r TWEEDE BLAD *£andèomi)kroniek FEUILLETON. Zaterdag 14 Feör. 1914, na. 38. Ingezonden Mededeeüngen. F. SLUIS. 5 VOGEL-EN PLUIMVEEVOEDER, VAS 0>ZES VA&TEK MEDEWEKKF.lt DE FOKKERIJ. (Slot.) We hebban nu reeds gerulmen tijd stil gestaan bij den aankoop van jonge paarden in België, wij willen ons ten sloltc bezighouden met de fokkerij op e«sen stal Over de inrichting van den stal spre ken wij in 'l vcrvplg. wij nemen voor 't oogenblik aan dat die stal goed is, voldoende zuiver, goed verlicht, be hoorlijk te ventileereu (te voorzien van veTsche luclil zonder tocht te veroor zaken. terwijl aan de gebruikte lucht een geregelde afvoer is verzekerd), enz. Heeft men nu een veulen-merrie aan gekweekt tot het ongeveer drie jaar o«d is, dan laat men haar dekken; jon ger dekken dan op 2'/s jarigen leeftijd, is nooit aan te bevelen en kan slechts toegelaten worden voor veulens, die bui tengewoon ontwikkeld zijn. Is de merrie drachtig, dan lean men baar geregeld haar werk laten verrich te® tot enkele dagen vóór zij werpt; men behoeft niet te vreezen, dat liet werk baor of haar veulen zal benadeeleni, waarneer men slechts zorgt, dal het werk niet te zwaar is en men aan de merrie van tijd tot tijd gelegenheid geeft te rmrten Tegen den tijd. dat de merrie moet werpen, dient in den stal des nachts ge waakt te worden om bij de geboorte dadelijk bij de liaud te- zijn den navel streng af te binden met een pntsmet tonwtje, af te snijden, het veulen bij dé moeder te plaatsen om afgelikt te worden waarbij men de moeder behulp zaam lean zijn door de beenen en voor haar moeilijk te bereiken deelen van het veulen droog te maken met een strod- wisch Aanbeveling verdient hel Belgische ge bruik om de moeder na de geboorte te onthalen op eene lauwe slobbering. Gewoonlijk gaal het veulen uit zich zelf naar den uier; is dit niet het geval dan wijst men het diertje den weg Nog zij hier opgemerkt, dat men de merrie vóór de geboorte van het veulen en ook eenige dagen daarna op dieet dient te houden, d w. z. niet het volle rantsoen toedienen, maar een deel daar van vervangen door eene lauwe slobbe ring, die men de moeder drie malen per dag toedient. Vooral te zorgen, dat de merrie na de geboorte van haar veulen geen koude vat; aanbeveling verdient het haar gedu rende de eerste dagen na de geboorte te dekken met een deken. Nog beter is het de merrie met haar veulen in een afzonderlijken stal te brengen, waarin de moeder wordt vast gebonden, maar waarin het veulen kan rondloopen In Henegouwen zagen wij verscheidene boerenplaatsen geheel door stallen en muren afgesloten; de mestvaalt in het midden en daarop de veulens hit de aangrenzende geopende stallen rond loopen. Zoodra de merrie een dag tien, twaalf bevallen is, neemt zij weer geregeld deel ann den gewonen arbeid, men zorgt slechts, dal men dat zoo inricht, dat de moeder behoorlijk op tijd naar huis lean komen om haar veulen le zoogenen daarbij niet bezweet is, want het zuigen der veulens, wanneer de moeder nog te verhit is. kan voor deze dieren zeer na- deeligevaak doodelijke gevolgen hebben Men weet, dat de paarden in België algemeen geblokstaart worden; zulks ge schiedt tegenwoordig bij ons ook Het doel daarvan, is dat men beter hunne achterdeelen zou kunnen zien, de zwaar te van het dier beter waarnemen; mooi vinden wij dat gebruik echter niet en zeker ook niet goed, omdat daardoor aan de dieren een verdedigingsmiddel tegen de lastige vliegen ontnomen wordt Maar de mode eischt hel en tegen de mode is kwaad krijgyoeren Dat blokstaarteu nu geschiedt gewoon lijk terwijl hel veulen nog bij de moeder is; sommige fokkers laten dat eerst op lateren leeftijd plaats vinden Op rustdagen laat men de moeder met het veulen in de weide loopen Zoodra hel veulen vier, vijf weken oud is, begint het vast voedsel te gebruiken, daarom vindt men in de stallen, ook in de weiden, lage etensbakken, waarin men zorg{, dat altijd een weinig goed hooi eji eene voldoende hoeveelheid ha ver aanwezig is; zoodat het veulen daar van kan eten zooveel als hel lust De Belgische fokkers voederen deze haver mceslal geplet, vermengd met tar wezemelen of met meiassen Zoodra ze vier maanden bij de moeder geloopen hebben, maai- zelden vroeger, soms la ter, dal hangt van omstandigheden af, worden de veulens zeer geleidelijk ge speend, welke geleidelijkheid zoowel voor moedei- als kind hoogst gewenscht is Om lol hel spenen over te gaan moeten moeder en veulen worden gescheiden, een drielal dagdn laai men liet veulen driemaal per dag zuigen; de volgende drie dagen tweemaal, daarna een paar dagen eenmaal en hel spenen is afgeloo- pen. Moclil men daarna zien, dat de uier van de moeder nog te veel opzet, dan zou men na eenige dagen den uier nog eens kunnen laten leeg zuigen, <maar daar mede is dan ook de scheiding lusschen moeder en kind beslist Bij vele fokkers in België beslaat hel gebruik de gespeende veulens, die voor den handel bestemd zijn, nog eenige da gen met koemelk te voeden, doch, men doet goed deze daaraan geleidelijk le ge wennen door de melk eenigszins te wij zigen en in geringere hoeveelheid toe te dienen Om de noodzakelijkheid daarvan in te zien. hebbe men slechts te letten op de samenstelling van beide soorlen van melk koemelk 87 5 waler, 3.5 albumine en kaasslof, 3.4 vet, 4.6 melksuiker, 0.75 asch; merriemelk 90 7 water, 4.6 albumine en kaasstof, 1.2 vet, 5.7 melksuiker, 0.8 asch; waaruit men dadelijk kan zien dat het vetgehalte van koemelk te groot, het sui kergehalte te gering is om van paarde- melk, onmiddellijk op koemelk over te gaan- Het doel van dit voeden met koemelk is de veulens er oogelijker te doen uit zien; om dat doel te bereiken, (wor den de veulens vaak gedurende den groot sten lijd van hel zuigen bij de moeder gelaten en dartelen met deze den gehoe- len dag in de weide In den regel zullen dan ook deze veulens na het spenen er beslist koopziender uitzien dan die van moeders, welke geregeld hebben moe ten werken, maar wanneer men het veu len na hel spenen behoorlijk blijft voeden en daaraan zooveel mogelijk de vrije be weging laat, want deze is beslist onmis baar, dan zal men op éénjarigen leeftijd weinig ja geen verschil meer tusschen de op verschillende wijze aangefokle veu lens waarnemen Een veulen ontwikkelt zich het eerste jaar het meest, ongeveer voor 3/52 en daar de ontwikkeling in dat tijdperk be slissend is voor zijn geheele verdere ont wikkeling moet de voeding in dat eerste jaar niets te wenschen overlaten en bij eene voldoende voeding mag de haver niet ontbreken Voor de ontwikkeling van het beendergestel is eene toevoeging van 20 gram beendermeel bij het gewone rantsoen aan te bevelen. Dat er «-feeds gezorgd moet worden voor gezond water om te drinken en voor eene geregelde hoefverpleging be hoeft nauwelijks vermelding. Inlusschen stappen wij thans van dit onderwerp af om on sin een volgend nummer meer in 't bijzonder bezig le houden met den tuin en later op de voeding van paarden en rundvee terug te komen dageljjks een likeurglaasje Dr. Hommers Haematogen on- middclijk vóór den hoofdmaal tijd! Uw eet'.ust wordt flinker, uw zenuwstelsel versterkt, do loomheid vordwjjnt en heel spoedig znlt gjj U lichamelijk prettig govoelen. Waarschuwing! Men verlange aitdrukkoljjk den naam Dr. Hommel. Menplwerk. 5 Mei 1814. Eenige maanden geleden stond in een onzer Provinciale bladen een stukje waar in er o,a op werd gewezen, dat er voor Walcheren wilde men de honderd jarige onafhankelijkheid vieren alle reden was, dil in hel begin van 1914 te doen daar toch eerst in Mei 1811 de Franschen Walcheren ontruimden Naar aanleiding van dit courantenbe.- richt nam de vereeniging „Uit het Volk— Voor hel Volk' het initiatief in Middel burg dit feil feestelijk te herdenken Waar thans de eerste vergadering van het eere-comitc én het comité der organi satie dezer feesten eenigen lijd geleden heeft plaats gehad en de voorbereidingen tot de feestviering al in vollen gang zijn kan het misschien de lezers van dit blad interesseerer een en ander te i nemen van -hetgeen in Walcheren en speciaal in Middelburg nu 100 jaren geleden geschiedde Hoe weinig weerklank zal bij de toen malige bewoners van Walcheren de pro clamatie van den divisie-generaal Gïlly van 7 November 1809 gevonden hebben waarmee hij in de volgende bewoordin gen kennis gaf van de inlijving bij Frank rijk: „Uw eiland maakt een gedeelte uit van „het Fransche Keizerrijk. Gij zijt geroe- „pen om deel te hebben aan de ge lukkige beslemming van 40 millioen in- „woners, die zicli verhoovaardigen van „door den grootsten monarch der we- „reld geregeerd te worden, onder zijn „grootmachtige bescherming de vruchten „van zijn scheppend en levendmakend „vernuft te smaken." Hoe mooi klonk dat alles maar wal al narigheid zou er op volgen! Men kan zich den toestand denken van de bewoners dezer met lamheid ge slagen streken. De fleur van vroeger was weg. De bloeiende handel van onze stad was aan het kwijnen geraakt en ver nietigd. Zoolang we niet waren ingelijfd bij Frankrijk was tenminste de smokkel handel nog met succes gedreven! Maar toen we deel uitmaakten van het groote rijk, was het ook daarmede gedaan De douanen waren brutaal en zagen scherp, de dienstboden waren niet altijd te ver trouwen en de rechter was streng Wij zullen echter niet lang bij de el lende van dien tijd blijven staan Immers op de droefheid is blijdschap gevolgd. Napoleon is gevallen en de blijde dag is aangebroken, waarop mannen als Van Ilogendorp Van der Duijn van Maasdam en Van Limburg Stirum hel hebben aan gedurfd den eersten stoot te geven aan de vrijmaking van ons land Nederland herademde weer. In het laatst van No vember 1813 geraakte Holland van Fran sche (roepen vrij en ook voor Walcheren brak bevrijding aan, al zou het nog maanden duren eer de laatste Fransch- man dil eiland had verlaten Nu kwamen daar de berichten van Amsterdam en elders, meldende dat de Franschen zich hadden teruggetrokken en dal gal hoop Hoop, in weerwil van de 7000 man krijgsvolk op liet eiland aanwezig, hoop, al voelde men liier wel degelijk wat hel zeggen wil in staal van beleg le zijn. Van af den 27en Novem ber was alle rechlslreeksche gemeen schap met hel vaderland verbroken. Voeg daarbij de aanwezigheid van af 3 De cember van een Engelsche vloot op onze kust, hetgeen waarschijnlijk maakte, dat ons eiland binnonkorl het middenpunt van den strijd zou worden en men kan zich de gemengde gevoelens van de bewoners voorstellen Hel was duidelijk, dat de Franschen zich zwak gevoelden, een inval van de Engel sclie vloot bepaald vreesden en men herinnerde zich nog de woede van Na poleon, toen hij in 1810 deze streken bezocht, over het feil. dat men in 1809 bij den Engelsclien inval het eiland niet gelie-el aan de zee had prijs gegeven. Mochten de Franschen in de minderheid blijven, dan zou dit - volgens de Kan- Ier thans stellig gebeuren. Napoleon had daarloe de strengste bevolen gege ven cn onder de zeedijken waren zelfs mijnen aangelegd. Zag het er dus voor de toekomst wei nig rooskleurig uil, ook het lieden baar de zorg. Groote sommen gclds moeslen worden opgebracht, allerlei werk moest worden verricht, dat slecht of niet be taald werd, de visscherij moest worden geslaakt om elke gemeenschap met de Engelsche vloot te voorkomen en den be- Den Hen April verscheen op Kamper land nog eens het zonderlinge nieuws blad en bracht de Lijding „Napoleon n'existe plus" (Napoleon beslaat niet meer). De Gouverneur antwoordt met een dagoraer, waaruit u tegemoet ldinkt „Wee den vijand, die onzen bodem be treedt Onze positie zoo zegl hij „is schrikwekkend, de vijand kan ze niet aanvallen, cn zoo hij ons eindelijk, door de meerderheid overweldigd, tot wanhoop bracht, zouden wij hem in de golven van de Schel.de doen verzwelgen, al moesten wij hem in dien grond volgen Maar daar klonk op den 14en April de blijde mare „Vrede1 Napoleon regeert niet meer!" en drie dagen later maakte een proclamatie van den Gouverneur dit tot een officieelo waarheid. Zoo groot was de vrcugae, dat de bevolking vergat, hoe er in de omstandigheden nog niet direct verandering kon lcomcn Maar Bonaparte was van het tooneel, de gehate en nu men gevoelde het zou het zijn een kwestie van tijd, dat Walcheren weer Hollandsch zou warden. Zoo valt dan ook te verklaren, dat op den 19en April onder donderend gejuich de Bourbonschc vlag op den toren werd geheschen. Al vast werd de Oranjekleur voor den dag gehaald en kwistig gedra gen Wel werd dil door den Gouverneur verboden, doch Maire Byleveld wist hem le beduiden, dal handhaving van dit ver bod lol groole moeilijkheden aanleiding zou geven en daarom stond men hel dan oogluikend toe Dus leefde men eenige dagen voort in heerlijk vooruit zien, wachlende op de nog grootere gebeurte nis die komen moest En ze kwam Den 30ston April arri veerde te Vlissingen een Fransch Gene raal, die namens het nieuwe bestuur in Frankrijk den Gouverneur hier gelastte de vesting over te geven en hol eiland te ontruimen Oogenbl ikke lijk werd hieraan gevolg gegeven en zoo zag men te Mid delburg op den 30sten April des avonds te zes uur de witte vlag van den toren gehaald en door de Hollandsche vervan gen Volgens de Middelburgsche Courant van 3 Mei 1814 geschiedde dit „onder het spelen der ldokken en terwijl er fraai muzijk zich voor het shadhuis need hoo- ren Zoodra wapperde niet de Vader- landschc vlag van den toren en van het stadhuis of zij werd mot een vroolijk ge juich begroet en op dil sein werden weder overal door de geheele stad de Hollandsche en Oranjevlaggen uitgesto ken Op denzelfden dag ontving men be- Het hier vermelde is eene samen vatting van eene rede gehouden door den heer H. de BIouw in de eerste vergade ring van het comité tot organisatie van de onafhankelijkheidsfeesten UUI l^. 'Vul JVUllH.II 11 UV11 ui r, ■oners van Walcheren ,ver<l de schande ncht, dat vanwege den Souveremen Vorst aangedaan, dal zij van hun eerste bur-1Commissie op weg was om het he. gers in gijzeling zagen genomen iviml over ll' m'11 Zoo worstelde men hier voort, van N" f* dag tol dag, van weck lot week en bleef S1™*11 'JVr Jg? «H*» onkundig omtrenl den gang van za- m he werk gesteld om dre commissie een ken in do andere doelen vai ons vader- ™ardJf ""'."""ft I® bereiden. Door den j heer P J Boddaert en „eenige andere notabele jongelieden" werd den Maire Mocht mm dc officieele berichten ge Bijteveld ^rglmnin(, gevraagd eene Eere- looven, dan boekten de Franschen over-1 t<_ m£geil ykOTmcn „ellip dc gc. wanning na overwinning machtigden van den Vorst luisterrijk zou Maar toch kwamen er ook andere tij- inhalen Gaarne word deze vergunning dingen. Moedige mannen durfden het aan, verieend. Trouwens ook het stadsbestuur geheime tochten te ondernemen naar de Zelf liet zich niet onbetuigd, zooals blijkt naburige eilanden en zoo verluidde het, I ujj een verhaal van den Maire van Mid- dat dc mogendheden Parijs hadden inge-1 delburg van 3 Mci i814 waarin bepaald nomen Den 6en April 1814 kreeg men werd <dat de heeren Maire. Adjoinct- daaromtrent zekerheid. Terwijl de kanon- Maires en Ministers als vertegenwoordi- nen van de Engelschevloot zich be- erende de gansche burgerij zich in koetsen ijverden de blijde tijding over ons eiland zulIcn begeven tot buiten de Dampoort uit te bulderen zag men vanuit Vcere op Hierbij zullen zij worden voorafgegaan het tegenovergelegen Kamperland eendoor de Stadsboden en omringd door de groot doek ontplooid, waarop in reusach- j Commissarissen en Agenten van Politie tige letters te lezen stond Les alliés j mitsgaders de veldwachters". Van de par- sont Paris, Les Anglais sont A Bor- (jj was ook de weder in eere herstelde deaux. (De geallieerden zijn te Parijs, de Burger Compagnie Grenadiers, die den 23 Engelsclien zijn te Bordeaux Welk een November 1813 op last van den Gouver- gevoel moet den Gouverneur van dit j neur ontwapend was, doch die in allerijl eiland hebben bekropen toen hij, te Veere werd opgecommandeerd onder bevel van zijnde, en een van de eerste lezers van den heer Serlé en met verzoek zooveel deze zonderlinge courant, zoo eensklaps mogelijk in uniform te verschijnen, al de door hem verspreide berichten Zoo zien we dan a\ de7P personen zich om 11 uur op den 5en Mei 1814 van het stadhuis begeven naar den Veerschen rij- MIJN TWEEDE REIS NAAR JAPAN. Naar het Engelsch. 26). Mr Hilton kw3m van avond vroeg terug Wij bestelden ons diner cn verga- ken het op te eten. Hij sprak niet van T geen hij 's middags had gedaan en lang durige omgang met de wetenschap heeft mij geleerd geen vragen te doen. Ik had niet meer dan een fragment van een plan in mijn hoofd. Ik had niet vorder van Sada gehoord en wist niets meer dan dat het huwelijk den volgenden dag zou plaats hebben. Wij besloten samen naar het huis van Oom te gaan. Ik moest zien er binnen I» komen en zoo hel eenigszins mogelijk was Sada te spreken krijgen. Reden voor mijn bezoek zon wezen een plaat waar voor ik in een afgetrokken oogenblik dertig yen verspild had. I Billy moest buiten blijven, als ik er maar Iets op bedenken kon, zou ik hem liinnen roepen. Dat was een idéé van kem. Oom was uitstekend in zijn humour en zoo gastvrij mogelijk. Het was duide lijk dat alles naar zijn wensch ging, hij maakte geen de minste toespeling op de zaak. Ik vroeg naar Sada Oom glim lachte zacht en zei dat ze niet thuis was. Ananias stierf voor een minder groo te leugen. Ik was uitwendig onverschillig en inwendig verslagen. Ik liet hem mijn prent zien. Dadelijk was hij de volijverige, belangstellende kunstkenner. Hij zette een hing verhaal op over de loekening. Ofschoon ik hem aanzag en wist dat hij praatte, hadden zijn woorden geen beleekenis voor mij. Ik was flauw van wanhoop. Het was mijn laatste kans. Ik zou Ooms mooiste prent hebben willen verwedden dal Billy het niet meer kon uithouden van onge duld Ik was nu al een uur in huis en had niets bereikt. Als ik maar lang genoeg kon blijven moest er iet3 ge beuren. Plotseling kreeg ik in nn'jn wanhoop een gelukkigen inval Oom had eens beloofd mij een zeer kostbare leekening van Hokoesai te laten zien, Ik vroeg of ik dien zien mocht Hij was zoo opgetogen, dat hij geen be diende riep, maar zelf verdween in een diepe kast om naar zijn schat te zoe ken. Ik wist een oogenblik niet wat ik doen moest, ik was wanhopig en had veel lust, (onzinnige gedachte) om Oom op te sluiten in de kast Maar er was geen van schitterende overwinningen door het Fransche leger behaald, zag gelogen straft. Hij haastte zich, dit Engelsche be- weg waar even builen de Dampoort de Commissarissen Generaal van richt in het Weekblad, zooal niet te doen den Souvereinen Vorst der Nederlanden tegenspreken, dan toch de wagrheid er werden opgewacht van ten zeerste in twijfel te doen trekken Deze Commissarissen waren de heeren slot op Hel |was zoo doodstil om mij heen dal ik er angstig van word En toen hoorde ik buiten zachtjes fluiten, met een onmiskenbare Amcrikaansche haal eraan, gevolgd door een zacht krassend geluid- Mijn hart miste twee slagen Ik wist niet wal er gebeurde Ik wist niet eens zeker dal Sada in huis was, maai er was een stem in mij die zei dat ik j Oom moest bezig houden. Ik luisterde naar die stem mei een bezwaard hart Toen hij voor den dag kwam met zijn prenten begon ik te praten. Ik zei hec- le bladzijden uit handboeken op, of het te pas kwam of niet. Ik schoot allerlei technische termen op hem af, totdat hij duizelig werd van hersengymnastiek Het verbaasde mij zelf hoe ik steeds nieuwe schoonheden vond in de dames met de duivenpootjes en de krijgslieden met hnu scheeve oogen. Oom behoefde afleiding, bezigheid, aandacht. Aan mij het voorrecht hem le geven, wat hij ver- Langde Geen geluid meer uil den tuin, de stilte boorde gaten in mijn zenuwen Ik was zoo bang dat de man mijn tril lende opgewondenheid zou opmerken en nam dus spoedig afscheid van hem. Oom scheen een weinig verbaasd te zijn en was zoo beleefd te zeggen, dat er thee voor mij gereed gemaald was Ik heb nog nooit minder behoefte aan thee en meer behoefte aan eenzaamheid gehad. Ik zei, dat ik met den avondtrein naar Hiroshima moest vertrekken. Dat was een snel besluit. Maar blijven zou nutteloos zijn. Ik zei Sayonara en glimlachte zoo lief mogelijk. Ik had een gevoel dat ik dien dierbaren Oom Mura nooit op aarde zou weerzien en zonder twijfel zullen ,onzo wegen ook daar ginds uiteenloopcn Ik liep naar het hek Ik keek twee ver schillende straten op Beide waren leeg. Geen taal of teeken van Billy of van de jinricksha's waarin wij gekomen waren Het was of ik vleugelen had. toen ik naar hel hotel terugkeerde Hiroshima, Januari 1912. Lieve Mate, Ik ben veilig terug in mijn oud kwar tier, waarom zou ik ook niet? Een detec tive heeft mij vergezeld, sedert ik Kioto verliet, hij heeft den geheelen nacht in den trein bij mijn slaapplaats gezeten en is mij gevolgd tot aan dezen ingang van de school. Toen ik den volgenden dag een wan deling ging doen buiten de stad, zag ik hem achter mijn rug, ik heb hem een aardigen tocht laten doen De steilste paden op die ik kende, langs rotswanden, met de veerboot het water over naar een afgelegen dorp, waar ik hem liet rus ten in de snerpende kou, terwijl ik een onverwacht bezoek maakte. Dit keer ver diende hij zijn salaris en zijn avondeten. Dien avond zat ik alleen in de zitka mer. Een glazen deur lcidl naar een open portiek Ik voelde iemands aanwezigheid; keek op en zag twee oogen op mij geves tigd Het maakte mij kriebelig en koud, toch amuseerde liet mij Ik bleef 's avonds laai opzillen maar een schaduw bij de deur verkondigde mij, dat ik niet alleen was Zelfs toen ik in lied lag hoorde ik zachte voetstappen onder mijn raam. Ik kom juist van een samenkomst waar mij veel is opgehelderd Sada San is verdwenen, en. zoo luid! hun schrandere redeneering daar ik dc laatste persoon was die in haar Oom's huis is geweest voordat haar afwezigheid bemerkt werd, is de slotsom, dat ik haar ontvoerd heb Een paar uur ge Knie n kwam het ver schrikte dienstmeisje mij aankondigen, dat „twee heeren-soldaten met sabels, mij wenschten te spreken Ik ging dadelijk en vond mijn be schermengel en hel Hoofd van politic van dit district in dc wachtkamer. Wij verbeuzelden kostbare oogenblikken met het informeeren naar eikaars gezondheid en naar die van onze familiebetrekkingen, ieder woord ging vergezeld met een bui ging en een luiden zucht. Wij brachten ons zelf in de stemming voor hetgeen volgen moest Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1914 | | pagina 5