BIJVOEGSEL
Middelburg 9 December.
Watersnood in Walcheren.
FEUILLETON
HET DERDE SCHOT?
Dinsdag 10 Dec. 1912, no. 292.
men gaan kan, niet meer dan 100 a 200 M
want dan slaat de weg gedeeltelijk oiuler
Water en roept voetgangers een onverbiddelijk
halt toe, dan krijgt men een kleinen indruk
van den hoogen waterstand van dezen winter.
Van deze wei staat de helft, van die twee
derde, een volgende driekwart en de vierde
staat geheel onder water. Maar aan dezen
kant, al wordt er ook veel scliade geleden is
hel toch nog niet het ergste en ook deze
is nog oen van de gunstigste daar hij
verhard is en dus met pa,ard en wagen,
bereden kan worden, al spoelt ook hier
en daar het water or over heen.
Wie echter niet over eigen gerei beschikt
en van Grijp skerkc a^m den Seiswcg zich
naar Brigdamme wil begeven ziet zich wel
gedwongen tot den grooten omweg over Mid
delburg langs welken weg Iiij het anders
ook wil beproeven, overal roopt het water
hem een halt toe.
vo,or een stoomgemaal verklaarde, onder bij
voeging echter, da,t hij tocli voor het be
stuursvoorstel zou stemmen, daar een stoom
gemaal hem te kostbaar voorkwam
Zoo kregen do onderleekenaren dus letter
lijk nul op het request
De twee hierop volgende jaren was de toe
stand dragelijk, hoewel ook in die jaren
enkele weilanden maanden aaneen onderston
den en de waterstand over het algemeen nog
te lioog was, maar dit jaar is het weer eren
treurig.
Terwijl liaas Slroo ons zoo 't een en ander
van die lijdensgeschiedenis verleide later
hebben wij bij hem thuis het korte afwijzende
antwoord en de Middelburgscho Courant -
„Zo praten zoo druk van den oorlog daar
in Turkije, meneer, maar hier op Walcheren,
hoe groot- daar de ellende is en de schae
die geleden wordt, dat weten de menschen
hiel, in Middelburg niot en ook de radon van
Walcheren niet, anders zou er wel wat aan
gedaan worden, zou er niot zoo om gelachen
worden als wij om een stoomgemaal vragen.
,;Als de hoeren het maar eens zagen, zouden
ze wel anders praten, ze moesten eens ko
men kijken hoe erg liet is De foto's geven
er nog maar eon half beeld van" zoo zeide
haas Stroo toen hij' op ,oms bureau de beide
hierby gereproduceerde foto's toonde en ons
meteen uitnoojdigde om eens een kijkje te
komen nemen in het door liet water getcister
de gebied.
Dat de waterstand hoog was, wisten we.
Wie in de nfgcloopen weken een wajudelingi
rond de siugels of maar een tramreisje naar
Vlissingen maakte, kan er van getuigen, hoo
de slooten bijzonder hoog staan en hier
daar laag gelegen landerijen" onder water lig
gen
Zooals het hier rond de stad is,
elders, alleen is het op sommige plaatsen
nog veel erger dan men hier ziet en zich be
denken kan
We moeten bekennen, dat ook wij wel aan
een beetje overdrijving dachten toen we Ver
halen hoorden van wegen die op sommige
plaatsen een meter onder water stonden, van
weiland waar geen puntje groen boven de
watervlakte uitstak en van bouwland dat ge
lijk lag met de oppervlakte der slootfen,
waar Iniet geploegd kon worden omdat de
einden onder water stonden.
Zoo grepen wo dan met graagte de gcle-
gcnlieid aan om ons zelf eens te overtuigen
en togen Zaterdag we hadden den raad
opgevolgd om een pa,ar hechte van dikke en
waterdichte zolen voorziene schoenen aan te
trekken, en den stevigsten stok, dien onze col-
loetje wandelstokken bood, uil to zoeken op
pad
Erg rooskleurig zag het er eerst voor onzen
tocht niot uit, een dichte mist omhulde den
Langen Jan en op de Bellinkbrug waren de
beide andere bruggen niet te ontdekken.
Langzaam klaarde, echter de lucht, de ne
velen trokken hooger en hooger en wijder
cirkelde de horizont. Langs den SeisWeg merkt
men eerst weinig van het water, de weg en
omliggende landerijen liggen hoog en maken
een goeden indruk, doch reeds hier en daar
bij een doojrkijkje blinkt achter de smalle
akkexstrook langs den weg een arm van het
gxoote meer, waarin Midden Walcheren is
herschapen.
Wie het gezicht kent over de Bevgsche
plassen, halfweg Rotterdam en Hillegersberg
gelegen, kan zich een idee vormen van het
beeld, dat zich verrassend en schilderachtig
ontplooit rechts van den weg ongeveer ter
hoogte van „La Solitude", dien fraaien hof,
waarvan het stoere hek met de hel geschilder
de wapenschilden nog van 17e-eeuwsche weel
de en heerlijkheid getuigt.
Oostelijk, in de richting van Brigdamme,
ziet Jnen daar een uitgestrekten waterplas
waaruit enkele groene eilandjes op een
enkel weidt nog een scliaap, dat hebben de
boeren er tenminste nog van en pollen
ziet oprijzen. Wanneer men bjj „het Wafeltje"
bet Schotel wegje inslaat, dat mooie met ko
lengruis verharde wegje dat dezen zomer
zoo'n goeden fietsweg bood en gaat zoo ver
4 April'mO met het verslag dor polderver-
gadering, die trouw door hem bewaard wor
den, gelezen - waren w« weer terug op
den Seisweg gekomen en stonden nu voor den
Iloogelandschen weg, 'lieu we ui zouden slaan
om eerst eens een goeden blik op den water-
In liet aardige huisje even voorbij „het- «wolf to krijgen
Wafeltje" dat als liet ware don weg belieersoht
door dat het de heele bocht afziet c» ook
iop zij en v.au achteren uitzicht geeft op
den weg, woont na,ast zijn boerderij, dio
nu door zijn schoonzoon gedreven wordt, de
lieer Strop.
Toen wij aankwamen stond hij al in de
deur en state een hand op ter welkom en om
den weg te wijzen eu spoedig zaten wij
binnen, waar de vrouw al voor een leuker
bakje koffie gezorgd luid.
Na deze opwekking, gingen wij er dadelijk
op uit, achter langs den tuin door, die prach
tig hoog gelegen is en van hel water niet
het minste hinder heeft, tot we daar opeens
hij een kromming op bouwland gekomen in
de verte het wijde meer aanschouwden, dat
onze foto's te zien geven. We wandelden
tot de uiterste grens van het boven water
gebleven gebied naar het punt vanwaaï de
eerste foto (die waarop hel paard niet te
zien is) genomen word. Als eilandjes steken
daar uil die cindelooze watervlakte de enkele
hofsteden op Baas Stroo wees ze aan, eerst
links wees hij op het bosch van baron van
Lijnden, dat in den wijkenden mist juist was
te zien en de Zuidgrens vormt van de inun
datie rondom lloogelande, en dan, langzaam
gaande naar rechts de vereenzaamde hoeven,
die daar zoo triest staan uit te zien, van
Augustus af nu al, over do troopteloOze»
wateren eerst die van Lieven Versluis, die
zijn kinderen niet meer na,a,r school kan
„Kijk, buurman Koene heeft bezoek", zei
Stroo en waarlijk een wagen stond uitgespan
nen op het erf
van baas Koene- met den ploeg van het land
Luid spattend stapten de paarden door liet
water, zoadat we even halt moesten contfnan-
deeren om er ongehinderd voorbij te komen
De slee waarop de ploeg rustte gleed niet
langer over den weg, neen d r e «- f, alleen
de wielen wentelden diep in de slik. De weg
is erg ongelijk hier en daar, vertelde do jon
gen ons, er vallen op sommige plaatsen diepe
putten ju, en hij Stapte naar het midden, waar
hij na ecnig zoeken juist zoo'n kuil vond,
zjoo diep dat het water stond lot den rand
van zijn laarzen
De ploeg kwam van een stukje bouwland
dat juist nog boven >le watoren uitstak, van
af het land van baas Stroo luidden wij den
jongen kerel aan het werk gezien. Nu dit beeld
weg was leek alles nog meer vereenzaamd,
nog trooptcloozer, slechts groote vluchten
kieviten tsi een enkele kokmeeuw scheerden
over de watervlakte.
„Ik heb bier 38 gemeten w iland liggen'
zei baas Koene, ,,en er stoken er nog geen
10 boven 't water uit. sommige zitten er van
Augustus af al onder 't Hooi heb 'k er nog
af kunnen halen, maar van al het eten dat
„Maar we konden toch wel even aanloop enno„ nakwam> hebben de koeten
en vragen of Inj meegaat," voegde hij er had [lt September zijn zo al binnen geliaald
aan toe en zoo stapten we het erf op en I eil mi)n ]<mg voC iUU Jüngc paarden heb ik
troffen al spoedig buurman Koene aan, die j uit kloeten besteden bij een ander, wat ook
geen bezoek bleek te hebben, doch het gerij heel wat kosl. frouwens hel zag er op den
van bezoekers voor den oudon jarigen man m j llof w,jk lliel schitterend uit, dc- meStpufi
bewaring had genomen, terwijl de- bezoekers j sUa, nu door hot jl00ge W(ttter in opejl vor
zelf te voet hun pad zouden U-achten te bllldulg mol dc. sloot ,vaaru.t liet drinkwute
oor hel vee moet geput Worden en
berg staal rondom in hel nat
•teentje tot steentje gaande
vinden voor bek voe m.jet geput worden en de hooi-
De lieer Koone bevestigde ons i do verhalen
over de schade dio het water aanricht, hij
iveos er op, gelijk do hoer Stroo reeds vroeger
i too op een droog plekje even uitblazend!
gedaan had, hoe geheel en al juist het artikel ,j 1
i hadden Wij ten slotte toch de brug over den
is, dat «te heer I G -I Kakoboeko in het
Z Utfh-- Weekblad «M hoe de lm-\°t'
den, »](S ol „iet onder water, tooi, "'0, T« ,ie
naar onze begeleiders verklaarden en naar
lilden door den boegen waterstand doordat de
1 b hel watervuil <lat de weinige tui droge pkk-
lucht niet kan toetreden
Baas Koene verklaarde zich bereid ons een
eindje te vergezellen.
.Ik zal mijn waterlaarzen aantrekken, om
de steenen goed te leggen", v<-rklaarde hij
en toen wij een eindje den Hoogelandschen
weg in waren gegaan, begreep ik den zin van
<lic woorden.
De Hoogelandsehe weg slaat namelijk geheel
onder water, op gunstige plaatsen staal het
water 40 cM., op de ougunstigste zelfs 1 M.
hoog. Langs den weg - wie m den zomertijd
jes bedekte, ook uitwees, in de laatste dagen
al een enkelen centimeter gezakt.
fear wil men dit gedeelte van Walcheren,
droog hebben dan moet do nul bereikt zijn «n
het water juist op peil slaan en dal zal voor
den zomer wel niet bereikt worden.
Als er eens Oostenwind kwam, waagde een
onzer op te merken, maar men beduidde hem,
dat Oosten of Noord-Oostenwind m dit jaar
getijde vorst betoekejit en vorst zou den
toestand nog vererg'orwi. Dat is voor drie
jaar ook zoo geweest en toen was het is»j-
eenden en veel, lirel veel kieviten zijn huil
eunig gezelschap.
Lieven Versluis stond op zijn erf ea ver
telde gelaten van do groot»- schade, die hij
lijdt en die op geen honderden ua te schat
ten is.
to de eerste plaats ligt daar 20 genieten
weiland, waar hij geen halfje vain getrokken
heeft, dan staat het vee al vau September
op stal, wat voor elk beest een onkosten
vaïi 70 a SO wnt daags mc-brengt Maar dat
is nog niet al. Het gras van de weiden die nu
al meer dan 3 maanden onder slaan en nog
wel 3 maanden onder zulten blijven lijdt ont
zaggelijk, zoodat de weidon in waarde achter
uit gaan do ingekuilde aardappelen rotten
weg, want liet water komt in de kuilen
on de kelder kan geen bergplaats geven, want
die staat al lang onder water En nog meet
schade is cu-, doordat aardappelen en tarwe
mot kuiuien geleverd worden, daar wagens van
dc boerderij niot weg kunnen komen.
Lioveii Versluis Was slecht te spreken Za
terdag, en is dat wel zoo heel erg te vor-
w onderen Y
Toen wo weer naar Watervliet teruggeliag-
gexd waren, hebben we getracht d»- ruTaó
te bei-eiken.
Langs den weg giuit dat niot, dio slaat diep
onder watereen boer di® verleden week
eou paard moest transporteren, stonil op som
mige plaatsen lol de borst inliet nal er wa
ren gedeelten, die door het 'lier zwemmende
werden afgelegd.
We probeerden het door de weiden; over
de liooge gedeelten heeft zich een snort pad
govotmd en zij die er gebruik van moeien
maken, hebben over de slooten planken gelegrl
en leuningen daarbij aangebracht.
Voor monsclien iieel doelmatig, maar ern
koe, 'lie naar den slier moet, en die zijn er,
kan men niet over zoo'n pliuikjo voeren I
liet eerste deel van deze aid waling ging ons
dan ook voor den vind, maar toen kwamen
wij plotseling voor de keus te staan, tol bo
ven de enkels door liet water, of terugkecren.
Welnu, wij hadden genoeg gezien, wij zijn
teruggekeerd.
En geloof nu uiol. dat deze streek rond Hoo-
gelande een uitzondering vormt, liet is er
niisschieji het ergste, maar heel het cenlnim
van Walchert-Ji, binnen de lijn Souburg, Kou-
dekerke Biggekerke, Meliskerke, Grijpskeiko,
Oostkapelle, N-rooskorke, Gaping® heeft van
liet water te lijden
„Toen verleden jaar een vbogmacliinê vloog
Vlissnigen naar Doinbiu-g, zagen w«- de
nucax hier oj> dun hu-
wel ledns eau bezoek bracht aan de ruüie, beeft
sturen daar de weg naar 't Zand in een rivier het opgemerkt - loopt een verhoogd voetpad, j lenient voor do ingesloten hoeven volk»>m«,
herschapen is, dan de hoeve van Lambertus dat c veneens ondei' water staat, doch waarop Nu ton men er, als het moet. nog mot paard en yju( VI1SMU
Verhagen, waar juist de oude schoonvader, j men, telkens op een pas afstands door ,:«i kar door, al stroomt dan soms ook bet water w(nulvyi,u dl,v
de oude Vrecken zijn 8Ssteu jaa,rdag vierde. viertal metsclsteenen paarsgewijs op elkaar 1e wei' de vagen heen, maar als er ijs komt, d 7iUw w m MnldeWiiwsohe
„Die zal met veel bezoek krijgen van- stapelen, boven het water stekende steunsols«ton wordt dit onmogelijk, de paarden worden (oealar)deJ1-. |,.tas Str,„, ftll i,auOI1.
daag" merkte baas Stroo op „ze kun der niet voor den voet heeft gemaakt, zoodat men .dan door het scherpe ijs w pooten v*r» Imrklocht bov<J|) Wa|cheren /(lll wk,., verrassende
komen met de wagens ea voor do vrouwen droog kan gaan van den hof van Koene naar gewond en bovendien wordt het moeilijk om ?ezichten IeveK!n
is het padje over de steenen er naar toe Watervliet. I "et P«n te vinden j Onze tocht door dat deel van Walcheren
'ook lang niet gemakkelijk" en meteen vertelde; Om over zoo'n weg van stapsteen en over j Het eenige middel, zei Stroo, is oen stoom- jle6^ onS g,,]eOT(]j d;d Tn0J1 daar -ilgeme
hij, hoe vóór drie jaar de toestand nog erger een aanzienlijke lengte zich voort te bewegen geniaal en geen kinderspulletje, geen pomp vei-laiigen uitziet naar «ten stoomgemaal.
was, dat toen de peilschaal aan den Dom- eischt. zekere acrobatische vaardigheid, men op de vest mo,ar oen degelijk stoomgemaal Qvei,,d hoorden wij met veel instemming spre-
burgschen watergang op 6 stond, terwijl hij heeft er stevige, beenen en een dito wandel-J van een voldoende capaciteit om «a Iwvige VJU| jud artikel van den In-.-r
nog maar de vijf haalde. ..stok van noode Dit bleek ons gezelschap teregens in één of twee dagen de luie! weer op K^fcelieeke en we ki-ngcm de overtuiguu dat
I Stroo was toen de eerste onderleekenaar bezitten, want heelhuids en wat meer zegt pci' te brengen En d<- nuumen, die wij op (ie| (wf sland komen van liet stoomgemaal den
van een request aan liet polderbestuur, waarop droogvoets zijn we op Watervliet aange- Watervliet, w-aar juist bezoek was. ongjuoet- 1 |WBre,l daar belangrijke offers n-a.u-d zouzipi.
103 handboekeningen voorkwamen en waarin komen i ten, waren het er glad mee eens De kosten j Zooals de toestand on i- i- hij ouhond-
verzocht werd om een stoomgemaal te plaat- Maa'" w(j, allen stevige mannen, hadden op achtten zij niot bet bezwaarlijks!, doch nn-n b a a
sen ten einde aan den onhoudbaren toestand klaarlichten dag en bij gunstig weer al eenigemoet, de liooge boeren ook vooi het plan win- cilldigeu m,,j d,unanieiu geuiten
oen einde te maken. Den 3en April 1910 moeite om niet van de steenen te geraken, neu en dat gaat lukken, want. vertelde er een, i weiisci, d;d t,„ j, d,. i.olderradi-ji zelf op il> n
werd dit request in een poldervergaderingl men stelle zich echter voor den geest, dattot onder O-jsfldapeUe toe hebben ze dïl Hoozelandschen weg een kijkje koini-u j
behandeld, tegelijkertijd met eon nota van er zich omstandigheden voor kunnen doen.1 J8*? water te veel De polder zou dan e chter
den voorzitter van hel polderbestuur den heer waarin het in het holle van een pikduisterenin vakken verdeeld moeten worden,, welke
Den Bouwmeester, ivelke betoogde dal. de nacht, noodzakelijk is van een van die eiland-'door dammen en sluizen, van elkaar geschei-
sluis le Vlissingen voldoen/Ie voor de af- hofstetlon zicli, om geneeskundige hulp b.v., den zouden zijn, opdat in de hooge gedeelten
'watering zorg kon dragen, dat de toestand naar de stad to begeven, Dan moet men bet peil bv. op 3 moet blijven, terwijl voor
(feitelijk Zoo erg niet was, want dat bet op liet licht van een fietslantaarn zijn pad de Lagere gedeelten 0 meer gewenscht is
1 water bijna uitsluitend regenwater was en vinden, glipt men uit. naar die zijde waar j L)e heer Zwagerman had wel gelijk loen hij
daarom zoo goed werkte om het zout dat in zich de sloot bevindt, dan is meai verloren, "i de vergadering van de aïd. Middelburg vim
alle gronden van Walcheren voorkomt uit te het licht dooft uit-en hulp kan er niet geboden de Zeeuwsclio Landbouw Maatschappij van
spoelen en dat het water alleen op de wei- worden,
landen stond Wel waren ook enkele bouw- En als men dan terugkomt en den steed-
landen overstroomd, maai- dit waren gronden sclien dokter voor het geval moot stellen
eigenlijk voor bouwgrond te laag gelegenzijn eigen leven te wogen om der wille van
en die alleen door de voora%aan.de drie zeer j een doo|dzieke.
j droge jaren voor dat doel gescheurd hadden Heeft men eigenlijk geen gelijk als men
1 kunnen worden Het voordeel in die drie hier klaagt van een groote ellende, die het
I jaren vaji dezen grond behaald, woog, naar1 water over het hart van Walcheren, het
het in die nola boette, ruimschoots op tegen vruchtbare middendeel, heeft gebracht?
En toch Worden weinig klachten gehoord.
Dat komt omdat de bewoners aan den toe
stand gewoon zijn geraakt, het is zoo al hon
derden jaren en, de heer Stroo zei het zoo
snijdend, de ellende heeft hen verhard, zij1
klagen niet meer.
Terwijl we zo,o voortstapten v.an steentje
itot steentje kwam over den weg een der Jzoons
j de schade in den zomer v,3ji 1909/1910.
j Bovendien ondervonden de landen alleen in
maanden December en Januari overlast van
het water.
Op deze nota, grondde het dagelijksch be
stuur een voorstel om het verzoek af le
wijzen. In de vergadering ging slechts éen
stem op, die zich, hoewel zeer zwakjes',
Crimineele Roman
HANS VON WIESA.
(Vertaald met toestemming van den
Uuitscóen schrijver.)
„Ook in dienstzaken kan men in conflict
met elkaa,r komen", merkte de commissaris
met een zekere hardnekkigheid op. „Heeft u
nooit omeemigheid met elkaar gehad?"
„Oneenigheden Neen."
„V houdt u precies aain dat woord
„Er is niets gebeurd wat hier met mogelijk
heid invloed op gehad kan hebben."
„Dat te beoordeelen kunt u noch ik op
het. oogenblik. VoorLoopig ton minsteniet
Dus?"
Behnnger wilde iets zeggen, maar na eenig
nadenken, antwoordde hij: „Neen, niets."
„Misschien herinnert ge het u niet precies
meer."
,JJiets", herhaalde Behringer met vaste
stem
Vólk zag Behringer zeer oplettend aan.
„U verzwijgt mij iets"
„Ja".
„Waarom?"
„Omdat ik een gegeven woord niet breken
wil."
„Laten wij «lat punt dus laten rusten
En weder voert het lot u hier te zamen I"
zeide Volk, en verviel weldra in diep gepeins.
Ook de beide andere lieeren zwegen, ieder
was met zijn eigen gedachten vervuld. Midden
in de stilte klonk do helle klank van een
klok, idie in een der torens van het kasteel
den tijd aankondigde
Mylius 1 taalde zijn horloge uit
.Een uur", zeide hij.
Do tijd van naar bed gaan 9cheen echter
nog voor* geen van drieën gekomen te zijn.
Het werk dal ik buiten kon doen is voor
vandaag afgedaan", zeide Völk eindelijk op
ernstigen toon nu begint het moeilijkste ge
deelte van mijn, of liever onzen arbeid de duis
tere paden in de diepte eencr menschenziel
op te sporen en er den weg in te vinden
Na een korte pauze ging lig voort: „Ik wil
u niet langer verzwijgen, mijnheer Behringer,
<lal ik reden heb te denken dat houtvester
Rott niet vrij van schuld is aan de ramp Idie
lieden is geschied. Misschien kunt u ons hel
pen en eenig© opheldering geven. Laten wij
in do eerste plaats zoeken naar beweeg
redenen, die in het hart van dezen man
kwade gedachten en plannen hebben doen op
komen Bijvoorbeeld heeft u hier in Beuken-
woud onoenigheid met Rott gehad?"
„Nooit".
„Wist de houtvester, dat hij eenigen nadoe-
ligen invloed van u zou ondervinden, wanneer
u later eigenaar van dit landgoed wordt. Was
moeilijk vraagstuk sprak en aanraadde
het advies van «sen waterbouwkundige in te
roepen
Alleen. hier heorsoht nood. en adviezen
Sprak daar niet iemand van een kapstok?
Ons plan om tot Lieven Versluis te gaan,
hebben wij kunnen volvoeren, niet langs den
j officieelen weg, want dan hadden we moeten
zwemmen, maar over hooggelegen akkers heen,
hier en daar over een padje van bossen
stroo en takkeboasen, dal juist boven den
waterspiegel uitkeek, zijn wij er gekomen
Dat is het einde der wereld Zenuwlijders
die rust behoeven, hypochonders, die het
wereldscho leven zat zijn, vrome kluizenaars,
zij kunnen er hun ideaal vinden. Een koppel
hij soms bang zijn betrekking te verliezen?"
„Ik bob hem nooit, eenige aanleiding igege-
ven om zich daarover ongerust, te maken
,Het geheim dat tusschen u beiden bestond,
zou toch niet een reden voor n wezen den man
den dienst op te zeggen?"
„Als hij zijn plicht doet, nooit."
„Was er destijds sprake van een amhtelijkem
misstap?"
Behringer wieip een vluchtige» blik op don
spreker en zeide blijkbaar een weinig ont
stemd: „Ik heb geen woord gesproken van
een ambtelijken misstap, mijnheer Völk, dat
is een vermoeden van u persoonlijkik
heb alleen gezegd wat iedere heer zou zeg
gen, wanneer hij gevraagd word naai- de reden
waarom een beambte zijn lietreklring moest
verliezen
Völk knikte toestemmend en ging voort
„In ieder geval uw verhouding tot elkander
zou altijd iets pijnlijks behouden Heeft u in
goenerloi betrekking gestaan tot de jongedame
sedert u met freule von Riltner verloofd is?"
„0 neen, reeds geruimen tijd te voren niet
meer."
„Met beider goedvinden?"
„Ja. Wij zijn zonder boos op elkaar te zijn,
van elkaar gegaan, ieder zijn eigen weg"
„En nu komt zij plotseling opdagen Rott
was van haar komst op do hoogte."
„Wat zegt u?"
Behringer wendde zich met de grootste ver
bazing tot den spreker.
„Ik heb een bepaalde reden om dat aan te
nemen. En nu de diefstal van het hand-
laschje. De indringer, wiens naam ons nog
niet met zekerheid bekend is, moet zeer
nauwkeurig op de hoogte zijn van de localiteit
alhier en van de kamers die door U en uw
vriend gebruikt worden hij moet daarenboven
geweten hebben dat »-r een handlaschje aan
wezig was, misschien nas h(j zelfs wel op
de hoogte van den inhoud, die hem mogelijk
wel in gevaar kon brengen of oompromittee-
rend voor hem wezen
„li moet niet vergeten, dat de houtvester
dit beschouw ik ten minste nog steeds als
een feil dooi" zijn verstuikten voet aan
huis gelionden was", bracht de .officier va«
justitie in het midden
Völk deed alsof hij naai die woorden luis
terde
„Maar wal zon den houtvester kunnen bewe
gen het jonge meisje, dat goed van vertrou
wen hier luiar toe kwam, te dooden?"
Dr Mylius schoof ongeduldig op zijn stoel
heen en weer.
„Ik kan al uw gevolgtrekkingen met mijn
koel verstand niet volgen", merkte hij op.
Völk zag den spreker aan met zijn kalmem
blik.
„Mijn redeneering is ook volkomen koel
ach, maar wij komen vandaag niet verder
Morgen zeer vroeg zullen wij naar de hout-
ves'terswoning gaan en op de plaats zelve
eenige vragen trachten te beantwoorden Nog
één vraag, mijnheer Behringer aan u, als
jager, gelooft u dat honden, die 's nachts
een reebok hebben overvallen en geworgd,
.„verscheurd" zooals een jager het noemt.
TWEEDE KAMER.
O or log.
De minister van oorlog bostrjjdt in de me
morie van antwoord op do oorlogsbegrooüng do
meenixig dal hij met wetsvoorstellen ter
verbetering der defensie had moeten
wachten op liet rapport van de Staatscom
missie.
Dat liet recht van medezeggenschap van «le
Eerste Kamer voor oen goed deel ter zijde
wordt gesteld doordat er ook gewichtige
zaken op zijn begrooting voorkomen, kan de
Minister onmogelijk beamen, «ui hij kitu dan
ook geen vrijheid vinden deze voorstellen uit
zijne begroeting le lichten De niogehjkhwl,
dat wellicht, een opvolger de nieuwe orga
nisatie en de positieregeling der onderofficie
ren zal hebben uit to voeren, kon tien Mi
nister er niet toe brengen deze voorstellen
den volgenden «lag de plek nog kunnen weer
vinden, in geval zij daartoe aangezet worden
„Het is meer dan waarschijnlijk, daar de
grond op zulk een plaats mot bloed gedrenkt
moot wezen Hoe komt u tot dio vraag?"
Völk stond op
„Morgen, luitenant, morgen De beleefdheid
tegenover onze gastvrouw gebiedt dal wij nu
naar bed gaan. Wanneer u het goed vindt
gojeden nacht I
Nog eenmaal kwiuu er beweging in huis,
maar alles geschiedde iii de grootste still".
Weldra gingen achtereenvolgens alle' lichten
uit. Het kasteel was woldra in duisternis ge
huld Alleen achter de gordijnen van do ka
mers van Behringer, verdween het flauwe licht
niet.
Ilij wierp zich geheel gekleed op zijn bed.
In. de stilte die hem omringde hoorde hij niets
dan het ruischen der boomen, nu eens zwak
ker en dan eens liarder, maar nooit verstomde
hot geluid geheel en al liet onrustige van
den herfstnacht. de boomtoppen ruieclit-
ten scheiden, scheiden
Gisteren duurde hel ook lang voordat hij
sliep, maar toen was het liet geluk dat hem
Wakker Jiield. De kussen van zijn meisje
brandden hem nog op de hppeu.
En nu, dat wist hij, zou ook zij geen rust
kunnen vinden
(Wordt vervolgd).