r
TWEEDE BLAD
*£andèomi)kroniek
FEUILLETON.
Zaterdag 14 Feör. 1914, na. 38.
Ingezonden Mededeeüngen.
F. SLUIS.
5 VOGEL-EN PLUIMVEEVOEDER,
VAS 0>ZES VA&TEK MEDEWEKKF.lt
DE FOKKERIJ.
(Slot.)
We hebban nu reeds gerulmen tijd
stil gestaan bij den aankoop van jonge
paarden in België, wij willen ons ten
sloltc bezighouden met de fokkerij op
e«sen stal
Over de inrichting van den stal spre
ken wij in 'l vcrvplg. wij nemen voor 't
oogenblik aan dat die stal goed is,
voldoende zuiver, goed verlicht, be
hoorlijk te ventileereu (te voorzien van
veTsche luclil zonder tocht te veroor
zaken. terwijl aan de gebruikte lucht
een geregelde afvoer is verzekerd), enz.
Heeft men nu een veulen-merrie aan
gekweekt tot het ongeveer drie jaar
o«d is, dan laat men haar dekken; jon
ger dekken dan op 2'/s jarigen leeftijd,
is nooit aan te bevelen en kan slechts
toegelaten worden voor veulens, die bui
tengewoon ontwikkeld zijn.
Is de merrie drachtig, dan lean men
baar geregeld haar werk laten verrich
te® tot enkele dagen vóór zij werpt; men
behoeft niet te vreezen, dat liet werk
baor of haar veulen zal benadeeleni,
waarneer men slechts zorgt, dal het werk
niet te zwaar is en men aan de merrie
van tijd tot tijd gelegenheid geeft te
rmrten
Tegen den tijd. dat de merrie moet
werpen, dient in den stal des nachts ge
waakt te worden om bij de geboorte
dadelijk bij de liaud te- zijn den navel
streng af te binden met een pntsmet
tonwtje, af te snijden, het veulen bij
dé moeder te plaatsen om afgelikt te
worden waarbij men de moeder behulp
zaam lean zijn door de beenen en voor
haar moeilijk te bereiken deelen van het
veulen droog te maken met een strod-
wisch
Aanbeveling verdient hel Belgische ge
bruik om de moeder na de geboorte te
onthalen op eene lauwe slobbering.
Gewoonlijk gaal het veulen uit zich
zelf naar den uier; is dit niet het geval
dan wijst men het diertje den weg
Nog zij hier opgemerkt, dat men de
merrie vóór de geboorte van het veulen
en ook eenige dagen daarna op dieet
dient te houden, d w. z. niet het volle
rantsoen toedienen, maar een deel daar
van vervangen door eene lauwe slobbe
ring, die men de moeder drie malen per
dag toedient.
Vooral te zorgen, dat de merrie na
de geboorte van haar veulen geen koude
vat; aanbeveling verdient het haar gedu
rende de eerste dagen na de geboorte
te dekken met een deken.
Nog beter is het de merrie met haar
veulen in een afzonderlijken stal te
brengen, waarin de moeder wordt vast
gebonden, maar waarin het veulen kan
rondloopen
In Henegouwen zagen wij verscheidene
boerenplaatsen geheel door stallen en
muren afgesloten; de mestvaalt in het
midden en daarop de veulens hit de
aangrenzende geopende stallen rond
loopen.
Zoodra de merrie een dag tien, twaalf
bevallen is, neemt zij weer geregeld deel
ann den gewonen arbeid, men zorgt
slechts, dal men dat zoo inricht, dat
de moeder behoorlijk op tijd naar huis
lean komen om haar veulen le zoogenen
daarbij niet bezweet is, want het zuigen
der veulens, wanneer de moeder nog te
verhit is. kan voor deze dieren zeer na-
deeligevaak doodelijke gevolgen hebben
Men weet, dat de paarden in België
algemeen geblokstaart worden; zulks ge
schiedt tegenwoordig bij ons ook Het
doel daarvan, is dat men beter hunne
achterdeelen zou kunnen zien, de zwaar
te van het dier beter waarnemen; mooi
vinden wij dat gebruik echter niet en
zeker ook niet goed, omdat daardoor aan
de dieren een verdedigingsmiddel tegen
de lastige vliegen ontnomen wordt Maar
de mode eischt hel en tegen de mode is
kwaad krijgyoeren
Dat blokstaarteu nu geschiedt gewoon
lijk terwijl hel veulen nog bij de moeder
is; sommige fokkers laten dat eerst op
lateren leeftijd plaats vinden
Op rustdagen laat men de moeder met
het veulen in de weide loopen
Zoodra hel veulen vier, vijf weken oud
is, begint het vast voedsel te gebruiken,
daarom vindt men in de stallen, ook in
de weiden, lage etensbakken, waarin
men zorg{, dat altijd een weinig goed
hooi eji eene voldoende hoeveelheid ha
ver aanwezig is; zoodat het veulen daar
van kan eten zooveel als hel lust
De Belgische fokkers voederen deze
haver mceslal geplet, vermengd met tar
wezemelen of met meiassen Zoodra ze
vier maanden bij de moeder geloopen
hebben, maai- zelden vroeger, soms la
ter, dal hangt van omstandigheden af,
worden de veulens zeer geleidelijk ge
speend, welke geleidelijkheid zoowel voor
moedei- als kind hoogst gewenscht is
Om lol hel spenen over te gaan moeten
moeder en veulen worden gescheiden,
een drielal dagdn laai men liet veulen
driemaal per dag zuigen; de volgende
drie dagen tweemaal, daarna een paar
dagen eenmaal en hel spenen is afgeloo-
pen. Moclil men daarna zien, dat de uier
van de moeder nog te veel opzet, dan
zou men na eenige dagen den uier nog
eens kunnen laten leeg zuigen, <maar daar
mede is dan ook de scheiding lusschen
moeder en kind beslist
Bij vele fokkers in België beslaat hel
gebruik de gespeende veulens, die voor
den handel bestemd zijn, nog eenige da
gen met koemelk te voeden, doch, men
doet goed deze daaraan geleidelijk le ge
wennen door de melk eenigszins te wij
zigen en in geringere hoeveelheid toe te
dienen
Om de noodzakelijkheid daarvan in te
zien. hebbe men slechts te letten op de
samenstelling van beide soorlen van melk
koemelk 87 5 waler, 3.5 albumine en
kaasslof, 3.4 vet, 4.6 melksuiker, 0.75
asch;
merriemelk 90 7 water, 4.6 albumine
en kaasstof, 1.2 vet, 5.7 melksuiker, 0.8
asch;
waaruit men dadelijk kan zien dat het
vetgehalte van koemelk te groot, het sui
kergehalte te gering is om van paarde-
melk, onmiddellijk op koemelk over te
gaan-
Het doel van dit voeden met koemelk
is de veulens er oogelijker te doen uit
zien; om dat doel te bereiken, (wor
den de veulens vaak gedurende den groot
sten lijd van hel zuigen bij de moeder
gelaten en dartelen met deze den gehoe-
len dag in de weide In den regel zullen
dan ook deze veulens na het spenen er
beslist koopziender uitzien dan die van
moeders, welke geregeld hebben moe
ten werken, maar wanneer men het veu
len na hel spenen behoorlijk blijft voeden
en daaraan zooveel mogelijk de vrije be
weging laat, want deze is beslist onmis
baar, dan zal men op éénjarigen leeftijd
weinig ja geen verschil meer tusschen
de op verschillende wijze aangefokle veu
lens waarnemen
Een veulen ontwikkelt zich het eerste
jaar het meest, ongeveer voor 3/52 en
daar de ontwikkeling in dat tijdperk be
slissend is voor zijn geheele verdere ont
wikkeling moet de voeding in dat eerste
jaar niets te wenschen overlaten en bij
eene voldoende voeding mag de haver
niet ontbreken Voor de ontwikkeling van
het beendergestel is eene toevoeging van
20 gram beendermeel bij het gewone
rantsoen aan te bevelen.
Dat er «-feeds gezorgd moet worden
voor gezond water om te drinken en
voor eene geregelde hoefverpleging be
hoeft nauwelijks vermelding. Inlusschen
stappen wij thans van dit onderwerp af
om on sin een volgend nummer meer
in 't bijzonder bezig le houden met den
tuin en later op de voeding van paarden
en rundvee terug te komen
dageljjks een likeurglaasje Dr.
Hommers Haematogen on-
middclijk vóór den hoofdmaal
tijd! Uw eet'.ust wordt flinker,
uw zenuwstelsel versterkt, do
loomheid vordwjjnt en heel
spoedig znlt gjj U lichamelijk
prettig govoelen. Waarschuwing!
Men verlange aitdrukkoljjk den
naam Dr. Hommel.
Menplwerk.
5 Mei 1814.
Eenige maanden geleden stond in een
onzer Provinciale bladen een stukje waar
in er o,a op werd gewezen, dat er voor
Walcheren wilde men de honderd
jarige onafhankelijkheid vieren alle
reden was, dil in hel begin van 1914
te doen daar toch eerst in Mei 1811 de
Franschen Walcheren ontruimden
Naar aanleiding van dit courantenbe.-
richt nam de vereeniging „Uit het Volk—
Voor hel Volk' het initiatief in Middel
burg dit feil feestelijk te herdenken
Waar thans de eerste vergadering van
het eere-comitc én het comité der organi
satie dezer feesten eenigen lijd geleden
heeft plaats gehad en de voorbereidingen
tot de feestviering al in vollen gang zijn
kan het misschien de lezers van dit
blad interesseerer een en ander te i
nemen van -hetgeen in Walcheren en
speciaal in Middelburg nu 100 jaren
geleden geschiedde
Hoe weinig weerklank zal bij de toen
malige bewoners van Walcheren de pro
clamatie van den divisie-generaal Gïlly
van 7 November 1809 gevonden hebben
waarmee hij in de volgende bewoordin
gen kennis gaf van de inlijving bij Frank
rijk:
„Uw eiland maakt een gedeelte uit van
„het Fransche Keizerrijk. Gij zijt geroe-
„pen om deel te hebben aan de ge
lukkige beslemming van 40 millioen in-
„woners, die zicli verhoovaardigen van
„door den grootsten monarch der we-
„reld geregeerd te worden, onder zijn
„grootmachtige bescherming de vruchten
„van zijn scheppend en levendmakend
„vernuft te smaken."
Hoe mooi klonk dat alles maar wal
al narigheid zou er op volgen!
Men kan zich den toestand denken
van de bewoners dezer met lamheid ge
slagen streken. De fleur van vroeger
was weg. De bloeiende handel van onze
stad was aan het kwijnen geraakt en ver
nietigd. Zoolang we niet waren ingelijfd
bij Frankrijk was tenminste de smokkel
handel nog met succes gedreven! Maar
toen we deel uitmaakten van het groote
rijk, was het ook daarmede gedaan De
douanen waren brutaal en zagen scherp,
de dienstboden waren niet altijd te ver
trouwen en de rechter was streng
Wij zullen echter niet lang bij de el
lende van dien tijd blijven staan Immers
op de droefheid is blijdschap gevolgd.
Napoleon is gevallen en de blijde dag
is aangebroken, waarop mannen als Van
Ilogendorp Van der Duijn van Maasdam
en Van Limburg Stirum hel hebben aan
gedurfd den eersten stoot te geven aan
de vrijmaking van ons land Nederland
herademde weer. In het laatst van No
vember 1813 geraakte Holland van Fran
sche (roepen vrij en ook voor Walcheren
brak bevrijding aan, al zou het nog
maanden duren eer de laatste Fransch-
man dil eiland had verlaten
Nu kwamen daar de berichten van
Amsterdam en elders, meldende dat de
Franschen zich hadden teruggetrokken
en dal gal hoop Hoop, in weerwil van
de 7000 man krijgsvolk op liet eiland
aanwezig, hoop, al voelde men liier wel
degelijk wat hel zeggen wil in staal van
beleg le zijn. Van af den 27en Novem
ber was alle rechlslreeksche gemeen
schap met hel vaderland verbroken. Voeg
daarbij de aanwezigheid van af 3 De
cember van een Engelsche vloot op onze
kust, hetgeen waarschijnlijk maakte, dat
ons eiland binnonkorl het middenpunt
van den strijd zou worden en men kan
zich de gemengde gevoelens van de
bewoners voorstellen
Hel was duidelijk, dat de Franschen
zich zwak gevoelden, een inval van de
Engel sclie vloot bepaald vreesden en men
herinnerde zich nog de woede van Na
poleon, toen hij in 1810 deze streken
bezocht, over het feil. dat men in 1809
bij den Engelsclien inval het eiland niet
gelie-el aan de zee had prijs gegeven.
Mochten de Franschen in de minderheid
blijven, dan zou dit - volgens de Kan-
Ier thans stellig gebeuren. Napoleon
had daarloe de strengste bevolen gege
ven cn onder de zeedijken waren zelfs
mijnen aangelegd.
Zag het er dus voor de toekomst wei
nig rooskleurig uil, ook het lieden baar
de zorg. Groote sommen gclds moeslen
worden opgebracht, allerlei werk moest
worden verricht, dat slecht of niet be
taald werd, de visscherij moest worden
geslaakt om elke gemeenschap met de
Engelsche vloot te voorkomen en den be-
Den Hen April verscheen op Kamper
land nog eens het zonderlinge nieuws
blad en bracht de Lijding „Napoleon
n'existe plus" (Napoleon beslaat niet
meer). De Gouverneur antwoordt met een
dagoraer, waaruit u tegemoet ldinkt
„Wee den vijand, die onzen bodem be
treedt Onze positie zoo zegl hij
„is schrikwekkend, de vijand kan ze niet
aanvallen, cn zoo hij ons eindelijk, door
de meerderheid overweldigd, tot wanhoop
bracht, zouden wij hem in de golven
van de Schel.de doen verzwelgen, al
moesten wij hem in dien grond volgen
Maar daar klonk op den 14en April de
blijde mare „Vrede1 Napoleon regeert
niet meer!" en drie dagen later maakte
een proclamatie van den Gouverneur dit
tot een officieelo waarheid. Zoo groot
was de vrcugae, dat de bevolking vergat,
hoe er in de omstandigheden nog niet
direct verandering kon lcomcn
Maar Bonaparte was van het tooneel,
de gehate en nu men gevoelde het
zou het zijn een kwestie van tijd, dat
Walcheren weer Hollandsch zou warden.
Zoo valt dan ook te verklaren, dat op
den 19en April onder donderend gejuich
de Bourbonschc vlag op den toren werd
geheschen. Al vast werd de Oranjekleur
voor den dag gehaald en kwistig gedra
gen Wel werd dil door den Gouverneur
verboden, doch Maire Byleveld wist hem
le beduiden, dal handhaving van dit ver
bod lol groole moeilijkheden aanleiding
zou geven en daarom stond men hel dan
oogluikend toe Dus leefde men eenige
dagen voort in heerlijk vooruit zien,
wachlende op de nog grootere gebeurte
nis die komen moest
En ze kwam Den 30ston April arri
veerde te Vlissingen een Fransch Gene
raal, die namens het nieuwe bestuur in
Frankrijk den Gouverneur hier gelastte
de vesting over te geven en hol eiland te
ontruimen Oogenbl ikke lijk werd hieraan
gevolg gegeven en zoo zag men te Mid
delburg op den 30sten April des avonds
te zes uur de witte vlag van den toren
gehaald en door de Hollandsche vervan
gen Volgens de Middelburgsche Courant
van 3 Mei 1814 geschiedde dit „onder
het spelen der ldokken en terwijl er fraai
muzijk zich voor het shadhuis need hoo-
ren Zoodra wapperde niet de Vader-
landschc vlag van den toren en van het
stadhuis of zij werd mot een vroolijk ge
juich begroet en op dil sein werden
weder overal door de geheele stad de
Hollandsche en Oranjevlaggen uitgesto
ken
Op denzelfden dag ontving men be-
Het hier vermelde is eene samen
vatting van eene rede gehouden door den
heer H. de BIouw in de eerste vergade
ring van het comité tot organisatie van de
onafhankelijkheidsfeesten
UUI l^. 'Vul JVUllH.II 11 UV11 ui r,
■oners van Walcheren ,ver<l de schande ncht, dat vanwege den Souveremen Vorst
aangedaan, dal zij van hun eerste bur-1Commissie op weg was om het he.
gers in gijzeling zagen genomen iviml over ll' m'11
Zoo worstelde men hier voort, van N" f*
dag tol dag, van weck lot week en bleef S1™*11 'JVr Jg? «H*»
onkundig omtrenl den gang van za- m he werk gesteld om dre commissie een
ken in do andere doelen vai ons vader- ™ardJf ""'."""ft I® bereiden. Door den
j heer P J Boddaert en „eenige andere
notabele jongelieden" werd den Maire
Mocht mm dc officieele berichten ge Bijteveld ^rglmnin(, gevraagd eene Eere-
looven, dan boekten de Franschen over-1 t<_ m£geil ykOTmcn „ellip dc gc.
wanning na overwinning machtigden van den Vorst luisterrijk zou
Maar toch kwamen er ook andere tij- inhalen Gaarne word deze vergunning
dingen. Moedige mannen durfden het aan, verieend. Trouwens ook het stadsbestuur
geheime tochten te ondernemen naar de Zelf liet zich niet onbetuigd, zooals blijkt
naburige eilanden en zoo verluidde het, I ujj een verhaal van den Maire van Mid-
dat dc mogendheden Parijs hadden inge-1 delburg van 3 Mci i814 waarin bepaald
nomen Den 6en April 1814 kreeg men werd <dat de heeren Maire. Adjoinct-
daaromtrent zekerheid. Terwijl de kanon- Maires en Ministers als vertegenwoordi-
nen van de Engelschevloot zich be- erende de gansche burgerij zich in koetsen
ijverden de blijde tijding over ons eiland zulIcn begeven tot buiten de Dampoort
uit te bulderen zag men vanuit Vcere op Hierbij zullen zij worden voorafgegaan
het tegenovergelegen Kamperland eendoor de Stadsboden en omringd door de
groot doek ontplooid, waarop in reusach- j Commissarissen en Agenten van Politie
tige letters te lezen stond Les alliés j mitsgaders de veldwachters". Van de par-
sont Paris, Les Anglais sont A Bor- (jj was ook de weder in eere herstelde
deaux. (De geallieerden zijn te Parijs, de Burger Compagnie Grenadiers, die den 23
Engelsclien zijn te Bordeaux Welk een November 1813 op last van den Gouver-
gevoel moet den Gouverneur van dit j neur ontwapend was, doch die in allerijl
eiland hebben bekropen toen hij, te Veere werd opgecommandeerd onder bevel van
zijnde, en een van de eerste lezers van den heer Serlé en met verzoek zooveel
deze zonderlinge courant, zoo eensklaps mogelijk in uniform te verschijnen,
al de door hem verspreide berichten Zoo zien we dan a\ de7P personen zich
om 11 uur op den 5en Mei 1814 van het
stadhuis begeven naar den Veerschen rij-
MIJN TWEEDE REIS NAAR JAPAN.
Naar het Engelsch.
26).
Mr Hilton kw3m van avond vroeg
terug Wij bestelden ons diner cn verga-
ken het op te eten. Hij sprak niet van T
geen hij 's middags had gedaan en lang
durige omgang met de wetenschap heeft
mij geleerd geen vragen te doen. Ik had
niet meer dan een fragment van een
plan in mijn hoofd. Ik had niet vorder
van Sada gehoord en wist niets meer dan
dat het huwelijk den volgenden dag zou
plaats hebben.
Wij besloten samen naar het huis van
Oom te gaan. Ik moest zien er binnen
I» komen en zoo hel eenigszins mogelijk
was Sada te spreken krijgen. Reden voor
mijn bezoek zon wezen een plaat waar
voor ik in een afgetrokken oogenblik
dertig yen verspild had. I
Billy moest buiten blijven, als ik er
maar Iets op bedenken kon, zou ik hem
liinnen roepen. Dat was een idéé van
kem.
Oom was uitstekend in zijn humour
en zoo gastvrij mogelijk. Het was duide
lijk dat alles naar zijn wensch ging, hij
maakte geen de minste toespeling op
de zaak. Ik vroeg naar Sada Oom glim
lachte zacht en zei dat ze niet thuis
was. Ananias stierf voor een minder groo
te leugen. Ik was uitwendig onverschillig
en inwendig verslagen.
Ik liet hem mijn prent zien. Dadelijk
was hij de volijverige, belangstellende
kunstkenner. Hij zette een hing verhaal
op over de loekening. Ofschoon ik hem
aanzag en wist dat hij praatte, hadden
zijn woorden geen beleekenis voor mij.
Ik was flauw van wanhoop. Het was
mijn laatste kans. Ik zou Ooms mooiste
prent hebben willen verwedden dal Billy
het niet meer kon uithouden van onge
duld Ik was nu al een uur in huis
en had niets bereikt. Als ik maar lang
genoeg kon blijven moest er iet3 ge
beuren.
Plotseling kreeg ik in nn'jn wanhoop
een gelukkigen inval
Oom had eens beloofd mij een zeer
kostbare leekening van Hokoesai te laten
zien, Ik vroeg of ik dien zien mocht
Hij was zoo opgetogen, dat hij geen be
diende riep, maar zelf verdween in een
diepe kast om naar zijn schat te zoe
ken.
Ik wist een oogenblik niet wat ik doen
moest, ik was wanhopig en had veel
lust, (onzinnige gedachte) om Oom op
te sluiten in de kast Maar er was geen
van schitterende overwinningen door het
Fransche leger behaald, zag gelogen
straft.
Hij haastte zich, dit Engelsche be-
weg waar even builen de Dampoort de
Commissarissen Generaal van
richt in het Weekblad, zooal niet te doen den Souvereinen Vorst der Nederlanden
tegenspreken, dan toch de wagrheid er werden opgewacht
van ten zeerste in twijfel te doen trekken Deze Commissarissen waren de heeren
slot op Hel |was zoo doodstil om mij heen
dal ik er angstig van word En toen
hoorde ik buiten zachtjes fluiten, met
een onmiskenbare Amcrikaansche haal
eraan, gevolgd door een zacht krassend
geluid- Mijn hart miste twee slagen Ik
wist niet wal er gebeurde Ik wist niet
eens zeker dal Sada in huis was, maai
er was een stem in mij die zei dat ik j
Oom moest bezig houden. Ik luisterde
naar die stem mei een bezwaard hart
Toen hij voor den dag kwam met zijn
prenten begon ik te praten. Ik zei hec-
le bladzijden uit handboeken op, of het
te pas kwam of niet. Ik schoot allerlei
technische termen op hem af, totdat hij
duizelig werd van hersengymnastiek
Het verbaasde mij zelf hoe ik steeds
nieuwe schoonheden vond in de dames
met de duivenpootjes en de krijgslieden
met hnu scheeve oogen. Oom behoefde
afleiding, bezigheid, aandacht. Aan mij
het voorrecht hem le geven, wat hij ver-
Langde
Geen geluid meer uil den tuin, de
stilte boorde gaten in mijn zenuwen
Ik was zoo bang dat de man mijn tril
lende opgewondenheid zou opmerken en
nam dus spoedig afscheid van hem. Oom
scheen een weinig verbaasd te zijn en
was zoo beleefd te zeggen, dat er thee
voor mij gereed gemaald was
Ik heb nog nooit minder behoefte aan
thee en meer behoefte aan eenzaamheid
gehad. Ik zei, dat ik met den avondtrein
naar Hiroshima moest vertrekken. Dat
was een snel besluit. Maar blijven zou
nutteloos zijn.
Ik zei Sayonara en glimlachte zoo lief
mogelijk. Ik had een gevoel dat ik dien
dierbaren Oom Mura nooit op aarde zou
weerzien en zonder twijfel zullen ,onzo
wegen ook daar ginds uiteenloopcn
Ik liep naar het hek Ik keek twee ver
schillende straten op Beide waren leeg.
Geen taal of teeken van Billy of van de
jinricksha's waarin wij gekomen waren
Het was of ik vleugelen had. toen ik
naar hel hotel terugkeerde
Hiroshima, Januari 1912.
Lieve Mate,
Ik ben veilig terug in mijn oud kwar
tier, waarom zou ik ook niet? Een detec
tive heeft mij vergezeld, sedert ik Kioto
verliet, hij heeft den geheelen nacht in
den trein bij mijn slaapplaats gezeten en
is mij gevolgd tot aan dezen ingang van
de school.
Toen ik den volgenden dag een wan
deling ging doen buiten de stad, zag ik
hem achter mijn rug, ik heb hem een
aardigen tocht laten doen De steilste
paden op die ik kende, langs rotswanden,
met de veerboot het water over naar
een afgelegen dorp, waar ik hem liet rus
ten in de snerpende kou, terwijl ik een
onverwacht bezoek maakte. Dit keer ver
diende hij zijn salaris en zijn avondeten.
Dien avond zat ik alleen in de zitka
mer. Een glazen deur lcidl naar een open
portiek Ik voelde iemands aanwezigheid;
keek op en zag twee oogen op mij geves
tigd Het maakte mij kriebelig en koud,
toch amuseerde liet mij Ik bleef 's avonds
laai opzillen maar een schaduw bij de
deur verkondigde mij, dat ik niet alleen
was Zelfs toen ik in lied lag hoorde ik
zachte voetstappen onder mijn raam.
Ik kom juist van een samenkomst waar
mij veel is opgehelderd
Sada San is verdwenen, en. zoo luid!
hun schrandere redeneering daar ik dc
laatste persoon was die in haar Oom's
huis is geweest voordat haar afwezigheid
bemerkt werd, is de slotsom, dat ik haar
ontvoerd heb
Een paar uur ge Knie n kwam het ver
schrikte dienstmeisje mij aankondigen,
dat „twee heeren-soldaten met sabels,
mij wenschten te spreken
Ik ging dadelijk en vond mijn be
schermengel en hel Hoofd van politic
van dit district in dc wachtkamer. Wij
verbeuzelden kostbare oogenblikken met
het informeeren naar eikaars gezondheid
en naar die van onze familiebetrekkingen,
ieder woord ging vergezeld met een bui
ging en een luiden zucht. Wij brachten
ons zelf in de stemming voor hetgeen
volgen moest
Wordt vervolgd.