BIJVOEGSEL BINNENLAND. FEUILLETON. CHRISTINE, Knnst en Wetenschappen. TAS Woensdag 7 Jan. 1314, no. 5. WAT WIL DE VRIJZINNIGE BOND? Laai ik liever beginnen te zeggen wal hij niet wil. De Vrijzinnige Bond wil niet zijn een politieke organisatie, niet een vereeniging die als geheel of door zijn afdeelingen, kandidaten stelt voor Tweede Kamer, Provinciale Stalen' of Gemeenteraad. Daarvoor zou noodig zijn, dat de Bond had een politiek pro-1 gram, aangezien hel optreden bij de stembus, met kandidaten, noodzakelijk gepaard moet gaan met kleur beken nen ten opzichte van de politieke vraag stukken, die aan de orde zijn en bij hel stellen van kandidaten den doorslag moe ten geven. Deze toch zullen, als ze ge kozen worden in de verschillende poli tieke lichamen, geroepen worden die vraagstukken te helpen oplossen. Men moet dus weten, wal men le dien op zichte aan lierilieefl. De Vrijzinnige Bond wil dat werk overlaten aan de k i e s- vereenigingen, die natuurlijk als ze haar Laak goed begrijpen en zuiver z a k e 1 ij k den politieleen strijd willen voeren wel een program moeien hebben en zich behooren le scharen in het gelid der partij, waarvan zij het pro gram aannemen. De Vrijzinnige Bond heeft dus geen po litiek program en wil er geen "hebben. ,\Vat wil, wal bedoelt hij dan? Artikel 2 der Statuten zegt „de Vrijzinnige Bond heeft ten doel vrijzinnige denkbeelden in algemeenen zin te wekken en te ver breiden". Daartoe wil hij ajle vrijzin nigen in zich vereenigen, betere kennis omtrent vrijzinnigheid verspreiden en daardoor lol vrijzinnige denkbeelden op wekken. Dit is noodig in onzen tijd, niet alleen op politiek gebied, maar op allo terrein des levens. Vrijzinnigheid is een denk wijze, een leven >opvalling, een algemeen, dus niet alleen een poljtiek beginsel, dal lijnrecht staal tegenover alle dogmatiek, godsdienstige zoowel als economische Men doet hel soms wel gaarne voorko men, alsof de vrijzinnigheid, als leidend beginsel op allerlei terrein, zou hebben uitgediend en voor haar naast confessio- nalismo en marxisme nauwelijks meer plaats zou zijn. De sterke opleving van de vrijzinnige beginselen, op staatkundig en godsdienstig gebied, in het afgeloopen jaar vooral zoo duidelijk gebleken, gaf reeds een krachtige tegenspraak op be doelde bewering Maar toch is het noo dig, voor. de vrijzinnige levensopvatting alom propaganda te maken, deze le doen kennen in haar aard en wezen, haar historie en haar consequenties. Aan de opvoeding des volles tol vrijzinnig inzicht is nog ,zoo veel te doen; heele velden liggen nog braak, heele groepen van men- schen weten niet of ter nauwer nood wat vrijzinnigheid is, hoe zij zicli kan open baren, wat zij in den loop der eeuwen heeft tot stand gebracht en tegen gehouden of omver geworpen. Dit in zicht te bevorderen, deze. braakliggende velden le ontginnen, is hel doel, dal de Vrijzinnige Bond beoogt. Het houden van lezingen, landdagen en cursussen, het verstrekken van lektuur, het oprichten van debating-clubs, meisjes- en jonge- lingsvereenigingcn, dit alles en nog veel meer zijn middelen, waardoor dat doel kan bevorderd worden. De propaganda, op deze wijze voor de vrijzinnige idéé, Naar het Engelsch. deer L. G. MOBERLY. 89. Hij lachte en schaamde ziöh over zijn eigen lafheid, zooals hij liet noemde, om het onvermijdelijke uit te stellen, maar er scheen hem een last van het liarl toen jliij jde beide brieven 'onbeantwoord ter zij de had gelegd. Hij stond op en ging naar beneden naar zijn ontvangkamer met het aangename gevoel dal liet verbranden van de booten nog niet begonnen was. De drukke morgen waarop hij allerlei soort patiënten ontving, die elkaar in de wachtkamer verdrongen, was half voor bij; hij wachtte m zijn klein consult- kamertje op den volgenden patiënt, toen er getikt werd en Thompson, zijn bedien de en factotum, binnenkwam. Thompson en zijn vrouw maakten liet gcheele dienst- bodenpersoneel uit van Fergusson's huis houden beiden de oprechte bewonderaars van den dokter, zoowel als zijn trouwe bedienden; en toen hij hun de toekom stige verandering in zijn leven had mede gedeeld, hadden zij als uit één mond ge vraagd of zij mee mochten gaan naar het Verre Westen om zijn lot te deelen in het nieuwe land met zijn nieuwe werk voor de vrijzinnige levensopvatting ge maakt, zal haar vruchten afwerpen, haar gevolgen doen zien, niet alleen op po litiek terrein, maar ook op godsdienstig en kerkelijk, op maatschappelijk gebied; in fabriek en werkplaats, in huisgezin en samenleving. Tot dit «oei kunnen mannen en vrou wen, die den leeftijd van 18 jaar hebben bereikt, meewerken door als lid lot den Bond toe te treden; dus ook, ja zeker niet liet minst de jongeren van beide geslachten, zijn er welkom. Ook vereenigmgen worden als leden aangenomen, lerwijl vereenigiugen, die niet willen toetreden als lid, zich niet willen „aansluiten" dus, toch door adhae- siebetuigingen, steun kunnen verleenen en dan als „zuslervereenigiugen" worden aangenomen Departementen der Maat schappij „tol Nul van 't Algemeen", af deelingen van Volksonderwijs, van den Protestantenbond, van de Vrijzinnig-Her vormden, Doopsgezinde gemeenten, kies- verccnigmgen kunnen dus, behalve door werkzaamheid in eigen kring ter bevor dering van een bizonder Vrijzinnig doel,d oor zich bij den Vrijzinnigen Bond als een centraal verenigingspunt aan te sluiten, levens aan de versterking en de verbreiding van liet vrijzinnige beginsel, van de vrijzinnige levensopvatting, in al gemeenen zin werkzaam zijn. Hel is mij herhaaldelijk gebleken,dat er omtrent doel en slreven van den Vrij zinnigen Bond misverstand bestaak Er zijn er die meenen, dat de „Vrijzinnige kiesvereeniging" onlangs le Middelburg opgericht, eigenlijk hetzelfde bedoelt als een a/deeling van den Vrijzinnigen Bond Dit nu is een vergissing Uit het boven staande zal hel duidelijk zijn, waarom ik meen, dat dit liet geval is. Tot die vergissing gaven ongetwijfeld de oprichters dier kiesverecnigmg zeif aanleiding. Zij willen een kies vereeni ging vormen, maar geen beginselverkla ring formuleeren; zij willen evenluceldus kandidaten stellen voor de vertegenwoor digende lichamen, maar geen program aannemen, waaraan de beginselen dier kandidaten kunnen worden geloelsl. Aan sluiting bij een der l>eslaande groote po litieke organisaties werd nadrukkelijk ont raden en bestreden. Dit is hinken op twee gedachten Ik vrees verwarring van een dergelijk optreden, nadeel voor de zuiverheid van hel politiek leven in onze omgeving. Hel woord „Vrijzinnig" zonder meer, zegt op het terrein van de prakti sche politiek niet genoeg, om daarop al leen politieke actie te voeren. Dit staat vast- een kies vereeniging als zoodanig kan niet een af dee ling vormen van den Vrijzinnigen Bond; zij kan wel, als vereeniging, lid worden van dien Bond of van een zijner afdeelingen. Het komt mij voor, dat in Zeeland nultig werk is te doen voor een Vrijzinni gen Bond, en mei een doel als boven omschreven en door den heer T. H Sie- melink vroeger reeds in liet „Vrijzinnig Weekblad", uitvoerig toegelicht. Op Zaterdag 10 Januari 1911 zal te G o c s een vergadering worden ge houden, waar de definitieve organisatie van deli Bond zal worden besproken Hel leek mij nuttig en noodig, vooraf nog eens in het licht te stellen, wal hij be oogt en daardoor personen len vereenigin- gen lot aansluiting bij dien Bond op te wekken. Mogen het velen zijn. Hel arbeidsveld is groot, het terrein moeilijk, hel werk vordert veler krachten en toewijding. HERMAN SNIJDERS Middelburg 5 Jan. '14 UIT OOST-INDIË. - O u d-M i n i s t e r C o 1 ij n over A Ij eli. Dc heer Colijn stond den redacteur van de „Sum Post" een onderhoud toe; wat hij daarbij zeide omtrent de toestan den in Atjeli, nu van verschillende zij den het beleid van den gouverneur Swart wordt afgebroken, laten we hier volgen De heer Colijn heeft op zijn jongste Aljehreis gedurende korten tijd vertoefd zaamheden. Toen Thompson nu hel kamertje van den dokter binnenkwam wist Fergusson niet recht wal hij van hem denken moest want hij zag er ontsteld en toch ook weer verheugd uil. „Nu, Thompson, wat is er?" vroeg hij. Het gebeurde heel zelden dat men hem op dat ifur met iets van de huis houding kwam lastig vallen. „Er is een dame om u le spreken, mijn heer. Toen zij hoorde dat u spreekuur had, wou zij heengaan en terugkomen, maar ik vond hel niet geschikt zoo'n da me weg te sturen en terug te laten ko men." Fergusson glimlachte. Thompson was de beste ziel van de wereld, maar zijn gave van onderscheiding was niet groot, en zoo'n dame was waarschijnlijk een juffertje uit dc vborstad, hopende op la ger tarief op dit uur. „Waar is die dame?" vroeg hij. „In uw studeerkamer, mijnheer", ant woordde Thompson op verbaasden toon. „Ilc kon zoo'n dame toch nergens an ders laten, mijnheer." Weder glimlachte Fergusson Hij kende ze maar al te wel, de dames die zulk een indruk maakten op den acslhelisch aan- 1 gelegden Thompson, dames met bijzon der groote hoeden, modieuse toiletten., zoo als zij hel noemden,kanten blouses, waar uit een onnoodig lang stuk hals te voor schijn kwam, versierd met onechte paar- len. O! hij wist precies welk soort dame in Tamiang Telok Scumaweh, Segli, een autotocht gemaakt 'door verschillende ge deelten van Grool-Atjeh, en o. a. Pcusan- gan en Samalanga bezocht, waar hij ook, met hoofden sprak. En wat viel hem bij dit hernieuwd be zoek nu het meeste op? „Het eerst opvallende was de bepaald kolossale toeneming van de bebouwde oppervlakte „verder - „de enorme locneming van den vee-, stapel die dan ook blijkens dc cijfers in dc laalste jaren vertienvoudigd is,. „het ongedwongen verkeer van Aljch- sclie vrouwen, aan de stations eu op de wegeniets wat zich niet vergelijken laat met den toestand van vroeger; 'Dit is een zeer geruststellend leeken als regel kan men in Indië stellen dal zoodra er iels broeit de vrouwen van openbare plaatsen wegblijven Red „liet feit dal mannen cn vrouwen in buitengewoon groote male hun nationale kleedcrdracht verwisselen tegen de dracht van Javaansclic of Maleische streken, zooals dc sarong cn kabaja, een prijsge ven van hun specifiek Aljchsch karakter, dal pleit voor de toenemende assimilatie van Atjeh niet andere deelen van ons' koloniaal bezit; „dal het aandeel van dc oeloebalangs in de bestiuirsuitoefcning, naar mededee- liiig van de ambtenaren enorm veel groo- tcr is dan vroeger, toen waren zij in vele gevallen de handlangers van de Europeesclie bestuursambtenaren, die hef eigenlijke bestuur voerden, thans kan in vele gevallen gezegd worden dat het be stuur berust bij de inlansche hoofden onder controle van hel Europeesch be stuur zooals bel ook behoort; „de vele staaltjes, door <de ambtenaren medegedeeld omtrent de gezindheid van de Atjchsche geestelijken, die zich vroe ger verre hielden van ons gezag, en daar mede nu hartelijk samenwerken; „ten slolle de groote male van vei ligheid als blijkt uit hel feil, dat militai ren zich geheel alleen verplaatsen van Takengon (Gajoland) naar de kust, langs een eenzamen weg van 103 KM. lengte" De redacteur vroeg hem Hoe ware uwe conclusie omtrenl Atjeh 'te formuleerep? en liet antwoord luidde „De conclusie, door mij uit mijn be zoek getrokken is, dal er in dc laatste jaren zoodanige verbetering in den alge meenen toestand is gekomen, dal er moeilijk een andere periode lean worden aangewezen met gelijk succes, wal het voortschrijden van de pacificatie betreft De stelling is niet gewaagd, dal de paci ficatie een voldongen feil is. „Het aantal onverzoenlijke legenslan- ders is zeer gering, 'maai' die er nog zijn, zullen ook vermoedelijk tol den laatsten man opgeruimd moeten worden, al be slaat het uitzicht, dat in de bovenstreken van Pedir (inet Peusangan en de Paré- streek hel kerngebied van Atjeh voor zooveel hel verzet betreft) weldra nog ccnige onderwerpingen zullen plaats hebben. Algehcelc opruiming van de onverzoenlijkcn is noodzakelijk, om aan de gewone misdadige elementen on der de bevolking de 'gelegenheid 1e ontne men naar hel gebergte uit te wijken, ten einde zich daar bij kleine bendetjes aan le sluiten." Oud-Cliiiiccichc Kunst. Een talrijk publiek, leden van „Voor de kunst", vulde gisteravond de groote bo- ven-voorzaal van de Joris bijna geheel, toen de heer Wins den heer Henri Bo- rel, die ons een blik zou schenken in de oud-Chinee.sche Schilderkunst, aan ons voorstelde. De heer Borel begon met er op te wij zen, dat hel. tentoonstellen van mooie dingen geheel in strijd is met do. Chi neesche begrippen; een Chinees bergt het moois, dal hij in bezit heeft, heel goed op cn toont het alleen aan zijn allerbesten vriend.' Chineesche kunst is iels wat het groote hij in zijn kamer vinden zou, hij ver haastte dan ook eenigzins zijn lied toen hij de trap opging naar zijn kamer. Lang voordal hij de deur had openge daan, had hij reeds besloten korte nietten' te maken met deze dame hij wist pre cies hoe hij zijn beknopte toespraak zou inrichten en keek dan ook lang zoo vriendelijk niet als gewoonlijk toen hij dc kanier inkwam. Maai' toen hij zag wie hel was die daar stond in het zon licht, dicht bij bel open raam, verdween de booze uitdrukking en ging over in grenzcnlooze verbazing, hij hield zijn adem in, bleef een oogenblik op den drempel slaan en staarde de bezoekster aan alsof zij een verschijning was uit een andere wereld. „U?" zei hij, en hel scheen dat dit enkele woord lieL eenige was dat hij kon uitbrengen „U?" herhaalde hij toen hij langzaam de leamer inkwam, Ladv Cice ly aanstarend, Zij stond stil waar zij (liad gestaan toen hij binnenkwam. Het zonlicht viel op haar goudblonde haai en op haar buitengewoon blank gezichtje, liaar oogen heel blauw en heel diep, sloeg zij op lol Dr. Fergusson met een vreemde mengeling van verlegenheid en lieftalligheid, die zijn harl snel deed ld oppen. Nog nooit sedert hij haar gekend had, had zij er jonger en liever uitgezien dan op dien Mei-morgen. Haar lichtgrijze ja pon paste uitstekend bij haar frissche teint en liaar haar, en de groote rose publiek in Europa niet kent; de Japan- sclie kunst, een kind van de Chineesche, heeft Europa eerder bereikt dan de oor spronkelijke werken In China neemt de schilderkunst een plaats m die gelijk gesteld kan worden met de plaats der muziek ten onzenl. Zij stamt af van de calligraphic (sclioon- schrijfkunsl lielgecn begrijpelijk wordt indien men weet, dat de Chineesche ka rakters niet, zooals onze letters, klanken, doch beelden voorstellen. liet schrijven der karakters is dan ook teekciikunSt. Dit verklaart ook hoe de lijn pracdomi- neert boven dc kleur. Het laatste heeft nog een andere oorzaak bel materiaal, dat fin den regel uit grofvezelig papier (vloei) of zijde beslaat, zoodal de verbeel ding, die neergepensecld moei worden, in het hoofd des makers vast moet staan, daar retoucliceren en andere hulp middelen tol herstel van begane fouten geen dienst kunnen doen. Om Ooslersche kunst te kunnen be grijpen, is hel noodzakelijk ons op het Chineesche gezichtspunt le plaatsen en onze Westerschc esthetica over boord te werpen Dc Chinees ziel in elk voorwerp of levend wezen een sink der albczicling, waartoe ook do wensch behoort; doode slof bestaat voor geen Oosterling. De vitaliteit van den geest is hel eer ste wat door den kunstenaar in zijn scheppingen gelegd moet worden De beoordcelaar spreekt daarover echter niet, hij beoordeelt slechts stijl, penseelvoe ring of vorm; zich inet den geest van hel werk le vereenzelvigen moet ieder kunnen voor zich. De oudste Chineesche kunst, die in Europa bekend is, dateert uil dc le eeuw na Christus; werk van dien lijd vindt men in het Bvilscli museuiu 1e Londen. Hel beroemdste tijdperk der Chinee sche schilderkunst is dat der Soen- dynaslie (9(50—1200). Werken uil dien tijd worden verhandeld voor vijftig- lot hon derdduizend guldens, zij bevinden zich voornamelijk in Japan Portretkunst geldt voor de Oostersche critici als de moeilijkste kunst, daar zij dc weergave van hel innerlijk hoven die van het uiterlijk stellen Het karakter van Japanscbe- of Chineesche kunst is in wezen subjectief, dal der Westersche kunst objectief, voor den Oosterling lijn en vorm, voor de Westerschen kleur en perspectief. De Oostersche beschaving is poëtisch, de Westersche wetenschappe lijk, liccfl een groot Japansch criticus verklaard. Het penseelen, teekenen van karakters, is een kunst die men van jongsaan lee- ren moet; een Oosterling, die van zijn •le, 5e jaar geleerd beeft het penseel 1e voeren, voelt hel penseel als iets van zich zelf, het is alsof er hel gevoel van zijn vingertoppen in gevaren is. Leert men op lateren leeftijd het pen seelen der Oostersche karakters, dan blijft het broddelwerk. Indien een Oosterling een bloem of dier schildert, leekenl hij niet minilieus het individu, doch typeert hij den indruk die bij hel beschouwen de bloem of liel dier achterlaat Niet de voorstelling, doch de geest is voor hem hoofdzaak De schilderkunst is in het Oosten ten zeerste verwant met de dichlkunsl, zoo als bij ons ook muziek- en dichtkunst ten nauwste verwant zijn Zoo worden in China schilderingen gecomponeerd op ge dichten. Nadat de heer Borel getracht had ons in te leiden in de kunstbeschouwing en hel gedachtenleveu der Oosterlingen verklaarde hij ons een en ander over de tentoongestelde schilderingen, waarbij hij er den u adrulc oplegde, dat in China imitaties van beroemde schilderijen niet a priori minderwaardig worden geacht aan hel oorspronkelijk werk, doch uitslui tend naar de eigen kunstwaarde worden beschouwd en als zoodanig zelfs boven' hel origineel kunften gesteld worden Van eenige der schilderingen hoorden wij nu interessante bijzonderheden, die roos, die tusschen haar grijze voeren boa gestoken was, kleurde uitstekend bij het blosje dal haar wangen kleurde toen Fergusson binnenkwam „Ik'beloofde u uw huis eens 1e komen zien en uw paliênteiikamerzei zij een weinig aarzelend maar toch vastberaden, „cn'ik dacht dat ik vandaag wilde gaan." „Waarom komt u vandaag?" vroeg hij kortaf, bijna ruw „Waarom juist vandaag?" „Dat weel ik niet. Ik geloof bij inge ving Het kwam ineens bij mij op dal ik van morgen gaan moest, en u weet ik 'ben een mensch van impulsies en ik ging dadelijk." „Het is zoo merkwaardig dal u juist vandaag komtZijn loon was nog al- lijd oen weinig barscli „U komt juist bijtijds om mijn schepen 1e zien ver brande» „Uw schepen verbranden?" haar slem was verwonderd; zij zag hem minder verlegen aan dan te voren omdat zij een vaag vermoeden had, dat hij meer verle gen was dan zij, en dat gaf haar moed- „Waarom verbrandt u uw schepen?" „Ik heb u immers verteld, toen ik den laatsten keer bij u was dal ik mijn leven hier opgeef, onherroepelijk, voor altijd. Van tevugkeeren kan geen sprake racer zijn." „Van lerugkeeren geen sprake meer zijn. Waarom niet?" „Waarom? Omdat ik besloten heb een nieuw 'leven le beginnen, in een nieuwe ze ons uit een geheel ander oogpunt deed beschouwen Rechts naast de deur hangt een doek dal naast elkaar toont ,cen herfst- en een lentebloem, een cassia- tak en een vlindertje. De cassia is de bloem dér litteratoren, „herfst cn lente" de titel van een der hoofdwerken van Confucius, de vlinder het symbool der liefde en de voorstelling wil lot ons zeg gen „Ik (dc schilder; ben een wijsgeer, die de diepzinnigste vraagstukken bestu deer, maar aflccerig van dc liefde ben ik met dat al toch niet." Men proeft hier weer hel verband tusschen poëzie en schilderkunst, deze schildering is een ge dicht in woorden. /Van den langen wand, dadelijk links van den ingang, treft de klapwiekende kraan, die staande op een Chineesclien pijnboom een zon en zonsweerspiegeling in stillen vloed aanschouwt Wij roemden gisteren deze schildering uil ander oog punt, thans zij slechts gemeld, dat <le stijgende zon en de in het water verzin kende het symbool zijn van gaan cn ko men, de wenteling der tijden, de kraan en de pijnboom zijn symbolen der eeuwig heid en de zin der leekening kan incn vertalen met de woorden: „Tijden wen telen, doch vast bouw ik opliet besef der eeuwigheid, groot is daarom mijn vlucht. Daarnaast ziet men vijf grijsaards (de wijsheid) die zich hebben afgezonderd om een zonsopgang te aanschouwen (uit ziende naar het eerste levensbeginsel in de natuur iets verder een schitteren de vogel, door haast even schoon geve delde aanbeden, de mannelijke fenix (de keizer) omgeven door zijn mandarijnen Kostelijk is liet liangscl nabij de bin nendeur, een vrouwelijk generaal (die be stonden in het oude China!; een manne lijk en vijandig generaal beloove- reiid Een dierfaar met aapachtig uiter lijk gelijk bij dien stand bestaand - is achter haar neergevleid. Afgescheiden van de voorstelling achten wij dit een dei- fraaiste schilderingen. De doeken, die Vegen den achterwand zijn gehangen zijn uil Lamaische tempels afkomstig Op het meest linksche Irefl men weder pen mannelijke en een vrou welijke fenix aan, hier nicl in den zin van een keizer of keizerin, doch als voorstelling van het vrouwelijk en man nelijk princiep, dat de Boeddhisten in de gansclic na! uur doorvoeren De gansch? beleekenis van deze teekening kon ook de heer Borel ons niet verklaren Op de loozc schouw hangt een voor stelling van dc acht apostelen, die in China dc leer van Boeddha brachten en de slechte geesten (de draak) wiste» te beheerschen Rechts daarvan een predi kende en een mediteerende Boeddha. Links vindt men naast elkander een voorstelling der vijf Dhyani Boeddha's, producten van des Ani-Bouddha's medita tie en de uit hun meditatie weer stam mende Boahisallwas (wijsheidwezens) eveneens 5 in getal. Zij zijn de bovennatuurlijke Boeddha's in tegenstelling met de Manushis (de men- scheiijkc, uit de menschheid voorlgeko- mene) Boeddha's. Ten -lotte, geheel rechts, bij liet raam, een in de zoel,te tinten gehouden schil dering, van de fijnde lijnenimpressio, hel prachtstuk dezer collectie, een moeder met kind een Bodhisatlwa met zijn Manual». Nadat de heer Borel, al rondgaande, ons van menige schildering op zijn pretlig- Uorte en toch zoo heldere wijze de be leekenis had verklaard, stelde hij zich nog met de meeste bereidwilligheid be schikbaar <om ieder op zijn vragen te ant woorden. Veel werd op deze wijze krach tiger nog verduidelijkt, aardige nieuwe bijzonderheden kwamen ons nog daarbij ler oore Hel is gisteren zeker voor menigeen een leerzame avond geweest, leerzaam en genotrijk, openend een nieuw ver schiet van kunstgenietcn. Vrouwenjaarboekje 1911 Mij ontvingen het „Vrouwenjaarboekje voor Nederland 1911", bewerkt aan hei nationaal bureau voor vrouwenarbeid wereld, en wanneer ik tot hel besluit ben gekomen dal iets moet, dan breng ik gewoonlijk mijn plan ten uitvoer" „Ach! Brengt u het dan gewoonlijk ten uil voer?" „Ja. De schepen zullen vandaag ver brand worden totaal verbrand." Zij stond heel stil in het zonlicht, met gebogen hoofd, langzaam streek zij met de hand over den knop van haar" parasol dien zij bij zich had, er speelde een flauw glimlachje om haar mond; haai- oogen waren strak gevestigd op de flauwe kleuren van het Turksche ta- pijt. „Ik geloof dat ik hier zou willen zijn, vóór het verbranden van de sche pen. Het klinkt zoo vernietigend zoo beslissend." „Dat is het ook", was het korte ant woord; hij werd boos op haar. „Waar om kwam- zij dan ook hier om hem 1e pijnigen? Wat bezielde haar, waarom stond zij daar in zijn kamer, in het zonlicht te midden van al de dingen waar hij liet meest aan gehecht was, juist zoo als in een van zijn onzinnige droomen zoo mooi, zoo jong en zoo lief Waarom had zij dat gedaan? Hel was wreed, tegenover een man, op het punt den weg van eer en plicht to volgen tot het bittere einde." Zoo dacht hij, lerwijl Cicely daar nog stond met den knop van liaar parasol in de hand en een glim lachje om de lippen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1914 | | pagina 5