L. TWEEDEJBLAD Idinrgslie Canranl Ingezonden Bieaeoeelingen. Ingezonden Mededeellngen. 1 FEUILLETON, De Ziel van Margaret Band. Oingen waar men naar vraagt. VAK DK ,_.T gj -j VAN Zaterdag 18 April 1914, no. 91. £andbouu)kroMek «- OSZEN VASTEN MEDEWERKF.R. DE GESCHIEDENIS DER PAAR DENFOKKERIJ IN ZEELAND. Hote het zij, het Zeeuwsche paard schijnt in vroeger dagen inderdaad een excellent koudbloedig paard ge weest te zijn Dubbel jammer is het daarom, dat men het gaandeweg heeft doen genereeren (ontaarden), waaraan voor een deel wel schuld zal hebben de mindere zorg voor paardenteelt in 'l algemeen E. A. L Quadekker. Het Paar denboek II, bladz. 588 Wanneer men bovenstaande uitspraak, die toen ze geschreven werd, volko men juist was, vergelijken met hetgeen thans geschiedt op het gebied der paar denfokkerij, dan zal men ons geree- delijk toegeven, dat het wel de moeite waard is, even de geschiedenis na tc gaan van 't geen op het gebied van dit zeer belangrijk deel der fokkerij in onze provincie in de laatste jaren zooal ge schied is om aan de dégeneratie, die •ook in 't begin der 19-de eeuw reeds algemeen erkend werd een einde te ma ken en eene algemeene verbetering in t leven te roepen. Reeds in 1818 werd een provinciaal reglement afgekondigd op de keuring van dekhengsten dat, wellicht omdat de hand er niet al te streng aan gehouden werd en dientengevolge van eenige verbetering ge ene sprake was, in 1845 aanleiding gaf, tot het ontwerpen van een nieuw reglement, dat den 28-sten Juni inwer king trad; doch reeds in 1851 werd in getrokken op grond „dat de geest des tijds voor de nijverheid eene vrije bewe ging, ontheffing van alle bemoeiing en toezicht van het gezag vraagt Uit dat Reglement nemen wij art. 9 over, waarin ons de kenmerken van een goeden dekhengst beschreven worden. Tot de hoofdvereischten van een dek hengst, zoo luidt het daar, bestemd tot bet aanfokken van goede akker- en wa- genpaarden en swaarop bij de keuring zoo veel mogelijk moet worden gelet, be haoren: dat de hengst over 't algemeen goed gebouwd is. en ieder deel evenredig zij, dat bovendien de deelen in eene behoor- Tijke evenredigheid tot het geheel staan;1 dat de kop (tegenwoordig hebben de paarden een hoofd) naar evenredigheid des lichaams niet te groot is, dat de pogen zonder gebreken zijn, dat de ooren niet afhangen, of te ver van el kander staan, dat de hals goed gevormd zij, dat de borst breed, de voorbeenen van boven sterk gebouwd en de schou ders beweeglijk en niet te laag aangezet zijn, dat de knie rond, van voren breed en het scheenbeen met sterke vrijlig- gende pezen voorzien zij, dat de koot, jof liever het gedeelte des koots, dat zich van de koot tol aan de kroon deshoefs uitstrekt, niet te lang, doch ook niet te kort zij; dat de hoeven rond, van buiten glad en van onderen hol zijn en geen ringen of hoornklooven aan dezelve voorkomen dal de voorbeenen recht staan, geen binnen- of Jbuitenwaartsche l ichting heb ben en niet naar voren doorbuigen; dat dc rug zooveel mogelijk recht, het lijf van af de schouderbladen lot aan de ledenen rondgesloten en evenals de flanken goed gevuld zij dat het kruis rond, niet spits of .af hangend, maar breed en strek zij dat de achterbeencn en wel inzonder heid de springgewrichten zuiver en sterk zijn gevormd en dat aan liet paard geen spatten, gallen of andere gebreken voor komen, welke geacht worden nadeelig op de afstammelingen te werken en einde lijk dat aan het paard het gebrek van overhoeven niet worde, gevonden Men ziet, uit hel voorgaande, dat dc toenmalige eischen nagenoeg geheel over eenkomen, met die, welke thans door de wet van 1901 zijn gesteld, terwijl bij af keuring van een hengst hoogcr beroep werd toegelaten, dat thans in een nieüV ontwerp in vooruitzicht wordt gesteld. Jammer dal men aan dat reglement niet streng de hand gehouden heeft, want dc gevolgen van hel intrekken van dit regle ment waren allertreurigst Algemeen ver nam men klachten over den achteruitgang van het aanwezige paardenras, de vrije beweging, die aan de fokkerij verleend werd en 'waardoor aan de bemoeiingen en het toezicht vari staat cn provincie een einde was gemaakt, strekte in alle opzich ten tot haai- nadeel, waarom ten slotte door hel Hoofdbestuur van dc Maatschap pij lol bevordering van Landbouw en Veeteelt in Zeeland bestoten werd maat regelen te ontwerpen, door welker toe passing de paardenfokkerij in onze pro vincie, waai- bij het landbouwbedrijf zoo'n groot aantal paarden gebruikt worden, productiever zou worden gemaakt door een doorgaande verbetering van het daar aanwezige ras, - Met dat doel werd in dc vergadering van het Hoofdbestuur van 6 April 1887 als eerste punt van bespre king voor de eerlang te Hulst te houden algemeene vergadering vastgesteld de vraag „Zoude een wederinvoering van ver plichte hengstenkeuring in het belang van don Landbouw kunnen worden ge acht?" Naar aanleiding daarvan stelde de heer B. G. van der Have voor, in afwachtiug van later te nemen maatregelén al dade lijk gelden beschikbaar te stellen om het paardenras te verbeterenhij wilde daar voor het geld gebruiken, dat tot dien tijd jaarlijks besteed was voor 't houden van wedstrijden, die naar zijn fncening slechts weinig nut hadden opgeleverd. Zijn meening over het geringe nut van wedstrijden werd niet gedeeld, het be schikbaar stellen van gelden voor de ver betering van het paai-denras daarentegen wel; maar aangezien de Maatschappij fi nancieel niet krachtig genoeg was om daarvoor over een voldoend bedrag te kunnen beschikken, werd besloten de verdere uitvoering van dit plan te doen afhangen van de medewerking van de Provinciale Staten, aan wie gevraagd zou worden voor dit doel een crediet te verleenen tot een maximum van f 2000 Intusschen werd op de algemeene ver gadering te Hulst, die den 7-den Juni ge houden werd, het hooger opgegeven vraagpunt ingeleid door den heer L. J. M. van "Waesberghe-Janssens, die weinig heil verwachtende van weldaden, die door dwang of policie-maatregeleu moeten worden aanbevolen en nagenoeg zeker, dat de vergadering der Provinciale Sta ten hare goedkeuring zou weigeren, aan strafbepalingen, die eene verplichte heng stenkeuring noodzakelijk zou vereischen, meende, dat de paardenfokkers zouden moeten opgewekt worden tot medewer king en tot inschrijving hunner paar den in een Nedertandsch paardenstam boek. Door Provincie en Hoofdbestuur wilde hij steun doen verleenen door het toekennen van premiên, daarbij alles vermijdende, wat zweemt naar karigheid, maar tegelijk toeziende, dat bij het uitlo ven van die premiên doelmatige bepalin gen werden gemaakt Premiên van f 500 zou spreker niet te hoog achten, wanneer daardoor voor komen werd, dat een goede hengst ont trokken werd den algemeeneu dienst Voorts zou hij wenschen, dat door 't vaststellen van een matig tarief tegen 't heffen van te hoog dekgetd zou worden gewaakt. Hel bekronen van merriën vond in den heer Van Waesberghe geen voorstander, omdat hij vreesde, dat dientengevolge de beste merriën eerlang zouden ver kocht worden naar elders De woorden van -onoemden heer von den algemeen bijval en de voorzitter, de heer Moolenburgh, hem dankende voor de duidelijke uiteenzetting zijner begin selen, voegde daaraan loc, dat het Hoofd bestuur van zijn wenken met waardecring gebruik zal maken, wanneer wal hij hoopt en vertrouwt hel aangevraagde Provin ciaal subsidie verleend zal worden Deze subsidie werd verleend, een Reglement werd- ontworpen, eene keu- rings-cominissie werd benoemd en de eerste keuring werd gehouden in 1889 Vijf en twintig jaren zijn er sedert die eerste keuring verloopcn De premie- keuringen van paarden zijn een kwart eeuw onafgebroken in ons gewest voort gezet, en worden nog steeds algemeen hoogelijlc gewaardeerd Het 25-jarig be slaan dier keuringen noopte ons daarvan eene korte geschiedenis te boek te stel len, die wij in enkele achtereenvolgende nummers van dit blad willen mcdedcelen Dr. het Bommel'; WAARSCHUWING Men yrage uitdrukkelijk di d naam Dr Honimt l VARIA. HET VOEDSEL VAN KLEINE KINDEREN. In de „Times", schreef deze week de Engëlsche geneeskundige Ralph Vineent een opmerkelijke beschouwing over tu berculeuze hersenvliesontsteking bij kin deren cn de oorzaken daarvan. Daarin waarschuwt hij de oudere tegen het ko- keli, pasteur issiïeren of steritisecren van melk (hetgeen ten doel heeft, hun kinde ren tegen tuberculose te beschermen) en zegt Ik heb onlangs drie gevallen van tu berculeuze meningitis bij jonge kinderen waargenomen Bij geen van deze kwam de ziekte in de familie voor Alle drie de kleinen waren stelselmatig met ge kookte melk gevoed. Natuurlijk drongen de ouders sterk aau, om tc welen te ko men, vanwaar die kwaal afkomstig was De dokter antwoordde dat de recht- streeksche oorzaak de luberkel-bacil was, en dat deze vermoedelijk in 't lichaam gekomen waren doordat de zuigelingen met die bacillen besmette stof hadden in- (Nadruk verboden) Roman van L. I. ME A DE. 40) Misschien vergist u zich. Best mogelijk. Ik vergis mij dikwijls. Ik merk, dat u ook onder haar be- tooverenden invloed is gekomen, zooals iedereen. Zij is heel mooi en statig zei Dare. Charlotte snakte naar adem, terwijl zij haar hand uitstak om een orchidee te plukken, die het midden scheen te hou den tusschën een bij en een vogel Het vogetgedcette van de bloem had boos aardige oogen Wij moeten nu naar het salon terug, Margaret begint weer te zingen, zei Charlotte. Luister, wij kunnen haar hier hooren. Zij wraren nu in de oranjerie. Marga ret's volle, klankrijke stem drong duide lijk lot hen door. Zij zong met hartstoch telijk vuur: Word was brought to the Danish king (Hurrvt. That the love of his heart lav suffering, And pined for the comfort h's voice [would bring (Oh ride as though you were flying Better he loves each golden curl, On the brow of that Scandinavian girl,) Than his rich crown jewels of ruby and [pearl; And his rose of the isles is dyng The king blew a blast op his bugle horn (Silence). No answer came, but faint and forlorn An echo returned on the cold, grey morn', Like the breath of a spirit sighing, The castle portal stood grimly wide None welcomed the king from that weary [ride.; For dead, in the light of the dawning day, The pale, bwcet form of the wclcomcr lay Who had yearned for his voice while [dying. (Hollandsche vertaling van dit vers Den Deenschen koning werd de tijding '[gebracht, (Gehaast). Dat de liefste zijns harten op het ziek- [bcd lag En verlangle naar de troost van zijn slem, (O, rijd, alsof ge vleugeten hadtl) Dierbaarder is hem iedere gouden krul Op het voorhoofd van dat Scandinavische [meisje, Dan de kostbare robijnen en pare'en van [zijn kroon; En zijn roos van de ei'and^n sterft. De koning blies op zijn jachthoorn; (Pauze), Geen antwoord kwammaar zwak en [verloren Waren de kinderen behoorlijk gevoed, dan zouden de weefsels schielijk de ba cillen gedood hebben, maar als een kind gedurende langen tijd achtereen volgens een geheel onnatuurlijke levenswijze is gevoed, worden de weefsels zoo onge zond dat ze niet in staat zijn de bacillen te dooden. Dientengevolge wordt de klei ne een slachtoffer van de tuberculose. In hel jaar 1904, aldus schrijft de ge noemde medicus verder, 'brachten de uit slagen van mijn onderzoekingen mij er toe, zeer nauwkeurig acht te geven op elk geval van tuberculeuze meningitis bij een jong bind, dat met rauwe melk wordt gevoed De dokter ziet nog steeds naar het eerste ziektegeval in die omstandigheden uit Maar 6inds den aanvang van dit jaar heeft hij drie gevallen van genoemde aandoe ning waargenomen bij jonge kinderen, die met gekookte melk werden gevoed. Tot zoover de Engclsche geneeskuiiJi^e onderzoeker Wij wenschen er nog eens den nadruk op tc leggen, dat we in hel bovenstaande niet anders gedaan hebben dan de inzichten, door dezen deskundige ontwikkeld, zoo getrouw mogelijk te ver talen. Naar ons leeken-bcgrip heeft de schrijver de zaak, die van zeer groot gewicht is, eenzijdig behandeld Hij ver zuimde toch, in 'l licht le stellen, wel ke nadeelcn het verschaffen van rauwe melk aan kleine kinderen kan hebben Of bedoelt zijn betoog een pleidooi le zijn voor de voeding van (le babies door de moeders zelf? Zijn onthulling doet ons voorloopig te veel denken aan de verontrustende campagne vol heftige aanklachten, door den Beiiijnschen medisclien deskundige Drcuw tegen hel door professor Ehrlieh legen de syphilis uitgevonden middel salvarsaan oneer bekend ondei de aan duiding 000 gevoerd, als zouden van de toediening daarvan verschillende sterf gevallen 'l gevolg zijn geweest, terwijl naar aanleiding van die beschuldiging ingestelde onderzoekingen uitwezen dat de gevallen met doodelijkcn afloop niet aan de locpassing van het middel te wijlen waren en dil. niettegenstaande het een zekere dosis arsenicum bevat, prachtige resultaten oplevert o- STERFPLEKKEN VAN DIEREN. Hel is een allen jagers wet bekend feit, dat een aangeschoten stuk wild het dichtste struikgewas opzoekt, om daar den dood le vinden of andere plaatsen die zonder een goeden hond niet te vinden zijn. Men kan er niet aan twijfelen of de reden van dit verstoppen moet min der in vrees voor den dood dan in angst voor de achtervolgers gezocht worden Iloe heftig deze angsl is. loont de dik wijls meegedeelde en nooit weerlegde omstandigheid, dal b.v. aangeschoten eenden zich in hun doodstrijd onder water in biezen en riet verbergen om niet meer aan de oppervlakte te komen Het kan bovendien dikwijls genoeg wor den waargenomen, dat ook andere die ren zich op het oogenblik. waarop ze den dood voelen naderen, in voorwerpen hunner omgeving verstoppen Eveneens zijn vele voorbeelden bekend van die ren, die hun normaal levenseind voe lend aankomen, zich zwak van ouderdom of doodziek naar bepaalde plaatsen be geven om daar den taatsten adem uit te blazen. Menigmaal liggen die sterfplekken verweg en de arme schepsels moeten, een voorgevoel en een onbepaalden drang volgend, nog mijlenver hun zieke en vermoeide lichaam voortsleepen Ho len, afgronden, ravijnen zijn het hoofd zakelijk. die, moeilijk toegankelijk als ze zijn, voor dergelijke dieren-kerklioven dienst doen en waar men de beenderen van dc beesten, die daar een toevlucht gezocht en gevonden hebben, dikwijls in menigte vindt. Reeds Darwin was met dil feit bekend. In zijn „Reis van een natuuronderzoe ker om do wereld" schrijft hij, dat de Zuid-Amerikaansche guanako's, die met de meer bekende lama's verwant zijn als deze de hooge bergketens der An des bewonen, lievelingsplaatsen hebben, waar ze zich neerleggen om te sterven In de nabijheid van een stroom vond hij plaatsen in het struikgewas, waar de bo dem letterlijk wit zag van de dierlijke beenderen. Darwin telde eens twintig geraamten, waarvan de schedels en alle andere on- derdeeten volkomen gaaf waren, zoodat de onderstelling, alsof roofdieren daar een maal aangericht en daartoe hun buit op dat punt bijeen hadden gesleept, on mogelijk bleek Een ander onderzoeker, Bynoe, zag, al dus lezen we in de „Köln Ztg.'", aan de oevers van een andere rivier dergelijke sterfplaatsen en merkle op, dat de ge wonde guanako's zich altijd op htm vlucht naai- de rivier wendden Ook van andere dieren nam men herhaaldelijk hetzelfde verschijnsel waar, b v van wilde scha pen en bokken, zeeleeuwen, pelikanen en andere groote vogels, die dikwijls op mijlen afstands gelegen voor andere die ren ontoegankelijke eilanden en klippen uitzoeken om te sterven Deze onderzoekingen wierpen ocil nieuw Jicht op de wijze, waarop de dik wijls reusachtige verzamelplaatsen der overblijfselen van allerhande versteende dieren, die men in diluviale holen vindt zijn ontstaan De daar gevonden been deren zijn bijna zonder uitzondering van oude en volgroeide individuen afkom stig Ze loonen schier alle de kentee- konen van den ouderdom, meermalen ook dc ontwijfelbare sporen van ziekelijke ontaarding, terwijl de landen welhaast zonder uitzondering stomp en afgesle ten zijn. Gedurende eeuwen moeten dergelijke plekken als sterfplaatsen zijn gebezigd Als men af en toe ook de resten van an dere dieren daarbij aantreft, bewijst dit, dat dc nood en de honger ze dwong, nog kort voor hun sterven op roof uit te gaan Een uitstekend voorbeeld vormt de zgn beren-grot in het Keizerdal bij Kuf- stein, waarin Max Schlosser bijna alteen de overblijfselen van door de jaren ver zwakten holenberen ontdekte. Somtijds vindt men ook de beenderen van on- of pas geboren dieren: een be wijs dal de moederdieren daar den laat- slen adem uitbliezen op het oogenblik, dal z.e een jong wezen het leven en te gelijk den dood gaven en dat ze deze pick opzochten in het voorgevoel, dat het oogenblik van het baren voor bei de den dood zou bcteckenen. EEN NIEUWE ZIEKTE. Mevrouw Victor Henri, de bactcrio- loge te Parijs, tieeft, door bacteriën aan de inwerking van ultra-violette stra len bloot le stellen, een nieuw soort bacteria in t leven geroepen, welke een nieuwe ziekte veroorzaken, waarvan de soort echter reeds bekend is. De proef werd genomen met anthrax bacillus, waar mee marmotten werden geïnjecteerd. De uicuwe bacteriën bewerkten een lang zaam zich ontwikkelende ziekte, die in alle opzichten van „anthrax" verschilde Mevrouw Ilcnri leidt uit haar ontdek king af, dal de wet der evolutie zoowel op bacteriën als op andere levende or ganismen van toepassing is en zij denkt, dat de groote hoeveelheden bestaande soorten uit enkele primitieve vormen kunnen zijn voortgekomen, die onderden invloed van het licht talrijke veranderin gen ondergingen en een menigte verschil lende exemplaren deden geboren wor den, welke op hun beurt aansprakelijk moeten worden gesteld voor de aan de wetenschap bekende ziekten Bijzonderheden der ontdekking heeft dr Roux, de directeur van de Pasteur-in richting, aan de Fransche Academie van Wetenschappen meegedeeld. Zij hebbeD bij deze geleerden de levendigste be langstelling verwekt, daar deze niet alleen van praktisch standpunt de beteekenis van de ontdekking erkenden in zoo Vöi-re als daardoor de weg wordt gewezen naar een vruchtbare be handeling van een ernstige aandoening, maar ook, omdat daardoor een geheel nieuw tijdvak wordt geopend met betrek- I king tot hel onderzoek naar de geschie- I denis en de ontwikkeling van de myria den soorten van bacteria en de ziekten, i die daarvan het gevolg zijn. De bewerker dezer rubriek is geen medicus Bijgevolg is hij tot verrijking van zijn kennis op dit gebied op alge- I meene bronnen aangewezen Hij staat dus voor de wetenschappelijke nauwkeu righeid van zijn gegevens niet in Voor anthrax vond hij als verklaring pest- kool en pestbuil opgegeven Klonk een echo terug in den kouden, [grijzen morgen Als d'ademtocht van een zuchtenden geest De poort van 't kasteel stond akelig wijd [open Niemand verwelkomde den koning na [dien vermoeienden rit; Want dood, in het licht van den aan- [brekenden dag, Lag de bleeke, liefelijke gestalte van haar, [die 't welkom spreken zou, Die zoo verlangd had naar zijn stem, [toen ze stierf.) De laatste woorden van hel heerlijke lied stierven weg als in tragischen vrede. Dare kon niet zeggen, waarom hij ge roerd was. Charlotte raakte zijn arm aan. Zij had een andere roos geplukt, nu een zuiver witte, cn legde die met de vreem de orchidee in zijn hand. Neem ze beide, zei zij met een zon- der'ingc gesmoorde stem. Dit, op de roos wijzend, is uw voorstelling van Margaret Rand, en dit zij bracht de orchidee meer naar voren de mijne. Iloe onliefdcrijk bent u, kon hij niet laten haar te antwoorden. Zij lachte en verliet hem, terwijl zij rege'recht naar haar kamer ging en dien avond niet weer in het salon verscheen- XIV Margaret's bekentenis Margaret besloot, voleens het oude spreekwoord, den stier bij de horens te I vatten. Zij moest nu tot eiken prijs haar ver keerde gedragslijn blijven volgen, die baar door de werkelijke Margaret Rand was voorgeschreven en waarvan nu alles wat het leven zoo heerlijk voor haar maakte, afhing. Zij had John lief. Geldbezit was niet verwerpelijk, weelde en een hooge positie misten voor haar hunne bekoring niet, maar die konden haar toch, als liet er op aan kwam, niet in.hun macht houden. Neen. het was alleen ter witte van John, 1 dal zij op het eenmaal betreden pad van bedrog en leugen moedig wilde voort schrijden. John beminde haar, hij was aan hel oude huis gehecht, hij verlangde een zoon van een erfgenaam Zij zou hem een zoon geven; zij wilde kalm en gezond leven, zoodat zij den jongen in zijns I vaders armen kon leggen. Wat daarna gebeurde was van minder belang. Zij zag niet verder dan die heugelijke gebeur tenis, maar zij was bereid daarvoor tc slrijden, te liegen. Ja, als hel noodig I was voortdurend tc liegen zelf een levende leugen te zijn. Margaret dacht over de woorden van Clair na; zij dacht ook over Clair's ont dekking. Dit was de stier, dien zij onmid dellijk bij de horens moest vatten. Char lotte ging den gcheelen winter naar Ro me. Vóórdat zij terug kwam, zou als alles I goed ging, Margarel s kind geboren zijn. Margaret wist dat niemand meer kwaad kon doen dan een vrouw als Clair. Zij i zou geen genade kennen vóórdat Mar- De zón komt morgen op te 4 57 uur n gaat onder te 7.02 uur. garet haar stilzwijgen met geld had ge kocht en de jonge vrouw besloot daartoe in geen geval ooit over te gaan. Zij koos een goed tijdstip uit Dare bleef tot het eind van de week in de pastorie. Margaret voelde, dat Dare, voor zoo ver mogelijk, haar ter wille zou zijn en verheugde zich er over, dal hij in de eerste dagen binnen tiaar bereik was. 's Maandags na het ontbijt tiet zij Clair bij zich komen. Toen de vrouw half ang stig, half kwaadaardig verscheen, sloeg Margaret tiaar heldere oogen op en zei vriendelijk 'k Had gaarne Clair, dat je mijn heer Rand en ook juffrouw Mansfield verzocht hier boven bij mij te komen. En kom zelf ook terug. Ik heb je noodig Ik wilde u zeggen, mevrouw. Later, Clair Als je over iets met mij wenscht te spreken, moet het wach ten Ik verlang nu je meester en juffrouw Mansfield hier te hebben en jij moet ook terug komen Ga, ik heb haast Wat betcckent dit? dacht Clair; maar zij was er ver van af de ware re den le vermoeden. Na verloop van vijr minuten trad Char lotte de kamer binnen, gevolgd door John, die zijn vrouw vragend en ietwat verwonderd aankeek. Clair stond bij de deur. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1914 | | pagina 5