BIJVOEGSEL
BINNENLAND.
FEUILLETON.
CHRISTINE,
Knnst en Wetenschappen.
TAS
Woensdag 7 Jan. 1314, no. 5.
WAT WIL DE VRIJZINNIGE BOND?
Laai ik liever beginnen te zeggen wal
hij niet wil. De Vrijzinnige Bond wil
niet zijn een politieke organisatie,
niet een vereeniging die als geheel of
door zijn afdeelingen, kandidaten stelt
voor Tweede Kamer, Provinciale Stalen'
of Gemeenteraad. Daarvoor zou noodig
zijn, dat de Bond had een politiek pro-1
gram, aangezien hel optreden bij de
stembus, met kandidaten, noodzakelijk
gepaard moet gaan met kleur beken
nen ten opzichte van de politieke vraag
stukken, die aan de orde zijn en bij hel
stellen van kandidaten den doorslag moe
ten geven. Deze toch zullen, als ze ge
kozen worden in de verschillende poli
tieke lichamen, geroepen worden die
vraagstukken te helpen oplossen. Men
moet dus weten, wal men le dien op
zichte aan lierilieefl. De Vrijzinnige Bond
wil dat werk overlaten aan de k i e s-
vereenigingen, die natuurlijk als ze
haar Laak goed begrijpen en zuiver
z a k e 1 ij k den politieleen strijd willen
voeren wel een program moeien
hebben en zich behooren le scharen in
het gelid der partij, waarvan zij het pro
gram aannemen.
De Vrijzinnige Bond heeft dus geen po
litiek program en wil er geen "hebben.
,\Vat wil, wal bedoelt hij dan? Artikel 2
der Statuten zegt „de Vrijzinnige Bond
heeft ten doel vrijzinnige denkbeelden in
algemeenen zin te wekken en te ver
breiden". Daartoe wil hij ajle vrijzin
nigen in zich vereenigen, betere kennis
omtrent vrijzinnigheid verspreiden en
daardoor lol vrijzinnige denkbeelden op
wekken.
Dit is noodig in onzen tijd, niet alleen
op politiek gebied, maar op allo terrein
des levens. Vrijzinnigheid is een denk
wijze, een leven >opvalling, een algemeen,
dus niet alleen een poljtiek beginsel, dal
lijnrecht staal tegenover alle dogmatiek,
godsdienstige zoowel als economische
Men doet hel soms wel gaarne voorko
men, alsof de vrijzinnigheid, als leidend
beginsel op allerlei terrein, zou hebben
uitgediend en voor haar naast confessio-
nalismo en marxisme nauwelijks meer
plaats zou zijn. De sterke opleving van
de vrijzinnige beginselen, op staatkundig
en godsdienstig gebied, in het afgeloopen
jaar vooral zoo duidelijk gebleken, gaf
reeds een krachtige tegenspraak op be
doelde bewering Maar toch is het noo
dig, voor. de vrijzinnige levensopvatting
alom propaganda te maken, deze le doen
kennen in haar aard en wezen, haar
historie en haar consequenties. Aan de
opvoeding des volles tol vrijzinnig inzicht
is nog ,zoo veel te doen; heele velden
liggen nog braak, heele groepen van men-
schen weten niet of ter nauwer nood wat
vrijzinnigheid is, hoe zij zicli kan open
baren, wat zij in den loop der eeuwen
heeft tot stand gebracht en tegen
gehouden of omver geworpen. Dit in
zicht te bevorderen, deze. braakliggende
velden le ontginnen, is hel doel, dal de
Vrijzinnige Bond beoogt. Het houden van
lezingen, landdagen en cursussen, het
verstrekken van lektuur, het oprichten
van debating-clubs, meisjes- en jonge-
lingsvereenigingcn, dit alles en nog veel
meer zijn middelen, waardoor dat doel
kan bevorderd worden. De propaganda,
op deze wijze voor de vrijzinnige idéé,
Naar het Engelsch.
deer L. G. MOBERLY.
89.
Hij lachte en schaamde ziöh over zijn
eigen lafheid, zooals hij liet noemde, om
het onvermijdelijke uit te stellen, maar er
scheen hem een last van het liarl toen
jliij jde beide brieven 'onbeantwoord ter zij
de had gelegd. Hij stond op en ging
naar beneden naar zijn ontvangkamer met
het aangename gevoel dal liet verbranden
van de booten nog niet begonnen was.
De drukke morgen waarop hij allerlei
soort patiënten ontving, die elkaar in de
wachtkamer verdrongen, was half voor
bij; hij wachtte m zijn klein consult-
kamertje op den volgenden patiënt, toen
er getikt werd en Thompson, zijn bedien
de en factotum, binnenkwam. Thompson
en zijn vrouw maakten liet gcheele dienst-
bodenpersoneel uit van Fergusson's huis
houden beiden de oprechte bewonderaars
van den dokter, zoowel als zijn trouwe
bedienden; en toen hij hun de toekom
stige verandering in zijn leven had mede
gedeeld, hadden zij als uit één mond ge
vraagd of zij mee mochten gaan naar
het Verre Westen om zijn lot te deelen
in het nieuwe land met zijn nieuwe werk
voor de vrijzinnige levensopvatting ge
maakt, zal haar vruchten afwerpen, haar
gevolgen doen zien, niet alleen op po
litiek terrein, maar ook op godsdienstig
en kerkelijk, op maatschappelijk gebied;
in fabriek en werkplaats, in huisgezin en
samenleving.
Tot dit «oei kunnen mannen en vrou
wen, die den leeftijd van 18 jaar hebben
bereikt, meewerken door als lid lot den
Bond toe te treden; dus ook, ja zeker
niet liet minst de jongeren van beide
geslachten, zijn er welkom.
Ook vereenigmgen worden als leden
aangenomen, lerwijl vereenigiugen, die
niet willen toetreden als lid, zich niet
willen „aansluiten" dus, toch door adhae-
siebetuigingen, steun kunnen verleenen
en dan als „zuslervereenigiugen" worden
aangenomen Departementen der Maat
schappij „tol Nul van 't Algemeen", af
deelingen van Volksonderwijs, van den
Protestantenbond, van de Vrijzinnig-Her
vormden, Doopsgezinde gemeenten, kies-
verccnigmgen kunnen dus, behalve door
werkzaamheid in eigen kring ter bevor
dering van een bizonder Vrijzinnig
doel,d oor zich bij den Vrijzinnigen Bond
als een centraal verenigingspunt aan te
sluiten, levens aan de versterking en de
verbreiding van liet vrijzinnige beginsel,
van de vrijzinnige levensopvatting, in al
gemeenen zin werkzaam zijn.
Hel is mij herhaaldelijk gebleken,dat
er omtrent doel en slreven van den Vrij
zinnigen Bond misverstand bestaak Er
zijn er die meenen, dat de „Vrijzinnige
kiesvereeniging" onlangs le Middelburg
opgericht, eigenlijk hetzelfde bedoelt als
een a/deeling van den Vrijzinnigen Bond
Dit nu is een vergissing Uit het boven
staande zal hel duidelijk zijn, waarom ik
meen, dat dit liet geval is.
Tot die vergissing gaven ongetwijfeld
de oprichters dier kiesverecnigmg zeif
aanleiding. Zij willen een kies vereeni
ging vormen, maar geen beginselverkla
ring formuleeren; zij willen evenluceldus
kandidaten stellen voor de vertegenwoor
digende lichamen, maar geen program
aannemen, waaraan de beginselen dier
kandidaten kunnen worden geloelsl. Aan
sluiting bij een der l>eslaande groote po
litieke organisaties werd nadrukkelijk ont
raden en bestreden. Dit is hinken op
twee gedachten Ik vrees verwarring van
een dergelijk optreden, nadeel voor de
zuiverheid van hel politiek leven in onze
omgeving. Hel woord „Vrijzinnig" zonder
meer, zegt op het terrein van de prakti
sche politiek niet genoeg, om daarop al
leen politieke actie te voeren.
Dit staat vast- een kies vereeniging
als zoodanig kan niet een af dee ling
vormen van den Vrijzinnigen Bond; zij
kan wel, als vereeniging, lid worden van
dien Bond of van een zijner afdeelingen.
Het komt mij voor, dat in Zeeland
nultig werk is te doen voor een Vrijzinni
gen Bond, en mei een doel als boven
omschreven en door den heer T. H Sie-
melink vroeger reeds in liet „Vrijzinnig
Weekblad", uitvoerig toegelicht.
Op Zaterdag 10 Januari 1911
zal te G o c s een vergadering worden ge
houden, waar de definitieve organisatie
van deli Bond zal worden besproken
Hel leek mij nuttig en noodig, vooraf nog
eens in het licht te stellen, wal hij be
oogt en daardoor personen len vereenigin-
gen lot aansluiting bij dien Bond op te
wekken.
Mogen het velen zijn. Hel arbeidsveld
is groot, het terrein moeilijk, hel werk
vordert veler krachten en toewijding.
HERMAN SNIJDERS
Middelburg 5 Jan. '14
UIT OOST-INDIË.
- O u d-M i n i s t e r C o 1 ij n over
A Ij eli.
Dc heer Colijn stond den redacteur
van de „Sum Post" een onderhoud toe;
wat hij daarbij zeide omtrent de toestan
den in Atjeli, nu van verschillende zij
den het beleid van den gouverneur Swart
wordt afgebroken, laten we hier volgen
De heer Colijn heeft op zijn jongste
Aljehreis gedurende korten tijd vertoefd
zaamheden.
Toen Thompson nu hel kamertje van
den dokter binnenkwam wist Fergusson
niet recht wal hij van hem denken moest
want hij zag er ontsteld en toch ook
weer verheugd uil.
„Nu, Thompson, wat is er?" vroeg
hij. Het gebeurde heel zelden dat men
hem op dat ifur met iets van de huis
houding kwam lastig vallen.
„Er is een dame om u le spreken, mijn
heer. Toen zij hoorde dat u spreekuur
had, wou zij heengaan en terugkomen,
maar ik vond hel niet geschikt zoo'n da
me weg te sturen en terug te laten ko
men."
Fergusson glimlachte. Thompson was
de beste ziel van de wereld, maar zijn
gave van onderscheiding was niet groot,
en zoo'n dame was waarschijnlijk een
juffertje uit dc vborstad, hopende op la
ger tarief op dit uur.
„Waar is die dame?" vroeg hij.
„In uw studeerkamer, mijnheer", ant
woordde Thompson op verbaasden toon.
„Ilc kon zoo'n dame toch nergens an
ders laten, mijnheer."
Weder glimlachte Fergusson Hij kende
ze maar al te wel, de dames die zulk een
indruk maakten op den acslhelisch aan-
1 gelegden Thompson, dames met bijzon
der groote hoeden, modieuse toiletten., zoo
als zij hel noemden,kanten blouses, waar
uit een onnoodig lang stuk hals te voor
schijn kwam, versierd met onechte paar-
len. O! hij wist precies welk soort dame
in Tamiang Telok Scumaweh, Segli, een
autotocht gemaakt 'door verschillende ge
deelten van Grool-Atjeh, en o. a. Pcusan-
gan en Samalanga bezocht, waar hij ook,
met hoofden sprak.
En wat viel hem bij dit hernieuwd be
zoek nu het meeste op?
„Het eerst opvallende was de bepaald
kolossale toeneming van de bebouwde
oppervlakte
„verder -
„de enorme locneming van den vee-,
stapel die dan ook blijkens dc cijfers in
dc laalste jaren vertienvoudigd is,.
„het ongedwongen verkeer van Aljch-
sclie vrouwen, aan de stations eu op de
wegeniets wat zich niet vergelijken laat
met den toestand van vroeger;
'Dit is een zeer geruststellend leeken
als regel kan men in Indië stellen dal
zoodra er iels broeit de vrouwen van
openbare plaatsen wegblijven Red
„liet feit dal mannen cn vrouwen in
buitengewoon groote male hun nationale
kleedcrdracht verwisselen tegen de dracht
van Javaansclic of Maleische streken,
zooals dc sarong cn kabaja, een prijsge
ven van hun specifiek Aljchsch karakter,
dal pleit voor de toenemende assimilatie
van Atjeh niet andere deelen van ons'
koloniaal bezit;
„dal het aandeel van dc oeloebalangs
in de bestiuirsuitoefcning, naar mededee-
liiig van de ambtenaren enorm veel groo-
tcr is dan vroeger, toen waren zij in
vele gevallen de handlangers van de
Europeesclie bestuursambtenaren, die hef
eigenlijke bestuur voerden, thans kan in
vele gevallen gezegd worden dat het be
stuur berust bij de inlansche hoofden
onder controle van hel Europeesch be
stuur zooals bel ook behoort;
„de vele staaltjes, door <de ambtenaren
medegedeeld omtrent de gezindheid van
de Atjchsche geestelijken, die zich vroe
ger verre hielden van ons gezag, en daar
mede nu hartelijk samenwerken;
„ten slolle de groote male van vei
ligheid als blijkt uit hel feil, dat militai
ren zich geheel alleen verplaatsen van
Takengon (Gajoland) naar de kust, langs
een eenzamen weg van 103 KM. lengte"
De redacteur vroeg hem
Hoe ware uwe conclusie omtrenl Atjeh
'te formuleerep? en liet antwoord luidde
„De conclusie, door mij uit mijn be
zoek getrokken is, dal er in dc laatste
jaren zoodanige verbetering in den alge
meenen toestand is gekomen, dal er
moeilijk een andere periode lean worden
aangewezen met gelijk succes, wal het
voortschrijden van de pacificatie betreft
De stelling is niet gewaagd, dal de paci
ficatie een voldongen feil is.
„Het aantal onverzoenlijke legenslan-
ders is zeer gering, 'maai' die er nog zijn,
zullen ook vermoedelijk tol den laatsten
man opgeruimd moeten worden, al be
slaat het uitzicht, dat in de bovenstreken
van Pedir (inet Peusangan en de Paré-
streek hel kerngebied van Atjeh voor
zooveel hel verzet betreft) weldra
nog ccnige onderwerpingen zullen
plaats hebben. Algehcelc opruiming van
de onverzoenlijkcn is noodzakelijk, om
aan de gewone misdadige elementen on
der de bevolking de 'gelegenheid 1e ontne
men naar hel gebergte uit te wijken, ten
einde zich daar bij kleine bendetjes aan
le sluiten."
Oud-Cliiiiccichc Kunst.
Een talrijk publiek, leden van „Voor de
kunst", vulde gisteravond de groote bo-
ven-voorzaal van de Joris bijna geheel,
toen de heer Wins den heer Henri Bo-
rel, die ons een blik zou schenken in
de oud-Chinee.sche Schilderkunst, aan ons
voorstelde.
De heer Borel begon met er op te wij
zen, dat hel. tentoonstellen van mooie
dingen geheel in strijd is met do. Chi
neesche begrippen; een Chinees bergt
het moois, dal hij in bezit heeft, heel
goed op cn toont het alleen aan zijn
allerbesten vriend.'
Chineesche kunst is iels wat het groote
hij in zijn kamer vinden zou, hij ver
haastte dan ook eenigzins zijn lied toen
hij de trap opging naar zijn kamer.
Lang voordal hij de deur had openge
daan, had hij reeds besloten korte nietten'
te maken met deze dame hij wist pre
cies hoe hij zijn beknopte toespraak zou
inrichten en keek dan ook lang zoo
vriendelijk niet als gewoonlijk toen hij
dc kanier inkwam. Maai' toen hij zag
wie hel was die daar stond in het zon
licht, dicht bij bel open raam, verdween
de booze uitdrukking en ging over in
grenzcnlooze verbazing, hij hield zijn
adem in, bleef een oogenblik op den
drempel slaan en staarde de bezoekster
aan alsof zij een verschijning was uit
een andere wereld.
„U?" zei hij, en hel scheen dat dit
enkele woord lieL eenige was dat hij kon
uitbrengen „U?" herhaalde hij toen hij
langzaam de leamer inkwam, Ladv Cice
ly aanstarend, Zij stond stil waar zij
(liad gestaan toen hij binnenkwam. Het
zonlicht viel op haar goudblonde haai
en op haar buitengewoon blank gezichtje,
liaar oogen heel blauw en heel diep,
sloeg zij op lol Dr. Fergusson met een
vreemde mengeling van verlegenheid en
lieftalligheid, die zijn harl snel deed
ld oppen.
Nog nooit sedert hij haar gekend had,
had zij er jonger en liever uitgezien dan
op dien Mei-morgen. Haar lichtgrijze ja
pon paste uitstekend bij haar frissche
teint en liaar haar, en de groote rose
publiek in Europa niet kent; de Japan-
sclie kunst, een kind van de Chineesche,
heeft Europa eerder bereikt dan de oor
spronkelijke werken
In China neemt de schilderkunst een
plaats m die gelijk gesteld kan worden
met de plaats der muziek ten onzenl.
Zij stamt af van de calligraphic (sclioon-
schrijfkunsl lielgecn begrijpelijk wordt
indien men weet, dat de Chineesche ka
rakters niet, zooals onze letters, klanken,
doch beelden voorstellen. liet schrijven
der karakters is dan ook teekciikunSt.
Dit verklaart ook hoe de lijn pracdomi-
neert boven dc kleur. Het laatste heeft
nog een andere oorzaak bel materiaal,
dat fin den regel uit grofvezelig papier
(vloei) of zijde beslaat, zoodal de verbeel
ding, die neergepensecld moei worden,
in het hoofd des makers vast moet
staan, daar retoucliceren en andere hulp
middelen tol herstel van begane fouten
geen dienst kunnen doen.
Om Ooslersche kunst te kunnen be
grijpen, is hel noodzakelijk ons op het
Chineesche gezichtspunt le plaatsen en
onze Westerschc esthetica over boord te
werpen
Dc Chinees ziel in elk voorwerp of
levend wezen een sink der albczicling,
waartoe ook do wensch behoort; doode
slof bestaat voor geen Oosterling.
De vitaliteit van den geest is hel eer
ste wat door den kunstenaar in zijn
scheppingen gelegd moet worden De
beoordcelaar spreekt daarover echter niet,
hij beoordeelt slechts stijl, penseelvoe
ring of vorm; zich inet den geest van
hel werk le vereenzelvigen moet ieder
kunnen voor zich.
De oudste Chineesche kunst, die in
Europa bekend is, dateert uil dc le
eeuw na Christus; werk van dien lijd
vindt men in het Bvilscli museuiu 1e
Londen.
Hel beroemdste tijdperk der Chinee
sche schilderkunst is dat der Soen-
dynaslie (9(50—1200). Werken uil dien tijd
worden verhandeld voor vijftig- lot hon
derdduizend guldens, zij bevinden zich
voornamelijk in Japan
Portretkunst geldt voor de Oostersche
critici als de moeilijkste kunst, daar zij
dc weergave van hel innerlijk hoven die
van het uiterlijk stellen Het karakter
van Japanscbe- of Chineesche kunst is
in wezen subjectief, dal der Westersche
kunst objectief, voor den Oosterling lijn
en vorm, voor de Westerschen kleur en
perspectief. De Oostersche beschaving is
poëtisch, de Westersche wetenschappe
lijk, liccfl een groot Japansch criticus
verklaard.
Het penseelen, teekenen van karakters,
is een kunst die men van jongsaan lee-
ren moet; een Oosterling, die van zijn
•le, 5e jaar geleerd beeft het penseel
1e voeren, voelt hel penseel als iets van
zich zelf, het is alsof er hel gevoel
van zijn vingertoppen in gevaren is.
Leert men op lateren leeftijd het pen
seelen der Oostersche karakters, dan
blijft het broddelwerk.
Indien een Oosterling een bloem of
dier schildert, leekenl hij niet minilieus
het individu, doch typeert hij den indruk
die bij hel beschouwen de bloem of liel
dier achterlaat Niet de voorstelling,
doch de geest is voor hem hoofdzaak
De schilderkunst is in het Oosten ten
zeerste verwant met de dichlkunsl, zoo
als bij ons ook muziek- en dichtkunst ten
nauwste verwant zijn Zoo worden in
China schilderingen gecomponeerd op ge
dichten.
Nadat de heer Borel getracht had ons
in te leiden in de kunstbeschouwing
en hel gedachtenleveu der Oosterlingen
verklaarde hij ons een en ander over
de tentoongestelde schilderingen, waarbij
hij er den u adrulc oplegde, dat in China
imitaties van beroemde schilderijen niet
a priori minderwaardig worden geacht
aan hel oorspronkelijk werk, doch uitslui
tend naar de eigen kunstwaarde worden
beschouwd en als zoodanig zelfs boven'
hel origineel kunften gesteld worden
Van eenige der schilderingen hoorden
wij nu interessante bijzonderheden, die
roos, die tusschen haar grijze voeren boa
gestoken was, kleurde uitstekend bij het
blosje dal haar wangen kleurde toen
Fergusson binnenkwam
„Ik'beloofde u uw huis eens 1e komen
zien en uw paliênteiikamerzei zij een
weinig aarzelend maar toch vastberaden,
„cn'ik dacht dat ik vandaag wilde gaan."
„Waarom komt u vandaag?" vroeg
hij kortaf, bijna ruw „Waarom juist
vandaag?"
„Dat weel ik niet. Ik geloof bij inge
ving Het kwam ineens bij mij op dal ik
van morgen gaan moest, en u weet
ik 'ben een mensch van impulsies en
ik ging dadelijk."
„Het is zoo merkwaardig dal u juist
vandaag komtZijn loon was nog al-
lijd oen weinig barscli „U komt juist
bijtijds om mijn schepen 1e zien ver
brande»
„Uw schepen verbranden?" haar slem
was verwonderd; zij zag hem minder
verlegen aan dan te voren omdat zij een
vaag vermoeden had, dat hij meer verle
gen was dan zij, en dat gaf haar moed-
„Waarom verbrandt u uw schepen?"
„Ik heb u immers verteld, toen ik den
laatsten keer bij u was dal ik mijn leven
hier opgeef, onherroepelijk, voor altijd.
Van tevugkeeren kan geen sprake racer
zijn."
„Van lerugkeeren geen sprake meer
zijn. Waarom niet?"
„Waarom? Omdat ik besloten heb een
nieuw 'leven le beginnen, in een nieuwe
ze ons uit een geheel ander oogpunt
deed beschouwen Rechts naast de deur
hangt een doek dal naast elkaar toont
,cen herfst- en een lentebloem, een cassia-
tak en een vlindertje. De cassia is de
bloem dér litteratoren, „herfst cn lente"
de titel van een der hoofdwerken van
Confucius, de vlinder het symbool der
liefde en de voorstelling wil lot ons zeg
gen „Ik (dc schilder; ben een wijsgeer,
die de diepzinnigste vraagstukken bestu
deer, maar aflccerig van dc liefde ben
ik met dat al toch niet." Men proeft hier
weer hel verband tusschen poëzie en
schilderkunst, deze schildering is een ge
dicht in woorden.
/Van den langen wand, dadelijk links
van den ingang, treft de klapwiekende
kraan, die staande op een Chineesclien
pijnboom een zon en zonsweerspiegeling
in stillen vloed aanschouwt Wij roemden
gisteren deze schildering uil ander oog
punt, thans zij slechts gemeld, dat <le
stijgende zon en de in het water verzin
kende het symbool zijn van gaan cn ko
men, de wenteling der tijden, de kraan
en de pijnboom zijn symbolen der eeuwig
heid en de zin der leekening kan incn
vertalen met de woorden: „Tijden wen
telen, doch vast bouw ik opliet besef der
eeuwigheid, groot is daarom mijn vlucht.
Daarnaast ziet men vijf grijsaards (de
wijsheid) die zich hebben afgezonderd
om een zonsopgang te aanschouwen (uit
ziende naar het eerste levensbeginsel in
de natuur iets verder een schitteren
de vogel, door haast even schoon geve
delde aanbeden, de mannelijke fenix (de
keizer) omgeven door zijn mandarijnen
Kostelijk is liet liangscl nabij de bin
nendeur, een vrouwelijk generaal (die be
stonden in het oude China!; een manne
lijk en vijandig generaal beloove-
reiid Een dierfaar met aapachtig uiter
lijk gelijk bij dien stand bestaand -
is achter haar neergevleid. Afgescheiden
van de voorstelling achten wij dit een dei-
fraaiste schilderingen.
De doeken, die Vegen den achterwand
zijn gehangen zijn uil Lamaische tempels
afkomstig Op het meest linksche Irefl
men weder pen mannelijke en een vrou
welijke fenix aan, hier nicl in den zin
van een keizer of keizerin, doch als
voorstelling van het vrouwelijk en man
nelijk princiep, dat de Boeddhisten in de
gansclic na! uur doorvoeren De gansch?
beleekenis van deze teekening kon ook
de heer Borel ons niet verklaren
Op de loozc schouw hangt een voor
stelling van dc acht apostelen, die in
China dc leer van Boeddha brachten en
de slechte geesten (de draak) wiste» te
beheerschen Rechts daarvan een predi
kende en een mediteerende Boeddha.
Links vindt men naast elkander een
voorstelling der vijf Dhyani Boeddha's,
producten van des Ani-Bouddha's medita
tie en de uit hun meditatie weer stam
mende Boahisallwas (wijsheidwezens)
eveneens 5 in getal.
Zij zijn de bovennatuurlijke Boeddha's
in tegenstelling met de Manushis (de men-
scheiijkc, uit de menschheid voorlgeko-
mene) Boeddha's.
Ten -lotte, geheel rechts, bij liet raam,
een in de zoel,te tinten gehouden schil
dering, van de fijnde lijnenimpressio, hel
prachtstuk dezer collectie, een moeder
met kind een Bodhisatlwa met zijn
Manual».
Nadat de heer Borel, al rondgaande,
ons van menige schildering op zijn pretlig-
Uorte en toch zoo heldere wijze de be
leekenis had verklaard, stelde hij zich
nog met de meeste bereidwilligheid be
schikbaar <om ieder op zijn vragen te ant
woorden. Veel werd op deze wijze krach
tiger nog verduidelijkt, aardige nieuwe
bijzonderheden kwamen ons nog daarbij
ler oore
Hel is gisteren zeker voor menigeen
een leerzame avond geweest, leerzaam
en genotrijk, openend een nieuw ver
schiet van kunstgenietcn.
Vrouwenjaarboekje 1911
Mij ontvingen het „Vrouwenjaarboekje
voor Nederland 1911", bewerkt aan hei
nationaal bureau voor vrouwenarbeid
wereld, en wanneer ik tot hel besluit
ben gekomen dal iets moet, dan breng
ik gewoonlijk mijn plan ten uitvoer"
„Ach! Brengt u het dan gewoonlijk
ten uil voer?"
„Ja. De schepen zullen vandaag ver
brand worden totaal verbrand."
Zij stond heel stil in het zonlicht,
met gebogen hoofd, langzaam streek zij
met de hand over den knop van haar"
parasol dien zij bij zich had, er speelde
een flauw glimlachje om haar mond;
haai- oogen waren strak gevestigd op de
flauwe kleuren van het Turksche ta-
pijt.
„Ik geloof dat ik hier zou willen
zijn, vóór het verbranden van de sche
pen. Het klinkt zoo vernietigend zoo
beslissend."
„Dat is het ook", was het korte ant
woord; hij werd boos op haar. „Waar
om kwam- zij dan ook hier om hem 1e
pijnigen? Wat bezielde haar, waarom
stond zij daar in zijn kamer, in het
zonlicht te midden van al de dingen waar
hij liet meest aan gehecht was, juist zoo
als in een van zijn onzinnige droomen
zoo mooi, zoo jong en zoo lief
Waarom had zij dat gedaan? Hel was
wreed, tegenover een man, op het punt
den weg van eer en plicht to volgen tot
het bittere einde." Zoo dacht hij, lerwijl
Cicely daar nog stond met den knop van
liaar parasol in de hand en een glim
lachje om de lippen.
(Wordt vervolgd.)