Ingezonden Stnkken. Advertentie ii. OBLIGATIES gedragen ploffen en in het al of niet hechten van linten of wel bloemen op den grooten, algemeen gedragen luifel- hoed, die al spoedig voor oen dergelijke rondo zou plaats maken. Des te grooter was het bij die der meer bejaarde en der jongere lieeren waarvan de eersten hardnekkig vasthielden aan het bovenbe schreven bidderscostuum, maar in allerlei kleuren en zonder lamfers en bij do heel oude onder behoud van het soms nog ge poederde pruikje De jongeren vertoon den zich inet den nog niet lang be- staanden cilinderhoed, een sterk getail leerde lango jas en een lange spanbroek met souspieds. De hooge hoed was be stemd den steek te vervangen, even als (zij later 't veld moest ruimen voor de lagere, het zoogenaamde dopje, dat in den jongsten tijd weer strijd moet gaan voeren met den jockey- of chauffeurspet, al moet worden orkend, dat de „hooge zijden" zich honderd jaar lang als de incarnatie, van achtbaarheid heeft weten staand© te houden. Waarin evenwel jon geren en ouderen destijds overeenstem den was in 't vertooncn van een zorgvul dig geschoren gezicht, aangezien liet dra gen van een knevel als hoogst onbetame lijk werd beschouwd e.n alleen de korte bakkebaarden, soms oneerbiedig als „tochtlatjes" aangeduid er nog even door konden in de oogen der toonaangevende gemeente. Een ander punt van overeen komst was, trots alle liefde voor de ta bak, het o p dat uur niet rooken op straat wat evenzeer als onwelvoegelijk werd be schouwd, meer bepaald in gezelschap van oames. Binnenshuis mochten deze daar toenmaals geen bezwaar tegen opleveren, op straat zou de man, die zich zelve zoo wel als dc vrouw respecteerde er niet gedacht hebben te rooken. Die opvatting is lang gebleven en zelfs nu nog is in 't oog van heel wat menschen de heer\ of die zich als zoodanig wil voordoen „af", die naast een vrouw op straat loopt te dampen. Een typisch verschil met nu is ook de wijze van gearmd gaan Toen steunde terecht de vrouw op den krach tige» arm van den man, thans hangt de meerderheid der mannen op of aan den arm van de vrouw, als gevolg van ver schil in lengte, veelal mpt ronden, slap pen rug. Over de bijkomende hebbelijk heid om dan in l publiek een paar dik wijls bloote handen in elkaar te klemmen moge liever stilzwijgend worden heen gegleden. Overigens was er op straat ook in het middaguur weinig beweging, tenzij enkele dames of burgerjuffers nog hare inkoopea gingen doen, wanneer de mor genuren geheel door huiselijke bezighe den waren in beslag genomen Tot zelfs de middagdrukle van onze dagen, als de mannen na einde hunner zaken of afloop van den kantoor- of bureautijd koffiehui zen of sociëteiten gaan vullen, ontbrak toen Meestal ging men na den arbeid naar 't eigen huis en bleef ook de socië teit leeg om geregeld alleen bezocht te wordeu op Zaterdagavond en dan in den regel lang, langer dan noodig was om moeder de vrouw de gelegenheid te ge geven het kroost in de kuip te doen, wat meë als een der redenen gold voor vader om uit te gaan. Niet als een verwijt zij dit gezegd, werkelijk de overigens huise lijke echtgenoot had na zes dagen werken voor zijn gezin wel eens eenige uren van ontspanning verdiend. Naarmate nu de maatschappelijke of huiselijke bezigheden waren afgcloopen en de intredende schemering aan vele daarvan een gedwongen einde maakte, werd de slraat of liever haar grenzen weer drukker. Dan toch namen mannen en vrouwen zitling op hunne stoepban ken en daaromheen naar buiten «gehaalde, meest matten stoelen, om onder elkander of met de buren le babbelen i» de ste plaats over het weer, zoowel van den afgeloopen dag als van den toekomenden en verder over hunne zaken, over slede lijk in hun oog steeds belangrijk nieuws en over den medemensch, die er niet bij was. Opvolgend werden dan de kinikke- bollende kinderen van daar naar bed ge bracht en zoo tegen negenen, als voor het garnizoen op slraat de taptoe werd geblazen of geslagen, maakten ook de ouderen een einde aan hel geschepte luchtje, om na 't verorberen van oen min of meer gemeubileerde boterham den ,dag voor geëindigd te verklaren. Een uur laler heerschte er eene alge- mecnc slilte, luiken en deuren waren tveral geslolen en ter dege gesloten, fiet denkbeeld alleen van gedwongen win kelsluiting zou de vaderen hebben doen schudden van 't lachen, omdat ieder voor zich daartoe nooit aanleiding gaf en vrij willig naar wat liij noemde „het klokje van gehoorzaamheid" luisterde. Die stilte werd nu en dan nog verbroken door 't uitgaan „na bezetten tijd" van een avondr, meest ver jaarspartijtje, enkele malen door een paar juffers, komende van een dameskransje en dan met het oog op overlast van verschillenden aard gehaald door de dienstbode 't Wilde wel eens - voorkomen, dat de laatste heel wat aan trekkelijker voor de mannen was dan de juffers zelve maar dat maakte niets uit, hare tegenwoordigheid alleen was het bewijs, dat de dames niet van delijke aanmakerljes gediend waren Wat een verschil met onzen tijd nu de meis jes, soms op een nog later uur flink doorstappend of op de fiets, onbe schroomd alleen over straat gaan en dat ook kunnen doen, dank zij zoowel de meer moderne fatsoensopvattingen als vooral omdat inderdaad op slraat uitge zonderd op achterwegen, door meerdere beschaving de bedoelde overlast van et- ken aard tot de hooge uitzonderingen be,- hoort. Ten slotte: door nog een paar andere oorzaken werd de aartsvaderlijke stilte periodiek verbroken en wel door de hef tige geluiden voortgebracht door klepper man en torenwachter Waar hel meest tijds onwelluidende leven door dezen laatste van den omloop van den toren op een hoorn of bultige trompet over de stad geschetterd nagenoeg overal ver dwenen is, was het toenmaals en vele jaren later nog algemeen, omdat, zoo heette het, dat misbaar een bewijs was van rust en veiligheid, meer bepaald wal brand betreft. Om ouders optrekkend met een onrustig kind, dat juist daardoor weer opschrikte, om de arme zieken daardoor in eene beginnende sluimering gestoord, daaraan werd geen oogenblik gedacht. Onbarmhartiger nog was op dat punt de klepperman, de stedelijke be ambte in do donkere uren over de straat stappend, elk half uur de muziek van den torenwachter accompagneerond met zijne door alles heendringende slagen op de klep in zijne eentonige mededeeling, welk uur do klok „heit", zóó inbrekers en nachtbrakers minzaam waarschuwend, hel werk voor een oogenblik te slaken of zich ergens in een duisteren hoek op te bergen Ondoordacht is van Alphen ge weest, toen hij de woorden „lieve klep per" in een kindermond legde, daarge laten dat een kind op 't uur van den klepperman al lang in de rust moest zijn kan het hem niet lief vinden, aangezien hij het uil den slaap hield Wanneer ik mijn lezer dit heb gedaan bij onze wanr deling op straat in den ouden tijd dan kan ik nu ook tevreden gaan rusten, on gestoord door een lieven klepper of wier ook stukken worden i teruggezonden. IIF.T ARTSE.Y-MONOPOLIF. Geachte Redactie Naar aanleiding van uw artikel onder dit hoofd in uw geacht blad van 15 de zer, zij mij het volgende op te merken vergund Blijkbaar is in hoofdzaak uw bezwaar tegen de gevraagde wijziging der wet op uitoefening der Geneeskunst, de vrees voor hot gevaar van verspreiding van be smettelijke ziekten Dit nu is door de opstellers van liet 'erzoekschrift reeds onder 't oog ge. zien en men heeft te dien opzichte En geland en Duitsehland als voorbeeld ge kozen, lerwijl hel adres betreffende deze aangelegenheid het volgende zegt „Deze vrees is denkbeeldig" ,.In de eerste plaats, Engeland en Duitsehland zijn lan den, waar eene vrijere uitoefening van de geneeskunst is toegelaten; en de volks gezondheid heeft daarvan in die natie's niet geleden; in de tweede plaats, ons volk is in zijn algemeenheid niet zoo dom en onontwikkeld, om niet zelf toe te zien en te onderscheiden, in welke ge vallen de arts de waarlijk aangewezen man is, en om niet te begrijpen waar ernstige behandeling ophoudt en ge knoei begintin de derde plaats, grootere vrijheid zal eenerzijds ook gevallen van genezing brengen, waar die nu blijft uit gesloten, zoolang de officieele welen schap niet almachtig is, inaar wel als almachtig wordt gehuldigd en in de vier do plaats, wal ine» vraagl is wél vrijheid doch gééno wetteloosheid. Verander" - van de bestaande regeling, doch niet minder regeling'! I' steil, met betrekking lot de nog on langs te Rotterdam geconstateerde chor lera, de vraag, of een onbevoegde, bij het ziekbed van den eersten lijder geroeid pen, de ziekte zou hebben herkend Deze vraag wacht natuurlijk op haar antwoord' Edoch, in dit geval mag geredelijk wor den aangenomen dat zelfs een pasbe- gmnend „genezer" de onderhavige ziekte als gevaarlijk zou hebben aangezien en, zoo hij niet uil eigen ervaring het juiste middel lor bestrijding mochl hebben ge kend, toch zeker aanstonds den raad zou hebben gegeven, een meer ingewijden om bijstand te* vragen Overigens blijkt uit uw betoog toch ook heusch niet. dat de cholera zich tol één geval beperkt heeft hetgeen dan trouwens ook niet hel geval was en moeilijk het geval zou kunnen zijn, daar de cholera asiatica zich, naar mijn besle welen, uitsluitend epidemisch openbaart Echter juist deze eigenschap der gevreesde ziekte maakt hel vrijwel ondenkbaar, dal één geval geheel pp zichzelf zou slaan en dat juist dat ééne geval door een onbevoegden genezer zou „behandeld" worden ln éérsle instantie hangt hel echter af van de oplettend heid der naaste omgeving van den aange,- taste of al dan niet dadelijk medische hulp wordt ingeroepen Immers, wordt zulks verwaarloosd, dan wordt hel ge vaar voor verspreiding nog grooter Het geval van „longenpest", door u uit prof. Van Rs artikelenreeks gelicht, is, zooals professor zelf aangeeft, de moeilijkst te herkennen vorm van pest en leeken zullen, op die uitspraak, toch zeker ook geen „gediplomeerd arts" hard vallen over zijn gebrek aan ervaring, wanneer hij die gevaarlijke zipkte niet terstond bij den aanvang herkende. De vrees zou niet ongegrond zijn, wan neer het verzoekschrift beoogde het di ploma voor den arts eenvoudig af te schaffon en ons dus daarmede over le geven aan een troep gelukzoekers, die gewetenloos speculeeren op de beurzen van goedgeloovige zieken. Het verzoekschrift vraagt echter niet minder regeling dan thans, doch maatregelen om le voorkomen, dat zij, van wie uit de practijk is gebleken dat ze, al is het dan bij intuïtie, hebben kun nen genezen, zelfs ,waar officieele hulp tekort schoot, niet langer bloot staan aan de willekeur van een overijverig politiebeambte, een Tanatiseh Openbaar Ministerie of een eenzijdig Inspecteur der Volksgezondheid, zooals hel adres die opsomt. We behoeven toch maar iels verder te zien dan onze neus lang is, om overtuigd te worden, dat kruidenkenners en „pis kijkers zooals u aangeeft, genezingen tol stand, brengen, waarvan men ver baasd moet staan. En zijn er niet gediplomeerde arisen, die zich eene andere dan de „officieele" geneeswijze hebben gekozen voor de be handeling hunner patiënten? Voorts mag er nog wel oven de aani- dacht op gevestigd worden, dal de theo rie, hoezeer onontbeerlijk, toch ook niet meer is dan de grond, waarop de arts kan bouwen. Wat zou een arts zonder practijk weten? Theorie en practijk moe ten aanvankelijk hand in hand ga doch per saldo zal de practijk de oudere zuster van theorie worden, de practijk zal de theorie zoo goed als vervangen Zou dan bijvoorbeeld een kruidenkenner of met hem gelijkstaande, die op een ja renlange en drukke practijk kan bogen, tot de „onbevoegden" moeten worden ge rekend1' Juist in hoofdzaak de practijk is het, die de diagnose leert stellen. Is hel dan niet ergerlijk, dat lieden, die, alhoewel „onbevoegd", loch de spo ren verdiend hebben met de genezing var zich hij hen aanmeldende, vaak onge neeslijk verklaarde zieken, door een baal zuchtig dienaar van Hermandad voor den rechter gesleepl kunnen worden om daar het schuldig tegen zich te hooren uit spreken? En zoo zulks nog niet geschiedt, is het dan, van den anderen kant bezien, niet evenzeer krenkend voor ons gevoel van. eerbied, voor de wet, dat zij oog luikend de behandeling van zieken door „onbevoegden" laat begaan? Uw hoofdartikel is echter, evenals over 'l algemeen de polemiek in de dagbladen over het onderhavige onderwerp gevoerd, ■olledig; de quintessens van de actie, wordt over 't hoofd gezien. De wet op de uitoefening der geneeskunst is een strafwet; er worden menschen gestraft, omdat zij geneeskunst uitoefenen zonder arts te zijn :en rechtsgeleerde, die de welwillend heid had, mij terzake te advisceren, merkte daaromtrent op om strafschuldig te zijn, moet men een recht van een an der of een algemeen belang gesehonden hebben. En welk algemeen belang schond de genezer, die door zijne geneesmetho den zieken genas, of zelfs den zieken geen schade aan hunne gezondheid toe brachtIs het rechtvaardig, dat de wet gever dezen genezer straft, welke on rechtmatige daad heefl hij dan gedaan' Kan bovendien de genezer gestraft wor den, vraagt mijn zegsman, als de zieke verkiest geen arts te raadplegen, doch aan zijne behandeling de voorkeur geeft? Moet m a w de genezer boelen voor de wilsuiting van een ander? Zou het niet gewensclit zijn, dal zij, die over dit onderwerp schrijven, ook de zaak eens bezagen van het standpunt van het recht en is dit niet liet hoofd standpunt van eene slrafwetsbepalmg Zijn er, ten slotte, in ons land min der „kwakzalvers" dan in Duitsehland en zijn masseurs en magnetiseurs, om hen le noemen, niet door velen er kende, genezers? Zijn bijvoorbeeld mag netiseurs niet personen, van wie „kracht" gevraagd wordt, zoodat de „kennis" van de artsen hen niet helpt om deze genees methode toe te passen? Is hel eerste het geval, wat baat dan het arlsenmonopoiie tegen besmettelijke ziekten. Ook zij hier nog opgemerkt, dal vele ziekten en zeker niet het minst de besmettelijke, door eenvoudige leeken zelfs herkend worden voordal de arls is geraadpleegd. Uil het 'boven opgesomde moge dan blijken dal de huidige toestand niet ge zond is en, le trachten daaraan een einde te maken, is het streven van het verzoek schrift, gesteund door hel Comité, waar van ondergeleekende de eer heeft, voor zitter te zijn Hoe de gevraagde regeling dan te tref fen is, zal, heschcidcnlijk, aan de wet gevende macht overgelaten moeten wor den Met beleefden dank voor de mij ver leende ruimte, leekene, Hoogachlcnd, Uw. dw. BLOEMENDAL Amsterdam, 21 November 1913 [Tegenover de verzekering van den in zender dat liij en zijn medestanders geen wetteloosheid willen, maar een andere wettelijke regeling dan thans, herhalen we de vraag uit ons hoofdartikel op welken grondslag wilt u dan die nieuw, regeling 'doen berusten, Ier vervangiii: van den nu geldenden grondslag van bij examen gebleken kennis» De inzender((sehi.tnl als dien grondslag le willen aannemen de praktijk. Hij schrijft dat liet en om te doen is lo voor komen, „dat zij' van wie uit de praktijk is gebleken, dal ze hebben kunnen ge nezen", bloot staan aan strafvervolging Hij gaat zelfs zoo ver, dat hij, hoewel de theorie erkennend als „den grond" waarop de arls kan bouwen, loch «le later volgende praktijk aanduidt als „de oudere zuster der theorie", en zelfs meent dat die praktijk de theorie zoo goed als geheel kan vervangen. We halen juisl deze opmerkingen zoo naar voren, omdat daaruil zoo duidelijk blijkt de oppervlakkigheid van het be toog der bestrijders van 't artsenmono polie. Ook een notarisklerk kan na ja renlange» dienst zoo n ervaring van de praktijk hebben opgedaan, dat hij van de meest .voorkomende zaken precies weel hoe ze behandeld moeien worden. Maar l kan toch alleen een oppervlakkig be- oordeclaar zijn, die op grond daarvan wenscht dat ook die praclici als beroeps collega's oplrecicn van do door studie theoretisch onderlegde notarissen. Waar om zou dat anders zijn in dc genees kunst? Boven de praktijk-ervaring van dc symptomen toch staal de niet anders dan door studie le verkrijgen wetenschap van hel waaróm. .Wie beweert, zooals de in zender, dat „het juisl in hoofdzaak de praktijk is, «lie de diagnose leert stel len", vergeel dal het de theoretische, de wetenschappelijke kennis is, die de prac- lisclie herkenning der ziekten mogelijk maakt. Snijdt men «lio practisehe toepassing af ii den wortel van wetenschappelijke kennis, dan liangl «le „praktijk" in de lucht en beslaal hel gevaar van do nood- lotligsle vergissingen. Als een niel-onderlegdc „genezer" een hoofdpijn aanwijst (als ven gevolg ivan een maagstoornis, berust ook die uitspraak op at hij theoretisch weelvan hooro zeggen! Maar hij weet niet waarom. En als toevallig de hoofdpijn eens nicl uit «le maag voortkomt, maar wil een zen1 sloring of oen hersenaandoening, zal hij tien legen een niet weten waarmee hij te maken heeft, met 't gevolg dal «le ziekte verwaarloosd wordt. En dól is liet gi'oote gevaar dat wij zien ien blijven zien in het geven van grooter vrijheid om zich als genezer van beroep Ier beschikking van dc zieken te stellen AI voert men ook honderden gevallen n genezing door kruidenkenners, mag- neliseurs lof wie ook aan, dan zullen daartegenover zeker evenveel en waar schijnlijk meer gevallen kunnen worden gesteld van gevallen, die zij niet her kenden en niet genazen. Alleen «lie gevallen worden niol ruchtbaar. De mees- menschcn schamen zich er voor. Eil dan nog. de inzender is wel zéér beseheiden door de vraag, hoe die an dere regeling getroffen moet worden, aan de wetgevende macht over te laten Maar als er over de richting waarin die randering moet worden geleid niet vr aanwijzingen worden gegeven dan wij tol nu toe lazen ,dan zien wij geen mogelijkheid van een regeling, die niet met de toelating van wellicht enkele erva ren onbevoegde genezers, ook tegelijk een heel leger van volksbedriegers op dc zieken loslaat. is "net ev om te doen is straffeloos heid le voorkomen voor hen „van wieti uit de pracujk gebleken is, dal ze kunnen genezen", hoeveel menschen moeien er dan eerst aan gewaagd [zijn, vóór dat prak- lijksbrevet kan worden uitgereikt9 Wat we over besmettelijke ziekten schreven, durven we rustig staande te houden tegenover hel machtwoord der opstellers van liet verzoekschrift: „Deze vrees is denkbeeldig". «Wat de inzender nog verder aanhaalt ni. dat „ons volk in zijn algemeenheid niet zoo dom en onontwikkeld is om niet zelf toe te zien en te onderscheiden", zijn we vrij op geneeskundig gebied stellig te ont kennen [Wie om zich heen hoort, kan dagelijks de. meest krasse staaltjes van domheid te welen komen. Ten opzichte van de strafbaarheid al leen tdilde weigever achtte het een ,Jalgemeen belang" de zieken te vrij waren tegen liulp van onbevoegden. Zou iemand die dat verbod overtreedt dan niet strafschuldig zijn? Onze wet deugt niet, getuige de dage- lijkselie overtreding. Accoord. Maar moe ten daarom die overtredingen goed ge praat worden? Ked.j ÉÉN AMBTENAAR IN DIENST. Mijnheer de redacteur. Al meermalen heeft het mij bevreemd, dal in hel station Vlissingen de vlug heid van bedienen aan de reizigers, die plaatsknarten noodig hebben omgekeerd evenredig is aan de snelheid, die in hel legenwoordig verkeersleven gehul digd wordt. Laat mij er dadelijk bij voegen dat hier niet de schuld bij den betrokken ambtenaar ligt, die zijn uiter ste best doet het reizend publiek te helpen. De fout zit hierin, dal er slechts één man belast wordt met het afgeven van plaatslcaarlen, bet afstempelen van kilojmeterboekjes, terwijl er loch 3 lo kellen zijn aan dit bureau Waarom niet een ambtenaar meer in dienst gesteld len gerieve van het pu bliek zou ik willen vragen Misschien klinkt het in de bureau cratische wereld als een onnoozele vraag doch ik waag hel desniettemin deze vraag te doen Zoo was het Zaterdag j I. voor den middagtrein van 1.27 richting Roozen- daal oen geduldoelening van je welste oni een kaartje te bemachtigen, de rei zigers stonden, onder wie ook onder geleekende was, in een file geschaard, met gelatenheid zich opschuivende naar het loketje, wanneer een hunner be diend was geworden. En deze langzame bediening geschiedt ook voor de rei zigers, die per boot uil Brcskens aan komen en zich moeien reppen om den Irein le halen b v. bij de avondboot. Waar ik vertrouw dat uw blad, mijn beer de redacteur, ook onder de oogen komt van de autoriteiten van het betrok ken spoorwegstation, heb ik gemeend eenige plaatsruimte te mogen vragen. Met dank voor de plaatsing, hoogj- achtend, Een reiziger. LAKOE DELFT I 24 9IDDELBÜBG. Verstrekt CIRCULAIRE GREDIETBR1EVEN. Geeft wissels af op de voornaamste lioiteol. bankplaatsen- KOOPT en VERKOOPT VREEMDE MUNTSPECIËN. Incasseert wissels op kinnen- en Buitenland. Verhuurt SAFE-LOKETTEN. Seisweg, Middelburg. Telef. 206. Magazijn van Haarden, Kachels en Fornuizen. Alleenverkoop voor Zeeland van'-de DAVO-HAARUKN en DAVO-VUL- K AC II ELS uit de fabriek van VAN ZWET te Deventer. Agent te Zierikzee Firma ANKER, te Borselen GEBR. NIEUWENHUIZEN, te Vlissingen A. JANSSENS, Palingstraat. Prijscouranten gratis en franco. fu coupures vnu flOOO.1500en flOO. tegen den koere van lOO'/i wor«leu verkrijgbaar gesteld door: De Vaderlandsche Bank voor Belaste Waarden (geplaatst kapitaal 1 millioen galden) 's Graveuhuge l.asu vnu Meerdervoort 3.1. De gesloten leeningen hebben voornamelijk tot onderpand onverdeelde nalatenschappen en hypothe cate grossen. Bfc nalatenschappen wordt het even- tueele risico aan die soort van leeningen verbonden, door eene verzekering gedekt, terwjjl ky de grossen tut zekerheid strekt èa het onderpand èn de aanspra kelijkheid zoowel van den hypotheoairen schuldenaar als van den hypothecairenAchnldeischer. Stoomdrukkerij. Firma D. G. Kröber Jr. Middelburg.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1913 | | pagina 6