BIJVOEGSEL Middelburg 9 December. Watersnood in Walcheren. FEUILLETON HET DERDE SCHOT? Dinsdag 10 Dec. 1912, no. 292. men gaan kan, niet meer dan 100 a 200 M want dan slaat de weg gedeeltelijk oiuler Water en roept voetgangers een onverbiddelijk halt toe, dan krijgt men een kleinen indruk van den hoogen waterstand van dezen winter. Van deze wei staat de helft, van die twee derde, een volgende driekwart en de vierde staat geheel onder water. Maar aan dezen kant, al wordt er ook veel scliade geleden is hel toch nog niet het ergste en ook deze is nog oen van de gunstigste daar hij verhard is en dus met pa,ard en wagen, bereden kan worden, al spoelt ook hier en daar het water or over heen. Wie echter niet over eigen gerei beschikt en van Grijp skerkc a^m den Seiswcg zich naar Brigdamme wil begeven ziet zich wel gedwongen tot den grooten omweg over Mid delburg langs welken weg Iiij het anders ook wil beproeven, overal roopt het water hem een halt toe. vo,or een stoomgemaal verklaarde, onder bij voeging echter, da,t hij tocli voor het be stuursvoorstel zou stemmen, daar een stoom gemaal hem te kostbaar voorkwam Zoo kregen do onderleekenaren dus letter lijk nul op het request De twee hierop volgende jaren was de toe stand dragelijk, hoewel ook in die jaren enkele weilanden maanden aaneen onderston den en de waterstand over het algemeen nog te lioog was, maar dit jaar is het weer eren treurig. Terwijl liaas Slroo ons zoo 't een en ander van die lijdensgeschiedenis verleide later hebben wij bij hem thuis het korte afwijzende antwoord en de Middelburgscho Courant - „Zo praten zoo druk van den oorlog daar in Turkije, meneer, maar hier op Walcheren, hoe groot- daar de ellende is en de schae die geleden wordt, dat weten de menschen hiel, in Middelburg niot en ook de radon van Walcheren niet, anders zou er wel wat aan gedaan worden, zou er niot zoo om gelachen worden als wij om een stoomgemaal vragen. ,;Als de hoeren het maar eens zagen, zouden ze wel anders praten, ze moesten eens ko men kijken hoe erg liet is De foto's geven er nog maar eon half beeld van" zoo zeide haas Stroo toen hij' op ,oms bureau de beide hierby gereproduceerde foto's toonde en ons meteen uitnoojdigde om eens een kijkje te komen nemen in het door liet water getcister de gebied. Dat de waterstand hoog was, wisten we. Wie in de nfgcloopen weken een wajudelingi rond de siugels of maar een tramreisje naar Vlissingen maakte, kan er van getuigen, hoo de slooten bijzonder hoog staan en hier daar laag gelegen landerijen" onder water lig gen Zooals het hier rond de stad is, elders, alleen is het op sommige plaatsen nog veel erger dan men hier ziet en zich be denken kan We moeten bekennen, dat ook wij wel aan een beetje overdrijving dachten toen we Ver halen hoorden van wegen die op sommige plaatsen een meter onder water stonden, van weiland waar geen puntje groen boven de watervlakte uitstak en van bouwland dat ge lijk lag met de oppervlakte der slootfen, waar Iniet geploegd kon worden omdat de einden onder water stonden. Zoo grepen wo dan met graagte de gcle- gcnlieid aan om ons zelf eens te overtuigen en togen Zaterdag we hadden den raad opgevolgd om een pa,ar hechte van dikke en waterdichte zolen voorziene schoenen aan te trekken, en den stevigsten stok, dien onze col- loetje wandelstokken bood, uil to zoeken op pad Erg rooskleurig zag het er eerst voor onzen tocht niot uit, een dichte mist omhulde den Langen Jan en op de Bellinkbrug waren de beide andere bruggen niet te ontdekken. Langzaam klaarde, echter de lucht, de ne velen trokken hooger en hooger en wijder cirkelde de horizont. Langs den SeisWeg merkt men eerst weinig van het water, de weg en omliggende landerijen liggen hoog en maken een goeden indruk, doch reeds hier en daar bij een doojrkijkje blinkt achter de smalle akkexstrook langs den weg een arm van het gxoote meer, waarin Midden Walcheren is herschapen. Wie het gezicht kent over de Bevgsche plassen, halfweg Rotterdam en Hillegersberg gelegen, kan zich een idee vormen van het beeld, dat zich verrassend en schilderachtig ontplooit rechts van den weg ongeveer ter hoogte van „La Solitude", dien fraaien hof, waarvan het stoere hek met de hel geschilder de wapenschilden nog van 17e-eeuwsche weel de en heerlijkheid getuigt. Oostelijk, in de richting van Brigdamme, ziet Jnen daar een uitgestrekten waterplas waaruit enkele groene eilandjes op een enkel weidt nog een scliaap, dat hebben de boeren er tenminste nog van en pollen ziet oprijzen. Wanneer men bjj „het Wafeltje" bet Schotel wegje inslaat, dat mooie met ko lengruis verharde wegje dat dezen zomer zoo'n goeden fietsweg bood en gaat zoo ver 4 April'mO met het verslag dor polderver- gadering, die trouw door hem bewaard wor den, gelezen - waren w« weer terug op den Seisweg gekomen en stonden nu voor den Iloogelandschen weg, 'lieu we ui zouden slaan om eerst eens een goeden blik op den water- In liet aardige huisje even voorbij „het- «wolf to krijgen Wafeltje" dat als liet ware don weg belieersoht door dat het de heele bocht afziet c» ook iop zij en v.au achteren uitzicht geeft op den weg, woont na,ast zijn boerderij, dio nu door zijn schoonzoon gedreven wordt, de lieer Strop. Toen wij aankwamen stond hij al in de deur en state een hand op ter welkom en om den weg te wijzen eu spoedig zaten wij binnen, waar de vrouw al voor een leuker bakje koffie gezorgd luid. Na deze opwekking, gingen wij er dadelijk op uit, achter langs den tuin door, die prach tig hoog gelegen is en van hel water niet het minste hinder heeft, tot we daar opeens hij een kromming op bouwland gekomen in de verte het wijde meer aanschouwden, dat onze foto's te zien geven. We wandelden tot de uiterste grens van het boven water gebleven gebied naar het punt vanwaaï de eerste foto (die waarop hel paard niet te zien is) genomen word. Als eilandjes steken daar uil die cindelooze watervlakte de enkele hofsteden op Baas Stroo wees ze aan, eerst links wees hij op het bosch van baron van Lijnden, dat in den wijkenden mist juist was te zien en de Zuidgrens vormt van de inun datie rondom lloogelande, en dan, langzaam gaande naar rechts de vereenzaamde hoeven, die daar zoo triest staan uit te zien, van Augustus af nu al, over do troopteloOze» wateren eerst die van Lieven Versluis, die zijn kinderen niet meer na,a,r school kan „Kijk, buurman Koene heeft bezoek", zei Stroo en waarlijk een wagen stond uitgespan nen op het erf van baas Koene- met den ploeg van het land Luid spattend stapten de paarden door liet water, zoadat we even halt moesten contfnan- deeren om er ongehinderd voorbij te komen De slee waarop de ploeg rustte gleed niet langer over den weg, neen d r e «- f, alleen de wielen wentelden diep in de slik. De weg is erg ongelijk hier en daar, vertelde do jon gen ons, er vallen op sommige plaatsen diepe putten ju, en hij Stapte naar het midden, waar hij na ecnig zoeken juist zoo'n kuil vond, zjoo diep dat het water stond lot den rand van zijn laarzen De ploeg kwam van een stukje bouwland dat juist nog boven >le watoren uitstak, van af het land van baas Stroo luidden wij den jongen kerel aan het werk gezien. Nu dit beeld weg was leek alles nog meer vereenzaamd, nog trooptcloozer, slechts groote vluchten kieviten tsi een enkele kokmeeuw scheerden over de watervlakte. „Ik heb bier 38 gemeten w iland liggen' zei baas Koene, ,,en er stoken er nog geen 10 boven 't water uit. sommige zitten er van Augustus af al onder 't Hooi heb 'k er nog af kunnen halen, maar van al het eten dat „Maar we konden toch wel even aanloop enno„ nakwam> hebben de koeten en vragen of Inj meegaat," voegde hij er had [lt September zijn zo al binnen geliaald aan toe en zoo stapten we het erf op en I eil mi)n ]<mg voC iUU Jüngc paarden heb ik troffen al spoedig buurman Koene aan, die j uit kloeten besteden bij een ander, wat ook geen bezoek bleek te hebben, doch het gerij heel wat kosl. frouwens hel zag er op den van bezoekers voor den oudon jarigen man m j llof w,jk lliel schitterend uit, dc- meStpufi bewaring had genomen, terwijl de- bezoekers j sUa, nu door hot jl00ge W(ttter in opejl vor zelf te voet hun pad zouden U-achten te bllldulg mol dc. sloot ,vaaru.t liet drinkwute oor hel vee moet geput Worden en berg staal rondom in hel nat •teentje tot steentje gaande vinden voor bek voe m.jet geput worden en de hooi- De lieer Koone bevestigde ons i do verhalen over de schade dio het water aanricht, hij iveos er op, gelijk do hoer Stroo reeds vroeger i too op een droog plekje even uitblazend! gedaan had, hoe geheel en al juist het artikel ,j 1 i hadden Wij ten slotte toch de brug over den is, dat «te heer I G -I Kakoboeko in het Z Utfh-- Weekblad «M hoe de lm-\°t' den, »](S ol „iet onder water, tooi, "'0, T« ,ie naar onze begeleiders verklaarden en naar lilden door den boegen waterstand doordat de 1 b hel watervuil <lat de weinige tui droge pkk- lucht niet kan toetreden Baas Koene verklaarde zich bereid ons een eindje te vergezellen. .Ik zal mijn waterlaarzen aantrekken, om de steenen goed te leggen", v<-rklaarde hij en toen wij een eindje den Hoogelandschen weg in waren gegaan, begreep ik den zin van <lic woorden. De Hoogelandsehe weg slaat namelijk geheel onder water, op gunstige plaatsen staal het water 40 cM., op de ougunstigste zelfs 1 M. hoog. Langs den weg - wie m den zomertijd jes bedekte, ook uitwees, in de laatste dagen al een enkelen centimeter gezakt. fear wil men dit gedeelte van Walcheren, droog hebben dan moet do nul bereikt zijn «n het water juist op peil slaan en dal zal voor den zomer wel niet bereikt worden. Als er eens Oostenwind kwam, waagde een onzer op te merken, maar men beduidde hem, dat Oosten of Noord-Oostenwind m dit jaar getijde vorst betoekejit en vorst zou den toestand nog vererg'orwi. Dat is voor drie jaar ook zoo geweest en toen was het is»j- eenden en veel, lirel veel kieviten zijn huil eunig gezelschap. Lieven Versluis stond op zijn erf ea ver telde gelaten van do groot»- schade, die hij lijdt en die op geen honderden ua te schat ten is. to de eerste plaats ligt daar 20 genieten weiland, waar hij geen halfje vain getrokken heeft, dan staat het vee al vau September op stal, wat voor elk beest een onkosten vaïi 70 a SO wnt daags mc-brengt Maar dat is nog niet al. Het gras van de weiden die nu al meer dan 3 maanden onder slaan en nog wel 3 maanden onder zulten blijven lijdt ont zaggelijk, zoodat de weidon in waarde achter uit gaan do ingekuilde aardappelen rotten weg, want liet water komt in de kuilen on de kelder kan geen bergplaats geven, want die staat al lang onder water En nog meet schade is cu-, doordat aardappelen en tarwe mot kuiuien geleverd worden, daar wagens van dc boerderij niot weg kunnen komen. Lioveii Versluis Was slecht te spreken Za terdag, en is dat wel zoo heel erg te vor- w onderen Y Toen wo weer naar Watervliet teruggeliag- gexd waren, hebben we getracht d»- ruTaó te bei-eiken. Langs den weg giuit dat niot, dio slaat diep onder watereen boer di® verleden week eou paard moest transporteren, stonil op som mige plaatsen lol de borst inliet nal er wa ren gedeelten, die door het 'lier zwemmende werden afgelegd. We probeerden het door de weiden; over de liooge gedeelten heeft zich een snort pad govotmd en zij die er gebruik van moeien maken, hebben over de slooten planken gelegrl en leuningen daarbij aangebracht. Voor monsclien iieel doelmatig, maar ern koe, 'lie naar den slier moet, en die zijn er, kan men niet over zoo'n pliuikjo voeren I liet eerste deel van deze aid waling ging ons dan ook voor den vind, maar toen kwamen wij plotseling voor de keus te staan, tol bo ven de enkels door liet water, of terugkecren. Welnu, wij hadden genoeg gezien, wij zijn teruggekeerd. En geloof nu uiol. dat deze streek rond Hoo- gelande een uitzondering vormt, liet is er niisschieji het ergste, maar heel het cenlnim van Walchert-Ji, binnen de lijn Souburg, Kou- dekerke Biggekerke, Meliskerke, Grijpskeiko, Oostkapelle, N-rooskorke, Gaping® heeft van liet water te lijden „Toen verleden jaar een vbogmacliinê vloog Vlissnigen naar Doinbiu-g, zagen w«- de nucax hier oj> dun hu- wel ledns eau bezoek bracht aan de ruüie, beeft sturen daar de weg naar 't Zand in een rivier het opgemerkt - loopt een verhoogd voetpad, j lenient voor do ingesloten hoeven volk»>m«, herschapen is, dan de hoeve van Lambertus dat c veneens ondei' water staat, doch waarop Nu ton men er, als het moet. nog mot paard en yju( VI1SMU Verhagen, waar juist de oude schoonvader, j men, telkens op een pas afstands door ,:«i kar door, al stroomt dan soms ook bet water w(nulvyi,u dl,v de oude Vrecken zijn 8Ssteu jaa,rdag vierde. viertal metsclsteenen paarsgewijs op elkaar 1e wei' de vagen heen, maar als er ijs komt, d 7iUw w m MnldeWiiwsohe „Die zal met veel bezoek krijgen van- stapelen, boven het water stekende steunsols«ton wordt dit onmogelijk, de paarden worden (oealar)deJ1-. |,.tas Str,„, ftll i,auOI1. daag" merkte baas Stroo op „ze kun der niet voor den voet heeft gemaakt, zoodat men .dan door het scherpe ijs w pooten v*r» Imrklocht bov<J|) Wa|cheren /(lll wk,., verrassende komen met de wagens ea voor do vrouwen droog kan gaan van den hof van Koene naar gewond en bovendien wordt het moeilijk om ?ezichten IeveK!n is het padje over de steenen er naar toe Watervliet. I "et P«n te vinden j Onze tocht door dat deel van Walcheren 'ook lang niet gemakkelijk" en meteen vertelde; Om over zoo'n weg van stapsteen en over j Het eenige middel, zei Stroo, is oen stoom- jle6^ onS g,,]eOT(]j d;d Tn0J1 daar -ilgeme hij, hoe vóór drie jaar de toestand nog erger een aanzienlijke lengte zich voort te bewegen geniaal en geen kinderspulletje, geen pomp vei-laiigen uitziet naar «ten stoomgemaal. was, dat toen de peilschaal aan den Dom- eischt. zekere acrobatische vaardigheid, men op de vest mo,ar oen degelijk stoomgemaal Qvei,,d hoorden wij met veel instemming spre- burgschen watergang op 6 stond, terwijl hij heeft er stevige, beenen en een dito wandel-J van een voldoende capaciteit om «a Iwvige VJU| jud artikel van den In-.-r nog maar de vijf haalde. ..stok van noode Dit bleek ons gezelschap teregens in één of twee dagen de luie! weer op K^fcelieeke en we ki-ngcm de overtuiguu dat I Stroo was toen de eerste onderleekenaar bezitten, want heelhuids en wat meer zegt pci' te brengen En d<- nuumen, die wij op (ie| (wf sland komen van liet stoomgemaal den van een request aan liet polderbestuur, waarop droogvoets zijn we op Watervliet aange- Watervliet, w-aar juist bezoek was. ongjuoet- 1 |WBre,l daar belangrijke offers n-a.u-d zouzipi. 103 handboekeningen voorkwamen en waarin komen i ten, waren het er glad mee eens De kosten j Zooals de toestand on i- i- hij ouhond- verzocht werd om een stoomgemaal te plaat- Maa'" w(j, allen stevige mannen, hadden op achtten zij niot bet bezwaarlijks!, doch nn-n b a a sen ten einde aan den onhoudbaren toestand klaarlichten dag en bij gunstig weer al eenigemoet, de liooge boeren ook vooi het plan win- cilldigeu m,,j d,unanieiu geuiten oen einde te maken. Den 3en April 1910 moeite om niet van de steenen te geraken, neu en dat gaat lukken, want. vertelde er een, i weiisci, d;d t,„ j, d,. i.olderradi-ji zelf op il> n werd dit request in een poldervergaderingl men stelle zich echter voor den geest, dattot onder O-jsfldapeUe toe hebben ze dïl Hoozelandschen weg een kijkje koini-u j behandeld, tegelijkertijd met eon nota van er zich omstandigheden voor kunnen doen.1 J8*? water te veel De polder zou dan e chter den voorzitter van hel polderbestuur den heer waarin het in het holle van een pikduisterenin vakken verdeeld moeten worden,, welke Den Bouwmeester, ivelke betoogde dal. de nacht, noodzakelijk is van een van die eiland-'door dammen en sluizen, van elkaar geschei- sluis le Vlissingen voldoen/Ie voor de af- hofstetlon zicli, om geneeskundige hulp b.v., den zouden zijn, opdat in de hooge gedeelten 'watering zorg kon dragen, dat de toestand naar de stad to begeven, Dan moet men bet peil bv. op 3 moet blijven, terwijl voor (feitelijk Zoo erg niet was, want dat bet op liet licht van een fietslantaarn zijn pad de Lagere gedeelten 0 meer gewenscht is 1 water bijna uitsluitend regenwater was en vinden, glipt men uit. naar die zijde waar j L)e heer Zwagerman had wel gelijk loen hij daarom zoo goed werkte om het zout dat in zich de sloot bevindt, dan is meai verloren, "i de vergadering van de aïd. Middelburg vim alle gronden van Walcheren voorkomt uit te het licht dooft uit-en hulp kan er niet geboden de Zeeuwsclio Landbouw Maatschappij van spoelen en dat het water alleen op de wei- worden, landen stond Wel waren ook enkele bouw- En als men dan terugkomt en den steed- landen overstroomd, maai- dit waren gronden sclien dokter voor het geval moot stellen eigenlijk voor bouwgrond te laag gelegenzijn eigen leven te wogen om der wille van en die alleen door de voora%aan.de drie zeer j een doo|dzieke. j droge jaren voor dat doel gescheurd hadden Heeft men eigenlijk geen gelijk als men 1 kunnen worden Het voordeel in die drie hier klaagt van een groote ellende, die het I jaren vaji dezen grond behaald, woog, naar1 water over het hart van Walcheren, het het in die nola boette, ruimschoots op tegen vruchtbare middendeel, heeft gebracht? En toch Worden weinig klachten gehoord. Dat komt omdat de bewoners aan den toe stand gewoon zijn geraakt, het is zoo al hon derden jaren en, de heer Stroo zei het zoo snijdend, de ellende heeft hen verhard, zij1 klagen niet meer. Terwijl we zo,o voortstapten v.an steentje itot steentje kwam over den weg een der Jzoons j de schade in den zomer v,3ji 1909/1910. j Bovendien ondervonden de landen alleen in maanden December en Januari overlast van het water. Op deze nota, grondde het dagelijksch be stuur een voorstel om het verzoek af le wijzen. In de vergadering ging slechts éen stem op, die zich, hoewel zeer zwakjes', Crimineele Roman HANS VON WIESA. (Vertaald met toestemming van den Uuitscóen schrijver.) „Ook in dienstzaken kan men in conflict met elkaa,r komen", merkte de commissaris met een zekere hardnekkigheid op. „Heeft u nooit omeemigheid met elkaar gehad?" „Oneenigheden Neen." „V houdt u precies aain dat woord „Er is niets gebeurd wat hier met mogelijk heid invloed op gehad kan hebben." „Dat te beoordeelen kunt u noch ik op het. oogenblik. VoorLoopig ton minsteniet Dus?" Behnnger wilde iets zeggen, maar na eenig nadenken, antwoordde hij: „Neen, niets." „Misschien herinnert ge het u niet precies meer." ,JJiets", herhaalde Behringer met vaste stem Vólk zag Behringer zeer oplettend aan. „U verzwijgt mij iets" „Ja". „Waarom?" „Omdat ik een gegeven woord niet breken wil." „Laten wij «lat punt dus laten rusten En weder voert het lot u hier te zamen I" zeide Volk, en verviel weldra in diep gepeins. Ook de beide andere lieeren zwegen, ieder was met zijn eigen gedachten vervuld. Midden in de stilte klonk do helle klank van een klok, idie in een der torens van het kasteel den tijd aankondigde Mylius 1 taalde zijn horloge uit .Een uur", zeide hij. Do tijd van naar bed gaan 9cheen echter nog voor* geen van drieën gekomen te zijn. Het werk dal ik buiten kon doen is voor vandaag afgedaan", zeide Völk eindelijk op ernstigen toon nu begint het moeilijkste ge deelte van mijn, of liever onzen arbeid de duis tere paden in de diepte eencr menschenziel op te sporen en er den weg in te vinden Na een korte pauze ging lig voort: „Ik wil u niet langer verzwijgen, mijnheer Behringer, <lal ik reden heb te denken dat houtvester Rott niet vrij van schuld is aan de ramp Idie lieden is geschied. Misschien kunt u ons hel pen en eenig© opheldering geven. Laten wij in do eerste plaats zoeken naar beweeg redenen, die in het hart van dezen man kwade gedachten en plannen hebben doen op komen Bijvoorbeeld heeft u hier in Beuken- woud onoenigheid met Rott gehad?" „Nooit". „Wist de houtvester, dat hij eenigen nadoe- ligen invloed van u zou ondervinden, wanneer u later eigenaar van dit landgoed wordt. Was moeilijk vraagstuk sprak en aanraadde het advies van «sen waterbouwkundige in te roepen Alleen. hier heorsoht nood. en adviezen Sprak daar niet iemand van een kapstok? Ons plan om tot Lieven Versluis te gaan, hebben wij kunnen volvoeren, niet langs den j officieelen weg, want dan hadden we moeten zwemmen, maar over hooggelegen akkers heen, hier en daar over een padje van bossen stroo en takkeboasen, dal juist boven den waterspiegel uitkeek, zijn wij er gekomen Dat is het einde der wereld Zenuwlijders die rust behoeven, hypochonders, die het wereldscho leven zat zijn, vrome kluizenaars, zij kunnen er hun ideaal vinden. Een koppel hij soms bang zijn betrekking te verliezen?" „Ik bob hem nooit, eenige aanleiding igege- ven om zich daarover ongerust, te maken ,Het geheim dat tusschen u beiden bestond, zou toch niet een reden voor n wezen den man den dienst op te zeggen?" „Als hij zijn plicht doet, nooit." „Was er destijds sprake van een amhtelijkem misstap?" Behringer wieip een vluchtige» blik op don spreker en zeide blijkbaar een weinig ont stemd: „Ik heb geen woord gesproken van een ambtelijken misstap, mijnheer Völk, dat is een vermoeden van u persoonlijkik heb alleen gezegd wat iedere heer zou zeg gen, wanneer hij gevraagd word naai- de reden waarom een beambte zijn lietreklring moest verliezen Völk knikte toestemmend en ging voort „In ieder geval uw verhouding tot elkander zou altijd iets pijnlijks behouden Heeft u in goenerloi betrekking gestaan tot de jongedame sedert u met freule von Riltner verloofd is?" „0 neen, reeds geruimen tijd te voren niet meer." „Met beider goedvinden?" „Ja. Wij zijn zonder boos op elkaar te zijn, van elkaar gegaan, ieder zijn eigen weg" „En nu komt zij plotseling opdagen Rott was van haar komst op do hoogte." „Wat zegt u?" Behringer wendde zich met de grootste ver bazing tot den spreker. „Ik heb een bepaalde reden om dat aan te nemen. En nu de diefstal van het hand- laschje. De indringer, wiens naam ons nog niet met zekerheid bekend is, moet zeer nauwkeurig op de hoogte zijn van de localiteit alhier en van de kamers die door U en uw vriend gebruikt worden hij moet daarenboven geweten hebben dat »-r een handlaschje aan wezig was, misschien nas h(j zelfs wel op de hoogte van den inhoud, die hem mogelijk wel in gevaar kon brengen of oompromittee- rend voor hem wezen „li moet niet vergeten, dat de houtvester dit beschouw ik ten minste nog steeds als een feil dooi" zijn verstuikten voet aan huis gelionden was", bracht de .officier va« justitie in het midden Völk deed alsof hij naai die woorden luis terde „Maar wal zon den houtvester kunnen bewe gen het jonge meisje, dat goed van vertrou wen hier luiar toe kwam, te dooden?" Dr Mylius schoof ongeduldig op zijn stoel heen en weer. „Ik kan al uw gevolgtrekkingen met mijn koel verstand niet volgen", merkte hij op. Völk zag den spreker aan met zijn kalmem blik. „Mijn redeneering is ook volkomen koel ach, maar wij komen vandaag niet verder Morgen zeer vroeg zullen wij naar de hout- ves'terswoning gaan en op de plaats zelve eenige vragen trachten te beantwoorden Nog één vraag, mijnheer Behringer aan u, als jager, gelooft u dat honden, die 's nachts een reebok hebben overvallen en geworgd, .„verscheurd" zooals een jager het noemt. TWEEDE KAMER. O or log. De minister van oorlog bostrjjdt in de me morie van antwoord op do oorlogsbegrooüng do meenixig dal hij met wetsvoorstellen ter verbetering der defensie had moeten wachten op liet rapport van de Staatscom missie. Dat liet recht van medezeggenschap van «le Eerste Kamer voor oen goed deel ter zijde wordt gesteld doordat er ook gewichtige zaken op zijn begrooting voorkomen, kan de Minister onmogelijk beamen, «ui hij kitu dan ook geen vrijheid vinden deze voorstellen uit zijne begroeting le lichten De niogehjkhwl, dat wellicht, een opvolger de nieuwe orga nisatie en de positieregeling der onderofficie ren zal hebben uit to voeren, kon tien Mi nister er niet toe brengen deze voorstellen den volgenden «lag de plek nog kunnen weer vinden, in geval zij daartoe aangezet worden „Het is meer dan waarschijnlijk, daar de grond op zulk een plaats mot bloed gedrenkt moot wezen Hoe komt u tot dio vraag?" Völk stond op „Morgen, luitenant, morgen De beleefdheid tegenover onze gastvrouw gebiedt dal wij nu naar bed gaan. Wanneer u het goed vindt gojeden nacht I Nog eenmaal kwiuu er beweging in huis, maar alles geschiedde iii de grootste still". Weldra gingen achtereenvolgens alle' lichten uit. Het kasteel was woldra in duisternis ge huld Alleen achter de gordijnen van do ka mers van Behringer, verdween het flauwe licht niet. Ilij wierp zich geheel gekleed op zijn bed. In. de stilte die hem omringde hoorde hij niets dan het ruischen der boomen, nu eens zwak ker en dan eens liarder, maar nooit verstomde hot geluid geheel en al liet onrustige van den herfstnacht. de boomtoppen ruieclit- ten scheiden, scheiden Gisteren duurde hel ook lang voordat hij sliep, maar toen was het liet geluk dat hem Wakker Jiield. De kussen van zijn meisje brandden hem nog op de hppeu. En nu, dat wist hij, zou ook zij geen rust kunnen vinden (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1912 | | pagina 5