L.
TWEEDEJBLAD
Idinrgslie Canranl
Ingezonden Bieaeoeelingen.
Ingezonden Mededeellngen.
1
FEUILLETON,
De Ziel van Margaret Band.
Oingen waar men naar
vraagt.
VAK DK ,_.T gj -j
VAN
Zaterdag 18 April 1914, no. 91.
£andbouu)kroMek
«- OSZEN VASTEN MEDEWERKF.R.
DE GESCHIEDENIS DER PAAR
DENFOKKERIJ IN ZEELAND.
Hote het zij, het Zeeuwsche paard
schijnt in vroeger dagen inderdaad
een excellent koudbloedig paard ge
weest te zijn Dubbel jammer is het
daarom, dat men het gaandeweg
heeft doen genereeren (ontaarden),
waaraan voor een deel wel schuld
zal hebben de mindere zorg voor
paardenteelt in 'l algemeen
E. A. L Quadekker. Het Paar
denboek II, bladz. 588
Wanneer men bovenstaande uitspraak,
die toen ze geschreven werd, volko
men juist was, vergelijken met hetgeen
thans geschiedt op het gebied der paar
denfokkerij, dan zal men ons geree-
delijk toegeven, dat het wel de moeite
waard is, even de geschiedenis na tc
gaan van 't geen op het gebied van dit
zeer belangrijk deel der fokkerij in onze
provincie in de laatste jaren zooal ge
schied is om aan de dégeneratie, die
•ook in 't begin der 19-de eeuw reeds
algemeen erkend werd een einde te ma
ken en eene algemeene verbetering in
t leven te roepen.
Reeds in 1818 werd een provinciaal
reglement afgekondigd op de keuring van
dekhengsten dat, wellicht omdat de hand
er niet al te streng aan gehouden werd
en dientengevolge van eenige verbetering
ge ene sprake was, in 1845 aanleiding
gaf, tot het ontwerpen van een nieuw
reglement, dat den 28-sten Juni inwer
king trad; doch reeds in 1851 werd in
getrokken op grond „dat de geest des
tijds voor de nijverheid eene vrije bewe
ging, ontheffing van alle bemoeiing en
toezicht van het gezag vraagt
Uit dat Reglement nemen wij art. 9
over, waarin ons de kenmerken van een
goeden dekhengst beschreven worden.
Tot de hoofdvereischten van een dek
hengst, zoo luidt het daar, bestemd tot
bet aanfokken van goede akker- en wa-
genpaarden en swaarop bij de keuring zoo
veel mogelijk moet worden gelet, be
haoren:
dat de hengst over 't algemeen goed
gebouwd is. en ieder deel evenredig zij,
dat bovendien de deelen in eene behoor-
Tijke evenredigheid tot het geheel staan;1
dat de kop (tegenwoordig hebben de
paarden een hoofd) naar evenredigheid
des lichaams niet te groot is, dat de
pogen zonder gebreken zijn, dat de
ooren niet afhangen, of te ver van el
kander staan, dat de hals goed gevormd
zij, dat de borst breed, de voorbeenen
van boven sterk gebouwd en de schou
ders beweeglijk en niet te laag aangezet
zijn, dat de knie rond, van voren breed
en het scheenbeen met sterke vrijlig-
gende pezen voorzien zij, dat de koot,
jof liever het gedeelte des koots, dat zich
van de koot tol aan de kroon deshoefs
uitstrekt, niet te lang, doch ook niet
te kort zij;
dat de hoeven rond, van buiten glad
en van onderen hol zijn en geen ringen
of hoornklooven aan dezelve voorkomen
dal de voorbeenen recht staan, geen
binnen- of Jbuitenwaartsche l ichting heb
ben en niet naar voren doorbuigen;
dat dc rug zooveel mogelijk recht,
het lijf van af de schouderbladen lot
aan de ledenen rondgesloten en evenals
de flanken goed gevuld zij
dat het kruis rond, niet spits of .af
hangend, maar breed en strek zij
dat de achterbeencn en wel inzonder
heid de springgewrichten zuiver en sterk
zijn gevormd en dat aan liet paard geen
spatten, gallen of andere gebreken voor
komen, welke geacht worden nadeelig op
de afstammelingen te werken en einde
lijk dat aan het paard het gebrek van
overhoeven niet worde, gevonden
Men ziet, uit hel voorgaande, dat dc
toenmalige eischen nagenoeg geheel over
eenkomen, met die, welke thans door de
wet van 1901 zijn gesteld, terwijl bij af
keuring van een hengst hoogcr beroep
werd toegelaten, dat thans in een nieüV
ontwerp in vooruitzicht wordt gesteld.
Jammer dal men aan dat reglement niet
streng de hand gehouden heeft, want dc
gevolgen van hel intrekken van dit regle
ment waren allertreurigst Algemeen ver
nam men klachten over den achteruitgang
van het aanwezige paardenras, de vrije
beweging, die aan de fokkerij verleend
werd en 'waardoor aan de bemoeiingen en
het toezicht vari staat cn provincie een
einde was gemaakt, strekte in alle opzich
ten tot haai- nadeel, waarom ten slotte
door hel Hoofdbestuur van dc Maatschap
pij lol bevordering van Landbouw en
Veeteelt in Zeeland bestoten werd maat
regelen te ontwerpen, door welker toe
passing de paardenfokkerij in onze pro
vincie, waai- bij het landbouwbedrijf zoo'n
groot aantal paarden gebruikt worden,
productiever zou worden gemaakt door
een doorgaande verbetering van het daar
aanwezige ras, - Met dat doel werd in
dc vergadering van het Hoofdbestuur van
6 April 1887 als eerste punt van bespre
king voor de eerlang te Hulst te houden
algemeene vergadering vastgesteld de
vraag
„Zoude een wederinvoering van ver
plichte hengstenkeuring in het belang
van don Landbouw kunnen worden ge
acht?"
Naar aanleiding daarvan stelde de heer
B. G. van der Have voor, in afwachtiug
van later te nemen maatregelén al dade
lijk gelden beschikbaar te stellen om het
paardenras te verbeterenhij wilde daar
voor het geld gebruiken, dat tot dien tijd
jaarlijks besteed was voor 't houden van
wedstrijden, die naar zijn fncening slechts
weinig nut hadden opgeleverd.
Zijn meening over het geringe nut van
wedstrijden werd niet gedeeld, het be
schikbaar stellen van gelden voor de ver
betering van het paai-denras daarentegen
wel; maar aangezien de Maatschappij fi
nancieel niet krachtig genoeg was om
daarvoor over een voldoend bedrag te
kunnen beschikken, werd besloten de
verdere uitvoering van dit plan te doen
afhangen van de medewerking van de
Provinciale Staten, aan wie gevraagd
zou worden voor dit doel een crediet te
verleenen tot een maximum van f 2000
Intusschen werd op de algemeene ver
gadering te Hulst, die den 7-den Juni ge
houden werd, het hooger opgegeven
vraagpunt ingeleid door den heer L. J. M.
van "Waesberghe-Janssens, die weinig heil
verwachtende van weldaden, die door
dwang of policie-maatregeleu moeten
worden aanbevolen en nagenoeg zeker,
dat de vergadering der Provinciale Sta
ten hare goedkeuring zou weigeren, aan
strafbepalingen, die eene verplichte heng
stenkeuring noodzakelijk zou vereischen,
meende, dat de paardenfokkers zouden
moeten opgewekt worden tot medewer
king en tot inschrijving hunner paar
den in een Nedertandsch paardenstam
boek. Door Provincie en Hoofdbestuur
wilde hij steun doen verleenen door het
toekennen van premiên, daarbij alles
vermijdende, wat zweemt naar karigheid,
maar tegelijk toeziende, dat bij het uitlo
ven van die premiên doelmatige bepalin
gen werden gemaakt
Premiên van f 500 zou spreker niet te
hoog achten, wanneer daardoor voor
komen werd, dat een goede hengst ont
trokken werd den algemeeneu dienst
Voorts zou hij wenschen, dat door 't
vaststellen van een matig tarief tegen 't
heffen van te hoog dekgetd zou worden
gewaakt.
Hel bekronen van merriën vond in den
heer Van Waesberghe geen voorstander,
omdat hij vreesde, dat dientengevolge
de beste merriën eerlang zouden ver
kocht worden naar elders
De woorden van -onoemden heer von
den algemeen bijval en de voorzitter,
de heer Moolenburgh, hem dankende voor
de duidelijke uiteenzetting zijner begin
selen, voegde daaraan loc, dat het Hoofd
bestuur van zijn wenken met waardecring
gebruik zal maken, wanneer wal hij hoopt
en vertrouwt hel aangevraagde Provin
ciaal subsidie verleend zal worden
Deze subsidie werd verleend, een
Reglement werd- ontworpen, eene keu-
rings-cominissie werd benoemd en de
eerste keuring werd gehouden in 1889
Vijf en twintig jaren zijn er sedert die
eerste keuring verloopcn De premie-
keuringen van paarden zijn een kwart
eeuw onafgebroken in ons gewest voort
gezet, en worden nog steeds algemeen
hoogelijlc gewaardeerd Het 25-jarig be
slaan dier keuringen noopte ons daarvan
eene korte geschiedenis te boek te stel
len, die wij in enkele achtereenvolgende
nummers van dit blad willen mcdedcelen
Dr.
het
Bommel';
WAARSCHUWING
Men yrage uitdrukkelijk
di d naam Dr Honimt l
VARIA.
HET VOEDSEL VAN KLEINE
KINDEREN.
In de „Times", schreef deze week de
Engëlsche geneeskundige Ralph Vineent
een opmerkelijke beschouwing over tu
berculeuze hersenvliesontsteking bij kin
deren cn de oorzaken daarvan. Daarin
waarschuwt hij de oudere tegen het ko-
keli, pasteur issiïeren of steritisecren van
melk (hetgeen ten doel heeft, hun kinde
ren tegen tuberculose te beschermen)
en zegt
Ik heb onlangs drie gevallen van tu
berculeuze meningitis bij jonge kinderen
waargenomen Bij geen van deze kwam
de ziekte in de familie voor Alle drie
de kleinen waren stelselmatig met ge
kookte melk gevoed. Natuurlijk drongen
de ouders sterk aau, om tc welen te ko
men, vanwaar die kwaal afkomstig was
De dokter antwoordde dat de recht-
streeksche oorzaak de luberkel-bacil was,
en dat deze vermoedelijk in 't lichaam
gekomen waren doordat de zuigelingen
met die bacillen besmette stof hadden in-
(Nadruk verboden)
Roman van
L. I. ME A DE.
40)
Misschien vergist u zich.
Best mogelijk. Ik vergis mij dikwijls.
Ik merk, dat u ook onder haar be-
tooverenden invloed is gekomen, zooals
iedereen.
Zij is heel mooi en statig zei Dare.
Charlotte snakte naar adem, terwijl zij
haar hand uitstak om een orchidee te
plukken, die het midden scheen te hou
den tusschën een bij en een vogel Het
vogetgedcette van de bloem had boos
aardige oogen
Wij moeten nu naar het salon terug,
Margaret begint weer te zingen, zei
Charlotte. Luister, wij kunnen haar hier
hooren.
Zij wraren nu in de oranjerie. Marga
ret's volle, klankrijke stem drong duide
lijk lot hen door. Zij zong met hartstoch
telijk vuur:
Word was brought to the Danish king
(Hurrvt.
That the love of his heart lav suffering,
And pined for the comfort h's voice
[would bring
(Oh ride as though you were flying
Better he loves each golden curl,
On the brow of that Scandinavian girl,)
Than his rich crown jewels of ruby and
[pearl;
And his rose of the isles is dyng
The king blew a blast op his bugle horn
(Silence).
No answer came, but faint and forlorn
An echo returned on the cold, grey morn',
Like the breath of a spirit sighing,
The castle portal stood grimly wide
None welcomed the king from that weary
[ride.;
For dead, in the light of the dawning day,
The pale, bwcet form of the wclcomcr lay
Who had yearned for his voice while
[dying.
(Hollandsche vertaling van dit vers
Den Deenschen koning werd de tijding
'[gebracht,
(Gehaast).
Dat de liefste zijns harten op het ziek-
[bcd lag
En verlangle naar de troost van zijn slem,
(O, rijd, alsof ge vleugeten hadtl)
Dierbaarder is hem iedere gouden krul
Op het voorhoofd van dat Scandinavische
[meisje,
Dan de kostbare robijnen en pare'en van
[zijn kroon;
En zijn roos van de ei'and^n sterft.
De koning blies op zijn jachthoorn;
(Pauze),
Geen antwoord kwammaar zwak en
[verloren
Waren de kinderen behoorlijk gevoed,
dan zouden de weefsels schielijk de ba
cillen gedood hebben, maar als een kind
gedurende langen tijd achtereen volgens
een geheel onnatuurlijke levenswijze is
gevoed, worden de weefsels zoo onge
zond dat ze niet in staat zijn de bacillen
te dooden. Dientengevolge wordt de klei
ne een slachtoffer van de tuberculose.
In hel jaar 1904, aldus schrijft de ge
noemde medicus verder, 'brachten de uit
slagen van mijn onderzoekingen mij er toe,
zeer nauwkeurig acht te geven op elk geval
van tuberculeuze meningitis bij een jong
bind, dat met rauwe melk wordt gevoed
De dokter ziet nog steeds naar het eerste
ziektegeval in die omstandigheden uit
Maar 6inds den aanvang van dit jaar heeft
hij drie gevallen van genoemde aandoe
ning waargenomen bij jonge kinderen, die
met gekookte melk werden gevoed.
Tot zoover de Engclsche geneeskuiiJi^e
onderzoeker Wij wenschen er nog eens
den nadruk op tc leggen, dat we in hel
bovenstaande niet anders gedaan hebben
dan de inzichten, door dezen deskundige
ontwikkeld, zoo getrouw mogelijk te ver
talen. Naar ons leeken-bcgrip heeft de
schrijver de zaak, die van zeer groot
gewicht is, eenzijdig behandeld Hij ver
zuimde toch, in 'l licht le stellen, wel
ke nadeelcn het verschaffen van rauwe
melk aan kleine kinderen kan hebben
Of bedoelt zijn betoog een pleidooi le zijn
voor de voeding van (le babies door de
moeders zelf?
Zijn onthulling doet ons voorloopig
te veel denken aan de verontrustende
campagne vol heftige aanklachten, door
den Beiiijnschen medisclien deskundige
Drcuw tegen hel door professor Ehrlieh
legen de syphilis uitgevonden middel
salvarsaan oneer bekend ondei de aan
duiding 000 gevoerd, als zouden van
de toediening daarvan verschillende sterf
gevallen 'l gevolg zijn geweest, terwijl
naar aanleiding van die beschuldiging
ingestelde onderzoekingen uitwezen dat
de gevallen met doodelijkcn afloop niet
aan de locpassing van het middel te
wijlen waren en dil. niettegenstaande
het een zekere dosis arsenicum bevat,
prachtige resultaten oplevert
o-
STERFPLEKKEN VAN DIEREN.
Hel is een allen jagers wet bekend
feit, dat een aangeschoten stuk wild het
dichtste struikgewas opzoekt, om daar
den dood le vinden of andere plaatsen
die zonder een goeden hond niet te
vinden zijn. Men kan er niet aan twijfelen
of de reden van dit verstoppen moet min
der in vrees voor den dood dan in angst
voor de achtervolgers gezocht worden
Iloe heftig deze angsl is. loont de dik
wijls meegedeelde en nooit weerlegde
omstandigheid, dal b.v. aangeschoten
eenden zich in hun doodstrijd onder
water in biezen en riet verbergen om
niet meer aan de oppervlakte te komen
Het kan bovendien dikwijls genoeg wor
den waargenomen, dat ook andere die
ren zich op het oogenblik. waarop ze
den dood voelen naderen, in voorwerpen
hunner omgeving verstoppen Eveneens
zijn vele voorbeelden bekend van die
ren, die hun normaal levenseind voe
lend aankomen, zich zwak van ouderdom
of doodziek naar bepaalde plaatsen be
geven om daar den taatsten adem uit te
blazen.
Menigmaal liggen die sterfplekken
verweg en de arme schepsels moeten,
een voorgevoel en een onbepaalden
drang volgend, nog mijlenver hun zieke
en vermoeide lichaam voortsleepen Ho
len, afgronden, ravijnen zijn het hoofd
zakelijk. die, moeilijk toegankelijk als ze
zijn, voor dergelijke dieren-kerklioven
dienst doen en waar men de beenderen
van dc beesten, die daar een toevlucht
gezocht en gevonden hebben, dikwijls in
menigte vindt.
Reeds Darwin was met dil feit bekend.
In zijn „Reis van een natuuronderzoe
ker om do wereld" schrijft hij, dat de
Zuid-Amerikaansche guanako's, die met
de meer bekende lama's verwant zijn
als deze de hooge bergketens der An
des bewonen, lievelingsplaatsen hebben,
waar ze zich neerleggen om te sterven
In de nabijheid van een stroom vond hij
plaatsen in het struikgewas, waar de bo
dem letterlijk wit zag van de dierlijke
beenderen.
Darwin telde eens twintig geraamten,
waarvan de schedels en alle andere on-
derdeeten volkomen gaaf waren, zoodat
de onderstelling, alsof roofdieren daar
een maal aangericht en daartoe hun buit
op dat punt bijeen hadden gesleept, on
mogelijk bleek
Een ander onderzoeker, Bynoe, zag, al
dus lezen we in de „Köln Ztg.'", aan de
oevers van een andere rivier dergelijke
sterfplaatsen en merkle op, dat de ge
wonde guanako's zich altijd op htm vlucht
naai- de rivier wendden Ook van andere
dieren nam men herhaaldelijk hetzelfde
verschijnsel waar, b v van wilde scha
pen en bokken, zeeleeuwen, pelikanen en
andere groote vogels, die dikwijls op
mijlen afstands gelegen voor andere die
ren ontoegankelijke eilanden en klippen
uitzoeken om te sterven
Deze onderzoekingen wierpen ocil
nieuw Jicht op de wijze, waarop de dik
wijls reusachtige verzamelplaatsen der
overblijfselen van allerhande versteende
dieren, die men in diluviale holen vindt
zijn ontstaan De daar gevonden been
deren zijn bijna zonder uitzondering van
oude en volgroeide individuen afkom
stig Ze loonen schier alle de kentee-
konen van den ouderdom, meermalen ook
dc ontwijfelbare sporen van ziekelijke
ontaarding, terwijl de landen welhaast
zonder uitzondering stomp en afgesle
ten zijn.
Gedurende eeuwen moeten dergelijke
plekken als sterfplaatsen zijn gebezigd
Als men af en toe ook de resten van an
dere dieren daarbij aantreft, bewijst dit,
dat dc nood en de honger ze dwong,
nog kort voor hun sterven op roof uit te
gaan Een uitstekend voorbeeld vormt de
zgn beren-grot in het Keizerdal bij Kuf-
stein, waarin Max Schlosser bijna alteen
de overblijfselen van door de jaren ver
zwakten holenberen ontdekte.
Somtijds vindt men ook de beenderen
van on- of pas geboren dieren: een be
wijs dal de moederdieren daar den laat-
slen adem uitbliezen op het oogenblik,
dal z.e een jong wezen het leven en te
gelijk den dood gaven en dat ze deze
pick opzochten in het voorgevoel, dat
het oogenblik van het baren voor bei
de den dood zou bcteckenen.
EEN NIEUWE ZIEKTE.
Mevrouw Victor Henri, de bactcrio-
loge te Parijs, tieeft, door bacteriën
aan de inwerking van ultra-violette stra
len bloot le stellen, een nieuw soort
bacteria in t leven geroepen, welke een
nieuwe ziekte veroorzaken, waarvan de
soort echter reeds bekend is. De proef
werd genomen met anthrax bacillus, waar
mee marmotten werden geïnjecteerd. De
uicuwe bacteriën bewerkten een lang
zaam zich ontwikkelende ziekte, die in
alle opzichten van „anthrax" verschilde
Mevrouw Ilcnri leidt uit haar ontdek
king af, dal de wet der evolutie zoowel
op bacteriën als op andere levende or
ganismen van toepassing is en zij denkt,
dat de groote hoeveelheden bestaande
soorten uit enkele primitieve vormen
kunnen zijn voortgekomen, die onderden
invloed van het licht talrijke veranderin
gen ondergingen en een menigte verschil
lende exemplaren deden geboren wor
den, welke op hun beurt aansprakelijk
moeten worden gesteld voor de aan de
wetenschap bekende ziekten
Bijzonderheden der ontdekking heeft dr
Roux, de directeur van de Pasteur-in
richting, aan de Fransche Academie van
Wetenschappen meegedeeld. Zij hebbeD
bij deze geleerden de levendigste be
langstelling verwekt, daar deze niet alleen
van praktisch standpunt de beteekenis
van de ontdekking erkenden in zoo
Vöi-re als daardoor de weg wordt
gewezen naar een vruchtbare be
handeling van een ernstige aandoening,
maar ook, omdat daardoor een geheel
nieuw tijdvak wordt geopend met betrek-
I king tot hel onderzoek naar de geschie-
I denis en de ontwikkeling van de myria
den soorten van bacteria en de ziekten,
i die daarvan het gevolg zijn.
De bewerker dezer rubriek is geen
medicus Bijgevolg is hij tot verrijking
van zijn kennis op dit gebied op alge-
I meene bronnen aangewezen Hij staat
dus voor de wetenschappelijke nauwkeu
righeid van zijn gegevens niet in Voor
anthrax vond hij als verklaring pest-
kool en pestbuil opgegeven
Klonk een echo terug in den kouden,
[grijzen morgen
Als d'ademtocht van een zuchtenden geest
De poort van 't kasteel stond akelig wijd
[open
Niemand verwelkomde den koning na
[dien vermoeienden rit;
Want dood, in het licht van den aan-
[brekenden dag,
Lag de bleeke, liefelijke gestalte van haar,
[die 't welkom spreken zou,
Die zoo verlangd had naar zijn stem,
[toen ze stierf.)
De laatste woorden van hel heerlijke
lied stierven weg als in tragischen vrede.
Dare kon niet zeggen, waarom hij ge
roerd was. Charlotte raakte zijn arm aan.
Zij had een andere roos geplukt, nu een
zuiver witte, cn legde die met de vreem
de orchidee in zijn hand.
Neem ze beide, zei zij met een zon-
der'ingc gesmoorde stem. Dit, op de roos
wijzend, is uw voorstelling van Margaret
Rand, en dit zij bracht de orchidee meer
naar voren de mijne.
Iloe onliefdcrijk bent u, kon hij niet
laten haar te antwoorden.
Zij lachte en verliet hem, terwijl zij
rege'recht naar haar kamer ging en dien
avond niet weer in het salon verscheen-
XIV
Margaret's bekentenis
Margaret besloot, voleens het oude
spreekwoord, den stier bij de horens te
I vatten.
Zij moest nu tot eiken prijs haar ver
keerde gedragslijn blijven volgen, die
baar door de werkelijke Margaret Rand
was voorgeschreven en waarvan nu alles
wat het leven zoo heerlijk voor haar
maakte, afhing.
Zij had John lief. Geldbezit was niet
verwerpelijk, weelde en een hooge positie
misten voor haar hunne bekoring niet,
maar die konden haar toch, als liet er
op aan kwam, niet in.hun macht houden.
Neen. het was alleen ter witte van John,
1 dal zij op het eenmaal betreden pad van
bedrog en leugen moedig wilde voort
schrijden. John beminde haar, hij was
aan hel oude huis gehecht, hij verlangde
een zoon van een erfgenaam Zij zou hem
een zoon geven; zij wilde kalm en gezond
leven, zoodat zij den jongen in zijns
I vaders armen kon leggen. Wat daarna
gebeurde was van minder belang. Zij zag
niet verder dan die heugelijke gebeur
tenis, maar zij was bereid daarvoor tc
slrijden, te liegen. Ja, als hel noodig
I was voortdurend tc liegen zelf een
levende leugen te zijn.
Margaret dacht over de woorden van
Clair na; zij dacht ook over Clair's ont
dekking. Dit was de stier, dien zij onmid
dellijk bij de horens moest vatten. Char
lotte ging den gcheelen winter naar Ro
me. Vóórdat zij terug kwam, zou als alles
I goed ging, Margarel s kind geboren zijn.
Margaret wist dat niemand meer kwaad
kon doen dan een vrouw als Clair. Zij
i zou geen genade kennen vóórdat Mar-
De zón komt morgen op te 4 57 uur
n gaat onder te 7.02 uur.
garet haar stilzwijgen met geld had ge
kocht en de jonge vrouw besloot daartoe
in geen geval ooit over te gaan.
Zij koos een goed tijdstip uit Dare
bleef tot het eind van de week in de
pastorie. Margaret voelde, dat Dare, voor
zoo ver mogelijk, haar ter wille zou zijn
en verheugde zich er over, dal hij in de
eerste dagen binnen tiaar bereik was.
's Maandags na het ontbijt tiet zij Clair
bij zich komen. Toen de vrouw half ang
stig, half kwaadaardig verscheen, sloeg
Margaret tiaar heldere oogen op en zei
vriendelijk
'k Had gaarne Clair, dat je mijn
heer Rand en ook juffrouw Mansfield
verzocht hier boven bij mij te komen.
En kom zelf ook terug. Ik heb je noodig
Ik wilde u zeggen, mevrouw.
Later, Clair Als je over iets met
mij wenscht te spreken, moet het wach
ten Ik verlang nu je meester en juffrouw
Mansfield hier te hebben en jij moet ook
terug komen Ga, ik heb haast
Wat betcckent dit? dacht Clair;
maar zij was er ver van af de ware re
den le vermoeden.
Na verloop van vijr minuten trad Char
lotte de kamer binnen, gevolgd door
John, die zijn vrouw vragend en ietwat
verwonderd aankeek. Clair stond bij de
deur.
(Wordt vervolgd.)