BIJVOEGSEL Een bezoek aan „Vrederust". FEUILLETON. CHRISTINE, BINNENLAND. Kerknieuws. Onderwijs. i?ar- üote~ ■de*. CM- lacht acfc ftfei n DAM, obec. Vrijdag 10 Oct. 1913, no. 240. I. Vier en een half jaar is thans het door de „Vereeniging tot christelijke verzorging van krankzinnigen in Zeelandopgerichte krankzinnigengesticht „Vrederust" bij Bergen op Zoom in gebruik. Kort voor de opening heeft in dit blad een beschrijving gestaan van den aanblik dien de stichting toen opleverde Thans is er wel aanleiding toe om te be schrijven hoe de aanblik nu is Want, at is het niet dezelfde hand, die toen de be schrijving leverde, en die het nu doet, het is toch voor iederen nieuwen bezoèker duidelijk dal er daar heel voel veranderd en verbeterd is We werden tot dit bezoek in staal ge steld door een uitnoodiging van den ijve- rigen secretaris, den heer P J. de Kruij- ter We zijn hem er erkentelijk voor, over tuigd dat alle Zeeuwsche lezers belang zullen stellen in dit gesticht dat zoo'n groote verbetering heeft gebracht in de verzorging van krankzinnigen uit Zeeland Wie nog zich herinnert hoe het hier vroeger toeging, weet ook dat iedere plaat sing van een krankzinnige uit Zeeland! leidde tot een eindeloos en vaak vruch teloos getelegrafeer om plaats Die herhaalde lijdensgeschiedenissen hebben eenige flinke mannen aanleiding gegeven tot het oprichten, ruim ne gen jaar geleden, van genoemde vereeni- ging, en deze is na omvangrijke voorbe reidingen en talrijke vergeelsche pogingen om een geschikte plaats in Zeeland zelf te vinden, wat telkens bovenal afstuitte op de afkeuring van het water, ten slotte overgegaan tol aankoop van het landgoed „Vrederust" bij Bergen op Zoom. om daarop haar gesticht te bouwen Zij kon dat doen, dank zij de krach tige financieele hulp van particulieren, maar ook dank zij den financieelen steun van de Provincies Zeeland en Zuid-Hol land. Zooals men weet is door de wet aan het bestuur der provincies opgedra gen voorzoover het noodig is te voor zien in de behoefte aan gestichten tot opneming van de in de provincie wo nende of verblijvende armlastige krank zinnigen. Dat de provincie Zeeland dadelijk zich een aantal plaatsen verzekerde, ligt voor de hand. Maar ook Zuid-Holland deed dat zoodra het hoorde van de stichtings plannen, en het gevolg is geweest dat de inrichting veel grooter werd dan eerst het plan was. En ze wordt nog grooter want èn Zuid-Holland èn Zeeland hebben het aantal contract-plaatsen vergroot. De provincie Zeeland die nu reeds 130 contract-plaatsen heeft, wil dat aantal uitbreiden tot 175, d.w.z plaat sen voor die krankzinnigen welke ge meente- en armbesturen door bemidde ling van het provinciaal bestuur plaatsen. Er zijn natuurlijk ook nog personen die voor eigen rekening verpleegd worden. In 't geheel waren er 31 Dec. 1912 170 patiënten uit Zeeland, voorts 21 uit N. Brabant, 117 uit Zuid-Holland en nogen- Wel te verstaan 130 op Vrede rust. Het jaarverslag van de provincie maakt melding van in 't geheel 267 arm lastige krankzinnigen (128 m. en 139 vr.). die als volgt verdeeld waren- Vrederust 132, St. Jorisgasthuis, Delft 60, Coudewa- ter Rosmalen 54, 's-Heerenloo, Ermelo 10, en dan nog enkele in andere gestichten. Naar het Engelscli. door L. G. MOBERLY. 24. „Maai' u heeft op kleine kinderen ge past niet waar'" en weder zag Cicely het jonge meisje ernstig aan, „en houdt u niet van kinderen?" „O ja, ik houd veel van kinderen" zei- de Christine voor de derde maal, „het verveelt mij nooit bij hen te zijn en voor ze te zorgen. Maar er zijn zoo'n massa meisjes die in dezelfde omstandig heden verkeex-en als ik en ofschoon ik op menige advertentie geschreven heb, ik kan nog geen betrekking vinden." „Zou u soms even kunnen wachten?' vroeg Lady Cicely eensklaps „Ik ik wou u Bébë even laten zien voordat u heengaat: misschien kunnen wij iets vinden" en met deze vage woorden ging het aardige mevrouwtje de kamer uit en liet Christine verbaasd achter. Lady Cicely haastte zich naar beneden, naai' de bibliotheek, waar een man ge bogen zat over een stapel officieele pa pieren „Rupert," riep zij opgewonden. ..het kele uit andere provincies, in het geheel dus op dien datum 322. En zoodra de beide in aanbouw zynde nieuwe pavil joens gereed zijn, zal er plaats zijn voor 445 patiënten We hebben gemeend die algemeene herinnering van meerendeels bekende za ken te moeten doen voorafgaan aan de beschrijving van het gesticht zelf. En nu hetgeen we zagen Wanneer men van het station Bergen op Zoom den Steenbergschen straatweg ongeveer twintig minuten gevolgd lieeft, ziet men plotseling aan de linkerhand een groot inrijhek dat toegang geeft tot een rechten beklinkerden weg van een in onze streken ongekende breedte Een laan is het nog niet; daarvoor zijn de boompjes nog te klein Maar het zal een prachtlaan worden I Rechts en links van dezen weg die wel tien minuten lang is, staan eenige aardige villa's de woningen van directeur, huis meester, dokters, geestelijk verzorger (dit laatste in aanbouw). En rechts en* links dennebosschen, laag hout, en hier en daar een akkertje „Vrederust" heeft op de kaart den vorm van een groote peer, die weg is dan de steel. Wanneer we zeggen dal het terrein 110 HA groot is, zal dat aan de meeste lezers nog geen goed begrip geven van de uilgestrektheid Het is be trekkelijk een klein deel dat aan 't dunne eind. van de peer wordt ingenomen dooi de paviljoens, door de eigenlijke stich ting. Ter zijde onder mooi geboomte her innert een boerderij die nu de admini stratie herbergt) aan den ouden stand van zaken op het landgoed. En ook aan den Westkant ligt nog een boerderij, waar van echter 1 Nov. de pacht eindigt Maar die twee typisch-Brabanlschc hoe renhuizen vormen een sterk contrast met de moderne en uiterlijk bijzonder fraai gebouwde paviljoens. Alle hulde aan den architect, den heer Knevel, en ook aan het bestuur, dat door te zorgen voor een mooi, vriendelijk uiterlijk der gebou wen reeds dadelijk ertoe meewerkte, om het oude begrip van „gesticht" zooveel mogelijk weg te nemen En daartoe werkt ook de omgeving mee „Vrederust" ligt tamelijk hoog, en vooral naav hel Westen heeft men een ruim vergezicht. Voeg daar nog bij de bosschen rondom, den aardigen parkaan- leg om de paviljoens, welke nog wel niet is wat hij wezen moet, maar toch den omtrek opvroolijkt en aldoor beter wordt, dan kan men begrijpen dat dit „Vrederust' wat uiterlijk betreft een rus- tigen vrede ademt, en dat men een oogen- blik vergeet de droeve onrust daar bin nen in die paviljoenen. Er zijn nu acht paviljoenen in gebruik, i er zijn er twee in aanbouw, die wel dra gereed zullen zijn. Oostelijk van den ;den weg liggen die der vrouwen, westelijk die der mannen. Onder leiding van den krachtigen jon gen directeur, G. F. Gezelle Meerburg, hebben we eenige dezer paviljoenen be zichtigd. De grondgedachte van het paviljoen stelsel is het streven om zooveel moge lijk den toestand van het huisgezin te naderen, door de patiënten aan elkaar en aan het verplegingSpersoneel te wen nen. Maar de kosten stellen ook al weer een grens aan dit stelsel. Op „Vrede rust" heeft men gemiddeld veertig pa- tienten per paviljoen. Het verplegingS personeel is ongeveer zestig zusters en broeders sterk. Eerst bezochten we een observatie- paviljoen, waarin de patiënten dadelijk na hun aankomst worden opgenomen. Daar wordt de aard van hun lijden vast gesteld, en wordt bepaald of zij zullen worden geplaatst in een paviljoen voor rustigen, voor halfrustigen of voor on- rustigen, waarvan we er ook een van ieder bezochten We zullen het niet over de patiënten hebben. Hun toestand is droef genoeg. Maar we konden wel constateeren dat hier wordt gedaan wat mogelijk is, om hun toestand dragelijk te maken. Maar aldoor dient men te waken dat ze niets doen wat verkeerd is. Als men een paviljoen binnenkomt in de lange gang met deuren aan weers zijden, is het eerste wat men opmerkt de afwezigheid van deurgrendels. De deuren worden gesloten met een drie hoeksleutel, zooals ieder wel kent van de tramconducteurs, en waarvan de dok ters en de verplegers er ieder een bij zich dragen. In de zalen zitten de pa- tienten, gedeeltelijk in bed gedeeltelijk aan tafels. Alles ziet er helder uit. Geen weelde in versiering. Die zouden ook gevaarlijk kunnen worden als de patiënten er bij konden. Maar de zalen maken een aan- genamen indruk. Bij ons bezoek was het overal kalm, ook in het paviljoen der onrustigen. We troffen daar het etensuur, en het zag er niet anders uit dan in een gewoon zie kenhuis. En waar nog niet gegeten werd, zaten de patiënten in de gemeenschap pelijke zaal rustig bij elkaar, sommigen pralend, anderen spelend, weer een an der aan het harmonium, een genot dat dankbaar door deze lijders wordt aanvaard Maar natuurlijk is hel niet altijd zoo. Eén enkele dier patiënten kail in eens een heel paviljoen op stellen brengen, zoodal aller krachten noodig zijn om hem of haar te bedwingen De aanwezigheid der afzondcringspellen in ieder paviljoen spreekt boekdeelen Boven zijn slaapkamers voor patiën ten wier toestand zoover is vooruitge gaan, dat ze niet meer op de groote zaal, maar met drie ol" vier of zelfs alleen mogen slapen. Natuurlijk is er echter altijd (?en Verpleger of verpleegster de buurt „Vrederust" is een derde-klasse ge sticht. Men hoopt later wel eenige plaatsen van de tweedeen enkele van de eerste klasse in te richten, maar thans zijn alle plaatsen derde klasse, en worden allen gelijkelijk behandeld Voor iedere plaats wordt per jaar f 325 betaald De vrouwen worden verpleegd door zusters, de mannen door broeders. Nu hel geslicht zich meer en meer uit breidt begint men de groote moeilijk heid te ondervinden van het krijgen geschikt personeel vooral van de broeders. De meeste verplegers the hier zijn, kwamen van buiten, uit den boerenstand Wonderbaarlijk is hel wat men hier van die boerenjongens ge maakt heeft. Ze hebben een geduchte opleiding door te maken, ze moeten ernstig werken, veel uren van studie bij de lessen van de dokters en den geestelijken verzorger. Maar hel resul taat is uitstekend. Trouwens ook de verpleegsters volgen cursussen, en in 't jongste jaarverslag der vereeniging kon worden meegedeeld, dat na ge daan examen het diploma en insigne kon worden uitgereikt aan één verple ger en 9 verpleegsters, en dat werden bevorderd- tot leerling B 4 leerling verplegers A en vier leerling-verpleeg sters A, en dat voor het leerling-exa men slaagden 6 adspirant-verplegers, en 8 adspiranlverpleegsters. Het vereenigingsleven is onder het personeel 'zeer sterk ontwikkeld, en draagt veel bij tot de veraangenaming van het leven op de toch altijd afge legen stichting. Een concert van het Fanfare-korps is een gebeurtenis die ook door de patiënten, voor zoover zij ver lof krijgen het bij te wonen, hoog wordt gewaardeerd. Dat er van het personeel veel wordt gevergd behoeft wel geen nader betoog. Geduld, geduld en nog eens geduld is eerste vereischte. Maar o' het is vaak zoo moeilijk omdat juist de kwaal waar aan die patiënten lijden hen vaak zoo ongelooflijk plaagziek maakt, sarren is nog wel een beter woord. Slot volgt er, ik heb allerlei plannen in mijn hoofd om haar te helpen." „Is het een burgermeisje?" „Neen, neen een echt dametje Heel armoedig gekleed, ze ziet er erg moe en ik zou denken erg arm uit, maar zonder eenige quaestie een dame En het spijt mij zoo voor haar Rupert; het is juist een meisje dat er uit ziel of zij iemand noodig heeft die voor haar zorgt.' „En wou jij die moederrol nu op je nemen Cicely? Als een van je vertrou welingen, Cicely, moet ik je waarschu wen dal ik mijn toestemming niet geef tol dwaasheden „Toe Iaat die vervelende oude papie ren nu eens een minuut of vijf liggen en ga eens mee, dan kan je het jonge meis je zien Ik heb volstrekt geen plan dwaas heden te doen en ik ben bereid naar je oordeel te luisteren maar kom die miss Moore eens even bekijken „Die vervelende oude papieren zijn heel interessaten geschriften welke in ver band staan met je landgöed en de toe komslige bezittingen van je dochter. Miss Veronica Joan Redesdale," antwoordde haar neef lachende; „maar ik zie dat de luimen van Lady Redesdale moeten voor gaan." Waar is die juffrouw Moore?" „In mijn boudoir, ze is erg schuw ik weet haast zeker dat ze bang was dat ik tiaar geld wilde aanbieden ,er was PENSIOENBIJDRAGE VAN GEMEENTE AMBTENAREN. Door het centraal persbureau van den Ned bond van gemeenteambtenaren wordt ons plaatsing verzocht voor het volgende In overeenstemming met de verwach tingen, door regeering en Kamerleden! uitgesproken bij de behandeling der pen sioenwetten voor de gemeenteambtena ren, maken vele gemeentebesturen, voor al teu aanzien van de tegenwoordige ambtenaren, niet of slechts in geringe male gebruik van de bevoegdheid, om, een deel der pensioensbijdragen op de ambtenaren te verhalen. Intusschen zijn er naar aan het hoofdbestuur van den Nederl. bond van gemeenteambtenaren bleek ook gemeenten, die zooveel op de ambtenaren verhalen, dal helaas ve len daardoor worden weerhouden aan de pensionneering deel te nemen. Het hoofdbestuur heeft zich, behalve tot de gemeenteraden, thans ook gewend tol Gedeputeerde Stalen Ier provinciën, met verzoek hun invloed voor een milde toepassiDg vooral len aanzien van de te genwoordige ambtenaren aan te wenden en zoo mogelijk bij circulaire aan de ge meentebesturen eenige algemeene wen ken lc geven, opdat het niet aan belang hebbenden onmogelijk wordt gemaakt aan de pensionneering deel te nemen ENKA OVER HET ALCOHOL VRAAGSTUK. In hel Schuttershof hield Enlca (mej. v. d. Vlies) gisteravond een lezing over hel alcoholvraagstuk, voor de Ver. tol afsch. van alcoholhoudende dranken. Spreekster zette den verderfelijken in vloed uiteen van de alcohol voor de arbeidersklasse Zij schetste hoeveel werkkracht door hel drankmisbruik te loor gaat Hoeveel arbeiders komen daardoor niet in de gevangenis, hoe velen komen er niet in de krankzinnigen-ge- slichten' Bovendien wordt al het geld, dat door de verschillende leden van hel arbeidersgezin wordt binnengebracht, door den drinkenden huisvader inge- slokt om aan zijn lusten te kunnen vol doen Het is noodzakelijk thans den strijd legen de alcohol aan te binden De maatschappij moet van kapitalistische samenworsleling promoveeren tot socialis tische samenwerking. Om dit te berei ken moeten alle arbeiders samenwer ken. Doch om deze zware taak te vol brengen moeten de :irbeiders doordron gen worden van de gevaren, die hen van de zijde der alcohol bedreigen. Hiertoe is ook organisatie noodig, doch de drinkende arbeider organiseert zich niet. Ook wordt bij den drinkende ar beider het zoo noodige idealisme en do bezieling gemist. Juist door hel drin kende deel der proletariërs wordt de vooruitstrevende beweging der arbei dersklasse geremd. Dit is bij verschil lende stakingen meermalen gebleken. De meeste onderkruipers worden ge vonden onder de drinkende arbeiders. Maar ook de aanslagen op onderkrui pers vinden dikwijls hun grondoorzaak in den drank. Het eenige geneesmiddel voor deze onbeschrijfelijke, ellende is de geheel onthouding. Het is verkeerd te mec- nen, dat matig drankgebruik voldoende is om de arbeiders van den drankdui vel te verlossen. Juist de matige drin kers zijn de gevaarlijkste remmers voor het hereiken van het doel; het zijn menschen, die op het hellende vlak zijn en van kwaad lot erger vervallen. Er wordt wel eens beweerd dat de matige drinker hooger staat dan de geheel onthouder, omdat hij in de ver leiding zijnde toch zich niet te buiten gaat. Dat deze redeneering geheel ver keerd is wordt onmiddellijk duidelijk, als men bedenkt, dat de geheel ont houder toch ook wilskracht en zeer zeker nog meer noodig heeft om weer stand te bieden aan de verleiding. Hoevelen erfelijk belasten zijn er niet, die alleen door geheel onthouding staande kunnen bljjven. Eén enkel glas kan hen ten venierve voeren. Ear dikwijls is de matige drinker de schuld, dat een erfelijk belaste zich in hel verderf stort Nog eens de matige drinkers zijn de remmers; zij beletten den ge heel onthouders hun liefdewerk te vol tooien. Een matige arbeider mag niet spreken van solidariteit; juist door zijn matigheid bewijst hij het volslagen g« mis daarvan Wij moeten liefde onder elkander hebben, dit moet de richt snoer van ons leven zijn. Dit is de grond waarvan de geheel onthouders moeten uitgaan Ons levensgebod hoort naastenliefde te zijn. Vele socialisten verkondigen wel eens de ineening, dat als maai' eerst het ka pitalisme overwonnen is, dim ook het alcoholvraagstuk wel opgelost zal wor den. Deze meening acht spreekster zeer gevaarlijk. Wel is waar is hel kapitalisme de voedingsbodem van het alcoholisme Doch dit laatste is zoo sterk geworden, dat het niet Iegelijk met het eerste zal vernietigd kunnen worden Zoolang de arbeidersklasse niet me dewerkt om dc geheel onthouding on der hare aanhangers le doen doordrin gen, zoolang laat zij een der groote hefboomen lot zelfverheffing onge bruikt. Ten slotte moei het socialisme komen, doch dan ook geen middeieu om dal doel te bereiken ongebruikt ge laten. De drank is de grootste vijand 'an de arbeidersklasse Ook de vrou- ven zijn dikwijls dc schuld, doch aan wie ook de schuld, de andere partij moet dan wijzer zijn. De ellende, waartoe de drank de arbeiders brengt is duidelijk in het licht getreden bij dc verschillende on- afhankelijkheidsfeestcn Spreekster eindigde met een krach tige opwekking aan de arbeiders om zich te scharen onder de blauwe vaau evenais thans onder de roode. Van de gelegenheid tol debat werd geen gebruik gemaakt. De voorzitter wilde den indruk der rede niet ver zwakken en sloot de vergadering met een kort woord van opwekking om zich bij de geheelonthouders aan te sluiten De zaal was slechts matig bezet in haar oogen en zij heeft heel aar dige oogen, dat komt er nog bij. Het was natuurlijk ook mijn plan haar geld aan te bieden ,omdat ik gedacht had dat het een soort loopmeisje wezen zou; maar het zou evenmin in mijn hoofd op komen dit meisje geld aan te bieden als ik het jou b.v. zou durven doen „Kom, ga dan maar mee; laat ons inspectie gaan houden, Maar als je haar geen geld komt aanbieden wat wou je haai- dan geven?" „Ik dacht" Lady Cicely zweeg en keek in het ernstige gezicht van haar neef, toen sloeg zij de oogen weer neer. „Tk dacht dat ik haar misschien aan werk zou kunnen helpen Zij is zeker akelig arm en zij ziet er uit of zij honger heeft en erg moe is Ik dacht er over Rupert zou ik haar niet als kin derjuffrouw kunnen nemen bij Baby?" Rupert floot heel zachtjes tot antwoord, toen zeide hij langzaam „Daar heb je toch nog niet met haar over gesproken ,is 't wel' Je bent zoo goedhartig, zoo vatbaar voor indrukken, maar bedenk wel, je kent dat meisje hee- lemaal niet Je weet er niets van. Je hebt mij zelf een paar dagen geleden ge zegd dat je getuigschriften moet hebben waar niets op aan te merken is van ie mand aan wie je de zborg voor Baby toe vertrouwt ,Neen ik heb er nog geen woord van dat ik zeer voor indrukken vatbaar ben maar ik ben niet geheel ontbloot van gezond verstand. Kom mee en zeg mij je indruk en ik beloof je ja heusch ik beloof je plechtig dat ik mij door jou zal laten leiden Ruperts grijze oogen glimlachten vrien delijk en met broederlijke genegenheid tegen zijn lieve nichtje en bij volgde haar gehoorzaam de kamer uit naar bo ven en vroeg zich af hoe het toch kwam met al zijn genegenheid en bewondering voor Cicely, dat zij hem nooit diepere ge voelens had ingeboezemd Hij was van (kind aï aan een oudere broeder voor ihaar geweest en dat was zoo gebleven, jook na het huwelijk van Cecily en hel was een bepaalde wensch geweest van jliaar overleden echtgenoot, het geen hij i ook had opgeschreven, dat Merusidc een j der zaakwaarnemers voor Cccilv zou worden en de voogd van Baby, Redesda- i le had zijn vrouw zelf verzocht of zij 'zich in alles waar zij -raad in noodig had, tot Rupert wou wenden, vooral in hetgeen met het landgoed in verband stond en met de erfenis van Baby Op het portaal boven aan de trap stond een klein persoontje met lange blonde krullen en een dun wit jurkje, zij vloog naar haar moeder toe en juichte van ple zier. „Bébé is van Jane weggeloopen Nu gaat Bébé met moeder mee.' Ned. Herv. Kerk Beroepen te Muiderberg J N Pat- tist te IJzendijke; te Zierikzee dr J Her derschee te s-Hertogenbosch Aangenomen naar Uithuizeh W ten Boom te Haarlem De heer P. H. van Putten van W;i I- helminadorp, oud-leerling der R H. B S. te Goes, thans te Nieuw-Vossemeer, is te Utrecht geslaagd voor het natuur kundig examen aan de Rijks-Veeartsenij school De heer J A. de Graai! J.Mz te Oud-Vossemeer is aan de Pol\ technische school te Delft geslaagd voor hel candidaatsexamen voor technisch in genieur Tot onderwijzer in hel handteeke- nen aan de school voor hand- en bouw kundig teekenen te T h o le n is benoemd de heer W. J. L. Magnee te de Heen, in de plaats van den heer L. K. van Dijk te Tliolen, die ontslag verkreeg in ver band met het houden door hem van ee« landbouwcursus in den a.s. winter Het hoofd der bizondere school, de heer S. Visser, richtte voor volwassenen een cursus in de Engelsche taal op, waarvoor zich reeds 14 deelnemers aan meldden. De gelegenheid om Engelscli te leeren wordt zelfs overvloedig Een onderwijzer in het Engelscb te Roosen- kindje", riep Cecily uit met een poging om heet streng te zijn het geen niet heel veel indruk maakte op het kleine ding „Het is hoog tijd dat moesje een heel strenge juffrouw voor Baby krygt Het is niet kwaad dat zij juist komt' voegde zij er fluisterend tot Rupert bij „Ik heb aan juffrouw Moore gezegd dal ik Bébé halen zou, zij moet liever niet mer ken dat jij haar komt inspecteeren. Loop maar gauw naar moesjes boudoir, kind je", voegde zij er luide bij, „daar is iemand die Bébé wel eens graag zien wou Het was een aardig gezicht voor de twee oudere menschen toen zij een oo- genblik later het boudoir binnentraden; en Rupert bleef een oogenblik glimla chend op den drempel staan kijken Zoo dra Bébé was binnengekomen en zij het vreemde meisje zag, dat van haar stoel wa/s opgestaan, vloog hel kind de kamer door naar haar toe, sloeg haar armpjes om haar knieën heen en riep luide „Dat is de dame die Bébé in dien ake- ligen mist heeft gevonden. Geef Bébé een kusje," en juist toen Rupert en Cioely binnenkwamen zagen zij het jonge meis je bukken en het kind in haar armen ne men met een teederheid die alleen een echte kindervriendin aan den dag kon leggen Zij ga/ zich geheel zooals zij was, want zij had geen flauw idéé dat twee paar oogen op haar gevestigd wa

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1913 | | pagina 5