VARIA. Dingen waar men naar Ter overdenking. sen elke week wel met een anderen jon gen „Heusch, zusje, het gaat niet. Het schaadt je goeieu naam..-. Blijf jij nog maar 'n poosje kind en zoek je pop eris op.... En ik zal het dien meneer in lange broek wel eris zeggen, waar het op staat..." „O, nee, doe n dat niet.... Ik zou me doodschamen. Net of u...." Ze ging niet verder en vader plaagde „Net of u een verklaring wil uitlokken?.. Bedoel je dat? Heb je al zooveel ro mannetjes gelezen? Nou kindje, onlhoti goed, dat het uit moet wezen, en dat jij nog een poos vaders kindje, vaders ondeugende meid moet blijven. Maar nu was het juist veel interes santer voor Marie. Ze droomde van ver smachtende minnaars en Frils pochte van den strijd ,die hij thuis had tc verduren en dat hij haar nooit zou vergeten en dat hij thuis eens flink had gezegd waai- het op stond en dat ze hem nu "Zijn gang lie ten gaan. (Slot volgt.) DE PLANEET JUPITER. Diep aan den Zuidelijken hemel ziet men tegenwoordig, aldus schrijft de >Kölnische Zeitung" in haar nummer van Mamdag 11., een zeer heldere ster, van effen, wat geel achtig licht, die tegen lï uur 's avonds in den meridiaan staat. Dat is de planeet Jnpiter, naar men weet de grootste onder alle dwaalsterren, welke om de zon draaien. Den 5den Juli jl. stond ze precies tegenover de zon op een afstand van 622 miljoen K M. van onze aarde. Tot het einde dezer maand is Jupiter den geheelen nacht gedu rende vier tot vijl uur te zien, en wel in het sterrebeold van den schutter. Dan neemt de duur harer zichtbaarheid snel af. Tegen het einde van het jaar verdwijnt ze in de zonnestralen. De middellijn van Jupiter bedraagt in den equator 144.580 K.M., aldus elfmaal zoo groot als de middellijn der aarde. Ze heeft den vorm van een atgeplatten kogel, waarbij de middellijn van pool tot pool een veertiende korter is dan die bij den oqnator. De oppervlakte is 123 maal zoo groot als de aard-oppervlakte, zijn om vang is zelfs 1357 maal de omvang der aarde en zijn massa (overeenkomstig de aardsebe verhoudingen uitgedrukt) 318 maal zoo groot. Als de zon uit het planetenstelsel ver dween, zou, naar bekend is, onze aarde dadelijk om Jupiter beginnen te draaien, maar eerst in 300 tot 400 jaar een enkelen omloop om deze dwaalster volbrengen. Jnpiter draait om zijn as als de aarde, maar de daartoe noodige tijd bedraagt op Jupiter maar 9 uren 55 minuten. Dit is dus de duur van dag en nacht te zumen op die planeet Als men een kleinen verre kijker ter hand neemt, bemerkt men zonder moeite, dat Jupiter zich als een schijf voor doet en dat zich verder links en rechts van hem vier sterretjes bevinden, die hem onophoudelijk omcirkelen. Dat zijn de beroemde vier manen van Jupiter, die Simon Marius in December 1609 met den toen juist uitgevonden verrekijker voor het eerst waarnam en op welker om' loop om Jnpiter Galileï als gewichtig bewij voor de juistheid van de Coperniciaansehe opvatting omtrent het zonnestelsel uitdruk kelijk de aandacht vestigde. Als men deze manen van dag tot dag beschouwt, bemerkt men gemakkelijk hun wisselende plaats, in verhouding tot Jupiter. Ook treden ze somtijds afzonderlijk voor de schijt of in haar schaduw, waardoor ze gedurende uren onzichtbaar blijven. Met het bloote oog kan men deze manen afzonderlijk niet zien, omdat de. glans van Jnpiter ze overstraalt. Menachen met zeer scherpe oogen hebben soms een zweem van een zwak Isterretje naast Jupiter waargenomen. Het onderzoek met den vei rek ijker toonde dan echter steeds dat de twee tnanen naast elkander stonden. In scherpe kijkers vertoonen zich die manen als kleine schijfjes. Daardoor beeft men hun echte grootte kunnen berekenen, Toen bleek, dat ze te zaaien minstens zoo groot zijn als onze maan, de derde (van Jupiter gerekend) echter anderhalf maal zoo groot in doorsnede. Sinds het jaar 1892 heeft men achtereen volgens nog vier manen van Jnpiter ont dekt. Deze zijn echter zoo klein, dat ze slechts met behulp van de machtigste toe stellen kunnen worden gezien. Merkwaardig is, dat de uiterste van deze maantjes zich in een richting beweegt, die tegenovergesteld is aan de bewegingsrichting van de andere manen. Ook dnurt haar omlooptijd om Jupiter twee tot drie jaar. Op de schijf van Jupiter bemerkt men 3d een goeden kijker een of meer strepen, die met den equator evenwijdig loopen en die donkere en lichte,vlekken bevatten. Sinds het jaar 1872 vertoonde zich daar ook een rosse wolk, die thans nog niet verdwenen is en wel als het gevolg van oen ontzaglijke ontlading van gloeiende gassen uit het binnenste van Jupiter moet worden beschouwd. Waarschijnlijk is deze planeet nog niet verkoeld, maar zelfs aan de opper vlakte nog gloeiend an uit zichzelt stralend. al die beeldjes zooals ze in duizend korte kranteberichten zich voordoen, tot een vast aaneengesloten beeld. Verklarende en kritische opmerkingen lichten den lezer in over het standpunt, dat de psychiatische wetenschap en de krankzinnigenarts tot de daar uiteengezette gebeurtenissen en toestanden innemen. In dit boek, welks inhoud voor de ver- 8laggeverij van het grootste deel der Dnitsche pers betreffende psychiatische vragen ken schetsend is, treft, het dadelijk, dat een aantal principieele vergissingen in de dag bladen regelmatig terugkeeren. Daar leest men telkens weer van een plotseiingen aan val van krankzinnigheid. In werkelijkheid komt dit uiterst zelden voor on wat de leek als het plotseling krankzinnig worden beschouwt, is gewoonlijk al de laatste schakel in een lange keten van abnormale hande lingen. Welk onuitsprekelijk leed vermeden zon kunnen worden als het leekenpubliek zich daaraan gewende, jegens zulke zieken reeds bij de eerste verschijnselen van hun kwaal de noodige maatregelen te treffen, dat toonen de talrijke zware misdaden van zielszieken, waarover dr. Rittershaus uit eón stad en gedurende één jaar weet te berichten. Onlangs nog heeft men aan de moord partij van een krankzinnige op een school te Bremen gezien, waartoe een waanzinnige in staat is. In de berichten over een derge lijk ongeluk ontbreekt bijna nooit de meo- deeling, dat de betreffende ongelukkige reeds sinds eenigen tijd teekenen van zenuwachtig heid of zwaarmoedigheid gaf, dat beteekent voor een psychiater dat de misdadiger reeds lang zielsziek was en in een gesticht thuis behoorde. In 't bijzonder wordt de lezer veront waardigd als hij verneemt, dat een krank zinnige, die door de een of andere gruwel daad het geheele land heeft opgeschrikt, korten tijd daarvóór als »genezen" uit een inrichting was ontslagen. De leek weetniet, dat de voorschriften van «verheidswege over de verpleging van zielsziekten in Duitsche in richtingen zeer gebrekkig zijn en dat de krank zinnigenarts volstrekt niet zelden gedwongen wordt, een zieke te ontslaan, die naar zijn overtuiging voor de gemeenschap nog ge vaar oplevert. Dr. Rittershaus verhaalt Id dit verband van een aan hersenverweeking lijdenden zieke, die niet genezen en tegen den uitdrukkelijken raad van des arts in uit de inrichting naar huis werd gehaald en reeds den volgenden dag zijn vrouw den schedel insloeg. Voor de vrijlating van den man had de vrouw schriftelijk verklaard, dat zij alleen de ver antwoordelijkheid voor alle mogelijke kwade gevolgen op zich nam. Niettemin heette het toen ook weer in de bladen, dat de dader als genezen ontslagen was. Dat ook de geneesheer zich kan vergissen en op het aandringen van ongeduldige ver wanten een zieke kan vrijlaten, die onder de veilige hoede van de inrichting beter op zijn plaats zou zijn geweest, spreekt van zelf. Men zal het den psychiater echter als verzachtende omstandigheid ten goede hou den, daar de hier te beoordeelen ziekte toestanden hem de grootste moeilijkheden be treffende het stellen van de prognose bieden en daar men aan den anderen kant zeer snel het verwijt van wederrechtelijke vrijheids- berooving bij de hand heeft. Dr. RittershnuB wijst er dan op, dat het niet alleen onontwikkelde leeken zijn, die zich tegen de toch gedocumenteerde genees kundige meening openlijk verzetten. Ook onder de rechters komen helaas nog zulke personen voor, die hun waarnemingen van een oogenblik tegenover de diepe en zorg vuldige beschouwingen van den zaakkundiger) krankzinnigenarts stellen, al erkent de schrijver, dat deze gevallen den laatsten tijd in Duitschland zeldzamer worden. Wij zijn nooit zoo gelukkig of zoo onge lukkig als wij ons verbeelden te. zijD. La Rochefoucauld. Het is waar, men moet door verdriet ge louterd worden, en de ziel erlangt geen diepte, zonder dat er in gewoeld en gegraven wordt; doch men begint gewoonlijk niet met zich gewillig aan deze kunstbewerking te onderwerpen, maar met een kreet van smart en een daad vau verzet. Vosmaer, Gelukkig die de veerkracht bezit en het verstand om later in te zien, dat leed natuur lijk en plaatselijk is, en de wereld daqjom niet slecht, de menschen daarom niet allen verdorven, de natuur niet van haar schoon heid berooid is. Vosmaer. Wanneer wordt er meer geworsteld met de al te levendige visioenen der ver beelding dan wanneer gij, o nacht! uw valen sluier hebt gespreid Constantijn. De zon komt morgen op te 4.13 nar en gaat onder te 7.59 uur. De maan komt morgen op 10.46 n.m. en gaat onder te 2 32 n.m. Nieuwe naam 2 Augustus 1.17 n.m. Auto- en fietsrijders hebben de volgende week bun lantaarns aan te steken te 8.29 uur. Wagenbestuurders te 8.59. Morgen, Zondag, zal hier ter atede inge volge de nieuwe Zondagsregeling der a p o- t h e k e n, alleen die van dea heer L. K. v. d. Harst geopend zijn. Zaterdag 2 Augustus, verjaardag van H, M. de KoniDgin-Moeder. WAANZIN EN DE PERS. Dr. L. Rittershaus, geneesheer iD het krank zinnigengesticht in Hamburg-Friedrichs- berg, heeft de moeite genomen, gedurende een jaar alle3 te verzamelen, wat de vijf grootste Hamburgscbo bladen ten opzichte van gevallen van krankzinnigheid en de daarmee betrekking hebbende gebieden van geestesstoornissen hebben meegedeeld. Dit boek heet: >Irrsinn und Presse" en werd Op het oogenblik dat men bemerkt, da* de banden die u binden, verscheurd kunnen worden, begrijpt men eerst al de kracht ervanom te weten of een rivier diep is moet men op het punt zijn geweest erin te verdrinken. Gustav Droz. Ik ken een of twee menschen, maar ook niet meer, die terwijl ze gebukt gaan onder zorgen, over hun geheele gelaat kuDnen glimlachen. Thaokeray. Als gij bet goed nagaat zult gij inzieD, dat niemand u meer leed heeft berokkend dan gij zelfal was het alleen maar, dat gij anderen die het deden de macht daartoe hebt gegeven. Hst ringrUden op Walcheren. [Ter inleiding van de ringrijderijen die te Middelburg zullen plaats hebben als een der bijkomende feestelijkheden van de Tentoon stelling van Kleederdrachten, enz. laten we hier een artikel volgen, dat een overzicht geeft van de gebruiken waarmee dit inter- sante volksspel gepaard ging en gaat. Zooals men weet heeft Dinsdag a.s. voor de eerste maal het ringrijden vanwege de Tentoonstelling op het Abdij-plein plaats. In den Catalogus van de tentoonstelling vindt men een onderhoudend geschreven artikel van den heer F. P. Polderdijk over het ringrijden te Nieuw- en St. Joosland. Wat hier volgt is een relaas van iemand uit een ander deel van het eiland, die aan zijn meedeelmgen ook nog eenige algemeens opmerkingen vastknoopt.] Dit is een echt Zeeuwsch volksvermaak, inzonderheid op het eiland Walcheren. Op elk dorp werd de ring gereden, ais het kermis was, 't zij op een derden Pinksterdag, 't zij op een anderen dag. Werd er in de laatste dertig jaar minder aan gedaan, thans begint het weer te herleven, al is het niet altijd volgens ouden trant. Met recht is als reclame plaat voor de tentoonstelling van Zeeuwsehe gewoonten, enz. een ringrijder te paard ge- teekend. Wij willen iets van het ringrijden uit den ouden en nieuwen tijd vertellen. Hadden de edelen uit de middeleeuwen geen algemeenen vijand te bestrijden of onderlinge veten met de wapens te beslechten, dan werden allerlei tonrnooispelen of ren- spelen te paard gehouden, waarbij, evenals in den krijg, moed, kracht en behendigheid vereischt werd. De overwinnaar in het steekspel werd zeer vereerd, ja soms ontving hij bij zulke gelegenheden een ridderslag. Van die oude ridderspelen is het ringrijden of het boerensteekspel een overblijfsel. Ook dit spel mag of mocht zich steeds in eene ;roote belangstelling van het publiek ver- ïeugen. Een paar weken te voren wordt door de jongelingschap do »rolle« gemaakt, d. w. z. voorbereidende maatregelen worden genomen, het reglement opgesteld, enz. Het inleggeld bedraagt doorgaans een Zeeuwsehe rijksdaalder (52 stuivers), terwijl elke ringrijder zijn aandeel in de onkosten te betalen heeft. Van het inleggeld worden de prijzen aangekocht. Des morgens zijn de deelnemers op de plaats van samenkomst, meestal een herberg. De b.an is reeds aan weerszijden met touwen afgebakend, in het midden is een touw gespannen tuéschen twee in den grond geslagen palen. Aan het touw is een ijzeren bengel, waarin de ring zit. De prijzen zijn opgehangen aan een afzonderlijke lat en bestaan uit gouden en zilveren voorwerpen als broekstukken, tabaksdoozen, sigaren pijpjes, ros-ssebechten, enz. De notabelste ingezetenen schenken, ook meestal een prijs. Tegenwoordig bestaan de prijzen in geld, afhankelijk van het aantal deelnemers, Een vreemdeling zal bij het beschouwen van die prijzen zich dadelijk afvragen, wat bij die kostbare voorwerpen die houten pot lepel doet. Straks hopen wij den oningewijde nader in te lichten. Den geheelen dag wordt »de ring gereden.' Vele nieuwsgierigen hebben zich reeds aan beide zijden van de baan een plaatsje uitge zocht, zoo dicht mogelijk bij den ring. De »riejers« hetjben hun >rok« uitgetrokken en zitten ongezideld op de paarden, die van ongeduld staan te trappelen. Voor deze ^gelegenheid zijn de haren der manen en van de staart mooi gevlochten en met veelkleurige linten versierd. Dit brei ster tonis ook alleman? werk niet. Daar komt een jonkman te paard recht voor de baan, in de hand een driekleurigs lans hondende. Wat zet hij zija vos aan, want bij het rijden moet gegaloppeerd worden. Zie eens, hoe hij aan de eene zijde overhelthij hangt haast aan zijn paa/d. De veeljarige ondervinding heett hem geleerd, hoe hij de meeste kans heeft den speer juist in den ring te kunnen steken. Hoe jubelen de omstanders, als hij dea ring heeft gestoken en onwillekeurig krijgt zijn aanstaande een kleur, als zij hoort, dat hij reeds de derde krijtstreep op zijn broek krijgt, ten teeken. dat hij evenveel malen deu ring heeft weten te bemachtigen. Nog éénmaal een gelukkigen stoot en hij is eigenaar van den prijs, die „verreden" wordt, want om eiken prijs wordt afzonderlijk gereden. Dan is er een vreugde. Zijne makkers dragen hem (soms op een ladder) al zingende naar de nabijzijnde her berg, alwaar de gelukkigs volgens bet regie- Hij mag nu nog wel meerijden, doch heeft op de aangekochte prijzen geen recht meer. In den namiddag wordt om de gekregen prijzen gekampt en dan gaat het weer gelijk op- En gekregen prijzen zijn er altijd bij. De ambachtsheer of de burgemeester laat zich bij die gelegenheid meest niet onbetuigd. Persoonlijk komt bij den prijs brengen en dun is er opnieuw eeu gejubel. Kijk, daar reikt hij een klein pakje aan den ringoppasser. Dezo wenkt de ringrijders naar het midden der baan. De hoofdman der rijders hondt den prijs in de hoogte en dit is het teeken om te gaan jouwen*. Hij bedankt den milden gever namens de ringrijders en doot hem de beste weDSchen. Dan roept bij »Daar komt de man -— Een ander roept»Wat heit ie an De eer6te »Grauw De tweede: >Blauw" De eerste: »Wat zullen wij roepen? Allen: »Hoezee! boezee! hoezee!"1) Maar moet nog eens gejouwd worden voor zijn echtgenoote, ja ook nog eens voor zijne kinderen of undere huiRgenooteD. Na het uiten der wenschen worden telkens dezelfde woorden herhaald. Do amhachtsbeer of de burgemeester neemt die komplimenten met welgevallen aan en vernieuwde» moed begint men het ringrijden. Vele prijzen zijn aan eeu zijden lint be vestigd. Het is de gewoonte, dat de prijs- winner dat lint niet voor zich zelf houdt, maar ten geschenke geeft aan een der dochters van den boer, wiens paard hij gebruikt. Den volgenden Zondag kon men het móóie lint hal of schieten den gaai. Zoo heeracht overal drukte. De geschiedenis leert, dat bij het ring rijden of andere volksvermaken wel eens vele »wulpsch- en ongerijmdheden van danserijen en dvinkerijen" gepleegd werdem ('t was ook kermistijd). De kerkeraden hadden dan ook telkens personen, die zich daaraan schuldig gemaakt hadden, onder het verhoor te nemen. De classis Walcheren vernam zulks »met droefheid" en besloot »op middelen bedacht te zijn" om dat ring3 rijden tegen te gaan. Zij wendde zich in 1687 en ook laler tot de verschillende over heidspersonen in alle plaatsen, doch met weinig resultau'. Zoo werd o.n. te Sint Laurene het ring rijden verboden, doch de ambachtsheer ncodigde de ringrijders uit op zijn kasteel Popkensburg, alwaar de lanen en dreven uitstekende gelegenheid boden voor het steken naar den ring. S rooskerke. B. J. d. M. STUKKEN VAN DEN GEMEENTE RAAD VAN MIDDELBURG. Gemeentel ij ke Melk een tra le Een adres van het Genootschap ter be vordering van den Melkhandel, vragend om een proefneming met een gemeentelij ke melkcentrale is door den raad in han den van B. en W gesteld om advies die het gevoelen inwon van de Gezondheids zien prijken aan haar Zondagschen hoed. commissie. (Thans is de hoed met de veelkleurige linten bij het Walchersche schoone geslacht geheel uit de mode.) Wij zeiden reeds dat het ringrijden den geheelen dag duurt. Na den middag is de belangstelling van het publiek nog grooter ?n de ringrijders zijn ook meer uitgelaten van vreugde. De Zeeuwsehe dichteres Elisabeth Wolf Bekker (een Walchersche van geboorte; heett 't eind der 18de eeuw zoo'n ringrijderij in het gedicht Walcheren" op eene eigen aardige wijze beschreven. Zij zegt o. a. Wat feoBt verwokt die vreugd Wat brengt het [volk bjjeeu Kom, zie die plechtigheidhier wordt de ring [gereên Hier zult ge wond'ren zien van handigheid en [vlugheid, Maar, zie die lilv'ron prgzen een» De foreobe boerenknaap vergeet «ga dof- en [■tugheld t Nieuwsgierig steevoJk komt van alle zydem [aan, Elk zoekt een plaats, waar hg wel 't beate denkt [te staan, Men praat, men laebt, men duwt, men dringt, [men wordt gedrongen, Men knikt, men groet, men wordt gegroet, Hier kgft. daar kalt mep, cn daar ginder wordt [gezongen. Slaat ruimdaar komt do stoet vau fiere rid- [derB aan, Zjj rijden deftig voort, en zwenken om de baan, Dio leidt zpn paard en daez* is rustig opgezeten. Daar onze Jan zgu dakkleed schikt Wordt hjj van Geertje toegeknikt, Dat is»Nou Jan toon nou, dat jg 't niet [hebt vergeten Maar waarom nu die houten potlepel er bij? hoor ik u vragen. Dit is de schande- prijs. Hij, die geen enkele maal den ring aan de lans heeft kunnen steken, is er zeker nog niet erg bedreven in. Als belooning van zijn onhandigheid krijgt hij de potlepel, waarbij soms een „zoete koek" (ontbijtkoek) wordt gedaan. De potlepel is het beeld der onbedreven heid. Op de boerenhofsteden wordt 's avonds menigmaal pap gegeten. De koewachter of jongste knecht wordt belast met het roeren van de pap. Hij is op dat oogenblik niet bekwaam voor ander werk en moet dus maar een potlepel hanteeren. Is dus de potlepel bij het voorgeslacht de schandeprijs, bij het hedendaagsch ring rijden op Walcheren is hij juist een veere- prijs." Want zijn n.l. al de prijzen één voor óón „afgereden", dan wordt er om den potlepel gekampt. Alle ringrijders rijden achter elkaur om den ring. Wie mist, mag niet meer mee doen. De overblijver krijgt als belooning den potlepeldeze is dus in plaats van een schandeprijs een eereprijs geworden. Toch zegt men thans nog onder het ringrijden van iemand, die nog geen enkolen ring gestoken heett, dat hij niet „pollepelvrij" is, 't geen terugslaat op de oorspronkelijke beteekenia van den lepel als schaudeprija. Bezochten vorstelijke personen het eiland Walcheren, dan woonden zij de volksver maken bij en schonken kostbare prijzen. Zoo schonk Prins Willem V bij zijn bezoek aan Domburg (I Juli 1786) aan de ring rijders aldaar twee -gouden medailles, welke terstond werden afgereden. Ook werd den 14 Juni 1823 het ringrijden te Vrouwepolder, den 1 Juli 1837 dat te Westkappel vereerd door 3e tegenwoordigheid van Koning Willem I. Koning Willem II woonde den 24 Au gustus 1841 het ringrijden te Westkapelle bij en den 23 Mei 1862 was Koning Wilem III in deze laatste gemeente bij dit volksvermaak tegenwoordig. Toen schonk hij twee gouden horloges met dito kettingen als prijzen aan de ring rijders en reikte die prijzen zelf aan de winners uit. Het ringrijden gaf dus een groote drukte maar er waren op dien dag nog meer volks vermaken op hot dorp. Aan hot andere eind van 't dorp werd ook feest gevierd. Daar is een kleiner baan gemaakt, en hangen ook eenige prijzen bij het koord, 't Zijn jongens, die bier Joopende naar den ring steken, maar hun pret is niet te minder. Weer op eene andere plaats vermaken zich de oudere dorpelingen, zij gooien met den Et wordt wel beweerd dat dit „grauw1 en „blauw" rpepen uit den tgd der Hoeken en Kabeljauwen afkomstig is. Deze deelde mee dat zijvertrou wende dat de gemeentelijke keurings dienst, gesteund door de Melkverorde- ning, die desgevorderd kan worden ver scherpt wel in slaat zal zijn de leve ring van minderwaardige en vervalschte melk in deze gemeente tegen te gaan; op het oogenblik geene gronden kan aangeven waarop zij den gemeenteraail zou mogen adviseeren over te gaan tot eene proefneming met een melk-centrale B en W stellen voor in dien zin op het adres te beschikken Tijdelijke geldleening B. en "W. stellen voor een tijdelijke geld leening aan te gaan van ten hoogste f 7600 voor uitbreidingskosten van het G. E B. Politieverordening. De aanhouding door den raad van art. en 84 der verordening van algem. plaatselijke politie, in verband met de be zwaren door mr Adriaanse in de zitting van 23 April 1913 tegen de redactie daar van geuit geeft aan de commissie voor de strafvordering aanleiding tot bet voor stellen van een nieuw art. 84, luidend; ,Het is verboden, tenzij met schrifte lijke vergunning van den burgemeester, aan eigenaars, houders of bestuurders van schouwburgen, herbergen tapperijen, tuinen en andere voor het publiek open gestelde plaatsen toe te laten, dat al daar openbare vermakelijkheden gegeven worden b op straten, pleinen, wegen en an dere voor den openbaren dienst be stemde gronden, openbare vermakelijk heden te geven of optochten te houden en deze aan te kondigen of in het open baar voor te bereiden. Onder openbare vermakelijkheden wordt o a. verslaan eene muziek- of zanguitvoering of vertooning, van welken aard ook, zoowel automatisch als door één of meerdere personen, eene illumi natie, eene serenade of eene dansgelegen heid." Ontslag J. C. P Jansen Verplank e. J. C. P. Jansen Verplanke heeft legen 1 Oct. of 1 Sept. ontslag gevraagd als onderwijzer aan school K wegens zijn benoeming als onderwijzer met verplichte hoofdacte te Waddinxveen. B. en W stellen voor hem het ontslag tegen 1 Sept. te verleenen. Uitbreiding prise d'cau 19 Februari heeft de raad op voorstel van B. en W .besloten over te gaan tot uitbreiding van de prise d'cau der duin waterleiding De uitbreidingskosten wer den geraamd op f 10.445. Nadat B. en W zich in verbinding gesteldhadden met den heer A. D. Hea der ik c. i., onder wiens leiding in de plaats van den overleden adviseur Scho tel de werken zullen uitgevoerd worden, deelde deze mede, dat, voornamelijk ten gevolge van de aanmerkelijke stijging der ijzerprijzen gedurende den laatsten lijd de voornoemde begroeiing waarschijnlijk zou overschreden worden. Bij nadere inlichting stelt de adviseur die thans op f 12 000 Voorts doen B. en \V opmerken, dat bij deze bedragen is uitgegaan van de veronderstelling, dal de werken onders hands worden aanbesteed. Zoowel wijlen de heer Schotel als diens opvolger zijn van gevoelen, dat werken als de hier bedoelde zich minder goed leenen voor openbare aanbesteding, zoodat voor de uit le voeren grondwerken aanbieding is gevraagd aan en verkregen door den aannemer, die ook de vorige putten heelt uitgevoerd en voor het leveren en leggen der buisleiding aan de eenige aannemers voor dergelijke werken hier te lande. B. en W. stellen daarom te bestuiten hen le machtigen öm met de vorenbe doelde aannemers de noodige overeer komsten af te sluiten. De commissie van fabricage beric i indien zoowel wijlen de Ingenieur S.c als diens opvolger van oordeel zijn, werken, als de hier bedoelde zich der goed leenen voor openbare aauu ding, zij vermeent niet tot openbare besteding van de grondwerken te m adviseeren. nrn „ni- Met het voorstel van B en W- om het leveren en leggen der buisleid 0

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1913 | | pagina 6