MIIDKLB1 RVSriK101 RAMT R" 2®7. 153* Jaargang. 1912 Maandag 16 December. Middelburg 14 December. De floofd-iozel der Coralrelie. Kameroverzicht. •«H ««anat vwrMhyxfc i a g 1 y k irot aiboxderixg va* 2ox- m Pry» per kwartesl, zoowel voor Middelburg ale roor alle plaatien U Nederl&md framco pp f t Afzonderlijke mnmmen koatex 5 cent. AdeertemtiSa bij aboaaement op Toordeelige Toorwuardea. Proepeotusiea daarvaa zij* su bet bureau te bekomea. A.drertenti¥n roor het «entvolgende aummer moetea dei middag. vóór éóa aar eau het bureau bezorgd zija. AdfsrCeanSa 20 coat per regel. By «boaaecuent reel lager. Geboorte-, dood- es alle aadere fmnilioborioht»» o» D&akbetoigiagea va* 1—7 regeli f 1.60olke regel meer 20 oeat. Raclaacct 40 oeat ser regel. Groote letter» aaar de plaat-s, die zij innemea. Tot dc plaatziap van advertentie* ea reclame», aiet afkomstig uit Zeeland, betreSeadr Handel, Nijverheid o* Goldwezsa, i» gereohtigd het A, DE ILA WAfi Ab„ W.5S. VoorbHJPj. waï SÈ6a« Acsadfirslaaa. ffit nummer bestaat uit drie bladen en een Haderblad. EERSTE BEAD. z#. die xicb thans met 1 Ja- anarl zt.s. op ons blad abon- moeren ontrangen de aog in December verschijnende nom mers gratis. Algemeen stemrecht voor mannen a»oet worden ingevoerd, zonder dat aan de hervorming als voorwaarde wordt verbonden het nemen van maat regelen tot verzwakking van den volksinvloed, dien men door het alge meen kiesrecht tot volle ontwikkeling wil brengen. Het is zeker wel merkwaardig dat de kiesrecht-kwestie, die in 1893 de liberale partg uifceenscheurde eu die iu 1901 de Vrijzinnig-Democratische partij zich deed afscheiden van de Liberale Unie, in 1912 weer het vereenigingspunt werd van de drie vrijzinnige partgen. Maar minder merkwaardig ia het dat de verst-gaande partij daarbij de anderen met zich mee kreeg. Het moest zoo komen. Er is door den voorzitter van dea Vrgz.-Dem. Bond, den heer Herman Snijders, in' de 16 Nov. gehouden vergadering in zijn openings rede een woord van Thorbecke aange haald, dat begrijpelijk maakt waarom. Reeds in 1844 wees Thorbecke er op dat het staatsburgerlijke stemrecht, aan welke voorwaarden ook door de wetgebonden, een algemeen stemrecht tot beginsel heeft, en dat daaruit voortvloeit een gestadige krijg tegen elke de uitoefening van het stemrecht- beperkende wetgeving. »Het beginsel ten deele verwezenlijkt, tracht naar geheele verwezenlijking". Dat is in ons land zoo gebeurd. Hot moestDe uitbreiding van het kiesrecht bij de grondwetsherziening van 1887, die van de wet-Van Houten van 1896, ze hebben slechts enkelen bevrediging geschonken, want ieder die in aanrakiug kwam met de verschillende klassen der maatschappij, zag dat nog al te velen bleven uitgesloten, die niet minder be kwaam waren het kiesrecht uit te oefenen dan zoovelen die wel kiezer waren. En daarmee stond een andere ontwik keling in verbandde toenemende be langstelling in alle standen der maatschappij iu de politieke ge- benrtenisen. De heer mr. W. Polman Kruseman gaf in zijn onlangs in het Zeeuwsch Gen. der Wetensch. voorgedragen vergelijkende beschouwing over de toestanden van voor honderd jaar en nu, niet zonder reden aan (1e uitvinding vnn de petroleumlamp een groot aandeel in de ontwikkeling van den werkman. Bet is een feit dat de werkman van uu veel leest, dat hg weet wat er op politiek gebied voorvalt, en dat er geen voldoend motief meer is om hem uit te sluiten van de taak om mee deel te nemen aan de verkiezing van hen -die het geheele volk vertegenwoordigen, Maar eigenlijk is het water naar zee dragen, als wij nog een betoog gingen houden voor grooter uitbreiding van het kiesrecht. In de commissie tot herziening der grondwet, waarin alle partijen ver tegenwoordigd waren, ging slechts één stem op voor behoud van het bestaande art. 80. Ea r1 de beschouwingen, weer gegeven iu het algemeen rapport en in de afzonderlijke nota's, hebben dezelf de strekking, nl. uitbreiding van het kiesrecht, natuurlijk met uitsluiting vati zekere eategoriën die men niet kan toelaten, nu en nooit. Alleen de vorm verschilde. Twee stel sels stonden in hoofdzaak tegenover elkaaralgemeen kiesrecht en gezins- hoofden-kiesrecht. Dat men niet tot een eindbeslissing kon komen, lag hieraan, dat ook de voorstanders van gezinshoof den-kiesrecht onderling verdeeld waren. De eene groep stelde het bezit van de hoedanigheid van mannelijk gezinshoofd als voorwaarde, en sprak dan ook meer van huismanskiesrechtde andere groep wilde het kiesrecht aan ieder toekennen, maar meende dat in één en hetzelfde gezin de uitoefening slechts dient te ge schieden door hen, die, hetzij man of vrouw, als hoofd van het gezin is aan te merken. We zullen dat geschil echter verder laten rusteD, omdat wjj tegenover beide steleels de voorkenr geven aan algemeen kiesrecht. Er ligt voor ons in die beperking van het: algemeen kiesrecht tot de gezins hoofden want daar komt het toch feiteljjk op neer iets onredelijks. Wij kunnen geen afdoend motief vinden voor het niet opdragen der kies-taak aan die personen welke door omstandigheden die niets hebbeu uit te staan met politieke bekwaamheid geen gezin gevormd hebben. Het beginsel leidt logisch tot de dwaze bepaling, dat uitgesloten worden de personen, die door twee vijfden van onze bevolking worden beschouwd als hun leiders, ook in politieke zaken, nl. de R. K. priesters. En ook tot de uit sluiting bijv. van een hooglearaar in het staatsrecht, die ongetrouwd is gebleven en op kamers woont. 't Is waar dat specisle bepalingen ook die personen wel tot de stembus zouden toelaten. Maar verloochent men door uitzonderingsbepalingen niefc het aangenomen beginsel Dr. Kuyper heeft in een afzonderlijke nota toe het commissie-rapport een philo- sophische beschouwing gegeven over de samenstelling van een volk uit het gezin, een betoog waar weinig op valt aan te merken. Maar als hg dan daaruit de gevolgtrekking maakt dat dus alleen aan de vertegenwoordigers van die gezin nen het kiesrecht mag worden toegekend, dan knapt voor ons de gedachte-draad. Vormen dan de onafhankelijke personen die geen gezinshoofden zijn, een rubriek welke geen vertegenwoordiging behoeft? En heeft een zoon, die bij zijn ouders blijft inwonen, en die ten slotte vaak meer voor de belangen van het gezin doet dan de oude vader, geen recht om ook zijn aandeel te hebben in het ver kiezen van leden der vertegen woordi- lichamen, die over zjjn belangen in allerlei opzichten beschikken Bij individualistisch algemeen over zicht, zegt dr. Kuyper, kan geen kiezer ooit 'gezegd worden iets meer of iets anders dan zichzelf te vertegenwoordigen." Is dat niet een klinkend woord, zonder feitelijke beteekenis Zal het in de prak tijd eenig verschil maken wanneer iemand naar de stembns gaat, of bij zijn biljet van gezinshoofden kiesrecht, vergeleken hij alg. kiesrecht, kunnen zien, is het aantal kiezers. Maar ook da verschil wordt weer voor een deel weggenomen door de uitzon deringsbepalingen. Waarom dan die leuze? Waarom dan met zooveel ophef het algemeen kiesrecht afgewezen als »fractioneel" iu zijn uit werking, terwijl men practisch met bet huismunnkiesrecht vrij wel hetzelfde wil bereiken We hebben indertijd bij onze beschou wing over «Stemplicht" gezegd dat we het stommen niet opvatten als een «recht" maar als een »tuak", door den wetgever opgelegd aan hen die hij daartoe geschikt acht, de taak «nu de lichamen samen te stellen, die de wetgever als noodig be schouwt voor het welzijn van staat eu maatschappij. Maar in die rodeneering is er ook geen reden om hen uit te sluiten die geeu gezinshoofd zijn, want noch de belangen, noch de politieke be kwaamheid staan in onafscheidelijk ver hand met heb bezit van een gezin. Een enkel woord over het tweede deel van de verklaring in het concentratie- manifest. Dat deel is door velen minder beoordeeld als een beginselverklaring tegenover de rechterzijde, dan wel als een onderlinge afspraak. Immers men wist dat de Vrije Liberalen vroeger aan het- algemeen kivareciht hadden verbon den den eisch van recht van amende ment. der Eerste Kamer. Door dat tweede deel wordt uitdrukkelijk verzekerd dat zij dien eisch hebben laten vallen. Maar als men let op het rapport der Grondwetscommissie, dan is het duidelijk dat er in die tweede zinsnede ook stel ling wordt genomen tegenover de rechter want al moge de commissie geen recht van amendement voor de Eerste Kamer hebben aanbevolen, de meerderheid verklaarde zich wèl voor het „recht van regres" waardoor een wet verworpen zou worden geacht, als de Eerste Kamer een wetsontwerp met een aanbeveling van wijziging naar de Tweede Kamer terug zendt en deze weigert die wijziging aau te brengen. Het is een vermomd recht van amende ment en bovendien is het oneerlijk, om dat het de verantwoordelijkheid voor de ug verlegt van de Eerste Kamer die haar uitlokt, naar de Tweede Kamer die baar moet nemen. Wij zouden niet kunnen zeggen waarom de taak die onze Eerste Kamer thans heeft, vog uitbreiding behoeft. Tenzij men dat middel wil aan- i, om den invloed der Tweede Kamer te breken. Maar dan stelt het concentratie-manifest terecht daar tegen over geen maatregelen tot verzwakking van den volksinvloed dien men door het algemeen kiesrecht tot volle ontwikkeling wil brengen. Over het vrouwenkiesrecht een vol gende maal. Tw»«do Kamer. Zitting van Vrijdag Wel in het bijzonder in de ochtenduren biedt de Kamer een. geheel anderen aanblik naarmate van don redenaar, dien men er het eorst aa» het woord weet. Minister w.i3ü uui nuuia woei- in 1 u I s l U' 5invullen als «gezinshoofd», dan welHeemske;rk bccft gisteren 2arggedragen. als individu Zal hij ook als «individu" j dat men het zou weten, dat heden, de premier zich niet laten leiden door de belangen d<> Regeermg zou antwoorden op do die hS kent al. gedoofd geeteld dat hg getrouwd is En zal hg als stem- het beleid van het Kabinet. Hij is gister- men d «gezinshoofd» zich niet laten leiden middag, hoe laat het ook was, aangevangen door zijn persoonlijke overtuiging als en *0 hoeft een kwartuur volgepraat teneinde n het reglementaire uur van vijven te bereiken, n dit zeker niet alleen (oan den voorzitter'ge- Het eeaïge verschil dat we als gevolg noegen te doen, maar niet minder teneinde te verkrijgen, dat aan nieuwe sprekers den pas werd afgesneden pm zich tusschen het einde van gisteren en het begin van vandaag te doen insclirijven. Dat is ham inderdaad gelukt en liij heeft daardoor diet voordeel gcliad dat hjj niet het begin van zijn redo aan. in druk zag verminderen door korte opmerkingen over zakelijke aangelegenheden, maar dal bij onmiddellijk met de groote politiek kon be ginnen en iu politiek opzicht bel Kabinet kon verdedigen. Dc premier heeft eerst gesproken over de ve.rschillende meer bijzondere verwijlen, wel ke men tot het Kabinet ha<l gericht. Over de Zondagswet, welker uitblijven slechts daar mede vexbaaid houdt, dal do kwestie zoo teer en moeilijk is, dat zij doordacht moet wor den bestujioepd. Over de zinsnede m dc Troonrede, welk© sprak over den goeden toe stand van landbouw en handel en nijverheid, welke zinsnede volkomen gerechtvaardigd was, Over de uitdrukking van „ten hoogste" in de Militicwet welke men nu niet op eersten oefeningstijd en hoegrootheid der landmilitie mocht gaan terugbrengen Over de stijging der militair© uitgaven, die werkelijk niet zoo erg is als gevolg van de maatregelen door dit Kabinet genomen, doch veel meer verband houdt mot de maatregelen van voorgaand© Kabinetten Over liet optreden tegen de mili taire vakvereenigingen, waarvan de Minister het juiste betoogde en zeide, dat daarin inder daad anti -militairistiscli clement aanwezig is, element bovendien, dat zich stelt boven het gezag dat dus niet geduld kan en mag worden Over de Kustverdediging, waarvan de Minister nu betoogde, dat men in acht ja ren zal komen tot 25 millioen, en dal mem zich had gebogen voer den geweldigen storm binnenslands, die het onzeker maakt© of men het wetsontwerp er door zou krijgen. Over de gemeentefinancïën tenslotte, waarbij hij tegenover don boer Pat ij n volhield, da,t. nota niet tegen het gevoelen der Staats commissie 'inging, waarin liij de schuld op het uitblijven van een wetsontwerp dienaan gaande weet aan de werkwijze der Kamer, eu waarin hij verklaarde deze zaak niet los te laten, zoo min als hij ooit eenige zaak los liet, welk© hij eenmaal aanvatte, maar dat hij wilde afwachten het juiste tijdstip wan neer dc Kamer gelegenheid zal hebben liet vraagstuk te behandelen Er dringen zich verschillende opmerkingen naar voren bij deze antwoorden der regee ring. Wol hel sterkst ai weer ten opzichte van de Kustverdediging, waaTvan men zich afvraagt of oen regeering, welke aanvanke lijk komt met de verrassende verklaring, dat het zoo noodig is, neen, dat het urgent is die Kustverdediging tot stand te brengen, voor zichzelf en voor zijn geweten verantwoord/ is, om zelfs voor den meest heftigen storm' binnenslands in dezen plicht terug te deinzen. De heer Lobman wild© blijkbaar het Kabinet hier terugtreden gemakkelijk maken en ging het werpen op den nieuwen Minister van Oorlog; in parlementaire routine wint do heer Heems kerk hot echter ven© van den afgevaardigde van Goes, m hij' vond het daarom beter om een berekeiungetje te gaan opmaken waaruit zou moeten blijken, dat er van. veranderde inzichten geen spTake is Datzelfde geldt ten opzicht» van do Zondagswet, welker uil- blijven hieolemaal niet aan de Katlioheken te wij ten is, maar waarvan het nu weer heet dat de kwestie zoo moeilijk op te lossen is; iwaarojm dit het geval is begrijpt men niet goed bij een regcerim,!*, die onder eigen partij- genooten volkomen eenstemmigheid constateert, en zich beusch met. de gevoelens der min derheid nooit veel heeft ingelaten, Ook bij ide bespreking der gemeente-fmane-iën heelt de heer Heemskerk zijn geliefd stelsel van om do zaak lieeinpraten, waarin hij de meester is van de vele Ministers in dit Kabinet, die deze kunst eveneens heel goed verstaan, ge volgd. Hij lieeft do zaak besproken en over do zaak zijn aB&n het wel eens, maar hij beeft niet kunnen duidelijk maken waarom liij dan toch niets deed. Hij heeft het wel ge tracht en hij Éjegft bet, geschoven op de work wij zie der Kamer, maar een Minister kan zich nooit vrijpleiten met de bewering dal het tijdstip voor indiening van een wetsont werp niet gekomen is, omdat do Kamer liet niet zou kunnen behandelen Dit is trouwens meer dan een voorbijgaande gedacbleugang in de minislerieele verdediging. Officieel hooft de Minister afgewezen hot ver zoek van den heer Duymaer van Twist om te trachten ieen behandeling van de Invaliditeits wet 1» bespoedigen,- hij' kan zich niet in de werkwijze der Kamer mengen. Op dit bijzon dere punt behoeft het ook niet, want al moer en meer gaat men rechts de Invalidi teats wet inzet maken voor den a.s. verkie zingsstrijd Maar Minister f Heemskerk heeft daarom hét voorbeeld gevolgd van beide ver dedigers van gisteren en van de drie andoren van de vorige dagen der week; het was alles en alles de schuld der Kamer, dat er zoo weinig klaar kwam Dat was niet te wijten j aan obstructieve bedoelingen, maar te wijten aan de obstructieve werking, welke de te genwoordige behandeling van groote wetsont werpen heeft Dc Minister wil geen kwaad, woord zeggen tegen de linkerzijde en haar vol recht erkennen ©hi te spreken gelijk zij gesproken heeft, bij moet immers tegen over het Jand onpartijdig, bescheiden zijn en niet poseeren als verdrukker dér minderheid; doch niettetmin heoft hij er den nadruk op gelegd dat dit Kabinet het slachtoffer van do tegenwoordige parlementaire werkwijze is geworden. Wat wij hier in de Kanier de laat stc dagen gehoord hebben, zullen wij straks buiten op het land hooren herhalen en eigen lijs is er toch maar één antwoord op, de nuchtere interruptie van deli heer Schaper: „Och kom, u weel wel beter I" Inderdaad, Minister Heemskerk weet wel be ter maar dat heeft hij met zijn grooten voor ganger dr. Kuyper gemeen, dat hij bij voorkeur hoorend doof en ziende blind is Zeker hij ontkent niet, dal er vele telle elcjmenten Sn het land zijn, maar daarvoor is d© regeering niet. aansprakelijk. De regeering heeft geen reactie gekweekt, zij regeerde slechts ruuu- de Eere Gods en al wat men aan feiten van kleinen en grooten aard heeft aangehaald, is buiten de regeering oiu gegaan Integendeel, als er van reactie sprake is dan moet die veeleer aan de vrijzinnigen geweten worden zij hebben altijd de geestelijke vrijheid aan- igetast Dit Kabinet, het is geweest zacht ten sober in zijn uitdrukkingen, gematigd in zijn daden, bescheiden in zijn beginselverklaring en h©t is nooit veranderd, niet in bet groot, niet het klein noch in wezen, noch in toon. De Minister heeft op dat punt de gedane be noemingen verdedigd; ontkend, dat hij de be doeling had om do theologische faculteit te Utrecht in gereformeerde handen te geven, evenzeer ontkend, dat hij met. de benoeming prof. de Sayomin Lobman iets andesrs bedoelde dal het voordragen van den meest geschikte tot het. principieel docoeren van het Christelijk staatsrecht En ten slotte is hij bij dit gedeelte der verdediging van do politiek van dit Kabinet in den breed© getreden m een critiek dor sociale wetgeving zooals bet concentratie program zich die voorstelt en in oen© verdedi ging van Minister TaJma. Wij hebben het. nu gehoord dat geheel liet Ministerie bij de Bak- kers wet aan de> zijde van, den Minister stond, wij hebben het nu ook gehoord, dat hel „'staatssocialisme" van Minister Talma, hal wolk men vooral in de Eerste Kamer Zoozeer vreest, door geheel de regeenng gedeeld wordt Minister Heemskerk hoeft overigens de sociale wetgeving laten rustenook hier als gewoonlijk zijn kracht gezocht in een critiek op wat links wel eens zal pogen tot stand te brengen, ■erdesr vooral den persoon van Minister Talma verdedigd. Dat laatst© was met recht een opep deui- intrappen, omdat ieder in de Kamer erkent den ijver ©n het talent van Mi nister Talma. Als echter daarom de heer Rood huijzen dezen Minister in dit kabinet thuis denkt, als een geheelonthouder in een likeur stokerij of als een varken in ©en synagoge - zooals de heer Heemskerk ook nu weer herin nerde dan heeft hij daarmede geen ongelijk. Ministejr Heemskerk heeft echter beweerd, (lat het juist daarom voor Minister Talma zoo veilig is, wijl hij evenmin zal wojrden ver slonden als het varken in d© synagoge. Als Minister Heemskerk dan ook ma*ir de conse quentie van d© vergelijking aanvaardt en erkent dat het opgaat, zoolangi dat varken goedig Ss en zijn theorie niet. opdringt! Nog een merkwaardig ©ogenblik was er tij dens deze verdediging van de „bescheiden" politiek der regeering. Het was toen Minister Heemskerk ontkende, dat hij de theologische faculteit in Utrecht in gereformeerde handen wilde brengen, en toen de lieer De Visser bij interruptie er aan herinnerde, dat dit nu toch al geschied was op een na. Hieruit spreekt zeker al afdoende duidelijk hoe broederlijk toch de overeenstemming inzake benoemingen onder de coalitie is. Misschien is daarin ook de verklaring te vinden, dat de heer De Visser bjj de algemeen© beschouwingen niet heeft .ge sprokén I Fel is v«n de regeeringstafel tegen de concentratie van leer getrokken. Herziening van liet tarief, oinnoodig, verheffing van de zelfstandigheid der vrouw, geen concentratie- artikel; onderwijs, daarin dient eerst gelijkstel ling te zijn verkregen, waarover de Minis-» ter zulke mooie plannen heeft, maar waarover hij niets zegtIndic, waar reactie tegen de christelijke politiek gevaarlijker is dan die politiek zelve I Hel was nu de concentratie^ die de antithese proclameerde, de Minister verzuimde erbij I© voegen hoezeer ze hiertoe doolr de coalitie is geprovoceerd. Men wil van links niets mededeel en over de financieels plannen en over de militaire inzichten hoe denkt de heer Tydeman daarover wel, die 'l tpch ook ze©r in de concentratie is betrok ken O, er is rechts zeevee] boosheid tegen de concentratie men herinnert zicli de dagen 1

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1912 | | pagina 1