HüillKI.KIRfiSfHE («IRAVr. V iS7e Jaargang. 1914 Vrijdag 10 April. FEUILLETON. De Ziel van Margaret Rand. BINNENLAND. ^Ingezonden Hededeelf ngen. ij". 8S de2e coarsjttt Ter*cbiipt d a g e Hj k s, met uitzondering -an Zon- «e Feoiid&gen, Pry» per kwarta.i, ioowe! voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland traico pp.1.2 Afzonderlijke nummer» kosten 5 cent. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn aan bet bureau te bekomen. ACvertentiën voor het eerstvolgende nummer moeten des middags vóór één uu'r aan het bureau bezorgd zijn. Adverlenuën a '20 cent pet regel. Bij abonnement v-aai lagi Geboo; alle andere tamUieboriobfen en DankbHiuigingan van 17 regelt f 1.5(f; e!i '20 cent. Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats, d Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, met aikomsiig uit Zeeland, tttfie. Handel, Nijverheid en Geldwezen, ie gerechtigd hot AljteraeC* Advevte«tie-IJuree.tt, A. DE LA HAS Az„ BLZ. Voorbirswnl 266, Amsterdam. ■oites Wat de inkomstenbelasting zal brengen. £r is in den laatsten tijd zooveel ge schreven over enkele veranderingen die minister Bertling in het voorstel van zijn voorganger heeft aangebracht, dat men bijna zou vergeten wat de rest van dat voorstel behelst Drie en een half jaar geleden diende minister Kolkman zijn wetsontwerp in, dat weer grootendeels bestond uit hel voorstel van zijn voorganger minister De Meester Zou iemand die er niet speciaal zijn studie van maakt, nu nog precies weten, wal het behelst'' Stroomen beschouwingen zijn er in den laatsten tijd over de bladen uitgegoten over de vraag aan welken tak van belas tingdienst de uitvoering der wet zal wor den opgedragen, en voorts over de ver hoogde heffing voor de naamlooze ven nootschappen Maar de rest, d. w z de hoofdzaak bleef vrijwel buiten beschou wing Ook in het afdeelingsonderzoek der Tweede Kamer Immers over die hoofd zaak was reeds -1 Juli 1912 het voorloo- pig verslag van 't afdeelingsonderzoek uitgebracht Nu echter Woensdag as. het wetsont werp in zijn geheel in openbare behan deling komt, en omdat een belasting voorstel werkelijk wel de belangstelling waard is van de belastingbetalers, zul len we trachten kort weer te geven welke verandering het voorstel als het wordt aangenomen zooals het nu luidt, zal brengen We zullen ter wille van de duidelijk heid ons niet verdiepen in een vergelij king van de drie vormen, die het voorstel nu al gehad heeft, en ons bepalen tot hetgeen belang heeft voor den belas tingbetaler. Wat we nu hebben in ae hedrijfs- en vermogensbelasting is slechts gedeeltelijk een inkomstenbelasting. De bedrijfsbelas ting is het wel, maar de vermogensbelas ting is het niet, want die regelt zich niet naar het inkomen dat men uit het ver mogen trekt, maar alleen naar de waarde van dat vermogen. Nu is 't in de praktijk wel niet zoo erg onbillijk omdat de waar de van een vermogen weer afhangt van 't inkomen dat men ervan trekt, maar theo retisch is 't toch geen inkomstenbelasting De eerste verandering is nu dat er een algemeene belasting komt op het in komen, zoowel uit bedrijf als uit ver mogen. Maar daarbij blijft het toch niet. Het wetsontwerp gaat uit van het be ginsel, dat trouwens reeds Lang toepas sing heeft gevonden in tal van belasting wetgevingen, ook in de onze: dat de be zitter van vermogen als zoodanig zwaar der dient belast te worden dan de niet- bezitter. Of wil men het anders uitdruk ken dat de tijdelijke inkomsten uit arbeid minder zwaar belast moeten worden dan de blijvende inkomsten uit vermogen. Wij gelooven niet dat er veel perso (Nadruk verboden). Roman van L. I. MEADE 35). nen zullen zijn, die dat zullen bestrijden t Is nu maar de vraag hoe men dar het billijksl zal regelen Zooals minister Kolkman in zijn me morie van toelichting aanduidde zijn er twee middelen om dat te bereiken: men kan vóór de bepaling der belasting het inkomen uit ^arbeid met een zeker per centage verminderenof ook men kan de inkomstenbelasting Laten bestaan gelijk voor alle soorten inkomsten, en daaraan een aanvullende vermogensbelasting toe voegen De eerste, de aftrekmethode, werd ge volgd door minister De Meester. Minister Kolkman gaf echter de voor keur aan de tweede, omdat hel lot zulke groote moeilijkheden en tot zulke inge wikkelde berekeningen aanleiding geeft om bij hen die hun vermogen beleggen in een door hen zelf gedreven onderneming, te bepalen, welk deel van hun inkomen arbeidswinst en welk deelkapilaalwinslis. En bijgevolg heeft hij - en nu ook minister Berlling voorgesteld, een al gemeene inkomstenbelasting en daarnaast een aanvullende vermogensbelasting Maar een belasting krijgt eerst zijn volle beleekenis voor de hoofdbelang- hebbenden door het tarief. Het tarief voor de nieuwe inkomsten belasting sluit zich aanvankelijk aan bij het tarief A dei- huidige bedrijfsbelasting, d. i het tarief voor hen die niet tevens in de vermogensbelasting zijn aangeslagen, maar het wordt langzamerhand hooger. Voor hen, wier inkomen uitsluitend uit bedrijf enz. (niet uit vermogen) voort spruit, worat dan de volgende vergelij king verkregen Inkomen. Tegenwoordige Voorgestelde belasting belasting. 650 f 1.— 1.25 1300 11.— 11.— 1500 14.— 15.— 2000 24— 25 2200 28 - 31 2500 34.— 40.- 3000 14.- 55.- 3500 54.— 70- 4000 64.— 85.— 5000 84.— 115.— 10.000 205.- 265.— Enzzoodat ten slotte iemand met een bedrijfsinkomen van f 50.000, die nu f 1485 belasting betaalt, wordt verhoogd tot f .2165. Maar nu komt nog het tarief voor hen die vermogen hebben, en dus ten eerste belast worden voor hun inko men, zoowel uit hun bedrijf als uit dat vermogen, en bovendien nog een aanvullende vermogensbelasting moeten betalen. Het tarief voor de belasting op dat inkomen blijft gelijk aan het hierbo ven genoemde Daarnaast komt dan de aanvullende vermogensbelasting, als regel gesteld op fO-50 voor iedere duizend gulden van de waarde van het vermogen. Maar daar dit voor de kleinere vermogens een te zware belasting zou beteekenen, is er voor die beneden f 30.000 een afwijkende bere kening -gevolgd. De heffing begint bij een vermogen van f 16 000 als geschal over een te ko men met een inkomen van f 650. Hier onder laten we nu een vergelij king met de tegenwoordige belasting volgen, waarbij we kortheidshalve in hel laatste cijfer samenvatten de inkom stenbelasting en de vennogensbelastihg Inkomen. Vermogen Tegenw Voorgesl belast. belast, f 650 f 16.000 f 7.50 f 2.25 750 18.000 10- 3.75 900 22.000 15.- 12 1000 25.000 18.75 16.50 1200 30.000 25— 24.50 1500 37.000 33.75 33.50 2000 50.000 50 50.— 2500 62000 65— 71.— 1000 100.000 112 135 10.000 250.000 337 - 390 - •10 000 1 000 000 '837- 2165. En voorts dient aan deze larief-ver- melding nog te worden toegevoegd dat, zooals de lezer reeds weet, voorgesteld wordt van naamlooze vennootschappen f 5 te heffen van iedere f 100 uitkeering, inplaals van de f 2 50 die nu geheven wordt, of eigenlijk f 2 75 als men er de tien opcenten bij rekent welke de laatste vier jaren geheven werden "Wie moeten nu die belasting betalen? Ten eerste de in het rijk wonende „natuurlijke personen". Dus óók de land-, bouwers die van de bedrijfsbelasting zijn vrijgesteld. Het theoretisch argument dat vroeger voor die vrijstelling werd aangevoerd, hoort men minder en minder. Dat was nl. het argument dat de grondbelasting reeds als een speciale bedrijfsbelasting werkt. Daai- tegenover staat echter dat die grondbelasting door den grondeige naar wordt betaald en de werkelijkheid leert niet dat die grondeigenaar de belas ting op den pachter afwentelt door ver hooging van de pacht. Van een dubbele belasting zou dus geen sprake zijn. In het afdeelingsonderzoek werd daarover trou wens niet gesproken. Wel werd gewezen op een ander be.- zwaar nl op de moeilijkheid om voor een landbouwer die in den regel geen boekhouding heeft en een deel van zijn inkomen heeft in den vorm van door hem zelf geteelde producten, het juiste in komen te bepalen. Er werd echter tegen aangevoerd dat ditzelfde bezwaar ook geldt voor kleine winkeliers. In ieder gevalverandering is er in 't voorstel niet door gebracht, en by aanne ming van 't ontwerp zal ook een eind ko men aan de vrijstelling der landbouwers. Behalve dan die in ons land wonende natuurlijke personen worden ook getrof fen de hier gevestigde naanil. vennoot schappen, commanditaire vennootschap pen op aandeden, coöperaties en on derlinge verzekeringsmaatschappijenen voorts stichtingen die een bedrijf of beroep uitoefenen En wat de buitenlanders betreft zijn aan de belasting ook onderworpen: de niet binnen het Rijk wonende of geves tigde personen en lichamen, die het genot hebben van een binnen het Rijk gelegeu onroerend goed: die persoonlijk ol door een vertegenwoordiger hier een bedrij fof beroep uitoefenen langer dan drie maan den, en nog eenige rubrieken van minder belang. Daar we thans slechts willen geven een zoo bevattelijk mogelijk overzicht van den inhoud der wet, kuimen we er niet aan denken, en is het voor de duidelijk heid ook niet wenschelijk, om al de de tails van de nadere uilwerking en van de technische regeling te bespreken Alleen nog een enkel woord' over den kinderaftrek Minister Kolkman stelde voor om hel belastbaar inkomen der bin nen hel Rijk wonende personen te ver minderen met f 50 voor ieder minder jarig eigen of aangehuwd kind of pleeg kind dat niet zelf in deze belasting wordt aangeslagen. Minister Bertling heeft daar een grens aan gesteld. Hij meent dat bij hooger in komen de draagkracht van dien aard is, dat aftrek geen reden van bestaan meer heeft Hij laai dus dien aftrek eindigen bij een inkomen van f 5000 En wat is nu hel eind-resultaat voor de schatkist Volgens de berekening van minister Bertling zal de meerdere opbrengst van de inkomstenbelasting boven de vermo gensbelasting en de bedrijfsbelasting be-i dragen voor de natuurlijke personen 4 millioen en voor de naamlooze vennoot schappen ook '1 millioen, dus te zamen 8 millioen De veranderingen van minister Bertling zijr dus wel veelbeteekenend, want minister Kolkman kwam slechts tot een meerder bedrag van ruim 3 millioen. TWEEDE KAMER. De 20 opcenten In zijn Memorie van ^twoord inzake het wetsontwerp tot heffing van opcen ten op de vermogensbelasting en op de belasting op de bedrijfs- en andere in komsten, sluit de minister van financiën zich aan bij die leden, die de behande ling van deze noodwet niet de geschikte gelegenheid achten, de algemeene finan- ciëelie politiek tot een onderwerp van bespreking te maken. Alleen betoogt de minister dat ook het vorig kabinet, als het was aangebleven, zich voor 1914 niet van* tijdelijke maat regelen zou hebben kunnen onthouden. De bezwaren tegen heffing van opcen ten op de vermogens- en bedrijfsbelasting zal de minister, evenmin als zijn beide ambtsvoorgangers, ontkennen Intusschen moeten die bezwaren, waar de heffing van genoemde wetten toch progressief is, zoodat ook bij de opcentenheffing met de draagkracht rekening wordt gehouden, niet te breed worden uitgemeten. Boven dien zullen de 20 opcenten gemakkelijker gedragen worden, nu men aan 10 opcen ten, welke reeds 4 jaren geheven wor den, gewend is geraakt en deze als hel ware deel uilmaken van de belasting. En eindelijk had de minister, gelet op de zeer groole bedragen, die de arlt. 369 en 370 der Invaliditeitswet vorderen, geen keuze Aan heffing van opcenten op de suc cessiebelasting is ernstig gedacht. De be zwaren, daaraan verbonden, werden ech ter te groot geacht. De pensioenwetten voor gcmecnl e-a mblenarcn. In antwoord op een schrilfelijke vraag van den heer Vliegen, naar de bezwaren die ondervonden zouden zijn bij de uit voering der pensioenwetten voor ge meente-ambtenaren, deelt de minister van financiën mee, dat er geen bezwaren daarbij worden ondervonden. Wel geeft de uitvoering van de over gangsbepalingen dier wetten en der op grond van deze uitgevaardigde algemeene maatregelen van bestuur uit den aard dei- zaak een groote tijdelijke opeenhooping van arbeid, zoowel voor de gemeente besturen als voor den Pensioenraad en het departement van financiën. Daar verschillende gemeenten de voor haar ambtenaren vererichte stukken nog niet gereed hebben, zal de indiening wor den bevorderd van een wetsontwerp, strekkende om den termijn voor het in zenden van de bedoelde gegevens te ver lengen LANDVERHUIZING. De St. Crt bevat bij herhaling de vol gende waarschuwingen De consul-generaal der Nederlanden te Pretoria waarschuwt tegen landverhuizing van arbeiders naar Zuid-Afrika, indien niet vooraf zekerheid is verkregen dat de belanghebbenden bij aankomst aldaar arbeid zullen verkrijgen. Waar niettegenstaande herhaalde waarschuwingen wederom gezinnen naar Brazilië geëmigreerd zijn, die aldaar in kommervollen toestand geraakten, wordt de aandacht van belanghebbenden er dringend op gevestigd dat personen, die naar Brazilië emigreeren en niet slagen, in geen geval meer kunnen rekenen op geldelijken bijstand of terugzending naar Nederland voor rekening van het Rijk Aan hen die voornemens mochten zijn om, afgaande op aanbiedingen van de „Danaher-Holton Company" te Minnea polis, naar de Vereenigde Staten te emigreeren, wordt aangeraden, alvorens daartoe te besluiten, inlichtingen in Ce winnen bij het Departement van Buiten- landsche Zaken 'de) e<). 'k Vraag wel excuus, madam Maar om nu rechtuit te spreken, mevrouw, ik wilde u vragen mijn loon te verhoogen. Ik weet wat een kamenier gewoon lijk verdient, zei Margaret Je krijgt juist zooveel als je waard bent. De donkere oogen van het meisje scho ten vuur. ik ben meer waard dan ik bij u verdien, mevrouw Rand, zei zij. Haar toon klonk gedempt en scheen meer te zeggen Ik zou willen, dat u mij tachtig pond in 't jaar gaf. Margaret zat een oogenblik volkomen stil. Zij was nu overtuigd, dat haai- kame nier meende, dat zij haar in haar macht had. Zij had haar de portretten zien verbranden. Als zij toegaf zou zij verloren zijn Het spijt me, zei zij na dezen ge- dachtengang, maar als je denkt, dat je tachtig pond in *t jaar kunt verdienen, dan moet je maar heen gaan en die bij ©en ander' zien te krijgen. Ik ben niet van plan mijn kamenier meer te geven, dan de som, die je nu ontvangt. Margaret's stem was kalm. Zij voelde haar hart bonzen maar geen teeken van emotie was op haar gezicht merkbaar noch in haar manier van spreken. Zou haar kostbaar geheim dan toch waardeloos zijn, dacht Clair. Als het niet om Mortimer was en wat hij gezegd had, dan zou zij dadelijk van haar verzoek hebben afgezien. U is altijd goed voor me geweest, zei zij langzaam. Hier is het niet alleen het loon, maar ook het aangenaam tehuis, de uitstekende behandeling. Ook is het een genoegen u moét het me vergeven om bij zulk een mooie dame als u in dienst te zijn. Ik zou er niet aan denken u te verlaten als ik niet verloofd was en als mijn aanstaande maar wat meer verdiende. Ik wil nu gaarne zooveel mo gelijk voor hem en ons toekomstig huis houden sparen. Ik wist niet, dat je aan trouwen Clair; dan zul je me toch in elk geval spoedig verlaten? Neen, mevrouw, we kunnen in de eerste paar jaren nog niet apn trouwen denken Natuurlijk, als u mij geen ver hooging van loon kan toestaan, dan moet ik er mij bij neerleggen Misschien vindt u het goed, dat ik .bij u blijf, totdat ik een andere voordeeliger betrekking heb gevonden Misschien wil juffrouw Char lotte Rand mij wel helpen Niet waarschijnlijk, zei Margaret Juffrouw Rand kleedt zich niet zoo dat zij een kamenier noodig heeft, die tach tig pond per jaar vraagt - En toch zou juffrouw Rand belang in mij kunnen stellen, mevrouw Clair ging nu met een zwenking zoo staan, dat zij Margaret aan zag Haar eigen gezicht was in de schaduw, terwijl op dat van Margaret het licht viel. Ilc ben arm, me vrouw, en ik moet mijn kans waarnemen. Er is een album, dat mevrouw Mansfield toebehoort. Geheel toevallig, zag ik ik Zwijg! zei Margaret, hoe kun je zoo spreken? Denk je ook maar een oogen blik, dat je me geld kunt afpersen? Be grijp eens voor altijd, dat je met zulk een handelswijze niets bereikt. Je zag iets, wat je niet moest hebben gezien. Er waren twee portretten in dat album, die men meende, dat mij als een klein kind voorstelden Zij stelden mij echler niet voor. Mijn vader moet ze bij ver gissing naar Engeland gezonden hebben Ik had een vriendinnetje en die stelden ze voor. Je deedt iets gluiperigs door te blijven kijken, toen ik die portretten ver brandde. Je kunt Juffrouw Mansfield nu op je verbaal vergasten. Ilc zal haai de zaak later ook uitleggen. Maar nu ik er op, Clair, dat je vandaag over een maand vertrekt Terwijl zij 'die laatste woorden zei, keerde zij zich bedaard om en verliet de kamer De teleurgestelde Clair stond verbluft naar de deur staren. Haar jonge mees teres had de bordjes geheel verhangen. "Welk geheim er ook aan de portretten mocht verbonden zijn, één ding was ze ker, mevrouw Rand was niet bang En als mevrouw Rand geen vrees toonde, wat voor nut had Clair dan van haar ge heim, van dat groote geheim met welks hulp zij haar schaapjes op het droge hoopte te brengen en haar huwelijk niet den geliefden Mortimer te bespoedigen - Ik ben ontslagen, mompelde zij, ik moet heen gaan en zij zal geen getuig schrift van mij willen geven, daarvan ben ik overtuigd. Tachtig .pond! Ik mag van geluk spreken als ik ergens anders veer tig pond krijg. En zij wes altijd zoo vriendelijk en wat maakte ik niet al van haar kleeren, die ik beweerde dat ouder- wetsch waren Ik moet het weer met haar zien klaar te spelen. Ik vertrek niet als ik er wat aan doen kan. Intusschen zal Margaret, die haar ge waarwordingen zoo goed had weten te verbergen, over al haar leden bevend in een van haar mooie salons. Zij was blij, dat zij de thee in de hall had besteld, want in het schemer achtige licht daar zou niemand haar bleekheid opmerken. Zij had zich goed gehouden voor Clair en den stier bij de horens gepalet met zulk een goed re sultaat, dat zij niet dacht, dat zij veel last meer van het meisje zou hebben. Maar als zij alles in het reine wilde brengen, kreeg zij le doen met Char lotte en zij voelde dat dat iets geheel anders was Waarom heb ik hel toch gedaan, kreunde zij Zij bedekte haar gelaat met haar bevende handen Margaret, je vergt te veel van Hetty, kreet haar gepijnigd hart, „te veel" Ik was een goed meisje, totdat jij mij in verzoeking bracht; nu ben ik een misdadigster. O, geweten, word niet wakker, slaap voort. Hel is niet om het gela maar om den man - om den man, dien ik met heel mijn hart zoo vurig liefheb Als hij het ooit te weten komt, dan zal ik sterven, dan wil 'ik mij het leven benemeti Als ik wist, dat John mij verachtte, dan zou ik krankzin nig worden Ik zou liever willen, dat God op mij vertoornd was dan John. O, o, wat moet ik doen? John on John's zoon Ja, ik zal dapper zijn, ik wil het vreese- lijke bedrog tot eiken prijs volhouden. Ik moei slechts moed hebben dan zal ik niet bezwijken. Als ik Charlotte zand in de oogen heb gestrooid, dan zal ik voor eerst zoo verder kunnen gaan. De bel der voordeur ging over en een oogenblik later werd dominee Earl- ton aangediend. Margaret haalde ver ruimd adem Zij had dezen goeden man van het eerste oogenblik af mogen lijden (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1914 | | pagina 1