Mifeirphe Conran! TWEEDE BLAD De geestverschijning, ingezonden Mededeelingen. ^UILLETOM Id het Land yan den Dollar. P.SLUIS, ii-^j Zaterdag 1 Haart 1913, no. 52. door FRITS VAN RAALTE. (Nadruk rerbfflen) Hét was in do dagen, dat ik half zoo oud was als thans De huiveringwekkende goschie- dmis ss dus lang genoeg geleden, om er over te schrijven, als betrof zo een vreemde, niet mijzelf bi die dagen las ik over spiritisme, wat ik daarover in handen kon krijgen en ik verwaar loosde veel nuttige zaken, die men tusschen ifia veertiende en zijn negentiende jaar dient te loeren, bovenal verzuimde ik in hooge mate, aardrijkskunde te leeren; en des avonds, als de andere jongens op de studeerkamer alle meer of minder plichtgetrouw met hun lessen voor de 9chool bezig waren, zat ik, mij niet bekommerend wie van de jongens er nu weer ruzie hadden, het hoofd in de handen met de ellebogen op de tafel geleund en dan iaa ik met angstige en toch ook weer bekoor lijke huivering in „Mystische Erscheinungen ins Leben der Menschen" en zulk soort van bo eken- De had wél reden bang te zijn. Toen ik nog Idem was het viel juist in den tijd, dat ik met mazelen thuis lag en ik was toen onge veer 10 jaar las ik De Negerhut van oom Tom en van angst voor de spookhistorie, die daarin voorkomt, kon ik deB nachts niet sla pen; de vTees voor geesten zat er sinds dien tgd bjj mj in. Zoo zelfs, dat ik eerlijk ge zegd, niet zeker weet, of ik er zélfs nu wel geheel zonder ben komen, ofschoon de oude bediende het hem j om niets meer, er mocht gebeuren, wat er ontraden had. Tegen middernacht hoorde de beuren zou. bediende een vreeselijken gil, maar hij durfde niet gaan zien. Toen hij den volgendien och tend angstig het laboratorium van zijn heer binnenging, vond hjj hem dood liggen tusschen zijn retorten en geraamten in. Hij was ge- En i k zat en wachtte mot beklemd gemoed Maar er kwam niets. En reeds gevoelde ik mij worgd en aan den hals van den doode zag ontstemd van teleurstelling hij bloedige indrukken als van klauwen, zoo- Daar dreunde 'opeens een zware metaalklank dat de bediende overtuigd was, dat zijn heer van de torenklok vlak bij ons huis door de door een duivel of een ander helsch monster stille nachtlucht. Langzaam met breede deining was omgebracht. Ook stonden er verhaaltjesdoorgolfdo het diepe klankgczang den nacht in van muziekinstrumenten, die in het donker loste zich dan meer en meer vaag wordend, door geheimzinnige geestenhanden werden be- op in de stille. En een tweede galm doordreunde speeüd. Ja, het was een wonderlijk boek. En de lucht. Het sloeg twaalf uur do begeerte kwam in mij, ook eens te pro- En toen gebeurde het. Bij den twaalfden hoeren, of ik geen geesten kon laten op- slag juist. Ik zal het nooit vergeten. Ik hoorde komen Ik trof alle voornereidingen, die mij een daverenden slag op de tafel, mijn handen noodig schenenvan een veldje dat vol on- sprongen van de tafel op, als werden ze eraf kruid groeide, haalde ik giftplanten zooals gegooid- Ik lag achterover in mijn stoel, ik ge- de heksen die in den ouden tijd gebruikten voelde, dat ik doodsbleek moest zrijn, mijn lip- bij haar bezweringen, dolle kervel en biezen-pen kriebelden, alsof ik flauw zou vallen en kruid en nieskruid en nachtschade en die ik meende, de deur te hooren kraken, alsof die zette ik in een karaf op de kamer. Daarna sluiks werd geopend. Maar ik dacht daarover haaldo ik van het oude kerkhof, achter het niet na; zonder besef zat ik daar en hoe lang huis van Andoza de Matta een schedelde ik zoo zat, weet ik niet. Langzaam kwam &k onderkaak ontbrak, maar overigens was hij weer bij, keek angstig om mij heen maar heel gaaf en die maakte ik met nafta schoon, ik zag niets bijzonders. Dat stelde mij gerust om gevaren voor de gezondheid te voorkomen, en ik stond op. Koude rillingen vloeiden Des avonds, als de andere jongens naar bed mij over den rug en bang speurde ik in waren, begon ik met mijn bezweringen. Ik de donkere schaduwhoeken van de groote ka- nam het kleKjd van, de gxoote rooide tafel', mer, of zich hier en daar misschien een mon- zette dooi schedel op een dik boek voor mijl, ster had verborgen Het stelde mij wel een daarnaast de karaf met giftKruiden en spreidde beetje teleur, dat ik niets zag, wat ik mij tnu mijn bedde handen uit, zoodat de duimen aan best kan voorstellen, daar ik zoovele angsten elkander raakten, want zoo was het voor- had uitgestaan voor de gessten Maar ik her schrift m het boek van de Mystische Erschei- innerdo mij in het boek van de Mystische nungen j Erscheinungen te hebben gelezen, dat iemand, En ik wachtte, huiverend, maar er ge- «Re door een of andere verschijning bang beurde niets j geworden is, altijd moet gaan onderzoeben, Zoo zat ik verscheidene avonden achter- wal bcl "as- Dat was n0« 1,01 b«t». wal een en van mijn werk voor de school kwam ,l<!t boek sl0I»i TI>WE de" 'aad Ik niets terecht. Maar daar bekommerde ik mij zocht orera'. onder het ledikant, in do kast, I niet om Dat waren dingen van de wereld. »a<Jer da W maar ik t"*4 ™rdachts van het tegenwoordigede geesten waren uitS°waar het lang verleden en zouden mij het ko-1 Daar viel mijn oog op het doodshoofd, dat mende openbaren Eindelijk, den vijfden of mij naar het mij toescheen, meewarig aan- zesden avond, had ik een bang maar toch Mikte met zijn duistere oogjiolten. Opeens zag gelukkig voorgevoel, dat het nu komen zou.ik tot mijn onbeschrijfelijke verbijstering, dat Ditmaal zou ik niet, zooals anders, even na midden door de groole, ronde tafel ©en barst twaalf uur naar bed gaan, maar ik zou wach- ü©P> over de gcheele lengte cm terwijl ik op- ten, ik was overtuigd dat het groote nu go- eens begreep, dat de tafel door den hengen beuren ging. slag was gespleten, onderzocht ik de barst En nu zag ik, dat links en rechts van de spleet *£andbouu)fwomefi TAN OSZBH VASTBH «BDEWERKBB. Het huis van de Andoza de Matla's was zeer vreemd gebouwd Het voornaamste dei constructie is voor dit verhaal wel, dat men uit een van de slaapkamers met een steenen trap van een acht of tien treden naar boven op een oud en sinds lang vervallen kerkhof uitkwam. In onze kinderjaren hadden we daar dik wijls gespeeld tusschen de brokken van zer ken inen van de beenderen, die we vonden én waar we nu en dan over struikelden, trokken we ons niets aan Maar het was nu jaren geleden, sinds ik met de jongens van Andoza de Matta speelde en al mjjn aandacht werd in beslag genomen door de wonderlijke histories, 'die ik in de Mystische Erscheinungen las. Zoo was er een verhaal van een ruiter, een edelman, waar ik in die dagen hoog respect voor had. Die ©delman reed door een bosch en hij had dorst, maar zijn veldflesch was leeg. Aan het eind van het bosch zag hij een heuvel en juist toen hij die voorbijreed, opende die zich en een beeldschoone jonk vrouwe hield hem een Kanken beker mei een heerlijk schuimenden, zeer frisch uitzienden drank voor. Gretig dronk de edelman em voordat hg dank zeggen kon, was weer de jonkvrouw in den heuvel ver dwenen. Toctt de ruiter verder reed, viel hij eensklaps dood vam zijn paard neerde jonk vrouw was eem soort van daemonische nimf geweest. Het was wel bekoorlijk, dat de jonk vrouw zoo mooi was, maar die plotselinge dood bedierf de mooie illusie weer. Maar nog gruwelijker verhalen stonden in het boek. Een jonge man, ook al een edelman en nog wel van een hoog aanzienlijk geslacht, woonde alleen met eer. bediende in een oud voor vaderlijk kasteel. Die jonge edelman hield zich bezig met zwarte kunst. Heel nauwkeurig wist ik niet wat dat was, maar het moest iets ge heimzinnigs zijn. Welnu, op zekeren avond probeerde de jonge man, geesten te doen op- pi-.ii mu. üi; jib, uai. imins uil luuu» vuu ucspi Ik was zeer blij, dat ik alleen thuis was, J j - i kleunt? kladjes hars zaten overal langs ze waren allen naar het bal en de meiden wa- T tI barst. Nu werd mn langzaam de zaak duide- ren ook uil. Het was bijna twaalf uur en ik .^v Ink Nu begreep ak, wat het geklop had betee- hoorde de stilte van den nacbt om mn heen f 1 „i..„ rv ut. .„„„..n kend De barst was met geheel verscli, wel ruischcn. O, het was zoo eenzaam en terwijl it too cat en wachtte, was hel mij, als ee- n b™8ta deo1' on'le,,s'e ■uel- voelde ik koele lochtstroomen laws mtjn D" V"'0' d?s"a T, l,3Jna f 5 fj boenen en tesen mijn achterhoofd, volSens j™"* bat drakk«> op de tafel dat het boek waren dat geesten, die ziel, manifes- 'k »»bawf aate goed lev,g had gedaan, teerden. Ik kon van angst bijna niet meer den- a 3 aar 0018 ken, als verwezen zat ik daar neer, mijn han- **n *oen ik da' Rolder inzag, was mijn bang- den krampachtig op de tafel gedrukt. De had helemaal verdwenen Ik vond het nu giftkruiden walmden bedwelmende dampen uit da* 'k zooveel tijd met dien onzin en het ecnige dat mij3 nog bond aan het ver- had rorknoeid; ik zou natuurlijk aan het emd leden, aan de vorige avonden, was liet doods- van kw^rtaa^ weer een slecM rapport krij- hoofd, dat ik heelemaal niet griezelig vond en Maar ik had toch geleerd, dat het doen 'dat nog denken deed aan, zij het ook voor- opkomen van geesten een malle bezigheid is bijgegaan, mcnschenlcven. 'Ja, in mijn een- oorste werk was nu, het raam open te zaamhedd kreeg ik een vertrouwelijk gevoel, schuiven en den bedwelmenden bouqet naar toen ik zoo het bekkeneel met de droeve scha- beneden te .gooien tusschen de Ijzeren giet- duwholten van oogen aanzag En ik was innig vormen overtuigd, dat als ik maar geduldig bleef Toen ik in bed lag, bedacht ik met dank - zitten en wachten, de geest, die eenmaal in baarReid, dat het boek van de Mystische Er- den schedel gewoond had, zou komen en mijn sohrinungen toch een goeden raad had ge- vragen zou beantwoorden en dan zou ik aller- 6e7en 611 'k stelde mij voor, hoe bang ik zou eerst, vragen, of er een God was, maar dat 'geweest, als ik den barst in de tafel zou dan eigenlijk overbodig zijn, want, zoo eens gezien dacht ik, als er geesten zijn, dan is er zeerVoor het eerst sinds vele nachten sliep ik zeker ook een God, omdat God ook een geest dadelijk rustig in en den volgenden morgen 1 is. En ik zat em wachtte Het scheen mij toe, bracht ik den schedel terug naar het oude dat de lamp zeer donker brandde en toen ik kerkhof. Het boek met de geheimzinnige ver- toevallig omkeek, zag ik de schaduw van mijn halen en de andere spiritistische boeken bovenlichaam op den wand. Ik schrok ervan, bracht ik terug naar de oude Atheneumbiblio- Nog nooit had ik, naar ik dacht, gezien, dat theek, waar ik ze van geleend had en na dien mijn schaduw zoo geweldig groot was. Dat tijd is nooit meer de begeerte in mij opge- moest zeker iets beteekenen, ongetwijfeld stond komen, geesten op te roepen. het met de geesten in verband. Een wilde schrik kwam over mij. Als er eens plotseling een gru- welr,k monster kwam een duivel of een ge drocht uit verschillende beeslen samengesteld, dat met mij worstelde en mij den nek om draaide. Maar dan weer werd mijn aandacht gericht naar de tafel. Hoorde ik daar niet klop- geluiden, dat kon toch onmogelijk inbeelding j wezen, nu zou het ontzaglijke gaan beginnen. Ik was te zeer onder den indruk van verwach ting, om angst te gevoelen. Ik bekommerde mjj Arnhem, Oct '11. Roman rua LENE HAASE. „Vooxloopig nog niet veel. Ik ben pas sinds kort van Mexico-City naar San Antonio ge komen en heb dit huis gehuurd om een pen sion voor mijn landgenooten in te richten weet toch wel, dat hier over een paar weken de groote tentoonstelling'geopend wordt waar Mexico ook deel aan neemt? Dan zul len er natuurlijk veel ca balie ros naar San Antonio komen, en die zullen dubbel graag hij mij logeeren, als ik knappe geestige young ladies in mijn huis hob." Loe keek nog eens in die gezellige slaap kamer rond. Ze beviel haar uitstekend, en de Mexicaansehe was zoo vriendelijk en ele gant ze scheen een echte dame te zijn. „Woli, young lady, wilt u de kamer hu ren?" „Ja, ik wil, als het u tenminste ernst was met den prijs." „Per todos los antosl Waarom zou hel hot mij geen ernst zijn I Heeft u nog bagage?" „Ja, aan 't station „Don zal ik dadelijk zorgen dat uw boel gebracht wordt," zei de dame gedienstig en vol ijver „Maak het u maar vast gemak. m "ïk" Loe was de kamer ingeloopen en ontdekte nu twee deuren, die er van weerskanten op uit kwamen. De knoppen omdraaiende be merkte ze dat beide open waren. „Kunnen die deuren niet gesloten worden?" riep ze de Mexicaansehe nog toe, die zich al omgekeerd had om weg te gaan. „Waartoe zou dat dienen?" riep ze lachend terug, ,,er wordt hier niet gestolen." „Maar je kunt toch in een pension niet met open deuren slapen I" „Hier sluit niemand zich op, Sennorita I" antwoordde de schoone Mexicaansehe eenigs- zins strak. „Zijn die andere kamers dan onbewoond?" „O, de rochtsche heeft Sennor Garcia in gebruik. Hjj is hier 'n paar dagen geleden ge komen om do voorbereidende werkzaamhe den voor de tentoonstelling to leiden -Links logeert niemand Die kamer hoeft Don Ra- nirez besproken, een jonge, zeer elegante espada uit Madrid, die in Mexico gastrollen vervuld heeft on hier de tentoonstelling eens rustig wil bekijken. Betere buren kunt u toch moeilijk begeeren 't Werd Loe plotseling een beetje angstig iomi 't hart. Een benauwend voorgevoel deed haar twijfelen of ze wel in een fatsoenlijk huis was aangeland Ze was er ook maar zoo onvoorzichtig ingeloopen, in dit een zaam gelegen bungalow, te midden van die leege bouwterreinen. Als zo haar hier eens vasthielden?! Een ijskoude rilling ging haar langs den rug. Ze moest probeeren er goed schiks uit te komen 1 Met geweld beheerschte ze haar angst en zei, zich met een onbezorgd IVOGEL-EN PLUIMVEEVOEDER! In den tuin. II. Wanneer men een liefhebber is van to maten en deze gaarne zelf wil aankweeken, dan is het thans de tijd die te zaaien in leen warmen bak of in een bakje of pot in een warm vertrek en dan liefst voor een zonnig venster De grond, dien men daarvoor ge bruikt, bestaat uit goede tuinaarde gemengd met zand. De potten, waarin men zaait, vult men tot een paar centimeters beneden den rand met dien grond, legt daarop de zaad- korreltjes, bedekt die met een halven cM aarde, drukt alles zachtjes aan en besproeit den grond in voldoende mate. Om te groote verdamping te voorkomen, dekt men den pot af mot een ruit. Zoodra de plantjes alle aan wezig rijn, brengt men ze op een behoorlijken afstand van elkander, door hier en daar een plantje wqg te knijpen, liefst niet uit te trekken, omdat men daardoor aangrenzende plantjes kan benadeelen Wanneer de planten een behoorlijke grootte hebben verkregen, klopt men zo uit den pot en zet ze alle afzonder lijk in kleine potjes, die men in een bak kan brengen, waar zij volkomen tegen nacht vorsten kunnen beschermd worden Gedurende den dag wordt het raam zooveel mogelijk open gehouden, tegen den avond wordt het .gesloten, zoo noodig nog met een rietmat af gedekt. Door de planten niet te warm aan te kweeken, groeien zij wel iets trager, maar zij worden beter afgehard I In een warmen zomer kan men de tomaten zonder eenige bedekking houden tol in het 1 najaar, maar zulke zomers komen zelden voor; daarom plant men ze in 't laatst van J Mei, begin Juni aan den zuidkant van een muur of van een schutting. Heeft men dan in 't begjn van September nog vele onrijpe j vruchten, dan kan men die door 't aanbrengen van schuine ramen nog volkomen rijp zien j worden. j De tomaat eischt voortdurend toezicht; zoo- j dra de plant ongeveer 30 cM hoog is, moet j men haar aanbinden en zorgen, 'dat zij bij elke verlenging behoorlijk aangebonden wordt; verder dient men de plant zooveel mogelijk op één stengel te houden .en de zijscheuten weg te nemen; daardoor wordt de bloei be vorderd. Hebben zich de vruchten eenmaal gezet, dan kan ook de top worden weg genomen Tijdens den groei is het toedienen van vloeibaren mest of Chila-salpeter zeer aan te bevelen. Wanneer de oogst zeer overvloedig is en men dus te veel vruchten voor het gebruik heeft, kan men deze zeer gemakkelijk slenli sceren De vruchten worden goed gewasschen in zuiver regen water en daarna in schijfjes gesneden van 5 millimeter {likte Deze schijfjes worden in de flesschen goed samen gedrukt en na behoorlijke sluiting van 20 tot 30 minuten .gekookt Bij het gebruik wordt de inhoud door een zeefje goed fijngemaakt, waardoor de schillen en de zaden achter bfijvcn. Er zijn verscheidene variëteiten van toma ten in den handel, die zich onderscheiden door kleur en vorm. Wij voor ons geven de voorkeur aan de roode, die niet geribd zijn em. bevelen als zoodanig aan de Cooper's first, de Washington en de schar- lakenroode Mikado In Engeland wordt veel i werk van de tomaat gemaakt en daar ontmoet 'men dan ook de meeste variëteiten; daar onder de Golden Queen met gladde goud- gele, de Green gage met citroengele, de Ananas eveneens met gele en de Peach- blow met perzikkleurige vruchten. In Neder- land vinden de gele vruchten weinig aftrek Van den moestuin naar den bloementuin overspringende, wenschen we thans een oogen- blik stil te staan bij de dahlia, die wat zaaitijd en wijze van behandeling betreft, vol kome® overeenkomt met de tomaat, maar zich daarvan onderscheidt door de keuze van den grond Verlangt de tomaat een zeer vrucht baren tuingrond en een herhaalde bemes ting de dahlia verlangt geen al te krachtigen grond en zeker geen versche bemesting, dewijl zich dan de bladeren ontwikkelen ton kost* van de bloemen. Wannoex men de dahlia omtrent dezen tjjd in een potje voor een zonnig venster zaait, later de plantjes in kleine potjes verspeent, dezo overbrengt in een konden bak, zorg vuldig behoedt togen vriezende nachten, de planten, zoodra ze wat grooter zijn geworden, overbrengt in grootere potten, deze tegen de zuidzjjde van een schut plaatst om ze nog een veertiental nachten met matten to be schermen tegen te groote afkoeling, kunnen ze in het laatst van Mei of in 't begin van Juni op haar plaats worden gebracht Aanbevelenswaardig om te zaaien Zjpi de cnkelbloomige gestreepte en gestippelde in ver schillende kleuren,'welke als snijbloemen groota verdiensten hebben. Zoo ook de Colleret- t e, in Belgische en Fransche catalogussen aangekondigd als dah 1 ia pari s en. Deze is eveneens énkelbloemig, maar heeft rondom het hart een krans van vergroeiingen, dio zeer eigenaardig tegen de kleur der bloembladen afsteken. Wanneer men deze zaait, krijgt men allerlei verscheidenheden van kleuren, maar een groot aantal, nagenoeg de helft dier bloe men, zullen enkelvoudig zijn en zonder aan hangsels. Men. kan dus over hare waarde eerst oordeelen, nadat de bloemen geopend zijn. Toch kunnen wij hef. zaaien daarvan gerustclijk aanbevelen, evenzeer als van de halfdubbele reuzen dahlia, in Fransche cata logussen bekend onder den naam vandah 1 i a géant hollandais, door anderen pioen dahlia genoemd, of ook wel in navolging van de Engelschen, splendid dahlia. Wanneer men van deze soort hot zaad aan koopt bij een vertrouwden zaadhandelaar, kan men rekenen op 40 o/o planten met zeer fraaie bloemen en sterke stengels, die ook deze I variëteit zeer geschikt maken voor snijbloemen. Nog moeien wij de aandacht vestigen op de jdahlia coronata, een weelderig groeien de plant met enkele oranjekleurige welriekende bloemen. j De tot hiertoe door ons besproken variëtei ten kunnen uit zaad ieder jaar worden aan gekweektheeft men een bijzonder fraai j exemplaar, dan bewaart (men dit door den knol op een vorstvrije droge plaats te overwinteren j en zoo doende komt men in enkele jaren in i het bezit van een uitgezochte verzameling van do fraaiste en stevigste bloemen Do zooge naamde ouderwetsche dahlia met hare gepijpte bloemen, de lilliput dahlia, een kleinere I vorm van de voorgaande met kogelronde bloe men, en de cactus dahlia in al hare verschillende vormen en kleurschakceringen kunnen ook uit zaad gewonnen worden, maar wij moeten ontraden daarmee proeven te no men, omdat men die in 't groot moet nemen om eenig resultaat te hebben. Wanneer men daarvan fraaie exemplaren wil hebben, dient men die als knol of stekplant te koopen, daarbij1 opgevende, welke kleur men verlangt. Op de namen, daaraan door de kwee kers gegeven, kan men op enkele uitzonde ringen na maar slecbt vertrouwen, tenzij men ze kan aankoopen bij den persoon, die ze zelf heeft aangekweekt. Wanneer men de dahlia gebracht heeft op de plaats, waar zij gedurende den zomer blijven moet, voorziet men haar onmiddellijk van een stevigen stok, waaraan de plant bevestigd wordt; daarbij dient men in 't oog te houden, dat de oorspronkelijk dunne stengel aanzienlijk in dikte kan toenemen, waarom men hem niet te vast moet binden of naderhand den band mod vernieuwen. Wanneer men dien band bevestigt in den vorm van een acht, dan komt deze van de rechterzijde van den stengel naar de linkerzijde van den stok en daardoor kan ge noeg speling gegeven worden om een tweede aanbinden te voorkomen. Voor het aanbinden van dahlia's is het Malakka-bindgaren aan te bevelen. Men houdt ieder dahlia-plant liefst op één, hoogstens op twee stengels; verder verwij* dere men tot op een hoogte van 30 h 40 cM alle zijoogen door deze voorzichtig uit te steken of de jonge scheutjes, die zich daar vormen, uit te breken. Neemt de plant een buitengewonen omvang aan, dan dient men 'daarbij later nog een paar stokken te steken om haar te beschermen tegen hevigen wind Ten slotte Zij nog opgemerkt, dat de dahlia, ofschoon een fraaie snijbloem, slechts zeer kort van duur is. Om werkelijk fraaie, fris- sche ruikers te hebben, dient men ze icderen dag, zeer zeker om den anderen dag, te ver nieuwen. lachje tot de donkere vrouw wendende „Allright, ik zal do kamer dan maar hu ren." Vlug liep ze de Mexicaansehe voorbij en vervolgde al op de trap „Maar voor mijn ba gage wil ik toch liever zelf gaan zorgen Met een uurtje ben ik terug." Wat de vrouw haar antwoordde, hoorde ze al niet meer. Als voortgejaagd stoof ze de zitkamer door en was met één sprong het 1 verandalrapje af. Toen liep ze in een ren do straat uit, tot ze zich weer in een druk-- ker stadsgedeelte bevond. I Totaal builen adem bleef ze hier even in een schaduwrijk park staan en viel toen uitgeput op een bank neer Haar avonturen in San Antonio begonnen dus goed I De moed ontzonk haar om nog verder naar een woning te gaan zoeken ca toch moest ze vóór den nacht een onderkomen gevonden hebben. In een duur hotel wilde ze niet. Van alle kanten begonnen nu de stoomfluiten te gillen. De dagtaak was afgeloopen. Uit de fabrieken en kantoren stroomden honderden mannen en I vrouwen, zich haastend naar hun gezellige bungalows Dat was aardig hier in San Anto nio, dat ieder gezin zijn eigen huis had, al was bet dan ook maar een primitief houten gebouwtje. Langzaam en vermoeid liep Loe weer andere lanen af. Ze kon maar niet besluiten een der huizen binnen -te gaan. bevreesd als ze was voor nieuwe onaangename avonturen. Al weer 'n andere laan North-street stond aan de lantaarnpaal Daar trolgeen nette witte bungalow, te midden van een tuin vol schende palmen en overschaduwd door een paar hooge pecanboomen, haar opmerkzaam-» i heid. Wat een allergezelligste woning leek dat I Op de ruime veranda, in een makkelijken sclirxmimelstoel, lag een jonge man van En- gclsch type, in zijn hemdsmouwen het avond blad te lezen. Een knappe jonge vrouw, in een luchtig wit japonnetje stond met de tuinspuit op het grasveldje voor 't huis en besproeide de bananen Boven de veranda hing ook hier een bordje met het opschrift i „Room to let" Besluiteloos bleef Loe staan. De mensclien zagen er volkomen betrouwbaar uit, maar de kamer in zoo'n nette woning op fatsoenlijken stand zou wel weer te duur wezen, i Daar kreeg de jonge vrouw baar in 't oog en kwam naar het tuinhekje toe „Are you looking for a furnished room, ma'am?" vroeg ze vriendelijk „Ycs," zei Loe. ,Ik heb al overal rond gezocht, maar kan niets geschikts vinden. I Uw huis lijkt me erg aardig, maar ik vrees dat me de kamer te duur zal zijn „Over den prijs zouden we eens kunnen pratenwjj letten in de eerste plaats op fat- soenlijke huurders. We hebben .al zulke treu- rige ervaringen opgedaan I There are such tough people (ruw volk) in this town! Maar u bevalt me; come in, picasel" Hiermede opende ze het tuinhekje. Loe volgde haar vol verwachting naar de veranda, waar do jonge man onmiddellijk overeind rees en haar met een stevigen hand- „Mijin man, mr Mc Dowcll", stelde de jonge vrouw voor Loe haalde een kaartje uit haar taschje. „0, is u een Duitsche?" vroeg mr Mc. Dowell „Dat treffen weDuitschers zijn meestal netto mensclien Het jonge paar liet haar samen het netto, vriendelijke huis zien, waarin de beschik bare kamer, die er keurig uitzag, een bad en een aparten uitgang naar buiten had Ze stond Loe best aan „Hoeveel zou de huur wezen?" vroeg ze aarzelend. „Ik zou n de kamer voor drie dollars kun nen geven", zei mx Mc. Dowell Loe boog treurig het hoofd Drie dollars was zeker niet te veel voor zoot'n mooie, ruime kamer met badgelegenheid en dan in 't centrum der stad gelegen, maar toch voor héér onbetaalbaar. „Dat is zeker niet t© duur, mr. Mc Do well", antwoordde ze, „maar toch voor mjj ("nog te veel Ik kan helaas niet meer dan twee dollars per week besteden." Ze zag er echt teleurgesteld en neerslach tig uit 't Leek haar hier alles zoo goed. Och, kan ze hier toch maar blijven I Ze was zoo doodmoe van al dat rondloopen Intusschen had dp jonge vrouw een snellen blik met haar man gewisseld (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1913 | | pagina 5