Mifeirphe Conran!
TWEEDE BLAD
De geestverschijning,
ingezonden Mededeelingen.
^UILLETOM
Id het Land yan den Dollar.
P.SLUIS, ii-^j
Zaterdag 1 Haart 1913, no. 52.
door
FRITS VAN RAALTE.
(Nadruk rerbfflen)
Hét was in do dagen, dat ik half zoo oud
was als thans De huiveringwekkende goschie-
dmis ss dus lang genoeg geleden, om er over
te schrijven, als betrof zo een vreemde, niet
mijzelf
bi die dagen las ik over spiritisme, wat ik
daarover in handen kon krijgen en ik verwaar
loosde veel nuttige zaken, die men tusschen
ifia veertiende en zijn negentiende jaar dient
te loeren, bovenal verzuimde ik in hooge mate,
aardrijkskunde te leeren; en des avonds, als
de andere jongens op de studeerkamer alle
meer of minder plichtgetrouw met hun lessen
voor de 9chool bezig waren, zat ik, mij niet
bekommerend wie van de jongens er nu weer
ruzie hadden, het hoofd in de handen met
de ellebogen op de tafel geleund en dan
iaa ik met angstige en toch ook weer bekoor
lijke huivering in „Mystische Erscheinungen
ins Leben der Menschen" en zulk soort van
bo eken-
De had wél reden bang te zijn. Toen ik nog
Idem was het viel juist in den tijd, dat ik
met mazelen thuis lag en ik was toen onge
veer 10 jaar las ik De Negerhut van oom
Tom en van angst voor de spookhistorie, die
daarin voorkomt, kon ik deB nachts niet sla
pen; de vTees voor geesten zat er sinds dien
tgd bjj mj in. Zoo zelfs, dat ik eerlijk ge
zegd, niet zeker weet, of ik er zélfs nu
wel geheel zonder ben
komen, ofschoon de oude bediende het hem j om niets meer, er mocht gebeuren, wat er
ontraden had. Tegen middernacht hoorde de beuren zou.
bediende een vreeselijken gil, maar hij durfde
niet gaan zien. Toen hij den volgendien och
tend angstig het laboratorium van zijn heer
binnenging, vond hjj hem dood liggen tusschen
zijn retorten en geraamten in. Hij was ge-
En i k zat en wachtte mot beklemd gemoed
Maar er kwam niets. En reeds gevoelde ik mij
worgd en aan den hals van den doode zag ontstemd van teleurstelling
hij bloedige indrukken als van klauwen, zoo- Daar dreunde 'opeens een zware metaalklank
dat de bediende overtuigd was, dat zijn heer van de torenklok vlak bij ons huis door de
door een duivel of een ander helsch monster stille nachtlucht. Langzaam met breede deining
was omgebracht. Ook stonden er verhaaltjesdoorgolfdo het diepe klankgczang den nacht
in van muziekinstrumenten, die in het donker loste zich dan meer en meer vaag wordend,
door geheimzinnige geestenhanden werden be- op in de stille. En een tweede galm doordreunde
speeüd. Ja, het was een wonderlijk boek. En de lucht. Het sloeg twaalf uur
do begeerte kwam in mij, ook eens te pro- En toen gebeurde het. Bij den twaalfden
hoeren, of ik geen geesten kon laten op- slag juist. Ik zal het nooit vergeten. Ik hoorde
komen Ik trof alle voornereidingen, die mij een daverenden slag op de tafel, mijn handen
noodig schenenvan een veldje dat vol on- sprongen van de tafel op, als werden ze eraf
kruid groeide, haalde ik giftplanten zooals gegooid- Ik lag achterover in mijn stoel, ik ge-
de heksen die in den ouden tijd gebruikten voelde, dat ik doodsbleek moest zrijn, mijn lip-
bij haar bezweringen, dolle kervel en biezen-pen kriebelden, alsof ik flauw zou vallen en
kruid en nieskruid en nachtschade en die ik meende, de deur te hooren kraken, alsof die
zette ik in een karaf op de kamer. Daarna sluiks werd geopend. Maar ik dacht daarover
haaldo ik van het oude kerkhof, achter het niet na; zonder besef zat ik daar en hoe lang
huis van Andoza de Matta een schedelde ik zoo zat, weet ik niet. Langzaam kwam &k
onderkaak ontbrak, maar overigens was hij weer bij, keek angstig om mij heen maar
heel gaaf en die maakte ik met nafta schoon, ik zag niets bijzonders. Dat stelde mij gerust
om gevaren voor de gezondheid te voorkomen, en ik stond op. Koude rillingen vloeiden
Des avonds, als de andere jongens naar bed mij over den rug en bang speurde ik in
waren, begon ik met mijn bezweringen. Ik de donkere schaduwhoeken van de groote ka-
nam het kleKjd van, de gxoote rooide tafel', mer, of zich hier en daar misschien een mon-
zette dooi schedel op een dik boek voor mijl, ster had verborgen Het stelde mij wel een
daarnaast de karaf met giftKruiden en spreidde beetje teleur, dat ik niets zag, wat ik mij tnu
mijn bedde handen uit, zoodat de duimen aan best kan voorstellen, daar ik zoovele angsten
elkander raakten, want zoo was het voor- had uitgestaan voor de gessten Maar ik her
schrift m het boek van de Mystische Erschei- innerdo mij in het boek van de Mystische
nungen j Erscheinungen te hebben gelezen, dat iemand,
En ik wachtte, huiverend, maar er ge- «Re door een of andere verschijning bang
beurde niets j geworden is, altijd moet gaan onderzoeben,
Zoo zat ik verscheidene avonden achter- wal bcl "as- Dat was n0« 1,01 b«t». wal
een en van mijn werk voor de school kwam ,l<!t boek sl0I»i TI>WE de" 'aad Ik
niets terecht. Maar daar bekommerde ik mij zocht orera'. onder het ledikant, in do kast,
I niet om Dat waren dingen van de wereld. »a<Jer da W maar ik t"*4 ™rdachts
van het tegenwoordigede geesten waren uitS°waar
het lang verleden en zouden mij het ko-1 Daar viel mijn oog op het doodshoofd, dat
mende openbaren Eindelijk, den vijfden of mij naar het mij toescheen, meewarig aan-
zesden avond, had ik een bang maar toch Mikte met zijn duistere oogjiolten. Opeens zag
gelukkig voorgevoel, dat het nu komen zou.ik tot mijn onbeschrijfelijke verbijstering, dat
Ditmaal zou ik niet, zooals anders, even na midden door de groole, ronde tafel ©en barst
twaalf uur naar bed gaan, maar ik zou wach- ü©P> over de gcheele lengte cm terwijl ik op-
ten, ik was overtuigd dat het groote nu go- eens begreep, dat de tafel door den hengen
beuren ging. slag was gespleten, onderzocht ik de barst
En nu zag ik, dat links en rechts van de spleet
*£andbouu)fwomefi
TAN OSZBH VASTBH «BDEWERKBB.
Het huis van de Andoza de Matla's was
zeer vreemd gebouwd Het voornaamste dei
constructie is voor dit verhaal wel, dat men
uit een van de slaapkamers met een steenen
trap van een acht of tien treden naar boven
op een oud en sinds lang vervallen kerkhof
uitkwam.
In onze kinderjaren hadden we daar dik
wijls gespeeld tusschen de brokken van zer
ken inen van de beenderen, die we vonden
én waar we nu en dan over struikelden,
trokken we ons niets aan
Maar het was nu jaren geleden, sinds ik
met de jongens van Andoza de Matta speelde
en al mjjn aandacht werd in beslag genomen
door de wonderlijke histories, 'die ik in de
Mystische Erscheinungen las. Zoo was er een
verhaal van een ruiter, een edelman, waar
ik in die dagen hoog respect voor had. Die
©delman reed door een bosch en hij had dorst,
maar zijn veldflesch was leeg. Aan het eind
van het bosch zag hij een heuvel en juist
toen hij die voorbijreed, opende die zich en
een beeldschoone jonk vrouwe hield hem een
Kanken beker mei een heerlijk schuimenden,
zeer frisch uitzienden drank voor. Gretig dronk
de edelman em voordat hg dank zeggen kon,
was weer de jonkvrouw in den heuvel ver
dwenen. Toctt de ruiter verder reed, viel hij
eensklaps dood vam zijn paard neerde jonk
vrouw was eem soort van daemonische nimf
geweest. Het was wel bekoorlijk, dat de jonk
vrouw zoo mooi was, maar die plotselinge
dood bedierf de mooie illusie weer. Maar
nog gruwelijker verhalen stonden in het boek.
Een jonge man, ook al een edelman en nog
wel van een hoog aanzienlijk geslacht, woonde
alleen met eer. bediende in een oud voor
vaderlijk kasteel. Die jonge edelman hield zich
bezig met zwarte kunst. Heel nauwkeurig wist
ik niet wat dat was, maar het moest iets ge
heimzinnigs zijn. Welnu, op zekeren avond
probeerde de jonge man, geesten te doen op-
pi-.ii mu. üi; jib, uai. imins uil luuu» vuu ucspi
Ik was zeer blij, dat ik alleen thuis was,
J j - i kleunt? kladjes hars zaten overal langs
ze waren allen naar het bal en de meiden wa- T
tI barst. Nu werd mn langzaam de zaak duide-
ren ook uil. Het was bijna twaalf uur en ik .^v
Ink Nu begreep ak, wat het geklop had betee-
hoorde de stilte van den nacbt om mn heen f 1
„i..„ rv ut. .„„„..n kend De barst was met geheel verscli, wel
ruischcn. O, het was zoo eenzaam en terwijl
it too cat en wachtte, was hel mij, als ee- n b™8ta deo1' on'le,,s'e ■uel-
voelde ik koele lochtstroomen laws mtjn D" V"'0' d?s"a T, l,3Jna f 5 fj
boenen en tesen mijn achterhoofd, volSens j™"* bat drakk«> op de tafel dat
het boek waren dat geesten, die ziel, manifes- 'k »»bawf aate goed lev,g had gedaan,
teerden. Ik kon van angst bijna niet meer den- a 3 aar 0018
ken, als verwezen zat ik daar neer, mijn han- **n *oen ik da' Rolder inzag, was mijn bang-
den krampachtig op de tafel gedrukt. De had helemaal verdwenen Ik vond het nu
giftkruiden walmden bedwelmende dampen uit da* 'k zooveel tijd met dien onzin
en het ecnige dat mij3 nog bond aan het ver- had rorknoeid; ik zou natuurlijk aan het emd
leden, aan de vorige avonden, was liet doods- van kw^rtaa^ weer een slecM rapport krij-
hoofd, dat ik heelemaal niet griezelig vond en Maar ik had toch geleerd, dat het doen
'dat nog denken deed aan, zij het ook voor- opkomen van geesten een malle bezigheid is
bijgegaan, mcnschenlcven. 'Ja, in mijn een- oorste werk was nu, het raam open te
zaamhedd kreeg ik een vertrouwelijk gevoel, schuiven en den bedwelmenden bouqet naar
toen ik zoo het bekkeneel met de droeve scha- beneden te .gooien tusschen de Ijzeren giet-
duwholten van oogen aanzag En ik was innig vormen
overtuigd, dat als ik maar geduldig bleef Toen ik in bed lag, bedacht ik met dank -
zitten en wachten, de geest, die eenmaal in baarReid, dat het boek van de Mystische Er-
den schedel gewoond had, zou komen en mijn sohrinungen toch een goeden raad had ge-
vragen zou beantwoorden en dan zou ik aller- 6e7en 611 'k stelde mij voor, hoe bang ik zou
eerst, vragen, of er een God was, maar dat 'geweest, als ik den barst in de tafel
zou dan eigenlijk overbodig zijn, want, zoo eens gezien
dacht ik, als er geesten zijn, dan is er zeerVoor het eerst sinds vele nachten sliep ik
zeker ook een God, omdat God ook een geest dadelijk rustig in en den volgenden morgen
1 is. En ik zat em wachtte Het scheen mij toe, bracht ik den schedel terug naar het oude
dat de lamp zeer donker brandde en toen ik kerkhof. Het boek met de geheimzinnige ver-
toevallig omkeek, zag ik de schaduw van mijn halen en de andere spiritistische boeken
bovenlichaam op den wand. Ik schrok ervan, bracht ik terug naar de oude Atheneumbiblio-
Nog nooit had ik, naar ik dacht, gezien, dat theek, waar ik ze van geleend had en na dien
mijn schaduw zoo geweldig groot was. Dat tijd is nooit meer de begeerte in mij opge-
moest zeker iets beteekenen, ongetwijfeld stond komen, geesten op te roepen.
het met de geesten in verband. Een wilde schrik
kwam over mij. Als er eens plotseling een gru-
welr,k monster kwam een duivel of een ge
drocht uit verschillende beeslen samengesteld,
dat met mij worstelde en mij den nek om
draaide. Maar dan weer werd mijn aandacht
gericht naar de tafel. Hoorde ik daar niet klop-
geluiden, dat kon toch onmogelijk inbeelding
j wezen, nu zou het ontzaglijke gaan beginnen.
Ik was te zeer onder den indruk van verwach
ting, om angst te gevoelen. Ik bekommerde mjj
Arnhem, Oct '11.
Roman rua LENE HAASE.
„Vooxloopig nog niet veel. Ik ben pas sinds
kort van Mexico-City naar San Antonio ge
komen en heb dit huis gehuurd om een pen
sion voor mijn landgenooten in te richten
weet toch wel, dat hier over een paar
weken de groote tentoonstelling'geopend wordt
waar Mexico ook deel aan neemt? Dan zul
len er natuurlijk veel ca balie ros naar San
Antonio komen, en die zullen dubbel graag
hij mij logeeren, als ik knappe geestige young
ladies in mijn huis hob."
Loe keek nog eens in die gezellige slaap
kamer rond. Ze beviel haar uitstekend, en
de Mexicaansehe was zoo vriendelijk en ele
gant ze scheen een echte dame te zijn.
„Woli, young lady, wilt u de kamer hu
ren?"
„Ja, ik wil, als het u tenminste ernst was
met den prijs."
„Per todos los antosl Waarom zou hel
hot mij geen ernst zijn I Heeft u nog bagage?"
„Ja, aan 't station
„Don zal ik dadelijk zorgen dat uw boel
gebracht wordt," zei de dame gedienstig en
vol ijver „Maak het u maar vast gemak.
m "ïk"
Loe was de kamer ingeloopen en ontdekte
nu twee deuren, die er van weerskanten op
uit kwamen. De knoppen omdraaiende be
merkte ze dat beide open waren.
„Kunnen die deuren niet gesloten worden?"
riep ze de Mexicaansehe nog toe, die zich
al omgekeerd had om weg te gaan.
„Waartoe zou dat dienen?" riep ze lachend
terug, ,,er wordt hier niet gestolen."
„Maar je kunt toch in een pension niet
met open deuren slapen I"
„Hier sluit niemand zich op, Sennorita I"
antwoordde de schoone Mexicaansehe eenigs-
zins strak.
„Zijn die andere kamers dan onbewoond?"
„O, de rochtsche heeft Sennor Garcia in
gebruik. Hjj is hier 'n paar dagen geleden ge
komen om do voorbereidende werkzaamhe
den voor de tentoonstelling to leiden -Links
logeert niemand Die kamer hoeft Don Ra-
nirez besproken, een jonge, zeer elegante
espada uit Madrid, die in Mexico gastrollen
vervuld heeft on hier de tentoonstelling eens
rustig wil bekijken. Betere buren kunt u
toch moeilijk begeeren
't Werd Loe plotseling een beetje angstig
iomi 't hart. Een benauwend voorgevoel deed
haar twijfelen of ze wel in een fatsoenlijk
huis was aangeland Ze was er ook maar
zoo onvoorzichtig ingeloopen, in dit een
zaam gelegen bungalow, te midden van die
leege bouwterreinen. Als zo haar hier eens
vasthielden?! Een ijskoude rilling ging haar
langs den rug. Ze moest probeeren er goed
schiks uit te komen 1 Met geweld beheerschte
ze haar angst en zei, zich met een onbezorgd
IVOGEL-EN PLUIMVEEVOEDER!
In den tuin.
II.
Wanneer men een liefhebber is van to
maten en deze gaarne zelf wil aankweeken,
dan is het thans de tijd die te zaaien in leen
warmen bak of in een bakje of pot in een
warm vertrek en dan liefst voor een zonnig
venster De grond, dien men daarvoor ge
bruikt, bestaat uit goede tuinaarde gemengd
met zand. De potten, waarin men zaait, vult
men tot een paar centimeters beneden den
rand met dien grond, legt daarop de zaad-
korreltjes, bedekt die met een halven cM
aarde, drukt alles zachtjes aan en besproeit
den grond in voldoende mate. Om te groote
verdamping te voorkomen, dekt men den pot
af mot een ruit. Zoodra de plantjes alle aan
wezig rijn, brengt men ze op een behoorlijken
afstand van elkander, door hier en daar een
plantje wqg te knijpen, liefst niet uit te
trekken, omdat men daardoor aangrenzende
plantjes kan benadeelen Wanneer de planten
een behoorlijke grootte hebben verkregen, klopt
men zo uit den pot en zet ze alle afzonder
lijk in kleine potjes, die men in een bak
kan brengen, waar zij volkomen tegen nacht
vorsten kunnen beschermd worden Gedurende
den dag wordt het raam zooveel mogelijk
open gehouden, tegen den avond wordt het
.gesloten, zoo noodig nog met een rietmat af
gedekt. Door de planten niet te warm aan
te kweeken, groeien zij wel iets trager, maar
zij worden beter afgehard
I In een warmen zomer kan men de tomaten
zonder eenige bedekking houden tol in het
1 najaar, maar zulke zomers komen zelden
voor; daarom plant men ze in 't laatst van
J Mei, begin Juni aan den zuidkant van een
muur of van een schutting. Heeft men dan
in 't begjn van September nog vele onrijpe
j vruchten, dan kan men die door 't aanbrengen
van schuine ramen nog volkomen rijp zien
j worden.
j De tomaat eischt voortdurend toezicht; zoo-
j dra de plant ongeveer 30 cM hoog is, moet
j men haar aanbinden en zorgen, 'dat zij bij
elke verlenging behoorlijk aangebonden wordt;
verder dient men de plant zooveel mogelijk
op één stengel te houden .en de zijscheuten
weg te nemen; daardoor wordt de bloei be
vorderd. Hebben zich de vruchten eenmaal
gezet, dan kan ook de top worden weg
genomen
Tijdens den groei is het toedienen van
vloeibaren mest of Chila-salpeter zeer aan te
bevelen.
Wanneer de oogst zeer overvloedig is en
men dus te veel vruchten voor het gebruik
heeft, kan men deze zeer gemakkelijk slenli
sceren De vruchten worden goed gewasschen
in zuiver regen water en daarna in schijfjes
gesneden van 5 millimeter {likte Deze
schijfjes worden in de flesschen goed samen
gedrukt en na behoorlijke sluiting van 20
tot 30 minuten .gekookt Bij het gebruik wordt
de inhoud door een zeefje goed fijngemaakt,
waardoor de schillen en de zaden achter
bfijvcn.
Er zijn verscheidene variëteiten van toma
ten in den handel, die zich onderscheiden
door kleur en vorm. Wij voor ons geven de
voorkeur aan de roode, die niet geribd zijn
em. bevelen als zoodanig aan de Cooper's
first, de Washington en de schar-
lakenroode Mikado In Engeland wordt veel
i werk van de tomaat gemaakt en daar ontmoet
'men dan ook de meeste variëteiten; daar
onder de Golden Queen met gladde goud-
gele, de Green gage met citroengele, de
Ananas eveneens met gele en de Peach-
blow met perzikkleurige vruchten. In Neder-
land vinden de gele vruchten weinig aftrek
Van den moestuin naar den bloementuin
overspringende, wenschen we thans een oogen-
blik stil te staan bij de dahlia, die wat
zaaitijd en wijze van behandeling betreft, vol
kome® overeenkomt met de tomaat, maar zich
daarvan onderscheidt door de keuze van den
grond Verlangt de tomaat een zeer vrucht
baren tuingrond en een herhaalde bemes
ting de dahlia verlangt geen al te krachtigen
grond en zeker geen versche bemesting, dewijl
zich dan de bladeren ontwikkelen ton kost*
van de bloemen.
Wannoex men de dahlia omtrent dezen tjjd
in een potje voor een zonnig venster zaait,
later de plantjes in kleine potjes verspeent,
dezo overbrengt in een konden bak, zorg
vuldig behoedt togen vriezende nachten, de
planten, zoodra ze wat grooter zijn geworden,
overbrengt in grootere potten, deze tegen de
zuidzjjde van een schut plaatst om ze nog
een veertiental nachten met matten to be
schermen tegen te groote afkoeling, kunnen
ze in het laatst van Mei of in 't begin van
Juni op haar plaats worden gebracht
Aanbevelenswaardig om te zaaien Zjpi de
cnkelbloomige gestreepte en gestippelde in ver
schillende kleuren,'welke als snijbloemen groota
verdiensten hebben. Zoo ook de Colleret-
t e, in Belgische en Fransche catalogussen
aangekondigd als dah 1 ia pari s en. Deze
is eveneens énkelbloemig, maar heeft rondom
het hart een krans van vergroeiingen, dio zeer
eigenaardig tegen de kleur der bloembladen
afsteken. Wanneer men deze zaait, krijgt men
allerlei verscheidenheden van kleuren, maar
een groot aantal, nagenoeg de helft dier bloe
men, zullen enkelvoudig zijn en zonder aan
hangsels. Men. kan dus over hare waarde
eerst oordeelen, nadat de bloemen geopend
zijn. Toch kunnen wij hef. zaaien daarvan
gerustclijk aanbevelen, evenzeer als van de
halfdubbele reuzen dahlia, in Fransche cata
logussen bekend onder den naam vandah 1 i a
géant hollandais, door anderen pioen
dahlia genoemd, of ook wel in navolging
van de Engelschen, splendid dahlia.
Wanneer men van deze soort hot zaad aan
koopt bij een vertrouwden zaadhandelaar, kan
men rekenen op 40 o/o planten met zeer fraaie
bloemen en sterke stengels, die ook deze
I variëteit zeer geschikt maken voor snijbloemen.
Nog moeien wij de aandacht vestigen op de
jdahlia coronata, een weelderig groeien
de plant met enkele oranjekleurige welriekende
bloemen.
j De tot hiertoe door ons besproken variëtei
ten kunnen uit zaad ieder jaar worden aan
gekweektheeft men een bijzonder fraai
j exemplaar, dan bewaart (men dit door den knol
op een vorstvrije droge plaats te overwinteren
j en zoo doende komt men in enkele jaren in
i het bezit van een uitgezochte verzameling van
do fraaiste en stevigste bloemen Do zooge
naamde ouderwetsche dahlia met hare gepijpte
bloemen, de lilliput dahlia, een kleinere
I vorm van de voorgaande met kogelronde bloe
men, en de cactus dahlia in al hare
verschillende vormen en kleurschakceringen
kunnen ook uit zaad gewonnen worden, maar
wij moeten ontraden daarmee proeven te no
men, omdat men die in 't groot moet nemen
om eenig resultaat te hebben.
Wanneer men daarvan fraaie exemplaren wil
hebben, dient men die als knol of stekplant te
koopen, daarbij1 opgevende, welke kleur men
verlangt. Op de namen, daaraan door de kwee
kers gegeven, kan men op enkele uitzonde
ringen na maar slecbt vertrouwen, tenzij men
ze kan aankoopen bij den persoon, die ze zelf
heeft aangekweekt.
Wanneer men de dahlia gebracht heeft op de
plaats, waar zij gedurende den zomer blijven
moet, voorziet men haar onmiddellijk van een
stevigen stok, waaraan de plant bevestigd
wordt; daarbij dient men in 't oog te houden,
dat de oorspronkelijk dunne stengel aanzienlijk
in dikte kan toenemen, waarom men hem niet te
vast moet binden of naderhand den band mod
vernieuwen. Wanneer men dien band bevestigt
in den vorm van een acht, dan komt deze
van de rechterzijde van den stengel naar de
linkerzijde van den stok en daardoor kan ge
noeg speling gegeven worden om een tweede
aanbinden te voorkomen. Voor het aanbinden
van dahlia's is het Malakka-bindgaren aan te
bevelen.
Men houdt ieder dahlia-plant liefst op één,
hoogstens op twee stengels; verder verwij*
dere men tot op een hoogte van 30 h 40
cM alle zijoogen door deze voorzichtig uit te
steken of de jonge scheutjes, die zich daar
vormen, uit te breken. Neemt de plant een
buitengewonen omvang aan, dan dient men
'daarbij later nog een paar stokken te steken
om haar te beschermen tegen hevigen wind
Ten slotte Zij nog opgemerkt, dat de dahlia,
ofschoon een fraaie snijbloem, slechts zeer
kort van duur is. Om werkelijk fraaie, fris-
sche ruikers te hebben, dient men ze icderen
dag, zeer zeker om den anderen dag, te ver
nieuwen.
lachje tot de donkere vrouw wendende
„Allright, ik zal do kamer dan maar hu
ren."
Vlug liep ze de Mexicaansehe voorbij en
vervolgde al op de trap „Maar voor mijn ba
gage wil ik toch liever zelf gaan zorgen Met
een uurtje ben ik terug."
Wat de vrouw haar antwoordde, hoorde ze
al niet meer. Als voortgejaagd stoof ze de
zitkamer door en was met één sprong het
1 verandalrapje af. Toen liep ze in een ren
do straat uit, tot ze zich weer in een druk--
ker stadsgedeelte bevond.
I Totaal builen adem bleef ze hier even
in een schaduwrijk park staan en viel toen
uitgeput op een bank neer Haar avonturen
in San Antonio begonnen dus goed I De moed
ontzonk haar om nog verder naar een woning
te gaan zoeken ca toch moest ze vóór den
nacht een onderkomen gevonden hebben. In
een duur hotel wilde ze niet. Van alle kanten
begonnen nu de stoomfluiten te gillen. De
dagtaak was afgeloopen. Uit de fabrieken en
kantoren stroomden honderden mannen en
I vrouwen, zich haastend naar hun gezellige
bungalows Dat was aardig hier in San Anto
nio, dat ieder gezin zijn eigen huis had, al
was bet dan ook maar een primitief houten
gebouwtje.
Langzaam en vermoeid liep Loe weer andere
lanen af. Ze kon maar niet besluiten een
der huizen binnen -te gaan. bevreesd als ze
was voor nieuwe onaangename avonturen.
Al weer 'n andere laan North-street stond
aan de lantaarnpaal Daar trolgeen nette witte
bungalow, te midden van een tuin vol
schende palmen en overschaduwd door een
paar hooge pecanboomen, haar opmerkzaam-»
i heid.
Wat een allergezelligste woning leek dat I
Op de ruime veranda, in een makkelijken
sclirxmimelstoel, lag een jonge man van En-
gclsch type, in zijn hemdsmouwen het avond
blad te lezen. Een knappe jonge vrouw, in
een luchtig wit japonnetje stond met de
tuinspuit op het grasveldje voor 't huis en
besproeide de bananen Boven de veranda hing
ook hier een bordje met het opschrift
i „Room to let"
Besluiteloos bleef Loe staan. De mensclien
zagen er volkomen betrouwbaar uit, maar de
kamer in zoo'n nette woning op fatsoenlijken
stand zou wel weer te duur wezen,
i Daar kreeg de jonge vrouw baar in 't oog
en kwam naar het tuinhekje toe
„Are you looking for a furnished room,
ma'am?" vroeg ze vriendelijk
„Ycs," zei Loe. ,Ik heb al overal rond
gezocht, maar kan niets geschikts vinden.
I Uw huis lijkt me erg aardig, maar ik vrees
dat me de kamer te duur zal zijn
„Over den prijs zouden we eens kunnen
pratenwjj letten in de eerste plaats op fat-
soenlijke huurders. We hebben .al zulke treu-
rige ervaringen opgedaan I There are such
tough people (ruw volk) in this town! Maar u
bevalt me; come in, picasel"
Hiermede opende ze het tuinhekje.
Loe volgde haar vol verwachting naar de
veranda, waar do jonge man onmiddellijk
overeind rees en haar met een stevigen hand-
„Mijin man, mr Mc Dowcll", stelde de
jonge vrouw voor
Loe haalde een kaartje uit haar taschje.
„0, is u een Duitsche?" vroeg mr Mc.
Dowell „Dat treffen weDuitschers zijn
meestal netto mensclien
Het jonge paar liet haar samen het netto,
vriendelijke huis zien, waarin de beschik
bare kamer, die er keurig uitzag, een bad
en een aparten uitgang naar buiten had Ze
stond Loe best aan
„Hoeveel zou de huur wezen?" vroeg ze
aarzelend.
„Ik zou n de kamer voor drie dollars kun
nen geven", zei mx Mc. Dowell
Loe boog treurig het hoofd Drie dollars
was zeker niet te veel voor zoot'n mooie,
ruime kamer met badgelegenheid en dan in
't centrum der stad gelegen, maar toch voor
héér onbetaalbaar.
„Dat is zeker niet t© duur, mr. Mc Do
well", antwoordde ze, „maar toch voor mjj
("nog te veel Ik kan helaas niet meer dan twee
dollars per week besteden."
Ze zag er echt teleurgesteld en neerslach
tig uit 't Leek haar hier alles zoo goed. Och,
kan ze hier toch maar blijven I Ze was
zoo doodmoe van al dat rondloopen
Intusschen had dp jonge vrouw een snellen
blik met haar man gewisseld
(Wordt vervolgd).