Dingen waar men naar
vraagt.
Ter overdenking.
Onderwijs.
door deze drie organen afgescheiden stoffen
onontbeerlijk is. Het spreekt van zelf, dat
de moderne heelkunde als eens een zwelling
van dat aanhangsel is geconstateerd, dit
verschijnsel door operatief ingrijpen tracht
te beteren. Toch is het slechts weinigen
gelakt van de slaap ot den neus uit dit
orgaan te bereiken.
De meeste resultaten dienaangaande zijn
in Weensche klinieken verkregen. Volgens
de methode, door Aschner by honden toe
gepast, om nl. van het verhemelte uit het
aanhangsel bloot to leggen, heeft een ge
neesheer te Keulen een jongen man, die ten
gevolge van een op zich zelf goedaardig
gezwel van dut orgaan, volslagen blind was
geworden, door de verwijdering daarvan,
genezen.
Hoe tooverachtig deze kunstbewerking
is, blijkt daaruit, dat deze zieke enkele
dagen na het heelkundig ingrijpen weer de
krant kon lezen. Zijn tevoren uanzienlijk
gestegen lichaamsgewicht verminderde \n
enkele weken met ongeveer 30 pond.
De blijkbaar deskundige schrijver in het
Duitsche blad meent op grond van deze en
dergelijke uitkomsten, dat we ten opzichte
vin dit orgaan weldru volledig zullen wor
den ingelicht, te meer daar tot herkenning
van dergelijke ziektetoestanden den deskun
digen in de Röntgenstralen een prachtig
hulpmiddel ter beschikking staan.
DE DOODSSTRIJD VAN EEN KEIZER.
De tragische dood van keizer Ferdinand
III, vader vun den tegenwoordigen, Duit-
schen keizer, ligt nog betrekkelijk versch
in 't geheugen. Onlangs was nog gelegenheid
den strijd in herinnering te brengen, die
aan zijn doodsbed tusschen een Duitsch en
een Engelsch geneesheer gevoerd werd om
trent de beste behandeling tegen de onge
neeslijke kwaal en die in het platste
chauvinisme ontaardde.
Een Fran8chman, Henri Welschinger,
heeft in de Revue hebdoman»ire« die
tooneelen van toorn, ijverzucht en haat in
het leven teruggeroepen, daarbij steunend
op de gepubliceerde brieven van den Duit-
schen heelkundigen Ernest von Bergmann
aan zijn vrouw geschreven gedurende de
riekte van den keizer, die maar kort deze
waardigheid heett uitgeoefend.
Bergmaan was de Duitsche arts, van wien
boven sprake was. De Engelschmau heette,
zooals velen zich nog zullen herinneren,
Mackenzie. Hij genoot het vertrouwen van
den vorst. Ook hij heeft die ziekte beschreven.
Hoe kinderachtig en onverantwoordelijk
de vijandigheid tusschen beide behande
lende geneesheeren was, kan uit het vol
gende blijken. Mackenzie had van Londen
een rechthoekige buis meegebracht, die dit
voordeel had, vergeleken met die, waarvan
Bergmann zich bediende, dat ze den wand
van de luchtpijp niet raakte en deze niet
deed ontsteken. Doch daar die buis niet
«cnadi in Germany* was, deugde ze niet
Een ander, kras voorbeeld. Zonder de
komst van Bergmann af te wachten, had
men tot de operatie van de opening der
luchtpijp moeten overgaan, om den zieke
kunstmatig lucht te kunnen toevoeren. In
het verslag, dat Bergmann van die bewer
king geeft, blijkt duidelijk zijn ijverzucht.
Ofschoon hij de gemalin van den keizer
niet mocht lijden, zijn de brieven ondanks
alles toch een hulde aan haar hartstochte
lijke liefde en toewijding. Zij wil niet ge-
looven, dat baar echtgenoot aan kanker
lijdt. Zij zoekt op het gelaat van den vorst
naar teekenen van genezing.
«Zij wil*, aldus schrijlt Bergmann, »hem
friseh, rose en gezond zien. Ik heb hem,
zei ot schreef de vorstin, niet zoo welva
rend uls in Januari gezien. Zie zijn oogen
toch. Is dat ds blik van een ongeneeslijk
zieke?* En Bergmann gaat voort:
»Men moet zien, met welk een toewijding
ze haar echtgenoot op het voorhoofd, de
oogen, de handen kust. Haar salon grenst
aan de kamer van den zieke. Ik heb haar
hooren opstaan, aan de deur luisteren, in
nachttoilet te voorschijn zien komen met
de vraag: >heeft hij niet gehoest. Hoest hij
niette veel?" Eu om niet door den patient
gezien te worden, houdt zij zich achter mij
ot achter een stoel verscholen en kijkt naar
hem, terwijl hij slaapt. Haar zorgen nemen
aldns dag en nacht gedurende de laatste
maanden toe.*
DE TEMPERATUUR VAN ZEEWATER.
De onderstaande beschouwing, die we be
langrijk genoeg achtten, om haar uit de
„Temps" te vertalen, dankt een deel harer
waarde aan de schipbreuk van de „Titanic"
en de tallooze beschouwingen, die naar aan
leiding daarvan zijn geopperd, om dergelijke
rampen voor het vervolg zoo mogelijk te
verhinderen.
De warmtegraad van het zeewater kan
met behulp van electrische toestellen nauw
keurig gemeten worden. Daarmee bemerkt
men, dat deze sterke afwisselingen vertoont.
Zoo daalt de thermometer b.v. een ot twee
graden als men zich op ongeveer i K.M. af
stand van een ijsberg bevindt. Eigenaardig
is het nu, op te merken, dat deze daling
door een lichte stijging vooraf wordt ge-
guan, die het blad de uitwerking, „effect"
van den ijsberg noemt. Men constateert
hetzelfde verschijnsel, uls men een kust
nadert en men schrijft die stijging van de
water-temperatuur dau toe aan de stijging
van den zeebodem, waaidoor de diepe stroo
mingen gedwongen worden, naar de opper
vlakte te stijgen.
Deze «uitwerking van den ijsberg* kan
door de volgende proef verklaard worden.
Men dompelt een 6tuk zuiver ijs in een tobbe
pekel. Het ijs smelt en men stelt de vor
ming van drie stroomiDgen vast. Het zilte
water, afgekoeld door de aanraking van bet
blok yshet gesmolten ijs verspreidt zich
als het ware in een koude laag over de
vrije oppervlakte van het watereinde
lijk richt bet zilte water zich naar het
stuk ijs en doet het smelten. De laag koud
water wordt vervolgens verwarmd door de
aanraking van de laoht en doordat ze de
zonnestralen inslurpt, terwijl deze verwar
ming natuurlijk aun de oppervlakte sterker
zich doet voelen dan daar beneden. Dit
verklaart de lichte tempera* uur-stijging, als
het schip een ijsberg nadert.
De lijnen, die de verschillen in de tem
peratuur van het water aangeveD, bieden
opmerkelijke bijzonderheden. Hieronder vol
gen er eenige, opgenomen door een toestel
op 5 M. diepte.
Als de schepen den Golistroom binnen
varen, stijgt de temperatuur van het water
met meer dan 5 centigraden in ongeveer
een uur en blijft dezelfde gedurende den
tijd dat het schip den Golfstroom doorvaart
zonder dat deze een dagelijksche afwisseling
aanbiedt, wat men zou verwachten.
Als een schip het groote onderzeesche rif
oversteekt, dat op ongeveer 500 KM. van
Ierland gelegen is en dat de wateren van
het vasteland van die, welke tot den diepen
oceaan behooren, scheidt, op de plek, waar
da bodem van de zee plotseling zich verheft,
terwijl de diepte van verscheidene kilome
ters tot eenige honderden meters vermindert,
vermeerdert de warmte met ongeveer éon
graad, om vervolgens weder snel te dalen
Deze wisseling kan aan een loodrechte, warme
strooming worden toegeschreven langs het
rif, daar bet water verhit wordt hetzij door
een onderzeeschen krater, hetzij door de
aarde zelf, die in de diepte van den oceaan
warmer is.
Wisselingen in den warmte-graad merkt
men ook op bij het naderen van de kust,
welke een of meer graden bedragen. Deze
doen zich reeds verscheiden kilometers in
zee gevoelen en verschillen naarmate van de
streek, waar men zich bevindt. Overigens
moet opgemerkt worden dat dit tempera
tuurswisselingen zijn, die de zee-stroomingen
en de nabijheid der kusten aanduiden en
niet de temperatuur zeil van het water.
Men mag dus overeenkomstig de hier
boven aangeduide resultaten de hoop koes
teren, dat de inrichting op moderne oceaan
schepen van gevoelige thermometers, die uit
zich zelve den warmtegraad van het water
opteekenen en op voldoende diepte zijn
neergelaten, in staat zal stellen kostbare
aanwijzingen te verzamelen niet alleen om
trent de kennis van de oceaan-stroomingen,
maar ook met het oog op den koers, dien
het schip heeft te nemen, b.v. in de nabij
heid van een ijsberg,
KNOEIERIJEN MET ZIJDEN STOFFEN.
In het bekende „Maandblad tegen de Ver-
valschingen" werd m 't jongste nummer het
volgende opgemerkt over de knoeierijen met
zijden stoffen
Wij waarschuwden reeds ongeveer acht jaar
geleden in ons blad (Febr. no 1905) tegen de
grove vervalschingen. die met zijden stoffen ge
pleegd werden, en constateerden toen een maxi -
mum gehalte van ruim 20 aan waardelooze
minerale stoffen, welke de koopers als „zijde"
moesten betalen. Zooals op ieder gebied, is ook
op het zich in de laatste jaren zoo reusachtig
uitbreidende terrein der mode-artikelen met
haar tallooze paleizen in alle groote steden, een
flinke vooruitgang te ontdokken, bestaande
evenwel helaas ook inhet vermeerderen der
knoeiprodukten, in casu in het verhoogen van
het gehalte der minerale bijmengsélen Het
eigenaardige, men zou bijna zeggen het „inte
ressante" hierbij is, dat men voor deze ver-
valsching tegenwoordig een stof bezigt, die
zich zoo min. mogelijk direct laat herkennen en
een eemigszins weefselachtige natuur bezit. Bij'
T«ize onderzoekingen bleek n.l in de zijde, (ia
verbranding, de aanwezigheid van een geheel
uit fijne draden bestaand „geraamte" van
asbest (kiezelzure magnesia). Wij bepaalden
ons onderzoek voorloopig tot twee m winkels
gekochte monsters als zijde verkocht, één h
f 1.80 en één ;i 2 de meter, en bevonden
beide een ongeveer gelijk bedrag, ca. 38 o/0 aan
asbest te bevatten. Klachten bij het dragen der
„zijde" (zoogen. kerven, afgeven en het ont
staan van gaatjes) lokten het onderzoek uit.
De winkelier over d eze zaak geïnterpelleerd,
■verontschuldigde zich natuurlijk op de meer en
moer gebruikelijke wijze, n.l. door zijn „totale
onwetendheid" van de zaak. Het zoude o. i.
echter zeer do vraag zijn of, bij een eventueels
vervolging, de strafrechter geen termen tol
veroordeehng zoude kunnen vinden, wegens
bedrog m den aard der koopwaar, ondanks
voornoemd uitvlucht. In ieder geval heeft
do winkelier verhaal op den fabrikant der
waren, en waar aan een vervolging van bui
ten! andsc-he fabrikanten natuurlijk groote be
zwaren verbonden zijn, kan iiij bij den aan-
koop schriftelijk© garantie, op de basis van
analyse, eischen voor de deugdelijkheid en
onvervalsohte eigenschappen der waren. Waar
zoowel duro als goodkoopere stoffen op de
zelfde brutale wijze vervalsaht worden, ver
valt het gewone argument, dat do prijken
evenredig aan de qualiteit zijn. De door ons
voorgestelde eisch aan de fabrikanten, zoude
het pubhek vrijwaren togen beduidende schade
bij den aankoop van betrekkelijk zoo kost
bare waren als zijden 3toffen
Wij achten het. ten slotte niet oninteressant
als hot resultaat van ons onderzoek van oudo
zijde (ivoor ongeveer 60 jaar verkocht) te ver
melden, dat deze geheel normale eigenschap
pen vertoonde 't Was uit den tijd waarin
men in eenvoudige magazijnen nog onvervalsch-
te waren tegen niet overdreven prijzen kon
koopenl
VUURTORENS MET ONZICHTBARE STRALEN
Vajn deze „contradictio ui terminis", eon
lichttoren zonder licht, haalt W in het
„Hand een interessante meedeoling aan uit
„Die Welt der Technik".
Van een behoorlijken vuurtoren verwacht
men, dat hij het helderste licht zoover mo
gelijk in zee zal doen uitschijnen; maar 'dat
schijnt nu anders te moeten worden Inder
daad reikt het gewone licht zelfs bij hel
dere lucht maar tot om beperkten afstand,
die bij mist al zeer klein, is
Met behulp van een radio-goniometer (slra-
lenhoekmeter) ml men uu de lichtstralen ver
vangen door electrische stralen, die veel ver
der reiken en niet van atmosferische invloe
den afhankelijk zijn. De telegrafist op een
toren zendt achtereenvolgens naar zestien
windstreken, voortgaande in d© richting van
da wijzers eener klok, ©en kort signaal. In
60 seconden is hij de heel© windroos rond.
Op een schip, dat zich in het eloctrisch be
reik dezer signalen bevindt, wordt hel tec-
ken opgenomen, waarbij een windroos wordt
gebruikt, die in 60 seconden ronddraait. Op
het oogenblik, dat de scheepstelcgnUEist m de
met het toestel verbonden telefoon een signaal
hoort, zet hij de windroos stil; de richting,
waarin de naald dan wijst, is juist de ver
bindingslijn met den toren, zoodat men dan
weet, in welko richting deze zicli hevindt.
Ontvangt het schip signalen van meer toreais,
dan kan het zijn plaats op zee bepalen
Deze manier van teekens geven en ontvan
gen is ook bij luchtschepen toe te passen,
als ze maar met de noodige toestellen zijn
voorzien. In den nacht, bij volkomen duisj
terms of bij zworen mist, kan dö luchtschip
per dan tocli weten, waar hij zich bevindt.
Voorloopig echter is de radio-goniometer e«n
tamelijk omslachtig toestel, welks plaatsing
op een schip eenige moeilijkheid oplevert.
Meer arbeid en meer geld zal hot echter kos
ten, om de armaturen op de vele vuurtorens
door electrische toestellen te vervjangen. Blij
ken deze ©venwel aan de verwachtingen te
beantwoorden, dan is «lio vervanging toch
maar een vraag van tijd.
De zon komt den 18 December op te
8.08 uur en gaat onder te -3.46 uur.
De maan komt heden op 11.59 v.m. en
gaat onder te 9.28 n.m.
Maandag is het eerste kwartier.
Auto- en fietsrijders hebben de volgende
week hun lantaarns aan te steken te
4.16 uur.
Wagenbestuurders te 4.46.
Zaterdag 21 December kortste dag begin
van den winter.
Woensdag en Donderdag over acht dagen
Kerstmis.
(Uit de «Spreuken" van het
Landbouwweekblad).
Wees gelaten bij tegenspoed en verwacht
jaarlijks het mislukken van minstens één
der verbouwde gewassen.
Wacht u voor lieden, die alleen over hun
eigen bouwerijen denken en spreken want
dit zijn kortzichtigen en bevooroordeelden.
Ga noode tot den rechter, maar gewillig
tot den scheidsman.
Praatjes maken met het werkvolk is uit
stekend en zelfs onontbeerlijk, mits er
doorgewerkt wordt.
Schrijf alle dagen op en verzamel jaarlijks
al het opgeschrevene. Het is het beginsel
van boekhouden.
Het beste landbouwersboek is datgene,
wat de meeste antwoorden geeft.
Geen slechte gronden zijn er, slechts
slechte boeren.
Verander niet te ligt van woning, straat
of nering.
Die vrij raakt van koorts, valt somtijds
in de tering.
Een boer op den weg
Heeft geen overleg;
Maar een boer op het veld
Verdient geld.
Weerbarstige dieaen zijn vrij wat zeld
zamer dan onverstandige menschen, die de
dieren niet weten te beduiden wat men van
hen verlangt.
HET KIND EN DE SCHOOL.
Schoonheid in opvoeding en
onderwijs.
Er is sedert een achttal jaren een streven
merkbaar om schoonheid te brengen in de
.opvoeding en in het onderwijs. Langzaam),
maar zeker wint dit streven veld het heeft
nog niet aller sympathie, maar toch worden
steeds meer, juist onze meest vooruitstrevende
leiders en leidsters op het gebied der opvoe
ding er van doordrongen, dat Schoonheid in
het kinderleven onontbeerlijk is.
Het is aan de Nedeilandsche Vereeniging
„Schoonheid in Opvoeding en Onderwijs"j
dat de eer toekomt dit beginsel voor het eerst
te hebben gepropageerd. Sedert hare oprich
ting in 1901 op initiatief van den heer J
.D Ros fe 's-Gravenhage, gaat zij gestadig
voort het ideaal van Schoonheid in Opvoe
ding en Onderwijs te verspreiden, door haar
orgaan en geschriften, door lezingen, cur
sussen, tentoonstellingen enz. enz. En dat
zij dit niet tevergeefsch doet, blijkt wel uit
het feit, dat verschillende vereenigmgen reeds
nu Schoonheid als noodzakelijk element in de
Opvoeding in hun programma hebben opge
nomen, o.a. de Vereeniging vajn Leeraren bij
het M O- en de Bond Heemschut.
Het blijkt ook uit de meerdere zorg, die
er in verband mot den goeden smaak wordt
gegeven aan den scholenbouw denken wij
bijv. aan het stedelijk Gymnasium te 's-Gra-
venhage en verschillende particuliere en ge
meentelijke scholen. Ook in de schooluitgaven
valt een streven naar verbetering in dit
opzicht waar te nemen, eveozoo, in ver
schillende takken van onderwijs. Toch moet
het geen verwondering baren, dat bij dit alles
in vele gevallen het ernstig streven nog meer
onze waardeering verdient da» de verkregen
resultaten. De opgave is moeilijk, hot ide
aal is verheven en de gevolgen zijn van een
zeer verre strekking Er zijn betrekkelijk wei
nig menschen te vinden, die het geduld heb
ben en die belangeloos genoeg zijn om tijd,
geld en kracht te offeren, ,om te werken
voor een ideaal, dat geen persoonlijke voor-
deelen geeft, om te werken voor iets, waar
van men de resultaten ni»t dadelijk ziet De
mensch van onzen tijd zegt dat men on-*
practiscli is en dat inen beter deed te wer
ken voor opheffing van stofeflijke ellende.
Zij vindt dit streven vaag, nutteloos, senti
menteel
Doch daartegenover staat een steeds groo-
ter wordend aantal van strijders, die be
grijpen, dat de geestelijke armoede van on
zen tijd minstens even groot is als de stof
felijke en dat ,ook daarin varbetering moet
gébracht worden Ja, er zijn er zelfs,
die nog verder gaan, en zeggen, dat stoffelijke
armoede grootendeels een gevolg is vflil die
geestelijke armoede, dat er minder ellende
zou zijn in de wereld, wanneer er meer har
monie was tusschen lioofd en hart, wan
neer het leven der aandoeningen en harts
tochten beter beheerscht was, wanneer do
menschheid geïnspireerd werd door een gees
telijk ideaal, dat ze leerde wat plicht is <?n
waf werkelijk gelukkig maaJrt.
Eu. een van de middelen, die dagdief»
kunnen medewerken, is Schoonheid, Har
monie Schoonheid, niet als surrogaat van
Godsdienst, zooals wel eens gedacht wordt
doch Schoonheid als het blijde Zonlicht,
dat overal zijn stralen doet doordringen.
Wil mén Schoonheid in het lomi bren
gen, dan moet men beginnen met het kin
derleven, dau moot men van den grond af
Ophouwen Dit moet in de toekomst de
grootste resultaten hebben Zoo wordt een
menschengeslacht opgevoed, dat de Schoon
heid als iets natuurlijks zal beschouwen,
als iets onmisbaars dat zal de boste grond
slag zijn van een gezonde en ideëcle kunst
dat zal de mogelijkheid scheppen van de
wederopleving van toestanden, zooals betonde
Griekenland in zijn bloeiperiode ze ons heeft
leeren kennen
Vele zijn de middelen, .lie tot dat ideaal
kunnen voeren, doch wij kunnen ze tot twee
hoofdzaken terugbrengen
Ie. breng Schoonheid tot het kind, en
2e breng hel kind tot de Schoonheid
De tot de eerste rubriek behoorende mid
delen liggen het meest voor de hand on hier
toe kan worden teruggebracht alles, waar
door in het algemeen gesproken, het kind in
rechtstreeksche aanraking wordt gebracht met
kunst Deze werkwijze vindt veelal de meeste
waardeer ing bij een oppervlakkige beschou
wing, is ook reeds van ouder datum.
Dieper ingrijpend zijn de middelen behoo
rende onder rubriek 2
Hier wordt niet van buiten af aangebracht
maar hier worden bij het kind van binnen
uit de sluimerende vermogens wakker geroe
pen. De oefening van het waarnemingsver
mogen, van oog en occr, het aankweeken van
vaardigheid van de hand, de ontwikkeling van
een goed oordeel en begripsvermogen, van
gevoel v.oor verhouding, kleur en geluid, voor
eenvoud, natuurlijkheid en harmonie, het be
vorderen van initiatief en zelfwerkzaamheid,
het rekening houden met den aanleg van
het kind, dat zijn alles noodzakelijke ver-
eischten voojr het welslagen van het werk
Wil men Schoonheid in do opvoeding bren
gen langs oen natuurlijken weg, dan moet
er dus begonnen worden de grondslagen
te leggen voor een harmojnisdhe opvoe-*
ding. Ontbreken de2e grondslagen, dan 's er
een groot gevaar n,.l. dat dit streven zou
ontaarden in artistiekerigheid, in het aan
kweeken van onna tuur en onoprechtheid. Het
wil mij voorkomen, dat hetgeen in sub 1 be
doeld wordt, eerder tot deze ongewenschte
gevolgen aanleiding zou kunnen geven dan
hetgeen onder 2 is samengevat.
Alle vakken van het onderwijs kunnen in
meerder© of mindere mate worden dienstbaar
gemaakt aan het streven van Schoonheid in
de opvoeding te brengen, maar bovenal ook
de opvoeding in huis, het spel, de omgeving
en de geestelijke atmosfeer, waarin het kind
leeft.
Vele zijn de wegen, die tot het schoone
doel kunnen leidenaJle kunnen iels goeds
bevatten, de een meer de ander minder. Toch
heeft de opvoeder een zware taak juist die
wegen te zoeken, die in aansluiting met
den aard van. het kind, en rekening houdende
met de levensomstandigheden het best en het
natuurlijkst tot het doel leiden.
A. G DYSERINCK.
H. B. S. te Neuzen.
In de Memorie van Antwoord betreffendo
de Staatsbegrooting voor 1913 (Hoofdstuk Bin-
nenlandsclie zaken) komt onder „Middelbaar
onderwijs" het volgende voor omtrent de H.
B S. te Neuzen.
„Niet zonder verwondering vernam de on-
dergeteekende, (de Minister van Binnenland-
sche Zaken) dat sommige leden het voorstel
om na» de te Neuzen te stichten gemeentelijke
hoogere burgerschool een extra-subsidie te
geven, overhaast ingediend ,achten. Sinds tal
van jaren toch werd op de Regecring aan
drang uitgeoefend om mede te werken tot
voorziening in de behoefte aan middelbaar
onderwijs voor Zeeuwsch-Vlaandereti, hetwelk,
zelf van onderwijs-inrichtingen op dit gebied
verstoken, door zijn geïsoleerde ligging niet
dan onder zeer bezwarende omstandigheden
van elders gevestigd© scholen kan gebruik
maken. Zeker ware het hem aangenamer ge
weest, indien door de aanneming van het
wetsontwerp tot wijziging ai aanvulling dei
wet op het middelbaar onderwijs dit voor
stel overbodig ware geworden, maar, nu de
behandeling daarvan vertraging ondervindt,
meeinde hij deze indexdaad noodige voorziening
niet langer van het lot van dat wets-ontwerp
afhankelijk te mogen maken. Zulks te minder,
omdat wanneer bedoeld ontwerp tot wet wordt
verheven, het rijkssubsidie zonder ecnig be
zwaar tot of nabij het normale bedrag kan
worden teruggebracht
De weasel, dat de school nog vóór 1
September 1913 zal worden geopend, is niet
voor vervulling vatbaar, dewijl liet. ufgezien
van de vraag of het gebouw nog vóór dien da
tum in gebruik zou kunnen wordeu genomen,
geen aanbeveling Zou verdienen de lessen, in
stede van bij den aanvang van oen mouwen,
cursus, in den loop van een schooljaar te be
ginnen.
Op welken grond eenige leden betwijfelen, of
het ontworpen schooltype aan d© behoefte zal
voldoet, is met duidelijk. Het gemeentebe
stuur heeft zijne plannen dienaangaande niet
vastgesteld dan na raadpleging van den. inspec
teur van het middelbaar onderwijs en den
idistricts-schoolopziener, welke autoriteiten
oenstehimig zulk een fragmentarische school
als de beste voor deze streek hebben aanbevo
len. De voorstelling, in het voorloopig verslag
gegeven, als zou de keuze van dit schooltype
eeno vinding zijn van den ondexgeteckende, is
dus niet geheel overeenkomstig de waarheid-
Ifij stond slechts voor de vraag, of er voor
hem termen waren de toekenning van een
extra, subsidie voor deze school te bevorderen.
Het is niet billijk hein een verwijt ei vajn te
maken, dat hjj, alvorens zijne medewerking te
verleeneai, heeft doen nagaan, of hij daar
mede de plannen tot slichting vajn eene bijzon
der© school, waarvan eveneens sprake is
geweest, zou verijdelen. Het is toch bekend,
dat hij meer heil verwacht van het initiatief
van particulieren op schoolgebied dan van
rechtstreeksche bemoeiing der overheid. En
het is duidelijk, dat do stichting eoner over-
heidsschool overbodig is, wanneer door het
particulier initiatief voldoende in de behoefte
wordt voorzien. Toen echter bleek, da.t hier
het particulier initiatief zich niet krachtig
genoeg kon ontwikkelen, heeft liij niet geaar
zeld ook aan d© gemeentelijke school steun te
verleenen
Bij de totstandkoming v,an de ontworpen
fragmentarische hoogere- burgerschool zullen
de ouders, dio aan liet bijzonder onderwijs de
voorkeur geven, hun kinderen zonder bezwa,ar
lot aan den leeftijd, waarop zij in de derde
klasse der hoogere burgerschool moeten plaats
nemen, dat onderwijs kunnen laten genieten.
Omvatte de te slichten school ook de laagste
twee klassen van een vijfjarigen cursus, dan
was zulks wellicht niet het geval Dan toch
bestond het gevaar, dat die kinderen in on
gunstige conditie zou komen tegenover de
leerlingen, die van de eerste klasse af het
onderwijs aan de hoogere burgerschool zelve
volgden, en deze omstandigheid zou mogelijk
sommige ouders er van hebben teruggehou
den, hun kinderen nog een paar jaar op de
bijzondere meer uitgebreid lager onderwijs-
school le laten. In dien gedachtengang gaf
de ondergeteekende als zijne meening te ken
nen, dat ljet nieuwe schooltype de levensvoor
waarden van het bijzonder meer uitgebreid1
lager onderwijs ccr zal verbeteren dan bena-
dcelen Dat overigens ook dc openbare meer
uitgebreid lager onderwjjsscholen daardoor zul
len wordeu gebaat, zal wel geen betoog be
hoeven.
Een ;uider voordeel van het plan noemde
de ondergeteekende (Min.) de betrekkelijk lage
kosten. Hij merkte op, da,t het bedrag, hetwelk
de instandhouding dei- fragmentarische- school
zal vergen, vermeerderd zelfs met do kos-
wclke de reorganisatie dei' ojienhure m. u. 1.
O. '«i deze in rekening moeten wordeu ge
bracht, hebben zij vermoedelijk over bet hoofd
gezien. Maai' zelfs als men die kosten buiten
beschouwing laat, is liog de meening, dat
eeno fragmentarische hoogere burgerschool
gofidkooper moet zijn dan eeno volledige, in
hare algemeenheid niet juist. Hebben de le
den, hiel- aan het woord, er wel rekening
mede gehouden, dat wanneer de school de
hoogste drie van de vijf klossen onivat, de
jaarwedden van. directeur en leeraren maar
weinig lager kunnen worden gesteld en dat
ook de kosten der leermiddelen lang niet*
evenredig venninderc-n Dat daarentegen het
verlies aan schoolgelden onevenredig gróót
js, wjjl de bevolking der laagste klassen het
talrijkst pleegt te zijn? Omstandigheden, waar
onder eene fragmentarische scliool «duurder
zou wezen dan een volledige, zijn zeker niet
ondenkbaar En wanneer, zooals in casu,
tevens de kosten der reorganisatie van eene
fen! U|(. 1. o school moeten worden racdegctold,
mag het veeleer een bijzonderheid heotcn, dat
het totaal lager blijft.
De bewering, dat het hem bij de behande-
detong van deze zaak aan ernst, heeft ontbro
ken, meent de ondergeteekende ter zijde te
mogen laten, vermits hjj daarin gemist heeft
de erkenning van de waardeering, die ook hjj,
dio kritiek levert op eens anders gevoelen,
aan dat gevoelen verschuldigd is.
Den leden, die reeds op het. gjemis aan
logica in de gevoerd© redeneermj* wozem,
betuigt hij daarvoor gaarne zijn dank.
Ter beantwoording van de verscllillend»
vragen, nader omtrent de te stichten school
gedaan, moge nog het volgende dienen De
bevoegdheidseischen voor de leeraren zullen
dezelfde zijn als voor de docenten der vol
ledige vijfjarige scholen. Ook ten aanzien
van het eindexamen zal tusschen» deze school
en de volledige vijfjarige cursussen geen ver
schil worden gemaakt Voorts zal een leerling,
die met gunstig gevolg haar eerste klasse heeft
doorloopen, zonder bezwaar met een bezittel'
van het einddiploma, eener hoogere burger
school met driejarigen cursus kunnen worden
gelijkgesteld.
Bij de opening der school wordt getekend
op een dertigtal leerlingen, terwijl men ver
moedt, dat op den duur de bevolking van
90 tot 120 leerlingen zal bedragen. Zekerheid
daaromtrent bestaat echter niet.
In do gemeente Neuzen zelve bevinden zich
twee m u. 1. o. scholen, één openbare «n
één bijzondere. Voorts is er ©en openbare
m. u. 1 o. school in de nabijgelegen .ge
meente Axel en oen in de gemeente Aar
denburg (Z.-Vlaanderen bewesten den Brak
man)."