VARIA.
Dingen waar men naar
Ter overdenking.
sen elke week wel met een anderen jon
gen
„Heusch, zusje, het gaat niet. Het
schaadt je goeieu naam..-. Blijf jij nog
maar 'n poosje kind en zoek je pop eris
op.... En ik zal het dien meneer in lange
broek wel eris zeggen, waar het op
staat..."
„O, nee, doe n dat niet.... Ik zou me
doodschamen. Net of u...."
Ze ging niet verder en vader plaagde
„Net of u een verklaring wil uitlokken?..
Bedoel je dat? Heb je al zooveel ro
mannetjes gelezen? Nou kindje, onlhoti
goed, dat het uit moet wezen, en dat
jij nog een poos vaders kindje, vaders
ondeugende meid moet blijven.
Maar nu was het juist veel interes
santer voor Marie. Ze droomde van ver
smachtende minnaars en Frils pochte van
den strijd ,die hij thuis had tc verduren
en dat hij haar nooit zou vergeten en dat
hij thuis eens flink had gezegd waai- het
op stond en dat ze hem nu "Zijn gang lie
ten gaan.
(Slot volgt.)
DE PLANEET JUPITER.
Diep aan den Zuidelijken hemel ziet men
tegenwoordig, aldus schrijft de >Kölnische
Zeitung" in haar nummer van Mamdag 11.,
een zeer heldere ster, van effen, wat geel
achtig licht, die tegen lï uur 's avonds in
den meridiaan staat. Dat is de planeet
Jnpiter, naar men weet de grootste onder
alle dwaalsterren, welke om de zon draaien.
Den 5den Juli jl. stond ze precies tegenover
de zon op een afstand van 622 miljoen
K M. van onze aarde. Tot het einde dezer
maand is Jupiter den geheelen nacht gedu
rende vier tot vijl uur te zien, en wel in
het sterrebeold van den schutter. Dan neemt
de duur harer zichtbaarheid snel af. Tegen
het einde van het jaar verdwijnt ze in de
zonnestralen.
De middellijn van Jupiter bedraagt in den
equator 144.580 K.M., aldus elfmaal zoo
groot als de middellijn der aarde.
Ze heeft den vorm van een atgeplatten
kogel, waarbij de middellijn van pool tot
pool een veertiende korter is dan die bij
den oqnator. De oppervlakte is 123 maal
zoo groot als de aard-oppervlakte, zijn om
vang is zelfs 1357 maal de omvang der
aarde en zijn massa (overeenkomstig de
aardsebe verhoudingen uitgedrukt) 318 maal
zoo groot.
Als de zon uit het planetenstelsel ver
dween, zou, naar bekend is, onze aarde
dadelijk om Jupiter beginnen te draaien,
maar eerst in 300 tot 400 jaar een enkelen
omloop om deze dwaalster volbrengen.
Jnpiter draait om zijn as als de aarde,
maar de daartoe noodige tijd bedraagt op
Jupiter maar 9 uren 55 minuten. Dit is
dus de duur van dag en nacht te zumen
op die planeet Als men een kleinen verre
kijker ter hand neemt, bemerkt men zonder
moeite, dat Jupiter zich als een schijf voor
doet en dat zich verder links en rechts
van hem vier sterretjes bevinden, die hem
onophoudelijk omcirkelen.
Dat zijn de beroemde vier manen van
Jupiter, die Simon Marius in December 1609
met den toen juist uitgevonden verrekijker
voor het eerst waarnam en op welker om'
loop om Jnpiter Galileï als gewichtig bewij
voor de juistheid van de Coperniciaansehe
opvatting omtrent het zonnestelsel uitdruk
kelijk de aandacht vestigde. Als men deze
manen van dag tot dag beschouwt, bemerkt
men gemakkelijk hun wisselende plaats, in
verhouding tot Jupiter. Ook treden ze
somtijds afzonderlijk voor de schijt of in
haar schaduw, waardoor ze gedurende uren
onzichtbaar blijven. Met het bloote oog
kan men deze manen afzonderlijk niet zien,
omdat de. glans van Jnpiter ze overstraalt.
Menachen met zeer scherpe oogen hebben
soms een zweem van een zwak Isterretje
naast Jupiter waargenomen. Het onderzoek
met den vei rek ijker toonde dan echter steeds
dat de twee tnanen naast elkander stonden.
In scherpe kijkers vertoonen zich die
manen als kleine schijfjes. Daardoor beeft
men hun echte grootte kunnen berekenen,
Toen bleek, dat ze te zaaien minstens zoo
groot zijn als onze maan, de derde (van
Jupiter gerekend) echter anderhalf maal
zoo groot in doorsnede.
Sinds het jaar 1892 heeft men achtereen
volgens nog vier manen van Jnpiter ont
dekt. Deze zijn echter zoo klein, dat ze
slechts met behulp van de machtigste toe
stellen kunnen worden gezien. Merkwaardig
is, dat de uiterste van deze maantjes zich
in een richting beweegt, die tegenovergesteld
is aan de bewegingsrichting van de andere
manen. Ook dnurt haar omlooptijd om
Jupiter twee tot drie jaar. Op de schijf
van Jupiter bemerkt men 3d een goeden
kijker een of meer strepen, die met den
equator evenwijdig loopen en die donkere
en lichte,vlekken bevatten.
Sinds het jaar 1872 vertoonde zich daar
ook een rosse wolk, die thans nog niet
verdwenen is en wel als het gevolg van oen
ontzaglijke ontlading van gloeiende gassen
uit het binnenste van Jupiter moet worden
beschouwd. Waarschijnlijk is deze planeet
nog niet verkoeld, maar zelfs aan de opper
vlakte nog gloeiend an uit zichzelt stralend.
al die beeldjes zooals ze in duizend korte
kranteberichten zich voordoen, tot een vast
aaneengesloten beeld.
Verklarende en kritische opmerkingen
lichten den lezer in over het standpunt,
dat de psychiatische wetenschap en de
krankzinnigenarts tot de daar uiteengezette
gebeurtenissen en toestanden innemen.
In dit boek, welks inhoud voor de ver-
8laggeverij van het grootste deel der Dnitsche
pers betreffende psychiatische vragen ken
schetsend is, treft, het dadelijk, dat een
aantal principieele vergissingen in de dag
bladen regelmatig terugkeeren. Daar leest
men telkens weer van een plotseiingen aan
val van krankzinnigheid. In werkelijkheid
komt dit uiterst zelden voor on wat de
leek als het plotseling krankzinnig worden
beschouwt, is gewoonlijk al de laatste schakel
in een lange keten van abnormale hande
lingen.
Welk onuitsprekelijk leed vermeden zon
kunnen worden als het leekenpubliek zich
daaraan gewende, jegens zulke zieken reeds
bij de eerste verschijnselen van hun kwaal
de noodige maatregelen te treffen, dat toonen
de talrijke zware misdaden van zielszieken,
waarover dr. Rittershaus uit eón stad en
gedurende één jaar weet te berichten.
Onlangs nog heeft men aan de moord
partij van een krankzinnige op een school
te Bremen gezien, waartoe een waanzinnige
in staat is. In de berichten over een derge
lijk ongeluk ontbreekt bijna nooit de meo-
deeling, dat de betreffende ongelukkige reeds
sinds eenigen tijd teekenen van zenuwachtig
heid of zwaarmoedigheid gaf, dat beteekent
voor een psychiater dat de misdadiger reeds
lang zielsziek was en in een gesticht thuis
behoorde.
In 't bijzonder wordt de lezer veront
waardigd als hij verneemt, dat een krank
zinnige, die door de een of andere gruwel
daad het geheele land heeft opgeschrikt,
korten tijd daarvóór als »genezen" uit een
inrichting was ontslagen. De leek weetniet,
dat de voorschriften van «verheidswege over
de verpleging van zielsziekten in Duitsche in
richtingen zeer gebrekkig zijn en dat de krank
zinnigenarts volstrekt niet zelden gedwongen
wordt, een zieke te ontslaan, die naar zijn
overtuiging voor de gemeenschap nog ge
vaar oplevert.
Dr. Rittershaus verhaalt Id dit verband
van een aan hersenverweeking lijdenden zieke,
die niet genezen en tegen den uitdrukkelijken
raad van des arts in uit de inrichting naar
huis werd gehaald en reeds den volgenden
dag zijn vrouw den schedel insloeg. Voor
de vrijlating van den man had de vrouw
schriftelijk verklaard, dat zij alleen de ver
antwoordelijkheid voor alle mogelijke kwade
gevolgen op zich nam. Niettemin heette het
toen ook weer in de bladen, dat de dader
als genezen ontslagen was.
Dat ook de geneesheer zich kan vergissen
en op het aandringen van ongeduldige ver
wanten een zieke kan vrijlaten, die onder
de veilige hoede van de inrichting beter op
zijn plaats zou zijn geweest, spreekt van
zelf.
Men zal het den psychiater echter als
verzachtende omstandigheid ten goede hou
den, daar de hier te beoordeelen ziekte
toestanden hem de grootste moeilijkheden be
treffende het stellen van de prognose bieden
en daar men aan den anderen kant zeer snel
het verwijt van wederrechtelijke vrijheids-
berooving bij de hand heeft.
Dr. RittershnuB wijst er dan op, dat het
niet alleen onontwikkelde leeken zijn, die
zich tegen de toch gedocumenteerde genees
kundige meening openlijk verzetten. Ook
onder de rechters komen helaas nog zulke
personen voor, die hun waarnemingen van
een oogenblik tegenover de diepe en zorg
vuldige beschouwingen van den zaakkundiger)
krankzinnigenarts stellen, al erkent de
schrijver, dat deze gevallen den laatsten tijd
in Duitschland zeldzamer worden.
Wij zijn nooit zoo gelukkig of zoo onge
lukkig als wij ons verbeelden te. zijD.
La Rochefoucauld.
Het is waar, men moet door verdriet ge
louterd worden, en de ziel erlangt geen
diepte, zonder dat er in gewoeld en gegraven
wordt; doch men begint gewoonlijk niet
met zich gewillig aan deze kunstbewerking
te onderwerpen, maar met een kreet van
smart en een daad vau verzet.
Vosmaer,
Gelukkig die de veerkracht bezit en het
verstand om later in te zien, dat leed natuur
lijk en plaatselijk is, en de wereld daqjom
niet slecht, de menschen daarom niet allen
verdorven, de natuur niet van haar schoon
heid berooid is.
Vosmaer.
Wanneer wordt er meer geworsteld met
de al te levendige visioenen der ver
beelding dan wanneer gij, o nacht! uw
valen sluier hebt gespreid
Constantijn.
De zon komt morgen op te 4.13 nar
en gaat onder te 7.59 uur.
De maan komt morgen op 10.46 n.m.
en gaat onder te 2 32 n.m.
Nieuwe naam 2 Augustus 1.17 n.m.
Auto- en fietsrijders hebben de volgende
week bun lantaarns aan te steken te
8.29 uur.
Wagenbestuurders te 8.59.
Morgen, Zondag, zal hier ter atede inge
volge de nieuwe Zondagsregeling der a p o-
t h e k e n, alleen die van dea heer L. K. v.
d. Harst geopend zijn.
Zaterdag 2 Augustus, verjaardag van H,
M. de KoniDgin-Moeder.
WAANZIN EN DE PERS.
Dr. L. Rittershaus, geneesheer iD het krank
zinnigengesticht in Hamburg-Friedrichs-
berg, heeft de moeite genomen, gedurende
een jaar alle3 te verzamelen, wat de vijf
grootste Hamburgscbo bladen ten opzichte
van gevallen van krankzinnigheid en de
daarmee betrekking hebbende gebieden van
geestesstoornissen hebben meegedeeld. Dit
boek heet: >Irrsinn und Presse" en werd
Op het oogenblik dat men bemerkt, da*
de banden die u binden, verscheurd kunnen
worden, begrijpt men eerst al de kracht
ervanom te weten of een rivier diep is
moet men op het punt zijn geweest erin te
verdrinken.
Gustav Droz.
Ik ken een of twee menschen, maar ook
niet meer, die terwijl ze gebukt gaan onder
zorgen, over hun geheele gelaat kuDnen
glimlachen.
Thaokeray.
Als gij bet goed nagaat zult gij inzieD,
dat niemand u meer leed heeft berokkend
dan gij zelfal was het alleen maar, dat gij
anderen die het deden de macht daartoe
hebt gegeven.
Hst ringrUden op Walcheren.
[Ter inleiding van de ringrijderijen die te
Middelburg zullen plaats hebben als een der
bijkomende feestelijkheden van de Tentoon
stelling van Kleederdrachten, enz. laten we
hier een artikel volgen, dat een overzicht
geeft van de gebruiken waarmee dit inter-
sante volksspel gepaard ging en gaat.
Zooals men weet heeft Dinsdag a.s. voor
de eerste maal het ringrijden vanwege de
Tentoonstelling op het Abdij-plein plaats.
In den Catalogus van de tentoonstelling
vindt men een onderhoudend geschreven
artikel van den heer F. P. Polderdijk over
het ringrijden te Nieuw- en St. Joosland.
Wat hier volgt is een relaas van iemand
uit een ander deel van het eiland, die aan
zijn meedeelmgen ook nog eenige algemeens
opmerkingen vastknoopt.]
Dit is een echt Zeeuwsch volksvermaak,
inzonderheid op het eiland Walcheren. Op
elk dorp werd de ring gereden, ais het kermis
was, 't zij op een derden Pinksterdag, 't zij
op een anderen dag. Werd er in de laatste
dertig jaar minder aan gedaan, thans begint
het weer te herleven, al is het niet altijd
volgens ouden trant. Met recht is als reclame
plaat voor de tentoonstelling van Zeeuwsehe
gewoonten, enz. een ringrijder te paard ge-
teekend.
Wij willen iets van het ringrijden uit den
ouden en nieuwen tijd vertellen.
Hadden de edelen uit de middeleeuwen
geen algemeenen vijand te bestrijden of
onderlinge veten met de wapens te beslechten,
dan werden allerlei tonrnooispelen of ren-
spelen te paard gehouden, waarbij, evenals
in den krijg, moed, kracht en behendigheid
vereischt werd. De overwinnaar in het
steekspel werd zeer vereerd, ja soms ontving
hij bij zulke gelegenheden een ridderslag.
Van die oude ridderspelen is het ringrijden
of het boerensteekspel een overblijfsel. Ook
dit spel mag of mocht zich steeds in eene
;roote belangstelling van het publiek ver-
ïeugen. Een paar weken te voren wordt
door de jongelingschap do »rolle« gemaakt,
d. w. z. voorbereidende maatregelen worden
genomen, het reglement opgesteld, enz.
Het inleggeld bedraagt doorgaans een
Zeeuwsehe rijksdaalder (52 stuivers), terwijl
elke ringrijder zijn aandeel in de onkosten
te betalen heeft. Van het inleggeld worden
de prijzen aangekocht. Des morgens zijn de
deelnemers op de plaats van samenkomst,
meestal een herberg.
De b.an is reeds aan weerszijden met
touwen afgebakend, in het midden is een
touw gespannen tuéschen twee in den grond
geslagen palen. Aan het touw is een ijzeren
bengel, waarin de ring zit. De prijzen zijn
opgehangen aan een afzonderlijke lat en
bestaan uit gouden en zilveren voorwerpen
als broekstukken, tabaksdoozen, sigaren
pijpjes, ros-ssebechten, enz.
De notabelste ingezetenen schenken, ook
meestal een prijs. Tegenwoordig bestaan
de prijzen in geld, afhankelijk van het aantal
deelnemers,
Een vreemdeling zal bij het beschouwen
van die prijzen zich dadelijk afvragen, wat
bij die kostbare voorwerpen die houten pot
lepel doet. Straks hopen wij den oningewijde
nader in te lichten.
Den geheelen dag wordt »de ring gereden.'
Vele nieuwsgierigen hebben zich reeds aan
beide zijden van de baan een plaatsje uitge
zocht, zoo dicht mogelijk bij den ring. De
»riejers« hetjben hun >rok« uitgetrokken en
zitten ongezideld op de paarden, die van
ongeduld staan te trappelen.
Voor deze ^gelegenheid zijn de haren der
manen en van de staart mooi gevlochten en
met veelkleurige linten versierd. Dit brei
ster tonis ook alleman? werk niet.
Daar komt een jonkman te paard recht
voor de baan, in de hand een driekleurigs
lans hondende.
Wat zet hij zija vos aan, want bij het
rijden moet gegaloppeerd worden. Zie eens,
hoe hij aan de eene zijde overhelthij
hangt haast aan zijn paa/d. De veeljarige
ondervinding heett hem geleerd, hoe hij
de meeste kans heeft den speer juist in
den ring te kunnen steken. Hoe jubelen de
omstanders, als hij dea ring heeft gestoken
en onwillekeurig krijgt zijn aanstaande een
kleur, als zij hoort, dat hij reeds de derde
krijtstreep op zijn broek krijgt, ten teeken.
dat hij evenveel malen deu ring heeft weten
te bemachtigen. Nog éénmaal een gelukkigen
stoot en hij is eigenaar van den prijs, die
„verreden" wordt, want om eiken prijs wordt
afzonderlijk gereden. Dan is er een vreugde.
Zijne makkers dragen hem (soms op een
ladder) al zingende naar de nabijzijnde her
berg, alwaar de gelukkigs volgens bet regie-
Hij mag nu nog wel meerijden, doch heeft
op de aangekochte prijzen geen recht meer.
In den namiddag wordt om de gekregen
prijzen gekampt en dan gaat het weer gelijk
op- En gekregen prijzen zijn er altijd bij.
De ambachtsheer of de burgemeester laat
zich bij die gelegenheid meest niet onbetuigd.
Persoonlijk komt bij den prijs brengen en
dun is er opnieuw eeu gejubel. Kijk, daar
reikt hij een klein pakje aan den ringoppasser.
Dezo wenkt de ringrijders naar het midden
der baan. De hoofdman der rijders hondt
den prijs in de hoogte en dit is het teeken
om te gaan jouwen*.
Hij bedankt den milden gever namens de
ringrijders en doot hem de beste weDSchen.
Dan roept bij »Daar komt de man -—
Een ander roept»Wat heit ie an
De eer6te »Grauw De tweede: >Blauw"
De eerste: »Wat zullen wij roepen?
Allen: »Hoezee! boezee! hoezee!"1) Maar
moet nog eens gejouwd worden voor zijn
echtgenoote, ja ook nog eens voor zijne
kinderen of undere huiRgenooteD. Na het
uiten der wenschen worden telkens dezelfde
woorden herhaald.
Do amhachtsbeer of de burgemeester neemt
die komplimenten met welgevallen aan en
vernieuwde» moed begint men het
ringrijden.
Vele prijzen zijn aan eeu zijden lint be
vestigd. Het is de gewoonte, dat de prijs-
winner dat lint niet voor zich zelf houdt, maar
ten geschenke geeft aan een der dochters
van den boer, wiens paard hij gebruikt. Den
volgenden Zondag kon men het móóie lint
hal of schieten den gaai. Zoo heeracht
overal drukte.
De geschiedenis leert, dat bij het ring
rijden of andere volksvermaken wel eens
vele »wulpsch- en ongerijmdheden van
danserijen en dvinkerijen" gepleegd werdem
('t was ook kermistijd). De kerkeraden
hadden dan ook telkens personen, die zich
daaraan schuldig gemaakt hadden, onder
het verhoor te nemen. De classis Walcheren
vernam zulks »met droefheid" en besloot
»op middelen bedacht te zijn" om dat ring3
rijden tegen te gaan. Zij wendde zich in
1687 en ook laler tot de verschillende over
heidspersonen in alle plaatsen, doch met
weinig resultau'.
Zoo werd o.n. te Sint Laurene het ring
rijden verboden, doch de ambachtsheer
ncodigde de ringrijders uit op zijn kasteel
Popkensburg, alwaar de lanen en dreven
uitstekende gelegenheid boden voor het steken
naar den ring.
S rooskerke. B. J. d. M.
STUKKEN VAN DEN GEMEENTE
RAAD VAN MIDDELBURG.
Gemeentel ij ke Melk een tra le
Een adres van het Genootschap ter be
vordering van den Melkhandel, vragend
om een proefneming met een gemeentelij
ke melkcentrale is door den raad in han
den van B. en W gesteld om advies die
het gevoelen inwon van de Gezondheids
zien prijken aan haar Zondagschen hoed. commissie.
(Thans is de hoed met de veelkleurige linten
bij het Walchersche schoone geslacht geheel
uit de mode.)
Wij zeiden reeds dat het ringrijden den
geheelen dag duurt. Na den middag is de
belangstelling van het publiek nog grooter
?n de ringrijders zijn ook meer uitgelaten
van vreugde.
De Zeeuwsehe dichteres Elisabeth Wolf
Bekker (een Walchersche van geboorte; heett
't eind der 18de eeuw zoo'n ringrijderij
in het gedicht Walcheren" op eene eigen
aardige wijze beschreven. Zij zegt o. a.
Wat feoBt verwokt die vreugd Wat brengt het
[volk bjjeeu
Kom, zie die plechtigheidhier wordt de ring
[gereên
Hier zult ge wond'ren zien van handigheid en
[vlugheid,
Maar, zie die lilv'ron prgzen een»
De foreobe boerenknaap vergeet «ga dof- en
[■tugheld
t Nieuwsgierig steevoJk komt van alle zydem
[aan,
Elk zoekt een plaats, waar hg wel 't beate denkt
[te staan,
Men praat, men laebt, men duwt, men dringt,
[men wordt gedrongen,
Men knikt, men groet, men wordt gegroet,
Hier kgft. daar kalt mep, cn daar ginder wordt
[gezongen.
Slaat ruimdaar komt do stoet vau fiere rid-
[derB aan,
Zjj rijden deftig voort, en zwenken om de baan,
Dio leidt zpn paard en daez* is rustig opgezeten.
Daar onze Jan zgu dakkleed schikt
Wordt hjj van Geertje toegeknikt,
Dat is»Nou Jan toon nou, dat jg 't niet
[hebt vergeten
Maar waarom nu die houten potlepel er
bij? hoor ik u vragen. Dit is de schande-
prijs. Hij, die geen enkele maal den ring
aan de lans heeft kunnen steken, is er zeker
nog niet erg bedreven in. Als belooning
van zijn onhandigheid krijgt hij de potlepel,
waarbij soms een „zoete koek" (ontbijtkoek)
wordt gedaan.
De potlepel is het beeld der onbedreven
heid. Op de boerenhofsteden wordt 's avonds
menigmaal pap gegeten. De koewachter of
jongste knecht wordt belast met het roeren
van de pap. Hij is op dat oogenblik niet
bekwaam voor ander werk en moet dus maar
een potlepel hanteeren.
Is dus de potlepel bij het voorgeslacht
de schandeprijs, bij het hedendaagsch ring
rijden op Walcheren is hij juist een veere-
prijs." Want zijn n.l. al de prijzen één
voor óón „afgereden", dan wordt er om den
potlepel gekampt. Alle ringrijders rijden
achter elkaur om den ring. Wie mist, mag
niet meer mee doen. De overblijver krijgt
als belooning den potlepeldeze is dus in
plaats van een schandeprijs een eereprijs
geworden. Toch zegt men thans nog onder
het ringrijden van iemand, die nog geen
enkolen ring gestoken heett, dat hij niet
„pollepelvrij" is, 't geen terugslaat op de
oorspronkelijke beteekenia van den lepel als
schaudeprija.
Bezochten vorstelijke personen het eiland
Walcheren, dan woonden zij de volksver
maken bij en schonken kostbare prijzen.
Zoo schonk Prins Willem V bij zijn bezoek
aan Domburg (I Juli 1786) aan de ring
rijders aldaar twee -gouden medailles, welke
terstond werden afgereden. Ook werd den
14 Juni 1823 het ringrijden te Vrouwepolder,
den 1 Juli 1837 dat te Westkappel vereerd
door 3e tegenwoordigheid van Koning Willem
I. Koning Willem II woonde den 24 Au
gustus 1841 het ringrijden te Westkapelle
bij en den 23 Mei 1862 was Koning Wilem III
in deze laatste gemeente bij dit volksvermaak
tegenwoordig.
Toen schonk hij twee gouden horloges
met dito kettingen als prijzen aan de ring
rijders en reikte die prijzen zelf aan de
winners uit.
Het ringrijden gaf dus een groote drukte
maar er waren op dien dag nog meer volks
vermaken op hot dorp. Aan hot andere eind
van 't dorp werd ook feest gevierd. Daar
is een kleiner baan gemaakt, en hangen ook
eenige prijzen bij het koord, 't Zijn
jongens, die bier Joopende naar den ring
steken, maar hun pret is niet te minder.
Weer op eene andere plaats vermaken zich
de oudere dorpelingen, zij gooien met den
Et wordt wel beweerd dat dit „grauw1
en „blauw" rpepen uit den tgd der Hoeken en
Kabeljauwen afkomstig is.
Deze deelde mee dat zijvertrou
wende dat de gemeentelijke keurings
dienst, gesteund door de Melkverorde-
ning, die desgevorderd kan worden ver
scherpt wel in slaat zal zijn de leve
ring van minderwaardige en vervalschte
melk in deze gemeente tegen te gaan;
op het oogenblik geene gronden kan
aangeven waarop zij den gemeenteraail
zou mogen adviseeren over te gaan tot
eene proefneming met een melk-centrale
B en W stellen voor in dien zin op
het adres te beschikken
Tijdelijke geldleening
B. en "W. stellen voor een tijdelijke geld
leening aan te gaan van ten hoogste
f 7600 voor uitbreidingskosten van het G.
E B.
Politieverordening.
De aanhouding door den raad van art.
en 84 der verordening van algem.
plaatselijke politie, in verband met de be
zwaren door mr Adriaanse in de zitting
van 23 April 1913 tegen de redactie daar
van geuit geeft aan de commissie voor de
strafvordering aanleiding tot bet voor
stellen van een nieuw art. 84, luidend;
,Het is verboden, tenzij met schrifte
lijke vergunning van den burgemeester,
aan eigenaars, houders of bestuurders
van schouwburgen, herbergen tapperijen,
tuinen en andere voor het publiek open
gestelde plaatsen toe te laten, dat al
daar openbare vermakelijkheden gegeven
worden
b op straten, pleinen, wegen en an
dere voor den openbaren dienst be
stemde gronden, openbare vermakelijk
heden te geven of optochten te houden
en deze aan te kondigen of in het open
baar voor te bereiden.
Onder openbare vermakelijkheden
wordt o a. verslaan eene muziek- of
zanguitvoering of vertooning, van welken
aard ook, zoowel automatisch als door
één of meerdere personen, eene illumi
natie, eene serenade of eene dansgelegen
heid."
Ontslag J. C. P Jansen
Verplank e.
J. C. P. Jansen Verplanke heeft legen
1 Oct. of 1 Sept. ontslag gevraagd als
onderwijzer aan school K wegens zijn
benoeming als onderwijzer met verplichte
hoofdacte te Waddinxveen.
B. en W stellen voor hem het ontslag
tegen 1 Sept. te verleenen.
Uitbreiding prise d'cau
19 Februari heeft de raad op voorstel
van B. en W .besloten over te gaan tot
uitbreiding van de prise d'cau der duin
waterleiding De uitbreidingskosten wer
den geraamd op f 10.445.
Nadat B. en W zich in verbinding
gesteldhadden met den heer A. D. Hea
der ik c. i., onder wiens leiding in de
plaats van den overleden adviseur Scho
tel de werken zullen uitgevoerd worden,
deelde deze mede, dat, voornamelijk ten
gevolge van de aanmerkelijke stijging der
ijzerprijzen gedurende den laatsten lijd
de voornoemde begroeiing waarschijnlijk
zou overschreden worden.
Bij nadere inlichting stelt de adviseur
die thans op f 12 000
Voorts doen B. en \V opmerken, dat
bij deze bedragen is uitgegaan van de
veronderstelling, dal de werken onders
hands worden aanbesteed. Zoowel wijlen
de heer Schotel als diens opvolger zijn
van gevoelen, dat werken als de hier
bedoelde zich minder goed leenen voor
openbare aanbesteding, zoodat voor de
uit le voeren grondwerken aanbieding
is gevraagd aan en verkregen door den
aannemer, die ook de vorige putten heelt
uitgevoerd en voor het leveren en leggen
der buisleiding aan de eenige aannemers
voor dergelijke werken hier te lande.
B. en W. stellen daarom te bestuiten
hen le machtigen öm met de vorenbe
doelde aannemers de noodige overeer
komsten af te sluiten.
De commissie van fabricage beric i
indien zoowel wijlen de Ingenieur S.c
als diens opvolger van oordeel zijn,
werken, als de hier bedoelde zich
der goed leenen voor openbare aauu
ding, zij vermeent niet tot openbare
besteding van de grondwerken te m
adviseeren. nrn „ni-
Met het voorstel van B en W- om
het leveren en leggen der buisleid 0