FEUILLETON.
In het Land van den Dollar.
Kameroverzicht.
Haandag 3 Febr. 1913, no. 29.
ïffle's eerste Lemsles.
DOOR MARIE METZ—KONING.
(Auteursrecht voorbehouden).
Va^sen, 20 November 1912.
I Do kellner diende weer. Ma's aandacht was
afgeleid. "1 Diner liep ten einde. „Fromage
ui was aan de beurt. o
U Na 't eten nog een ,,poosjo' bij Kras,
voui papa.
r Mama knikt© tevreden.
I 'I Lichte weer in Effie. Nu vooruit cr mee.
r*1 Gauwvooruit met je leugentje!
I Ze bracht haar hand aan 't voorhoofd, een
klagend „he" weg-zuchlend.
I Scheelt er wat aan, kind? vroeg Pa,
H groote stukken boter op zijn kaas.
I Zoo'n hoofdpijnzei Effie.
Altijd wat en nooit wat goeds, vond Ma
Wat doe jo ook zooveel wijn le drinken.
Werkelijk hf»d Effie, in haar verlegenheid
en geveinsde vroolijkheid drie glazen wijn op
Pa schonk telkens weer ia, als haar glas leeg
was.
Ze leunde nu achterover.
Neen, daar kan ik absoluut niet legen,
Wee®de ze, liegend.
Als jij dan 's thuis bleef en naar bed
f gun? vroeg Ma, commandoerend. Dan kon-
don Wij
Dat was misschien wel 'l beste kwijnde
K Effie, do oogen sluitend; in zich een zalig-
E popelend gevoel van gelukken.
P Nee, düt vind ik nou akelig, zei pa,
gemeend.
Hij kwam graag met Effie, z'n mooi meisje
hij Kras binnen.
Ik vind nou, dat je jo daar legen in 'moet
zotten I Wat drommel; samen uit, samen thuis,
V* vervolgde hij resoluut zijn mond vegend.
I -Ik kan heusch niet pa, kwijnde Effie.;
B I't Spijt mij natuurlijk ook; maar ik.... ik ben
s heelemaal duizelig.
f f La.it zo nou I vond ma. En laten wij nou
maar samen. Weet je 'l nummer van do
kamer? Durf jo alleen te gaan? Anders breng
ik jo even met de lift
I Hè, ja zei Effie, zonder protest van pa
af to wachten Breng mol Want ik heb
zóó'n pijn. En gaat u nu maar gerust. Morgen
ben ik weer frisch.
Pa, een sigaar aanstekend, bromde. Effie
r stond al, drie duim dik „malaise" op 't ge-
«yziclit Ma dikte van haar stool op, haar def
tig mondje nogi deftiger zettend. Ze moest
-T -„een statige verschijning" spelen, by 't gaan
door do zaal en deed zeer minzaam logen
Effiio, óók nog in de lift, omdat de liftjongen
er by was.
B In Effie's kamer gekomen, kreeg ze de ware
sw-proportics terug.
Helpen zal wel niet hoeven, hé? vond ze.
Je gaat zeker maar dadelijk in bod.
Effie kuste baar als altijd en deed toen
de oogen kwijnend dicht.
Ja, laai u me maar alleen.... véél plezier.
E Zoodra ze alleen was, deed ze een lucht
sprong. GeluktI Prachhg gelukt INu oen kwar
tier, laat kijken twintig minuten wachten en
dan naar een bloemist en dan....
I I Een tak wille lelies; ja: witte lelies...
Effio zonk tevreden in een kussensloel, haar
klom horlogetje uit haar ceintuur halend.
J Gunst 1 al acht uur' En hoe laat sloten de
I winkels ook? Nou in géén geval vóór nege-
non; en een bloemist, 'n priicht van een
I bloemist, was vlak bij. Dat had ze gisteren
gezien.
Zo lei haar horloge op haar knieën, en haal-
le haar beursjo uit Precies twee vijf on
twintig. Dat was zeker ijenoeg. Maar lelies
warm duur: peperduur, hoorl
Ze glimlachte, bleef glimlachend voor zich
Homnn van LENE HAASE.
27.
W,at moest zij hier? W^agom was zij niet in
Potódnin gebleven? Zij scheen zichzelf och
aclupbreukeling, die door de woeste zee op
een eenzaam eiland is geworpen en die nu ver
van het bruisende loved sLaa,t, in de eenzaam
heid, zonder hoop op terugkeer. De lieode
reis was als een roes gewoest, als wilde gol
ven ladden de nieuwe indrukken haar be
stormd. Nu stond zij ontnuchterd aan hel
strand van het onherbergzame eiland, en
zocht m angstig verlangen: het schoone 'land,
dat zij had Verlaten, om een nog schooner
tb zoeken.
Nee<n, zij mocht zich jdjooq |die treurige stem
ming niet laten beheersfehen', den eersten dag I
Het was misschien nog niet zoo erg. Do
Stowers hadden iminers gezegd, dat het hier
slechts een tijdelijke woning was,.. Loo raapte
al haar dapperheid bijeen. Lngzaam keerde zy
terug naar de bungalow Van de Stowers.
Ewi oude vrouw mot een vriendelijk gezicht
trad uit de deur va?i het hojtel.
»»P» u h«nt zeker He nieuwe nurse" van
**ter Stówer 1- zei zij Vriendelijk, in 't
uit siuroU. IIoo zou zo nu doen? De bloemist
Jo lelies laten bezorgen, of aau 't kamermeisje
vragen.
Ja, aan 't kamermeisje! Dat was intiem.
Dan wist zo zeker, dat hij do bloemen kreeg.
Maar zou ze durven? Wat zou 't inoisjo den
kön?
ïrotsch hief Effie 'l hoofd op. Daar moest
ze hoven staan. Wat kon 't haar schelen, wat
dat meisje dacht?
Zoo, nu was 't tien minuien over achten.
Vast nankleeden Nu vast langzaam aankleo-
den,, dan ging de tijd makkelijk gauw om
Een krakende stap langs hAir deur deed
haar schrikken. Nel Pa's stapl Gunst, wat
waagde zij veel! Verheeld jo als pa en ma
met. waren gegaan
Maar dan moést ze nok maar eens
wagon.
Vastbesloten klccddo zij zich. Hoed, lange
mantel, handschoenen zie zoo I Nu nog
tweo minuten 1 ze moest zich aan den tijd
houden.
Mooi. 't Horloge weg, 'l licht uit, de deur
open.
Leeg lagen de lange gangen; toég was de
breedo trap. Beneden geen pa en ma Do
portier boog boleefd en het haar uit
Diep ademend stond Effie buiten
Hè, wat lukte alles! Als ze nu straks liet
kamermeisje maar vinden konl
Haar nauwe rokken sloegen een roffel legen
haar boenen, terwijl ze ylings spoeddo, een
brug over, dan links, waar een bloemist was
Meneer hebt u,lelies; witte lolies, oen
groote -tak? VToeg ze maar dadelijk
Zeker, de lelies waren or, In den van bloe
mengeur zwoetlen winkel ging de bediende
achter in een donkerder gedeelte, en kwam
met livee mooie takken terug.
Vijftig cents, por bloem, zei hij.
Effie schrikte even, met de oogen de bloem
tellend.
Deze kost dus twee gulden? vroeg ze,
wat aarzelend, op den mooisten Lak wijzend
Er zaten vier bloemen en een knop aan.
De bediende glimlachte.
Eigenlijk twee vijftig, zei hij. Maar
omdat zo al een paar dagen staan, dan maar
tweo gulden.
Geeft u die dan maar, popelde Effie, de
twee gulden uit haar beursje halend. Nee,
niet inpakkent Of ja: een vloeitje er om, voor
de kou. Dat is immers slecht voor lelies
kou?
Do bediende glimlachte weer en knikte, zwij
gend den tak met vlooi omwindend.
Dank u zeer, zei hij, beleefd, Effie,
die baar twee gulden neer had gelegd op de
toonbank, don tak voorzichtig overreikend.
In een droom kwam Effie op haar kamer.
Daar pakte zo den tak uit en bekeek hem.
Prachtig was liij! Prachtig. Zoo mooi gevormd;
io vorstelyk I
Even aarzelde zo nog, belde toen 't ka
mermeisje.
Ze moest nogal wachten. Zeker omdatavond
as.
Eindelijk tikte 't meisje; was nu binnen
Flink nut Flink! daclit Effie, 't hoofd wat
hoffeud om onbevangen in 't zeer „wetende"
gezicht van 't kamermeisje le kijken.
Kijk eens, zei ze, de tak lelies voor
zich uit houdend. Wil je dezen tak eens
neerzetten op de kamer van mijnheer Hauer,
de pianistBerthold Hauer En e
hier: dit is voor jou.
Effie gaf het meisje haar laatste kwartje.
Het meisje nam tak en kwartje aan en glim
lachte kalm.
Meneer logeert hier op do gang, zei ze.
Meneer is niet thuis. Moet meneer weten,
dat U
Neon, vooral nietkwam Effie, ongerust,
Meneer moet vooral niet weten, dat ik dien
tak stuur. Zul je daar vooril om denken?
Het meisje knikte en ging 't Was Effie
of ze haar eigen ziel meedroeg in die bloe
men. Devoot vouwile ze tic haaiden, en een
zegenend igevoel gleed in haar hart.
Met gevouwen handen sliep zc inen met
een glimlach ontwaakte ze, bedenkend hoe er
nu iets schoons was tusschen haar en den
gróótón, gróótcn kunstenaar: den bijna gode-
gr ooien kunstenaar, op wiens kamer haarbloe-
prijkten, de bloemen, gekocht van 'l wei
nige weekgeld, dat zc had weten te sparen
voor de Amsterdamsche reis, om te gebruiken
ils ze eens iets moois zou zien
Om negen uur, dien moijgen, ging Effie de
gan$ door, om zich hij pa en ma in de ontbijt
zaal te voegen.
Duitsch, cn reikte Loe do hand Deze zog
haar wat verbaasd am-
„Ik beh Sfower's logee uit Duitscbland
c(n zal helpen mét liet ziekenVerplegen
maar ecjn „nurse" ben jk niet."
„Zoo, zoo I" kjnikte de pude vrouw. „Nu
neem mij niet kwalijk Mijn naam is Eggcling
ik bon eigenares van liet Comal-Hotel en de
huisbazin van doktor Slower."
„Hoe lang wonen de Stowers al hij u?"
vroeg Loe onwillekeurig.
„•"Wel, dat weet ik niet zop preciesVrij
lang, een jaar zeker 1"
Loe sclirok Dat was wel wat lang voor
tijdelijk Zij had do vriendelijke vrouw nog
gaarne naar allerlei gevraagd, maar 'daarvoor
wap zij te wclopgevjojed.
Moeder Ejjgeling keek hapr deelnemend aan.
„En hoo bevalt u Amerika?"
„0, tot nu toe beviel Amerika me heel
goed en vond ik cr alles interessant
„Maar bier hebt u een schrik gekregen I Ja,
Jal Dat begrijp ik. „Well", misschien went
u hier toch heel goéd. Het is de mooiste
streek vpn heel Texas. Als u zich eens een
zaam voelt daar achter, dan komt u maar
eens vopr bij ons in het hotel. Ik heb een
dochter en een zooi) thuis. Een andere doehf-
ler is hier tegenover m'el den „grocer" ge
trouwd. We zijn maar eenvoudige lui, maar
wij meenen het goed niet u. „Well, good
bye I" Ik moet nu mijn koeien melken I"
Moedor Eggelimg nam haar melkemmers weer
op en knikte Loe nog eens vriendelijk toe.
Het was' nu pok tijd terug te keeren. De Sto-i
Ma was haar kpmen zoggen „dat ze maar
vast gingen."
Effie wandelde als een koningin
Hij' eon tafoltjo in oen verbreeding van de
gang zat hot kamermeisje en at haar ontbijt
Een tak lelies stoml in cou karaf met
water hij haar op liet tafeltje.
Het meisje keek Effio onbovongen aan
knikte vriendelijk, bij wijze van morgengroet
Als een schok schoot door Effie heen, dut
dit huur lolictak was: zo kende hem goed
tè goed
Ze bleef slaan.
Heb jebob je niet stotter
de ze.
Hot meisje begreep baar on knikte
Zeker, ik heb mynheer den tak gegeven
maar u begrijpt: hij krijgt zoovéél bloemenen
deze lelies ruiken zoo sterkt Toen zei mijn
heer, dat ik zo wel mocht hebben.
O, zoo, zei Effio, kracht vindend om dit
te zeggen cn kalm door te wandelen tot
de trapleuning naar beneden baar steun gaf.
Er kwamen geen tranen in haar oogen
Bedaard liep zo de Irap af, kwam zo in de
ontbijtzaal.
Maar in baar halt lag een leegte een
leegte, die nóóit meer zou worden aangevuld,
door wat ook.
Dit was haar éérste diepe teleurstelling,
haar eerste harde levensles
E INDE
Tweede Kamer.
Zitting van Vrijdag.
Minister Heemskerk heelt ongetwijfeld
nog nimmer zulk eene moeilijke begrooting
gehad als dit jaarmoeilijk gelijk te ver
wachten viel vooral daarom wijl de Kamer
meer dan eenig vorig jasr onder zijn be
wind het geval was, rustig den tijd beeft
om de begrooting te behandelen tot in alle
onderdeelen, Vandaar dan ook ditmaal die
_sbreide discussie over het onderwijs,
welke nog vandaag een voortzetting vond in
het punt van de salarissen der onderwijzers
aan de Rijksnormaallessen en de Rijksleer
scholen, maar welke toch ook werkelijk
geheel ten einde kwam. En wanneer men
dan bedenkt, dat de volgende week de
Eerste Kamer hare meening over het alge
meen staatsbeleid zal zeggen en dat Minister
Heemskerk op dit oogenblik twee departe
menten voor zijne rekening heeft, dan kan
men inderdaad gevoelen voor de woorden
van eerbied, die de voorzitter te dien op
zichte dezer dagen aan zijn adres richtte.
Al moge men, gezien het vlugge werken
van den heer Heemskerk en diens tempe
rament bij bet afdoen der zaken, zoo iets
niet al te tragisch opvatten
De Minister doet dat trouwens zelf aller
minst, en beeft vooral heden de Kamer
weer eens ten volle doen genieten van zijn
zin tot humor, van zijn gevatheid en geestig
heid. Bij de motie van den heer Rood-
huijzen, die op de salarieering van de
onderwijzers op de Normaallessen betrek
king had, was hij zeer ernstig en legde er
nadruk op dat zulk eene salarieering slechts
dan verbeterd kan worden wanneer dien
aangaande vooraf het noodige onderzoek is
ingesteld en wanneer daaromtrent overleg
is gepleegd met de inspecteurs van het
schooltoezicht. In deze lichting gat de
Minister toezegging, stelde zelfs eene sup-
pletoire begrooting in uitzicht al zou dit
mogelijk dit jaar niet kunnen geschieden.
Eu dat was den heer Roodhuyzen blijkbaar
voldoende, want hij rekende met deze toe
zegging zijn doel bereikt en trok zijne
motie iu.
Bij den post van buitengewone tijdelijke
subsidies voor het Lager Onderwys legde
de heer Roessing er nadruk op, dat deze
post, die een zesde der Nederlandscbe ge
meenten als hulpbehoevend doet kennen,
wel een zeer treurig beeld geeft van den
toestand der plattelandsgemeenten in bet
algemeen, doch tegelijkertijd drong deze
spreker er met het oog op de vermeerde
ring van het aantal analfabeten op aan,
dat de regeering vrijgeviger zou zijn met
de subsidies.
Ook de post van bet subsidie aan den
Bond voor Lichamelijke Opvoeding, die op
f 18.000 gesteld is, heeft tot bespreking
aanleiding gegeven de beer Duymaer van
Twist waarschuwde tegen herhaling van het
gebeurde bij dezen Bond en de heeren
Lieftinck en Eland achtten deze subsidie
geenszins in overeenstemming met de sub
sidie die aan bet Gymnastiekverbond wordt
gegeven. De Minister heeft er nogmaals
nadruk op gelegd dat deze subsidie strekt
voor bepaalde doeleinden en dat er geen
sprake van kan zijn dat het geld zal wor
den uitgekeerd indien niet wordt aangetoond,
dat het inderdaad voor deze doeleinden is
aangewend geworden.
Na eenige discussie over de bevordering
van de lichamelijke ontwikkeling van jon
gelieden die den militie-plichtigen leeftijd
naderen, in verband met het instellen eener
inspectie dienaangaande, is met de beraad
slaging over de afdeeling der Kunsten en
Wetenschappen wel het deel van den dag
gekomen, dat voor de Kamer zelve en voor
allen die daar tegenwoordig moesten zijn,
het meest aantrekkelijk deel heeft gevormd.
Gelijk te verwachten was, verscheen de
heer de Stuers op het sprekersgestoelte en
somwijlen staande, somwijlen ook bijna
zittend op liet hekje dat dit gestoelte om
geeft, heeft hij in een dier bekende, eeniger-
mate anecdotische redevoeringen de aan
dacht van de Kamer gevraagd voor tal van
onderwerpen van kunst. Hij heeft aange
drongen op meer in achtneming van het
belang van het publiek bij het beheer der
musea en daaraan een verzoek tot open
stelling van het museum te Amsterdam op
vroegtijdiger uur Zondags dan thans ver
bonden, welke vraag om een hall uurtje
vroeger hem met den Minister in een in
gewikkeld debat bracht over de wijze,
waarop dan de toeziende suppoosten hunne
godsdienstplichten zouden moeten waar
nemen. De heer Stuers heeft zich ook boos
»emaakt over het te veel uitleenen van
costbare kunstvoorwerpen voor tentoon
stellingen en heeft gevraagd of daardoor
nooit schade was ontstaanhij heeft ook
gepleit voor meerder behoud van monu
menten en daarvoor meer belangstelling ge
vraagd dan thans geschiedt Hij heeft mis
schien nog meer en belangrijks gezegd,
maar de beer de Stuers is niet een spreker,
die moeilijk te volgen" is, doch die som
wijlen absoluut onverstaanbaar raag worden
geheeten. Dan is bet ot bij voor zichzelf
weg wat bromt en is het slechts aan de
gelaatstrekken van degenen, die in dichten
cring rond hem geschaard staan te be
merken ot hij wat grappigs of wat boo3,
zegt. Totdat dan eensklaps weer zijn stem
mot vervaarlijke klank uitschiet en hij zich
werkelijk verontwaardigd toont, maar op
zoo grappigeD toon en met zoo grappig
voorbeeld dat men onwillekeurig moet'
lachen. Zoo ook hedenmiddag toen bij be
toogde dat het niet aanging voor den dood
van den directeur een museum te sluiten
men sloot toch ook bet station niet wan
neer de chef overleden wa3!
Veel meer dan Minister Ragout, met wien
de heer de Stuers ook graag mag kibbelen,
is het Minister Heemskerk toevertrouwd
dezen te antwoorden. De Minister vindt
dit antwoorden alles behalve onaangenaam
reeds onder den speech van dezen geachten
afgevaardigde liep hij rond, dan met dezen,
dan met genen afgevaardigde eens pratend
en lachend. Maar nauwelijks had de heer
De Stoers geëindigd of hij was gereed voor
zijn antwoord en vertelde den Limburgscben
volksvertegenwoordiger boe hij over die zaak
dacht. De Minister is gansch niet zorgeloos,
zoo verkt&arde hij uitdrukkelijk, ten opzichte
van het uitleenen van voorwerpen uit de
nationale musea, en elk geval wordt nauw
keurig onderzochtdoch op Flügeln deB
Gesanges ziju die kunstvoowerrpen ook|aiet
in het museum gekomen en men moet dus
de vrees voor beschadiging bij het vervoer
niet te boog opdrijven.
Ten opzichte van het Rijksmuseum te
Amsterdam gaf de Minister geen duimbreed-
gronds toe. Hij herinnerde aan de discussie
dienaangaande met den heer Drucker, en
hoewel, voegde hij er leukweg aan toe, een
groot verschil bestaat tusschen de welspre
kendheid van dezen geachten afgevaardigde
en die van den afgevaardigde uit Groningen
ja, dat bestaat er inderdaad zou de
Minister alleen reeds omdat hij den heer
wers waren misschien al op en wachtten met
het ojntbyt.
Er was echter nog geen beweging in do an
dere bungalow. Aarzelend trad Loe in de
veranda. Daar aanschouwde zij een eigen
aardig tafereel In eon gemakkelijk', hangend
bod, dat tusschen twee palen van de veranda
was gespannon, sliep dokter Slower onder
muskietennet. Hij liad een heele jnooio
blauwe pyjama aan. Voor -hem op een Li feitje
Mond een kleine snorrende ventilator, die
mot draden in de clectrischo leiding was
geschakeld en den slapende verfrissching toe
waaide Daarnaast stond een liplfgeleegd wijn
glas en lagen in schilderachtige wanorde,,,
kranten pillendoozen, mcdicijofleschjes en een
klein zilveren spuitje. Doktor Slower lxaaldjb
moeilijk en onrustig adem. Gezicht en handen
waren bloedloos en hadden een lijkkleur. Aan
zijn voelen op de sternen lag zijn vrouw, dio
den diepen slaap der uitputting sliep. Als een
trouwe hond, die zijn heer bewaakt, Zij had
zeker niet voel rust gehad dien nacht. Haar
edelo trekken waren slap cm moe. Verdriet cn
zorg schienen hopr Wet ffnhjairmhartige lijnen te
hebben geteekend. Loe vroeg zich af, hoe oud
deze vrouw zou zijn. Op dit oogenblik zag zij
cr veel ,ouder uit da|.i do dokter, die een
jongen, bijnp, jongensAchligen indruk maakte
met zijn baardeloos gezicht en do gesloten
oogen. Hoo konden die oogen dit nietszeggemdo
gezicht zooveel uitdrukking geven I
In. den hoek van de veranda stond een blad
met de overblijfselen van een vrij rijkelijk
maal en oen leege wijnfiesch, Er was slechts'
één couvert hij.
Hoofdschuddend verwijderde Loe zich weer
zacht. Zij kwam voorhij een der voorkamers
van de bungalow, waaruit 'n dof steunen
blonk, Dat was zeker de kleine kliniek, waar
van dokter Slower gisteren luid gesproken.,
en. hel steunen kwam van een zieke.
Loo v,cmd het griezelig. In gepeins verzonken
liep zij naar haar eigen bungalow terug, waar
zij op den drempel ging ziltdn Eon kleine
hond kwam uit oen uitbouw, dio de keuken
van de Stowers scheen te zijn, en bleef
kwispelstaartend voor haar staan.
Zij streelde het kleine,, vriendelijke dier
speelde met hem, tot zij ergens een klok zev
uur hoorde slaan en het levendig begon te
worden in New Braunfols. lüij'schcnd zagen
en sissen van sloom klonk van oen zaagmolen
In oen smederij werd gewerkt. Er rolden
meer wagens, men hoorde meer stemmen op
den weg. In de „li very stalde" klonken vloe
ken cn het gehinnik van paarden. Een Mexi
caan zong een Spaanscli minnelied by bet
werk.
Dat deed haar weer denken aan den vorigen
avond. Zij was toch niet in een Duitecho
kleine stad, maar in het warme Zuiden
Nu kwam mevrouw Stówcr uit de veranda
van liaar bungalow, zeer jeugdig, haar slanke
geslalto in een eenvoudige, vootvrije japon.
Zij verloochende, ondanks allen eenvoud, de
olcganco der Amorikapnsche niet. Zij" had zich
zeker goblankcl, wpnt zij" zag er frisch uit
c-n veel jonger dap Loe gedacht luid
„Good morning'^ freule Loe I" riep zy har
Drucker weigerde, thans uiooilijk den heer
de Stuers hetzelfde kunnen toestaan. En
bovendien had de Minister nog andere be
zwaren, want zijnerzijds zou dan een ver
schil moeten worden gemankt tusschen de
suppoosten die den katholieken godsdienst
aanhangen en die welke den Protestantscheu
godsdienst belijden, daar deze laatsten na
tuurlijk later door hunne kerkelijke plich
ten zouden zijn verbonden. De heer de
Stuers wilde wel een transactie door een
verschil in uren van komen voor deze sup
poosten, maar daar wilde de Minister, en
zeer zeker terecht, geheel niet aan.
Het was werkelijk vermakelijk om te zien
en te hooren hoe of dat enkele halluurtje,
dat voor het Amsterdamsche publiek zoo
noodig en zoo nuttig wordt geacht, tot een
heftig dispuut aanleiding gaf tusschen den
Minister bn den heer de Stuers, die beiden
meesterlijk de kunst verstaan om de Kamer
eon aangenaam half uurtje te bezorgen. De
heer de Stuers die zelf zoo graag een ander
in het ootje neemt kan er niet tegen, dat
men hem met gelijken munt betaaltals
hij zich grappen veroorloott wil hij nooit
persoonlijk geheeten worden, maar een ander
mag datzelfde niet doen. Men kan het hem
wel aanzien zooals hij daar aan de ministere
tafel zit met het oog op zijn bardhoorigheid,
dat hij inwendig kookt van woedezoo nu
en dan snerpt een nijdige interruptie door
de lucht; en uls de Minister dan iets zegt
wat hem al te kwaad voorkomt gaat ineens
het stokje in de hand omhoog en blijkt het,
dat hij onmiddellijk na den Minister weer
zal antwoorden. Zoo ook ditmaal, en het
was opmerkelijk, zoo opmerkelijk zelfs dat.
de heele Kamer in een daverend laclen
uitbarstte, welk een kwaadheid er reeds
sprak uit den gewonen aanhefMijnheer de
Voorzitter. De Kamer verwachtte wat, waut
nog dichter dan tevoren schaarde men zich
om den spreker heen de heer Roodhuijzen
vooraan, zoo nu en dan tot den spreker
opziend en daarachter, gedrongen tegen
elkander en den lach reeds gereed op hun
gezicht die typische parlementaire koppen
van zoo verschillend uiterlijk en van alle
partijen dooreen. Ln de Kamer heeft gelachen,
en de Minister lachte hartelijk mede, en
bleek in de beste stemming om ook bij zijn
dupliek nog eens heel grappig te zijn. En
hij zag met een echt «jolig Christen»-ge-
zicht de Kamer en de tribunes langs en hij
gevoelde zich waarschijnlijk meer triuui-
phanterdan MiDisterColijn den vorigen avond
toen men hem ovar zijn flinke rede com
plimenteerde
Binnenlandsche zaken is nu halverwege
blijven liggen; van Marine zija de alge-
meene beschouwingen nog niet eens geündigd.
Met die beide hootdstukken gaan wij nu iu
de eerstvolgende weken in de avondzittiu-
gen van Dinsdag en Donderdag door, ter
wijl overdag de invaliditeitswet wordt be
handeld. Het is een parodie op rustigeu
parlementairen arbeideigenlijk ook eeu
breken van de halve belofte, welke de voor
zitter den heer Goeman Borgesius deed om
bij de behandeling der invaliditeitsverzeke
ring tot den gewonen gang van zaken terug
te keeren. En het «ongelukkige» is dat
men door de Amsterdamsche typografen-
staking geen stem uit de Kanaalstraat he aft
kunnen vernemen om werkelijk te weten
oi zoo de dagen en de weken wel goed zijn
r. d. M.
RAAD VAN ARNEMUIDEN.
Vrijdag middag te half twee ure hield de
gemeenteraad van Arnemuiden, onder voor
zitterschap van mr. H. F. Lantsheer, bur
gemeester, een openbare voltallige verga
dering.
Na opening zei de v o o r z i 11 e r van
de goede gewoonte gebruik te willen maken
om ter gelegenkoid van de eerste raadsver
gadering van dit jaar een terugblik te wer
pen op het voorgaandehij constateerde
daarbij dat onze gemeente en haar inwoners
voor rampen bewaard bleven, dat over de
voornaamste bronnen van bestaan, landbouw
en visscherij niet te klagen valt, doch moet
niet zonder leedgevoel meedeelen, dat het
getal inwoners weer met eenige is vermin
derd. Hij hoopte, gezien de aanmerkelijke
lelijk on reikte baar do hand. u al op?"
„Misschien ecu uur, mevrouw Slower."
„Was u al daar ginds en hcblu ons slapende
gevonden vroeg zijniet zulk eert angstige» blik.
dal Loe het hoofd scjiuddo.
„Ik heb wat in den tuin en op den weg
rond gekeken."
Zij vond het onaangenaam, dadelijk te moe
ten liegen. Maa,r hpddrU do Stowers de waar
heid geschreven in hun brieven naar Pots
dam? Loo voelde bij instinct, dat zij op haar
hoede moest zijnondagiks pile betoonde har
telijkheid.
„Dan zullen we naar het hotel gaan ontbij
ten"', zei mevrouw Stower. „Wij hebben op
liet oogenblik geen eigen huishouden'
„En de dokter?"' vroeg Loe.
„Dien mapje ik -later het o|ntbijt klaar,
als luj wakker wordt en er trek in heeft.
Hij heeft zoo'ai zwakke gezondheid, dat hij
zich erg in acht moet nemen."
Het was waai', dat de dokter er uit zag
als een zwa,arzieko. Maar gisteren was hij
toch lioel opgewekt on levendig geweest in
San Antonio on had zich volstrekt niet in acht
genomen. Loe vond, dal deze nerveuze, slanke
vrouw zich eigenlijk voel meer in acht moest
nemen.
„Eet u niet in Gomal-Holel vroeg zij,
toen mevrouw Slowor voorbij ging, den
weg op.
(Wordt vervolgd).