Ingezonden Stnkken.
Advertentie ii.
OBLIGATIES
gedragen ploffen en in het al of niet
hechten van linten of wel bloemen op
den grooten, algemeen gedragen luifel-
hoed, die al spoedig voor oen dergelijke
rondo zou plaats maken. Des te grooter
was het bij die der meer bejaarde en
der jongere lieeren waarvan de eersten
hardnekkig vasthielden aan het bovenbe
schreven bidderscostuum, maar in allerlei
kleuren en zonder lamfers en bij do heel
oude onder behoud van het soms nog ge
poederde pruikje De jongeren vertoon
den zich inet den nog niet lang be-
staanden cilinderhoed, een sterk getail
leerde lango jas en een lange spanbroek
met souspieds. De hooge hoed was be
stemd den steek te vervangen, even
als (zij later 't veld moest ruimen voor
de lagere, het zoogenaamde dopje, dat in
den jongsten tijd weer strijd moet gaan
voeren met den jockey- of chauffeurspet,
al moet worden orkend, dat de „hooge
zijden" zich honderd jaar lang als de
incarnatie, van achtbaarheid heeft weten
staand© te houden. Waarin evenwel jon
geren en ouderen destijds overeenstem
den was in 't vertooncn van een zorgvul
dig geschoren gezicht, aangezien liet dra
gen van een knevel als hoogst onbetame
lijk werd beschouwd e.n alleen de korte
bakkebaarden, soms oneerbiedig als
„tochtlatjes" aangeduid er nog even door
konden in de oogen der toonaangevende
gemeente. Een ander punt van overeen
komst was, trots alle liefde voor de ta
bak, het o p dat uur niet rooken op straat
wat evenzeer als onwelvoegelijk werd be
schouwd, meer bepaald in gezelschap van
oames. Binnenshuis mochten deze daar
toenmaals geen bezwaar tegen opleveren,
op straat zou de man, die zich zelve zoo
wel als dc vrouw respecteerde er niet
gedacht hebben te rooken. Die opvatting
is lang gebleven en zelfs nu nog is in 't
oog van heel wat menschen de heer\
of die zich als zoodanig wil voordoen
„af", die naast een vrouw op straat loopt
te dampen. Een typisch verschil met nu
is ook de wijze van gearmd gaan Toen
steunde terecht de vrouw op den krach
tige» arm van den man, thans hangt de
meerderheid der mannen op of aan den
arm van de vrouw, als gevolg van ver
schil in lengte, veelal mpt ronden, slap
pen rug. Over de bijkomende hebbelijk
heid om dan in l publiek een paar dik
wijls bloote handen in elkaar te klemmen
moge liever stilzwijgend worden heen
gegleden. Overigens was er op straat ook
in het middaguur weinig beweging, tenzij
enkele dames of burgerjuffers nog hare
inkoopea gingen doen, wanneer de mor
genuren geheel door huiselijke bezighe
den waren in beslag genomen Tot zelfs
de middagdrukle van onze dagen, als de
mannen na einde hunner zaken of afloop
van den kantoor- of bureautijd koffiehui
zen of sociëteiten gaan vullen, ontbrak
toen Meestal ging men na den arbeid
naar 't eigen huis en bleef ook de socië
teit leeg om geregeld alleen bezocht te
wordeu op Zaterdagavond en dan in den
regel lang, langer dan noodig was om
moeder de vrouw de gelegenheid te ge
geven het kroost in de kuip te doen, wat
meë als een der redenen gold voor vader
om uit te gaan. Niet als een verwijt zij
dit gezegd, werkelijk de overigens huise
lijke echtgenoot had na zes dagen werken
voor zijn gezin wel eens eenige uren van
ontspanning verdiend.
Naarmate nu de maatschappelijke of
huiselijke bezigheden waren afgcloopen
en de intredende schemering aan vele
daarvan een gedwongen einde maakte,
werd de slraat of liever haar grenzen
weer drukker. Dan toch namen mannen
en vrouwen zitling op hunne stoepban
ken en daaromheen naar buiten «gehaalde,
meest matten stoelen, om onder elkander
of met de buren le babbelen i» de
ste plaats over het weer, zoowel van den
afgeloopen dag als van den toekomenden
en verder over hunne zaken, over slede
lijk in hun oog steeds belangrijk nieuws
en over den medemensch, die er niet bij
was. Opvolgend werden dan de kinikke-
bollende kinderen van daar naar bed ge
bracht en zoo tegen negenen, als voor
het garnizoen op slraat de taptoe werd
geblazen of geslagen, maakten ook de
ouderen een einde aan hel geschepte
luchtje, om na 't verorberen van oen min
of meer gemeubileerde boterham den ,dag
voor geëindigd te verklaren.
Een uur laler heerschte er eene alge-
mecnc slilte, luiken en deuren waren
tveral geslolen en ter dege gesloten,
fiet denkbeeld alleen van gedwongen win
kelsluiting zou de vaderen hebben doen
schudden van 't lachen, omdat ieder voor
zich daartoe nooit aanleiding gaf en vrij
willig naar wat liij noemde „het klokje
van gehoorzaamheid" luisterde. Die stilte
werd nu en dan nog verbroken door 't
uitgaan „na bezetten tijd" van een avondr,
meest ver jaarspartijtje, enkele malen
door een paar juffers, komende van een
dameskransje en dan met het oog op
overlast van verschillenden aard gehaald
door de dienstbode 't Wilde wel eens
- voorkomen, dat de laatste heel wat aan
trekkelijker voor de mannen was dan de
juffers zelve maar dat maakte niets uit,
hare tegenwoordigheid alleen was het
bewijs, dat de dames niet van
delijke aanmakerljes gediend waren Wat
een verschil met onzen tijd nu de meis
jes, soms op een nog later uur flink
doorstappend of op de fiets, onbe
schroomd alleen over straat gaan en dat
ook kunnen doen, dank zij zoowel de
meer moderne fatsoensopvattingen als
vooral omdat inderdaad op slraat uitge
zonderd op achterwegen, door meerdere
beschaving de bedoelde overlast van et-
ken aard tot de hooge uitzonderingen be,-
hoort.
Ten slotte: door nog een paar andere
oorzaken werd de aartsvaderlijke stilte
periodiek verbroken en wel door de hef
tige geluiden voortgebracht door klepper
man en torenwachter Waar hel meest
tijds onwelluidende leven door dezen
laatste van den omloop van den toren op
een hoorn of bultige trompet over de
stad geschetterd nagenoeg overal ver
dwenen is, was het toenmaals en vele
jaren later nog algemeen, omdat, zoo
heette het, dat misbaar een bewijs was
van rust en veiligheid, meer bepaald wal
brand betreft. Om ouders optrekkend
met een onrustig kind, dat juist daardoor
weer opschrikte, om de arme zieken
daardoor in eene beginnende sluimering
gestoord, daaraan werd geen oogenblik
gedacht. Onbarmhartiger nog was op dat
punt de klepperman, de stedelijke be
ambte in do donkere uren over de straat
stappend, elk half uur de muziek van den
torenwachter accompagneerond met zijne
door alles heendringende slagen op de
klep in zijne eentonige mededeeling, welk
uur do klok „heit", zóó inbrekers en
nachtbrakers minzaam waarschuwend, hel
werk voor een oogenblik te slaken of
zich ergens in een duisteren hoek op te
bergen Ondoordacht is van Alphen ge
weest, toen hij de woorden „lieve klep
per" in een kindermond legde, daarge
laten dat een kind op 't uur van den
klepperman al lang in de rust moest zijn
kan het hem niet lief vinden, aangezien
hij het uil den slaap hield Wanneer ik
mijn lezer dit heb gedaan bij onze wanr
deling op straat in den ouden tijd dan
kan ik nu ook tevreden gaan rusten, on
gestoord door een lieven klepper of wier
ook
stukken worden i
teruggezonden.
IIF.T ARTSE.Y-MONOPOLIF.
Geachte Redactie
Naar aanleiding van uw artikel onder
dit hoofd in uw geacht blad van 15 de
zer, zij mij het volgende op te merken
vergund
Blijkbaar is in hoofdzaak uw bezwaar
tegen de gevraagde wijziging der wet op
uitoefening der Geneeskunst, de vrees
voor hot gevaar van verspreiding van be
smettelijke ziekten
Dit nu is door de opstellers van liet
'erzoekschrift reeds onder 't oog ge.
zien en men heeft te dien opzichte En
geland en Duitsehland als voorbeeld ge
kozen, lerwijl hel adres betreffende deze
aangelegenheid het volgende zegt „Deze
vrees is denkbeeldig" ,.In de eerste
plaats, Engeland en Duitsehland zijn lan
den, waar eene vrijere uitoefening van de
geneeskunst is toegelaten; en de volks
gezondheid heeft daarvan in die natie's
niet geleden; in de tweede plaats, ons
volk is in zijn algemeenheid niet zoo
dom en onontwikkeld, om niet zelf toe
te zien en te onderscheiden, in welke ge
vallen de arts de waarlijk aangewezen
man is, en om niet te begrijpen waar
ernstige behandeling ophoudt en ge
knoei begintin de derde plaats, grootere
vrijheid zal eenerzijds ook gevallen van
genezing brengen, waar die nu blijft uit
gesloten, zoolang de officieele welen
schap niet almachtig is, inaar wel als
almachtig wordt gehuldigd en in de vier
do plaats, wal ine» vraagl is wél vrijheid
doch gééno wetteloosheid. Verander" -
van de bestaande regeling, doch niet
minder regeling'!
I' steil, met betrekking lot de nog on
langs te Rotterdam geconstateerde chor
lera, de vraag, of een onbevoegde, bij
het ziekbed van den eersten lijder geroeid
pen, de ziekte zou hebben herkend Deze
vraag wacht natuurlijk op haar antwoord'
Edoch, in dit geval mag geredelijk wor
den aangenomen dat zelfs een pasbe-
gmnend „genezer" de onderhavige ziekte
als gevaarlijk zou hebben aangezien en,
zoo hij niet uil eigen ervaring het juiste
middel lor bestrijding mochl hebben ge
kend, toch zeker aanstonds den raad zou
hebben gegeven, een meer ingewijden om
bijstand te* vragen Overigens blijkt uit
uw betoog toch ook heusch niet. dat de
cholera zich tol één geval beperkt heeft
hetgeen dan trouwens ook niet hel geval
was en moeilijk het geval zou kunnen
zijn, daar de cholera asiatica zich, naar
mijn besle welen, uitsluitend epidemisch
openbaart Echter juist deze eigenschap
der gevreesde ziekte maakt hel vrijwel
ondenkbaar, dal één geval geheel pp
zichzelf zou slaan en dat juist dat ééne
geval door een onbevoegden genezer zou
„behandeld" worden ln éérsle instantie
hangt hel echter af van de oplettend
heid der naaste omgeving van den aange,-
taste of al dan niet dadelijk medische
hulp wordt ingeroepen Immers, wordt
zulks verwaarloosd, dan wordt hel ge
vaar voor verspreiding nog grooter
Het geval van „longenpest", door u
uit prof. Van Rs artikelenreeks gelicht,
is, zooals professor zelf aangeeft, de
moeilijkst te herkennen vorm van pest
en leeken zullen, op die uitspraak, toch
zeker ook geen „gediplomeerd arts" hard
vallen over zijn gebrek aan ervaring,
wanneer hij die gevaarlijke zipkte niet
terstond bij den aanvang herkende.
De vrees zou niet ongegrond zijn, wan
neer het verzoekschrift beoogde het di
ploma voor den arts eenvoudig af te
schaffon en ons dus daarmede over le
geven aan een troep gelukzoekers, die
gewetenloos speculeeren op de beurzen
van goedgeloovige zieken.
Het verzoekschrift vraagt echter niet
minder regeling dan thans, doch
maatregelen om le voorkomen, dat zij,
van wie uit de practijk is gebleken dat
ze, al is het dan bij intuïtie, hebben kun
nen genezen, zelfs ,waar officieele hulp
tekort schoot, niet langer bloot staan
aan de willekeur van een overijverig
politiebeambte, een Tanatiseh Openbaar
Ministerie of een eenzijdig Inspecteur der
Volksgezondheid, zooals hel adres die
opsomt.
We behoeven toch maar iels verder te
zien dan onze neus lang is, om overtuigd
te worden, dat kruidenkenners en „pis
kijkers zooals u aangeeft, genezingen
tol stand, brengen, waarvan men ver
baasd moet staan.
En zijn er niet gediplomeerde arisen,
die zich eene andere dan de „officieele"
geneeswijze hebben gekozen voor de be
handeling hunner patiënten?
Voorts mag er nog wel oven de aani-
dacht op gevestigd worden, dal de theo
rie, hoezeer onontbeerlijk, toch ook niet
meer is dan de grond, waarop de arts
kan bouwen. Wat zou een arts zonder
practijk weten? Theorie en practijk moe
ten aanvankelijk hand in hand ga
doch per saldo zal de practijk de oudere
zuster van theorie worden, de practijk
zal de theorie zoo goed als vervangen
Zou dan bijvoorbeeld een kruidenkenner
of met hem gelijkstaande, die op een ja
renlange en drukke practijk kan bogen,
tot de „onbevoegden" moeten worden ge
rekend1' Juist in hoofdzaak de practijk is
het, die de diagnose leert stellen.
Is hel dan niet ergerlijk, dat lieden,
die, alhoewel „onbevoegd", loch de spo
ren verdiend hebben met de genezing var
zich hij hen aanmeldende, vaak onge
neeslijk verklaarde zieken, door een baal
zuchtig dienaar van Hermandad voor den
rechter gesleepl kunnen worden om daar
het schuldig tegen zich te hooren uit
spreken? En zoo zulks nog niet geschiedt,
is het dan, van den anderen kant bezien,
niet evenzeer krenkend voor ons gevoel
van. eerbied, voor de wet, dat zij oog
luikend de behandeling van zieken door
„onbevoegden" laat begaan?
Uw hoofdartikel is echter, evenals over
'l algemeen de polemiek in de dagbladen
over het onderhavige onderwerp gevoerd,
■olledig; de quintessens van de actie,
wordt over 't hoofd gezien. De wet op
de uitoefening der geneeskunst is een
strafwet; er worden menschen gestraft,
omdat zij geneeskunst uitoefenen zonder
arts te zijn
:en rechtsgeleerde, die de welwillend
heid had, mij terzake te advisceren,
merkte daaromtrent op om strafschuldig
te zijn, moet men een recht van een an
der of een algemeen belang gesehonden
hebben. En welk algemeen belang schond
de genezer, die door zijne geneesmetho
den zieken genas, of zelfs den zieken
geen schade aan hunne gezondheid toe
brachtIs het rechtvaardig, dat de wet
gever dezen genezer straft, welke on
rechtmatige daad heefl hij dan gedaan'
Kan bovendien de genezer gestraft wor
den, vraagt mijn zegsman, als de zieke
verkiest geen arts te raadplegen, doch
aan zijne behandeling de voorkeur geeft?
Moet m a w de genezer boelen voor de
wilsuiting van een ander?
Zou het niet gewensclit zijn, dal zij, die
over dit onderwerp schrijven, ook de
zaak eens bezagen van het standpunt
van het recht en is dit niet liet hoofd
standpunt van eene slrafwetsbepalmg
Zijn er, ten slotte, in ons land min
der „kwakzalvers" dan in Duitsehland
en zijn masseurs en magnetiseurs, om
hen le noemen, niet door velen er
kende, genezers? Zijn bijvoorbeeld mag
netiseurs niet personen, van wie „kracht"
gevraagd wordt, zoodat de „kennis" van
de artsen hen niet helpt om deze genees
methode toe te passen? Is hel eerste het
geval, wat baat dan het arlsenmonopoiie
tegen besmettelijke ziekten. Ook zij hier
nog opgemerkt, dal vele ziekten en zeker
niet het minst de besmettelijke, door
eenvoudige leeken zelfs herkend worden
voordal de arls is geraadpleegd.
Uil het 'boven opgesomde moge dan
blijken dal de huidige toestand niet ge
zond is en, le trachten daaraan een einde
te maken, is het streven van het verzoek
schrift, gesteund door hel Comité, waar
van ondergeleekende de eer heeft, voor
zitter te zijn
Hoe de gevraagde regeling dan te tref
fen is, zal, heschcidcnlijk, aan de wet
gevende macht overgelaten moeten wor
den
Met beleefden dank voor de mij ver
leende ruimte, leekene,
Hoogachlcnd,
Uw. dw.
BLOEMENDAL
Amsterdam, 21 November 1913
[Tegenover de verzekering van den in
zender dat liij en zijn medestanders geen
wetteloosheid willen, maar een andere
wettelijke regeling dan thans, herhalen
we de vraag uit ons hoofdartikel op
welken grondslag wilt u dan die nieuw,
regeling 'doen berusten, Ier vervangiii:
van den nu geldenden grondslag van bij
examen gebleken kennis»
De inzender((sehi.tnl als dien grondslag
le willen aannemen de praktijk. Hij
schrijft dat liet en om te doen is lo voor
komen, „dat zij' van wie uit de praktijk
is gebleken, dal ze hebben kunnen ge
nezen", bloot staan aan strafvervolging
Hij gaat zelfs zoo ver, dat hij, hoewel de
theorie erkennend als „den grond"
waarop de arls kan bouwen, loch «le
later volgende praktijk aanduidt als „de
oudere zuster der theorie", en zelfs
meent dat die praktijk de theorie zoo
goed als geheel kan vervangen.
We halen juisl deze opmerkingen zoo
naar voren, omdat daaruil zoo duidelijk
blijkt de oppervlakkigheid van het be
toog der bestrijders van 't artsenmono
polie. Ook een notarisklerk kan na ja
renlange» dienst zoo n ervaring van de
praktijk hebben opgedaan, dat hij van de
meest .voorkomende zaken precies weel
hoe ze behandeld moeien worden. Maar
l kan toch alleen een oppervlakkig be-
oordeclaar zijn, die op grond daarvan
wenscht dat ook die praclici als beroeps
collega's oplrecicn van do door studie
theoretisch onderlegde notarissen. Waar
om zou dat anders zijn in dc genees
kunst?
Boven de praktijk-ervaring van dc
symptomen toch staal de niet anders dan
door studie le verkrijgen wetenschap van
hel waaróm. .Wie beweert, zooals de in
zender, dat „het juisl in hoofdzaak de
praktijk is, «lie de diagnose leert stel
len", vergeel dal het de theoretische, de
wetenschappelijke kennis is, die de prac-
lisclie herkenning der ziekten mogelijk
maakt.
Snijdt men «lio practisehe toepassing af
ii den wortel van wetenschappelijke
kennis, dan liangl «le „praktijk" in de
lucht en beslaal hel gevaar van do nood-
lotligsle vergissingen.
Als een niel-onderlegdc „genezer" een
hoofdpijn aanwijst (als ven gevolg ivan een
maagstoornis, berust ook die uitspraak op
at hij theoretisch weelvan hooro
zeggen! Maar hij weet niet waarom. En
als toevallig de hoofdpijn eens nicl uit
«le maag voortkomt, maar wil een zen1
sloring of oen hersenaandoening, zal hij
tien legen een niet weten waarmee hij
te maken heeft, met 't gevolg dal «le
ziekte verwaarloosd wordt.
En dól is liet gi'oote gevaar dat wij
zien ien blijven zien in het geven van
grooter vrijheid om zich als genezer van
beroep Ier beschikking van dc zieken
te stellen
AI voert men ook honderden gevallen
n genezing door kruidenkenners, mag-
neliseurs lof wie ook aan, dan zullen
daartegenover zeker evenveel en waar
schijnlijk meer gevallen kunnen worden
gesteld van gevallen, die zij niet her
kenden en niet genazen. Alleen «lie
gevallen worden niol ruchtbaar. De mees-
menschcn schamen zich er voor.
Eil dan nog. de inzender is wel zéér
beseheiden door de vraag, hoe die an
dere regeling getroffen moet worden,
aan de wetgevende macht over te laten
Maar als er over de richting waarin die
randering moet worden geleid niet
vr aanwijzingen worden gegeven dan
wij tol nu toe lazen ,dan zien wij geen
mogelijkheid van een regeling, die niet
met de toelating van wellicht enkele erva
ren onbevoegde genezers, ook tegelijk een
heel leger van volksbedriegers op dc
zieken loslaat.
is "net ev om te doen is straffeloos
heid le voorkomen voor hen „van wieti
uit de pracujk gebleken is, dal ze kunnen
genezen", hoeveel menschen moeien er
dan eerst aan gewaagd [zijn, vóór dat prak-
lijksbrevet kan worden uitgereikt9
Wat we over besmettelijke ziekten
schreven, durven we rustig staande te
houden tegenover hel machtwoord der
opstellers van liet verzoekschrift:
„Deze vrees is denkbeeldig". «Wat de
inzender nog verder aanhaalt ni. dat „ons
volk in zijn algemeenheid niet zoo dom
en onontwikkeld is om niet zelf toe te
zien en te onderscheiden", zijn we vrij
op geneeskundig gebied stellig te ont
kennen [Wie om zich heen hoort, kan
dagelijks de. meest krasse staaltjes van
domheid te welen komen.
Ten opzichte van de strafbaarheid al
leen tdilde weigever achtte het een
,Jalgemeen belang" de zieken te vrij
waren tegen liulp van onbevoegden. Zou
iemand die dat verbod overtreedt dan
niet strafschuldig zijn?
Onze wet deugt niet, getuige de dage-
lijkselie overtreding. Accoord. Maar moe
ten daarom die overtredingen goed ge
praat worden? Ked.j
ÉÉN AMBTENAAR IN DIENST.
Mijnheer de redacteur.
Al meermalen heeft het mij bevreemd,
dal in hel station Vlissingen de vlug
heid van bedienen aan de reizigers, die
plaatsknarten noodig hebben omgekeerd
evenredig is aan de snelheid, die in
hel legenwoordig verkeersleven gehul
digd wordt. Laat mij er dadelijk bij
voegen dat hier niet de schuld bij den
betrokken ambtenaar ligt, die zijn uiter
ste best doet het reizend publiek te
helpen. De fout zit hierin, dal er slechts
één man belast wordt met het afgeven
van plaatslcaarlen, bet afstempelen van
kilojmeterboekjes, terwijl er loch 3 lo
kellen zijn aan dit bureau
Waarom niet een ambtenaar meer in
dienst gesteld len gerieve van het pu
bliek zou ik willen vragen
Misschien klinkt het in de bureau
cratische wereld als een onnoozele vraag
doch ik waag hel desniettemin deze
vraag te doen
Zoo was het Zaterdag j I. voor den
middagtrein van 1.27 richting Roozen-
daal oen geduldoelening van je welste
oni een kaartje te bemachtigen, de rei
zigers stonden, onder wie ook onder
geleekende was, in een file geschaard,
met gelatenheid zich opschuivende naar
het loketje, wanneer een hunner be
diend was geworden. En deze langzame
bediening geschiedt ook voor de rei
zigers, die per boot uil Brcskens aan
komen en zich moeien reppen om den
Irein le halen b v. bij de avondboot.
Waar ik vertrouw dat uw blad, mijn
beer de redacteur, ook onder de oogen
komt van de autoriteiten van het betrok
ken spoorwegstation, heb ik gemeend
eenige plaatsruimte te mogen vragen.
Met dank voor de plaatsing, hoogj-
achtend,
Een reiziger.
LAKOE DELFT I 24
9IDDELBÜBG.
Verstrekt CIRCULAIRE GREDIETBR1EVEN.
Geeft wissels af op de voornaamste lioiteol. bankplaatsen-
KOOPT en VERKOOPT VREEMDE MUNTSPECIËN.
Incasseert wissels op kinnen- en Buitenland.
Verhuurt SAFE-LOKETTEN.
Seisweg, Middelburg.
Telef. 206.
Magazijn van Haarden,
Kachels en Fornuizen.
Alleenverkoop voor Zeeland van'-de
DAVO-HAARUKN en DAVO-VUL-
K AC II ELS uit de fabriek van VAN
ZWET te Deventer.
Agent te Zierikzee Firma ANKER, te
Borselen GEBR. NIEUWENHUIZEN, te
Vlissingen A. JANSSENS, Palingstraat.
Prijscouranten gratis en franco.
fu coupures vnu flOOO.1500en flOO.
tegen den koere van lOO'/i
wor«leu verkrijgbaar gesteld door:
De Vaderlandsche Bank
voor Belaste Waarden
(geplaatst kapitaal 1 millioen galden)
's Graveuhuge l.asu vnu Meerdervoort 3.1.
De gesloten leeningen hebben voornamelijk tot
onderpand onverdeelde nalatenschappen en hypothe
cate grossen. Bfc nalatenschappen wordt het even-
tueele risico aan die soort van leeningen verbonden,
door eene verzekering gedekt, terwjjl ky de grossen
tut zekerheid strekt èa het onderpand èn de aanspra
kelijkheid zoowel van den hypotheoairen schuldenaar
als van den hypothecairenAchnldeischer.
Stoomdrukkerij. Firma D. G. Kröber Jr.
Middelburg.