den dagen optreden, en achten een ver
der zorgvuldig onderzoek noodig, voordat
het middel in de algemeene praktijk kan
worden aangewend
Andere onderzoekers koesteren heel
wat meer wantrouwen. Zij stellen vast,
dat bij beender-tuherculose de Röntgen-
beelden zelfs na drie maanden nog geen
verbetering aan 't licht hebben gebracht
en dat het tuberculeuze lichaam nog vol
strekt niet nawijsbaar door dit middel
■an hel daarin aanwezig vergif is bevrijd.
Ten slotte laakt men scherp de opdrin
gerige reclame, die voor Friedmann's
middel is gemaakt
Het is dus nog allesbehalve uitgemaakt,
of den artsen daarmee een bruikbaar wa
pen legen de tuberculose iu handen gege
ven is.
OUDERDOMSRENTE AAN BEHOEF-
TIGEN.
Het was le verwachten na de artikelen
in de pers van rechts over minister Treub
en na de redevoeringen van sommige
sprekers van die zijde. Maar het blijft
toch niet minder de speciale aandacht
stance haar jongen ten verderve had
gebracht. Meer dan een jonge vrouw had
al haar ellende aan die noodlottige be
koorlijkheden te danken, welke haar man
van haar hadden vervreemd.
Want lady Constance wist een man tot
zich te trekken, totdat hij in aanbidding
aan naar voeten lag. Bijna geen enkele
man Icon aan die oogen, aan die stem
weerstand bieden. Kortom, zij was een
sirene, het levensschip van haar slacht
offers strandde op de rotsen.
De groote balzaal was honderd vijftig
voet lang bij zeventig voet breed. De
dacht worden en het groote bal zou den muren waren van den zolder lot den
laatsten dag van 't jaar in de oude bal- 1 vloer met spiegels behangen. De vloer
zaal plaats hebben Een zekere lady Con-was ingelegd en zoo glad als een ijs-
stance Rand had die zaal laten bouwen, baan. Hier regeerde lady Constance
een ijdele vrouw, die hooge geboorte, i en hier kwam het graafschap bijeen
grooten rijkdom, opvallende schoonheid, om zich te amuseeren. Hier trachtten
een hartstochtelijke behoefte aan bewon- j haar ijverzuchtige bewonderaars elkaar
dering en een slecht karakter in de fa- ae loef af te steken. Ze had haar als
milie had gebracht. gesponnen goud, lang, dik, krullend,
Er gingen vreemde verhalen omtrent I een volmaakt ovaal gezicht, een teint
lady Constance. p zoo blank en r ozerood, dat geen
Haar afstammelingen schuwden het 1 blanketsel de schoonheid daarvan had
ham- naam le noemen. Allen waren van kunnen verhoogen. Oogen groot en
meening, dat zij ondanks haar groote he- blauw als een cherubijn, een mond als
koorlijkheden door den booze was beze- Cupido's boog met parelwitte tanden,
ten geweest. Haar dorst naar bewonde- fijne- donkere wenkbrauwen en lange,
ring bracht haar op het pad van donkere wimpers, een figuur sierlijk als
zonde en slechtheid. Menig goed en tot een zwaan
dusver onschuldig man had den dag ver- i
vloekt, waarop hij haar voor net eerst(Wordt vervolgd.)
had ontmoet. Meer dan een moeder was j
van verdriet gestorven omdat lady Con- 1